M°. aa
Jnarxang.
Vrijdag 23 Juli 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderiqte nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bq de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKH OFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.lü.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Qroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handol en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tc'l
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eexe
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wei houders dor gome en ie
Aiir.ovtól'oort .brengen ter openbar© kennis, -dab de
p-i loce.^eti' - verbaal van* de zittingen- van <1©
Hioof'dkbenilbnreanx van don uitslag dor op 21
Juli 1809 géh-ouden horst om; mingen voor do ver
kiezing van één lid van don Gemeenteraad van
Amersfoort, in Ihet Ie Kit district en van twee
leden in 'het Ulo Kb s(ll;-str-:ct, in afschrift zijn
aangeplakt en ter Secretarie der gemeente voor
een ieder ter inzage zijn nodergelogd.
Amersfoort, dien 22 Juli 1909.
Burgemeester en "Wethouders van
Amersfoort,
De fd'. Secretaris, Do Burgemeester,
J. K. H. DJ? BBAl-FOHT. WDYTIERS.
Politiek Overzicht
Pe o««l© en de nieuwe hanselier.
De afgevaardigde Naamann, een bekend
lid van. d'e vrijzinnige partij in den rijksdag,
maakt in de Hilfe eenige opmerkingen over
den Keizer, zijn ouden en zijn nieuwen kan
selier, die wel de aandacht verdienen. Hij
schrijft
Het is voor Keizer Wilhelm II geen ge
makkelijke zaak dezen kanselier (Biilow) te
laten gaan. Niet alsof Wilhelm II de smart
van de scheiding van den Novemberkanse-
lict niet zou kunnen overwinnen 1 Dat zal
hij wel, maar hij zal in de toekomst of meer
óf minder moeten regeeren dan tot dusver,
omdat geen opvolger 't zal verstaan hem
het regeeren zoo spelend gemakkelijk te
maken. Dat ligt in het monarchale stelsel
en behoort bovendien tot zijne persoonlijke
eigenschappen. Hij is geen werkkracht zoo-
ah Frederik II van Pruisen. De gedachte,
zijn eigen kanselier te willen zijn, is daar
om niet uitgevoerd kunnen worden. Wil
helm II is onder Bülow monarch geweest,
maar niet kanselier, en het November-debat
hee."' dezen toestand openlijk vastgelegd «vis
den normalen toestand'. Ook in de buiteu-
landsche politiek heeft Bülow zich allengs
tegenover den Keizer tot kanselier ge
maakt. Dat kon hij, omdat hij schit
terend den omgang verstond en een
geniale menschen-behandelaar was. Hij liet
den Keizer alle eer, maakte 't hem echter
met opzet gemakkelijk de zaken in een voor
hem gewenschten zin op te lossen. En de
Keizer, die verstandig genoeg is deze ma
nier om met hem om te gaan te begrijpen,
liet zich die welgevallen, omdat hij over
't geheel er aan geloofde, dat Bülow de
zaak wel goed zou aanpakken.
Deze verhouding tusschen de heide hoog
ste vertegenwoordigers van het gezag zal
•niet op een opvolger kunnen worden over
gedragen, eenvoudig omdat noch de heer
von Bethimann-HoH'weg, noch iemand an
ders .den. greep in de hand heeft, waarmede
Bülow den Keizer aanpakte. Hij verstond
net den monarchalen vorm in acht te ne
men, zonder daarin op te gaan. Dat was
een erfdeel van Bismarck. Nu gaat de laat
ste Bismarckiaan uit den dienst, en er ver
schijnt een kanselier, wiens burgerlijke
oorsprong ook heden nog voelbaar is en
voor wien de zon van Italië niet zoo goed
geschenen heeft als voor zijn door het ge
luk en door de mensclien verwenden voor
ganger. Hij moet alle dingen ernstiger ne
men, omdat hij zelf het leven ernstig op
vat als een complex van moéielijik te ont
warren plichten en rechten. Hij valt zeker
niet op klelnigheden dood, maar zoo gemak
kelijk als Bülow kan hij zich niet heenzet-
ten over iets wat onduidelijk is. Hij wil
zelf een begrip van de dingen hebben, en
als hij dat heeft gekregen, dan heeft hij de
behoefte te worden verstaan. Dat heeft Bü
low nooit gehad, als hij maar zijn doel be
reikte.
