38°. 305. 7"' Jaargang, Dinsdag 27 April 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers - 0.05. Daze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur '8 morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elko regel meer -0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodryf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eeae circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt. teT voldoening aan de aanschrijving van don Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, dato 21 Aprjl 1909, 4e afdeeling, no. 1730/12-55, ter kennis van belanghebbenden, dat in do gemeente Jutphaas een geval' ran miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, den 26. April 1909. De Burgemeester voornoemd WCIJTIER8. Politiek Overzicht. De revolutie in Turkije. De vermeestering van Konstantinopel door het Jong-Turksche leger is, uit mili tair oogpunt beschouwd, een uitsteken-d stuk werk geweest. Daarvan getuigen de huldebetuigingen, die de militaire attache's van Duitschland en van Oostenrijk-Honga rije aan de leiders van de operatiën van ver leden Zaterdag hebben gebracht. In een te Berlijn ontvangen telegram wordt gezegd De bestorming van de door de muiters be zette kazernes door het Macedonische leger heeft algemeene bewondering gewekt. Aan onvoorwaardelijke tucht en heldenmoed paarden zich voorbeeldige voorbereiding en uitvoering. Bij de aanvallers zoowel als bij de misleide muiters, die vijf uren lang in hunne kazernes een scherp artillerievuur verdroegen voordat zij zich overgaven, kwam de oud-Turksche dapperheid schitterend aan den dag. De groote takt van de officieren en het stréven van de manschappen om de bevolking te ontzien, verdienen te worden vermeld. De treurige aanleiding daargela ten, moet men deze operatie als een uitste kend, militair stuk werk beschouwen. De groote vraag isWat zal er van den sultan worden? Dit is ook de vraag, die het moeielijkst is te 'beantwoorden. Men weet niet of de sultan het verzet heeft bevolen of wel zich er tegen heeft verklaard. Wat hier van intusschen zij, de stemming van de man nen van Saloniki is zeer ongunstig jegens hem. In de diplomatieke kringen te Berlijn houdt men 't voor zeer waarschijnlijk, dat hij zal worden afgezet. Die vraag wordt in een Berlijnsch blad door een lid van het Jong-Turksche comité behandeld. Zijne woorden geven de in die kringen heerschen- de stemming weerhij schrijft ,,Men kan voor den persoon van dezen sultan zich niet meer inhouden; hij zal tot verantwoording geroepen worden. Ik be grijp, dat gij in Europa door de sedert ver leden Dinsdag uit het kamp van het derde korps gekomen berichten in verwarring zijt gebracht. Terwijl op dien dag de afzetting van Abdul Hamid had moeten geschieden, hoordet gij plotseling van onderhandelingen, en nog Vrijdag kon de padisja in de oude heerlijkheid het selaimlik bijwonen. Maar de zaken zijn veel begrijpelijker dan gij ver moedt. Het is volkomen juist, wanneer de chef van den generalen staf Schefket Pacha verklaarde ,,Wij zijn niet gekomen om den sultan af te zetten". H'et is ook volstrekt niet zoo onverklaarbaar, als de nationale vergadering den sultan hare verknochtheid verzekerde, en ook is er niets tegenstrij digs in, als de voorzitter van de Kamer Acbmed Riza verklaarde, dat aan den per soon van den sultan niet zal worden ge raakt, zoolang hij de grondwetniet heeft geschonden. Wat de verklaring van den opperbevel hebber betreft, die is zoo op te vatten, dat het leger slechts het werktuig van de na tie is en de natie wordt vertegenwoordigd door de nationale vergadering; derhalve heeft niet het leger, maar de nationale ver gadering met den sultan te maken.De natio nale vergadering kan ook den padisja een adres van verknochtheid zenden, want hij