KOLONIËN.
BINNENLAND.
ontstelde bevolking verliet de barakken.
Benige muren, die reeds gescheurd waren,
stortten in.
OOST-IN DIE.
Gouv.-Gen. Van Haute.
In verband met het bericht, dat wij
hebben overgenomen uit de N. C., aangaan
de den gezondheidstoestand van den gou
verneur-generaal, zij hier melding gemaakt-
van het volgende telegram, dato 29 Moi
uit Batavia aan het Soer. Hbld.
,,Do gezondheidstoestand van den land
voogd schijnt thans weder normaal te zijn.
Z.E. ziet er weer gezond uit".
Aan de Staatscourant van gisteren
ontleenen wij nog de volgende Koninkl. be
sluiten
aan den kapitein E. C. Oklmy/eiK, van hot 10e
regiment infanterie, ter zake van 55-jarigen ou
derdom, eervol ontcfag uit don militairen dienst
verleend, onder toekenning van een pensioen van
f 1512 's jaars;
aan den reserve-kapitein J. M. M. F. van
Hout, van de infanterie dor landweer in het
XVI lie landweerdistrict-, ter wake van ongeschikt
heid voor de verdere waarneming van don mili
tairen dienst eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend.
bevorderd tot acljunct-ooniiniice de klerk van
het aan het Departement van Koloniën verboit-
don Statistisch Bureau H. J. Synnkeus, met in
gang van 1 Juli 1900;
do titulaire rang van tweede-luitenant ver
teend aan don gopons. onderluitenant der infan
terie van liet leger in Nod.-Indië E. J. L. Lan-
kenau
beuoemd tot ridder 4e klasse der Militaire Wil-
Jetnsordo, tor bekroning van ben die ziah hebben
ondersc8iei<len bij de krijgsverrichtingen in het
militair commandement van Celebes, Menado en
Timor, gedurende liet tweede halfjaar 1008:
i de Aimboineesche fuselier M. Picauly en <lie In-
landstlho fuselier Sn pon alias Oedawnkrama
bepaald, dat by afzonderlijke dagorders, zoo
in Imlië als in Nederland, eervol zal worden ver
meld. ter belooiiing van hen die zich onderschei
den (robben bij do krijgsverridhtingen in het mili
tair oommandement van Amboina en Ternate,
hoofdzakelyk gedurende het jaar 1008:
do EurojKXwhe fuselier A. Kerküioff
toegekend do aan do orde van Oranje-Nassau
verbonden eeremedaille, in zilver, aan den sedert
ge pons. Kuropeesohen sergeant dor infanterie R.
Wagevekl
De Staatscourant van Donderdag 1
Juli bevat o. a. de volgende Koninklijke
besluiten
I op verzoek eervol ontslagen de le luite
nant op non-activiteit D. J. van Meereu-
donk van de infanterie
I benoemd voor 5 jaar tot reserve-officier
van gezondheid 2e klasse de artsen J. A. J.
Barge en J. C. Siemens;
benoemd tot regeeringsvertegenwoordiger
bij het te Beauvais te houden vijf-jaarlijk-
sclie congres der „Sociétc praeliistorique de
France" dr. C. W. Vollgraff, hoogleeraar
aan de universiteit to Groningen
benoemd en aangesteld tot tijdelijk offi
cier van gezondheid 2e klasse bij het In-
1 dische leger dr. Robert Lesk.
benoemd tot ridder in de Orde van den
Nederlandschen Leeuw de regent van Demak
Raden Mas Adhipatti Ario Admingart;
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau H. A. H anken, directeur van den
Wilheilminapolder en den Oost-Beveland-
schen polder te Wilhclminadorp.
aan den kapitein ter zee W. A. Mouton
eervol ontslag uit den zeedienst verleend
onder toekenning van pensioen, en het be
drag van het pensioen ingevolge de artikelen
onder 3o, 19, 20 en 26 der Pensioen
wet voor de zeemacht 1902", bepaald op
3075 'sjaars;
bevorderdtot kapitein ter zee de 'kapi
tein-luitenant ter zee E. de Haan; tot kapi
tein-luitenant ter zee de luitenant ter zee
der lo klasse L. F. H. Tuckermanntot
luitenant ter zee der le klasse de luitenant
ter zee der 2o klasse A D. Muller;
aau den luitenant ter zee der le klasse A.
