BIJVOEGSEL
Amersfoortsch Dagblad.
Gemeenteraad
AMERSFOORT.
BIJ HET
VAM
Vergadering van den gemeenteraad van
Dinsdag 27 Juli 1909, des namiddags te
half twee ure.
Voorzitter de heer burgemeester j'hr. J.
W. A. Barcliman Wuytiers.
Tegenwoordig de heer wethouder M. L.
Celosse, de heeren H. Kroes, J. C. Rolan-
dus Hagedoorn, M. R. N. Oosterveen, J.
W. Joris sen, A. A. Hamers, D. Gerritsen,
mr. J. Heyligers, H. W. van Esveld, A.
H. van Kalken, N. Veis Heyn, C. J.
Plomp, S. J. van Duinen, W. Salomons en
D. lluys.
Afwezig de heeren E. L. Visser, wethou
der, en A. M. Tromp van Holst met ken
nisgeving.
De functiën van den secretaris worden
waal-genomen <door den hoofdcommies ter
secretarie mr. J. K. H. de Beaufort.
De notulen van de vorige vergadering
worden goedgekeurd.
Ingekomen zijn de volgende stukken
a. Adres van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor de gemeente Amersfoort
ter zake verbetering van het vaartwater voor
den mond van de rivier de Eem en verbete
ring van de vaargeul op die rivier zelve.
Wordt zonder debat en zonder hoofdelijke
stemming in banden van B. en W. gesteld
om prae-advies.
b. Missive van Burgemeester en Weth. van
23 Juli 1909 tafdeeling I mo. 1019 waarbij
medegedeeld wordt, dat de rekening en ver
antwoording van de Vereeniging Ambachts
school voor 'Amersfoort en omstreken over
het jaar 1908 door Burgemeester en Wet
houders i.> nagezien en in orde bevonden.
Wordt zonder debat en zonder hoofdelijke
stemming voor kennisgeving aangenomen.
c. Adres van den Chr. Bestuurdlems-
:bond waarbij aangedrongen wordt in de be
steksvoor waarden een zoodanige bepaling op
ite nemen, dat aan de patroon® verboden
wordt in het arbeidscontract een regeling
op te nemen, waardoor de bepalingen ver
meld dn art. 1638 c en 1638 d! Van het Bur
gerlijk Wetboek 'buiten werking worden ge
steld'.
Wondt zonder debat en z. h. ®t. gesteld
in handen van B. ten W. om prae-adlvies.
d. Schrijven van mr. H. J. M. van den
IBergh, waarbij hij de benoeming tot regent
van bet Burgerweeshuis aanvaardt.
Wordt z. d. en z. h. st. voor kennisge
ving aangenomen.
e. Adres van een aantal ouders van leer
lingen der 4de klasse der H. B. S. waarbij
aangedrongen wordt op splitsing der vierde
klasse in 3 afdeel ingen.
Wordt z. d. en z. h. st. besloten te behan
delen bij punt 7 der agenda.
Aan de orde ••s:
1. Onderzoek van de geloofsbrieven der
nieuw gekozen leden van den gemeenteraad.
De Voorzitter verzoekt de heeren Ger
ritsen, Kroes en Ruys zich met dit onder
zoek te belasten en schorst, hangende dit
onderzoek, de vergadering.
De vergadering hervat zijnde, brengt de
heer Gerritsen, namens de commissie, rap
port uit van het door haar verrichte onder
zoek, concludeerende tot toelating van de
aes gekozenen.
Wordt achtereenvolgens besloten tot toe
lating van de heeren J. W. Jorissen, T.
Sanders, M. R. N. Oosterveen, N. Veis
Heyn, S. J. van Duinen en R. G. Rijkens.
De 'heeren Jorissen, Oosterveen en Veis
Heyn waren bij de behandeling van hun ge
loofsbrief met tegenwoordig.
De Voorzitter dankt de leden van de com
missie voor de genomen moeite.
