M°. aa Jnarxang. Vrijdag 23 Juli 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderiqte nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bq de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKH OFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.lü. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Qroote lettors naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tc'l het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eexe circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wei houders dor gome en ie Aiir.ovtól'oort .brengen ter openbar© kennis, -dab de p-i loce.^eti' - verbaal van* de zittingen- van <1© Hioof'dkbenilbnreanx van don uitslag dor op 21 Juli 1809 géh-ouden horst om; mingen voor do ver kiezing van één lid van don Gemeenteraad van Amersfoort, in Ihet Ie Kit district en van twee leden in 'het Ulo Kb s(ll;-str-:ct, in afschrift zijn aangeplakt en ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage zijn nodergelogd. Amersfoort, dien 22 Juli 1909. Burgemeester en "Wethouders van Amersfoort, De fd'. Secretaris, Do Burgemeester, J. K. H. DJ? BBAl-FOHT. WDYTIERS. Politiek Overzicht Pe o««l© en de nieuwe hanselier. De afgevaardigde Naamann, een bekend lid van. d'e vrijzinnige partij in den rijksdag, maakt in de Hilfe eenige opmerkingen over den Keizer, zijn ouden en zijn nieuwen kan selier, die wel de aandacht verdienen. Hij schrijft Het is voor Keizer Wilhelm II geen ge makkelijke zaak dezen kanselier (Biilow) te laten gaan. Niet alsof Wilhelm II de smart van de scheiding van den Novemberkanse- lict niet zou kunnen overwinnen 1 Dat zal hij wel, maar hij zal in de toekomst of meer óf minder moeten regeeren dan tot dusver, omdat geen opvolger 't zal verstaan hem het regeeren zoo spelend gemakkelijk te maken. Dat ligt in het monarchale stelsel en behoort bovendien tot zijne persoonlijke eigenschappen. Hij is geen werkkracht zoo- ah Frederik II van Pruisen. De gedachte, zijn eigen kanselier te willen zijn, is daar om niet uitgevoerd kunnen worden. Wil helm II is onder Bülow monarch geweest, maar niet kanselier, en het November-debat hee."' dezen toestand openlijk vastgelegd «vis den normalen toestand'. Ook in de buiteu- landsche politiek heeft Bülow zich allengs tegenover den Keizer tot kanselier ge maakt. Dat kon hij, omdat hij schit terend den omgang verstond en een geniale menschen-behandelaar was. Hij liet den Keizer alle eer, maakte 't hem echter met opzet gemakkelijk de zaken in een voor hem gewenschten zin op te lossen. En de Keizer, die verstandig genoeg is deze ma nier om met hem om te gaan te begrijpen, liet zich die welgevallen, omdat hij over 't geheel er aan geloofde, dat Bülow de zaak wel goed zou aanpakken. Deze verhouding tusschen de heide hoog ste vertegenwoordigers van het gezag zal •niet op een opvolger kunnen worden over gedragen, eenvoudig omdat noch de heer von Bethimann-HoH'weg, noch iemand an ders .den. greep in de hand heeft, waarmede Bülow den Keizer aanpakte. Hij verstond net den monarchalen vorm in acht te ne men, zonder daarin op te gaan. Dat was een erfdeel van Bismarck. Nu gaat de laat ste Bismarckiaan uit den dienst, en er ver schijnt een kanselier, wiens burgerlijke oorsprong ook heden nog voelbaar is en voor wien de zon van Italië niet zoo goed geschenen heeft als voor zijn door het ge luk en door de mensclien verwenden voor ganger. Hij moet alle dingen ernstiger ne men, omdat hij zelf het leven ernstig op vat als een complex van moéielijik te ont warren plichten en rechten. Hij valt zeker niet op klelnigheden dood, maar zoo gemak kelijk als Bülow kan hij zich niet heenzet- ten over iets wat onduidelijk is. Hij wil zelf een begrip van de dingen hebben, en als hij dat heeft gekregen, dan heeft hij de behoefte te worden verstaan. Dat heeft Bü low nooit gehad, als hij maar zijn doel be reikte. Deze man