S°. 368.
7"* Jaargang.
Maandag 28 Juni 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
:OORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonder.'q Ire nummers- 0.05.
Daze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentidnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
s morgens bjj de Uitgever» in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eciits bq vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tol
het herhaald adverteeren in dit Blad, bq abonnement. Eexe
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
A.an hendie met 1 Juli
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Politiek Overzicht
l>e financieele hervorming in
Duitschland.
Nu de erfenisbelasting, de hoeksteen van
het door den. bondsraad aan den rijksdag
voorgelegde financieele hervormingsplan, is
verworpen en daarmee het bewijs geleverd is,
dat de meerderheid van conservatieven, cen
trum en Polen de financieele hervorming
naar haren zin tot stand wil brengen, gaat de
verdere behandeling van de afzonderlijke be-
lastingontwerpen vlug haren gang. Op één
dag zijn vier wetsontwerpen aangenomen:
de belasting op den overgang van onroerend
goed, de verbooging van het wisselzegel, de
verbooging van het invoerrecht op koffie en
thee en de belasting van de verlichtingstoe-
stellen, allen naar de besluiten van de fi-
nar.cieele commissie. Daarna beeft de rijks
dag zich tot Woensdag rust gegund. Dan
zal de sociaal-democratische interpellatie
over de hooge graanprijzen behandeld wor
den en vervolgens de wetgevende arbeid op
financieel gebied worden voortgezet in het
snelst mogelijke tempo. Voor elk van de
drie groote belastingontwerpen op de con-
sumtie-artikelen bier, tabak en brandewijn
is één dag bestemd. Dan moet de derde
lezing nog plaats hebben, waar men zich met
den Franschen slag door heen wil slaan,
zcodat het einde van het werk omstreek 8
Juli is te verwachten.
Maar inmiddels staat men reeds thans
voor de groote vraag: Wat nu? Met die
vraag houdt de openbare meening in
Duitschland zich druk bezig. Links is men
eenstemmig van oordeel, dat er slechts keus
is tusschen twee mogelijkheden: vorst Bü
low moet aftreden als rijkskanselier en het
veld ruimen voor de nieuwe meerderheid,
die in den rijksdag het blo'k heeft verdron
gen, of hij moet den rijksdag ontbinden en
een beroep doen op de kiezers. Van die twee
mogelijkheden wordt de tweede door alle or
ganen van links aangeprezen. Uit alle vrij-
zir cige bladen, en eveneens uit de natio-
naal-liberale organen en uit de Vorwarts,
het hoofdorgaan van de sociaal-democraten,
klinkt de kreet: ontbinden; men verlangt,
dat vorst Bülow niet, door af te treden, het
land in eene grenzelooze verwarring zal laten
blijven, maar den strijd over de financieele
hervorming door het land zal laten beslis
sen. Ook in de organen van de middenpar
tijen wordt erkend, dat dit de eenige uitweg
is. Daartegen verkondigen de Kreuz-Zeitung
en de Deutsche Tageszeitung, de beide or
ganen die de leiding hebben gehad in den
strijd tegen de regeering, dat de financieele
hervorming zeer goed nog met Bülow ten
einde kan worden gebracht, en zij richten
tot alle burgerlijke partijen de uitnoodiging
daartoe mede te werken. Het groote belet
sel, de erfenisbelasting, is nu gevallen, zegt
de Kreuz-Zeitung, en alle vaderlanders zul
len den wensch en de hoop deelen, dat thans
de financieele hervorming tot stand komt.
Ook de Deutsche Tageszeitung zegt, dat
de weg nu geëffend is voor zakelijken ar
beid. Bülow heeft voor de erfenisbelasting
gedaan wat in zijn vermogen was. Nu mag
men vertrouwen op zijn zin voor reëele poli
tiek en dat hij de zakelijke noodzakelijkheid
en den vaderlandslieven den plicht erkent om
met de meerderheid de financieele hervor
ming tot stand te brengen en zich daardoor
den dank der natie te verzekeren."
Wat zal de regeering doen? Dat is nog
onzeker, maar men zal wel spoedig vei-
nemen, welke gedragslijn zij heeft gekozen.
