£8°. 344.
Dinsdag 1 Juni 1909.
Portretten Prinses Juliana.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
7"" Jnarcang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 muftiiden voor Amersfoortf 1.00.
Idom f -a.ico per post1.50.
Afzonder.ijle nummers0.05.
Deze Co m at verschijnt dAgelyks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiénmededeelingar. enz.gelieve men vóór 11 uur
s morgens bij de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen UA
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeae
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
PREMIE-PLAAT
Do Uitgever van dit blad is in de gelegen
heid zijnen lezers, van de, door II. M. de
Koningin vervaardigde foto's een
lichtdruk-plaat, tor grootte van 80 X 39 c.M.
uit do bekende Inrichting van do Fleeren
Emrik Binger to Haarlem, als bijzondere
promie aan te biuden, voor don buitengewoon
lagen prijs van ÏO 4'eiit.s.
D.» vier fraai uitgevoerde portretten van
Prinses Juliana zijn in sierlijke omlijsting van
oranje-appelen vereonigd op mooi zwaar papior,
als volgt gegroepeerd:
1. H. M. ile Koningin en Prinses Juliana.
2. Z. K. H. Prins Hendrik en Piinses Juliana.
3. H. M. Koningin Emma en Prinses Juliana.
4. H. K. H. Prinses Juliana (afzonderlijk).
Zij t di» °P het bezit van deze fraai
uitgevoerde plaat prijs stellen, worden
uitgenoodigd een Exemplaar it 10 cent aan
ons Bureau in ontvangst te komen nemi nop
vertoon van onderstaanden bou.
DE UITGEVER.
GOED VOOR:
Premie-plaat Portretten Prinses JULIANA,
ft, 10 Ceuts.
WOONPLAATS
Politiek Overzicht
De hervorming van de Dnitsehe
rijksfinanciën.
Do financioele commissie van den Duit-
schera rijksdag, die de openbare behande
ling moet voorbereiden van den bundel be-
laslingontwerpen, die onder den weidschen
titel van „Reichsfinanzreform" bestemd zijn
aan de schatkist het halve milliard mark ■'e
verschaffen, dat nu aan de rijksinkomsten
ontbreekt, is in de vorige week met koorts
achtige haast aan het werk geweest. Maan-
denlang heeft zij het verwijt moeten hooren,
dat zij niet vorderde met haren arbeid. Nu
is er plotseling vaart in gekomenin hare
zitting van Zaterdag voor Pinksteren, die
Lot 's avonds 7 uur werd gerekt, heeft de
commissie haar eindbesluit genomen over
de voorstellen, die zij aan den rijksdag zal
voorleggenalleen om kennis te nemen van
de rapporten, waarin de verschillende voor
stellen zullen worden aanbevolen, zal de
commissie den 12en Juni nog eens bijeen
komen. Den 15en Juni, als de rijksdag weer
bijeenkomt, vindt hij het werk van zijne
commissie kant en klaar.
Te oordeelen naar de uitkomsten van het
werk der laatste dagen, kan men de commis
sie den lof niet onthouden, dat zij, na eerst
lang te hebben getalmd, zich bekeerd heeft
tot een ijver, die haast zonder weerga is.
laar haastige spoed is zelden goed. Dat
woord schijnt ook op de resultaten van
dezen arbeid van toepassing te zijnde kwa
liteit van het geleverde werk staat achter
bij de kwantiteit. Op sprekende wijze is dat
uitgekomen door het besluit van de minder
heid der commissie, om zich aan het
werk, zooals het nu voor den rijksdag zal
komen, te onttrekken. De geheele linker
zijde, de nationaal-liberalen daaronder be
grepen, heeft verklaard, dat zij niet de ver
antwoordelijkheid mee wil dragen voor dit
werk, niet alleen om den geest, die er uit
spreekt, maar ook om de slordige en opper
vlakkige wijze, waarop het in elkaar is gezet.
Ook de regeering is niet achtergebleven
met de verklaring, dat dit werk van de com
missie voor haar niet aannemelijk is. Dat is
niet te verwonderen. De commissie heeft een
geheele verzameling belastingvoorstellen in
weinige dagen uitgebroedmen vindt daar
onder belastingen op lucifers, voorwerpen
van verlichting, reuk- en schoonheidsmid
delen, biljetten van vervoer, belastingen op
het gemaal, op den omzet van het roerend
kapitaal en op de waardevermeerdering van
onroerende goederen, verhoogde invoerrech
ten op koffie en thee, uitvoerrechten op
steenkolen en cokes. Maar van de oorspron
kelijk door de regeering ingediende voor
stellen is zoo goed als niets overgebleven.