zal nu tusschen Keizer, bondsraad, rijksdag en landdag de regee- ring voorstellen. Wat hij aan hulpkrachten aanwezig vindt, is niet bovenmate sterk. Hü kent den geheelen toestand, gaat niet, zooals vroeger Caprivi, in eene donkere kamer, maar toch zou 't ons niet verwon deren als hFj liever gebleven was wat hij tot dusver was. Maar wie moet anders de dc Bismarck in 't leven geroepen eerste plan'; vervullen? Wij hebben eene rustige, deskundige buitenlandsehe politiek noodig. Wanneer Bethmann-Hollweg daarvoor den man vindt, die hem ontlast en daarbij aan de natie de noodige zekerheid, biedt, dan •kan "hij tijd winnen voor zijne binnenland- sche plichten. Was 'het maar mogelijk ge- wr b Bülow als kanselier voor het buiten land te behouden en hem in het binnenland een bestuurskanselier ter zijde te stellen! Dat was niet mogelijk. Daarmee laadt zich oen dubbele last op de nieuwe schouders, die bijna te zwaar is voor een enkelen man. Rc s ten tijde van Bismarck was zijn ambt te groot voor één stel hersenen, en heden is 1. bij de ingewikkeldheid van den Duit- scIk toestand haast onafzienbaar. Wij wen schen den niouwen man toe, dat hij het wcord zal behartigen Regeeren beteekent zie1- plaatsvervangers verschaffen. I>e val van Clcmencean. Als men volledig kennis genomen heeft van de omstandigheden waaronder het votum heeft plaats gehad., dat de reden geweest is van. bet heengaan van het kabineb-Clemen- oeau, dian kan zich sdechts de indruk be vestigen, dat men hier te doen heeft met eene persoonlijke nederlaag van den minis ter-president, waaraan hij zelf voor een zeer groot deel, zoo niet geheel die schuld draagt. De Temps schrijft, dat de heer Clem&nceaii nooit slechter geïnspireerd is geweest; hij scheen hét maximum van dwalingen of poli tieke fouten te hebben opgehoopt in een mi nimum van woorden. Maar men zou tegen •do waarheid ingaan, wanneer men wilde be weren, dat de geheel© politiek van Clemen- ceau is getroffen dloor de nederlaag, da© hij zich heeft toegebracht, door een persoonlijk incident te enten op een debat van algemee- nen aard. De Temps laat zich dan aldus uit over de ministeriieele crisis „Het uur behoort aan den president der republiek, en wij hebben 'hem zijn plicht niet te dictee-ren. Maar er zijn indrukken, dié uit een eerste onderzoek bij allen zich dioen gelden. Daagls na een votum van ver trouwen ten aanzien van de algemeen© poli tiek kan ei* geen sprake van zijn van poli tiek te veranderen. De Kamer wenscht klaar blijkelijk, dat deze politiek zal worden voort gezet en ontwikkeld. De crisis biedt de ge legenheid aan, haar van sommige beletselen te verlossen. De komende minister-president zal van de ondervinding van zijn voorganger partij trekken, inzonderheid in de keuze van zijne medewerkers. Het beste in de tegen woordige Kamer is de vaderlandslievende fijngevoeligheid, die zij gisteren heeft ge toond,. het is ook haar onbetwistbaar voor nemen, om niet te beknibbelen op de offers voor de landsverdediging en voor het herstel van onze döor zoovele misslagen verminderde marine, het is eindelijk d'e trouw waarmee zij den heer Clemenceau heeft gesteund tegen de vereenigde socialisten^ bondgenooten van de saboteurs en de anarchisten. Wij wenschen den toekomstigen eersten minister de kracht en het vaete voorneem en too om de republiek te verdedigen tegen al hare vijanden. Moge hij niet vergoten, dat de dringendste vijand is de revolutionaire partij." In de Parijsch© politieke kringen wordt nagenoeg algemeen aangenomen, dat de cri sis veroorzaakt is door een pei*soonlijk toe val; als dat is hersteld, dan zal niets ver anderd wonden aan de politieke richting1 van het kabinet. Aan de Frankf. Ztg. wordt be richt, dat d'e crisis kan duren tot het begin van de volgende week, omdat de nieuwe regeering zich moet verstaan over een be perkt maar moeielijk programma, omvatten