KOLONIËN. BINNENLAND. ontstelde bevolking verliet de barakken. Benige muren, die reeds gescheurd waren, stortten in. OOST-IN DIE. Gouv.-Gen. Van Haute. In verband met het bericht, dat wij hebben overgenomen uit de N. C., aangaan de den gezondheidstoestand van den gou verneur-generaal, zij hier melding gemaakt- van het volgende telegram, dato 29 Moi uit Batavia aan het Soer. Hbld. ,,Do gezondheidstoestand van den land voogd schijnt thans weder normaal te zijn. Z.E. ziet er weer gezond uit". Aan de Staatscourant van gisteren ontleenen wij nog de volgende Koninkl. be sluiten aan den kapitein E. C. Oklmy/eiK, van hot 10e regiment infanterie, ter zake van 55-jarigen ou derdom, eervol ontcfag uit don militairen dienst verleend, onder toekenning van een pensioen van f 1512 's jaars; aan den reserve-kapitein J. M. M. F. van Hout, van de infanterie dor landweer in het XVI lie landweerdistrict-, ter wake van ongeschikt heid voor de verdere waarneming van don mili tairen dienst eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. bevorderd tot acljunct-ooniiniice de klerk van het aan het Departement van Koloniën verboit- don Statistisch Bureau H. J. Synnkeus, met in gang van 1 Juli 1900; do titulaire rang van tweede-luitenant ver teend aan don gopons. onderluitenant der infan terie van liet leger in Nod.-Indië E. J. L. Lan- kenau beuoemd tot ridder 4e klasse der Militaire Wil- Jetnsordo, tor bekroning van ben die ziah hebben ondersc8iei<len bij de krijgsverrichtingen in het militair commandement van Celebes, Menado en Timor, gedurende liet tweede halfjaar 1008: i de Aimboineesche fuselier M. Picauly en <lie In- landstlho fuselier Sn pon alias Oedawnkrama bepaald, dat by afzonderlijke dagorders, zoo in Imlië als in Nederland, eervol zal worden ver meld. ter belooiiing van hen die zich onderschei den (robben bij do krijgsverridhtingen in het mili tair oommandement van Amboina en Ternate, hoofdzakelyk gedurende het jaar 1008: do EurojKXwhe fuselier A. Kerküioff toegekend do aan do orde van Oranje-Nassau verbonden eeremedaille, in zilver, aan den sedert ge pons. Kuropeesohen sergeant dor infanterie R. Wagevekl De Staatscourant van Donderdag 1 Juli bevat o. a. de volgende Koninklijke besluiten I op verzoek eervol ontslagen de le luite nant op non-activiteit D. J. van Meereu- donk van de infanterie I benoemd voor 5 jaar tot reserve-officier van gezondheid 2e klasse de artsen J. A. J. Barge en J. C. Siemens; benoemd tot regeeringsvertegenwoordiger bij het te Beauvais te houden vijf-jaarlijk- sclie congres der „Sociétc praeliistorique de France" dr. C. W. Vollgraff, hoogleeraar aan de universiteit to Groningen benoemd en aangesteld tot tijdelijk offi cier van gezondheid 2e klasse bij het In- 1 dische leger dr. Robert Lesk. benoemd tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw de regent van Demak Raden Mas Adhipatti Ario Admingart; benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau H. A. H anken, directeur van den Wilheilminapolder en den Oost-Beveland- schen polder te Wilhclminadorp. aan den kapitein ter zee W. A. Mouton eervol ontslag uit den zeedienst verleend onder toekenning van pensioen, en het be drag van het pensioen ingevolge de artikelen onder 3o, 19, 20 en 26 der Pensioen wet voor de zeemacht 1902", bepaald op 3075 'sjaars; bevorderdtot kapitein ter zee de 'kapi tein-luitenant ter zee E. de Haan; tot kapi tein-luitenant ter zee de luitenant ter zee der lo klasse L. F. H. Tuckermanntot luitenant ter zee der le klasse de luitenant ter zee der 2o klasse A D. Muller; aau den luitenant ter zee der le klasse A. D. Muller eervol ontslag uit den zeedienst verleend ouder toekenning van pensioen en het bedrag van het pensioen ingevolge de ar tikelen 2 sub 3o, 16, 19, "20, 24 en 26 der Pensioenwet voor d© zeemacht 1902", be paald op 10.96 's jaars; bevorderd tot luitenant ter zee der lo klasso de luitenant ter zee der 2e klasse jhr. H. 