m°. 37©.
7"" JHurgang. -
Woensdag 30 Juni 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonder. \jIre nummers0.05.
Deze Courpnt verschijnt dagelgks, behalve op Zon- en Feest-
dagon.
Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgever» in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling..
Qroote lottors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eente
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
TBR-VISIE-LIGGING OPGAVEN VAN
OAN Dl DATEN.
Do Burgemeester dor gemeente Amersfoort
maakt bekend:
dat dó bij hem ingeleverde opgaven van can-
didaten voor de op heden gehóuden verkiezing,
tor vervulling van zes plaatsen in den Raad der
gemeente Amersfoort, evenals de door hem op
gemaakte proaefesen-verbaal van sluiting der
Candida tenl ijst en ter gemeente-secretarie voor
een- ieder ter inzage liggen
dat afschriften dier stukken aangeplakt en
tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn.
Amersfoort, den 29. Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
])e Unancieele hervorming in
DuUsclilancl.
Vorst Billow's dagen als rijkskanselier
zijn geteld. Dat blijkt uit de mededeelingen,
die van regeeringswege zijn gedaan over de
uitkomst van het onderhoud, dat Keizer en
kanselier verleden Zaferdag hebben gehad
naar aanleiding, van de tot dusver door den
rijksdag over de financioele hervorming ge
nen eri besluiten. Aan duidelijkheid laten
die mededeelingen wel wat te wenschen over
men moet tusschen de regels lezen om te
verstaan wat wordt bedoeld. Het eerste be
richt hield in, dat de Keizer Billow's ver
zoek om dadelijk ontslag had afgewezen en
eerst dan dat verzoek in overweging zou ne
men, wanneer de werkzaamheden ten be
hoeve van de hervorming der rijksfinanciën
een positief en voor de verbonden regeerin
gen aannemelijk resultaat zullen hebben op
geleverd. Dat deze mededeeling te veel on
opgehelderd liet, heeft men in de regeerings-
kringeu zelf begrepen. De Nordd. Allg. Ztg.
heeft daarom een aanvullend bericht ge
bracht, waarin tot toelichting van het ver
zoek, door den Keizer aan Bülow gedaan om
,,zijn ambt nog zoo lang te bekleeden totdat
de rijks financieele hervorming, welker af
doening eene nationale noodzakelijkheid is,
tot stand zal zijn gekomen", wordt gezegd
,,De Keizer heeft zich .daarbij laten leiden
door de overtuiging, dat het allereerst aan
vorst Bülow zal gelukken, het werk onder
afwijzing van de voor het algemeen belang
nadeelige en daarom voor de verbonden re-
goeringen onaannemelijke belastingvoorstel
len ten einde te brengen. Aan heb verzoek
van den Keizer heeft de rijkskanselier zich
niet willen onttrekken. Intusschen is hij
met het oog op de politieke ontwikkeling,
die door de stemming over de erfenisbelas
ting hare uitdrukking heeft gevonden, on
herroepelijk besloten, terstond na het afdoen
van de financieele hervorming zijn ambt ne
der te leggen."
Een medewerker van de Frankf. Ztg., die
een gesprex heeft gevoerd met „iemand, die
het best het tusschen Keizer en kanselder ge
voerde onderhoud kent en de beteekonis, die
men heeft willen leggen in de daarover ge
dane officieuse mededeeling", ontleent daar
aan, dat „Bülow werkelijk enkel op verlan
gen van den Keizer nog zoo lang blijft, tot
dat over de financieele hervorming een voor
de •■•erbonden regeeringen aannemelijk resul
taat is verkregen. Dan echter is zijn aftre
den met volledige instemming van den Kei
zer besloten. Bülow houdt vast aan de" prae-
missen, die hij na rijpe overweging in zijne
rede in den rijksdag van 16 Juni voor zijn
aanblijven in het bewind heeft geformuleerd.
Ten gevolge van de verwerping van de erfe
nisbelasting door de conservatieven is 't hem
- nmogelijk gemaakt do sedert de ontbinding
van <!en rijksdag ingeslagen, politiek voort
te zetten, is de ontwikkeling ingetreden,
waarvan hij den 16en Juni zeide, dat hij
haar met kon, zou en wilde meemaken.