de de arb ei ds pensioen en, de herziening van het tarief van invoerrechten, de wijziging van de k. es wet en eindelijk de voorbereiding van de verkiezingen voor d'e nieuwe Kamer. Waarschijnlijk zullen tamelijk véle leden van het oude kabinet aanblijven. De alge meen© opvatting is, dat de portefeuille van marine toekomt aan Delcassé. Duit&chland. De nieuwe belastingwetten zijn in liet lleichsgesetzblatt afgekondigd. Zij zijn al len gedateerd Berlijn 15 Juli en door den nieuwen rijkskanselier von BetTiniami Heil weg ge co n tr as i gn ter d Frankrijk» De -nu afgetreden minister van buiten landsehe zak'em Piclio-n lieeft verDeden Zon- diag op een m u Lu al isteu-congres wan zijn departement, de Jura, eene redie gehou den, waarin hij over de buitenlandse be po litiek zeid'e ,,Van buiiitenlandsch gezichtspunt uit heb ik liet recht te zeggen, djat Frankrijk d'e vergelijking van zijn toestand met dli'en van geen ander land vreest. Onze gedoch te wias steeds deze, de werékl-vrécDe te handhiaven en te -bevestigenDat is oins gelukt in overeenstemming mét de vreemde regie ©ringen, dioor onzen vreediza- mteu wil hoven eiken twijfel te stellen, dloor de oprechtheid van onze bedoelingen door herbaalde handelingen tie bekrachti gen, dloor bet gezag van ons -woord te ver zekeren door onze eerlijkheid, door ons be sloten te 'toomicnen noodliig zonder -uitda ging en zonder zvlakheid aan onze waar digheid, onze knaicht en ons klaarblijkelijk recht eerbied te verschaffenHéden kan' nieawamd er aaai twijfelen, dat ons hoofd doel. bij de hamdh/aviing van dien vrede is, h-ern ook voor de anderen té verzekeren; nlienii'and kaai er aan itwij fel-eln, dlat wij trouw zijin aan onze vrienden en' onze bondgenooten, besloten van hieib aanzien, diat ons bomldigienootschap en onze vriémd- schapsbetrekk in gen ons geven, slechts ge bruik te maken om die- rivalitieiiltein tte ver zwakken, waaruit bet gevaar van Eurio- peescln© conflicten zou kunnen voortvloei en. Wij zijai als bet nood'ig is, vooir hét scheidsgerecht, steed-s voor de verzoening. V i c li y, 2 2 Juli. De lucbtschippers Paulhan en Tissandier stegen gelijktijdig op. Later trachtte Tissandier met een passagier op te gaan, maar het luchtschip viel op den grond en werd zwaar beschadigd. Persoon lijke ongelukken Kwamen niet voor. Engeland. Londen, 22 Juli. Lord Crewe heeft in het hoogerhuis het wetsontwerp be treffende de Zuicl-Afrikaansche Unie inge diend. Het zal Dinsdag in tweede lezing worden behandeld. Londen, 22 Juli. Bij de behande ling van de begrooting van "buitenlandsehe zaken werden verschillende vragen, betref fende de buitenlandsehe politiek te berde gebracht. De leden der arbeiderspartij protesteer den krachtig tegen de officieele ontvangst van den Czaar. Sir Edward Grey, minister van buiten landsehe zaken, verdedigde uitvoerig de Britsche staatkunde aan den Balkan on ver klaarde,,Wij wenschten, dat aan do wrij ving een einde zou komen en dat de ver betering, die in de diplomatieke betrekkin gen was gebracht, van blijvenden aard zou zijn." Nadat hij het Gongo-vraagstuk had be handeld', waarbij hij ontkende dat de hou ding van Engeland in deze zaak zwakker was geworden, besprak hij het 'bezoek van den. Czaar en Legde nadruk op het feit, dat Engeland zich niet had in te laten met de binnenlandsche aangelegenheden van een vreemd rijk. De minister ging aldus voort: Men ver langt van ons, dat wij de beleefdheid van eene verwelkoming, die door onze buren in Europa zal worden gegeven, zullen weige ren op oen tijd, waarop de constitutioneel© regeering onlangs in Rusland is gehuldigd en de doem a in volle werkzaamheid is, de regeering critiseerende en van haar ophel deringen ontvangend. Hij gewaagde van heb onlangs door eene deputatie van de doema aan Engeland gebrachte bezoek, die hare meening had gezegd over de wenschelijk- heid van