In de laatste zitting van de commissie
werd door staatssecretaris Sydow over de
voorstellen der commissie, voor zoover zij
strekken om het bezit te belasten, verklaard
dat hij overtuigd was, dat de bondsraad zich
er niet mee zou vereenigen. Die verklaring
werd bevestigd door vertegenwoordigers van
de Pruisische eoi de Saksische regeering.
De rijkskanselier zelf heeft zijn standpunt
tegenover de voorstellen van de commissie
in de Nordd. Allg. Zeitung kort en krach
tig aldus doen kennen,,Iu de pers wordt
beweerd, dat de regeering de belasting op
de erfenissen heeft laten vallen. Dat is vol
komen onjuist. De rege^ring zal de belas
ting op de erfenissen indienen en blijft van
zins met allen nadruk voor hare aanneming
werkzaam te zijn. De verbonden regeerin
gen en de rijkskanselier zullen zich verder
geen belasting laten opdringen, die eene
benadeeling van handel en industrie na zich
zou sleepen".
In de commissie is door den afgevaardigde
Groeiber, een woordvoerder van het cen
trum, dat de bondgenoot van de conserva
tieven is in den nieuwen koers die voor de
financioele hervorming is gekozen, gezegd:
,.De regeering moet wel weten, dat zij eene
meerderheid voor eene erfenisbelasting, in
welken vorm ook, niet zal krijgen. Steun
heeft de regeering hierin niet te verwach
ten wanneer zij niettemin een voorstel wil
indienen, dan moet zij afwachten wat daar
van terecht zal komen."
Hiermee is het punt aangegeven, waar
om de groote strijd zal worden gevoerd,
wanneer de rijksdag den 15en Juni weer bij
eenkomt. De Neue Freie Presse licht diit
aldus toe:
,,De conservatieven zijn tot de voorstel
len, die zij nu in de oommissie hebben
doorgedreven, gekomen omdat zij de erfenis-
belastang beslist wilden ontgaan. Zij verzet
ten zich tegen deze belasting met eene door
niets te overwinnen halsstarrigheid, en om
haar spoedig om hals ie brengen hebben zij
gezamenlijk met het centrum en de Polen op
den d'ag na de indiening van hunne voorstel
len eene stemming daarover d orgezet. De
waarschuwing, die prins Ludwig van Beieren
een dag of tien geleiden ten gunste van de er
fenisbelasting liet hooren, is evenzeer in den
wind geslagen als de dringende vermaning
van de openbare meening. De conservatie
ven of, juister gezegd, die agrariërs, zijn
daarvoor ontoegankelij.' Tegen alle neigin
gen tot toegevendheid beschermt hen hun
rebus te zelfzucht, die ach deeer dagen nog
in volle kracht toonde, toen zij in het huis
van afgevaardigden van Pruisen wel een be
lasting <p rijwielen voteerden, maar een be
lasting op rijpaarden weigerden en het recht
voor jachtakten verminderden, en die tege
lijk een triomf in het heerenhuis vierde,
boen een der hunnen klaagde over de hand.'
over hand toenemende weelde, die hierin
uitkwam, dat de spoorwagens der 4e klasse,
waar de mensche- tot dusver op het door
hen meegebrachte goed zaten, van houten
banken zijn voorzien om te zitten. Met
eene partij, die zich zoo weinig geneert, ia
geen land te bezeilenals het naar haren
zin ging, dan zou het Duitsche rijk in een
groot Mecklenburg moeten veranderen. De
breulk, die nu uiterlijk vodürokken is in
het libc-aal-conservatieve blok, is daarom
tegelijk het kenteekeu van een diepgaand
innerlijk contrast, en het zal aan vorst
Bülow zeer mocrielijk vallen de uit elkaar
strevenden weer samen te brengen.
Onlangs werd gezegd, dat de secretaris
der rijksfinanciën Sydow zijns plaats zou
moeten prijsgeven en draft in de openbare
zitting van den rijksdag een met het prak
tische bedrijf»!evein vertrouwde opvolger de
beraadslaging over de financieel© hervorming
zou hebben te leiden om de samenleving voor
de nedeelen van de belasting op den
omzet van het roerend kapitaal te be
waren. Dan zal mem moeten zien lioe
de 80 a 90 millioen mark, die deze
belasting moet opleveren, kunnen worden
verkregen, zonder de agrariërs te deren.