En daaruit maakt hij de toen aangekondigde
gevolgtrekking. Een sterk en levendig ge
voel voor zijn persoonlijk aanzien zegt hem,
dat hij onder deze omstandigheden met eere
niet meer* i t functie kan blijven, iiij wil
zich niet tot den zaakwaar nemer van de
conservatieve partij laten vernederen, die
hem met overleg en bewust eene politieke
en persoonlijke nederlaag heeft toege
bracht. Dat alleen, niet eenige andere be
dreiging of bemoeielijking van zijne stelling
is de reden van zijn aftreden. In het oor
deel over en in deschatting van dit motief
stemt de Keizer geheel met den kanselier
overeen. Bülow bezit het volle vertrouwen
van den Keizer en zal zijn raadsman blijven
tot aan die benoeming van een opvolger,
over wiens persoon voor t oogenblik nog
niets vaststaat. Hij zal beproeven de finan
cieele hervorming in een, hoezeer na het
voorafgegane niet voor hem, maar, voor
zooveel mogelijk, voor de verbonden regee
ringen aannemelijken vorm tot stand te
brengen, maar als iemand, die de bruggen
achter zich heeft afgebroken."
Het staat du vast, dat vorst Bülow heen
gaat. Hij blijft alleen voorloopig, omdat- do
Keizer hem beter dan iemand anders ge
schikt acht om de hervorming van de rijks
financiën, ondoanks het gebeurde, in eene
voor den bondsraad aannemelijken vorm tot
stand te brengen. Waarop die meening van
den Keizer steunt, is niet gemakkelijk te
begrijpen. De door Bülow voorgedragen en
in den rijksdag verdedigde ontwerpen van
bene bezitbelast-ing, als hoeksteen van zijn
financieel hervormingsplan, zijn door den
rijksdag verworpenvan zijne erfenisbelas
ting is bij die tweede lezing in den rijksdag
niets overgebleven, zoodat zij bij eventueele
onderhandelingen over een compromis in de
derde lezing, die nog moet komen, is uit
geschakeld. Hoe het dus komt, dat juist hij
als de man beschouwd wordt, die beter dan
iemand andiers in staat is de zaak nog tot
een bevredigend einde te brengen, is voor
oningewijden moeielijk te vatten. De naaste
toekomst zal ons de oplossing van dit raad
sel moeten brengen. Wordt dit vertrouwen
beschaamd, dan zal men vooi' een nieuw
raadsel komen te staan de vraag wat de
verbonden regeeringen denken te doen, als
het conservatiof-clerioale blok blijft vast
houden aan de belastdngontwerpen, waarvan
do regeering te kennen heeft gegeven, dat
zij voor haar onaannemelijk zijn. Daarom-
trei-t ontbreekt voorshands alle licht.
De reis van den Czaar.
Uit den volledigèn tekst van de op
het feestmaal in het slot te Stockholm
tusschen den Koning van Zweden en
zijn gast, den Russischen Czaar, gewis
selde dronken blijkt, dat Koning Gustaaf
met groote ingenomenheid er van ge
waagde, dat de banden van vriendschap
en verwantschap, die hem en zijn gast ver
eenigen, nu nog vaster geknoopt zijn door
de geboorte van een spruit uit de beide fami-
liën, waarover de Czaar peet zal staan. De
Koning drukte den wensch uit in het bezoek
van zijn gast een bewijs te mogen zien voor
de uitmuntende betrekkingen, die tusschen
de beide naburige volken bestaan, en ver
klaarde, dat het zijn vaste hoop is, dat deze
betrekkingen, die in het laatste jaar plech
tig bezegeld werden, zich steeds meer zul
len bevestigen op den grondslag van weder-
keei-ig vertrouwen, en dat de gemeenschap
pelijke belangen een vasten grondslag krij
gen ten nutte van beide landen.
Het antwoord van den Czaar noemde de
aangename ontvangst, die hem werd bereid,
een nieuw bewijs voor de banden van vriend
schap en verwantschap, die de beide volken
vereenigeu, welk bewijs tevens een waar
borg is voor de goede betrekkingen tusschen
de beide landen, die onlangs door eene
plechtige politieke overeenkomst nader be
vestigd werden en welker verdere bevesti
ging en ontwikkeling hem zeer ter harte
gaat.
Hiermee werd gedoeld op de in het vorige
jaar tot stand gekomen Oostzee-overeen-
komst, die tusschen Duitschland, Rusland,
Zweden en Denemarken is gesloten.
ïullgarn, 2 9 Juni. Het Rus
sische Keizerlijke eskader koos hedenmor
gen zee.