D. Muller eervol ontslag uit den zeedienst
verleend ouder toekenning van pensioen en
het bedrag van het pensioen ingevolge de ar
tikelen 2 sub 3o, 16, 19, "20, 24 en 26 der
Pensioenwet voor d© zeemacht 1902", be
paald op 10.96 's jaars;
bevorderd tot luitenant ter zee der lo
klasso de luitenant ter zee der 2e klasse
jhr. H. 'K. B. Ren dorp.
Ook ten Paleizo ,,Het Loo" zal een
tuinfeest plaats hebben, dat bepaald is op
DiusdAg 13 Juli a. s.
Prins en Prinses Kuni waren gisteren
door den Jap&nachen gezant aan oen af-
scheidsluneh voroenigd. Zij vertrokken gis
teren avond 8.38 per lloll. Spoor naar
yiissingen.
Het perron van het HoUandscho
Spoorstation stond gisterenavond bij do
wachtkamer le kl. vol van imenschen, die
nieuwsgierig waren om den Japanschen
Prins on de Prinses, clie sedert j.l. Vrijdag
in de Residentie doorbrachten, bij hun ver
trok naar Engeland te zien.
Naai- het station begeleid door kamer-
hoor baron Taets van Amerongon en adju
dant jhr. won Miihlen toefde het Keizer
lijke Echtpaar met gevolg nog ©enigen tijd
in een dei- salons, alwaar aan H.H. K.K.
H.H. een afscheidsgroet gebracht werd
door den oppenstalmeester baron Bentinck,
den wethouder Janeen, waarnemend burge
meester den oud-gouverneur der Reeiden-
tio, gen er aal-majoor Do Moestor.
Alvorens den ter hunner beschikking gje-
stelden salonwagen van den trein te be
stijgen, namens de Prins on zijn Gemalin
van ieder1 der tot uitgeleide aanwezigen
met een handdruk afscheid, zoomede van
den stationschef, den heer Arnoldy.
De Prins sprak tot de vertegenwoordigers
der Koningin, blijkbaar om ziju innigeu
dank te betuigen voor de allergastvrije ont
vangst Z. K. II. en zijn Gemalin ten deel
gevallen
Op de omstanders maakte de Prins en
Zijn Gade den indruk van een allervrien
delijkst paar.
Trouwens wordt Prins Kuno geprezen
als een vorst van buitengewone goedheid.
De Japanse be gezant ver gezeilde mjoi
Vorstelijke londgenooten tot aan de gren
zen des lands.
Do minister van koloniën vertrok
gisteren naar Het Loo, ter audiëntie bij
H. M. de Koningin.
De minister van waterstaat mr, Re-
gout, die sedert zijn optreden in het Hotel
des Lnides te 's Gravenhage woonde heeft
zich thans den eigendom verzekerd van een
panld aan den Beeuidenhout, dat ZExc.
voornemens is in het begin van het najaar
te betrekken.
De ridderordenzaak.
H e t V o 1 k zegt, dat men niet moet
meen en, dat dr. Kuyper geen andere „za
ken" met mej. Westmei]er deed dan die nu
bekend geworden zijn. Dat blijkt wel uit
het volgende briefje, aan haar gericht, ge
schreven op officieel papier
Departement van Binnen!Zaken.
's-Gravenhage, 6-7-1905.
Mejuffrouw.
Alleen voor Utrecht zou noodig zijn
f 43.500. Er kan alzoo geen sprake van zijn,
zelfs voor één Univ. is die som veel te
hoog. Ik zal bij W. dan wel (volgt een on
leesbaar woord).
Hoogachtend
Uw dw. dr.
K.
Het Utree li tsch Dagblad
het wordt in dr. Kuyper's verweer niet
ontkend maar erkend de volgende fei
ten
lo. In Januari 1902 is door of namens
R. JLehmann aanzoek gedaan om een©
decoratie. Dit aanzoek is door den Minister
niet hooghartig afgewezen of stilzwijgend
ter zij gelegd, maar aan de „aanzoekster"
is opgemerkt dat geen enkele titel aanwezig
was. Welke vingerwijzing voldoende bleek
om al ras een „titel" te scheppen.