De agrariërs zijn gaarne bereid nationale
politiek te voeren, maar mee te betalen,
don. toe kunnen zij niet besluiten. Dat is
de oude feodale opvatting, die ook vorst
Bülow, die zich zelf een agrarische rijks
kanselier noemde, tot dusver niet heeft kun
nen verzachten. Hij zal nu echter toch het
vraagstuk moeten oplossen, boe de eigen
zinnige partij, die hare macht grootendeels
aan de regeering heeft te danken, tot een
compromis met moderne inzichten kan wor
den bewogen. Onlangs was er sprake van
de mogelijkheid van zijn aftreden; men
sprak echter ook van de mogelijkheid van
verkiezingen voor een nieuwen rijksdag, en
het- is nog twijfelachtig of de conservatieve
agrariërs zulk een-j mogelijkheid onbezorgd
r inden kunne tegemoet zien."
Duitschland.
B e r 1 ij n, 2 9 Mei. Bij de voorjaars
parade van heden werden benoemd de com-
mandeerende generaal van het gardekorps
Von Kessol tot opperbevelhebber in de Mar
ken en de commandant van het 10e leger
korps generaal Von Löwenfeld tot comman-
deerend generaal van het gardekorps.
B er 1 ij n, 2 9 Mei. De rijksdag heeft,
ondanks het verzet van de regeering, de be
lasting op den omzet van molens en het
uitvoerrecht op steenkolen en cokes aange
nomen.
Berlijn, 29 Mei. De Norddeutsche
Allgemeine Zeitung verklaart, dat de be
wering als zoude de regeering de erfenis
belasting hebben laten vallen, volkomon on
juist is. I"e regeering zal een erfenis-belas
ting voors'elleu en met allen nadruk voor
derzei ver aanneming werken. Zij zal' zich
geene voor handel en industrie schadelijke
'belastingen laten opdringen.
De officieuse Nordd. Allg. Zeitung klaagt,
dat het einde waartoe de 32e commissie van
den rijksdag na een half jaar arbeids geko
men is in hare beraadslagingen over de ver
schillende voorstellen betreffende de hervor
ming van de rijksfinanciën, waarnaar ieder
in Duitse hlond sedert lang mot spanning,
verwachting en hoop uitzag, niet bereikt is
zonder incidenten, die een vruchtdragend
tot stand komen van het groote werk moeten
bemoeilijken. Zij schrijft:
„Terwijl op het gebied van de indirecte
belastingen een werk verkregen is, dat al
blijft het ook belangrijk achter bij de ver
wachtingen, toch wel een brui-kbaren grond
slag voor de uitvoering van de financieele
hervorming beteekent, is op het gebied van
de bezitbelastingen zulk een resultaat niet
te vermelden. Tegen de door de commissie
ook in tweede en derde lezing bekrachtigde
besluiten tot invoering van eene zoogenaam
de beursomzetbelasting en eene rijksbelasting
op den overgang van gronden en eene rijks
belasting op de waardevermeerdering be
staan zoo ernstige bedenkingen uit econo
misch oogpunt, dat niet is aan te nemen,
dat zij wet zullen worden. Van het stand
punt der rijksfinanciën ligt bovendien een
ernstig bezwaar ook hierin, dat de bereke
ning van de opbrengst dezer voorstellen op
geheel wankelen voet staat. De verbonden
regeeringen hebben bij het begin van de
financieele hervorming als leiddraad van
haar programma opgesteld, dat naast eene
krachtige belasting van de genotmiddelen der
massa ook het algemeen bezit behoorlijk
moet bijdragen tot de rijkslasten. Zij hebben
met dit doel eene belasting van de erfenis
sen voorgesteld en zijn steeds van meening,
dat dit do meest geschikte bezitbelasting is,
die voor het rijk in aanmerking komt.
