O
ik zou gaarne hebben gezien, dat zij wat
meer aandacht hadden geschonken aan wat
art. 12 van de verordening zegt, nl. dat de
gemeenteraad in ieder voorkomend geval
zoodanige afwijkingen van het in art. 3H
bepaalde kan vaststellen, als hij met heb
oog op de bijzondere omstandigheden wen-
schelijk oordeelt.
Nu is de vraag: zijn hier bijzondere om
standigheden 7
Mijns inziens zal die vraag bevestigend
moeten worden beantwoord. In de eerste
plaats zijn de eigenaren bereid langs den
geheelen weg aan weerszijden 2 meter grond
af te staan.
B, en W. zeggen wel, dat de huurwaarde
der perceelen zal stijgen, wanneer de weg
bestraat wordt; dat is zoo, maar aan den
anderen kant zal die ook verminderen, door
dat de tuintjes zooveel kleiner worden.
Maar bovendien, jaren lang is d© huur
waarde van de perceelen minder geweest,
door de schuld van de gemeente. Deze toch
is, op eigen initiatief, aan het werk getogen
en heeft den Bisschopsweg opgehoogd en wel
zóó, dat het peil der woningen beueden dat
van den weg is geraakt. In tijden van regen
stroomt nu het water van den weg de tuin
tjes binnen en kan slechts door allerlei
kunstmiddeltjes buiten de huizen worden
gehouden
Wat mij betreft, vind1 ik deze reden vol
doende om uitzonderingen op de verorde
ning te rechtvaardigen. Ik vind het zelfs de
plicht van de gemeente; men heeft iets be
dorven men dient het weer goed te maken.
B. en W. zeggen,,de eigenaren wisten
indertijd aan welk een weg zij bouwden"
Zeker, maar zij wisten niet dat de gemeente
dien weg bederven zou.
Dan hebben wij nog het cardinale punt,
de volksgezondheid. B. en W. zeggen dat
,,de zorg voor de publieke gezondheid in deze
voor de gemeente geen reden behoeft te zijn,
de verplichtingen der eigenaren over te ne
men. Vcor zoover de eigenaren in dit op
zicht te kort schieten, zal op grond van de
verordeningen tegen hen kunnen worden
opgetreden
Dat klinkt heel mooi, en de gemeente
zal stellig kunnen eischen, dat meethoopen
enz. aan den weg worden opgeruimd, maar
zal zij de huiseigenaren ook kunnen dwin
gen den modder op te ruimen van den weg?
Dat is natuurlijk onmogelijk, en het is
deze modder, dien de bewoners aan hun
schoenen meedragen in de huizen, en dio
daar een gevaar kan worden voor de ge
zondheid.
En het zijn maar geen paar menschen dio
aan dien weg wonen, het zijn er wel een
800.
Die toestand zal dus moeten voortduren
zoo lang de huiseigenaren zulks willen. Dat
is het stellen van de zorg voor de volks
gezondheid in handen van enkele huiseigena
ren.
Om al deze redenen stel ik voor, de kos
ten van de bestrating enz. van den Bis
schopsweg te nemen voor rekening van de
gemeente.
De lieer II u ij Mijnheer de Voorzitter,
ik voel zeer veel voor 't geen door den heer
Rijkens is medegedeeld Toch wil ik nóg
wijzen op 't geen B. en W. doen in de kom
der gemeente met het oog op andere straten,
zooals b.v. de Lieve Vrouwenstraat en de
Koestraat. Die zijn veel verbeterd, waar
van de Bisschopsweg is buitengesloten.