het bezoek van den Czaar. Na de taal, waarvan sommigen buiten het gebouw zich hebben bediend, als beuzelachtige dwaasheid te hebben gekenschetst, deed hij een beroep op het gezond verstand van het huis en verzocht de leden te bedenken, dat de Czaar ongetwijfeld in de geschiedenis zal voortleven als de souverein, gedurende wiens regeering de gron-d'wet werd verleend. Namens de regeering verklaar ik, dat wij den Czaar zullen verwelkomen als heb hoofd van een grooten staat, met welks regeerlng en v-o'lk wij op vriendsclrappelijken voet ver langen te zijn." Het voorstel tot vermindering van de be grooting van buitenlandsehe zaken, dat ge daan werd als protest tegen het be-zoek van den Czaar, werd verworpen met 187 tegen 79 stemmen. In Dumfries Burghs is bob lid van, hek lagerhuis gekozen dfe, liberaal Gul land niet eten meerderheid vlan 292 (18771585) stemmen. De liberale mieerderlie-id is ©eni ge honderden stemmen achteruitgegaan. De unliio nis tear wonnen 183, de iiberiallien 158 s(temmén in vergelijking met de vorige maal. De klatholieken waren tegenstan ders van den liberalen candidiaat. Londen, 22 Juli. De Sc.hotsche mijneigenaars en de mijnwerkers zijn over eengekomen, dat de verlaging der loonen en de staking, die den 26cn dezer zouiden ingaan, eene week zullen werden uitgesteld om verdere onderhandelingen te kunnen voeren. Italië. Een paar weken geleden werd bericht, dat de bekende Russische schrijver Maxim Gorki aanzegging had gekregen Italië te verlaten. Dit wordt nu herhaald in dezen vorm, dat de Italiaansche autoriteiten hem hebben uitgenoodigd, onverwijld Napels te verlaten en ook den omtrek van de stad te mijden. Dit is geschied op aandrang van de Russische geheime politie, omdat Gorki onder de Italiaansche socialisten stemming trachtte te maken tegen de reis van den Czaar. Maxim Gorki, die sedert bijna vier jaren in Italië woont, heeft zijn tijd besteed aan zijn litterairen arbeid en in zijne verblijf plaats Capri vele nieuwe werken gesclire- ven Eerst onlangs is hij politiek eenigs- zins op den voorgrond getredennaar aan leiding van het aanstaande bezoek van den Czaar in Italië heeft hij een artikel geschre ven, waarin hij de politieke gebeurtenissen in Rusland beschreef en ©ene statistiek gaf van de «xecutiën en verbanningen. Dit arti kel is aanleiding, gev/eest, dat deze maat regel op 'hem is toegepast. Rusland. Petersburg, 22 J u 1 i. De minis terraad' heeft be sloten tot verlaging v'aiu hlet transObo-wo-oridibarief v.oor dagblad- bëllegrammen, die over de West-Siberisch© lijn tusiscb.en West-Europa en- hlet Verne Oosten worden verzoolden. De aan Rusülnjnd toekomende vergoeding voor élk woord van znllfce tel'egriamlmen. zal van 1 franc 75 cen times verminderd worden1 tot 58 c enten es. Heb besluit moet nog door deu Czaar be krachtigd wonden. Turkije. De Kretazaak heeft ten g eivol ge, dat zich in Turkije eene neiging toont tot toenadering aan Bulgarije. Maihmoed Chefket heeft zich. in een interview zeer vriendelijk voor Bul garije uitgelaten en d-enzelfden toon ademt de Konstantiuopelsche pers. Ook in hét nieuwe koninkrijk is eene strooming ten gunste van eene nauwere verhouding; zoo ver echter gaat men aan geen. van beide zijden, dat men een bondgenootschap wil voorbereiden. Het is slechts te doen om eene vriendschappelijke verhouding, waarvan Bul garije zich voordeel en belooft voor zijne stamgenooteu in Macedonië, die zouden mioeten wfor-den begunstigd tegenover de Grieken, welke de Porte thaus wantrouwt, terwijl de Porie in het geval van eeu oorlog naar het noorden gedekt zou willen zijn. De mogelijkheid van oen oorlog wordt overigens in de laatste dagen weder lager getaxeerd, hoewel dé Turkscbe regeering de militaire maatregelen voortzet. De houding vau beschermende mogendheden bevre digt in Konstanbiopel niet. Men zou zich daar schikken in den toestand, die in Kreta on der prins George en tijdens de aanwezig heid van dé vreemde troepen heerschte, maar niet met den tegen wo or digen toestand, omdat nu op het eiland Grieksch© officieren bevel voeren, in naam van den Koning recht wordt gesproken en o-ok de postzegels aan leiding geven tot bezwaren van Turlcsch souvereini beits standpunt. De mogendheden verlangen eéliter in hunne nota het voort duren van den status quo en inzonderheid Engeland weigert de Turksche wenschen vol komen. Naar het Fransch van Edmond Lepelletier. 