is immers nog de sultan. En de voorzitter kan niet anders spreken dan hij heeft gedaan, dat namelijk de persoon van den sultan bui ten spel blijft, wanneer hij de grondwet niet geschonden heeft. Maar het is er juist om te doen, dit bewijs te leveren. De voorzit ter heeft in denzelfden ademtocht verklaard, dat men nu er aan zou beginnen, de schul digen uit te vinden en te bestraffen. Dat is nu de groote vraag, de vraag van het oogenblik om de schuldigen zonder aanzien van hunne positie en van hun persoon op ie sporen en tot verantwoording te roepen. Weet gij wie Achmed Riza is? Dat is de man, die twintig jaren i~ng dag aan. dag in zijn in Parijs en Brussel uitgegeven blad de verschrikkelijkste ranklachten tegen Abdul Iiamid heeft afgedrukt, die hem bijna dagelijks bewees, dat hij misdrijven had be gaan, waarop de doodstraf stond. Deze voorzitter zou alles moeten logenstraffen wat hij in twintig jaren heeft gezegd en ge schreven, wanneer hij op het tijdstip waar op het onderzoek ook den sultan als schul dige heeft opgespoord, ook maar een oogen blik er aan kon denken, dezen man op den troon te handhaven. De rechtbank wordt ingericht, waarvoor Abdul Hamid ter ver antwoording zal worden geroepen. Mogelijk, dat de nationale vergadering voor het uiter ste terugdeinst en dezen man bet leven schenkt, maar dan niet uit bezorgdheid voor eene poging tot redding van de groote mo gendheden, want als wij Abdul Hamid voor het gerecht brengen, dan zullen wij eene akte van beschuldiging opstellen, van wei- kor bijzonderheden de beschaafde wereld zoo zal rillen, dat geen regoering ook maar de geringste poging zal doen om voor dezen man op te komen. Wij zullen bewijzen, dat hij milliarden heeft gestolen, d-t hij nog thans bovendien do rijkste mijnwerken, de schoonste straten in de rrootste steden, de beste gronden in het uitgestrekte rijk zijn eigendom noemt, terwijl de Turksche natie tengevolgo van den aanhoudenden financiee- len nood tot eene bespotting van de wereld afdaalde. Wij kunnen ongeveer narekenen, dat 80,000 menschen door hem hun loven, hunne vrijheid, hunne have en goed, het geluk van hunne gezinnen hebben verloren En wanneer bij het laatste oproer 260 offi cieren door hunne soldaten vermoord kon den worden, dan behoeven wij naar den schuldige niet lang te zoeken, want de schuldige kan slechts de man zijn, die aan dé muitende soldaten pardon geschonken had, zonder hen voor te schrijven, nu zich naar orde en tucht te gedragen. Elk af zonderlijk feit reeds is oldoende om elk woord van verdediging te doen verstommen, en, als de nationale vergadering den dood van Abdul Hamid mocLu verlangen, hem ook aan den beul over te leveren.'' Eene stemming zooals uit dit artikel spreekt, voorspelt den sultan weinig goeds. De sleutel voor de actie die tegen den sultan in voorbereiding schijnt te zijn, ligt in de reeds kort maar toen niet geheel juist ver melde dépêche van M&hmoed Schefket aan den grootvizier. Daarin werd gezegd, dat de geruchten, als zou het Macedonische leger zijn gekomen om den sultan te onttronen, onjuist en door agitators uitgestrooid zijn Maar wanneer incidenten werden verwekt, terwijl de soldaten hun plicht doen, dan zou de verantwoordelijkheid op de schuldigen vallen. Daar men de voorbereiding van den Zaterdag geleverden tegenstand aan den sultan toeschrijft, zou dit kunnen worden aangewend om hem als schuldige te beschou wen en tot verantwoording te roepen. Duitschland. Malta, 26 Apr' 1. De Duits olie Keizer wordt hier op 9 Mei met de Holien- zollern verwacht. Waarschijnlijk zal hij twee of drie dagen luer blijven. Weenen, 2 6 April. Op uitnoodi- ging van Keizer Frans Jozef zal Keizer Wilhelm op zijne terugreis van Korfu hier stil blijven. Frankrijk. Nice, 25 April. President Fallières