2. Voorstel van B. en W. tot splitsing
van de zesde klasse der jongensschool.
De splitsing wordt voorgesteld omdat het
getal leerlingen in den cursus 19091910
meer dan dertig zal bedragen.
De Voorzitter deelt mede, dat alsnog is in
gekomen een rapport van de commissie van
toezicht op het lager onderwijs, mededeelen-
de dat zij geen bezwaar beeft tegen de split
sing.
Wordt z. h. 'o. conform besloten.
3. Benoeming van een tijdelijk buitenge
woon leeraar in de geschiedenis aan het
gymnasium voor den cursus 1909/1910 en
vaststelling van diens jaarwedde.
De heer A. K. Hbvens Greve wordt be
noemd met algemeene stemmen; zijne jaar
wedde wordt bepaald op 1375.
4. Benoeming van een tijdelijk buiten
gewoon leeraar in de aardrijkskunde aan
het gymnasium voor den cursus 1909/1910
en vaststelling van diens jaarwedde.
De heer S. de Vries wordt benoemd met
algemeene stemmen; izijne jaarwedde wordt
bepaald op 770.
5. Benoeming van een tijdelijk buiten
gewoon leeraar in de natuurlijke 'historie
aan het gymnasium voor den cursus
1909/1910.
Dr. A. A. Pulle wordt benoemd met al
gemeene stemmen.
6. Voorstel van B. en W. tot benoeming
van een tijdelijk buitengewoon leerares in
de gymnastiek aan de hoogere burgerschool
voor den cursus 1909/1910.
Mej. J. C. van der Schroeff wordt be
noemd met algemeene stemmen.
7. Voorstel van B. en W. om ook ge
durende den cursus 1909/1910 het perso
neel, verbonden aan de hoogere burger
school, te versterken door tijdelijk perso
neel.
B. en W. stellen voor, voor den cursus
1909/1910 te benoemen: 1. een tijdelijk
leeraar in de wis- en natuurkunde, 2. een
tijdelijk leeraar in de Nederlandsche taai
en letterkunde en geschiedenis.
De heer Rolandus Hagedoorn.
Mijnheer de voorzitter, in verband met dit
voorstel staat bet rekest, dat straks is in
gekomen.
De Voorzitter. Dat rekest is nu
mede aan de orde. Wenscht u, dat het zal
worden voorgelezen
De heer Rolandus Hagedoorn.
Bardon, mijnheer de voorzitter, ik heb een
afschrift van het rekest ontvangen. De
kwestie, die 't hier voornamelijk geldt, is
door B. en W. niet op den voorgrond ge
steld namelijk de vraag of het noodig zal
zijn de vierde klasse, die zeker, althans
zooals men daarvan zeker kan 'zijn, in het
volgende jaar 55 leden zal tellen, te splitsen
in twee of in drie afdeelingen. De commissie
van toezicht heeft voorgesteld drie afdeelin
gen, en ik voor mij moet pertinent aandrin
gen op de handhaving van het voorstel, dat
de commissie, den directeur gehoord, heeft
gedaan. De vierde klasse is aan de H. B.
Bchool wel de belangrijkste klasse, die be
staat. Wanneer in die klasse afdeelingen
zijn van 27 a 28 jongelui, dan zijn tegen
die taak alleen buitengewoon krachtige leer
krachten opgewassen. Al zijn wij nu oVer
het algemeen zeer tevreden over de leeraren
van onze H. B. school, hét zou toah over
dreven zijn hen allen te beschouwen als leer
krachten van buitengewone kracht. Door de
klassen op een dergelijk cijfer te brengen,
kan het onderwijs niet zulke goede resul
taten hebben als wenschelijk is. Daarom
meent de commissie, dat er behoefte bestaat
aan eene verdere splitsing.
Er is op gewezen, dat er lokalen zijn,
die te klein zijn om een zoo groot aantal
leerlingen te bevatten. Dat bewijst op zich
zelf de noodzakelijkheid van de splitsing.