Aan bet Paris-Journal wordt uit Peters
burg bericht, dat het nu tamelijk zeker ie,
dat de Czaar in den loop van den kruis
tocht tot het bezoeken van Europeeoche
hoven, die hij binnen kort zal ondernemen,
ook eene ontmoeting zal hebben met sultan
Mohammed. Wanneer die Czaar dfen sul'an
in Konsiautinopel bezoekt, dan zal dó sul
tan in October van dit jaar naai* Peters
burg komen om hot te beantwoorden.
De onbevredigende toestand van de ge
zondheid der Keizerin verwekt im de hof
kringen ongerustheid. Haar toestand is zoo
danig, dat besloten is, dat zij niet in staat
zal zijn dón Czaar te vergezellen, wanneer
hij in Juli zilch naar Poltawa begeeft om
de feesten ter- viering van den tweehond-erd-
siteai gedenkdag van den veldslag, wtaarin
de Russische wapenen eene beslissende
overwinning behaalden op Koning Karei
XII van Zweden-, bij te wonen. Evenmin
zal zij haren gemaal vergezellen op zijne
reis naar Frankrijk en Engeland en verder
maar dó Midcïellandsche zee, maar zij zal
met hare kinderbal geruiimen tijd vertoeven
in Livadia. Tot verzekering van d'e veilig
heid van den Czaar tijdens zijn bezoek aan
Poltawa, zijn door de geheime politie uitge
breide maatregelen genomeneen aanzien
lijk aantal verdachte personen zijn ün ver
zekerde bewaring genomen of uit het land
verwijderd.
Het uitvoerend comité van de arbeiders
partij in Engeland heeft een manifest tegen
het bezoek van den Czaar uitgevaardigd.
„Wij gelooven, dat het be zeek van den
Czaar door de groote meerderheid van het
Britsche volk als een beleediging wordt op
gezet. Wij wenschen niet ons in de aange
legenheden eener vreemde regeering te men
gen, maar wanneer deze zich slechts kan
handhaven door terechtstellingen, wanneer
zij de beste burgers in ballingschap, wan
neer zij elke vrije uiting door beulen, spion
nen en misdadigers van allerlei slag den
kop indrukt, dan is het een beleediging
voor den goeden naam van ons volk, wan
neer onze Koning uit onzen naam het hoofd
van zulk eene regeering zou ontvangen".
Zoo luidt de aanhef van het manifest,
waarin ten slotte de hoop wordt te kennen
gegeven, dat het land luid en duidelijk het
vonnis 'zal uitspreken over de regeering, die
voor dit bezoek verantwoordelijk is.
De socialistische bond te Rome heeft be
sloten de algemeene staking af te kondigen,
indien de Czaar naar Italië komt.
Duitschland.
Breslau, 29 Juni. De kunsthisto
ricus prof. dr.. Richard Muther is gisteren
avond te Woelfelsgrund aan hartzwakte ge
storven.
België.
Brussel, 29 Juni. In de Kamer
verklaarde de president van den minister
raad op eene desbetreffende vraag dat de
regeering zeer spoedig een ontwerp tot een
militaire reorganisatie hoopt in te dienen
dat in de Kamer in den loop der vol
gende zitting zal behandeld worden.
Frankrijk.
Toen gisteren president Falliëres van de
wedrennen te Lougchamps terug kwam,
werd hij door „camelots du roy" uitgeflo
ten. Dit bekwam den betoogers slecht; zij
werden met parapluies en stokken toegeta
keld, totdat de politie hen in veiligheid
bracht, door lien in verzekerde bewaring te
nemen. De menigte juichte den president
toe.
Steeds komen nieuwe gevallen voor van
sabotage, die op verstoring van de telegra
fische gemeenschap zijn gericht. In één
nacht werden 29 draden van de telegraaf-
en [telefoonlijn ParijsBordeaux doorge
sneden en onderling verward, om het her
stel van de leidingen te bemoeielijken. Uit
de wijze waarop dit was geschied, kon men
opmaken, dat de bedrijvers van deze euvel
daad deskundigen waren.
Engeland.
Loude n-, 29 Juni. De suffragettes
hielden eene betooging buiten het parle-
ffiienitsgebouw, die woester was dan eenige,
welko tot dusiver is ondternomein-. Zij dóden
herhaaldelijk pogingen in het gebouw te
dringen, hetgeen tot woeste tooneelon van
wanordio leidden. 1500 m aai sell appeal der
politie te voet en te paard moesten ingrij
pen. Zij siteeuigdon ook dó vensters van
liet admiraliteitsgebouw.
