BINNENLAND. in Tbessalië bijeen te hebben. Ook aan de 1 Grieksche vloot is last gegeven, zich in twee eskaders te formeeren, waarvan het eene in de Joivischo, het andere in de Egeïsche zee oefeningen zal houden. Vit Berlijn heeft de Neue Freie Presse de verzekering ontvangen, dat Griekenland in de Kreia-kwestie 7.00 spoedig mogelijk eene beslissing wenscht, en wel in den zin van de Grieksche wenschen. Perzië* Volgens mededeelingen van het Perzische gezantschap te Konstaniinopel, hebben de vertegenwoordigers van de mogendheden in Teheran aan Sattar Khan en de andere lei ders der revolutionairen beloofd, dat hun leven zou worden gewaarborgd als zij met den sjah in onderhandelingen wilden tre den. Het grootste deel van de revolutionai ren weigert echter in onderhandelingen te treden, voordat de Russen het land hebben verlaten. Be revolutionairen hebben aan de vertegenwoordigers der mogendheden nog maals protest-nota's tegen het optreden van Rusland doen toekomen. De bevolking van Teheran vlucht uit de stad. Do Engelsohe vloot heeft Bondes Bushir verlaten. Venezuela. Willemstad (Curasao), 10 J uni. Men zegt, dat president Gomez Celestino Castro, den broeder van den ex-president, zal toestaan naar Venezuela terug te koe ren., op voorwaarde dat aan de regeering de 6000 geweren worden overgegeven, die op Columbiaansch gebied zijn bijeen ge bracht. Allerlei. vBjörnstjerne Björnson is plotseling zoo ziek geworden, dat zijn zoon uit Berlijn naar Noorwegen is vertrokken om aan zijn ziekbed te zijn. vMen berichtte dezer dagen uit Frank rijk, dat daar binnen 4 of 5 maanden een luchtvaartdienst geopend zal worden. Er zijn vijf bestuurbare ballons, 3500, 5000 en 7000 kuh. meters hondende, in den maak, die behalve de bemanning, 8 tot 20 reizigers zullen kunnen vervoeren. Er wordt gerekend op eene snelheid van 24 K.M. in het uur. De ontworpen luchtlijnen zijn Parijs over Meaux en Reims naar Nancy; Parijs-Lion; van Parijs naar Pau, over Or leans, Tours 011 Bordeauxen van Parijs over Sartrouville naar Rouaan. I11 het gunstige seizoen zou er een bijna dagolijksche dienst worden ingevoerd. Verschillende loodsen zijn roods gebouwd. vTo Mosehendorf, in Beieren, kwam een arbeider onverwachts thuis en vond een brief, aan zijn vrouw gericiht, die hem het overtuigende bewijs gaf dat zij hem bedroog. Hij nam zijn revolver en begaf zich met zijn zevenjarig zoontje naar de fabriek waar zijne vrouw werkte. Toen de werksters den arbeid verlioten en zijne vrouw buiten kwam, schoot hij haar, zonder een woord te zeggen, dood; daarna doodde hij zijn zoontje en zich- zelven. De eigenaar der fabriek, de heer Bacher, schrikte zoozeer bij 't zien van dit drama, dat hij door eene doodelijke be roerte werd getroffen. Kameroverzicht Eerste Kamer. Donderdag is voortgezet het debat over het wetsontwerp betreffende de subsidiee- ring van bijzondere hoogere burgerscholen. Do heer Van der Feltz verklaar- do mede namens eendge politieke vrienden dat zij .hoewel geen voorstanders van bij lzonder onderwijs zijnde, voor 't ontwerp zullen stemmen. Waar eenmaal in beginsel besloten is 't bijzondei* onderwijs te subsi- dieeren brengt de consequentie mede dat beginsel ook toe te passen op 't middelbaar onderwijs. Bovendien zal door !het ontwerp het onderwijs in het algemeen gebaat wor den. Het ontwerp toch zal er ook toe me dewerken, dat het middelbaar ouderwijs on der alle kringen der bevolking meer zal worden uitgebreid. In