BINNENLAND.
in Tbessalië bijeen te hebben. Ook aan de 1
Grieksche vloot is last gegeven, zich in twee
eskaders te formeeren, waarvan het eene in
de Joivischo, het andere in de Egeïsche zee
oefeningen zal houden.
Vit Berlijn heeft de Neue Freie Presse
de verzekering ontvangen, dat Griekenland
in de Kreia-kwestie 7.00 spoedig mogelijk
eene beslissing wenscht, en wel in den zin
van de Grieksche wenschen.
Perzië*
Volgens mededeelingen van het Perzische
gezantschap te Konstaniinopel, hebben de
vertegenwoordigers van de mogendheden in
Teheran aan Sattar Khan en de andere lei
ders der revolutionairen beloofd, dat hun
leven zou worden gewaarborgd als zij met
den sjah in onderhandelingen wilden tre
den. Het grootste deel van de revolutionai
ren weigert echter in onderhandelingen te
treden, voordat de Russen het land hebben
verlaten. Be revolutionairen hebben aan de
vertegenwoordigers der mogendheden nog
maals protest-nota's tegen het optreden van
Rusland doen toekomen. De bevolking van
Teheran vlucht uit de stad.
Do Engelsohe vloot heeft Bondes Bushir
verlaten.
Venezuela.
Willemstad (Curasao), 10 J uni.
Men zegt, dat president Gomez Celestino
Castro, den broeder van den ex-president,
zal toestaan naar Venezuela terug te koe
ren., op voorwaarde dat aan de regeering
de 6000 geweren worden overgegeven, die
op Columbiaansch gebied zijn bijeen ge
bracht.
Allerlei.
vBjörnstjerne Björnson is plotseling
zoo ziek geworden, dat zijn zoon uit Berlijn
naar Noorwegen is vertrokken om aan zijn
ziekbed te zijn.
vMen berichtte dezer dagen uit Frank
rijk, dat daar binnen 4 of 5 maanden een
luchtvaartdienst geopend zal worden. Er zijn
vijf bestuurbare ballons, 3500, 5000 en 7000
kuh. meters hondende, in den maak, die
behalve de bemanning, 8 tot 20 reizigers
zullen kunnen vervoeren. Er wordt gerekend
op eene snelheid van 24 K.M. in het uur.
De ontworpen luchtlijnen zijn
Parijs over Meaux en Reims naar Nancy;
Parijs-Lion; van Parijs naar Pau, over Or
leans, Tours 011 Bordeauxen van Parijs
over Sartrouville naar Rouaan.
I11 het gunstige seizoen zou er een bijna
dagolijksche dienst worden ingevoerd.
Verschillende loodsen zijn roods gebouwd.
vTo Mosehendorf, in Beieren, kwam
een arbeider onverwachts thuis en vond een
brief, aan zijn vrouw gericiht, die hem het
overtuigende bewijs gaf dat zij hem bedroog.
Hij nam zijn revolver en begaf zich met zijn
zevenjarig zoontje naar de fabriek waar zijne
vrouw werkte. Toen de werksters den arbeid
verlioten en zijne vrouw buiten kwam, schoot
hij haar, zonder een woord te zeggen, dood;
daarna doodde hij zijn zoontje en zich-
zelven. De eigenaar der fabriek, de heer
Bacher, schrikte zoozeer bij 't zien van
dit drama, dat hij door eene doodelijke be
roerte werd getroffen.
Kameroverzicht
Eerste Kamer.
Donderdag is voortgezet het debat over
het wetsontwerp betreffende de subsidiee-
ring van bijzondere hoogere burgerscholen.
Do heer Van der Feltz verklaar-
do mede namens eendge politieke vrienden
dat zij .hoewel geen voorstanders van bij
lzonder onderwijs zijnde, voor 't ontwerp
zullen stemmen. Waar eenmaal in beginsel
besloten is 't bijzondei* onderwijs te subsi-
dieeren brengt de consequentie mede dat
beginsel ook toe te passen op 't middelbaar
onderwijs. Bovendien zal door !het ontwerp
het onderwijs in het algemeen gebaat wor
den. Het ontwerp toch zal er ook toe me
dewerken, dat het middelbaar ouderwijs on
der alle kringen der bevolking meer zal
worden uitgebreid. In dit opzicht dedkle
spreker liet standpunt door dr. Bos inge
nomen. Met het standpunt der lieeren Ver
meulen, Woltjer en Fransseu kan spr. zich
niet vereenigen, want er moeten waarbor
gen zijn, dat er goed gebruik wordt ge
maakt van de toe te kennen subsidie. Bij
eerlijke uitvoering der wet mag dit ver
wacht worden wegens 111 't ontwerp opge
nomen waarborgen.
