6 evenzeer als eene moeder méér bij het ge zin, dan op school bij de leerlingen en het onderwijs? Lk geloof, dat de gehuwde onder wijzeres in de school wel op haar plaats is, en lean dit zeggen uit overtuiging. B en W. hebben in eenig stuk vroeger wel eens gezegd, dat een gehuwde onderwijzeres een zoor goede onderwijskracht Ikan zijn. Ik ben het volkomen eens met de uitge sproken meening, dat B. en W. ieder geval afzonderlijk moeten overwegen j( een advies van den Raad in algemeenen zin hebben B. en W. heusch niet noodig. Het dagelijksch bestuur zal naar eer en gewe ten weten te handelen, en ik raad dan ook aan de motie van den heer van Kalken niet te accepteeren. De heer Sanders. Mijnheer de voor zitter, ik stel er prijs op, als minderheid in hot college van B. en W. mijn meening na der toe te lichten. Drie opinies zijn omtrent de motie vernomende eerste daarvan is deze dat men het eens is met de motie, dat de gehuwde vrouw niet in de school kan worden geduld, omdat zij schadelijk is voor het onderwijs. Lk moet er nu toch op wijzen, dat ■voor die meening geen enkel deugdelijk ar gument is aangevoerd. In de anieeste be schaafde landen van Europa wordt de ge huwde onderwijzeres gewaardeerd als een zeer goede kracht voor het onderwijs; in Transvaal is men zelfs zóó op die gehuwde onderwijzeres gesteld, dat men haar, bij be valling, extra vacantie toekent. Het heeft mij gespoten, djat ik Sn hoofdzaak geen» andore argumenten heb gehoord dan zulke, die hierop neerkomen, dat de gehuwde onderwijzeres onder curateele moet worden gesteld. Een bezwaar van anderen aard bracht de heer Veis Heijn in bot midden, die financieel© bedenkingen op perde het doet mij leed te moeten zeggen niet te kunnen begrijpen, hoe zulk een ar gument kan worden aangevoerd, in e'en ernstige principieele discussie moet dit toch niet geschieden. Naast de meening dor voorstanders van de motie, dat de gehuwde onderwijzeres in geen geval in de school m/ag geduld wor den, staat het gevoelen van de uiieei'derheid. van het college van B. en W., die ieder geval op zjioh zelf wil onderzoeken. Die meerderheid wil op grond van antecedenten en persoonlijke gegevens beoordeelen of een huwelijk eener onderwijzeres in; de toekomst voor de school, kl dan niiet, nadJeelig zal ■zijn. Het. komt mij voor, dat men zulk een cri terium niet mag stellen, dat mien zulk een oordeel niet kan en niet nuag aanleggen ttniaar, vroeg men mijnaar aanleiding hier van. wanneer nu een zwakke onderwijzeres een dronkaard wil trouwen, zoudt ge haar dan toch niet willen ontslaan? Neen zeker niet, was mijn antwoord. Men zou daarvoor eerst de motieven voor dit voorgenomen hu welijk moeten kennen. Het is toch zeer goed mogelijk, dat hooge ethische motieven aan hot voornemen ten grondslag liggen, dat zulk een huwelijk de redding van twee menschen zou kunnen zijn. In zulk een ge val zou men op gelijke gronden ieder ander ambtenaar moeten ontslaan en daarovejr denkt men toch niet. Eerst wanneer de gevolgen nadeel ig bi ij ken voor den dienst zal men tot ontslag mogen overgaan. En waar dit, bij de tegenwoordige wette lijke bepalingen niet mogelijk is, acht ik alleen dit standpunt het juiste, dat men on derwijzeressen op grond van huwelijk niet mag ontslaan. Ik geloof dat we wijs dóen. als we ons houden aan het bekende woord oordeelt niet, opdat ge niet geoordeeld wordt. Door niets heeft men bewezen dat het continueeren eener ge huwde