dit opzicht dedkle spreker liet standpunt door dr. Bos inge nomen. Met het standpunt der lieeren Ver meulen, Woltjer en Fransseu kan spr. zich niet vereenigen, want er moeten waarbor gen zijn, dat er goed gebruik wordt ge maakt van de toe te kennen subsidie. Bij eerlijke uitvoering der wet mag dit ver wacht worden wegens 111 't ontwerp opge nomen waarborgen. De lieer Van Nierop ontwikkelde verschillende bezwaren tegen het wetsont werp, dat een belemmering zal opwerpen voor de oprichting van openbare middelbare scholen. Vooral wanneer 111011 er op let dat de voorstanders van 't bijzonder onderwijs gisteren zich wel dankbaar, maar alles be halve voldaan betoonden, was spreker, die geen confessioneele Staatsschool wenscht, huiverig zijn stem aan deze wetsvoordracht te geven, omdat hij niet weet waarheen deze stap zal leiden. Minister Heemskerk, het ontwerp verdedigende, wees op de eenvoudige strek king dezer wetsvoordracht. Tegenover de lieeren Vermeulen, Woltjer en Franseen verdedigde de Minister de in 't ontwerp op genomen waarborgen. Later bij eventueele difinitieve herziening van de middelbaar on derwijswet zal overwogen kunnen worden of met andere waarborgen kan worden vol staan. Wat 't aantal lesuren aangaat, laat de wet ruimte genoeg. Zoolang op de open bare hoogere burgerschool het leerplan om vat de leervakkon van a1, dus ook staat huishoudkunde, is 't wenschelijk dat dat leerplan ook op de bijz. H. B. S. wordt ge volgd. Wat aangaat het toelaten van niet volle dig bevoegde leerkrachten antwoordde de Minister aan den heer Woltjer dat hij niet onmogelijk achtte het geval, dat iemand, bijv. in 't bezit van do acte middelbaar wis kunde en de hoofdacte lager onderwijs, be halve in wiskunde ook zal mogen doceeren in aardrijkskunde en geschiedenis. Een maximumschoolgeldheffing is in het ont werp opgenomen met het oogmerk om hot onderwijs zooveel mogelijk onder 't bereik te brengen van alle maatschappelijke krin- j gen. De practijk moet aantoonen of met het 1 aangenomen maximum-schoolgeld en 't j vastgestelde subsidiebedrag 't onmogelijk is bijzondere Hoogere Burgerscholen in stand te houden. De Minister verbaasde er zich over, dat het ontwerp van de linkerzijde nog princi- i pieele bestrijding heeft ondervonden, ter wijl verschillende leden der linkerzijde in de Tweede Kamer het werkprogram der Re geering, waarbij het ontwerp werd aange kondigd, besprekende, hebben betoogd, dat het werkprogram zich bewoog in de neutra le zone en er niets principieels rechts in. zat. Na replieken is 't ontwerp aangenomen met 32 tegen 7 stemmen. Voorts zijn goed gekeurd eenige kleine wetsontwerpen. De Kamer is tot nadere bijeenroeping uit eengegaan. Berichten. De Staatscourant van Vrijdag 11 Juni bevat o.a. de volgende Koninklijke besluiten benoemd tot directeur der Rijkswerk inrichting Veenhuizen III, P. A. Roozen- daal, commies tea* directie der Rijkswerkin richtingen op Veenhuizen bepaald dat eeai Rijks Hoogere Burger- schooi zal zijn gevestigd te Steen wijk en daarbij benoemd tot directeur en leeraar L. v. d. Wal, leeraar aan de R. H. B. S- te Leeuwarden; tot leeraar Dr. C. F. Hofker, thans tij delijk leeraar aan de R. H. B. S. te Wa- geningen en D. van Leeuwen Jr., thans leeraar aan de Burger avondschool te Lei dentot tijdelijke leeraren D. van Eek, onderwijs te Amsterdam, W. F. Themajns, onderwijzer te Almelo, G. van Rij, onder wijzer te Amsterdam, J L. G. Rosier te den