De lieer Van Nierop ontwikkelde
verschillende bezwaren tegen het wetsont
werp, dat een belemmering zal opwerpen
voor de oprichting van openbare middelbare
scholen. Vooral wanneer 111011 er op let dat
de voorstanders van 't bijzonder onderwijs
gisteren zich wel dankbaar, maar alles be
halve voldaan betoonden, was spreker, die
geen confessioneele Staatsschool wenscht,
huiverig zijn stem aan deze wetsvoordracht
te geven, omdat hij niet weet waarheen deze
stap zal leiden.
Minister Heemskerk, het ontwerp
verdedigende, wees op de eenvoudige strek
king dezer wetsvoordracht. Tegenover de
lieeren Vermeulen, Woltjer en Franseen
verdedigde de Minister de in 't ontwerp op
genomen waarborgen. Later bij eventueele
difinitieve herziening van de middelbaar on
derwijswet zal overwogen kunnen worden
of met andere waarborgen kan worden vol
staan. Wat 't aantal lesuren aangaat, laat
de wet ruimte genoeg. Zoolang op de open
bare hoogere burgerschool het leerplan om
vat de leervakkon van a1, dus ook staat
huishoudkunde, is 't wenschelijk dat dat
leerplan ook op de bijz. H. B. S. wordt ge
volgd.
Wat aangaat het toelaten van niet volle
dig bevoegde leerkrachten antwoordde de
Minister aan den heer Woltjer dat hij niet
onmogelijk achtte het geval, dat iemand,
bijv. in 't bezit van do acte middelbaar wis
kunde en de hoofdacte lager onderwijs, be
halve in wiskunde ook zal mogen doceeren
in aardrijkskunde en geschiedenis. Een
maximumschoolgeldheffing is in het ont
werp opgenomen met het oogmerk om hot
onderwijs zooveel mogelijk onder 't bereik
te brengen van alle maatschappelijke krin- j
gen. De practijk moet aantoonen of met het 1
aangenomen maximum-schoolgeld en 't j
vastgestelde subsidiebedrag 't onmogelijk is
bijzondere Hoogere Burgerscholen in stand
te houden.
De Minister verbaasde er zich over, dat
het ontwerp van de linkerzijde nog princi- i
pieele bestrijding heeft ondervonden, ter
wijl verschillende leden der linkerzijde in
de Tweede Kamer het werkprogram der Re
geering, waarbij het ontwerp werd aange
kondigd, besprekende, hebben betoogd, dat
het werkprogram zich bewoog in de neutra
le zone en er niets principieels rechts in.
zat.
Na replieken is 't ontwerp aangenomen
met 32 tegen 7 stemmen. Voorts zijn goed
gekeurd eenige kleine wetsontwerpen.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping uit
eengegaan.
Berichten.
De Staatscourant van Vrijdag 11
Juni bevat o.a. de volgende Koninklijke
besluiten
benoemd tot directeur der Rijkswerk
inrichting Veenhuizen III, P. A. Roozen-
daal, commies tea* directie der Rijkswerkin
richtingen op Veenhuizen
bepaald dat eeai Rijks Hoogere Burger-
schooi zal zijn gevestigd te Steen wijk en
daarbij benoemd tot directeur en leeraar
L. v. d. Wal, leeraar aan de R. H. B. S-
te Leeuwarden;
tot leeraar Dr. C. F. Hofker, thans tij
delijk leeraar aan de R. H. B. S. te Wa-
geningen en D. van Leeuwen Jr., thans
leeraar aan de Burger avondschool te Lei
dentot tijdelijke leeraren D. van Eek,
onderwijs te Amsterdam, W. F. Themajns,
onderwijzer te Almelo, G. van Rij, onder
wijzer te Amsterdam, J L. G. Rosier te
den Helder en A. J. C. de Waal te Den
Ilaag
bepaald dat een R. H. B. S. zal zijn ge
vestigd te Coevorden en daarbij benoemd
tot directeur en leeraar H. C. Derksen,
thans leeraar aan de H. B. S. te Sappe-
meer, tot leeraren J. Kimmerer, thans tij
de1 ijk leeraar aan de R. H. B. S. te Gou
da, II. du Crocq, leeraar aan de H. B. S.