Deze man zal nu tusschen Keizer,
bondsraad, rijksdag en landdag de regee-
ring voorstellen. Wat hij aan hulpkrachten
aanwezig vindt, is niet bovenmate sterk.
Hü kent den geheelen toestand, gaat niet,
zooals vroeger Caprivi, in eene donkere
kamer, maar toch zou 't ons niet verwon
deren als hFj liever gebleven was wat hij
tot dusver was. Maar wie moet anders de
dc Bismarck in 't leven geroepen eerste
plan'; vervullen? Wij hebben eene rustige,
deskundige buitenlandsehe politiek noodig.
Wanneer Bethmann-Hollweg daarvoor den
man vindt, die hem ontlast en daarbij aan
de natie de noodige zekerheid, biedt, dan
•kan "hij tijd winnen voor zijne binnenland-
sche plichten. Was 'het maar mogelijk ge-
wr b Bülow als kanselier voor het buiten
land te behouden en hem in het binnenland
een bestuurskanselier ter zijde te stellen!
Dat was niet mogelijk. Daarmee laadt zich
oen dubbele last op de nieuwe schouders,
die bijna te zwaar is voor een enkelen man.
Rc s ten tijde van Bismarck was zijn ambt
te groot voor één stel hersenen, en heden
is 1. bij de ingewikkeldheid van den Duit-
scIk toestand haast onafzienbaar. Wij wen
schen den niouwen man toe, dat hij het
wcord zal behartigen Regeeren beteekent
zie1- plaatsvervangers verschaffen.
I>e val van Clcmencean.
Als men volledig kennis genomen heeft
van de omstandigheden waaronder het votum
heeft plaats gehad., dat de reden geweest is
van. bet heengaan van het kabineb-Clemen-
oeau, dian kan zich sdechts de indruk be
vestigen, dat men hier te doen heeft met
eene persoonlijke nederlaag van den minis
ter-president, waaraan hij zelf voor een zeer
groot deel, zoo niet geheel die schuld draagt.
De Temps schrijft, dat de heer Clem&nceaii
nooit slechter geïnspireerd is geweest; hij
scheen hét maximum van dwalingen of poli
tieke fouten te hebben opgehoopt in een mi
nimum van woorden. Maar men zou tegen
•do waarheid ingaan, wanneer men wilde be
weren, dat de geheel© politiek van Clemen-
ceau is getroffen dloor de nederlaag, da© hij
zich heeft toegebracht, door een persoonlijk
incident te enten op een debat van algemee-
nen aard. De Temps laat zich dan aldus uit
over de ministeriieele crisis
„Het uur behoort aan den president der
republiek, en wij hebben 'hem zijn plicht
niet te dictee-ren. Maar er zijn indrukken,
dié uit een eerste onderzoek bij allen zich
dioen gelden. Daagls na een votum van ver
trouwen ten aanzien van de algemeen© poli
tiek kan ei* geen sprake van zijn van poli
tiek te veranderen. De Kamer wenscht klaar
blijkelijk, dat deze politiek zal worden voort
gezet en ontwikkeld. De crisis biedt de ge
legenheid aan, haar van sommige beletselen
te verlossen. De komende minister-president
zal van de ondervinding van zijn voorganger
partij trekken, inzonderheid in de keuze van
zijne medewerkers. Het beste in de tegen
woordige Kamer is de vaderlandslievende
fijngevoeligheid, die zij gisteren heeft ge
toond,. het is ook haar onbetwistbaar voor
nemen, om niet te beknibbelen op de offers
voor de landsverdediging en voor het herstel
van onze döor zoovele misslagen verminderde
marine, het is eindelijk d'e trouw waarmee
zij den heer Clemenceau heeft gesteund tegen
de vereenigde socialisten^ bondgenooten van
de saboteurs en de anarchisten. Wij wenschen
den toekomstigen eersten minister de kracht
en het vaete voorneem en too om de republiek
te verdedigen tegen al hare vijanden. Moge
hij niet vergoten, dat de dringendste vijand
is de revolutionaire partij."