Verleden Zaterdag heeft de rijkskanselier
met den Keizer te Kiel het gesprek gevoerd,
waarin het richtsnoer is vastgesteld voor de
verdere ontwikkeling van de zaken. Uit het
officieuse bericht over deze audiëntie, dat
onder de telegrammen is opgenomen, blijkt,
dat vorst Bülow zijn ontslag heeft aange
boden, maar dat de Keizer in het stadium,
waarin de zaak zich nu bevindt, geen termen
heeft gevonden om hem te laten gaan. Voor
dat hij zich naar Kiel op weg begaf, heeft
vorst Bülow aan 't bestuur van de conserva
tieve partij laten mededeelen, welke voort
brengselen van de conservatief-clericale wet-
tenmakerij volstrekt onaannemelijk zijn.
Namens den rijkskanselier werd schriftelijk
verklaard, dat de „Kotierungssteuer", de
belasting op den omzet van molens en het
uitvoerrecht op steenkolen onaannemelijk
zijn, voorts dat er onoverkomelijke beden
kingen bestaan tegen de belasting op par
fumerieën, terwijl wat de belasting op de
waardevermeerdering van onroerende goe
deren betreft, verwezen werd naar de laatste
verklaringen van staatssecretaris von Sydow.
Wat met dezen stap is bedoeld, woixlt in
eene officieuse correspondentie van de Köln.
Ztg. uit Berlijn aldus toegelicht:
„De beteekenis van dezen stap, die als
een ongewone kan worden aangeduid, zal
men eerst dan kunnen onderkennen, wan
neer men zal weten wat in Kiel is gebeurd
en besloten. Zuiver zakelijk dekt zich de
mededeeling aan de conservatieven geheel
met datgene wat de rijkskanselier en de ver
tegenwoordigers van de rijksregeering her
haaldelijk in den rijksdag hebben verklaard,
en het spreekt eigenlijk van zelf, dat van
deze verklaringen niet kan worden afgewe
ken. Wanneer nu echter de mededeeling be
paald aan de conservatieve partij gericht is,
dan kan eene bijzondere overweging daartoe
aanleiding gegeven hebben. Terwijl de hee-
ren van het zwarte blok den liberalen steeds
het verwijt doen, dat zij de invoering van
eene parlementaire regeering op het oog
hebben, trachten zij zelf haar in den aller-
scherpsten vorm op te richten. Het is het
recht van eene politieke partij, wetsontwer
pen van de regeering te verwerpen of te ver
anderen. Maar het strijdt met elke parle
mentaire gewoonte tot dusver in Duitech-j
land, dat groote partijen de regeering daar
door uit de wetgeving als 't ware uitscha
kelen, dat zij een geheel nieuwen grondslag
voor de beraadslagingen maken en het resul
taat van deze, terloops gezegd lichtvaardig
en slecht voorbereide overleggingen aan de
regeeringen willen opdringen met de uiter
ste middelen van parlementairen dwang.
Deze parlementaire dwang, deze „heerschap
pij van het parlement" drukt zich nog scher
per uit in het plan van het zwarte blok om
de gezamenlijke financieele wetten onder
eene „mantelwet" te brengen, die aan de
regeering voor het heden en voor de toe
komst de mogelijkheid van de vrije beweging
en van het initiatief zal ontnemen. Het kan
als zeker beschouwd worden, dat rijkskanse
lier en bondsraad niet van zins zijn zulk
eene „mantelwet" aan te nemen, evenmin
als de door den rijkskanselier in zijne mede
deeling genoemde wetsontwerpen, die geza
menlijk niets anders zijn dan het verlangen
van het zwarte blok, eene op den wil van
de partijleiders steunende heerschappij van
het parlement in te voeren. Dit zoo ken
schetsende streven moet het geweest zijn,
dat den rijkskanselier aanleiding gegeven
heeft tot zijne mededeeling. Met dit streven
rekening te houden en het te erkennen,
daartoe bestaat in gezaghebbende kringen
niet bet voornemen".
Duitschland.
K i e 1, 2 6 J u n i. De Keizer ontving
heden voormiddag den rijkskanselier en den
chef van het civiele kabinet Valentini. Om
2.55 reisden beiden terng.
Be r 1 ij n, 2 6 J u n i. In de audiëntie,
die vorst Bülow heden bij den Keizer had.
over den staatkundigen toestand, heeft hij'
dezen verzocht om onmiddellijk onitsiag.
De Keizer weigerde echter op het tegen
woordige tijdstip den wenvsch van Bülow,
te vervullen en wees er op, dat volgens de
eenparige overtuiging der verbonden regee
ringen het spoedig tot standkomen Van de
financieele hervorming, zoowei voor de bin
nen lands che welvaart als voor de positüe
van het Rijk tegenover het buitenland eene
levensvraag is. Onder die omstandigheden,
kon hij niet eerder in. overweging nemen
of de wensch van den rijkskanselier zou
worden vervuld, dan als de arbeid voor de
hervorming vau de financiën des Rijks een
positief en voor de verbonden regeermgen
aannemelijk resultaat zou hebben opgelet
verd.