to Emkhuizen en E. Temme, leeraar aan
de industriescliool voor meisjes te Alkmaar
en tot tijdelijke leeraren P. J. Puister,
thans tijdelijk leeraar aan de H. B. S. te
Deventer, J. Olgers, onderwijzer te Coe
vorden, J. Hoving, leeraar aan de Burger
avondschool te Groningen en J. Hazeweijer
te Warfum
benopmd tot lid van den Raad van Be
stuur van Curasao T. Ferguson, lid van
den Kolonialen Raad
bevorderd ter zake van krijgsverrichtin
gen op Atjeh gedurende het eerste half
jaar 1908, in de Militaire Willemsorde tot
ridder 3e klasse de sedert gepensioneerde
Europeesche sergeant der infanterie T. Jo-
Ch. Frank;
benoemd tot ridder 4é klasse M. W. O.
de le luitenants H. J. Schmidt en J. Jenaë
de Europeesche sergeants W. Ros en L. Q.
Robaard, eerstgenoemde sedert gepensio
neerd en de inlandsche korporaal Roeman,
allen van de marechaussee
eervol vermeld de kapitein der infante
rie W. v. d. Vlerk, de le luitenant dei*
marechaussee L. P. Makkink, de sergeant-
majoor der infanterie N. J. Zijlsti*a, de
Europeesche sergeants der marechaussee J
v. d. Post en A. F. A. E. van Gilsa, em de
Europeesche sergeant der infanterie T. To-
ris.
'benoemd, niet ingang ran 16 Juni a.s.. tot
ad ju net-ingenieur bij den Raad van Toezicht op
de Spoorwegdiensten, tevens waarnemend dis
triet-inspecteur der spoorwegdiensten, de oiviel-
ingenieur L. W. CapeJ, te Utrecht
verlengd tot 16 Sept. 1912, de detaclieorin'g bij
het leger 'luier te lande va» den eerste-1 ui tenant
der infanterie van het leger in Ned.-IndoM J.
E. Boe, thans leerling aan de Hoogere Krijgs
school.
Dankbetuiging van H. IW. du Koningin
on Prins Hendrik.
In de Staatscourant van. gisteren avond
komt de volgende bekendmaking voor:
„Hare Majesteit heeft mij opgedragen om
door middel van de Nederlandsche Staats
courant den hartelijken dank te betuigen
van Hare Majesteit en Zijne Koninklijke
Hoogheid den Prins der Nederlanden, Her
tog van Mecklenburg, voor de tallooze ge-
lukwensohen welke Hoogstdiezelve mocht
ontvangen uit het Vaderland zoowel als uit
overzeesche bezittingen en uit het buiten
land bij gelegenheid van de voorspoedige
geboorte van Hoogstderzelver dochter,
's Gravenhage, 10 Juni 1909.
Do Directeur van het Kabinet
der Koningin,
P. J. VEGELIN.
aMen meldt ons uit 's Gravénhage
Naar wij uit goede b 1*011 vernemen zal de
lijfarts van II. M. de Koningin, dr. Roes-
singh, zich in verbinding stellen met den
speciaal voor kinderziekten practiseerenden
geneesheer-directeur van het kinderzieken
huis te Utrecht, dr. Haversclimidit, om in
overleg met dezen geneesheer de belangen
te behartigen van de gezondheid van de
jonggeboren Prinses Juliana, welke gezond
heid in alle opziohten reden tot tevreden
heid blijft geven.
H. M. de Koningin on Z. K. H. de
Prins ontvingen gisterenmiddag na audiën
tie te hebben verleend aan de leden der
Tweede Kamer, in gehoor de luitenant-gene
raals Kool en van Ermel Scherer, die als
vertegenwoordigers van de landmacht de ge-
lukwenschen van het leger aanboden mot de
geboorte van Prinses Juliana.