Wanneer wij dan nagaan het groote aantal
proeven, die bij het onderwijs in de vierde
klasse genomen moeten worden op verschil
lend gebied, dan zullen 'de resultaten van
het praktisch onderwijs daaronder moeten
lijden. Ik blijf dus aandringen op bet
voorstel van de commissi© van toezicht om
deze klasse in drie afdeelingen te splitsen,
in plaats van in twee.
Het gevolg daarvan zal zijn eene grootere
uitgave. Dat spreekt van zelf. Maar waar
wij eene school hebben, waarop wij trotsch
mogen zijn en waar de leerlingen van hein
de en ver naar toestroomen om haar te be
zetten, daar moeten wij het belang van de
school in het oog houden en medewerken om
de school op zoodanige hoogte te brengen,
dat Amersfoort ieder kan uitnoodigen er
naar te komen kijken. Ik blijf dus hand
haven het voorstel van de commissie tot
splitsing van de vierde klasse in drie afdee
lingen.
De heer van Esveld. Mij nheer de
voorzitter, ik wil mij gaarne aansluiten bij
't geen door den heer Hagedoorn is gezegd.
Ik meen ook, dat het belang van goed on
derwijs meebrengt, om niet een te groot
aantal leerlingen in één© klasse te vereeni-
gen. Ais er 28 leerlingen in eene klasse
zijn, dan zijn er voor ieder twee minuten
disponibel, om iets aan den leeraar te vra
gen of dioor den leeraar te worden onder
vraagd. Ook is .het van groot belang voor
de school, dat wij tegemoet komen aan den
wensch om het onderwijs zoo goed mogelijk
•te maken, zoodat Amersfoort zij11- naam, dat
het onderwijs er goed is ingericht, kan 'blij
ven handhaven. Het heeft mij verwonderd,
dat B. en W. zonder meer zeggen: „Wij
gaan niet- met het voorötel meewij achten
het niet noodi'g.'' Ik héb nergens gelezen
waarom de splitsing in drie afdeelingen niet
noodig is. Ik geloof, dat de reden wel voor
namelijk zal zijn, dat bij aanstelling van
meer leeraren de onkosten hooger zullen wor
den. Maar in dezen mag men niet tegen die
meerdere onkosten opzien, omdat het hier
geldt het onderwijs aan onze H. B. school
zoo goed mogelijk te doen zijn.
De heer Celosse. Mijnheer de voor
zitter, de beide heeren, die hebben gespro
ken, doen het voorkomen alsof het iets
nieuws .is wat B. en. W. voorstellen. Dat
is echter niet hét geval. De klassen zullen
in Ihet volgende jaar niet véél grooter zijn
dan nu. De beer Haged'oom weet, als presi
dent van de commissie van toezicht, hoe de
toestand vroeger is geweest. Wij 'helbben in
vroegere jaren klassen géhad van 53 a 54
leerlingen, verdeeld in twee afdeelin
gen. In 1907 was er een vierde klasse
van 52 leerlingen. Die is ook gesplitst ge
weest in twee afdeelingen. Daarmee maakt
een cijfer van 55 leerlingen geen groot
verschil; de afdeelingen zullen, in plaats
van 26, tellen 27 of 28 leerlingen. B. en W.
meenden daarom, dat eene verdere splitsing
niet noodig is. Wanneer de heer van Esveld
zegt: ,,lk begrijp niet waarom B. en W.
't niet noodig adhten:", dan zeg ik: B. en
W. vinden 't niet noodig omdat hun de
noodzakelijkheid van eene verdei*© splitsing
niet gebleken is. Het is eens gebeurd
dat er 45 leerlingen waren in één© klasse.
Later is gebleken, dat die klasse verdeeld
was in drie afdeelingen, elk van 15 leerlin
gen. Dat 5s uitgekomen door geschrijf in
de courant of door belang hébbenden gedane
mededeeling; in orde was dat niet. We
moeten dus goed toezien.
8