Een deel van de pers heeft aan
de houding van den rijkskanselier in
deze kwestiën geheel ongegronde be
schouwingen vastgeknoopt. Do rijkskan
selier was in de laatste weken aan
houdend met onderhandelingen over de
financieele hervorming bezig. Hij hoeft niets
onbeproefd gelaten om overeenstemming tus-
schen de rechter- en linkerzijde te verkrij
gen. Zijn standpunt in de onderdeelen van
de rijks financieele hervorming is zoo dik
wijls en zoo nadrukkelijk uiteengezet, dat
het niet noodig is dit nogmaals te doen. Ook
de gebeurtenissen in de commissie, die hij
ten zeerste betreurt, kunnen hem niet bewe
gen tot wijziging van zijne geheele houding
tot dusver. De rijkskanselier zal, naar wij
vernemen, de eerste gelegenheid in den rijks
dag aangrijpen om zijn standpunt voor het
land uiteen te zetten."
Verleden Zaterdag namiddag is in het de
partement van buitenlandsche zaken te Ber
lijn het volgend protokol onderteekend door
den staatssecretaris van buitenlandsche za
ken von Schön en den Franscheu zaakgelas
tigde de Berckstein
Aangezien de keizerlijke Duitsche regee-
ring en regeering van de Fransche re
publiek den lOen November 1908 zijn over
eengekomen alle geschillen, die door de den
25en September 1908 in Casablanca voorge
vallen gebeurtenissen in 't leven zijn ge
roepen, aan een scheidsgerecht te onderwer
pen en aangezien de beide regeeringen zich
hebben verbonden elkaar hun leedwezen uit
te drukken over het optreden van hunne
ambtenaren, naarmate van de door de
scheidsrechters te nemen beslissingen, en
aangezien daarna het scheidsgerecht te
's Oravenliage den 22en Mei 1909 heeft be
slist en verkondigd als volgt: „Ten onrech
te en door middel van een ernstig en klaar
blijkelijk verzuim heeft de secretaris van
het Duitsche consulaat de poging gedaan,
deserteurs van het Fransche vreemdenle
gioen, die niet Duitsche rijksonderdanen
waren, op een Duitsche stoomboot in te
schepen. De Duitsohe consul en de andere
ambtenaren van het consulaat zijn hiervoor
niet verantwoordelijk, maar het consulaat
heeft door onderteekening van den hem
voorgelegden geleibrief een onopzettelijk
verzuim begaan Het Duitsche consulaat
had onr de bestaande omstandigheden
niet het recht aan de deserteurs zijne be
scherming te verleenen, maar de in dit op
zicht door de Duitsche consulaire ambtena
ren begane rechtsdwaling kan het noch als
opzettelijk, noch als onopzettelijk verzuim
toegerekci d worden. Ten onrechte heeft d©
Fransche militaire overheid de in naam van
den Duitschen consul over de deserteurs uit
geoefende feitelijke bescherming niet voor
zoover eenigszins mogelijk geëerbiedigd.
Zelfs afgezien van de verplichting om de
consulaire bescherming te eerbiedigen, ga
ven de omstandigheden aan Fransche mili
taire personen evenmin het recht tot bedrei
ging met een revolver als tot voortzetting
van de a;.n den Marokkaanschen soldaat
toegebracht© slagen Aan de verder© in d©
voorstellen van de beide partijen gemaakte
aanspraken kan geen gevolg gegeven wor
den. Derhalve verklaren do keizerlijke
Duitsche regeering en de regeering van de
Fransche republiek ieder voor zooveel 't hen
aangaat, dat zij haar leedwezen uitspreekt
over bet in de scheidsrechterlijke uitspraak
aan hare ambtenaren tot verwijt gemaakte
gedrag."
Stuttgart, 30 Mei. De Zeppelin
II is Zaterdagavond om half tien te Frie-
drichshafen opgestegenzij was heden mor
gen om kwart voor zeven ten zniden van
Treucbtlingen, voer te half negen over
Neurenberg en zette de reis naar het noor
den voort.
Friedrichshafen, 30 Mei. De
Zeppelin II bevond zich om kwart over tien
boven Bayreutli en stevende noordoost-
waarts.
Berlijn, 30 Mei. Over Zwickau en
Gera voer Zeppelin II te kwart voor vijf na
middags over Leipzig in de richting van
Berlijn.
Friedrichshafen, 30 Mei. De
Maatschappij voor Luchtselveepsbouw ,,Ze-
pelin" ontving van graaf Zeppelin een te
7 uur 20 min. hedenavond van Bitterfeld af
gezonden ballontelegram, luidende:
„Wij hebben zoo juist besloten terug te
keeren alles is uitstekend in orde."