Ten 2\ uur verleende H. M. gehoor aan
rar. Potijn, Commissaris der Koningin in
Zuid-Holland en Baron Sweerts de Landas,
burgemeester der residentie als vertegen
woordigende resp. het provinciaal- en het
gemeentebestuur, beiden bij deze gelegen
heid in ambtscostuum.
Met do ontvangst ten 5 uur van de leden
van den Hoogen Raad, die ditmaal geen
gala-gewaad, doch den toga van hun rech-
torlijk ambt droegen, eindigden de audiën-
tiën ten Ilove naar aanleiding van de blijde
gebeurtenis gehouden.
Z. K. H. de Prins wordt op Het Loo
vergezeld door zijn adjudant kapitein jhr.
Van Suohtelen van de Haare.
H M. de Koningin-Moeder heeft
Woensdagavond een bezoek afgelegd bij H.
K. H. de Prinses-weduwe van Wied, Prinses
Marie der Nederlanden, in liet Grand Hotel.
H. M. de Koningin-Moeder kwam
gisterennamiddag ten 5 uur 39 aan het Cen-
traal-Station te Amsterdam met den trein
uit Den Haag aan. H. M, begaf zich, geze
ten in het rijtuig van den burgemeester,
onmiddellijk naar den Stadsschouwburg ter
bijwoning van de voorstelling van „Gotter-
damraerung" door de Wagner-vereeniging.
Te 11 uur 45 vertrok H. M. weder naar
de Residentie met den gewonen trein tot
Haarlem en vandaar per extra-trein.
H. M. de Koningin-Moeder wordt op
Haar verblijf te Arolsen vergezeld cloor
baronesse Van Ittersum, Hofdame en graaf
van Limburg Stirum, kamerheer.
H. M. zal, zooals reeds vroeger vermeld,
den 17en Juni op de terugreis Roermond
bezoeken, alwaar H. M. vergezeld zal wor
den door mevr. de Beaufort, grootmeeste-
ressebaronesse van Ittersum, Hofdame,
jhr. Van Tets en Graaf van Limburg Sti
rum, kamerheeren.
Te Roermond zal H. M. een bezoek bren
gen aan de Munsterkerk, aan de Roomsch-
katholieke gestichten, het Protestantsche
ziekenhuis en aan de groote landbouwten
toonstelling.
H. K. H. Vorstin-Weduwe van Wied,
geb. Prinses Marie der Nederlanden, bracht
gister een afscheidsbezoek aan de Koningin
voor het vertrek naar het Loo en blijft bij
H. M. dineeren.
De Russische gezant bij ons Hof,
graaf Pahlen, heeft gisterenochtend de resi
dentie voor eenigen tijd met buitenlandsch
verlof verlaten.
Men schrijft ons uit 's Graven,hage
De heer B. de Vries, consul van Turkije,
vierde gisteren onzer zeer talrijke blijken
van belangstelling zijn 60-jarig jubileum bij
de journalistiek, in wier dienst hij reeds op
zeer jeugdigen leeftijd trad.
Uit binnen- en buitenland gewerden den
nestor der Haagsche dagbladschrijvers sym
pathie-bewijzen in den vorm van fraaie
bloemstukken, telegrammen en brieven van
gelukwensching. Onder de bloemstukken
trok vooral de aandacht een bloemgeschenk
van de Haagsche Journalisten-vereeniging.
Zeer velen kwamen den 71-jarigen jubi
laris des middags ten zijnen huize aan den
Nieuwen Uitleg gelukwenscihen, o. a. eenige
vertegenwoordigers van vreemde mogendhe
den. Onder de telegrammen waren er die
afgezonden waren döor vertegenwoordigers
ter jongste, alhier gehouden Vredesconfe
rentie.
De jubilaris zat des middags aan een
gezellig diner in het Hotel Central aan.
Kamerverkiezingen.
Brief aan een candid aat.
De N. C. vermeldt het volgende schrijven,
dat door een der candidaten voor het lidL
maatsehap der Tweede Kamer gisteren van
een hem volkomen onbekend persoon werd
ontvangen
's Gravenhage, 10 Juni 1909.
Welod. gestr. Heer.
