peisoonlijke overtuiging en volledige in lichtingen. Ik geef daarom in overweging de motie nu niet te behandelen en de behan deling uit te stellen tot eene volgende ver gadering. Ik zal tegen de motie stemmen alleen reeds op grond, dat ik persoonlijk niet voldoende op de hoogte ben om mijne stem uit te brengen. De heer Kroes. Mijnheer de voorzit ter. op hetgeen dé heer Rijkens gezegd heeft naar aanleiding van de verpleging van armlastige patiënten in het' ziekenhuis, kan het antwoord niet anders zijn, dan dat de opneming van patiënten wordt bepaald door den geneesheer-directeur. Heeft die bij de opneming van patiënten als gemeente geneesheer feitelijk zoo gehandeld, dat hij de verdenking op zich zou laden misbruik xe maken van zijne positie? Ik wil niet her halen wat ik daarover in de afdeelhig heb gezegd. Ik vraag alleen of de lieer Rij kens gehoord heeft van feiten, die gepleegd zijn door den directeur-geneesheer. Is dat zoo, dan ben ik ook voor een grondig on derzoek. En wanneer een grondig onderzoek mij tot de overtuiging brengt, dat de ge neesheer-directeur van zijne kwaliteit van gemeente-geneesheer misbruik heeft gemaakt ten voordeele van hei ziekenhuis, dan ben ik ook van meening, dat er moet worden ingegrepen, want wij moeten de zaak die nen. Maar zoolang ik daarvan niet over tuigd ben, heb ik niet de overtuiging, dat de aanneming van de motie is in het belang van de gemeente. De heer Hamers. Mijnheer de voor zitter, wat de lieer Kroes zegt, had ik ook willen zeggen. Ik kan mij vereenigen met het voorstel om de behandeling van deze motie uit te stellen tot eene volgende ver gadering. De heer R ij kens. Mijnheer de voor zitter, de heer Kroes wil van mij iets "hoo rei) over den heer Jorissen. Ik zal mij daar toe niet laten verleiden. Ik heb in mijne afdeeliug verwezen naar eene nota van twee jaren geleden. Ik wil zuiver zakelijk blijven. Ik kan mijn gevoelen niet beter zeggen, dan op de wijze, zooals B. en W. dat hebben gedaan. Die zijn het mot mij eens; zij heb ben zeer juist gezegd, dat de bestaande toe stand niet is in het gemeentebelang. Er is liier één persoon, die twee belangen moet dienen. Dat gaat niet aan het is niet goed. De heer K r e s. Dit is ook reeds gezegd door vorige sprekers. Als de heer Rijkens gewacht had totdat er eene vacature kwam, dan was 't iets anders. Maar wij hebben twee jaren den tijd, totdat er eene vacature komt. Laat men wachten totdat er eene aan leiding is 0111 de zaak ter tafel te brengen. Waarom doet men dat nu? De heer R ij kens. Mijnheer de Voor zitter, ik meen, dat men niet het recht heeft mij te verwijten, dat ik nu met dit voorstel kom. Ik ben nog maar kort lid van den raad ik heb niet eerder de gelegenheid ge had het voorstel te doen. Ik wil als lid van den raad niet de verantwoordelijkheid van dezen toestand dragen. Wil de vergadering dat doen, dan moet zij het weten. Maar ik kan mij er niet toe laten vinden en ik hand haaf dus mijn voorstel tot dadelijke behan deling van -de nota. De Voorzitter. De vergadering zal hebben te beslissen of de motie dadelijk in behandeling zal worden genomen of later. De heer Rijkens stelt dadelijke behandeling voor. De heer Veis Heyn. Mijnheer do Voorzitter, nog één woord. Het gaat toch niet aan de motie dadelijk te behandelen, als ik en andere leden niet op de hoogte zijn. Naar aanleiding daarvan stel ik voor de motie in eene volgende vergadering te be handelen. De Voorzitter. De heer Rijkens verlangt dadelijke behandeling, de heer Veis Heyn uitstel van de behandeling. Ik zal de vergadering laten beslissen De heer Rij kens. Mijnheer de Voor zitter, is de bedoeling, dat de motie in de volgende vergadering zal worden behan deld? Dan wil ik mij er bij neerleggen, dat de behandeling wordt uitgesteld. De Voorzitter. Daaromtrent kan ik geen toezegging doen. De motie zal in be handeling gebracht worden, als de resulta ten van het onderzoek, dat is gevraagd, aan den raad zijn medegedeeld. De heer R ij kens. Mijne vraag houdt verband met de goedkeuring van de begroo ting, mijnheer de Voorzitter. De heer Kro es. Mijnheer de Voorzit ter, ik ben er beslist tegen, dat de verga dering zich bindt tot behandeling van de motie in de volgende vergadering. Ik wil de behandeling alleen, als de zaak grondig is onderzocht. De heer Veis Heyn. Mijnheer de Voorzitter, naar aanleiding van het laatst gezegde door den heer Rijkens, wil ik nog zeggen, dat ik niet begrijp hoe de beslissing over de behandeling van deze motie samen hangt met de goedkeuring van de begroo- ting. De heer R ij k e n s. Ik wensch de be handeling zoo spoedig mogelijk. De Voorzitter. U stelt dus voor be handeling in de volgende vergadering. De heer Veis Heyn. Ik verzoek be handeling dn eene volgende vergadering. De heer R ij ken s. Dan neem ik dat over, mijnheer de Voorzitter. Het voorstel wordt aangenomen met al- gemeene stemmen. Volgnummer 166 wordt z. h. o. voorloo- pig goedgekeurd, waarna achtereenvolgens de volgnummers 167226 worden goedge keurd. Volgnummer 227 blijft aanstaan tot na de behandeling van de Inkomsten. Inkomsten. De volgnummers 160 worden achter eenvolgens z. h. o. voorloopig goedgekeurd. Volgnummer 227 (onvoorziene uitgaven) wordt z. h. o. voorloopig goedgekeurd en de lijst van posten, die uit volgnummer 227 kunnen worden aangevuld, vastgesteld. De geheele begrooting wordt met alge- meene stemmen vastgesteld. 