De heer Gerritsen. Mijnheer de
Voorzitter, ik ga homogeen met den -heer
Rijken?Ik zou alleen eene vraag willen
doen naar aanleiding Van een ingezonden
stuk van een der eigenaren van den
Bisschopweg in de Eemlander van gister
avond. Ik wil vragen of juist is wat daarin
wordt medegedeeld over de ontvangsten en
de uitgaven voor de gemeente, wanneer de
toestand' blijft zooals hij is en als
hij verbeterd wordt. Ik geloof, dat de bere
kening van de opcenten kan worden ter zijde
gelaten. Maar als het juist is, dat -bij het
leggen van gasbuizen in den Bisschopsweg
door de gemeente 300 zal worden ontvan
gen van de gasverbruikers, danis dat on
tegenzeggelijk een groot Voordeel voor de ge
meente. De eigen exploitatie eventueel
van de waterleiding kan toch ook een groot
voordeel worden. Als men alles in aanmer
king neemt, dan zullen de onkosten van de
verbetering opgewogen worden door de ont
vangsten. Ik kan mij dus er wel mee ver
eenigen, dat de Bisschopsweg wordt verbe
terd door de gemeente, zooals de aanwonen-
den verlangen.
De heer van Kalken. Mijnheer de
voorzitter, er werden verschillende straten
genoemd in het advies van B. en W., maai
de Bisschopsweg moet ©enigszins dienst
doen als de boeman bij St. Nicolaas. Maar
als wij dien weg gratis voor de eigenaars als
straat aanleggen, dan hebben de eigenaars
van andere straten daarop evenveel recht.
Er kunnen omstandigheden zijn die maken,
dat er eene uitzondering moet gemaakt
worden van den regel, die is gesteld. Dan
zou ik echter veel meer voelen voor verbete
ring van den ouden Soesterweg. Dan komt
men ook de eigenaars tegemoet, maar de
eigenaars van den ouden Soesterweg heb
ben in hun voordeel de omstandigheid, dat
een deel van de gemeentenaren dien weg ge
bruiken als kerkweg. Maar dat de eigenaars
worden tegemoet gekomen in de kosten van
oe verbetering, daarvoor kan ik wel iets
voelen. Dat geschiedt, wanneer hun wordt
gezegd, dat de gemeente tevreden is met
eene bijdrage van een vierde in de kosten.
Maar als wij eene uitzondering gaan maken
voor den Bisschopsweg en die kosten ge
heel voor rekening van de gemeente nemen,
waar is dan de grens te vinden? Ik ga dus-
mee met het denkbeeld van B. en W., dat
de eigenaars een vierde in de kosten van
de verbetering moeten bijdragen.
De heer Vols Heyn. Mijnheer de
voorzitter, ik kan mij volkomen vereenigen
met het advies van B. en W. aan den
raad. Ik vind het niet meer dan billijk
tegenover andere eigenaars, zooals ook de
heer van Kalken heeft gezegd, dat wij niet
voor den Bisschopsweg eene uitzondering
moeten maken. De heer Rijkens heeft als
eene bijzondere omstandigheid genoemd, dat
de grond door de eigenaars zal worden af
gestaan. Maar dat zal altijd moeten plaats
hebben als er iets van de verbetering van
den weg zal komen, dan zal de weg door
de gemeente moeten worden overgenomen.
Nu is het mij niet bekend, dat, wat den Bis
schopsweg betreft, alle eigenaars bereid zijn
hun grond af te staan. Wat de heer Ruys
heeft gezegd van- de Koestraat en de Lieve
Vrouwenstraat, kan hier heelemaal niet in
aanmerking komen. Dan zou men ook wel
van de Langesfcraat kunnen spreken.
De heer van E s veld. Mijnheer de
voorzitter, bij den heer Rijkens is alleen
sprake van den Bisschopsweg. Maar als men
liet zoogenaamde Sas je neemt, dan is daar de
toestand veel erger. Daar ontstaan bij regen
achtig weer groot© plassen, die dagen noodig
hebben om te verdampen Wanneer men be
gint met de verbetering van den Bisschops
weg voor rekening van de gemeente te
nemen, dan zal men dat ook moeten doen
zoowel voor het Sasje als voor de andere
wegen, die iy de adressen zijn genoemd.
Eene uitzondering voor één van de wegen
mag men niet maken.
Nu nog een woord over het stuk van den
heer van Achterbergh in de Eemlander.