Aanleiding van mijn schrijven is
dezen, van mijn gezellen vernomen heb
bende dat hij voor zijn stem uittebren-
gen op een bedoeld persoon, daarvoor
een toelage ontvangen heeft. Naar hier
bovengenoemd ben ik in de gelegenheid
en ook thans bereid mijn stem op U
uittebrengen. Het aldus aan U overla
tende en morgen voor negen uur eenig
antwoord van U verwachtende,
Hooglachtend,
(volgt ondierteekening
en adres.)
Verkiezingsreclame. Het
gewone middag-publiek in de Leidsche
straat te Amsterdam.
Daar bij de brug over de Prinsengracht
ontdekt zoo n all es-ziende slagersjongen iets
merkwaardigs beneden in het water.
Hij springt in vollen ren van zijn wiel
•en trekt het op het trottoir.
Een platboömt schuitje ligt stil. De man
nen op het schuitje hebben den vaarstok
neergelegd en beginnen beiden met ijver te
dreggen.
Meer is er voor rechtgeaarde Amsterdam
mers niet noodig. Dadelijk voegt zich een
collega bij den ontwerper van alle Arnster-
damsche opstootjes.
,,Wat doen dlie?"
„Ze drogge.''
„Ja, dat zien ik. Maar waarnaar?"
„Weet niet, zeker een verdronke."
De toeloop van kijkers wordt grooter.
Een burgerjuffrouw achter de jongens heeft
hun gesprek half gehoord
„Wat zeggie, jonge, een verdronken?
Heere, heere, je hoort toch wat tegenwoor
dig. Kaik", gaat ze voider, „ze vissche
maai* als aan de wallekant. Zeker derin ge-
sprooxge! Nou, ik ga maar deur, 'k heb
geen tijd en ik sou 't ook veel te griezelig
vinden als ze der een ophaalde."
De juffrouw gaat weg, telkens omkij
kend de griezeligheid trekt haar toch aan.
De brug en. de beide zijden van de gracht
staan intusschen vol menschen. Ieder gist
naar wat er 'gedregd wordt. IJselijke verha
len van „Meissies waai* ze in geen dagen
van gehoord hebben" doen de 1*0tide.
Een oud heertje van het soort pensioen-
hebben dringt zich naar voren, b'lijde om
dte afleiding.
„Wat is er te doen?
„Och, niks m'nheer, ze dregge." -
„Dan moet er toch wat ingevallen zijni."
„Misschien 'n portemonnee", spot een
metselaar.
„Hei daar!" roept een andere grappen
maker, „als je wat ophaalt same deelen,
hoor!"
De mannen dreggen rustig door.
Eindelijk, juist als er met het mismoe
dige, onverstoorbare dat onze dienders ken
merkt, een agent nadert, om te zien of zijn
bemoeiing hier noodig is, leggen de man
nen op de schuit hun dreggen neer, nemen
ieder een paal op d;ie daar schijnbaar doel
loos ligt^enzetten een bord recht, waar
op met groote letters staat
Kiest Mr. W. H. DE BEAUFORT,
aftredend lid.
Een hartelijk gelach beloont de mannen
voor hun verkiezings-komediotje.
Dan varen de schippers rustig onder de
brug door, laten hun bord weer zakken en
voeren bij een volgende brug hetzelfde stuk
je op.
Het volk verspreidt zich grimiekend.
Alleen het oude heertje is boos, hij had zich
te sterk geïnteresseerd.
De metselaar komt hem op zij.
„Weet u waarnaar ze vischten, meneer?"
Flauwe grap", moppert de aangespro
kene.
„Wel meneer, ze vissehen naai* stem
men. Hbfld.
De ontvangers-quaestie
te Dokkam. De „St.-Ct." no. 134 be
vat. een K. B. van 28 Mei (St.-BI. no. 129),
tot vernietiging van het besluit van den
Raad der gemeente Dockum van 17 Oct.
1908, waarbij W. Eisjna werd ontslagen als
ontvanger dier gemeente, en van het besluit
van Gedep, Staten van Friesland, waarbij
dat ontslag is goedgekeurd.