Helder en A. J. C. de Waal te Den Ilaag bepaald dat een R. H. B. S. zal zijn ge vestigd te Coevorden en daarbij benoemd tot directeur en leeraar H. C. Derksen, thans leeraar aan de H. B. S. te Sappe- meer, tot leeraren J. Kimmerer, thans tij de1 ijk leeraar aan de R. H. B. S. te Gou da, II. du Crocq, leeraar aan de H. B. S. to Emkhuizen en E. Temme, leeraar aan de industriescliool voor meisjes te Alkmaar en tot tijdelijke leeraren P. J. Puister, thans tijdelijk leeraar aan de H. B. S. te Deventer, J. Olgers, onderwijzer te Coe vorden, J. Hoving, leeraar aan de Burger avondschool te Groningen en J. Hazeweijer te Warfum benopmd tot lid van den Raad van Be stuur van Curasao T. Ferguson, lid van den Kolonialen Raad bevorderd ter zake van krijgsverrichtin gen op Atjeh gedurende het eerste half jaar 1908, in de Militaire Willemsorde tot ridder 3e klasse de sedert gepensioneerde Europeesche sergeant der infanterie T. Jo- Ch. Frank; benoemd tot ridder 4é klasse M. W. O. de le luitenants H. J. Schmidt en J. Jenaë de Europeesche sergeants W. Ros en L. Q. Robaard, eerstgenoemde sedert gepensio neerd en de inlandsche korporaal Roeman, allen van de marechaussee eervol vermeld de kapitein der infante rie W. v. d. Vlerk, de le luitenant dei* marechaussee L. P. Makkink, de sergeant- majoor der infanterie N. J. Zijlsti*a, de Europeesche sergeants der marechaussee J v. d. Post en A. F. A. E. van Gilsa, em de Europeesche sergeant der infanterie T. To- ris. 'benoemd, niet ingang ran 16 Juni a.s.. tot ad ju net-ingenieur bij den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten, tevens waarnemend dis triet-inspecteur der spoorwegdiensten, de oiviel- ingenieur L. W. CapeJ, te Utrecht verlengd tot 16 Sept. 1912, de detaclieorin'g bij het leger 'luier te lande va» den eerste-1 ui tenant der infanterie van het leger in Ned.-IndoM J. E. Boe, thans leerling aan de Hoogere Krijgs school. Dankbetuiging van H. IW. du Koningin on Prins Hendrik. In de Staatscourant van. gisteren avond komt de volgende bekendmaking voor: „Hare Majesteit heeft mij opgedragen om door middel van de Nederlandsche Staats courant den hartelijken dank te betuigen van Hare Majesteit en Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden, Her tog van Mecklenburg, voor de tallooze ge- lukwensohen welke Hoogstdiezelve mocht ontvangen uit het Vaderland zoowel als uit overzeesche bezittingen en uit het buiten land bij gelegenheid van de voorspoedige geboorte van Hoogstderzelver dochter, 's Gravenhage, 10 Juni 1909. Do Directeur van het Kabinet der Koningin, P. J. VEGELIN. aMen meldt ons uit 's Gravénhage Naar wij uit goede b 1*011 vernemen zal de lijfarts van II. M. de Koningin, dr. Roes- singh, zich in verbinding stellen met den speciaal voor kinderziekten practiseerenden geneesheer-directeur van het kinderzieken huis te Utrecht, dr. Haversclimidit, om in overleg met dezen geneesheer de belangen te behartigen van de gezondheid van de jonggeboren Prinses Juliana, welke gezond heid in alle opziohten reden tot tevreden heid blijft geven. H. M. de Koningin on Z. K. H. de Prins ontvingen gisterenmiddag na audiën tie te hebben verleend aan de leden der Tweede Kamer, in gehoor de luitenant-gene raals Kool en van Ermel Scherer, die als vertegenwoordigers van de landmacht de ge- lukwenschen van het leger aanboden mot de geboorte van Prinses Juliana. Ten 2\ uur verleende H. M. gehoor aan rar. Potijn, Commissaris der Koningin in