138- Eerste Klad.
8"" Juurgaait.
Zaterdag 13 November 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE W1SK0TTENS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonder;jjfre nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelyksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedxyf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Sep'
ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvra^
toegezonden.
P=
Politiek Overzicht
Turkije en de Kreta-kwestie.
Indien men in de maand Juli van dit
jaar zou geloofd hebben dat de Kreta-kwes-
t' een einde had genomen, heeft men zich
bedrogen. De zaak is opnieuw aan den gang
gemaakt door de nota die de Turksche re-
geering dezer dagen aan de og oudheden,
heeft gezonden.
Nadat de Porte daarift nogmaals de vroe
ger te dezer zake gewisselde nota's in herin
nering heeft gebracht, wijst zij er op, dat
Kreta thans 'het schouwspel biedt van. een
hybridisch regeering-stelsel, dat een voort
durende schending is van de rechten
van Turkije. De postzegels vertoonen den
beeldenaar van den koning van Grieken
land, men gaat in cassatie bij het Gerechts
hof te Athene, de autoriteiten en het uit
voerend comité leggen een eed van trouw af
aan den koning van Griekenland, Griek-
sche officieren voeren bevel over de ge
wapende macht en dat alles kan de Turk
sche regeering niet langer dulden en zij
is vastbesloten hare rechten te doen eerbie
digen.
De Porte verklaart geenszins van plan
te zijn kritiek uit te oefenen op de binnen
landsche zaken van Griekenland, maar zij
meent toch te moen wijzen op de weinig
vriendschappelijke houding, düe Griekenland
tegenover haar aanneemt. Zij haalt de
uitlatingen aan van den minister van oor
log in de Grieksche Kamer en van parle
mentsleden, hierop neerkomende, dat de
opstand in Griekenland het gevolg zou zijn
van de niet-verwezenlij king van de 1 jogste
volkswenschen ten opzichte van Kreta. Ook
wijst zij op een verklaring van minister
Mavromichali6, dat hij zich den tijd, die
nog zaïl verloopen voor de definitieve rege
ling der Kretensische quaestie tot stand
koi t, ten nutte zal maken om het leger
en de marine voor te bereiden en te ver
sterken toebereidselen, die volgens de nota,
slechts tegen Turkije gericht kunnen zijn,
daar dit de eenige aangrenzende staat is,
waarmede Griekenland te doen kan krijgen.
Bij dien stand van zaken rust op de
Turksche regeering een zware verantwoor
delijkheid tegenover het landzij is zich
daarvan ten volle bewust en zal haar souve-
redne rechten op het eiland ongeschonden
handhaven en z.ich krachtdadig verzetten
■tegen elke openlijke of vermomde poging
van een derde mogendheid om zich in het
bestuur van Kreta te mengen.
Aldus de nota. Ze schijnt uitsluitend te
zijn geï spireerd door de tijdsomstandighe
den. De Porte heeft het, op een oogenblik
dat Griekenland te worstelen heeft met een
hinnenlandsche crisis, geraden geacht de
aandacht der mogendheden nog eens te ves
tigen op de Kreta-'kwestie, óo zich in den
tegenwoordigen tijd nog onder hetzelfde ka
rakter vertoont als voor eenige maanden
geh 1 ;n, toen het weinig scheelde of ze had
aanleiding gegeven tot een Turkschtjrieksch
conflict. Het is echter niet zeer waarschijn
lijk dat de toestand welke op het oogenblik
in Griekenland heersebt verandering zou
kannen brengen in de eenmaal genomen be
schikking der mogendheden. „ken moet
niet vergeten", zoo merkt een der groote
buitenlandse he bladen bij deze gelegenheid
nog eens op. „dat de beschermende mo
gendheden Engeland, Frankrijk, Rusland
en Italië, formeele verbintenissen hebben
na te komen, niet alleen tegenover de Kre-
tensers, maar ook jegens de r'rieken. Sedert
tien jaren jaren hebben zij stelselmatig de
inlijving van bet eiland voorbereid; zij
hebben alle mijlpalen op den weg om tot
dit doel te geraken, aangegeven. Indien
zulk eene ernstige binnenlandsche crisis is
ontstaan in Griekenland, dan is dit vooral
omcLt de regeering te Athene, door zich
geheel en al te schikken naar de raadgevin-
ge~ der mogendheden, niet op het gewensch-
te oogenblik de idealen heeft kunnen ver
wezenlijken, welke dezelfde mogendheden
stee**; bij het Grieksche volk hebben wakker
gehouden. En er zou iets zeer onrechtvaar
digs in zijn, wanneer onder de huidige om
standigheden Europa de Grieken aan hun
lot overliet en ze volkomen opofferde aan
li't Ottomaansche standpunt. Indien zich
zulk een diepgaande beweging in Grieken
land afteekent ten gunste van de hervor
ming van leger en vloot, hoeveel ook op
die beweging zelf aan te merken zij, dan
is het juist omdat de Grieken zich in den
loop van de laatste Oostersche crisis er
rekenschap van hebben kunnen geven <ktt
zij alleen hunne ambities kunnen verwezen
lijkt i en zich de eerbiediging hunner rech
ten kunnen verzekeren, die over een uit
stekende weermacht beschikken om aan alle
gebeurlijkheden het hoofd te bieden. De les
welke voor het Grieksche volk uit de
gebeurtenissen is voortgevloeid is hard ge
weest, en het behoeft niet te verwonderen
dat het daar zijn voordeel mee wil doen.