De vernietiging is gegrond op de over
weging, dat, waar blijkens ingesteld onder
zoek slechts slordigheid ten gevolge van
hoogen leeftijd, geenszins oneerlijkheid den
ontvanger kan worden ten laste gelegd, er
geen voldoende termen bestonden om aan
het ontslag het praedicaat „eervol" te ont
houden- en aldus, afgezien van de blaam,
welke op een ontslagene zonder het praedi
caat „eervol" wordt geworpen, bovendien
verkregen, pensioensaanspralken aan te tas
ten. Het niet-eervol ontslag was mitsdien in
strijd met het algemeen belang.
De Raad' van Dokkum nam een motie, aan,
waarin dit besluit en de wijze, waarop ten
opzichte van de gemeente is gehandeld, ten
zeerste werden betreurd.
Wageningen, 9 Juni. De raad be
sloot heden een tijdelijke geldleening aan te
gaan, groot f 55,325, tegen ten hoogste 4^
en f 15,000 kasgeld op te nemen tegen den
zelfden koers.
In behandeling kwam het rapport der
commissie benoemd in de vergadering van 22
April op voorstel van den heer Van Lonk-
huijzen, en wel naar aanleiding der beschul
diging van hetzelfde lid, dat de heer Cd.
Bergacker, otidste wethouder, art. 24 der
gemeentewet zou hebben overtreden. De zaak
is deze, dat in 1908 de apothekers firma
Bergenker en Renlceii medicijnen leverde
aan 't Burg. Armbestuur en dat volgens den
heer v. L. de heer Bergacker nog lid dier
firma is. Verschillende aanwijzingen werden
hiervoor gegeven, o.a. dat de heer B. be
drijfsbelasting betaalt.
In het rapport der commissie (de heeren
dr. Niemeijer, mr. De Ridder en Van Lonk-
huijzen) wordt gezegd, dat de heer B. over
de feiten is gehoord en ze, naar het oordeel
der meerderheid, voldoende heeft opgehel
derd, zoodat een onderzoek of de heer B.
art. 24 G. W. heeft overtreden niet noodig
is.
In de nu volgende discussie kwam uit dat
de heer B. de leden Niermeijer en De Ridder
inzage had gegeven van sLukken, die uitwe
zen, dat hij met de apotheek in geen enkele
relatie stond; maar dat die stukken den heer
v. L. onthouden waren, waartegen deze pro-
testeei-de.
Het eind der besprekingen was, dat de
conclusie van het rapport werd aangevuld
met de verklaring der meerderheid, dat het
onderzoek heeft aangetoond dat de lieer B.
in geen enkele financieele betrekking, staat
met de apotheek dei* firma Bergacker en
Ronken
Deze conclusie werd aangenomen met 5
stemmen, 2 tegen en 3 onthoudingen. De
heer Bergacher woonde de behandeling der
zaak niet bij. De lieer Lonkhuijzen heeft ver
klaard zich tot Gedeputeerde Staten te zul
len wenden.
rIngevolge mededeeling van den minis
ter van 'koloniën, wordt voor de aanvulling
van het Indische leger 111 de jaren 1909 en
1910 uit Nederland de uitzending gewenscht
van onderscheidenlijk 2790 en 1546 man.
De verdeeling van die militairen over de
verschillende wapens zal zoo mogelijk ge
schieden als volgt in 1909
497 artilleristen, waaronder 15 sergeanten
(of korporaals) en 20 korporaals des vesting
artillerie, 56 geniesoldaten, 75 cavaleristen
en overigens infanterie.
In 1910: 188 artilleristen, waaronder 12
sergeanten (of korporaals) en 17 korporaals
der bereden artillerie en 13 sergeanten (of
korporaals) en 24 korporaals der vesting
artillerie, 40 geniesoldaten, 87 cavaleristen
en overigens infanterie.
Men verneemt, dat de heer H. van
Goudoever tegen 1 Januari a.s. ontslag zal
aanvragen uit zijne betrekking "van direc
teur der Nederl. Staatsloterij.
e r k 1 0 o z e 11-c omité te Am
sterdam. Naar het Hbld. verneemt,
heeft het Comité uit de Amsterdamsohe
Burgerij, waarvan dr. N. M. Josephus Jitta
voorzitter en de heer J. H. Sdheltema pen
ningmeester was, van het batig sad'lo, dat
werd overgehouden, f 5000, als volgt ver
deeld Aan de Emigratievereeniging f 2500,
aan het Gemeentelijk Fonds voor Werkloos
heidsverzekering f 1000, aan „Liefdadigheid1
naar Vermogen" en aan de Arbeidsbeurs
ieder een bedrag van f 750.