De heer Achterbergh beweert, dat het drink
water in de huizen van de Bouwmaatschap
pij niet deugt en dat de uitgevoerde diep-
boringen ook geen deugdelijk water hebben
opgeleverd, zoodat in dit geval alleen de
waterleiding in de behoeften zou kunnen
voorzien. Nu zou in de huizen van de Bouw
maatschappij geen waterleiding te krijgen
zijn, omdat de Waterleidingmaatschappij
geen buizen legt in grond van parti
culieren. Als dat het geval is, dan
moeten de huizen daar onbewoonbaar ver
klaard worden Ik zou daarover nadere in
lichtingen willen vragen en ik zou ook
gaarne willen weten welke wegen door de
gemeente zijn verbeterd zonder dat de eige
naars in de kosten hebben bijgedragen.
Zulke wegen herinner ik mij niet.
De heer Oosterveen. Mijnheer de
voorzitter, ik zal mij ook met het voorstel
van B. en W. vcreenigen. Ik stel mij ge
heel op het standpunt van B. en W., dat
ook door den raad altijd is ingenomen. Zoo
als B. en W. in hun rapport zeggen, is deze
zaak vroeger reeds hier behandeld. Den 14en
December 1905 hebben B. en W. daarover
een rapport ingediend. Toen is door den
raad toegezegd, dat de weg zou worden ver
beterd, als de eigenaars den grond afston
den en een Aderde in de kosten bijdroegen.
In den lateren tijd is er geen verandering
gekomen, waaruit zou blijken, dat wij nu
oen ander standpunt moeten innemen dan
toen. Wij staan nog op hetzelfde punt.
Als wij beginnen met voor den Bis
schopsweg eene uitzondering te maken,
waarvoor geen reden is, dan zullen wij den
toestand voor liet geheel erger maken. Ik
ben het geheel eens, dat al de wegen, die in
de adressen worden genoemd, in een slech
ten toestand verkeeren wat de bestrating
betreft. De toestand van den Bisschopsweg
is, op zich zelf beschouwd, onhoudbaar. Die
weg moet verbeterd worden. Maar de eige
naars hebben er schuld aan, wanneer dat
nog niet is geschied, omdat zij geen gebruik
gemaakt hebben van het voordeelige aan
bod der gemeente om drie vierden van de
kosten te betalenterwijl zij met een vierde
zouden vrijkomen.
Wat de lieer Ruys heeft opgemerkt, doet
voor deze zaak niet af. Die heeft wegen
genoemd, die de gemeente in eigendom
lieeft, terwijl het hier gaat om wegen, die de
gemeente in eigendom zal moeten overne
men. Wij moeten hier m. i. vast blijven
staan op het eenmaal door ons ingenomen
standpunt, dat de gemeente d#> kosten voor
drie vierden voor hare rekening wil nemen,
als de eigenaren voor een vierde daarin
bijdragen
De lieer R ij k e n s. Mijnheer de voor
zitter, al de sprekers, die mij hebben be
streden, hebben in het geheel geen notitie
genomen van mijn zwaarwichtigst motief:
namelijk dat de gemeente den toestand van
den Bisschopsweg heeft bedorven. Wanneer
de andere straten, die hier genoemd zijn,
ook door de gemeente bedorven zijn, dan
zal de gemeente de kosten van de verbete
ring ook voor hare rekening moeten nemen,
even goed als zij dat m. i. moet doen met
den Bisschopsweg. Dat is het eenige wat
ik kan zeggen.
De heer Veis Heyn. Mijnheer oe
voorzitter. Wat de heer Rijkens zijn hoofd
bezwaar noemt, is mij niet duidelijk. Ik
kan mij niet voorstellen, dat B. en W. op
particulier terrein verbeteringen aanbren
gen, zonder den eigenaar daarvoor permis
sie te vragen. Dat B. en W. een werk uit
voeren op terrein van een ander, tegen
diens wil, kan ik mij niet voorstellen.
De lieer Sanders. Mijnheer de voor
zitter, het is mij zeer aangenaam deze voor
dracht te verdedigen. Ik kan dat met over
tuiging en met liefde doen. Om verschil
lende redenen. In de eerste plaats omdat
óezelfde geschiedenis, die ons hier bezig
houdt, op verschillende plaatsen is voorge
komen, waaT men de meyschen gewezen
heeft op den uitweg, die hier door B. en W.
is aangegeven. Het is mij ook aangenaam,
omdat hier continuïteit heerscht ten opzich-