Blijkens de officieele opgave van den
uitslag van de stemming in dón. rijksdag
over de erfenisbelasting, telt de rijksdiag
394 Ie diener zijn drie vacatures ten! ge
volge van overlijden. Elf leden waren af
wezig, terwijl twee tegelijk met ja en met
neen gesteand hebben hunne stem was dus
ongeldig. Onder die afwezigen was de voor
zitter vair den rijksdag, graaf Stolberg. Zes
conservatieven hebben voor gestemd, drie
leden van de rijkspartij tegen.
De Nordld. Allg. Zeitung schrijft naar
aanleiding van deze beslissing, dat do
meerderheid van den rijksdag daardbor de
politieke groepeerimg van de partijen uit
een heeft doen spatten', die sedert do ver
kiezingen van Januari 1907 bestonld' en
voor het afdoen van do rijkszaken zeer
nuttig en vol succes was gebleken. „Zij
heeft door dit doen uitoem vallen niet alleen
het toen verkregen' succes van het eensge
zinde optreden, der burgerlijke partijen te
genover de sociaal-democratie illusoir ge
maakt, maar zij heeft ook hot groote werk
Van de hervorming der rijksfinanciën na
lange en moeieLijke onderhandelingiein kort
voordat het zou worden beëindigd, op losse
schroeven gesteld'. De regeerimg moet van
de nieuwe meerderheid het bewijs verwiach
ten, dat zij na de verwerping van de erfe
nisbelasting iaii staat is heatVormingsvoor-
s tellen te bieden, die met de begin sol en
der rechtvaardigheid vereendgbaar zijn on
niet aan de bronnen der welvaart van het'
Land raken.
„De meerderheid Van dem rijksdiag zal'
daarbij niet in twijfel mogen verkeereri,
dat do verbondon regeeringen nooit belas
tingen kunnen en zullen aanniemem, die
inzonderheid industrie en handel in hun'
levenszenuw treffen. De verbondoni regee
ringen zullen veeleer van elk der belasting
voorstellen. op zich zelf nagaan of het zake
lijk gerechtvaardigd is en zullen, als eene
poging mocht worden beproefd hun dloor
een .Mantelgesetz" of in andoren vorm
belastangen- op te dringen, die zij Voor om-
aannemelijk hebben verklaard, liever het
geheel© hervormingswerk afwijzen', dan dat
zij hnnne toestemming zouden geven tot
voorstellen, die aan de Duiteche samenle
ving duurzaam nadeel moeten brengen1."
Frankrijk.
In zijne rede bij bet interpellatie-debat
over de algemeene politiek vroeg Jaurès of
het waar was, dat de regeering plan had
gehad nog 2000 postbeambten te straffen,
boven en behalve die welke reeds wegens
hunne deelneming aan de staHng zijn ont
slagen. „Wij hebben besloten dat niet te
doen", zeide de minister-president Clemen-
oeau. „Gij hebt het dus overwogen", was
het antwoord van den socialistisch en spre
ker. Onderstaats-secretaris Simyan wilde op
staan om nadere inlichtingen te geven, maar
een ander lid van de regeering dwong hem
weer *e gaan zitten.
P a r ij s, 2 7 Juni. In eene rede ter
herinnering aan den slag van Solferino zeide
de minister van oorlog, dat de gedenkwaar
dige dagen van dezen veldtocht tussclïen de
beide latijnsche volken eene-onverbrekelijke
wapenbroederschap hebben gesmeed. De toe
komst zal Frankrijk en Italië niet meer
scheiden, die onverbrekelijk verbondon zijn
door 1 et gemeenschappelijk erfdeel van den
heldenmoed.
Issy, 26 Juni. Blériot deed hedón
avond met zdjm monoplan een prachtige
luchtreis van 37 minuten.
Marseille, 26 Juni. Er is door
tusschenkomsfc van den minister van marine
een overeenkomst getroffen tusschen de
„inscrits maritimes" en de reeders, waar
door de staking geëindigd is.
Morgen zal de arbeid hervat worden.
De vereeniging van reeders te Marseille
heeft zich bereid verklaard hare geschillen
met het scheepsvolk, te ond'erwerpen aan de
uitspraak van minister Picard al3 scheids
rechter, maar zij heeft daarbij tevens dien
wensch uitgesproken, dat 's ministers beslis
sing haar zou beschermen tegen verdere, on
gerechtvaardigde eischen en bedreigingen der
inscrits maritimes.