2o. Het aanzoek ter decoratie werd niet
gedaan door bemiddeling van een ambtelijk
orgaan of officieel persoon, maar door eene
ietwat obscure juffrouw, die geenerlei ver
antwoordelijkheid droeg of dragen kon, tot
den minister echter in zoo vertrouwelijke
verhouding staande, dat deze haar zelfs ging
melden het adres, waar Z.Exc. ging „uit
rusten".
3o. Dat zeer korten tijd na het vinden
van een „titel" en na de inwilliging van het
herhaald verzoek der „aanzoekster", de heer
Lehmann is aangevangen voor aanzienlijke
sommen donateur te worden van de a.-r.
partijkas (via dr. Kuyper). Het donateurs
ambt was wel kostbaar, doch trok zoo
vernemen we thans van dr. Kuyper den
heer Lehmann aan „als man van Rechts".
Welke politieke kleur in de naaste omgeving
van den heer L. geheel onbekend was en ook
moeilijk bij den bekenden „kunstbescher
mer" van het Grand Theatre-Van Lier kon
worden verondersteld.
4o. De groote sommen, aangebracht dooi
de katholieke juffrouw Westmeijer, die
niet alleen „in echt Engelschen stijl" voor
de a.-r. partij werkte, maar ook fungeerde
als aanzoekster voor decoraties en die tegen
de herstemming nog weer eens extra werd
aangespoord hadden de bestemming om
door den Minister te worden afgedragen aan
het verkiezingsfonds der partij, welke vóór
alles strijd voerde ten behoeve van het be
houd en van de versterking der politieke
positie van dienzelfdeu minister.
5o. Indien ten tijde van het ministerie-
Kuyper bij aanvragen om decoratie geen
„titel" aanwezig bleek te zijn, werd de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken bereid ge
vonden den ietwat kostbaren weg tot het
vinden van zulk een titel te wijzen.
We herhalenDit alles berust niet op
de aanklacht alleen, maar vindt erkenning
in het verweerschrift van den oud-minister.
Is 't nog noodig uitdrukkelijk gevolgtrek
kingen te gaan maken, vraagt het U. D..
voorzeker niet De erkende feiten spreken.
En die spreken duidelijker dan aan den
oud-minister lief kan zijn.
In een bijschrift bij het antwoord van
dr. Kuyper zegt de (R.-K.) ,,Tijd
Het spijt ons te moeten verklaren, dat wij
de gegeven ophelderingen niet voldoende
kunnen acftiten.
Indiien men zegt, dat het verband tusscilien
de toekenning van de begeerde decoratie aan
den lieer Léhmann en de uitbetaling van
verschillende geldelijke bedragen door den*
zelfden heer Lehmann, voor verkiezangsdoelr
einden aan dr. Kuyper en om niet vermelde
redenen aan mejuffrouw Wostmeyer, niet is
bewezen dan zegt men hetgeen op dit
oogenbli'k de volkomen waarheid uitdrukt;
mits daarbij de volle nadruk worde gelegd
oj) het woord bewezen.
De door dr Kuyper erkende feiten geven
eohter, in. hun ouderlingen sameroliang be
schouwd, den ompartijdigen beoordeel aar zóó
veel stof tot vragen en gissingen, dat een
nader onderzoek in deze, om versdhililende
redenen., voor ons pijnlijke zaak niet mag uit
blijven.
En dit te minder, wijl in de verstrekte
ophelderingen van tb. Kuyper ten minste op
één pnnt, zooals de ,,N. Rotfc. Ot." terecht
opmerkte, een klaarblijkelijke tegenspraak
voorkomt, terwijl zijne verklaringen op een
ander punt doen denken aan woordenspel.
De beide voorname punten citeerend,
zegt het blad verder dat over deze en meer
andere noodzakelijk meer licht behoort op
te gaan. Om daarna te vervolgen:
Niets zal ons natuurlijk liever zijm, dan dat
de tegen dr. Kuyper, het hoofd van liet be
vriende Roohtsjohe Kabinet van 1901 inge
brachte beschuldiging volkomen wond© weer
legd. Maar daartoe is meer noodig, dan het
door De Standaard" gepubliceerde stuk.