verzocht in zijn dronk op het diner ad miraal Boadvesmontes den Koning van Spanje te bedanken voor zijne minzame ge- dacfite om een oorlogsschip te zenden tot- zijne begroeting. Het verheugde hem in dit gracieuse toeken van oplettendheid ook een nieuw bewijs te zien van de bestendige vriendschap, die Frankrijk en Spanje ver bindt. Aan den Koning van Italië seinde presi dent Fallières, dat hij volle de waarde voelde van het bewijs van vriendschap, dat geleverd is door de overhandiging van den keten van de Aununziata-orde. Op het gala-diner te Villefranche bracht de president een dronk uit, waarin hij zei- de: Door aan Uwe Hoogheid de zending op te dragen mij te komen begroeten, legde de Koning getuigenis pf van zijne vriend schappelijke gevoelens. Ik verzoek u hem mijne levendige dankbaarheid uit te druk ken voor deze groote beleefdheid. De pre sident nam zijn glas op ter eere van den Koning en de Koningin van Italië, wier nobelen moed de gansche wereld onlangs gelegenheid had in smartelijke omstandig heden te bewonderen; hij dronk verder op den hertog van Genua, de Italiaansehe ma rine en het groote land, dat door betrekkin gen van vertrouwen m vriendschap met Frankrijk vereenigd wordt. De hertog van Genua betuigde dank voor de zoo vriendschappelijke gevoelens, die president Fallières had uitgedrukt ten aan zien van Italië, den Aoning en de Ko ningin. Hij nam zijn glas op ter eere van president"Fallières en dronk op de dappere Fransche marine en op den voorspoed van Frankrijk. Villefranche, 26 April. Bij het dejeuner aan boord van de „Vittorio Emmanuele" bracht de hertog van Genua een drenk uit, waarin hij dank betuigde aan den president voor zijn bezoek en aan de Fransche marine voor hare hooggewaardeer de hulp bij de jongste ramp op Sicilië. De president antwoordde „Toen Frank rijk de ongelukkige slachtoffers op Sicilië te hulp kwam tijdens de zware ramp, die hen heeft geteisterd, vervulde het slechts den plicht, die op alle beschaafde landen rust." Nice, 26 April. President Fal lières heeft aan den Koning van Italië een telegram gezonden, waarin hij hem dank zegt voor hot zenden van het eskader en daaraan toevoegt, dat de regeering der republiek daarin een nieuw bewijs ziet van de vriendschappelijke gevoelens jegens Frankrijk. Een dergelijk telegram werd ook gezonden aan den Koning van Spanje. De Koning der Belgen bracht aan presi dent Fallières een bezoek. Nice, 26 April. De Koning van Italië heeft aan president Fallières een to- l"gram gezonden, om hem hartelijk te dan ken voor de minzame ontvangst, die den hertog van Genua en de officieren van het eïkader is bereid, en voor de wenschen, die hij heeft uitgedrukt voor het geluk van de koninklijke familie. President Fallières heeft op zijne reis naar het zuidwestelijke grensdepartement van Frankrijk te Nice het monument ont huld, dat daar is opgericht voor Gambetta. Blijkens het inschrift op het voetstuk is dit monument, op initiatief van het Gambetta- genootschap, door de stad Nice opgericht, om „den grooten vaderlander te eeren, die do nationale verdediging verzekerde en nooit wanhoopte aan het vaderland.'' Engeland. Londen, 2 6 A p r i 1. In derde lezing is de „Indian Councils Bill" aangenomen. Spanje. Madrid, 2 6 A p r i 1. De zitting van de Kanier was heden gewijd aan de zaak van den marine-auditeur Macias. De minis- 1.