Zuid-Holland en Baron Sweerts de Landas, burgemeester der residentie als vertegen woordigende resp. het provinciaal- en het gemeentebestuur, beiden bij deze gelegen heid in ambtscostuum. Met do ontvangst ten 5 uur van de leden van den Hoogen Raad, die ditmaal geen gala-gewaad, doch den toga van hun rech- torlijk ambt droegen, eindigden de audiën- tiën ten Ilove naar aanleiding van de blijde gebeurtenis gehouden. Z. K. H. de Prins wordt op Het Loo vergezeld door zijn adjudant kapitein jhr. Van Suohtelen van de Haare. H M. de Koningin-Moeder heeft Woensdagavond een bezoek afgelegd bij H. K. H. de Prinses-weduwe van Wied, Prinses Marie der Nederlanden, in liet Grand Hotel. H. M. de Koningin-Moeder kwam gisterennamiddag ten 5 uur 39 aan het Cen- traal-Station te Amsterdam met den trein uit Den Haag aan. H. M, begaf zich, geze ten in het rijtuig van den burgemeester, onmiddellijk naar den Stadsschouwburg ter bijwoning van de voorstelling van „Gotter- damraerung" door de Wagner-vereeniging. Te 11 uur 45 vertrok H. M. weder naar de Residentie met den gewonen trein tot Haarlem en vandaar per extra-trein. H. M. de Koningin-Moeder wordt op Haar verblijf te Arolsen vergezeld cloor baronesse Van Ittersum, Hofdame en graaf van Limburg Stirum, kamerheer. H. M. zal, zooals reeds vroeger vermeld, den 17en Juni op de terugreis Roermond bezoeken, alwaar H. M. vergezeld zal wor den door mevr. de Beaufort, grootmeeste- ressebaronesse van Ittersum, Hofdame, jhr. Van Tets en Graaf van Limburg Sti rum, kamerheeren. Te Roermond zal H. M. een bezoek bren gen aan de Munsterkerk, aan de Roomsch- katholieke gestichten, het Protestantsche ziekenhuis en aan de groote landbouwten toonstelling. H. K. H. Vorstin-Weduwe van Wied, geb. Prinses Marie der Nederlanden, bracht gister een afscheidsbezoek aan de Koningin voor het vertrek naar het Loo en blijft bij H. M. dineeren. De Russische gezant bij ons Hof, graaf Pahlen, heeft gisterenochtend de resi dentie voor eenigen tijd met buitenlandsch verlof verlaten. Men schrijft ons uit 's Graven,hage De heer B. de Vries, consul van Turkije, vierde gisteren onzer zeer talrijke blijken van belangstelling zijn 60-jarig jubileum bij de journalistiek, in wier dienst hij reeds op zeer jeugdigen leeftijd trad. Uit binnen- en buitenland gewerden den nestor der Haagsche dagbladschrijvers sym pathie-bewijzen in den vorm van fraaie bloemstukken, telegrammen en brieven van gelukwensching. Onder de bloemstukken trok vooral de aandacht een bloemgeschenk van de Haagsche Journalisten-vereeniging. Zeer velen kwamen den 71-jarigen jubi laris des middags ten zijnen huize aan den Nieuwen Uitleg gelukwenscihen, o. a. eenige vertegenwoordigers van vreemde mogendhe den. Onder de telegrammen waren er die afgezonden waren döor vertegenwoordigers ter jongste, alhier gehouden Vredesconfe rentie. De jubilaris zat des middags aan een gezellig diner in het Hotel Central aan. Kamerverkiezingen. Brief aan een candid aat. De N. C. vermeldt het volgende schrijven, dat door een der candidaten voor het lidL maatsehap der Tweede Kamer gisteren van een hem volkomen onbekend persoon werd ontvangen 's Gravenhage, 10 Juni 1909. Welod. gestr. Heer. Aanleiding van mijn schrijven is dezen, van mijn gezellen vernomen heb bende dat hij voor zijn stem uittebren- gen op een bedoeld persoon, daarvoor een toelage ontvangen heeft. Naar hier bovengenoemd ben ik in de gelegenheid en ook thans bereid mijn