Ook do daarin, voorkomend© verwijzing
naar Engebohc en Amerikaansohe verkie-
zrngspr act ijken dunkt ons wei mg geschikt,
om <1© gemoederen gerust te stellen. Een
van de zaken, waarop ons vaderland tot
heden mag groot gaan, is de ongereptheid
onzer politieke zeden, in zóóverre omkoo
per ij van regeringspersonen, lintjeehandel
en onbehoorlijk© bemoeiing van een zitting-
nemend Kabinet met -politieke verkiezingen
hier lande tot d© onbekende zaken behoor
den evencóó het optreden van zekere, elders
voorkomende klasse van betaald© personen,
welke ten bate óf van de Regeering óf van
particulieren in do binnenlandsChc politiek
geheime diensten verrichten.
Van het eene zoowel als het andere hopen
wij voor altijd verschoond te blijven.
Maar ook indien voor zóó iets geen vrees
behoeft te bestaan, dan nog zou het kunnen
wezen, dat door grove onvoorzichtigheid la
den omgang met personen, welke een Mams-
ter van de Kroon, zoolang hij zijn ambt be
kleedt. op afstam! behoort te houden, ern
stige belangen waren geschaad.
Het zij daarom herhaald, dat o. i. zoowol
ter wille van den onge repten naam van Mi
nister Kuyper, welke naam, naar wij hopen,
ongedeerd uit het onderzoek zal t© voor
schijn komen, alsook ter wille van het alge
meen belang, dringend nadere ophelderin
gen geëisoht worden.
Ook Het Huisgezin en De Gel
derlander uiten zich in dienzelfden
geest, de laatstgenoemde courant schrijft
o. m.
Wanneer de zaak geheel juist is voorge
steld, kunnen wij d© handelwijze van den
ex-premier en anti-revolutionairen leider niet
goedkeuren, ook al zat do blijkbar© bedoeling
vóór, bet „zwak" van een rijk man niet al
leen een© partij, maar ook het belang van
Nederlanders in den vreemde ten goed© te
doen komen.
Ook de allereerste stappen naar een lint-
jeshandel waarvoor sommige landen berucht
zijn en die samen pleegt te gaan met alge-
meene politieke corruptie, dienen afgekeurd.
Ze worden gezet op een voor het landsbelang
en liet nationaal prestige zeer gevaarlijken
weg.
De Nieuwe Courant bespreekt
nog eens in den breede de vraag of en
zoo ja in hoever 't aan den minister vrij
staat een actief deel te nemen aan de partij
politiek. De .banden, door minister Kuyper
met mej. Westmeyer onderhouden, en de
tot haar gerichte aansporing om voort te
gaan op het eenmaal ingeslagen pad wordt
door genoemd blad zonder voorbehoud afge
keurd. Evenzoo het door den minister innen
van gelden voor de verkiezingskas zijner
partij
Wij verstaan zoo iets niet, het is in strijd
met all© voorstellingen die wij ons ooit ge
maakt hebben van de persoonlijke verplich
tingen welke het ministers-ambt oplegt, van
de hoogheid en de onpartijdigheid van des-
zelfs bekleeders, en van de zedelijke nood
wendigheid van overeenstemming tusschen
daden en woorden van een voorganger der
natie, tot de hoogste staatsbetrekking geroe
pen.
Dat is het wat afgescheiden van de cor-
ruptievraag, waaromtrent door de gepubli
ceerd© stukken en het antwoord nog niet vol
doende licht is ontstoken ons aanstonds
sterk heeft getroffen: het licht dat opging
over liet zonderlinge milieu waarin deze mi
nister zich heeft bewogen en over zijn eigen
aardige opvattingen van hetgeen hem als
persoon, ja als partijman, terwijl hij de be
trekking van eersten landsdienaar bekleedde,
vrij stond te doen. Wat al of niet aan een
minister verboden zal zijn, daaromtrent kun
nen de meeningen ook van tot oordeelen be
voegden zeker uiteenloopen maar dit geloo-
ven, neen. dit weten wij toch wel, dat in dr.
Kuyper's meening over de oorbaarheid der
door hem als minister onderhouden, thans
aan net licht gebrachte relaties, wel nage
noeg alle Nederlandscho staatslieden, die dat
hooge ambt bekleed hebben of bekleeden,
„niet geheel deelen" zullen.