In de Parijsch© politieke kringen wordt
nagenoeg algemeen aangenomen, dat de cri
sis veroorzaakt is door een pei*soonlijk toe
val; als dat is hersteld, dan zal niets ver
anderd wonden aan de politieke richting1 van
het kabinet. Aan de Frankf. Ztg. wordt be
richt, dat d'e crisis kan duren tot het begin
van de volgende week, omdat de nieuwe
regeering zich moet verstaan over een be
perkt maar moeielijk programma, omvatten
de de arb ei ds pensioen en, de herziening van
het tarief van invoerrechten, de wijziging
van de k. es wet en eindelijk de voorbereiding
van de verkiezingen voor d'e nieuwe Kamer.
Waarschijnlijk zullen tamelijk véle leden
van het oude kabinet aanblijven. De alge
meen© opvatting is, dat de portefeuille van
marine toekomt aan Delcassé.
Duit&chland.
De nieuwe belastingwetten zijn in liet
lleichsgesetzblatt afgekondigd. Zij zijn al
len gedateerd Berlijn 15 Juli en door den
nieuwen rijkskanselier von BetTiniami Heil
weg ge co n tr as i gn ter d
Frankrijk»
De -nu afgetreden minister van buiten
landsehe zak'em Piclio-n lieeft verDeden Zon-
diag op een m u Lu al isteu-congres wan zijn
departement, de Jura, eene redie gehou
den, waarin hij over de buitenlandse be po
litiek zeid'e
,,Van buiiitenlandsch gezichtspunt uit heb
ik liet recht te zeggen, djat Frankrijk d'e
vergelijking van zijn toestand met dli'en
van geen ander land vreest. Onze gedoch
te wias steeds deze, de werékl-vrécDe te
handhiaven en te -bevestigenDat is oins
gelukt in overeenstemming mét de
vreemde regie ©ringen, dioor onzen vreediza-
mteu wil hoven eiken twijfel te stellen,
dloor de oprechtheid van onze bedoelingen
door herbaalde handelingen tie bekrachti
gen, dloor bet gezag van ons -woord te ver
zekeren door onze eerlijkheid, door ons be
sloten te 'toomicnen noodliig zonder -uitda
ging en zonder zvlakheid aan onze waar
digheid, onze knaicht en ons klaarblijkelijk
recht eerbied te verschaffenHéden kan'
nieawamd er aaai twijfelen, dat ons hoofd
doel. bij de hamdh/aviing van dien vrede is,
h-ern ook voor de anderen té verzekeren;
nlienii'and kaai er aan itwij fel-eln, dlat wij
trouw zijin aan onze vrienden en' onze
bondgenooten, besloten van hieib aanzien,
diat ons bomldigienootschap en onze vriémd-
schapsbetrekk in gen ons geven, slechts ge
bruik te maken om die- rivalitieiiltein tte ver
zwakken, waaruit bet gevaar van Eurio-
peescln© conflicten zou kunnen voortvloei
en. Wij zijai als bet nood'ig is, vooir hét
scheidsgerecht, steed-s voor de verzoening.
V i c li y, 2 2 Juli. De lucbtschippers
Paulhan en Tissandier stegen gelijktijdig op.
Later trachtte Tissandier met een passagier
op te gaan, maar het luchtschip viel op den
grond en werd zwaar beschadigd. Persoon
lijke ongelukken Kwamen niet voor.
Engeland.
Londen, 22 Juli. Lord Crewe
heeft in het hoogerhuis het wetsontwerp be
treffende de Zuicl-Afrikaansche Unie inge
diend. Het zal Dinsdag in tweede lezing
worden behandeld.