Engeland.
Eenigszins verrassend komt het berioht
van eene verandering, die gekomen is in de
samenstelling van het kabinet. Lord F-itz-
miaurice is afgetreden als kanselier van heb
hertogdom Lancaster en in zijne plaats is
benoemd de heer Herbert Samuel, thans
vice-minister in het Home Office. Heb kan-
seliersohap van het hertogdom Lancaster
verschaft op zich zelf weinig werk, maar het
aanzien van het ambt is groot en verschaft
den bezitter den rang van kabinetsminister
de nieuwe titularis, die aan zijn eigenlijk
ambt zeer weinig tijd behoeft te besteden,
zal des te meer tijd kunnen wijden aan de
verdediging van de algemeene politiek van
de regeering en daarin den eersten minister
Asquith en den kanselier der schatkist Lloyd
George tot steun kunnen dienen. Hij komt
op betrekkelijk jeugdigen leeftijd, 39 jaar,
tot dit hooge ambt en is de eerste Jood,
die iden rang krijgt van kabinetsminister.
Ah reden voor het aftreden van lord Fitz-
maurice wordt opgegeven, dat zijne gezond
heid hem niet toelaat verder een regeeringa-
ambt te bekleoden. Hij is de jongere broeder
van den markies van Lansdowne, den leider
van de unionisten in het hoogerhuis; dit,
gevoegd bij tie omstandigheid dat. men tot
dusver nooit van ziekte bij hem had gehoord,
maakt, dat die mededeeling eenigszins skep-
tisoh wordt opgenomen. Intusschen deed ook
hij nog wat meer dan zijn eigenlijk ambt
waarnemenhij was het likl van de rege
ring, die het departement van buitenland-
sohe zaken in het hoogerhuis vertegenwoor
digde. Daarin zal nu nog moeten wordeu
voorzien.
Denemarken.
Kopenhagen, 26 Juni. Het con
gres van de Association internationale litté
raire et artietique is heden gesloten. Het
volgende congres wordt in 1910 in Athene
gehouden.
Zweden.
Stockholm, 26 Juni. De Koning
en de Koningin voeren met den minister
van buitenlandsche zaken Taube do Stan-
dart, die den Czaar, de Czarina cn den Rus-
sischen minister van buitenlandsche zaken
aan boord had, te gemoet.
Op de Standart had oen hartelijke begroe
ting plaats.
Do Standart en de begeleidende schepon
voeren daarop door naar Stockholm, waar
de vorstelijke personen zich aan wal begaven
en. gevolgd door eene eere-escorte, naar het
paleis reden. Hier ontving d© Koningin-
moeder Sophia den Czaar en de Czarina.
De Czaar droeg Zweedsche en de Koning
Russische mai*ine-uniform.
Des avonds had in het slot, ter eer© van
de Russisch© gasten, een feestmaal plaats
van 350 couverts, waarbij de Koning en de
Czaar zeer hartelijke dronken wisselden en-
de hoop uitdrukten, dat de uitmuntend© be
trekkingen tusschen de beide landen zicli
etc-eds meer zouden bevestigen. Na het diner
begaf het Russische Keizei'paar zich tei*ug
aan boord van de Standart.
2 7 Juni. Om 1 uur heden namiddag
had aan boord van de Standart een déjeu-
mer plaats, waartoe de Koning en de Ko
ningin van Zweden en de leden van de ko
ninklijke marine genoodigd waren. Om 4.25
lichtten d© Standart en de schepen van de
Russische en de Zweedsche marine, die tot
geleide strekten, het anker. De Standart
voer naar het slot Tullgarnde Koning
en de Koningin van Zweden begaven zich
per automobiel daarheen.
D© Czaar schonk bij zijn vertrek 10,000
kronen voor de armen van Stockholm.
Stockholm, 27 Juni. De ©lief
van de kust artillerie, generaai-m'ajoor
Beekman, is omstreeks middernacht m den
midden in de stad golegen Keningstuin
dooi- een. revolverrechot iuu den rug gedood.
In zijn gezelschap bevonden zich verschei
dene hooge officieren. Die dader, een
Zweedsche werkman, schoot zich terstond
dood
Noorwegen.