Minister Talma installeerde gisteren
het booOdbomité vo'or de Interna tio nail©
tentoonstelling te Brussel met eene rede,
waarin hij er op wees dat de Staten-gene
raal niet zen-der aarzeling gelden hebben
tOegtestaaai voor deelneming van Nediert
landtwijfel is geopperd aan het nut eener
tentoonstelling van dit type. Toch dient
Nederland daar waardig vertegenwoordigd],
want wij hebben op de buitenJandsche markt
eene positie te handhaven en te veroveren
en wenschen daartoe een welverzorgde ten
toonstelling. Een mocne Nederlandsch© af-
deeling moge tegenstanders overtuigen en
voorstan-"1 rs aanmoedigen. Com missaris-
generaal voor Nederland, mr. E. R. H.
Regout beantwoordde deze toespraak, waar
na de comité-werkzaamheden aanvingen.
Bij beschikking van den minister
van Marine zijn de navolgende plaatsingen
gelast met 1 Juli a.s.
Officier van administratie der le (klasse
J. R. J. de Raadt, tijdelijk werkzaam ge
steld bij het Koninklijk Instituut voor de
Marine te Willemsoord.
Adjunct-administrateur M. J. Kruijs,
geplaatst aan boord van Hr. Ms. logement-
schip „Neptunus".
Blijkens bij het Departement van
Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pant
serschip De Ruyter, onder bevel van den
kapitein ter zei M. W. L. Olivier, 27 dezer
te Colombo aangekomen.
De le luitenant van den staf der in
fanterie A. A. den Hoed, werkzaam bij de
Kon. Mil. Academie, is eervol ontheven van
die werkzaamstelling en overgeplaatst bij
het 2e regiment infanterie.
Kon. Mil. Academie. Aan
het examen voor den rang van 2de luite
nant hebben, voldaan de onderstaande ca
detten
Infanterie hier te l&nde:
J. J. Th. Beernink, M. R. A. Bisschoff
van Heemskerk, Ph. R. F. C. die Bruijn,
H. Buemo de Mesquita, K. J. Evenwel, G.
Greid-anus, C. Koopman, J. Mallinckrodt,
L, J. Norenburg, E. H. J. Nusseler, A. A.
H. Oudshoorn, S. E. Palach©, Ph. A. D.
A. van Rees, jhr. A. W. Snoeck, B. Spruyt,
G. J. M. van Weel.
Infanterie Oost-Indië
J. P II. van Aalst, A. E. E. van Aarem,
T. V. Agerbeek, J J. Akkensdijk, L. Oh.
van don Berg, O. Brederode, A. Ch. d®
Bruyn, J. P. Cabri, G. P. Oberiex, M. H.
du Croo, L. Dryber, H. K. Franken, J.
Geurink, G. F. V. Gosenson, J. F. W. L.
Goslings, W. J. Houwing, G. A. Ilgen, K.
de Jongh, K. W. F. von Langen, H. A.
van Nedlen, G. Pape, A. van Pelt, R. Post
humus, R. H. Raadsveld, S W. Reeman-,
P. C. J. Schaffelaar, D. K. Schrok, F. C.
A. Sc hul te, E. C. M. C. Schmith, J. A.
van Staveren, E. A. Steinmetz, G. J. Tym-
stra, F. A. Vreeling, P. II. Wyshijer.
Cavalerie bier te lande:
D. A. Camerliing Ilelmolt, H. G. van
E verdingen, R. J. Hinlopen, W. E. Ma
thol), W. A. M. Westerouwen, van Mete
ren, J. A. Willinge Brautsma.
Cavalerie Oost-Indië:
A. A. Brouwers, J. J. Pels Rycken.
Artillerie hier te lande
J. A. Alma, S. J. van den Bergh, P, M.
de Boer, jhr. K. J. van den Brandelter, A.
C. E. Brosius, J. J. van der Eyk, H. dë
Goede, K. A. R. van Haeften, J. D. W.
Kalkman, H. Keppel Hesselink, D. de
Leeuw, J. van Maaron, J. Marécha.1, G.
van Meurs, F. A. L. Mollinger, A. Noor-
duijn, A. K. Noorduijn, A. A. van Oor
schot, A. C. Perk, J. Ph. D. Roland, J.
van Rooy, jhr. D. W. Sickingbe, A. J.