Werkloosheid te Amster
dam. De commissie voor de werkloozen
1908/9 besloot, behalve de reeds vermelde
bedragen, nog f 1000 af te dragen aan het
fonds ter bevordering van de verzekering
tegen de geldelijke gevolgen van werkloos
heid, ten einde dit fonds in staat te stellen,
zoo noodig, op ruimer schaal aan zijn be
stemming te voldoen.
Het stakingsrecht er
kend. De sigarenfabrikanten de Graaff te
Groningen eischten een weekloon schadever
goeding van elf hunner werklieden, die het
werk hadden neergelegd, zonder inachtne
ming van den bij contract overeengekomen
opzeggingstermijn. De kantonrechter heeft
den eisch niet ontvankelijk verklaard en hen
veroordeeld in de kosten van het geding,
uit overweging dat de werklieden het werk
hebben onderbroken niet met de bedoeling
om de dienstbetrekking te doen eindigen,
maar om hooger loon te verkrijgen.
Een seusatiewekkeni.de
zaak, Voor de Haagsche rechtbank is be
handeld de aanklacht wegens beleediging en
mishandeling van den heer O. M. (in de
bekende geschiedenis Müller-Hirschman)
door jhr. J. F. B. v. cl. B. Deze erkende den
heer Müller (lid van het Philharm. Orkest)
in zijn huis gelokt te hebben onder bet
voorwendsel muzieklessen te willen nemen
(hetgeen de president „een gemeene streek"
noemde). Bekl. wilde vrijwillig de partij
voor mej. Hirschman op zich genomen, om
dat hij voor waar aanneemt al hetgeen zij
omtrent den heer M, heeft verteld. Toen
deze bij hem in huis was, had hij een gela
den revolver op zijn lessenaar liggen, maai'
niet met een bepaald doel. Toen M. erkende
mej. H. mishandeld te hebben, gaf bekl.
hem een duw of slag. Voorts erkende bekl.
in „Het Vad." van 14 Sept. 1907 een stuk
te hebben doen plaatsen, dat gequalificeerd
wordt als de strekking te hebben de eer
en den goeden naam van den heer M. aan
te randen. Dat artikel strekte tot tegenweer
op tot hem gerichte aanvallen.
Bekl.'s oppasser verklaarde, dat de toege
brachte klap een zoodanige was als waar
voor hij er 25 voor een kwartje aanneemt
en dat zijn meester steeds een geladen
pistool in huis heeft, hetgeen bekl. ook nog
bevestigde. Een ander getuige deed 't voor
komen alsof de lieer v. d. B. op tegenweer
bedacht was, omdat M. hem te lijf scheen
te willen.
Een ander getuige, politieagent, op ver
zoek van bekl. in diens woning verscholen,
erkende ook dat v. d. B. aan bekl. een klap
had gegeven, 'hetgeen volgens bekl. alleen
uit verontwaardiging geschiedde op de er
kentenis van M. dat hij mej. H. had ge
slagen
Get. O. Muller verklaarde, dat hij ten
huize van den heer v. d. B. ontboden om
over muzieklessen te spreken, ontvangen
werd met de vriendelijke mededeeling, „dat
hij de grootste schurk van de wereld was".
Dadelijk werd hem een revolver voorgehou
den. Er waren vier mannen in de kamer
van den heer v. d. B„ die de deur afsloot
en den sleutel in den zak stak. (Bekl. her
innert zich dat niet). „Wij zu: 11 de zaak
maar eens op zijn Amerikaansch afdoen",
had de beer v. d. B. tot hem gezegd. „Jij
komt hier niet weg tenzij je een stuk tee
kent dat ik je zal voorlezen". In dat stuk
stond dat get. zich ongepast gedragen zou
hebben tegenover juffr. H„ dat hij getracht
zou hebben zijn eigen vrouw te vergiftigen;
dat een meisje te Scheveningen door zijn
schuld zelfmoord zou hebben gepleegd; dat
hij het zou toelaten dat juffr. H. in getui-
ge's familiekring kwam (om de bewuste hyp
nose te breken).