'K. B. Ren dorp. Ook ten Paleizo ,,Het Loo" zal een tuinfeest plaats hebben, dat bepaald is op DiusdAg 13 Juli a. s. Prins en Prinses Kuni waren gisteren door den Jap&nachen gezant aan oen af- scheidsluneh voroenigd. Zij vertrokken gis teren avond 8.38 per lloll. Spoor naar yiissingen. Het perron van het HoUandscho Spoorstation stond gisterenavond bij do wachtkamer le kl. vol van imenschen, die nieuwsgierig waren om den Japanschen Prins on de Prinses, clie sedert j.l. Vrijdag in de Residentie doorbrachten, bij hun ver trok naar Engeland te zien. Naai- het station begeleid door kamer- hoor baron Taets van Amerongon en adju dant jhr. won Miihlen toefde het Keizer lijke Echtpaar met gevolg nog ©enigen tijd in een dei- salons, alwaar aan H.H. K.K. H.H. een afscheidsgroet gebracht werd door den oppenstalmeester baron Bentinck, den wethouder Janeen, waarnemend burge meester den oud-gouverneur der Reeiden- tio, gen er aal-majoor Do Moestor. Alvorens den ter hunner beschikking gje- stelden salonwagen van den trein te be stijgen, namens de Prins on zijn Gemalin van ieder1 der tot uitgeleide aanwezigen met een handdruk afscheid, zoomede van den stationschef, den heer Arnoldy. De Prins sprak tot de vertegenwoordigers der Koningin, blijkbaar om ziju innigeu dank te betuigen voor de allergastvrije ont vangst Z. K. II. en zijn Gemalin ten deel gevallen Op de omstanders maakte de Prins en Zijn Gade den indruk van een allervrien delijkst paar. Trouwens wordt Prins Kuno geprezen als een vorst van buitengewone goedheid. De Japanse be gezant ver gezeilde mjoi Vorstelijke londgenooten tot aan de gren zen des lands. Do minister van koloniën vertrok gisteren naar Het Loo, ter audiëntie bij H. M. de Koningin. De minister van waterstaat mr, Re- gout, die sedert zijn optreden in het Hotel des Lnides te 's Gravenhage woonde heeft zich thans den eigendom verzekerd van een panld aan den Beeuidenhout, dat ZExc. voornemens is in het begin van het najaar te betrekken. De ridderordenzaak. H e t V o 1 k zegt, dat men niet moet meen en, dat dr. Kuyper geen andere „za ken" met mej. Westmei]er deed dan die nu bekend geworden zijn. Dat blijkt wel uit het volgende briefje, aan haar gericht, ge schreven op officieel papier Departement van Binnen!Zaken. 's-Gravenhage, 6-7-1905. Mejuffrouw. Alleen voor Utrecht zou noodig zijn f 43.500. Er kan alzoo geen sprake van zijn, zelfs voor één Univ. is die som veel te hoog. Ik zal bij W. dan wel (volgt een on leesbaar woord). Hoogachtend Uw dw. dr. K. Het Utree li tsch Dagblad het wordt in dr. Kuyper's verweer niet ontkend maar erkend de volgende fei ten lo. In Januari 1902 is door of namens R. JLehmann aanzoek gedaan om een© decoratie. Dit aanzoek is door den Minister niet hooghartig afgewezen of stilzwijgend ter zij gelegd, maar aan de „aanzoekster" is opgemerkt dat geen enkele titel aanwezig was. Welke vingerwijzing voldoende bleek om al ras een „titel" te scheppen. 