stem op U uittebrengen. Het aldus aan U overla tende en morgen voor negen uur eenig antwoord van U verwachtende, Hooglachtend, (volgt ondierteekening en adres.) Verkiezingsreclame. Het gewone middag-publiek in de Leidsche straat te Amsterdam. Daar bij de brug over de Prinsengracht ontdekt zoo n all es-ziende slagersjongen iets merkwaardigs beneden in het water. Hij springt in vollen ren van zijn wiel •en trekt het op het trottoir. Een platboömt schuitje ligt stil. De man nen op het schuitje hebben den vaarstok neergelegd en beginnen beiden met ijver te dreggen. Meer is er voor rechtgeaarde Amsterdam mers niet noodig. Dadelijk voegt zich een collega bij den ontwerper van alle Arnster- damsche opstootjes. ,,Wat doen dlie?" „Ze drogge.'' „Ja, dat zien ik. Maar waarnaar?" „Weet niet, zeker een verdronke." De toeloop van kijkers wordt grooter. Een burgerjuffrouw achter de jongens heeft hun gesprek half gehoord „Wat zeggie, jonge, een verdronken? Heere, heere, je hoort toch wat tegenwoor dig. Kaik", gaat ze voider, „ze vissche maai* als aan de wallekant. Zeker derin ge- sprooxge! Nou, ik ga maar deur, 'k heb geen tijd en ik sou 't ook veel te griezelig vinden als ze der een ophaalde." De juffrouw gaat weg, telkens omkij kend de griezeligheid trekt haar toch aan. De brug en. de beide zijden van de gracht staan intusschen vol menschen. Ieder gist naar wat er 'gedregd wordt. IJselijke verha len van „Meissies waai* ze in geen dagen van gehoord hebben" doen de 1*0tide. Een oud heertje van het soort pensioen- hebben dringt zich naar voren, b'lijde om dte afleiding. „Wat is er te doen? „Och, niks m'nheer, ze dregge." - „Dan moet er toch wat ingevallen zijni." „Misschien 'n portemonnee", spot een metselaar. „Hei daar!" roept een andere grappen maker, „als je wat ophaalt same deelen, hoor!" De mannen dreggen rustig door. Eindelijk, juist als er met het mismoe dige, onverstoorbare dat onze dienders ken merkt, een agent nadert, om te zien of zijn bemoeiing hier noodig is, leggen de man nen op de schuit hun dreggen neer, nemen ieder een paal op d;ie daar schijnbaar doel loos ligt^enzetten een bord recht, waar op met groote letters staat Kiest Mr. W. H. DE BEAUFORT, aftredend lid. Een hartelijk gelach beloont de mannen voor hun verkiezings-komediotje. Dan varen de schippers rustig onder de brug door, laten hun bord weer zakken en voeren bij een volgende brug hetzelfde stuk je op. Het volk verspreidt zich grimiekend. Alleen het oude heertje is boos, hij had zich te sterk geïnteresseerd. De metselaar komt hem op zij. „Weet u waarnaar ze vischten, meneer?" Flauwe grap", moppert de aangespro kene. „Wel meneer, ze vissehen naai* stem men. Hbfld. De ontvangers-quaestie te Dokkam. De „St.-Ct." no. 134 be vat. een K. B. van 28 Mei (St.-BI. no. 129), tot vernietiging van het besluit van den Raad der gemeente Dockum van 17 Oct. 1908, waarbij W. Eisjna werd ontslagen als ontvanger dier gemeente, en van het besluit van Gedep, Staten van Friesland, waarbij dat ontslag is goedgekeurd. De vernietiging is gegrond op de over weging, dat, waar blijkens ingesteld onder zoek slechts slordigheid ten gevolge van hoogen leeftijd, geenszins oneerlijkheid den ontvanger kan worden ten laste gelegd, er geen voldoende termen bestonden om aan het ontslag het praedicaat „eervol" te ont houden- en aldus, afgezien van de blaam, welke op een ontslagene zonder het praedi caat „eervol" wordt geworpen, bovendien