„Het is weinig waarschijnlijk dat de mo
gendheden op de Turksche nota een ant
woord zullen geven in den geest der Turk
sche wensclieii. De Porte bezit per slot van
rekening slechts een zuiver nominaal recht
van souvereiniteit, daar men haar zelfs ge
weigerd heeft met de beschermende mogend
heden deel te nemen aan het toezicht in de
wateren van Kreta.
„Het komt ons voor dat de mogendheden,
-die aan Kreta zelfbestuur hebben verzekerd
door liet te bevrijden van het oude Turksche
juk zich vooral hebben herig te houden met
<le gewettigde verlangens van het Kretensi
sche volk, want het eerste ree lit van eeni vrij
volk is zelf te kunnen handelen volgens rijn
gevoelens en belangen. Elk ste1il dlat de
strekking heeft om, zelfs bij een volledig
zelfbestuur, de Ottomaansche souvereiniteit
van Kreta te versterken, zou tot het leven
digste verzet van die zijde der bevolking
van het eiland aanleiding geven, j .et is zeer
goed te begri'jpetn dat de Turksche eigenlief
de er d'oor zal wonden gekrenkt, maar on
der de heerschende omstandigheden is het
niet meer -dan voorzichtig elke definitieve
oplossing van de Kretenser kwestie uit te
stellen en de dingen zich normaal te laten
ontwikkelen, indien men tusschen Turkije
en Griekenland, verwikkelingen wü voorko
men waarvan Europa per slot- van rekening
de verantwoordelijkheid op rich zou moeten
nemen".
Dat de mogendheden er desgelijks over
denken, en in. tegenstelling met Turkije het
oogenblik voor eene beslissing juist zeer
slecht gekozen achten, wordlt reeds van ver
schillende zijden bericht, ofschoon nog niet
officieel.
Dultachland.
Wildpark, 12 November. De
keizer begaf zich bedien morgen met zijn
gast en jachtgenoot aarksher'tog Frans Fer
dinand van Oostenrijk en met den kroon
prins naar Jacvenitz.
België.
Twee belangrijke beslissingen zijn geno
men. De liberale linkerzijde besloot, „on
danks de door haar redenaars aangeduide
gebreken van het stelsel „één zoon per ge
zin" en in geval de algemeene dienstplicht
word verworpen, als één man te stemmen
vóór afschaffing der plaatevervanging, 15
maanden dienst en één zoon per gezin".
In de socialistische groep waren vier vra-
gen gesteld
Behoudt de socialistische linkerzij haar
amendement van 6 maanden dienst in het
voetvolk? Antwoord: Ja!
Indien dit amendement verwerpen wordt,
neemt zij dan de 12 maanden dienst aan?
AntwoordJa
Zal zij, in bijkomende orde, het ontwerp
der Regeering stemmen, met 15 maanden
dienst indien de plaatsvervanging wordt af
geschaft? Antwoord: Ja!
Eindelijkindien de groep-Woeste voor
stelt 12 maanden dienst, alleen om de wet
te „saboteeren" wat zal dan de socialistische
linkerzij doen Antwoordtegen stem
men.
Frankrijk.
P a r ij s, 1 2 N o v. De Kamer heeft een
notie aangenomen, door de regeering aan
vaard, om ten aanzien van de interpellatie
over het optreden van de Spaanscbe politie
vn Spanje over te gaan tot de ordë van
den dag.
Deneraarken.