Hallo, 30 Mei. Om 7 uur 10 min.
passeerde de Zeppelin II Bitterfeld; om
half acht was zij boven Halle, waar zij
tien minuten boven de stad kruiste, om
daarna verder te gaan in de richting
Teutschenthal Eisleben.
Stuttga
II passeerde
passeerde heden ochtend te half vier
Schweinfurth en werd te kwart voor vijf te
Würzburg gezien.
Naar het Fransch tan Edmond Lepellttitr.
8 DOOR
J. L. VAN DER MOER.
HOOFDSTUK III.
De gewonde Hand.
„Wie daar?" riep ^.arloo nogmaals.
„Wie ben, je zelf?'' antwoordde een dronke-
niunHStem... Riquenez, kapitein in dienst van
Zij.no Majesteit 1 Is t dan 'n edelman niet
meer geoorloofd thuis te komen? Of dan al
thans in 't huis dat hem herbergt in naam
des Konings?"
Dolores was stil naderbij gekomen en zij
sprak tot Karloo, zóó hard dat de onbekende
baar verstaan kon
„Stel je gerust... 't is die Spaansche kapi
tein, dien men ons te logeeren heeft gezon
den. Je moet niet met 'm vechten I"
„Ik vecht niet met 'u dronkemanI" ant
woordde Karloo luid.
„Dronkeman, dat is 'n 'hard woord, me
neer, ten opzichte van 'n Spaansch edelman,
die de compagnie Musqueliers van Burgers
commandeert," sprak de indringer met moei
te, zijn best doend om zijn woorden zonder
hikken er uit te brengen.
„Ik stem toe, dat 't niet goed van me was
den vastenavond wat al te vroolijk te vie
ren maar zonder 'n paar opgeruimde ge
zellen als ik, zou 't anders te saai worden...
ik heb ook wel wat veel eer bewezen aan den
uitmuntenden. Franscheu wijn, dien de bur
gemeester ous aangeboden heeft... U is de
graaf Van Rijsoor, ik ben don Hernandez y
Riquenez, markies van Palencia, graaf van
Figueras, kap'tein van 't Koninklijke leger,
en ik ben nu op 't oogenblik bij u gelo
geerd... Onze namen en onze degens zijn aan
elkaar gewaagd... geef acht dus, meneer de
graaf 1
Dolores had weer een der kaarsen aange
stoken, welke nu een awak licht op de trap
wierp.
„Vecht niet!" fluisterde zij nogmaals.
„Hij houdt je voor m'n man... Als ie maar
heengaat, dan zijn we gered... 1"
Zij hief de kaars zóó hoog op, dat het
licht op den Spanjaard viel en Karloo ia het
donker bleef.
„Ik zal u morgen voldoening goveu, don
Riquenez, markies van Palencia!" riep Kar
loo met duidelijke stem.
„Ik wil oogeiiblikkelij'k voldoening. Tus-
schen edellieden laat men 'nbeleediging niet
op antwoord wachten... Maak u dus gereed!
Ge zijt 'n Vlaming, ik 'n Spanjaard, deze
gelegenheid is zoo goed als 'n andere waar
bij we elkaar met den degen in de hand ont
moeten... Dood me of ik dood u 1"
„Men doodt niet iemand, die de wijsheid1
in de kan heeft gelaten maar evenmin laat
men zich door hèm dlooden," antwoordde
Karloo.
„En indien h ij dan toch dooden wil?"
riep de Spanjaard, terwijl hij zich met den
degen op zijn tegenstander wierp.
„Dan ontwapent men hem," sprak Karloo
bedaard. Tegelijkertijd ving hij den degen
van Riguenez met zijn. eigen wapen op en
deed hem dien uit de hand springen, welke
tengevolge van de dronkenschap vrijwel
krachteloos bleek te zijn.
Aldus ontwapend, deed de Spanjaard een
dof gemompel hooren en hij bukte zich om
zijn degen op te rapen. Instinctmatig greep
Karloo er naar, maar op liet zelfde oogen
blik ontsnapte 'hem een lichte kreet en liet
«Hij weer los.
„Wat is er?" antwoordde Karloo, en met
geweld wierp hij nu den Spanjaard door dë
deur van de binnenplaats terug, welke deur
hij flink grendelde.
Vervolgens ging hij bodaard weer naar bo
ven, waar Dolores hem in spanning stond te
wachten.
„Je bent toch niet gewond?" vroeg zij.
„Wel nee, die vent was immers niet in
staat zich te verdedigen?"