Staal, A. J. de Stoppelaar, BJeydesteyn,
G. van Veldhuyzen, Ch. P. M. Verhaart,
P. M. R. Versteegh, F. II. Wanninkhof,
Chr. de Wijs, W. F. H. Zegers, Th. Ziedes
des PI antes.
Artillerie Oost-Indië
L. J. C. Bakker, W. L. A. du Gelifte©
Muller, J. L. Gude, F. W. Laupman, P.
H. E. M. Schuhniacher, II. J. W. Ver
niers van der Loef, B. S. Wolff.
Genie hier te lande:
A. Eekhof, J. F. A. Elich, jhr. M. J. I.
de Jonge van Ellemeet, J. A. Kuijlaars,
JTerkuhle.
Genie Oost-Indië
H. van Galen Lost, C. W. Gerliugs, G.
A. van der Nagel, A. Treffers.
Het „Leidscfh Dbl.'' deelt mede, dat
de heer A. W. Sijthoff, de bekende uitgever
te Leiden, die gisteren, tachtig jaar is gewor
den, bij Kon. besluit is bevorderd tot officier
in de orde van Oranje-Nassau.
M r. A Lou don. Naar het Vad.
verneemt, heeft de administrateur aan het
departement van Koloniën, mr. A. Loudon,
zijn ontslag ingediend. Deze ontslagaanvrage
zou liet gevolg zijn van de jongste benoemin
gen onder de hoogste rangen aan genoemd
departement.
Naar de „Leeuw. Ct." verneemt, zal
de heer E. Voorhorst, stationschef te Leeu
warden, met 1 Augustus a. s. zijn stand
plaats verwisselen met die van Den Haag,
terwijl met gelijken datum de stationschef
De Groot van Den Haag maar Leeuwarden
wordt overgeplaatst.
Gsteld ter beschikking van den gou
verneur-generaal van N eder landsch-Indië
om te worden benoemd tot ingenieur bij de
opiumfabriek I-Jacobson; om te worden be
noemd in rechterlijke betrekking mr. H.
Oele.
Op 5 October a. s. en volgende dagen
zal te 's Gravenhage worden ingesteld het
onderzoek naar de bedrevenheid van rijks-
klerken der derde klasse bij de administratie
der directe belastingen, invoerrechten en ac
cijnzen. De verzoekschriften voor toelating
tot dat onderzoek moeten vóór of uiterlijk
op 14 Augustus aan het departement van
fiaifncien worden ingezonden.
In een der lokalen van de gebouwen
der Coöp. Winkelver., vroeger van het dis
trict 's Gravenhage van Eigen Hulp, werd
gisterenmiddag aan den aftredenden voor
zitter van het bestuur, den heer mr. A. E.
Elias, in een plechtige bijeenkomst een hul
deblijk, bestaande in een schilderij van den
heer Van Waning aangeboden. Namens een
hiertoe zich gevormd hebbende commissie
hield mr. J. D. Veegens een rede, waarin
hij met groote waardeering gewaagde van
het vele door den aftredenden leider van het
bestuur voor de coöperatie verricht. De
heer Elias uitte met een kort woord hierop
zijn hartelijken dank.
Men verneemt, dat het met den ge
zondheidstoestand van mevrouw Röell, die
te Schwarzburg in Thüringen vertoeft, nog
maar redelijk gaat. Echter, zoo wordt be
richt, geniet ze veel van bet zeer schoone
weer, dat. voor de genezing zeker bevor
derlijk zal blijken.
Bij de familie te Nijmegen is tele
grafisch bericht ontvangen van het over
lijden van den heer F. C. Gefken, onder
voorzitter der Koloniale Staten van Suri
name. Dé heer Gefken bereikte den ouder-
do rnvan 59 jaar.
Gisteren overleed te Dordrecht in
ruim 73-jarigen ouderdom de heer llenri
Vriesendorp Jr., een man die zich in ver
schillende openbare betrekkingen heeft
doen kennen. Van 1 September 1875 tot 1
September 1893 was hij ldd van dien Raad
dezer gemeentein September 1889 volgde
hij den heer G. H. Veth op als wethouder
welk ambt hij den 30. Mei 1893 neerlegde,
om toen te worden opgevolgd door den
heer P. Bos Az. Voorts was hij tal van
jaren vice-consul van Italië en Zweden en
Noorwegen, i,u welke hoedanigheid hij tot
ridder der Kroonorde van Italië en ridder
le klasse van de Wasa-orde weid benoemd.