2o. Het aanzoek ter decoratie werd niet gedaan door bemiddeling van een ambtelijk orgaan of officieel persoon, maar door eene ietwat obscure juffrouw, die geenerlei ver antwoordelijkheid droeg of dragen kon, tot den minister echter in zoo vertrouwelijke verhouding staande, dat deze haar zelfs ging melden het adres, waar Z.Exc. ging „uit rusten". 3o. Dat zeer korten tijd na het vinden van een „titel" en na de inwilliging van het herhaald verzoek der „aanzoekster", de heer Lehmann is aangevangen voor aanzienlijke sommen donateur te worden van de a.-r. partijkas (via dr. Kuyper). Het donateurs ambt was wel kostbaar, doch trok zoo vernemen we thans van dr. Kuyper den heer Lehmann aan „als man van Rechts". Welke politieke kleur in de naaste omgeving van den heer L. geheel onbekend was en ook moeilijk bij den bekenden „kunstbescher mer" van het Grand Theatre-Van Lier kon worden verondersteld. 4o. De groote sommen, aangebracht dooi de katholieke juffrouw Westmeijer, die niet alleen „in echt Engelschen stijl" voor de a.-r. partij werkte, maar ook fungeerde als aanzoekster voor decoraties en die tegen de herstemming nog weer eens extra werd aangespoord hadden de bestemming om door den Minister te worden afgedragen aan het verkiezingsfonds der partij, welke vóór alles strijd voerde ten behoeve van het be houd en van de versterking der politieke positie van dienzelfdeu minister. 5o. Indien ten tijde van het ministerie- Kuyper bij aanvragen om decoratie geen „titel" aanwezig bleek te zijn, werd de Mi nister van Binnenlandsche Zaken bereid ge vonden den ietwat kostbaren weg tot het vinden van zulk een titel te wijzen. We herhalenDit alles berust niet op de aanklacht alleen, maar vindt erkenning in het verweerschrift van den oud-minister. Is 't nog noodig uitdrukkelijk gevolgtrek kingen te gaan maken, vraagt het U. D.. voorzeker niet De erkende feiten spreken. En die spreken duidelijker dan aan den oud-minister lief kan zijn. In een bijschrift bij het antwoord van dr. Kuyper zegt de (R.-K.) ,,Tijd Het spijt ons te moeten verklaren, dat wij de gegeven ophelderingen niet voldoende kunnen acftiten. Indiien men zegt, dat het verband tusscilien de toekenning van de begeerde decoratie aan den lieer Léhmann en de uitbetaling van verschillende geldelijke bedragen door den* zelfden heer Lehmann, voor verkiezangsdoelr einden aan dr. Kuyper en om niet vermelde redenen aan mejuffrouw Wostmeyer, niet is bewezen dan zegt men hetgeen op dit oogenbli'k de volkomen waarheid uitdrukt; mits daarbij de volle nadruk worde gelegd oj) het woord bewezen. De door dr Kuyper erkende feiten geven eohter, in. hun ouderlingen sameroliang be schouwd, den ompartijdigen beoordeel aar zóó veel stof tot vragen en gissingen, dat een nader onderzoek in deze, om versdhililende redenen., voor ons pijnlijke zaak niet mag uit blijven. En dit te minder, wijl in de verstrekte ophelderingen van tb. Kuyper ten minste op één pnnt, zooals de ,,N. Rotfc. Ot." terecht opmerkte, een klaarblijkelijke tegenspraak voorkomt, terwijl zijne verklaringen op een ander punt doen denken aan woordenspel. De beide voorname punten citeerend, zegt het blad verder dat over deze en meer andere noodzakelijk meer licht behoort op te gaan. Om daarna te vervolgen: Niets zal ons natuurlijk liever zijm, dan dat de tegen dr. Kuyper, het hoofd van liet be vriende Roohtsjohe Kabinet van 1901 inge brachte beschuldiging volkomen wond© weer legd. Maar daartoe is meer noodig, dan het door De Standaard" gepubliceerde stuk. Ook do daarin, voorkomend© verwijzing naar Engebohc en Amerikaansohe