Denemarken behoort nog tot de landen
waarin de lijfstraffen in de lijfstraffen in de
rechtspleging worden toegepast, waarbij
menschen kunnen worden veroordeeld om af
geranseld te worden. Het nieuwe radicale
kabinet-Zahle, dat begon met de uniformen
en de Excellentie-titels in Denemarken af
te schaffen, zal ook aan die ranselstraffen,
volgens de wet-Alberti toegepast, een einde
maken. Een wetsontwerp tot afschaffing
der lijfstraffen is reeds in bewerking en zal
aan de volksvertegenwoordiging worden voor
gelegd. Maar in afwachting van de be
handeling en aanneming daarvan, wil de
nieuwe minister van justitie in de praktijk
reeds een einde maken aan de toepassing
der lijfstraffen. Hij heeft daarom een cir
culaire gezonden aan alle rechterlijke en
politie-autoriteiten, waarin wordt bevolen,
i.n alle gevallen waarin volgens de wet
lichamelijke straffen zouden moeten worden
toegepast, de akten op te zenden aan rijn
departement, opdat dit kunne nagaan in
hoeverre voor die toepassing van gratie aan
leiding bestaart. Het is het voornemen van
den minister zooveel mogelijk gratie te
schenken, in alle gevallen waarin lijfstraf
fen worden opgelegd als bijkomende straf
fen. Det wet van Alberti zal dus niet
meer worden toegepast.
Dit optreden van den minister van justi
tie wekt de Denemarken in alle vrijzinnige
kringen groote bevrediging.
Noorwegen.
Christian! a, 13 Nov. Bij de ver
kiezingen voor het Storthing, die van af be
gin October tot nu toe plaats hadden, zijn
gekozen 63 rechtsche leden en liberalen, die
bij de verkiezingen samengingen, 47 leden
der linkerzijde, die tot dusver de regeerings-
partij vormden, 11 sociaal-democraten en 2
wilden. Het vorige Storthing bestond uit 59
leden der linkerzijde, 54 rechtsche liberalen,
10 sociaal-democraten. De minister-president
Knudsen verklaarde, dat het kabinet na het
bijeenkomen van het Storthing in Januari
zal aftreden.
Italië.
Rome, 12 Nov. Generaal Asinari, die
ter gelegenheid van de vaandeluitreiking aan
een nieuw regiment te Brescia een irroden-
tische redevoering uitsprak, waarvan de te
legrafische overbrenging verboden werd, is
op pensioen gesteld. Tittoni heeft den Oos-
tenrijkschen gezant hiervan in kennis ge
steld.
Spanje.
Men meldt uit Madrid: Daar koning Ma
nuel van Portugal die eerste koning is, die
een bezoek van koning Alfonso, door zijn
verschijning in Madrid beantwoordt, kon
men verwachten dat hem een hartelijke
ontvangst ten deed zou vallen. Dat is ech
ter niet het geval. Veeleer heeft de Spaan-
sche reds des kouings overeenkomst met liet
bezoek van d!en Czaar aan Italië. Alle fees
telijkheden geschieden, om zoo te zeggen,
onder uitsluiting der openbaarheid. De bei
de vorsten gaan nooit uit, zonder door een
dichte schare militairen en politie agenten
omringd te zijn. Zelfs de legemevue in Ca-
rabauchel had plaats zonder getuigen, ten
zij dan degenen die er bij betrokken wa
re nNituwsgierigen werden door de gen
darmerie teruggehouden. De koelheid van
het publiek is als een stilzwijgend protest
tegen de zoowel in Portugal als in Spanje
latente reactie van het absolutisme, welke
als een Damocleszwaard wordt gevoeld.
Oostenrijk-Hongarije.
De strijd in de Ilongaarsche onafhanke
lijkheidspartij, waaraan wij dezer dagen een
artikel wijdden, heeft, gelijk een Reuter-
berickt reeds meldde, tot een definitieve
scheuring gevoerd.
De fractie Justh hield Donderdag een af
zonderlijke bijeenkomst en liep reeds op de
ontknooping vooruit door te besluiten, dat
gisteren een nieuwe voorzitter zou worden
gekozen.
Van de 28 niet aanwezige afgevaardigden,
rekent men er 16 tot de Justh-groep, zoodat
de eigenlijke Onafhankelijkheidspartij nog
136 leden telt.
Ook heeft de oppositioneele linkerzijde
reeds het voorstel gedaan zich met de Justh-
groep te vereenigen, derhalve rekent Justh
op een aanhang van 150 man.