Om tien uur waren 108 personen
gevangen genomen; drie gewonden werden
naar li-et liospitaal gebracht. Onder de ar
restanten is ook de leidsvrouw va.nl dó suf
fragettes, mrs. Pankhurst, die bij herhaling
een inspecteur van politie in hot gezicht
sloeg.
Londen, 29 Juni. De nationale
mijnwerkersbond hield heden te Londen
eene vergadering om te overwegen of de
mijnwerkers in Wales zouden worden ge
steund in hun geschil met de eigenaar van
de mijn. De vergadering besloot eenstem
mig, dat de mijnwerkers in Wales moeten
worden gesteund, zoo noodig door eene al
gemeene staking af te kondigen. De verga
dering werd daarna verdaagd om aan alle
mijnwerkers in het land gelegenheid te ge
geven hunne stem over deze zaak uit te
•brengen.
Spanje.
De doopplechtigheid van de jonge infante
Beatrix, het derde kiud van heb Spaansche
Koningspaar, heeft verleden Zondag plaats
gehad iu de troonzaal van het slot te La
Granja.
Turkije.
K o n s t a n i i n o p e 1, 2 9 Juni. In j
een interw'ev heeft Djavid-bey, de nieuwe 1
minister van financiën, de volgende verkla-j
ring afgelegd: 1
„Het misverstand tusschen den minister
van oorlog en dien vaai financiën is bijge- t
legd in oveieerstemming met het beginsel
van financier-! beleid. De eerste taak is nu
om het financieele bestuur te reorganisee-
ren. Rifaat-bty bereidde eon reorganisatie
voor van beo departement, die ik, belhou- i
dens eenige wijzigingen, zal aanvaarden. |-
Alvorens met de hervormingen in. de pro- .L
vincae te beg'nnen, moeten wij tot overeen- il
stemming ziei. te komen mót do Ottomaan- r
sehe Bank, die wij wenschen te belasten
met den dienst van de schatkist. Belang- I
rijke hervormingen zijn noodig in het be
lastingstelsel, maar allereerst is eene nieuwe ji
regeling van het innen der belastingen on
misbaar."
Kreta.
De Porte is nu door de beschermende
mogendheden officieel in kennis gesteld van
de aanstaande ontruiming van Krota door
de internationale troepenmacht. Volgens een
bericht van Reuter uit Konotantinopel, ne
men bij de Porte de klachten toe, die inko
men van de mohammedanen op Kreta over
hunne behandeling door de Krotensische
regeering. De Grieksche gezant heeft eer
gisteren een langdurig onderhoud gehad- met
den minister van buitenlandse lie zaken.
Konstantinopcl, 29 Juni. 1
De Porte gaf haren gezanten in het buiten-
land last aan de vier beschermende mo- 1
gendheden kennis te geven, dat Turkije
nooit zijn protest tegen de concessiën, <lio
den Kretenzers zijn gedaan ondier dó be-
staande regeling, heeft opgegeven; eai de mor I,
gendheden te waarschuwen, dat onmogelijk
eenig voorstel kan worden aanvaard, waar- j
in erkend wordt-, dat Grieken-land ook maar
indirect belang bij de aangelegetnlieden van
Kreta heeft.
Tweede telegram. De Porte
heeft aan hare gezanten een nieuw rond
schrijven d-oen toekomen, waarin zij ver
klaart den indruk te hebban, gekregen-, dat
de beschermende mogendheden de aan do j
Kretensers in den laatston tijd verleende
tegemoetkomingen willen beschouwen als
verkregen rechten, hoewdl de Porto steeds
hiertggen met klem heeft geprotesteerd. Do
Porte is verplicht op haar standpunt te
blijven. Do Porte doet opmerken, dat ou
der den druk der openbare meaning de Ka
mer, die door do herhaalde 9cJi-endiugen
der Turksche rechten geprikkeld was, be
sloot de rechten van Turkije op Kreta uit
drukkelijk vast te stollien
In het rondschrijven worden de gezan
ten uitgenoodigd al hun vader 1 amisUeveud©
pogingen aan te wenden om de regeeringen
te overtuigen, dat d'e Porte beslist ver
plicht is elk voorstel te verwerpen, waarbij
Griekenland ook maar indirect werd toege
laten zich te bemoeien met de zaken van
Kieta.