Drontheim, 27 Juni. Wellmann's
oxpeditiestoomboot Arotic is van Danckö
teruggekeerd met het boricht, dat de ballon
hal n weggewaaid. Wollmann, die op hot
punt stond uit Tromsö te vertrekken, is om
gekeerd Het is daardoor aan twijfel onder
hevig of do tocht naar de Noordpool dit
jaar ral plaats hebben.
Naar htt Fransch van Edmond Ltpellefier.
25 m DO»B
J. L. VAN DER MOER.
Jonas die, zooals men heeft kunnen zien,
de menschen aardig bij den neus wist te ne
men hief het hoofd krijgshaftig omhoog en
begaf zich, ofschoon kreupel, toch met flin-
ken pas naar den toren, waar hij zijn ver
blijf had. En terwijl hij de steile trap be
klom, mompelde hij in stilte: „Als de graaf
Van Rijsoor en z'n vrinden nu van avond
maar niet worden lastig gevallen... Er was
meer beweging van gewoonlijk onder de
Spaansche troepen, en ik heb 'n massa volk
't paleis van Alva zien binnengaan."
De geur van een heerlijke soep stemde
hem vroolijk, toen hij zijn woonkamer bin
nentrad.
„Waar kom je zoo laat- van daan?" vroeg
zijn vrouw, blijkbaar 'n 'beetje uit haar hu
meur. ,,'fc Eten is haast bederven."
„Kom, kom, ik heb trek," sprak hij op
gewekt, terwijl hij aan de lompe, vurenhou
ten tafel plaats nam.
Hij had nog niet gegeten, waarmee hij deq
commandant dér patrouille ook al bedót had.
Hij scheen er innerlijk pleizier van te heb
ben, terwijl hij de heerlijke, dikke soep met
zijn lepel omroerde.
„Moet jij niet eten, Seraphine?"
„Nee. Jij gaat me tegenwoordig te veel
uit... vandaag of morgen breng je ons nog
in ongelegenheid. Als 'k tenminste maar wist
waar je zat... maar mij wordt niets gezegd...
Praat *k soms te veel? Al de mannen zijn
eigenlijke gemeen© kerels," bromde do
vrouw, terwijl zij heen en weer Mep en stoe
len en banken op zijde schoof, als om haar
eeuwigdurende lichtgeraaktheid zelfs tegen
de meubels te uiten.
Met de handen op de heupen bleef zij
eensklaps in een uitdagende houding staan.
Zij werd nog meer geprikkeld door het zwij
gen van haar echtgenoot, die een varkens
kluifje uit de pan met lekkere kool had ge
nomen en dat met graagte verorberde.
„Je doet verkeerd, niet naar m© te luiste
ren, Jonas. In plaats van langs de straat
te slenterenzou je beter doen voor je klok
ken te zorgen 1"
„O, die zorgen dienen tot niets meer, de
klokken zijn dood," antwoordde Jonas treu
rig, „de Spanjolen hebben ze dood' go-
maakt."
„Zwijg toch... je zult op 't laatst nog met
je eigen 'klokketouwen worden opgehangen."
„M'n touwen? Over 'n poosje heb 'k er
geen meer. Ze hebben me er al drie afgeno
men."
„Wie dan?"
„De beul... hij kreeg gebrek... hij heeft
van den winter zooveel werk gehad 1"
De vrouw beefde.
„Wordt je daar dan niet bang voor?" vroeg
zij zachtjes. „Van de twee, die er nog over
zijn, kunnen ze er altijd! nog een voor jou
gebruiken."
„Ik ben niet bang voor den dood," ant
woordde Jonas trotsch. „Van 't leven zal 'k
niets betreuren, niets... dan m'n klokken!"
'Bewogen, zweeg hij even. Dan ging hij
ontroerd voort, als sprak hij vertrouwelijk
ea eerbiedig over teerbeminde maitressen
„Ik hechtte aan 't leven, toen z ij luid
den voor m'n laaid, toen z ij 't welluidende,
triomfantelijke sein gaven voor de Vlaam-
schc feesten en vermakelijkheden. Maar te
genwoordig? Er is niemand meer die zich
vermaakt, de stad is somber als 'n kerkhof,
on z ij luiden niet meer, bij dag en bij
nacht dan alleen voor de door den vreem
deling vermoorde slachtoffers
„En ik zeg, dat 't 'n krankzinnigheid ie,
die over jullie allemaal is gekomen, die op
roerige geest, die verontwaardiging tegen den
hertog van Alva! Kunnon jullie dan niet be
daard thuis leven en behoorlijk eten en
drinken, zonder je in 't hoofd te halen om
de heerschers, <W© God ons gezonden heeft,
't land uit te jagen? Jullie zijt gek en on-
noozel, allemaal
Het eten was gedaan. Jonas nam zwijgend
zijn lantaarn en klom, treurig gestemd naar
boven in den toren.