13. Voorstel van B. en W. tot het geven van eervol ontslag aan C. J. F. Prins als onderwijzer aan de school aan de Helle straat, ingaande 15 November. Wordt z. h. o. conform besloten. 14. Voorstel van B. en W. tot het geven van eervol ontslag aan A. A. Verburg als onderwijzer aan de school in de Koning straat, ingaande 1 December. Wordt z. h. o. conform besloten. 15. Voorstel van B. en W. tot het geven van verlof aan de onderwijzeres M. C. C. Beek tot 12 November, met machtiging om tijdelijk in de vacature te voorzien. Wordt z. h. o. conform besloten. 16. Voorstel van B. en W. tot het geven van verlof aan de onderwijzeres C. Holsteijn tot 16 November, met machtiging om tij delijk in de vacature te voorzien. Wordt z. h. o. conform besloten. 17. Benoeming van een leer aar in de wis kunde aan de Burgeravondschool. De aanbeveling luidt: S. P. Slagter en C. A. Heunks. De heer Slagter wordt benoemd met 14 stemmen; op den heer Heunks zijn 2 stem men uitgebracht. 18. Vaststelling van jaarwedden en pen sioensgrondslagen voor personeel aan de Burgeravondschool gedurende den cursus 1909/1910. Wordt z. h. o. conform besloten. 19. Voorstel van B. en W. tot het aan gaan van eene ruiling van grond met den heer A. M. Tromp van Holst. Tot verkrijging van eene betere grens scheiding aan de westzijde van het land goed Birkhoven, wordt deze regeling aan- i gegaan, waarbij de gemeente verkrijgt 2135 Ms. en daarvoor eene gelijke opper- vlakte afstaat. Wordt z. h. o. conform besloten. 20. Voorstel van B. en W. tot verhurinj van twee woonhuizen aan de Kamper bin nenpoort. B. en W. vragen machtiging tot verhu ring tot 31 Januari 1920, telkens voor hoog stens 1 jaar. De heer van Duinen. Mijnheeï d< Voorzitter, ik wensch een paar opmerkin-. gen te maken naar aanleiding van dit voor stel. In-de eerste plaats hebben in don laat- sten tijd eenige gevallen plaats gehad var botsing tusschen rijtuigen in de Kamper binnenpoort. In de tweede plaats komen, nu daar automobielen mogen passeeren met eene snelheid, van 10 K.M., de modderspatten terecht tot achter in den winkel. Ook de voorbijgangers hebben daarvan groot onge-j rief. Men kan daar eigenlijk niet te voet ko-j men. Ik wil vragen Kunnen B. en W. 'ti niet daarheen 'leiden, dat, afgescheiden vanj de beide torentjes, die wel zullen moeten blijven staan, dat struikelblok voor het ver keer wordt uit den weg geruimd!? Men zou het gedeelte, dat de gemeente in handen heeft, kunnen sloopen. Dat zou althans eeni ge verbetering geven. De heer Gerritsen. Mijnheer de Voorzitter, ik kan mij ten fvolle vereenigen met het door den heer van Duinen gezegde. Ik ge§f in overweging, nu Hogevest genood zaakt is zijn perceel af te breken tot het water, niet te wachten om van de gelegen heid gebruik te maken. Dan kan men al thans tot het water komen. De heer H a m e r s. Mijnheer de Voor zitter, ik zou denken, dat men met zulk eene gedeeltelijke slooping er nog niet komt. Het zal een misstand worden. Als men 't goed wil hebben, dan zouden aan den overkant de huizen onteigend moeten worden. Dat zou de weg zijn. De Voorzitter. Ik wijs er op, dat deze verhuring maar voor één jaar is. B. en W. zullen gaarne de denkbeelden, die zijn geuit, overwegen. De heer van Duinen. Ik ben ook niet tegen deze verhuring, mijnheer de Voorzitter. Het kan toch zoo snel niet gaan. Wordt z. h. o. conform het voorstel be sloten. 21. Voorstel van B. en W. tot belegging van gelden van het fonds voor onderhoud van overgenomen straten, enz. Wordt z. h. o. conform besloten. 22. Vaststelling van het tweede aanvul lingskohier der inkomstenbelasting, dienst 1909. Wordt z. h. o. vastgesteld. 23. Verleenen van afschrijving in zake inkomstenbelasting wegens vertrek en over lijden, dienst 1909. Wordt z. h. o. conform besloten. De lieer van Kalken. Mijnheer de Voorzitter, heb ik goed verstaan, dat mijne motie in zake het ontslag van onderwijze ressen bij het aangaan van een huwelijk, in de eerstvolgende vergadering zal worden behandeld De Voorzitter. Er is besloten de motie te behandelen in een van de volgende vergaderingen. De heer van Kalken. Er komt dus nog een poosje bij. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Electrische Drukkerij L. E. BOSCH ZOON.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 12