De Kossuth-partij trok zich met 74 man,
waarbij er zich naderhand nog 10 aanloten.
in een café terug, waar zij zich onder Kos
suth's leiding als Onafhankelijkheids- en
Kossuth-partij van 1848 constitueerde.
Graaf Andrassy en Ko&suth zullen met
Wekerle naar Weenen geroepen wonden.
Behalve het vraagstuk van de tegemoetko
mingen, dat naar de algemeene verwachting
dan geregeld zal worden, zal ook ernstig
over een ontbinding van den Hongaarschen
Rijksdag gesproken worden. Men gelooft te
Pest, dat de verkiezing in Januari gehouden
zal worden. In geval men het met de Kroon
eens werdt, zal het kabinet van Wekerle
vermoedelijk in ©enigszins veranderde sa
menstelling opnieuw benoemd worden.
Budapest, 12 Nov. In de Kanner
werd mededeeling gedaan van een schrijven
van. den heer Batthyani, president en van de
twee vice-presidenten, mëdtedeelëndé, dat zij
ontslag uiit hunne ambten hebben genomen,
wijl de Onafhankelijkheidspartij niet meer
ae volstrekte meerderiieid beeft.
Balkanlanden.
Sinds het uitbreken van de Balkan-crisis
is, gelijk men weet, de verhouding tusschen
Rusland -en Oostenrijk-Hongarije niet bij
zonder vriendschappelijk geweest. Het moest
derhalve in beide landen wel sensatie wek
ken, toen de vorige week de Fortnigthly
Review aankwam met de bewering van Rus
land als het ware zelf 6chuld had aan het
ontstaan dier crisis: Oostenrijk-Hongarije
zou, vóór het Bosnië en Herzegowina n
palmde, tot dien stap de toestemming heb
ben verkregen van de Russische regeering,
ja, minister Iswolsky had in het vermaarde
onderhoud met Graaf Aehrenthal te Buch-
lau, die inlijving alsm.ede de annexatie an
het Sandsjak Novibazar als het ware aan de
regeering der monarchie ingegeven. Wel is
waar werd deze bewering van de Review ter
stond door he t officieuse Petersburgsche
telegraaf-agentschap stellig weersproken,
doch in Rusland wilde men meer dan deze
ambtelijke tegenspraak, men verlangde dat
het bericht ook van Oosten rij ksche zijde
werd onwaar geheeten. Het Nowoje Wremja
heeft daarom een brief aan minister Aehren
thal gericht met het verzoek de openbare
meeniug ten dezen in te lichtenzulks in
het belang van de goede verhouding tus
schen het Russische rijk en de Donau-
monarchie.
Aehrenthal heeft het Nowoje Wremja ge
antwoord in een open, echt diplomatieken,
brief. De minister schrijft dat het hem na
tuurlijk niet. vrijstaat den volke te verkon
den wat er besproken is in een geheim ge
sprek tusschen twee verantwoordelijke
staatslieden. „Evenwel", zoo laat hij er op
volgen, „het bericht van het Petersburgsche
telegraaf-agentschap bevestigt wat ik reeds
gezegd heb in de delegatieseen vriend
schappelijke gedachtenwisseling is voorafge
gaan aan de inlijving van Bosnië. Meer mag
ik niet zeggen zoolang de kabinetten van
Petersburg en Weenen het niet dienstig ach
ten hun briefwisseling ten dezen opzichte
openbaar te maken".
Het Nowoje Wremja is niet tevreden ge
steld door dit antwoord en het geeft te ken
nen, dat de bescheidenheid van Aehrenthal
waar hij geen staatsgeheimen wil verraden
wel wat al te ver gaat. Booze tongen kon
den wel eens beweren, dat zijn discretie juist
zoo ver reikt als het voor de Donau-monar-
chïe nuttig is. Aehrenthal mag niet den weg
ten halve gaan, maar moet ronduit zeggen
hoe het er nu mee staat.
Intusschen heeft het Nowoje Wremja ook
Iswolsky gevraagd wat er eigenlijk van et
geval waar is en de Russische minister r.nt-
woordde, evenals de Oostenrijksche, dat hem
wat betreft het gesprek te Buchlau stilzwij
gendheid past. Maar hij wilde wel zeggen,
hetgeen hij ook voor de Doema verklaard
heeft, dat hij in het g prek te Buchlau de
Bosnische quaestie een Europeesch vraag
stuk heeft genoemd, dat slechts op een con
ferentie der mogendheden, die het verdrag
van Berlijn onderteekend hebben, opgelost
mag worden.