Allerlei.
vDe gezondheidstoestand van mevrouw
Steinheil moet zeer achteruit zijn gegaan.
Zij is zoo verzwakt, dat ze ternauwernood
Naar hat Fransch van Edmoxxd Lepelletier.
27 noen
J. L. VAN DER MOER.
HOOFDSTUK XVI.
Verboden Liefde.
Terwijl de graaf op weg was naar Kop
pel, riep Dolorès de te korte oogen-blikken
van geluk in haar geest terug, waarin Kar-
loo bij haar was geweest.
Wat had hij haar plotseling en ruw ver
laten.! Welk een dwaasheid had hij zich toch
in het hoofd gehaald om, half gekleed, zon
der een enkel woord, zonder afscheidsgroet,
zich onder die woelige menigte te begeven,
die zich verzette tegen de invoering van de
nieuwe belasting? Die belasting ging hem
toch niet aan? Hij was immers geen koop
man,... integendeel was hij, als kapitein
van de Burgerwacht, verplicht de wanorde
tegen ie- gaanHij 'had met het plat, en zoo
noodig met de punt, van zijn degen al die
schreeuwende kooplui in hun winkels moe
ten terugjagen...
En zij had het einde van het opstootje
duidelijk waargenomen..., men had de
draagkoets van de dochter van den hertog
van Alva omsingeld, het jonge meisje zelfs
bedreigd... Karloo was toen tusschcifbeiden
gekomen, om haar te beschermen... Dat was j
tenminste optreden als een galan't ridder... j
Door den versehuldigdèn eerbied tegenover
de dochter van den Landvoogd in acht te
doen neipen voldeed hij althans aan de ver
plichtingen, welke aan zijn ambt verbonden
waren... Maar had hij niet wat erg veel
ijver aan den dag gelegd om die dona Ra-
faële te hulp te komen...?
Ze was lief, die Rafaële, haar oogen wa
ren zacht en haar rein voorhoofd herinner
de aan het beeld van de Heilige Maagd op
het hoog-aliaar in de S't. Gudule... Karloo
zou verliefd op haar kunnen worden...
En deze jaloersche gedachten, gevoegd
bij het treurige- van haar eenzaamheid, de
den het gezicht van Dolorès betrekken. Zij
zat in een grooten leuningstoel, nabij het
venster, en keek verstrooid naar de men-
scheu, die zich op het plein bewogen.
De avond begon te vallen en in het hart
van Dolorès werd het ook duister. Aan haar
echtgenoot had zij nog geen enkele maal
gedacht, alleen van Karloo was zij geheel
vervuld en reeds twintig keer had zij zich
angstig afgevraagd
„Zou hij vandaag nog komen? Ach, hij
heeft mij niet zóó lief als ik hem... Zou
hij me anders zoo doen lij-don?"
Een rilling voer haar eensklaps door -de
leden, hot bloed steeg haar naar het hoofd.
Zij herdacht de geschiedenis van haar
jeugd', zij voelde nog hoe zij door haar moe
der werd afgeranseld en hoe verlaten- zij
leefde in die vervallen woning, waar de
•buitengewone liefdie van den graaf Van
Rijsoor haar bereikt had. Welken weg, had
zij afgelegd sedert die jaren van ellende?
De deur werd onverwacht geopend, een
jonge man kwam binnen en trad zwijgend
op haar toe. Diep bewogen keerde zij zich
om..."haar oogen schitterden... zij had den
stap herkend van hem, dien zij wachtte.
„Karloo!" riep ze, plotseling geheel ver
anderd en naar hem toe vliegend als om
hem haar mond' en hart aan te bieden-.
„Stil," sprak Karloo... „voorzichtig, ver
wijder de bedienden!"
„Wat heb je? Je ziet zoo bleek... is er
iets bijzonder*?'
,,'t Is noodig dat we alleen zijn! De be
dienden mogen ons niet hooren!"
Gudule was achter Karloo binnengeko
men.
„De graaf is nog niet terug, mevrouw.
Moet 'k al dekkenDe hofmeester vraagt
ook orders... of moeten we wachten?"
„Dolorès, ik wil je spreken... we moe
ten alleen zijn, verwijder ze allemaal,"
sprak Karloo nogmaals.