verkregen, pensioensaanspralken aan te tas ten. Het niet-eervol ontslag was mitsdien in strijd met het algemeen belang. De Raad' van Dokkum nam een motie, aan, waarin dit besluit en de wijze, waarop ten opzichte van de gemeente is gehandeld, ten zeerste werden betreurd. Wageningen, 9 Juni. De raad be sloot heden een tijdelijke geldleening aan te gaan, groot f 55,325, tegen ten hoogste 4^ en f 15,000 kasgeld op te nemen tegen den zelfden koers. In behandeling kwam het rapport der commissie benoemd in de vergadering van 22 April op voorstel van den heer Van Lonk- huijzen, en wel naar aanleiding der beschul diging van hetzelfde lid, dat de heer Cd. Bergacker, otidste wethouder, art. 24 der gemeentewet zou hebben overtreden. De zaak is deze, dat in 1908 de apothekers firma Bergenker en Renlceii medicijnen leverde aan 't Burg. Armbestuur en dat volgens den heer v. L. de heer Bergacker nog lid dier firma is. Verschillende aanwijzingen werden hiervoor gegeven, o.a. dat de heer B. be drijfsbelasting betaalt. In het rapport der commissie (de heeren dr. Niemeijer, mr. De Ridder en Van Lonk- huijzen) wordt gezegd, dat de heer B. over de feiten is gehoord en ze, naar het oordeel der meerderheid, voldoende heeft opgehel derd, zoodat een onderzoek of de heer B. art. 24 G. W. heeft overtreden niet noodig is. In de nu volgende discussie kwam uit dat de heer B. de leden Niermeijer en De Ridder inzage had gegeven van sLukken, die uitwe zen, dat hij met de apotheek in geen enkele relatie stond; maar dat die stukken den heer v. L. onthouden waren, waartegen deze pro- testeei-de. Het eind der besprekingen was, dat de conclusie van het rapport werd aangevuld met de verklaring der meerderheid, dat het onderzoek heeft aangetoond dat de lieer B. in geen enkele financieele betrekking, staat met de apotheek dei* firma Bergacker en Ronken Deze conclusie werd aangenomen met 5 stemmen, 2 tegen en 3 onthoudingen. De heer Bergacher woonde de behandeling der zaak niet bij. De lieer Lonkhuijzen heeft ver klaard zich tot Gedeputeerde Staten te zul len wenden. rIngevolge mededeeling van den minis ter van 'koloniën, wordt voor de aanvulling van het Indische leger 111 de jaren 1909 en 1910 uit Nederland de uitzending gewenscht van onderscheidenlijk 2790 en 1546 man. De verdeeling van die militairen over de verschillende wapens zal zoo mogelijk ge schieden als volgt in 1909 497 artilleristen, waaronder 15 sergeanten (of korporaals) en 20 korporaals des vesting artillerie, 56 geniesoldaten, 75 cavaleristen en overigens infanterie. In 1910: 188 artilleristen, waaronder 12 sergeanten (of korporaals) en 17 korporaals der bereden artillerie en 13 sergeanten (of korporaals) en 24 korporaals der vesting artillerie, 40 geniesoldaten, 87 cavaleristen en overigens infanterie. Men verneemt, dat de heer H. van Goudoever tegen 1 Januari a.s. ontslag zal aanvragen uit zijne betrekking "van direc teur der Nederl. Staatsloterij. e r k 1 0 o z e 11-c omité te Am sterdam. Naar het Hbld. verneemt, heeft het Comité uit de Amsterdamsohe Burgerij, waarvan dr. N. M. Josephus Jitta voorzitter en de heer J. H. Sdheltema pen ningmeester was, van het batig sad'lo, dat werd overgehouden, f 5000, als volgt ver deeld Aan de Emigratievereeniging f 2500, aan het Gemeentelijk Fonds voor Werkloos heidsverzekering f 1000, aan „Liefdadigheid1 naar Vermogen" en aan de Arbeidsbeurs ieder een bedrag van f 750. Werkloosheid te Amster dam. De commissie