Bekl. erkende dat, verklarende met „hui-
selijken kring" meer bepaaldelijk de duinen
te bedoelen, waar»de heer M. zich gewoon
lijk bevond.
De heer M. had geweigerd het stuk en een
paar soortgelijke te teekenen. „Schiet me
dan maar dood", zeide hij, hetgeen bekl. als
pure fantasie aanduidde. Toen bekl. zoo
zegt. hij pertinent weigerde te teekenen,
kreeg hij een hevigen slag in 't gelaat. Per
telefoon wilde men ook de familie van M.
lokken, waartoe hij zelf aan de telefoon
moest gaan, van welke gelegenheid hij ge
bruik maakte om politiehulp in te roepen.
Bekl. beweerde, dat hij niet gezegd heeft:
„wij zullen de zaak op zijn Amerikaansch
afdoen", maar alleen: „Je bent hier in het
huis van een gentlemanin Amerika zou
den ze dat anders doen". Maar de heer M.,
desgevraagd, verklaarde volstrekt niet den
indruk te hebben gekregen in het huis van
een gentleman te zijn. Integendeel; den
beelen avond is hij met oen revolver in be
dwang gehouden.
De heer M. deed daarop een omstandig
verhaal van hetgeen er tusschen hen en
juffr. H. was voorgevallen. De dame had
hem sinds 1888 aanhoudend vervolgd met
hare liefdesbetuigingen, en 11a den dood ba
rer moeder zelfs tot van Berlijn, zijn woon
plaats. Op verzoek destijds van de moeder
had hij getracht haar te hypnotiseeren om
van de vervolgingen af te zijn. Niets baatte.
Op advies van den commissaris van politie
Sypkens, desgevraagd, had de heer M. in
1902 voldaan aan 't verzoek van dr. Mur-
kens om mej. H. te hypnotiseeren. Dit is
de eerste maal geschied in de kamer van
genoemden dokter en later, op diens aan
raden, in de duinen. Mej. H. is nooit in
hypnotischen slaap geweest. Zij verzette zich
steeds tegen do hypnose en deze heeft, dan
ook niet gebaat. Ook daarna heeft de dokter
hem verzocht op dezelfde wijze voort te
gaan met de voorgeschreven behandeling
van zijn patiënt. Get. ontkende beslist mej.
H. in de duinen „bont en blauw geslagen
te hebben". ;t Kon zijn dat hij, door haar
in de duinen of aan het strand lastig geval
len, haar een klap heeft gegeven, echter
niet ernstig. Op 14 Sept. 1907 heeft de
vrouw van M. de juffrouw, die maar niet
van haar weg wilde gaan, een klap met een
stok gegeven. Geslagen werd echter mej. H.
nooit als zij in hypnotischen toestand was.
Later erkende hij de juffrouw ook wel eens
met -een stok te hebben geslagen en op nader
aandringen volgde do bekentenis, dat hij
gedurende het tijdperk der hypnotiseering
haar in de duinen stokslagen had gegeven.
Voorts verklaarde de heer M„ dat hij,
op verzoek van de moeder van mej. H. en
door dr. Arie de Jong daartoe aangezocht,
heeft gehypnoliseerd in de duinen. Zelf had
de heer M. laatstgenoemden dokter nooit
gezien of gesproken. Van het gaan zitten op
de borst der juffrouw is geen sprake; hij
heeft haar nooit in slaap gemaakt en de ver
wondingen 'op haar lichaam kunnen niet
zijn ontstaan door zijn stokslagen. Alles wat
hij deed geschiedde op advies van dr. Mur-
kens. Nooit heeft hij gezien, dat mej. H.
zich gepantserd heeft tegen zijn stokslagen.
Er werden alsnog eenige getuigen gehoord
die mede hadden waargenomen, dat mej. H.
door een persoon, gelijkende op Muller, was
in slaap gemaakt of mishandeld. Tegen get.
mevr. M. H. Gerritsen, geb. Maritz, had
mej. Hirschmann zelfs gezegd, dat zij naar
Scheveningen moest gaan om afgeranseld te
worden. Get. had nog getracht haar tegen
te houden, doch vruchteloos. Get. had ook
gezien, dat mej. H. zich met papier gepant
serd had.
Zoolang get. mej. H. kent, was zij aibso-