Londen, 22 Juli. Bij de behande
ling van de begrooting van "buitenlandsehe
zaken werden verschillende vragen, betref
fende de buitenlandsehe politiek te berde
gebracht.
De leden der arbeiderspartij protesteer
den krachtig tegen de officieele ontvangst
van den Czaar.
Sir Edward Grey, minister van buiten
landsehe zaken, verdedigde uitvoerig de
Britsche staatkunde aan den Balkan on ver
klaarde,,Wij wenschten, dat aan do wrij
ving een einde zou komen en dat de ver
betering, die in de diplomatieke betrekkin
gen was gebracht, van blijvenden aard zou
zijn."
Nadat hij het Gongo-vraagstuk had be
handeld', waarbij hij ontkende dat de hou
ding van Engeland in deze zaak zwakker
was geworden, besprak hij het 'bezoek van
den. Czaar en Legde nadruk op het feit, dat
Engeland zich niet had in te laten met de
binnenlandsche aangelegenheden van een
vreemd rijk.
De minister ging aldus voort: Men ver
langt van ons, dat wij de beleefdheid van
eene verwelkoming, die door onze buren in
Europa zal worden gegeven, zullen weige
ren op oen tijd, waarop de constitutioneel©
regeering onlangs in Rusland is gehuldigd
en de doem a in volle werkzaamheid is, de
regeering critiseerende en van haar ophel
deringen ontvangend. Hij gewaagde van heb
onlangs door eene deputatie van de doema
aan Engeland gebrachte bezoek, die hare
meening had gezegd over de wenschelijk-
heid van het bezoek van den Czaar. Na de
taal, waarvan sommigen buiten het gebouw
zich hebben bediend, als beuzelachtige
dwaasheid te hebben gekenschetst, deed hij
een beroep op het gezond verstand van het
huis en verzocht de leden te bedenken, dat
de Czaar ongetwijfeld in de geschiedenis
zal voortleven als de souverein, gedurende
wiens regeering de gron-d'wet werd verleend.
Namens de regeering verklaar ik, dat wij
den Czaar zullen verwelkomen als heb hoofd
van een grooten staat, met welks regeerlng
en v-o'lk wij op vriendsclrappelijken voet ver
langen te zijn."
Het voorstel tot vermindering van de be
grooting van buitenlandsehe zaken, dat ge
daan werd als protest tegen het be-zoek van
den Czaar, werd verworpen met 187 tegen
79 stemmen.
In Dumfries Burghs is bob lid van, hek
lagerhuis gekozen dfe, liberaal Gul land niet
eten meerderheid vlan 292 (18771585)
stemmen. De liberale mieerderlie-id is ©eni
ge honderden stemmen achteruitgegaan.
De unliio nis tear wonnen 183, de iiberiallien
158 s(temmén in vergelijking met de vorige
maal. De klatholieken waren tegenstan
ders van den liberalen candidiaat.
Londen, 22 Juli. De Sc.hotsche
mijneigenaars en de mijnwerkers zijn over
eengekomen, dat de verlaging der loonen
en de staking, die den 26cn dezer zouiden
ingaan, eene week zullen werden uitgesteld
om verdere onderhandelingen te kunnen
voeren.
Italië.
Een paar weken geleden werd bericht, dat
de bekende Russische schrijver Maxim
Gorki aanzegging had gekregen Italië te
verlaten. Dit wordt nu herhaald in dezen
vorm, dat de Italiaansche autoriteiten hem
hebben uitgenoodigd, onverwijld Napels te
verlaten en ook den omtrek van de stad te
mijden. Dit is geschied op aandrang van
de Russische geheime politie, omdat Gorki
onder de Italiaansche socialisten stemming
trachtte te maken tegen de reis van den
Czaar.
Maxim Gorki, die sedert bijna vier jaren
in Italië woont, heeft zijn tijd besteed aan
zijn litterairen arbeid en in zijne verblijf
plaats Capri vele nieuwe werken gesclire-
ven Eerst onlangs is hij politiek eenigs-
zins op den voorgrond getredennaar aan
leiding van het aanstaande bezoek van den
Czaar in Italië heeft hij een artikel geschre
ven, waarin hij de politieke gebeurtenissen
in Rusland beschreef en ©ene statistiek gaf
van de «xecutiën en verbanningen. Dit arti
kel is aanleiding, gev/eest, dat deze maat
regel op 'hem is toegepast.