Rumenië.
Boekarest, 12 Nov. Het kabinot-
Bratiano is als volgt hervormdminister
president en binnenlandsche zaken Bratia-
noopenbaar onderwijs en eerediensten Ha-
56 DOOK
RUDOLF HERZOG.
Toen het daagde, bevond hij zich in de
nabijheid der stad. Eu de morgenstond drong
door en drong in zij.ne ziel en verspreidde
daar Licht. Ginds dook de academie op. Zijn
blik: gleed' er voorbij, keerde terug, haperde
en bleef toen kalm op het gebouw rusten.
„Ik moet mijne dingen nog uit de klas
halen."
Doch het. was nog te vroeg. Hij keerde
naar den Rijn terug, ging op een steenen
bojnstiwerdng zitten en liet, -dé handen tus
schen de kniëen, de beenen naar beneden
hiangen. Het was een heldere morgen. Geen
6tehadluw was meer op 'het breede, vlug
voortsttoomeude water achter gebleven.
„Waarvoor ben ik eigenlijk bang geweest?
Ik ben er nog en de nacht is er niet meer."
Langzaam en vermoeid ademend, doch met
vijandige Mikken keek ihij de verre golven
als een aftrekkendën vijand n!a.
Zijnë oogleden werdén zwaar en vielen
dicht. Een paar maal huiverde hij in zijn
toestanld van halven slaap. Zijn oogen open
den zich weer en staarden .strak en verwon
derd recht voor zich uit. Toen hij ze ver
moeid sluiten, wilde, bedacht hij rich. Hij
haalde zijn horloge uit dén zak. Tien uur.
„Ik moet mijne dingen uit de klas halen,"
herhaalde hij luid. Het gesproken woord
wekte hem op. Hij stond op èn sloeg den
weg naar die stad in. Met moeite gehoor
zaamden zij.ne voeten.
Stap voor stap naderde hij de academie.
Nu liep hij door de vestibule. De steenen
gang weerklonk heden niet. Daarover dacht
hij na, boen hij, trede voor trede, de trap
naai- zijne rteekemzaal besteeg. Ach, dat was
het. Zijne voeten sleepten. Daaroih kon het
niet klonken.
Hij opende de deur. Zijne makkers wa
ren aan den arbeid. Terpentijnïucht drong
hem in den neu6 en deedi zijn brein wonder
lijk pijn. Dingen, die hij niet precies onder-
scheideri Ikon, draaiden liustig voor zijne
oogen, die grond: golfde zoo, dat hij onider
zijne voeten verdween. Wankelend stond
zijne lange gestalte op den drempel.
Als op groeten afstand vernam liij luide
uitroepen, zag liij blikken op zich gericht,
die hem doorboorden, hem bespotten. Hij
herstelde zich en wankelde met stijve 'knieën
door de rijen naar zijne plaats. Toen hij
rich bukken wilde, om zijne 'teekembenoo-
digdheden hij elkander te pakken, golfde de
grond zoodanig onder hem, dat hij hét even
wicht verloor en met den schouder tegen de
vensterbank vied. Zwijgend richtte hij rich
op. Dreigend' ging zijn blik in het rond.
„De lange heeft zijn verdriet afgedron
ken
„Zoo'n drinkebroer 1"
„Zie je al sterren?"
Een reikte hem de terpent ij nflesoh. „Hier,
drink eens.
j Luid gelach.
I Ewald) Wiskotten hief de hand op. Hij
maakte oen breed gebaar, om een slag te
geven. En door de heftigheid zijner bewe
ging .meegesleurd', stortte hij wankelend
voorover en sloeg hard tegen den .grond...
Vol afschuw snelde de corrigeerenide pro
fessor uit de nevenizaal naderbij.
„Sta op, Wiskotten Terstond verlaat ge
de zaalJe hebt zeker geen zweem van
schaamte meer, dat je reeds op den vroegen
morgen beschonken bent.''
Hij bleef liggen, met stijf gesloten oogen.
„Roep den portier 1" De professor be
dacht rich. „Neen, liever den dokter. Hier
vlak op den hoek."
Een paar medelijdenden richtten den ge
vallene op en zetten hem in den leuning
stoel van het modél, waar hij ineenzakte.
Toen kwam dé dokter en onderzocht hem.