-.1 -president nam eenige malen het wo?rd om te antwoorden, maar bepaalde zich tot herhaling van 't geen hij gelegenheid had gehad in de laatste dagen te zeggen over e tegen Macias te volgen procedure en over de middelen, die ter beschikking van de Kamer zijn, om kennis te nemen van de stukken betreffende de toewijzing van den bouw der schepen voor de oorlogsvloot. Oostenrijk-Hongarije, Weenen, 25 April. Heden avond werd aan den hof burg een diner gegeven, waaraan deelnamen de Keizer, de Duitsche kroonprins met de leden van zijn gevolg, de aartshertogen en aartshertoginnen, baron Achrenthal en de ambassadeurs. Budapest, 26 April. Minister president Wekerle verklaarde in de Kamer, dat het kabinet zijn ontslag heeft ingediend, omdat de onderhandelingen met de Oosten- rij'ksche regeering tot geen resultaat zullen leiden en de leden van het kabinet niet tot overeenstemming konden komen omtrent de stappen, die nog moeten worden gedaan in zake het bankvraagstuk. Hij verzocht, d'at de Kamer hare zittingen zou verda gen, totdat do toestand zuiverder zal zijn geworden. Minister Kossuth protesteerde tegen de méening, dat de Kossuth-partij hare ener gie zou hebben verloren hij deed uitkomen, dat de leiders der partij als mannen hunne overtuiging hebben verdedigd tegenover het land en den Vorst. Bu diapest 26 April. Minister Kossuth heeft in de club van de onafhanke lijkheidspartij medegedeeld, dat de Koning de rechten van Hongarije op eene zelfstan dige bank erkende, mar.r verklaarde, dat het onmogelijk was een daartoe strekkend wetsontwerp te bekrachtigenIn die om standigheden zal de regeermg ontslag nemeq. Rusland. De Petersburgsche Retsch houdt het af treden van' Stolypin voor slechts eene vraag van ti 1 De minister van financiën Kokow- zew zal hem slechts vervangen voor het ge val, dat zijn opvolger niet terstond na zijn aftreden mocht worden benoemd. De geruch ten over Stolypin's aftreden hebben de Retsch aanleiding gegeven, inlichting to vragen bij een van de als Stolypin's even- tueele opvolgers aangewezen bureaucraten. Deze wees er op, dat Stolypin in den loop van twee jaren rustigen arbeid met de doe- i"a geen enkele van de beloften van het October-manifest heeft vervuld. Volgens de Wiener Allgemeine Zeitung heeft do Russische regeering van Bulgarije j de terugbetaling verlangd van de tot 25 mil- licen frs. opgeloopen kosten der Russische bezetting van het Bulgaarsche gebied tij dens den Russisoh-Turkschen oorlog. Deze vordering heeft Rusland nooit laten gelden, zelfs niet in de tijden, toen het met Bulga rije overhoop lagmen beschouwde haar als verjaard. Als reden waarom Rusland nu met deze vordering voor den dag is gekomen, wordt opgegeven, dat de Russische minister van financiën zijn ambtgenoot van buiten- landsche zaken heeft verweten, dat de finan- cieele regeling tussclien Bulgarije en Tur kije, die door Rusland's bemiddeling tot stand is gekomen, den Russischen staat voor 43 millioen heeft benadeeld. Zooveel be draagt namelijk het verschil tussclien de waarde van de gekapitaliseerde termijnen der Turksche oorlogsschadevergoeding, die zijn kwijtgescholden, en de leening van 82 millioen, die Bulgarije bij Rusland zal slui ten. De nu aanhangig gemaakte vordering moet dienen om een deel van dit gat te stoppen. Bulgarijë. Sofia, 26 April. De aanvullingsver kiezingen voor de sobranje verscliaften aan de regeering de meerderheid in 28 van de 32 districten. Weenen, 26 April. Uit Sofia wordt aan de Politische Korrespondenz bericht, dat in bevoogde kringen wordt bericht, dat de Oriontspoorwëgmaatschappij de verwij zing van hare zaak naar een scheidsgerecht heeft aangenomen. Turkije. Konstantinopel, 26 April. Daar het onmogelijk bleek overeenstemming te krijgen tussclien de Porte en de Orient- spoorwegmaatscliappij omtrent het aandeel van beiden in do 45 millioen francs, dio Bulgarije zal betalen voor de Oost-Rumeli- sche spoorwegen, is overeengekomen, dat deze zaak aan een scheidsgerecht zal worden onderworpen. Konstantinopel, 2 6 April. Do militaire attachés van Duitscliland en Oostenrijk-Hongarije wcnschten do Turk-' sche generaals geluk met hei succes van hunne operatiën en hot herstel van de orde. De