De lu«tpumfeast«n te GroMlafen.
Men meldt uit Groningen
Gisteren was het de groote dag. De dag
dei- maskerade. Een dag nog drukker dan
Dinsdag, omdat nu, behalve de Koninklij
ke Moeder ©n den Gemaal van oruze geëer
biedigde Koningin, de Doorl. Hoogheden,
de lieer Willem Karei Hendrik Friso met
z'n Malinne de Princes Royale, kunnen
worden bewonderd en toegejuicht. De mas
kerade die iiir herinnering terugbrengt djen
intocht dien Willem Karei Hendrik Friso
den 24 April van het jaar 1736 in Gro
ningen heeft gehouden. De hoofdpersoon
wordit voorgesteld1 door den zoon van dén
burgemeester van Groningen, jhr. A. W.
L. Tjarda van Starkenburgh en prinses
Anina van Engeland, de gemalinne van Zij
ne Doorluchtigheid, door freule Alberda
van Ekenstein. Een geweldige menigte be
woog zich door de straten, de gewone en
de extratreinen voerden al maar nieuwe
gasten aan. De maskerade, waarin een
paar prachtige galakoetsen uit de 18de
eeuw werden gebruikt en ook de costumes,
tot in, alle bijzonderheden overeenkomstig
de mode van liet eerste gedeelte dier eeuw,
werd zeer bewonderd.
II. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H.
de Prins lieten staande op de pui van het
stadhuis, waar hun op dat moment een de
jeuner werd aangeboden door d'eu Groning
schen gemeenteraad, de maskerad'e te half
vier voorbijtrekken en tegen half vijf nog
eens, toen zij inmiddels waren terugge
keerd ten huize van dén Commissaris der
Koningin.
Op hun tocht van het sLadhuis naar het
huis, dat gedurende deze dagt.w..Jlon^tliuis
is, werd aan de Hooge G asten voor
bouw der Israëlitische gemeente op tic i
Nieuwstad een aardige hulde gebracht. De
opperrabbijn hield een, korte toespraak, ter
wijl daarna door het kerkelijk zangkoor een
psalm werd gezongen.
Des morgens was H. M. de Koningiin-
Moeder reeds te half tien uitgereden om
aan verschillende inrichtingen een bezoek
te brengen. Het Groene Weeshuis, het
Doorgangshuis, de Industrieschool voor
Meisjes en het Instituut voor Doofstom
men, weiden door haar met groot© belang
stelling bezichtigd. Z. K. H. had een kwar
tier eerder liet gouvernementsgebouw ver
laten om een kijkje te nemen in d'e Dros-
secrschool, de suikerraffinaderij Self Help
en de Groninger Rij wielemfabriek A. Fon-
gers.
Beideni werden, ze op dien rijtoer door
een groote menigte menscheai opgewacht en
warm toegejuicht.
,Met den sneltrein van 6.40 keerden
H. M. en Z. K. H. weder naar Het Loo
terug.
In den avond werd een herhaling der
maskerade, onder fakkellicht gegeven, door
duizenden menscihen opnieuw bewonderd.
Geen wanklank heeft de feestvheugde ver
stoord. De polit/ie had alles uitnemend ge
regeld.
Velddag Leger des Heils.
Gisteren werd op het landgoed „Waterland"
te Velsen, de nationale velddag van het.
Leger des Heils gehouden. Jhr. mr. Boreel
van Ho gelanden, burgemeester van Haar
lem, eigenaar van bedoeld landgoed, was
zoo bereidwillig voor dezen velddag zijn
huiten beschikbaar te stellen.
Evenals vorige jaren, werd ook deze bij
eenkomst weer geleid door commandant en
mevrouw Ridsdel, bijgestaan door luitenant
kolonel en mevr. Govaars en luit.-kolonel en
mevrouw Schoch. Commandant Railton, de
eerste, die na commandant Ridsdel als of
ficier van het heilsleger werkzaam was, was
voor deze bijeenkomst uit Engeland over
gekomen.
Uit bijna alle deelen en uithoeken des
lands waren de deelnemers voor deze bijeen
komst samengekomen.