verkie- zrngspr act ijken dunkt ons wei mg geschikt, om <1© gemoederen gerust te stellen. Een van de zaken, waarop ons vaderland tot heden mag groot gaan, is de ongereptheid onzer politieke zeden, in zóóverre omkoo per ij van regeringspersonen, lintjeehandel en onbehoorlijk© bemoeiing van een zitting- nemend Kabinet met -politieke verkiezingen hier lande tot d© onbekende zaken behoor den evencóó het optreden van zekere, elders voorkomende klasse van betaald© personen, welke ten bate óf van de Regeering óf van particulieren in do binnenlandsChc politiek geheime diensten verrichten. Van het eene zoowel als het andere hopen wij voor altijd verschoond te blijven. Maar ook indien voor zóó iets geen vrees behoeft te bestaan, dan nog zou het kunnen wezen, dat door grove onvoorzichtigheid la den omgang met personen, welke een Mams- ter van de Kroon, zoolang hij zijn ambt be kleedt. op afstam! behoort te houden, ern stige belangen waren geschaad. Het zij daarom herhaald, dat o. i. zoowol ter wille van den onge repten naam van Mi nister Kuyper, welke naam, naar wij hopen, ongedeerd uit het onderzoek zal t© voor schijn komen, alsook ter wille van het alge meen belang, dringend nadere ophelderin gen geëisoht worden. Ook Het Huisgezin en De Gel derlander uiten zich in dienzelfden geest, de laatstgenoemde courant schrijft o. m. Wanneer de zaak geheel juist is voorge steld, kunnen wij d© handelwijze van den ex-premier en anti-revolutionairen leider niet goedkeuren, ook al zat do blijkbar© bedoeling vóór, bet „zwak" van een rijk man niet al leen een© partij, maar ook het belang van Nederlanders in den vreemde ten goed© te doen komen. Ook de allereerste stappen naar een lint- jeshandel waarvoor sommige landen berucht zijn en die samen pleegt te gaan met alge- meene politieke corruptie, dienen afgekeurd. Ze worden gezet op een voor het landsbelang en liet nationaal prestige zeer gevaarlijken weg. De Nieuwe Courant bespreekt nog eens in den breede de vraag of en zoo ja in hoever 't aan den minister vrij staat een actief deel te nemen aan de partij politiek. De .banden, door minister Kuyper met mej. Westmeyer onderhouden, en de tot haar gerichte aansporing om voort te gaan op het eenmaal ingeslagen pad wordt door genoemd blad zonder voorbehoud afge keurd. Evenzoo het door den minister innen van gelden voor de verkiezingskas zijner partij Wij verstaan zoo iets niet, het is in strijd met all© voorstellingen die wij ons ooit ge maakt hebben van de persoonlijke verplich tingen welke het ministers-ambt oplegt, van de hoogheid en de onpartijdigheid van des- zelfs bekleeders, en van de zedelijke nood wendigheid van overeenstemming tusschen daden en woorden van een voorganger der natie, tot de hoogste staatsbetrekking geroe pen. Dat is het wat afgescheiden van de cor- ruptievraag, waaromtrent door de gepubli ceerd© stukken en het antwoord nog niet vol doende licht is ontstoken ons aanstonds sterk heeft getroffen: het licht dat opging over liet zonderlinge milieu waarin deze mi nister zich heeft bewogen en over zijn eigen aardige opvattingen van hetgeen hem als persoon, ja als partijman, terwijl hij de be trekking van eersten landsdienaar bekleedde, vrij stond te doen. Wat al of niet aan een minister verboden zal zijn, daaromtrent kun nen de meeningen ook van tot oordeelen be voegden zeker uiteenloopen maar dit geloo- ven, neen. dit weten wij toch wel, dat in dr. Kuyper's meening over de oorbaarheid der door hem als minister