onderwijzeres nadeelig is voor de school. Het gaat hier om de souveredniteit in eigen kringmet dat beginsel acht ik ongevraagd ontslag al mede in strijd. Gaat men onderwijzeressen ontslaan wegens huwe lijk, dan moet men dien maatregel ook toe passen op alle andere ambtenaren want dat eischt de rechtvaardigheid nu eenmaal. De heer Van Kalken wil de onderwijzeressen die trouwen, onder curateele stellen, op haar voogdij uitoefenen. Zoolang wij evenwel geen audere wettelijke gegevens hebben dan waarover wij thans beschikken, moeten we ons in deze er strik van onthouden iemand ongevraagd te ontslaan. Handelen we in te gengestelden zin, dan begaan we een groóbe fout. Niets is bewezen ten voordeel© van de motie, juist liet tegendeel is aangetoond. Zoolang er geen wet is, waarop we ons kun nen beroepen, mogen we de rechten van de onderwijzeressen niet zelfstandig aantasten, wat daarenboven ook zou strekkeu in het nadeel van het onderwijs De Voorzitter. Ik breng nu de mo tie-tan Kalken in stemming. Bij stemming wordt de motie met 9 tegen 7 stemmen verworpen. Vóór stem/men de heeren Salomons, Ruys, Hamers, Veis Heyn Kroes, Jorissen en van Kalken. 8. Voorstel van B. en W. tot liet toeken nen van de periodieke verliooging van jaar wedde aan den tijdelijk buitengewoon leer- aar dr. A. A. Pulle. De voordracht strekt tot verhooging der jaarwedde tot 990. Z. h. is. goedgekeurd 9. Voorstel van B. en W. tot goedkeu ring van de gewijzigde begrooting van het Burgerlijk Armbestuur 1909; tot verhoo ging Van het subsidie voor het Burgerlijk Armbestuur en tot wijziging der gemeente- begrooting dienst 1909. Z. h. s. goedgekeurd. 10. Voorstel van B. en W. tot afbraak van perceelen gelegen achter >de H. B. S. De gemeente-architect acht het wensche- lij'k de werkzaamheden in eigen beheer dooi de gemeente-werklieden gedurende den aan staanden winter te doen uitvoeren. De kos ten van het afbreken en in orde maken van het terrein worden in dat geval geraamd op 190de 'kosten van de muren op 160, waarin de belanghebbende eigenaren 80 bijdragen. De kosten van de muren -zijn zoo laag, omdat daarvoor nog materiaal, afkom stig van de af te breken huisjes, kan wor den gebruikt. De heer van Duinen. Ik juich dit voorstel ten 'zeerste toe, mijnheer'de Voor zitter; ik zou evenwel in overweging willen geven de vrij komende ruimte aan te wen den voor den bouw van een fietsenhok ten behoeve van de H. B. S.-leerlingen. Die leerlingen moeten hun rijwiel thans in den tuin laten .staan, blootgesteld aan regen en 'wind, een toestand die niet is te bestendi gen. Ik izou daarom willen voorstellen, nu de gelegenheid zich voordoet, in die 'behoef te te voorzien en geef dat aan B. en W. in overweging. De Voorzitter. B. en W. zullen van uw verzoek nota nemen. De heer Plomp. Als uit het voorstel van den heer van Duinen maar niet de aan sprakelijkheid volgt voor de gemeente ten opzichte van die rijwielen. De risico voor het eigendom van de leerlingen zag ik dan gaarne afzonderlijk vermeld. De (lieer van Duinen. Die risico be staat nu in den tuin toch óók. De Voorzitter. B. en W. zullen de zaak bespreken. De heer van Esveld. Ik zou het wel wenschelijk vinden de speelplaats, waarvoor men nu het plantsoen gebruikt, over te brengen naar dit nieuwe terrein. Dan wordt de toestand' weder normaal en verdwijnt dat leelijke schapenhek dat er nu staat. De Voorzitter. Ook dat zullen B. en W. gaarne overwegen. De voordracht wordt z. h. s. goedgekeurd. 11. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van de agenten van politie in zake salarisverbetering enz. B. en W. adviseeren tot afwijzende be- scli'kking. De 'heer Gerritsen. Ik vind! het mèt B. en W. jammer, dat de agenten zoo spoe dig om een nieuwe verhooging komen vra gen, nu hun jaarwedden pas zijn herzien. Maar toch zou ik B. en W. in overweging willen geven, een open oog te blijven hou den voor deze salarissen, die m. i. nog niet voldoende zijn te noemen. De Voorzitter. Het is ook het voor nemen van B. en W. te .gelegener tijd een nieuwe verhooging te overwegen, miaar thans acht en zij een salarisverhooging on noodig. De voordracht wordt z. h. s. goedge keurd 12. Rapport en voorstel van B. en ,W. lietreffende een adres van de Vereeniging tot het bouwen en verbeteren van woningen, tot- gedeeltelijk ontslag 'van erfpacht. Het voorstel strekt, om, gelet op het adres van de „Vereeniging tot (het bouwen en verbeteren van woningen," gevestigd te Amersfoort, adressante met ingang van 22 Januari 1910 te ontslaan van de erfpacht, gesloten met de gemeente Amersfoort bij contract van 22 Januari 1902, voor zooveel betreft het op de bij dit besluit béhoorende teekening door een arceering aangegeven ge deelte van het perceel, tihaus kadastraal be kend gemeente Amersfoort 'sectie D no. 3296 en B. en W. te machtigen, met adres sante een daartoe strekkend! 'con'tijact te sluiten, waarbij de voortaan te betalen ca non wordt 'vastgesteld op 106.57J en de som, waarvoor adressante het in erfpacht blijvende terrein van de gemeente kan aau- koopen, wordt bepaald op 3045, onder voorwaarde, d'at alle kosten van 'het te slui ten contract door adressante betaald worden. De Voorzitter. Er is in bet ontwerp besluit een kléine drukfout geslopen, die zal worden hersteld. De voordracht wordt z. h. s. goedgekeurd. 13. Rapport en voorstel van Burg. en Weth. 'betreffende een verzoek van de af- deeling Amersfoort van den Bond van Ne- derl. Onderwijzers tot het gebruik van schoollocalen. Wordt z. h. s. goedgekeurd. 14. Voórstel van Burg. en Weth. tot wijziging der pensioenverordendng en tot vaststelling van een pensioenbepaling. De voorzitter. Dit voorstel houdt velband met- de benoeming van een deur waarder. De voordracht wordt z. h. s. goedgekeurd. 15. Voorstel van Burg. en Weth. tot on- derhandsche verhuring van den tuin hij de Hooibergen. De voordracht strekt tot onderhandsche verhuring voor 3 jaar tegen f 30. De voordracht wordt z. h. -s. goedgekeurd. De 'heer II u ij s. Zou het niét wensche lijk zijn een opzeggingstermijn van 3 of 6 maanden vast te stellen ter voorkomnig van ongenoegen De Voorzitter. Zulk een clausule wordt- in het contract opgenomen. De heer R u ij s. Ik dank u. 16. Rapport van B. en W. betreffende de vrijwillige brandweer. B. en W. stellen voor geen subsidie en materieel beschikbaar te stellen voor eene vrijwillige brandweer-vereeniging en het thans beschikbare materieel ten 'dienste te stellen bij de stedelijke brandweer. De heer R ij k e n s. Mijnheer de Voor zitter, ik .behoor onder hen, die in het be staan eener vrijwillige brandweer een groot voordeel voor de gemeente zien. In plaatsen waar ik vroeger heb gewoond, o. a. in Haarlem, héb ik mij kunnen over tuigen dat het bestaan van zulk een ver eeniging een prikkel te meer is voor de ge meentelijke brandweer om vlug te «zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 10