„Beschonken?" zedde hij na eenigen tijd.
„Geen kwestie van. Integendeel is hij, God
weet het, veel te nuchter. Heel eenvoudig
honger heeft het jongemensoh."
De professor werd rood tot achter de
ooren.
„Laat toch als 't u belieft door den por
tier wat warme melk brengen!"
Na eenige minuten kwam dë melk reeds.
De doktor boog zich over dien patiënt heen
en liet hem drinken. In lange, begeerige
teugen djronk Ewald' Wiskotten. het. glas
leeg.
„.Heeft 'l goed. gesmaakt, jonge vriendV
Hij knikte en bemerkte dé omstanders.
Zonder een woord te sproken stond! hij op,
en wildé rich naar de deur begeven.
„Zach't wat, zacht wat, waarom zooveel
haast. IJ bent onder geneeskundige behan
deling." De arts greep hem bij zijn. mouw.
j „In allen geval zal ik u naar huis begeJei-
den."
I
De oude Zinters trok de wenkbrauwen
hoog op, toen hij zijn huurder in gezelschap
van den dlokter de gelagkamer zag betiie
dén.
„Dat i6 weer een ge/heel nieuw treurspel,
dokter. De jonge heer is mij te talentvol.
Eerst de huur schuldig blijven, daarna van
dé academie gestuurd worden en nu boven
dien nog riek worden. Op diie luxe ben ik
niet ingericht."
„Uw huurder is niet riek. Slechts eene
krachtige soep heeft hij noodig en een dag
rust. Uit de keuken komt een uitstekende
lucht. Ik zal zoo lang boven blijven, totdat
u de soep 'hebt laten brengen.'
Deze hevelen klonken zoo als vanizelf
sprekend, d'at Zinters mopperend dë meid
de opdracht overbracht.
„Andiers komt het in de krant. Schep
op i
Behaaglijk draaide Ewald Wiskotten zich
in zijn bed om. Nieuw leven stroomde heer
lijk door zijne aderen.. Hij sloot de oogen
en sliep in
Toen hij ontwaakte, was het avond. Hij
ging rechtop zitolten en d'acht. ma. Een më
wel had! hom verteld, diat ze in een huis in
die Rattingerstrasse voor een zolderkamertje
maandelijks acht mark betaalde. Dab zou.
een geschikte woning voor hem zijn. Hij
kleedde zich aan. Buiten elopen zachte
schreden langs zijne dëur. „Gretchen.
dacht hij en luisterde. Maar weldra stom
melden zware schreden de trap op. Men
liad den ouden Zinters met zijn ontwaken in
kennis gesteld.
'Zonder kloppen trad de (huisheer binnen.
„Wat beginnen we nu met u? Huur 'be
talen wilt u niet, en u aldöpteeron wil ik
niet."
„Ik zal verhuizen, mijnheer Z in tere,
De waard! keek in: het vertrekje rond.
„Mooi toegetakeld hebt u dë prachtka-
mer, dat moet ik zeggen. Ik mag den be
hanger wel bes bellen. Benedën <ie twinltig
mark 'komt het niet im ordë. Panden 1
Ik zou wel eens willen weten, waar?"
Ewaild Wiskotten kreeg eene gewaarwor
ding over znoh, alsof hij door de blikken
van den man naakt uitgekleed werd. Schaam
te en toorn deden hem beven. En machte
loos 'leed hij onder de vernedering.
„Ik .zal u eene schuldbekentenis schrij
ven, mijmlheer Zinters. Ik blijf in Düi&sed-
dorf. Ik ik ga naar dë Kunstnijver
heidsschool."
„U wilt eene schuldbekentenis schrijven?
Keel goed. Maar u veroorlooft wel, dat ik
daar liever zelf voor zorg. Ik heb dat reedb
Voorzien;. lOndërteekon dliit slechts, diait u
mij dleze som voor huur, herstellingen, voor
schotten en rente schuldig benit, en iedere
maand zes procent rente van het verschuldig
de betalen zult."
Ewald Wiskotten zag het hooge totaal
cijfer. Hoe kon dat mogelijk zijn? Maar
héden slechts niet vragen, niet vitten! Hij
onderteekonde.
„Een iaar zal ik dit papiertje bewaren.
Slechts om uw geachte ouders te ontzien.
„Kan ik nu gaan?"
„Ik zou niet weten, waarmee u mij groo-
ter genoegen zoudt kunnen doen."
Wordt vervolgd.