voor de werkloozen 1908/9 besloot, behalve de reeds vermelde bedragen, nog f 1000 af te dragen aan het fonds ter bevordering van de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkloos heid, ten einde dit fonds in staat te stellen, zoo noodig, op ruimer schaal aan zijn be stemming te voldoen. Het stakingsrecht er kend. De sigarenfabrikanten de Graaff te Groningen eischten een weekloon schadever goeding van elf hunner werklieden, die het werk hadden neergelegd, zonder inachtne ming van den bij contract overeengekomen opzeggingstermijn. De kantonrechter heeft den eisch niet ontvankelijk verklaard en hen veroordeeld in de kosten van het geding, uit overweging dat de werklieden het werk hebben onderbroken niet met de bedoeling om de dienstbetrekking te doen eindigen, maar om hooger loon te verkrijgen. Een seusatiewekkeni.de zaak, Voor de Haagsche rechtbank is be handeld de aanklacht wegens beleediging en mishandeling van den heer O. M. (in de bekende geschiedenis Müller-Hirschman) door jhr. J. F. B. v. cl. B. Deze erkende den heer Müller (lid van het Philharm. Orkest) in zijn huis gelokt te hebben onder bet voorwendsel muzieklessen te willen nemen (hetgeen de president „een gemeene streek" noemde). Bekl. wilde vrijwillig de partij voor mej. Hirschman op zich genomen, om dat hij voor waar aanneemt al hetgeen zij omtrent den heer M, heeft verteld. Toen deze bij hem in huis was, had hij een gela den revolver op zijn lessenaar liggen, maai' niet met een bepaald doel. Toen M. erkende mej. H. mishandeld te hebben, gaf bekl. hem een duw of slag. Voorts erkende bekl. in „Het Vad." van 14 Sept. 1907 een stuk te hebben doen plaatsen, dat gequalificeerd wordt als de strekking te hebben de eer en den goeden naam van den heer M. aan te randen. Dat artikel strekte tot tegenweer op tot hem gerichte aanvallen. Bekl.'s oppasser verklaarde, dat de toege brachte klap een zoodanige was als waar voor hij er 25 voor een kwartje aanneemt en dat zijn meester steeds een geladen pistool in huis heeft, hetgeen bekl. ook nog bevestigde. Een ander getuige deed 't voor komen alsof de lieer v. d. B. op tegenweer bedacht was, omdat M. hem te lijf scheen te willen. Een ander getuige, politieagent, op ver zoek van bekl. in diens woning verscholen, erkende ook dat v. d. B. aan bekl. een klap had gegeven, 'hetgeen volgens bekl. alleen uit verontwaardiging geschiedde op de er kentenis van M. dat hij mej. H. had ge slagen Get. O. Muller verklaarde, dat hij ten huize van den heer v. d. B. ontboden om over muzieklessen te spreken, ontvangen werd met de vriendelijke mededeeling, „dat hij de grootste schurk van de wereld was". Dadelijk werd hem een revolver voorgehou den. Er waren vier mannen in de kamer van den heer v. d. B„ die de deur afsloot en den sleutel in den zak stak. (Bekl. her innert zich dat niet). „Wij zu: 11 de zaak maar eens op zijn Amerikaansch afdoen", had de beer v. d. B. tot hem gezegd. „Jij komt hier niet weg tenzij je een stuk tee kent dat ik je zal voorlezen". In dat stuk stond dat get. zich ongepast gedragen zou hebben tegenover juffr. H„ dat hij getracht zou hebben zijn eigen vrouw te vergiftigen; dat een meisje te Scheveningen door zijn schuld zelfmoord zou hebben gepleegd; dat hij het zou toelaten dat juffr. H. in getui- ge's familiekring kwam (om de bewuste hyp nose te breken). Bekl. erkende dat, verklarende met „hui- selijken kring" meer bepaaldelijk de duinen te bedoelen, waar»de