Daar hingen ze vóór hem, de bronzen
klokken, die vroeger vreugde wekten in alle
harten. Als reusachtige, omgekeerde kelken,
gaven zo in het half-'duister een zwak, ros
sig schijnsel af, maai* iedere kelk was ledig
en de klank was er u'it verdwenen.
Jonas streek met de hand over haar ronde
buiken en hij verheugde zich, toen hij er
eenige siddering ini meende te bespeuren.
Zachtjes begon hij er met de nagels tegen te
tikken, heel zachtjes, uit vrees dat de Span
jaarden anders soms aan eenig signaal zou
den denken.
Ze klonken slechts voor hem, en als be
dwelmd van vreugde luisterde hij met uitge-
strekten hals naar die tonen.
Maar plotseling werd hij uit zijn bedwel
ming wakker geschud. Een schel hoornge
schal weerkaatste tegen de oud© muren van
den wachttoren.
Wat was er gebeurd? Had hij in zijn op
gewondenheid, vervoerd door die beminde
stemmen, te hard tegen zijn bronzen zang-
sters gestooten? Geheel in de war gebracht
en vreezend zoo dadelijk de verwonderde,
kwaadaardige vijanden te zullen zien binnen
stormen, strompelde hij de trap af, naar zijn
woonkamer.
Maar beneden klonk nog immer dat trom
petgeluid, als bij een charge of bij den aan
val op een vesting, en eensklaps verscheen
op den drempel van de wiid openstaande
deur een Spaansche trompetter, die kalm met
blazen voortging.
Hij maakte .een barbaarsch leven in het
lage, nauwe vertrek, waarom Séraphine naar
haai keukentje vluchtte. Jonas zelf trad
verschrikt achteruit.
Intusschen herstelde hij zich eenigszins,
toen hij bemerkte dat althans niet een heel
regiment binnenkwam.
Toen de trompetter eindelijk ophield, gaf
hij hem een in vieren gevouwen papier over.
Het was een biljet van inkwartiering, gel
dig voor den geheelen tijd, dien het garni
zoen in de stad zou verblijven.
„Goed," sprak Jonas, die zijn kalmte her
kregen had. „M'n vrouw zal de bovenkamer
voor u gereed maken.
Jo9é Cortadilla zoo heette de trompet
ter, volgens het biljet struikelde, terwijl
hij naderbij kwam. Hij scheen 'dronken, te
zijn, maar was volstrekt niet spraakzaam.
„Ik zal je maar dadelijk vertellen," zei
hij, zijn snor opdraaiend, „en luister goed,
dat 'k er niet van houd veel te praten. Ont
houd dus, dat als 'k thuis kom, ik dei.
marscli blaas, dien je zooeven gehoord hebt.
Heb 'k honger, dan blaas 'k dit signaal...
En hij gaf eou langen, scherpen stoot op zijn
instrument.
„Heb 'k dorst..."
Er volgden eenige hooge tonen de wa
termarsch.
„Wil 'k slapen..."
Het was een heele serie van signalen. Jo
nas knikte telkens ten teeken van goedkeu
ring, ofschoon hij wel bang was dat het ser
vies, dat in de kast stond te rammelen, zou
breken, en geruimen tijd dacht hij dat hij
van die schelle tonen totaal doof zou worden
Wat Seraphine betreft, deze zat angstig in
een hoekje van d© keuken, en bij elk nieuw
fanfare maakte zij 'n kruis. Toen haar man
binnentrad, sprong zij verschrikt op.
„Wees maar niet bang," sprak hij, ,,'t i-
weer 'n onaangenaamheid meer in ons leven.
Ga 't kamertje boven maar in orde maken."'
Aarzelend trad zij het woonvertrek bin
nen, waar de wenteltrap van den toren door
heen liep.
José Cortadilla knikte, terwijl hij haa*
zag heengaan, en meende op zijn manier
hiermede iets bijzonder galants te doen.
Maar dó eetlust sprak bij hem blijkbaar
sterker dan het gevoel, want hij ging kalm
aan de tafel zitten en at het overschot va',
de ham en de soep op, waaraan dó klok
luider en zijn vrouw zeker nog wel twe© d"
gen genoeg zouden gehad hebben.
„Tarantatara... ta'tarra!"
Wordt vervolgd.