47 DOOK J. L. VAN DER MOER. ,,Maar hoe kan uw vrouw oorzaak van uw arrestatie zijn?" vroeg La Trémouille zeer beleefd. ,,G, da's ©euvoiu'diig te verklaren, 't Is al tijd gevaarlijk 'n te mooie vrouw te heb ben meneer de markies, maar in 'dén tegen.- woordigen tijd is 't gevaar grooter dan ooit. Wanimeer- een 'van die heer-en van 't Koninklijke leger, wel -zoo goed wil zijn te gelooven dlat een van dé vrouwen in de stad in z'n- san aak valt, dan doet ié niét eenis de moeite haar 't hof te makén en haar de gewén© belleefd'hëid'jeis te bewijzen... nee, hij stelt er zich m'ee tevreden n paar helle baardiers uit te zeniden, die de nechtgenoot hier heen brengen.., en de plaats naast de vrouw, die dan al .zoo goed als (half wéduwe is, komt vrij... Dit is mij overkom'en. Jua- nita heeft 't ongeluk igéhad aan' kapitein Riguenez te behagen, en de kap'beih heeft me van nacht laten halen." „Dat ds afschuwelijk!" vond La Tré mouille. „En hioopt u dan ni'et te ontsnap pen, bestaat daarop volstrekt géén kanis?" „Toch wel... Juanita is handig... ze heeft me gezworen dat ze gratie voor me zal weten te krijgen... maar op welke voorwaarde, me neer de markies,... dat heb 'k haar niet dur ven vragen," eindigde hij met een zucht. En als om de treurige gedachten die in hom opkwamen te verjagen, vervolgde hij glim lachend „Maar gij zelf, meneer d'e mar kies, om welke reden zijt gij hier?" Hebt u ook eenige hoop?" ,,Ik?... Ik ben gevangene, maar op parool vrijgelaten," antwoordde La Trémouille bijna vroolijk. „Waarom heeft men u dan gearresteerd?" „O, d'a's 'n vermakelijke geschiedenis... ik moet u zeggen: dat Zijne Majesteit, Koning Karei vair Frankrijk, mij zeer genegen is, omdat 'k zoo handig ben bij 't kaatsspel..." „Dus u speelt...?" „O, uitstekend, dat mag gozogd... Zonder deze bijzondere eigenschap, zouden m'n godsdienstige begrippen! me reeds lang 't lot vai; m'n geloofsgeno.oten hebben dóen doelen. Op zekeren dag, na afloop van 't kaatsspel, riep Zijne-Majesteit me bij zich -en zei: „La Trémouille, 't is hier veel te warm. voor je... ga eens in de Nederlanden kijken, daar is 't gezonder..." Ik begrijp 't dadelijk en ver trek. Op 'n goeden, dag bevind 'k me ergens in de buurt van de grenzen en wien zie 'k daar midden in de rivier, omringd- door 'n troep ruiters? prins Lode wijk van Nas sau, die me -d'adêlijk toeroept: Hé, La Tré mouille!" „Kende de Prins u dan?" „Ik heb 'm vaak ontmoet op 't Louvr-o, toen hij te Parijs kwam met .z'n broer Wil lem... 'n kranige edelman I" „De prins van Oranje?... Ja, markies, dab is de braafste, de edelste, de verstandigste en moedigst©'burger van dit land! De-eer, wel licht dë verlosser van de Nederlanden Onze chef, ouzo hoop!" riep Hilarion- geestdriftig uit. „Maar wat gebeurde er toen verder?" „Wel, wat drommel, ik riep natuurlijk terugMan&eigneur wat doet u daar in 't water?" en hij antwoordtIlc ziek 'n waad bare plaats voor m'n mannetjes. Hebt go lu-st u bij ons aan te sluiten? Om wat te gaan doen? Om u eens te meten met de hoeren iSpanjaarden!" Dit stond me wel aan, te meer daar 'k als protestant niet 't minste gevoel voor Zijne Majesteit Koning Philips..." „Hij heeft ons Alva gezonden. Al 't bloed dab hier in' dit land stroomt wordt op zijn. last- vergoten 1 Die healog is 'n gekroonde beul „'t Is bovendien zoo'n sombere kerel... hij verveelt one bepaald... ik zei dus aan den Prins dat 'lc gaarne van de partij zou zijn. We rijden den ganschen dag en -de troep groeit steeds aan... 