nationale vergadering heeft de verlen ging van den staat van beleg goedgekeurd. De Turquie zegt, dat 1140 slachtoffers begraven zijn. Konstantinopel, 26 April. Hedenmorgen had de stad weder haar ge wone aanziende winkels zijn weder ge opend en het verkeer op straat is hersteld. Schefket pacha heeft eene proclamatie uit gevaardigd. waarin hij verklaart naar Kon stantinopel te zijn gekomen om den aan Is constitutie, die in overeenstemming is met de Cheriat, toegebrachten slag te verlammen. Naar het Engelsch 84 VAN C. N. en W. M. WILLIAMSON. Alb wals in stijgende gunst en de aardig heid wals er nog inkt af, toen wij te Arnhem aankwamen. Wij kwamen daar in één dag j van Apeldoorn, door 'terug te varen tot aan Dieren, waar 'het mooie kanaaltje ons 'scheen ie verwelkomen, als waren wij oude vrien den. Wij voeren'majestueus door het dichte riet aan beide zijden; een golf ging ons vooruit en kondigde onze komst aan, zoodat de riethalmen bij onze nadering voor ons bogen, met de toppen onder water doken en zoo bleven, totdat wij voorbij waren. Het 'had veel van een 'tochtje door 'een uit gestrekte waterpartijkeurig aangelegd in het park van den een en of anderen edelman, totdat er een onweder losbarstte, die het landschap verduisterde en Plhyllis bescher ming aan dé zijde baars „broeders" deed zoeken. Ik zou haar daar en toen, zeker ge vraagd hebben den Zeekoning te vergeten, als de bliksem niet juist in een boom was ge slagen en Nell in hare plotselinge bleekheid en doodëlijk zwijgen, mooier was geweest idan ooit te voren. Eerst toen wij een naéht en een gedeelte, van den volgenden dag in een hotel waren geweeet, dat een tuin. en een mooi uitzicht had, herinnerde ik mij voor het eerst, dat Alb meer thuis in Gelderland was dén er- gens elders. Maar hij werd met ontzag in Bellevue behandeld en de voorbijgangers na men op straalt eerbiedig den hoed voor hem af. Wij bezochten het grootste gedeelte tier sta'd', geschiedkundige herbergen en walt dies meer zij (héb merkwaardigs te was een karn'er vroeger bewoond door Philips II, Hertog van Alva; ik had dus gelegenheid genoeg mijn eerbied voor Alb ie zien' stijgen als ik er van had willen gebruik maken; en als &10t-accoord kwam zijn automobiel uit de een of andere verborgen schuilplaats. Men kon heerlijke rijtoeren maken in de omstoe- kon van Arnhem, beweerde hij, op zijne ge wone kalme wijze en hij dacht, d'at dit héb prettigste in zijn auto zou zijn. Den tweeden morgen van ons verblijf al daar gingen wij er dan ook mede uit, en nauwelijks hadden wij de groote stad met hare parken en villa's verlaten, of wij be vonden ons in de bosschen even diep en even majesbueus als die bij Haarlem en Den Haagbosschen, met lange berceaux van zilverst'amimige" beuken, waar het licht de teedere groene kleur had, dae de meermin nen zoo goed kennen. Hier en daar verhie ven zich tie torens en de fraaie poorten van een landgoed en Van Brederode vertellde ons, dat Gelderland beroemd was om zijne fraaie landgoederen, zoowel als om de heuvelen van Holland. „Vijftig of zestig jaar geleden," zei.de hij was de aicM van Gelderland zoo irotsch, dat iem'and, die niet van adellijke geboorte was, hier geen kasteel of 1 andgoéd mocht koopen om er op te wonen. „Mocht!" riep Nell. „Hoe kon men liet hun beletten, als izij geld hadden en er een landgoed te koop was?" Van Brederode glimlachte. „Daar was wel een middel op," antwoordde hij. „Op zeke ren dag meende een rijk bankier uit Amster dam, dat hij zich uit zijne zaken moest te rugtrekken en een mooi buiten hébben in helt aristocratische Gelderland. Hij kocht eon plaats en wilde daarop een huis naar zijn smaak laten zettenmaar geen architect wil de hem het ontwerp leveren, niemand wilde hem steenen of 'bouwmateriaal yerkoopen en hij kon geen