Nadat alle deelnemers de plaats van bij
eenkomst hadden bereikt, werd door com
mandant en mevr. Ridsdel te 10.15 uur de
vereeuigde heiligings-bij eenkomst geleid.
Luit.-kolonel Govaars had te voren de bij
eenkomst geopend, en de Legervlag ge-
hes c hen
Hierna werden op verschillende plaatsen
korte heilssamenkomsten gehouden.
Vervolgens werd de groote maatschappe
lijke demonstratie gehouden, geleid door
mevr commandante Ridsdel.
Na een zang- en muziekuitvoering werd
te ongeveer half vijf ure, alvorens de bijeen
komst te sluiten, nog een vereenigde Heils-
samenkomst gehouden.
Onder het zingen van eenige liederen ver
lieten successievelijk de verschillende bezoe
kers te ongeveer 5^ uur het terrein.
De ©edsquaestie. Heit was
gisterenavond stampvol in de zaal van ,}Bel-
levue" te Amsterdam, waar de Vereeniging
De Dageraad een groote openbare vergade
ring had belegd om te protesteeren. tegen het
ii gijzeling stellen van een. getuige in de
bekende strafzaak tegen den anti-militarist
Smit, omdat hij wegens gemoedsbezwaren
weigerde den eed af te leggen, waartoe ver
scheidene sprekers van verschillende richting
waren uitgenoodigd. Eenige van hen kondein1
niet komen, doch zonden sympathie-betuigin
gen, o.a. prof. Van Hamel, mrS. van Hou
ten en mr. J. A. Levy. Zoo ook eenige anar
chistische en anti-militaristische vereenigin-
gen.
Als eerste spreker trad op de heer F.
Domela Nieuwenhuis, die hulde bracht aan
den heer Kriller voor zijn consequent optre
den. Reeds vóór jaren had men geprotes
teerd tegen den eedisdwang. Spr. bracht het
géval van Bradlow in herinnering, die ge
weigerd had den eed af te leggen om in het
Engelsche parlement te komen. In de wet
wordt niet in het geval voorzien, dat de
betrokken persoon vrijdenker is. Spr. zou
hier in toepassing willen hebben gebracht het
„in dubio abstine". Spr. wekt op tot ver
dere agitatie in deze zaak en is nieuwsgie
rig naar de uitspraak van den Hoogen
Raad. Hij memoreert, dat dr. Kuyper inl
„Ons Program" als zijn overtuiging had te
kennen gegeven, dat atheïsten niet den eed
behoefden af te leggen, ofschoon deze door
scherpe restricties hij in acht wenschte ge
nomen te zien. Geloovigen en ongeloovigen
kunnen samengaan in deze zaak. Spr.
roept dus alle eerlijke menschen van elke
overtuiging op met hem te protesteeren tegen
deze inbreuk op de gewetensvrijheid.
Vervolgens was het woord aan dr. P. C.
F. Frowein, die de zaak meer van den juri-
dischen kant bezag. Spr. meende, dat de wet
is geschonden door de Amsterdamsche recht
bank. De politieke eed is langzamerhand;
afgeschaft. Bij den burgerlijken eed hangt
dit af van -de willekeur van den rechter.
In het belang van een oplossing ten aan
zien van den eed in het strafproces hoopt
Spr. dat thans een vervolging zal worden
ingesteld op grond van art. 192 Str., opdat
de Hooge Raad uitspraak zal kunnen doen.
Spr. gelooft eer aan verandering van de ju
risprudentie dan van de wet. Mocht de toe
stand geen verbetering ondergaan, dan
richt© men op een bond voor gewetensvrij
heid.
Na nog eenige opmerkingen van prof. Van
Rees ging de vergadering uiteen.
De moord te Tilburg. Om
trent den moord, die Dinsdagnacht te Til
burg weid gepleegd, wordt vandaar nog het
volgende gemeld
Maandagavond tusschen 9 en 10 uur
waren de huurlieden Gijsen en Stieltjens
vriendschappelijk bij elkander in de woning
van den laatstgenoemde. Eensklaps, door
jalousie gedreven, kregen de vrienden twist
©n stonden ze weldra verwoed tegenover
elkander.
Stieltjens, een sterke kerel van 35 jaar,
greep den 60-jarigen Gijsen aan, wierp hom
op d§ straat en trapte hem zoolang op het