's nacht-s- is al 'n heel legertje... Den volgenden dag ontmoeten we de Spanjaarden bij Jemmigen... er wordt ge vochten -en wij worden geslagen. M'n paard dat gewond is, valt en ik kom er onder t-e liggen... 'n Spanjaard helpt- me er -onder van -daan, ontwapent me en verkoopt me, met paard en harnas er bij, voor honderd pisto len aan z'n kap'tein. Deze laat me voor dui zend -ducaten aan z'n kolonel, die me voor 't drievoud overdoet aan den hertog van Alva. En deze heeft me getaxeerd op hon derd -duizend -daalders." „Nu, en de hertog?" vroeg Hilarion spot tend. „Nu, daar is 't> nu gelukkig voorloopig bij gebleven. Ik zou waarlijk op 't laatst te veel waarde krijgen „Ja, honderd duizend1 daalders, da's waar achtig geen kleinigheid." ,,'t Is wel 'n beetje overvragen, hé? Men stelt mijn verdienste wat erg hoog... Enfin. - ik heb aan- m'n vader, geschreven -en ver- zocht dat sommetje voor me bijeen t-e bren- I gen... 't Zal me toch altijd 'n paar kasteelen kosten." „En wat- hebt u in afwachting gedaan?" „Ik verveelde me, zooals ge begrijpt. In Nederland komen voor z'n genoegen en dan, I zooals te Jemmigen, tusschen twee Lom-bar- dische soldaten opgebracht worden... Kort en goed, ik dacht bij me zelf: -je lvebt je woord gegeven de grens niet over te gaan... uitsteken-cl! Dat zullen w© -ook niet -doen, maar laten we eens '11 kijkje .gaan. nemen in Brussel. Mein mag niet kunnen zeggen, dat 'k in de Nederland-en ben geweest en dat 'k mezelve .niet eens 't genoegen heb gegund 't carnaval te Brussel oij te wonen..." „En zoo komt u dus hier?" „En liefst maar weer dadelijk gevangen genomen -na aankomst... 't is wel 'n beetje hard. op vastenavond'1" ,,'n Treurige vastenavond! Och, och, mar kies, sedert -die Alva hier is, is 't in deze stad, die meer op 'n groot© kazerne gelijkt, eigenlijk dagelijks Asoh-cfag." Op -dit loogenblik werd -de poort van- het paleis van dén gouverneur geopend, om doorgang te verl-eenen aan Noircarmes, den opper-rechter, vergezeld van Delrio en De Vargas. Achter h-en: liep een kapitein van de- mus ketiers, het hoofd trotseh omhoog, de kne vels opgedraaid. „Kap'tein Riguenez I... hij is 'f', fluister de Hilarion den markies toe. „Och, ik denk dat Juanita hem niet vriendelijk ontvangen heeft... misschien heeft ze -er wel op gesla gen en nu komt ie zich wreken!... Hij is met Noircarmes en do andere leden van den Raad van -Beroerte... hij heeft hun. mijn le ven gevraagd, en 't niet gekregen. 1" „Zoudb ge denken? De kap'tein ziet er anders niet zoo kwaad' uit... hij komt hier heen... hij lacht zelfs..." „Hij wil bij m'n terechtstelling zijn... zich verheugen in m'n leedO, God, ik ben 'n verloren ananArme Juanita, je zult Hi larion, dien je zoo liefhebt, niet weerzien! En hoe zul je zonder hem kunnen leven?" En de van schrik verstijfde lippen vali den gewezen monnik schenen in stilte nog een I n m a n u s te prevelen, teen hij plot seling een hand op zijni schouder voelde. „De beul 1" zuchtte hij en hij begon de beenen te bewegen, als zweefdë hij reeds met) de strop om den hals in de lucht. Een stem achten* hem fluisterde hem toe „Deze is 't, heer Noircarmes... ik herken hem aan' z'n kalm, onnoozel gezicht." „Staat ge voor hem in, kap'tein Rigue nez?" vroeg eeu andere stem. Eu de eerste stem antwoordde ,,'n Goedige kerel, vrij ongevaarlijk, die er, onder ons gezegd', 'n pracht- van 'n vrouw op na houdt. Ik -heb me tot nader order zelf dagelijks bij hem aanl tafel genoodigd'.dé man is er mee belast in de keuken bier en wijn te halen... U zult me toch hoop 'k niet van m'n keldermeester berooven, meneer do opper-rechter?" „Goed, men kan hem vrijlaten..." Wordt rervol'jd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1