„Dat gaat niet op dit uur, 't zou te veel
opvallen. Je hebt zelf op voorzichtigheid
aangedrongen, wacht dus zoo lang," flui
sterde zij hem toe En daarna hardop tot
Gudule: „Zet de tafel gereed... de hof
meester kan opdoen als de graaf terug is.
Hij zal zeker niet lang meer wachten."
Gudule en de hofmeester, zoomede twee
lakeien, begaven -zich naar de groote eet
zaal, waarvan als naar gewoonte, de deur
tijdens het dekken -bleef openstaan.
Dolorès was lij Karloo teruggekomen. Zij
wilde aijn hand nemen, om dezo snel, hart
stochtelijk te drukken.
Karloo uitte een lichten kreet en trachtte
zijn hand terug te trekken, hetgeen haar
verwonderd deed vragen
„Heb je pijn?... O ja, die wond aan de
hand van van nacht?"
,,'t Is niets, 'n schrammetje, 't is de
moeite niet waard' er over te spreken."
,,'t ls toch te zien... ik heb gezien dat je
gewond bent, anderen kunnen 't dus ook
opmerken."
Karloo stak zijn hand vooruit, die door
een handschoen bedekt was.
„Deze handschoen beschermt tegen onbe
scheiden blikken. Wie zou er iets van kun
nen raden?"
„Maar die Spaansche officier dan, met
wien je gevochten hebt?"
„Die was dronken. Laat ons maar aan
nemen, dat hij 't avontuur al vergeten
heeft. Mocht bij er nog aan denken, dan
zal hij ten gevolge van zijn dronkenschap de
feiten toch we1 verwarren. En bovendien,
met wien zou hij over die zaak spreken,
waarin immers toch niemand belang stelt?
Een nachtelijke twist, zooals er telkens
voorkomen in 'u bezette plaats tusschen de
inwoners en de ingekwartierdienanders
niet. Maar hierover wilde 'k je niet spre
ken."
„Waarover dan? Je kijkt zoo ernstig."
„Je man is terug."
„Wel nu, ik wacht 'm, dat zie je toch
wel? Ik laat opzettelijk nog wachten met
't eten. Misschien zal hij wel dadelijk ko
men.
„Hij is in de stad, een van de onzen
heeft 'm gezien en gesproken op 't oogen-
b1 ik dat- hij Brussel binnenkwam."
„Welnu, dat was immers- te voorzien. M'n
man is heengegaan en heeft me gezegd van
daag te zullen terugkomen. Dit wist 'k wel
zeker."
Karloo keek haar met verstrooide blikken
aan on zijn stem beefde, terwijl hij zeide
„Je zegt dat op 'n toon alsof je gehoopt
hadt, dat hij weg zou blijven."
Dolorès was gaan zitten. Koel luidde haar
antwoord
„En jij zelf, liad't je iets dergelijks óok
niet gehoopt? De wegen zijn onvoilig in
deze woelige tijden, en vooral op den weg
naar Leuven is 't zeer gevaarlijk. Daar we
melt 't van huurlingen en soldaten van den
hertog van Alva, die Den Zwijger op de
hielen zitten, 'n Musketschot van achter 'n
wal of van achter 'n muur gaat zoo gemakke
lijk af. Karloo, jij hebt van nacht even goed
als ik moeten dénken aan zoo'n musket
schot van 'n Spaanschen soldaat, die zich
ergens op den weg verdekt had opgesteld;
jij hebt zoo goed als ik moeten denken, dat
'u goed gerichte kogel voor ons 'nu groote
verandering zou kunnen brengen?"
„De -hemel mag op me neerstorten, als 'k
zoo'nafschuwelijken wensch zou gekoe
sterd hebben," riep Karloo uit. „Gelukkig
heeft Jonas hem gezien, zooals 'k reeds
zeide. Hij is heelhuids door de Leuvensche
poort binnengekomen."
,,'t Is mogelijk; maar iemand die zoo
veel avonturen najaagt, moet den eenen of
anderen dag we' doodi t'huis gebracht wor
den."
„Zeg niet zulke afschuwelijke dingen,
Dolorès
„Wordt hij -niet door nog veel ernstiger
gevaren bedreigd, dan door dio waaraan
uien te velde bloot staat, waar allerlei rui
ters en lanskeuets ronddolen? In dó stad
zelf is hij voortdurend aan 't gevaar bloot
gesteld'.
Wordt vervolgd.