werklieden krijgen. Iedéreen was bang voor den machtigen aidel. U ziet dus wel, daft Ierland en Amerika niet hot monopolie van boycotten hebben." „Wat wa® Qiet einde der tgeschaédénis?" vroeg Nell. „Ik hoop toc'h niet, dat de man er in berustte." „Dat dioet een Hollander nooit; zij geven zelfs elkander niets toe," zeide Alb. „De bankier was even koppig als zijne vijanden. Met enorme kotsten liet hij alles uit andere plaatsen komen, rioh'bto hulpgebouwen op voor werklieden ui't Rotterdam, liet de lo- vensmiididlelon voor zich en hen uit Rotter dam komen en zoo werd ten elotite zijn huis gebouwd. Maar nu zijn in Gelderland de bordjes verhangen. Menschen, die dëstijdfe rijk waren, zijn ,nu arm en blij als zij maar geld verdienen, onverschillig van wien. Arn hem is even cosnlopolilisch als Den Haag, al heeft ook dezelfde zonderlinge Indisch-Hol- landsche kliek, als men daar vinldt, die zich geheel op zichzelf houdt. Een groot aantal bekende buitens werd verkoeflit aan nieuw bakken adel, maar eenige bleven gespaard en ik zal u een dézer laatste laten zien." Zoo sprekende stuurde hij zijn auto door een openstaand hek; de portier groette eer biedig, toen wij hem voorbij reden. „O, maar hoe weet u, dat wij hier in mo gen rijden?" „Daar ben ik zeker van," zeide Van Bre derode. „Hebben vreemdelingen dan toegang?" vroeg hem d'e K. D. G. „Niets kwaads bedoelende, zooals wij. wel." Heel in de verte bespeurde men een huis, een fraa', antiek huis, van licht-rooden steen gebouwd, de groote toren en een aan tal kleine torentjes weerspiegelden zich in den niet leliën bezaaiden vijver, die het aan twee kanten begrensde als een uitgestrekte gracht. „Vijftiende-eeuw-stijl", zeide Jonk heer Van Brederode. „Maar de groote to ren dateert van het jaar 1250." Wij staarden allen met eerbiedige bewon dering naar den ouden toren, toen Alb zijn auto voor een klein ijzer poortje deed stil staan op ongeveer 200 meter van het huis. Het poortje, door reuzen-eiken overscha duwd, leidde door een gedeelte van een heerlijken doolhof van rozengaarden en tui- nen, geheel aan de cultuur van allerlei le liën gewijd, terwijl men iets verder een wa terpartij zag, een copie van de Generalife, dien ik verleden jaar te Granada zag. Dit was echter niet het eenige dat men uit Spanje nagebootst had. De wandelwegen in den Alcazar van Sevilla met de „Pedro, de Wreede's" springfonteinen, waren ook na gebootst, en werden nu voor ons genoegen in werking gesteld gezet door den tuinman, met wien Van Brederode een kort onderons je had. Toen wij de rozen- en leliën-tuin doorgingen, die zich in eene laagte bevond tusschen twee kleine heuvelen, kregeif de drie dames zooveel bloemen als zij maar dragen konden en Alb deelde haar mede, dat zij nog andere variëteiien in de auto zouden vinden. „Welk een goddelijke .plaats 1" riep Nell, toen wij wéder aanbot poortje kwamenvan waar wij ndet alleen liet buiten zien. konden, maar oök zijn spiegelbeeld in het water van de gracht. „Ik weet niet waar men een be koorlijker landgoed zou kunnen vinden, zelfs niei in Engeland. Wat zou ik hier gaarne wonen en mijn boudoir hébben in dien der- tiende-eeuwschen toren 1" „Zounit gij er eens binnen willen gaan?" vroeg Van Brédeix>de, meer aan Phyllis, dan aan Nell. Nell bloosde en liet héb antwoord aan Phyllis over. ..Het zou veel hébben van een sprookje," zeide deze, „maar natuurlijk kan dat niet, daar het buiten bewoond is." „Des te beter," zeide Van Brederode, „de eigenares zal ons mot plezier een kop thee aanbieden." „Neen, neen 1" riep Nell, „dat zou vree- selijk indringerig zijn." „In (liet geheel niet. Ik ken haar on schreef haar gisteren, om baar van onze komst ie verwittigen. Het is- dus eene uit- noodiging." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1