Rusland.
Petersburg, 22 J u 1 i. De minis
terraad' heeft be sloten tot verlaging v'aiu
hlet transObo-wo-oridibarief v.oor dagblad-
bëllegrammen, die over de West-Siberisch©
lijn tusiscb.en West-Europa en- hlet Verne
Oosten worden verzoolden. De aan Rusülnjnd
toekomende vergoeding voor élk woord van
znllfce tel'egriamlmen. zal van 1 franc 75 cen
times verminderd worden1 tot 58 c enten es.
Heb besluit moet nog door deu Czaar be
krachtigd wonden.
Turkije.
De Kretazaak heeft ten g eivol ge, dat zich
in Turkije eene neiging toont tot toenadering
aan Bulgarije. Maihmoed Chefket heeft zich.
in een interview zeer vriendelijk voor Bul
garije uitgelaten en d-enzelfden toon ademt
de Konstantiuopelsche pers. Ook in hét
nieuwe koninkrijk is eene strooming ten
gunste van eene nauwere verhouding; zoo
ver echter gaat men aan geen. van beide
zijden, dat men een bondgenootschap wil
voorbereiden. Het is slechts te doen om eene
vriendschappelijke verhouding, waarvan Bul
garije zich voordeel en belooft voor zijne
stamgenooteu in Macedonië, die zouden
mioeten wfor-den begunstigd tegenover de
Grieken, welke de Porte thaus wantrouwt,
terwijl de Porie in het geval van eeu oorlog
naar het noorden gedekt zou willen zijn.
De mogelijkheid van oen oorlog wordt
overigens in de laatste dagen weder lager
getaxeerd, hoewel dé Turkscbe regeering de
militaire maatregelen voortzet. De houding
vau beschermende mogendheden bevre
digt in Konstanbiopel niet. Men zou zich daar
schikken in den toestand, die in Kreta on
der prins George en tijdens de aanwezig
heid van dé vreemde troepen heerschte,
maar niet met den tegen wo or digen toestand,
omdat nu op het eiland Grieksch© officieren
bevel voeren, in naam van den Koning recht
wordt gesproken en o-ok de postzegels aan
leiding geven tot bezwaren van Turlcsch
souvereini beits standpunt. De mogendheden
verlangen eéliter in hunne nota het voort
duren van den status quo en inzonderheid
Engeland weigert de Turksche wenschen vol
komen.
Naar het Fransch van Edmond Lepelletier.
47 DOOK
J. L. VAN DER MOER.
,,Maar hoe kan uw vrouw oorzaak van
uw arrestatie zijn?" vroeg La Trémouille
zeer beleefd.
,,G, da's ©euvoiu'diig te verklaren, 't Is al
tijd gevaarlijk 'n te mooie vrouw te heb
ben meneer de markies, maar in 'dén tegen.-
woordigen tijd is 't gevaar grooter dan
ooit. Wanimeer- een 'van die heer-en van 't
Koninklijke leger, wel -zoo goed wil zijn te
gelooven dlat een van dé vrouwen in de stad
in z'n- san aak valt, dan doet ié niét eenis de
moeite haar 't hof te makén en haar de
gewén© belleefd'hëid'jeis te bewijzen... nee, hij
stelt er zich m'ee tevreden n paar helle
baardiers uit te zeniden, die de nechtgenoot
hier heen brengen.., en de plaats naast de
vrouw, die dan al .zoo goed als (half wéduwe
is, komt vrij... Dit is mij overkom'en. Jua-
nita heeft 't ongeluk igéhad aan' kapitein
Riguenez te behagen, en de kap'beih heeft
me van nacht laten halen."