heer M. zich gewoon lijk bevond. De heer M. had geweigerd het stuk en een paar soortgelijke te teekenen. „Schiet me dan maar dood", zeide hij, hetgeen bekl. als pure fantasie aanduidde. Toen bekl. zoo zegt. hij pertinent weigerde te teekenen, kreeg hij een hevigen slag in 't gelaat. Per telefoon wilde men ook de familie van M. lokken, waartoe hij zelf aan de telefoon moest gaan, van welke gelegenheid hij ge bruik maakte om politiehulp in te roepen. Bekl. beweerde, dat hij niet gezegd heeft: „wij zullen de zaak op zijn Amerikaansch afdoen", maar alleen: „Je bent hier in het huis van een gentlemanin Amerika zou den ze dat anders doen". Maar de heer M., desgevraagd, verklaarde volstrekt niet den indruk te hebben gekregen in het huis van een gentleman te zijn. Integendeel; den beelen avond is hij met oen revolver in be dwang gehouden. De heer M. deed daarop een omstandig verhaal van hetgeen er tusschen hen en juffr. H. was voorgevallen. De dame had hem sinds 1888 aanhoudend vervolgd met hare liefdesbetuigingen, en 11a den dood ba rer moeder zelfs tot van Berlijn, zijn woon plaats. Op verzoek destijds van de moeder had hij getracht haar te hypnotiseeren om van de vervolgingen af te zijn. Niets baatte. Op advies van den commissaris van politie Sypkens, desgevraagd, had de heer M. in 1902 voldaan aan 't verzoek van dr. Mur- kens om mej. H. te hypnotiseeren. Dit is de eerste maal geschied in de kamer van genoemden dokter en later, op diens aan raden, in de duinen. Mej. H. is nooit in hypnotischen slaap geweest. Zij verzette zich steeds tegen do hypnose en deze heeft, dan ook niet gebaat. Ook daarna heeft de dokter hem verzocht op dezelfde wijze voort te gaan met de voorgeschreven behandeling van zijn patiënt. Get. ontkende beslist mej. H. in de duinen „bont en blauw geslagen te hebben". ;t Kon zijn dat hij, door haar in de duinen of aan het strand lastig geval len, haar een klap heeft gegeven, echter niet ernstig. Op 14 Sept. 1907 heeft de vrouw van M. de juffrouw, die maar niet van haar weg wilde gaan, een klap met een stok gegeven. Geslagen werd echter mej. H. nooit als zij in hypnotischen toestand was. Later erkende hij de juffrouw ook wel eens met -een stok te hebben geslagen en op nader aandringen volgde do bekentenis, dat hij gedurende het tijdperk der hypnotiseering haar in de duinen stokslagen had gegeven. Voorts verklaarde de heer M„ dat hij, op verzoek van de moeder van mej. H. en door dr. Arie de Jong daartoe aangezocht, heeft gehypnoliseerd in de duinen. Zelf had de heer M. laatstgenoemden dokter nooit gezien of gesproken. Van het gaan zitten op de borst der juffrouw is geen sprake; hij heeft haar nooit in slaap gemaakt en de ver wondingen 'op haar lichaam kunnen niet zijn ontstaan door zijn stokslagen. Alles wat hij deed geschiedde op advies van dr. Mur- kens. Nooit heeft hij gezien, dat mej. H. zich gepantserd heeft tegen zijn stokslagen. Er werden alsnog eenige getuigen gehoord die mede hadden waargenomen, dat mej. H. door een persoon, gelijkende op Muller, was in slaap gemaakt of mishandeld. Tegen get. mevr. M. H. Gerritsen, geb. Maritz, had mej. Hirschmann zelfs gezegd, dat zij naar Scheveningen moest gaan om afgeranseld te worden. Get. had nog getracht haar tegen te houden, doch vruchteloos. Get. had ook gezien, dat mej. H. zich met papier gepant serd had. Zoolang get. mej. H. kent, was zij aibso-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 2