onderhouden, thans aan net licht gebrachte relaties, wel nage noeg alle Nederlandscho staatslieden, die dat hooge ambt bekleed hebben of bekleeden, „niet geheel deelen" zullen. Minister Talma installeerde gisteren het booOdbomité vo'or de Interna tio nail© tentoonstelling te Brussel met eene rede, waarin hij er op wees dat de Staten-gene raal niet zen-der aarzeling gelden hebben tOegtestaaai voor deelneming van Nediert landtwijfel is geopperd aan het nut eener tentoonstelling van dit type. Toch dient Nederland daar waardig vertegenwoordigd], want wij hebben op de buitenJandsche markt eene positie te handhaven en te veroveren en wenschen daartoe een welverzorgde ten toonstelling. Een mocne Nederlandsch© af- deeling moge tegenstanders overtuigen en voorstan-"1 rs aanmoedigen. Com missaris- generaal voor Nederland, mr. E. R. H. Regout beantwoordde deze toespraak, waar na de comité-werkzaamheden aanvingen. Bij beschikking van den minister van Marine zijn de navolgende plaatsingen gelast met 1 Juli a.s. Officier van administratie der le (klasse J. R. J. de Raadt, tijdelijk werkzaam ge steld bij het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord. Adjunct-administrateur M. J. Kruijs, geplaatst aan boord van Hr. Ms. logement- schip „Neptunus". Blijkens bij het Departement van Marine ontvangen bericht is Hr. Ms. pant serschip De Ruyter, onder bevel van den kapitein ter zei M. W. L. Olivier, 27 dezer te Colombo aangekomen. De le luitenant van den staf der in fanterie A. A. den Hoed, werkzaam bij de Kon. Mil. Academie, is eervol ontheven van die werkzaamstelling en overgeplaatst bij het 2e regiment infanterie. Kon. Mil. Academie. Aan het examen voor den rang van 2de luite nant hebben, voldaan de onderstaande ca detten Infanterie hier te l&nde: J. J. Th. Beernink, M. R. A. Bisschoff van Heemskerk, Ph. R. F. C. die Bruijn, H. Buemo de Mesquita, K. J. Evenwel, G. Greid-anus, C. Koopman, J. Mallinckrodt, L, J. Norenburg, E. H. J. Nusseler, A. A. H. Oudshoorn, S. E. Palach©, Ph. A. D. A. van Rees, jhr. A. W. Snoeck, B. Spruyt, G. J. M. van Weel. Infanterie Oost-Indië J. P II. van Aalst, A. E. E. van Aarem, T. V. Agerbeek, J J. Akkensdijk, L. Oh. van don Berg, O. Brederode, A. Ch. d® Bruyn, J. P. Cabri, G. P. Oberiex, M. H. du Croo, L. Dryber, H. K. Franken, J. Geurink, G. F. V. Gosenson, J. F. W. L. Goslings, W. J. Houwing, G. A. Ilgen, K. de Jongh, K. W. F. von Langen, H. A. van Nedlen, G. Pape, A. van Pelt, R. Post humus, R. H. Raadsveld, S W. Reeman-, P. C. J. Schaffelaar, D. K. Schrok, F. C. A. Sc hul te, E. C. M. C. Schmith, J. A. van Staveren, E. A. Steinmetz, G. J. Tym- stra, F. A. Vreeling, P. II. Wyshijer. Cavalerie bier te lande: D. A. Camerliing Ilelmolt, H. G. van E verdingen, R. J. Hinlopen, W. E. Ma thol), W. A. M. Westerouwen, van Mete ren, J. A. Willinge Brautsma. Cavalerie Oost-Indië: A. A. Brouwers, J. J. Pels Rycken. Artillerie hier te lande J. A. Alma, S. J. van den Bergh, P, M. de Boer, jhr. K. J. van den Brandelter, A. C. E. Brosius, J. J. van der Eyk, H. dë Goede, K. A. R. van Haeften, J. D. W. Kalkman, H. Keppel Hesselink, D. de Leeuw, J. van Maaron, J. Marécha.1, G. van Meurs, F. A. L. Mollinger, A. Noor- duijn, A. K. Noorduijn, A. A. van Oor schot, A. C. Perk, J. Ph. D. Roland, J. van Rooy, jhr. D. W. Sickingbe, A. J. Staal, A. J. de Stoppelaar, BJeydesteyn, G. van Veldhuyzen, Ch. P. M. Verhaart, P. M. R. Versteegh, F. II. Wanninkhof, Chr. de Wijs, W. F. H. Zegers, Th. Ziedes des