„Dat ds afschuwelijk!" vond La Tré
mouille. „En hioopt u dan ni'et te ontsnap
pen, bestaat daarop volstrekt géén kanis?"
„Toch wel... Juanita is handig... ze heeft
me gezworen dat ze gratie voor me zal weten
te krijgen... maar op welke voorwaarde, me
neer de markies,... dat heb 'k haar niet dur
ven vragen," eindigde hij met een zucht.
En als om de treurige gedachten die in hom
opkwamen te verjagen, vervolgde hij glim
lachend „Maar gij zelf, meneer d'e mar
kies, om welke reden zijt gij hier?" Hebt u
ook eenige hoop?"
,,Ik?... Ik ben gevangene, maar op parool
vrijgelaten," antwoordde La Trémouille
bijna vroolijk.
„Waarom heeft men u dan gearresteerd?"
„O, d'a's 'n vermakelijke geschiedenis... ik
moet u zeggen: dat Zijne Majesteit, Koning
Karei vair Frankrijk, mij zeer genegen is,
omdat 'k zoo handig ben bij 't kaatsspel..."
„Dus u speelt...?"
„O, uitstekend, dat mag gozogd... Zonder
deze bijzondere eigenschap, zouden m'n
godsdienstige begrippen! me reeds lang 't lot
vai; m'n geloofsgeno.oten hebben dóen doelen.
Op zekeren dag, na afloop van 't kaatsspel,
riep Zijne-Majesteit me bij zich -en zei: „La
Trémouille, 't is hier veel te warm. voor je...
ga eens in de Nederlanden kijken, daar is
't gezonder..." Ik begrijp 't dadelijk en ver
trek. Op 'n goeden, dag bevind 'k me ergens
in de buurt van de grenzen en wien zie 'k
daar midden in de rivier, omringd- door 'n
troep ruiters? prins Lode wijk van Nas
sau, die me -d'adêlijk toeroept: Hé, La Tré
mouille!"
„Kende de Prins u dan?"
„Ik heb 'm vaak ontmoet op 't Louvr-o,
toen hij te Parijs kwam met .z'n broer Wil
lem... 'n kranige edelman I"
„De prins van Oranje?... Ja, markies, dab
is de braafste, de edelste, de verstandigste en
moedigst©'burger van dit land! De-eer, wel
licht dë verlosser van de Nederlanden Onze
chef, ouzo hoop!" riep Hilarion- geestdriftig
uit. „Maar wat gebeurde er toen verder?"
„Wel, wat drommel, ik riep natuurlijk
terugMan&eigneur wat doet u daar in 't
water?" en hij antwoordtIlc ziek 'n waad
bare plaats voor m'n mannetjes. Hebt go
lu-st u bij ons aan te sluiten? Om wat te
gaan doen? Om u eens te meten met de
hoeren iSpanjaarden!"
Dit stond me wel aan, te meer daar 'k als
protestant niet 't minste gevoel voor Zijne
Majesteit Koning Philips..."
„Hij heeft ons Alva gezonden. Al 't bloed
dab hier in' dit land stroomt wordt op zijn.
last- vergoten 1 Die healog is 'n gekroonde
beul
„'t Is bovendien zoo'n sombere kerel... hij
verveelt one bepaald... ik zei dus aan den
Prins dat 'lc gaarne van de partij zou zijn.
We rijden den ganschen dag en -de troep
groeit steeds aan... 's nacht-s- is al 'n heel
legertje... Den volgenden dag ontmoeten we
de Spanjaarden bij Jemmigen... er wordt ge
vochten -en wij worden geslagen. M'n paard
dat gewond is, valt en ik kom er onder t-e
liggen... 'n Spanjaard helpt- me er -onder van
-daan, ontwapent me en verkoopt me, met
paard en harnas er bij, voor honderd pisto
len aan z'n kap'tein. Deze laat me voor dui
zend -ducaten aan z'n kolonel, die me voor
't drievoud overdoet aan den hertog van
Alva. En deze heeft me getaxeerd op hon
derd -duizend -daalders."
„Nu, en de hertog?" vroeg Hilarion spot
tend.