„Maar dat bloed?" vroeg zij angstig, „dat
is toch hoop 'k van hem?"
,,'t Beteekent niets, ik heb me gesneden
toen ik 't wapen van dien ruwen kerel beet
pakte."
Onverschillig toonde hij haar zijn bebloede
hand. Met een zucht trok Dolorès de kant
van haar halsdoek af, scheurde het fijne
weefsel in stukken en verbond de wonde;
daarna trok zij Karloo zachtjes mee in haar
kamer, terwijl zij hem allerlei lieve woordjes
toefluisterde.
En toen gaven zij zich geheel en al over
aan hun liefde, zóólang tot 'het daglicht er
hen aan kwam herinneren, dat het tijd van
scheiden was.
Dolorès kon den drang, om den jongen
man bij zich te houden, niet overwinnen.
„Blijf bij me," vroeg zij, ,,de armen om
zijn hals slaande... „ik wil je bij me hou
den, ik zou je altijd bij me willen hebben 1...
M'n man ia heen, deze kamer is voilig... nie
mand zou je hier kunnen ontdekken Still
daar is Gudule, beweeg je niet... zij mag
niets weten, zij mag niets zien..."
Zij liet het zware gordijn voor de deur
van de kamer vallen en trad de eetzaal bin
nen, waar Gudule, kalm als gewoonlijk, nieb-
tegenstaando zij een verschrikkelijken nacht
had doorgebracht, bezig was het ontbijt klaar
te zetten, dat uit warme melk, eieren en
pekelvleesch bestond,
Intusschen zat Karloo peinzend in de
slaapkamer. „Wat ik doe is schandJelijk
dacht hij in stilte.... Meineed, leugen en
huichelarij, moeten die voortaan m'n kame
raden zijn? Zal 'k dan nooit die vrouw uit
m'n hart kunnen bannen, die vrouw, die me
niet loslaat, de echtgenoot© van Rijsoor, van
m'n vriend', m'n broeder?"
In de verte werd tromgeroffel hoorbaar.
Karloo trad vóór het venster.
„Wat gebeurt er tooh?" mompelde hij.
De straat was vol volk. Het samenstroo-
inen van de menigte vóór de winkels herin
nerde hem aan de nieuw ingevoerde belas
ting, den tienden penning
't Besluit is afgekondigd," sprak hij zich
zelf, ,,'t is 'n ruïne... niemand wil betalen...
om dit tc toonen verzamelt 't volk zich...
Vooruit, hier zelfs komt de plicht me roe
pen en ontrukken <lo kameraden in 't onge
luk mij aan m'n misdaad 1... 0. Dolorèsl"
riep hij treurig uit, „m'n plaast is immers
bij hen 1"
„Jou plaats is, waar i k ben," klonk het
op beslisten toon achter hem.
Dolorès kwam terug, verrukt door het)
vooruitzicht zich den geheelen dag aan haar
liefde te kunnen overgeven. Zij had eerst de
bedienden, verwijderd, en nu zij eindelijk
met Karloo alleen was, gevoelde zij zich!
sterk genoeg oan, gesteund door haar hevigea
hartstocht, hem tot den avond bij zich te
houden
„Weg met den hertog van Alval"
schreeuwde het volk in de straat.
Karloo sprong op de tafel toe, gordde
zijn degen om en nam lioed en mantel.
Dolorès werd doodsbleek.
„Waar wil je heen?" vroeg zij angstig.
„Hoor je dan niet?" riep hij met bevende
stem,... hoor je dan niet, m'n makkers gaan
vechten..."
„Welnu, laat die dwazen maar begaan."
„O. zwijg, zwijg toch! Jij zult van mij.
nog zóó'n verachtelijk wezen maken, dat 'k
instaat zou zijn de hand aan me zelf t«
slaan om m'n schaamte niet langer meer te
gevoelen 1"
„Je houdt niet meer van me... dan blijft
me ook niets meer over dan dë dood...
geen woord' meer, weerbou' me nietl
Alleen de plicht laat me toe nog langer
te blijven leven... Als je me werkelijk lief-
hebt, laat me dan heengaan om met m'n
makkers 't gevaar te doelen..."
..Blijf, ik wil 't:"
Haar stem was hard, haar houding gebie
dend. Plotseling weerklonken musqet-serho-
ten in de verte, en een wild gosohreeuw steeg
uit de menigte op straat op. Karloo balde
woedend de vuisten.
Wordt vorvolfd.