PI antes. Artillerie Oost-Indië L. J. C. Bakker, W. L. A. du Gelifte© Muller, J. L. Gude, F. W. Laupman, P. H. E. M. Schuhniacher, II. J. W. Ver niers van der Loef, B. S. Wolff. Genie hier te lande: A. Eekhof, J. F. A. Elich, jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, J. A. Kuijlaars, JTerkuhle. Genie Oost-Indië H. van Galen Lost, C. W. Gerliugs, G. A. van der Nagel, A. Treffers. Het „Leidscfh Dbl.'' deelt mede, dat de heer A. W. Sijthoff, de bekende uitgever te Leiden, die gisteren, tachtig jaar is gewor den, bij Kon. besluit is bevorderd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. M r. A Lou don. Naar het Vad. verneemt, heeft de administrateur aan het departement van Koloniën, mr. A. Loudon, zijn ontslag ingediend. Deze ontslagaanvrage zou liet gevolg zijn van de jongste benoemin gen onder de hoogste rangen aan genoemd departement. Naar de „Leeuw. Ct." verneemt, zal de heer E. Voorhorst, stationschef te Leeu warden, met 1 Augustus a. s. zijn stand plaats verwisselen met die van Den Haag, terwijl met gelijken datum de stationschef De Groot van Den Haag maar Leeuwarden wordt overgeplaatst. Gsteld ter beschikking van den gou verneur-generaal van N eder landsch-Indië om te worden benoemd tot ingenieur bij de opiumfabriek I-Jacobson; om te worden be noemd in rechterlijke betrekking mr. H. Oele. Op 5 October a. s. en volgende dagen zal te 's Gravenhage worden ingesteld het onderzoek naar de bedrevenheid van rijks- klerken der derde klasse bij de administratie der directe belastingen, invoerrechten en ac cijnzen. De verzoekschriften voor toelating tot dat onderzoek moeten vóór of uiterlijk op 14 Augustus aan het departement van fiaifncien worden ingezonden. In een der lokalen van de gebouwen der Coöp. Winkelver., vroeger van het dis trict 's Gravenhage van Eigen Hulp, werd gisterenmiddag aan den aftredenden voor zitter van het bestuur, den heer mr. A. E. Elias, in een plechtige bijeenkomst een hul deblijk, bestaande in een schilderij van den heer Van Waning aangeboden. Namens een hiertoe zich gevormd hebbende commissie hield mr. J. D. Veegens een rede, waarin hij met groote waardeering gewaagde van het vele door den aftredenden leider van het bestuur voor de coöperatie verricht. De heer Elias uitte met een kort woord hierop zijn hartelijken dank. Men verneemt, dat het met den ge zondheidstoestand van mevrouw Röell, die te Schwarzburg in Thüringen vertoeft, nog maar redelijk gaat. Echter, zoo wordt be richt, geniet ze veel van bet zeer schoone weer, dat. voor de genezing zeker bevor derlijk zal blijken. Bij de familie te Nijmegen is tele grafisch bericht ontvangen van het over lijden van den heer F. C. Gefken, onder voorzitter der Koloniale Staten van Suri name. Dé heer Gefken bereikte den ouder- do rnvan 59 jaar. Gisteren overleed te Dordrecht in ruim 73-jarigen ouderdom de heer llenri Vriesendorp Jr., een man die zich in ver schillende openbare betrekkingen heeft doen kennen. Van 1 September 1875 tot 1 September 1893 was hij ldd van dien Raad dezer gemeentein September 1889 volgde hij den heer G. H. Veth op als wethouder welk ambt hij den 30. Mei 1893 neerlegde, om toen te worden opgevolgd door den heer P. Bos Az. Voorts was hij tal van jaren vice-consul van Italië en Zweden en Noorwegen, i,u welke hoedanigheid hij tot ridder der Kroonorde van Italië en ridder le klasse van de Wasa-orde weid benoemd. De lu«tpumfeast«n te GroMlafen. Men meldt uit Groningen Gisteren was het de groote