„Nu, daar is 't> nu gelukkig voorloopig bij
gebleven. Ik zou waarlijk op 't laatst te veel
waarde krijgen
„Ja, honderd duizend1 daalders, da's waar
achtig geen kleinigheid."
,,'t Is wel 'n beetje overvragen, hé? Men
stelt mijn verdienste wat erg hoog... Enfin. -
ik heb aan- m'n vader, geschreven -en ver-
zocht dat sommetje voor me bijeen t-e bren- I
gen... 't Zal me toch altijd 'n paar kasteelen
kosten."
„En wat- hebt u in afwachting gedaan?"
„Ik verveelde me, zooals ge begrijpt. In
Nederland komen voor z'n genoegen en dan, I
zooals te Jemmigen, tusschen twee Lom-bar-
dische soldaten opgebracht worden... Kort
en goed, ik dacht bij me zelf: -je lvebt je
woord gegeven de grens niet over te gaan...
uitsteken-cl! Dat zullen w© -ook niet -doen,
maar laten we eens '11 kijkje .gaan. nemen in
Brussel. Mein mag niet kunnen zeggen, dat
'k in de Nederland-en ben geweest en dat 'k
mezelve .niet eens 't genoegen heb gegund 't
carnaval te Brussel oij te wonen..."
„En zoo komt u dus hier?"
„En liefst maar weer dadelijk gevangen
genomen -na aankomst... 't is wel 'n beetje
hard. op vastenavond'1"
,,'n Treurige vastenavond! Och, och, mar
kies, sedert -die Alva hier is, is 't in deze
stad, die meer op 'n groot© kazerne gelijkt,
eigenlijk dagelijks Asoh-cfag."
Op -dit loogenblik werd -de poort van- het
paleis van dén gouverneur geopend, om
doorgang te verl-eenen aan Noircarmes, den
opper-rechter, vergezeld van Delrio en De
Vargas.
Achter h-en: liep een kapitein van de- mus
ketiers, het hoofd trotseh omhoog, de kne
vels opgedraaid.
„Kap'tein Riguenez I... hij is 'f', fluister
de Hilarion den markies toe. „Och, ik denk
dat Juanita hem niet vriendelijk ontvangen
heeft... misschien heeft ze -er wel op gesla
gen en nu komt ie zich wreken!... Hij is
met Noircarmes en do andere leden van den
Raad van -Beroerte... hij heeft hun. mijn le
ven gevraagd, en 't niet gekregen. 1"
„Zoudb ge denken? De kap'tein ziet er
anders niet zoo kwaad' uit... hij komt hier
heen... hij lacht zelfs..."
„Hij wil bij m'n terechtstelling zijn...
zich verheugen in m'n leedO, God, ik ben
'n verloren ananArme Juanita, je zult Hi
larion, dien je zoo liefhebt, niet weerzien!
En hoe zul je zonder hem kunnen leven?"
En de van schrik verstijfde lippen vali
den gewezen monnik schenen in stilte nog
een I n m a n u s te prevelen, teen hij plot
seling een hand op zijni schouder voelde.
„De beul 1" zuchtte hij en hij begon de
beenen te bewegen, als zweefdë hij reeds met)
de strop om den hals in de lucht.
Een stem achten* hem fluisterde hem toe
„Deze is 't, heer Noircarmes... ik herken
hem aan' z'n kalm, onnoozel gezicht."
„Staat ge voor hem in, kap'tein Rigue
nez?" vroeg eeu andere stem.
Eu de eerste stem antwoordde
,,'n Goedige kerel, vrij ongevaarlijk, die
er, onder ons gezegd', 'n pracht- van 'n vrouw
op na houdt. Ik -heb me tot nader order zelf
dagelijks bij hem aanl tafel genoodigd'.dé
man is er mee belast in de keuken bier en
wijn te halen... U zult me toch hoop 'k niet
van m'n keldermeester berooven, meneer do
opper-rechter?"
„Goed, men kan hem vrijlaten..."
Wordt rervol'jd