dag. De dag dei- maskerade. Een dag nog drukker dan Dinsdag, omdat nu, behalve de Koninklij ke Moeder ©n den Gemaal van oruze geëer biedigde Koningin, de Doorl. Hoogheden, de lieer Willem Karei Hendrik Friso met z'n Malinne de Princes Royale, kunnen worden bewonderd en toegejuicht. De mas kerade die iiir herinnering terugbrengt djen intocht dien Willem Karei Hendrik Friso den 24 April van het jaar 1736 in Gro ningen heeft gehouden. De hoofdpersoon wordit voorgesteld1 door den zoon van dén burgemeester van Groningen, jhr. A. W. L. Tjarda van Starkenburgh en prinses Anina van Engeland, de gemalinne van Zij ne Doorluchtigheid, door freule Alberda van Ekenstein. Een geweldige menigte be woog zich door de straten, de gewone en de extratreinen voerden al maar nieuwe gasten aan. De maskerade, waarin een paar prachtige galakoetsen uit de 18de eeuw werden gebruikt en ook de costumes, tot in, alle bijzonderheden overeenkomstig de mode van liet eerste gedeelte dier eeuw, werd zeer bewonderd. II. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. de Prins lieten staande op de pui van het stadhuis, waar hun op dat moment een de jeuner werd aangeboden door d'eu Groning schen gemeenteraad, de maskerad'e te half vier voorbijtrekken en tegen half vijf nog eens, toen zij inmiddels waren terugge keerd ten huize van dén Commissaris der Koningin. Op hun tocht van het sLadhuis naar het huis, dat gedurende deze dagt.w..Jlon^tliuis is, werd aan de Hooge G asten voor bouw der Israëlitische gemeente op tic i Nieuwstad een aardige hulde gebracht. De opperrabbijn hield een, korte toespraak, ter wijl daarna door het kerkelijk zangkoor een psalm werd gezongen. Des morgens was H. M. de Koningiin- Moeder reeds te half tien uitgereden om aan verschillende inrichtingen een bezoek te brengen. Het Groene Weeshuis, het Doorgangshuis, de Industrieschool voor Meisjes en het Instituut voor Doofstom men, weiden door haar met groot© belang stelling bezichtigd. Z. K. H. had een kwar tier eerder liet gouvernementsgebouw ver laten om een kijkje te nemen in d'e Dros- secrschool, de suikerraffinaderij Self Help en de Groninger Rij wielemfabriek A. Fon- gers. Beideni werden, ze op dien rijtoer door een groote menigte menscheai opgewacht en warm toegejuicht. ,Met den sneltrein van 6.40 keerden H. M. en Z. K. H. weder naar Het Loo terug. In den avond werd een herhaling der maskerade, onder fakkellicht gegeven, door duizenden menscihen opnieuw bewonderd. Geen wanklank heeft de feestvheugde ver stoord. De polit/ie had alles uitnemend ge regeld. Velddag Leger des Heils. Gisteren werd op het landgoed „Waterland" te Velsen, de nationale velddag van het. Leger des Heils gehouden. Jhr. mr. Boreel van Ho gelanden, burgemeester van Haar lem, eigenaar van bedoeld landgoed, was zoo bereidwillig voor dezen velddag zijn huiten beschikbaar te stellen. Evenals vorige jaren, werd ook deze bij eenkomst weer geleid door commandant en mevrouw Ridsdel, bijgestaan door luitenant kolonel en mevr. Govaars en luit.-kolonel en mevrouw Schoch. Commandant Railton, de eerste, die na commandant Ridsdel als of ficier van het heilsleger werkzaam was, was voor deze bijeenkomst uit Engeland over gekomen. Uit bijna alle deelen en uithoeken des lands waren de deelnemers voor deze bijeen komst samengekomen. Nadat alle deelnemers de plaats van bij eenkomst hadden bereikt, werd door com mandant en mevr. Ridsdel te 10.15 uur de vereeuigde heiligings-bij eenkomst geleid. Luit.-kolonel Govaars had te voren de bij eenkomst geopend, en de Legervlag ge- hes c hen Hierna werden op verschillende plaatsen korte heilssamenkomsten gehouden. Vervolgens werd de groote maatschappe lijke demonstratie gehouden, geleid door mevr commandante Ridsdel. Na een zang- en muziekuitvoering werd te ongeveer half vijf ure, alvorens de bijeen komst te sluiten, nog een vereenigde Heils- samenkomst gehouden. Onder het zingen van eenige liederen ver lieten successievelijk de verschillende bezoe kers te ongeveer 5^ uur het terrein. De ©edsquaestie. Heit was gisterenavond stampvol in de zaal van ,}Bel- levue" te Amsterdam, waar de Vereeniging De Dageraad een groote openbare vergade ring had belegd om te protesteeren. tegen het ii gijzeling stellen van een. getuige in de bekende strafzaak tegen den anti-militarist Smit, omdat hij wegens gemoedsbezwaren weigerde den eed af te leggen, waartoe ver scheidene sprekers van verschillende richting waren uitgenoodigd. Eenige van hen kondein1 niet komen, doch zonden sympathie-betuigin gen, o.a. prof. Van Hamel, mrS. van Hou ten en mr. J. A. Levy. Zoo ook eenige anar chistische en anti-militaristische vereenigin- gen. Als eerste spreker trad op de heer F. Domela Nieuwenhuis, die hulde bracht aan den heer Kriller voor zijn consequent optre den. Reeds vóór jaren had men geprotes teerd tegen den eedisdwang. Spr. bracht het géval van Bradlow in herinnering, die ge weigerd had den eed af te leggen om in het Engelsche parlement te komen. In de wet wordt niet in het geval voorzien, dat de betrokken persoon vrijdenker is. Spr. zou hier in toepassing willen hebben gebracht het „in dubio abstine". Spr. wekt op tot ver dere agitatie in deze zaak en is nieuwsgie rig naar de uitspraak van den Hoogen Raad. Hij memoreert, dat dr. Kuyper inl „Ons Program" als zijn overtuiging had te kennen gegeven, dat atheïsten niet den eed behoefden af te leggen, ofschoon deze door scherpe restricties hij in acht wenschte ge nomen te zien. Geloovigen en ongeloovigen kunnen samengaan in deze zaak. Spr. roept dus alle eerlijke menschen van elke overtuiging op met hem te protesteeren tegen deze inbreuk op de gewetensvrijheid. Vervolgens was het woord aan dr. P. C. F. Frowein, die de zaak meer van den juri- dischen kant bezag. Spr. meende, dat de wet is geschonden door de Amsterdamsche recht bank. De politieke eed is langzamerhand; afgeschaft. Bij den burgerlijken eed hangt dit af van -de willekeur van den rechter. In het belang van een oplossing ten aan zien van den eed in het strafproces hoopt Spr. dat thans een vervolging zal worden ingesteld op grond van art. 192 Str., opdat de Hooge Raad uitspraak zal kunnen doen. Spr. gelooft eer aan verandering van de ju risprudentie dan van de wet. Mocht de toe stand geen verbetering ondergaan, dan richt© men op een bond voor gewetensvrij heid. Na nog eenige opmerkingen van prof. Van Rees ging de vergadering uiteen. De moord te Tilburg. Om trent den moord, die Dinsdagnacht te Til burg weid gepleegd, wordt vandaar nog het volgende gemeld Maandagavond tusschen 9 en 10 uur waren de huurlieden Gijsen en Stieltjens vriendschappelijk bij elkander in de woning van den laatstgenoemde. Eensklaps, door jalousie gedreven, kregen de vrienden twist ©n stonden ze weldra verwoed tegenover elkander. Stieltjens, een sterke kerel van 35 jaar, greep den 60-jarigen Gijsen aan, wierp hom op d§ straat en trapte hem zoolang op het

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 2