Dinsdag 1 Februari 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. DROOMLEVEN. W\ 218* ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post Afzonder, gte nummers Deze Courent verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bg vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen kl het herhaald adverteeren in dit Bkad, bg abonnement. circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraa* toegezonden. Politiek Overzicht Dc uitslag «Ier verkiezingen in Engeland. Met den dag van Zaterdag zijn de ver kiezingen in Groot-Brittannië zoo goed als geëindigd e® ontbreken thans nog 6 man daten, zetels voor de meer afgelegen kies districten. De laatste verkiezing zal plaats hebben den 8. Februari a.s. op de Orkney- en Shetland-eilanden. De 664 thans bezette zetels zijn als volgt verdeeld271 unionisten, 272 liberalen, 41 leden der arbeldspartij, 80 Iersche natio nalisten. Wanneer de zes nog ontbrekende mandaten aan hunne vorige partijen blij ven, dan zal de sterkte der- unionisten 274, die der liberalen 273, die vian de arbeids- partij 41 en die van de nationalisten 82 be dragen. Dientengevolge zal de meerderheid dor regeering buiten de Ieren 40 stemmen bedragen Aannemende dat een samengaan der regeering met de nationalisten mogelijk is en slechts de acht van John Redmond on afhankelijke Ieren in begrootings- en anlere kwesties met de conservatieven meestemmen, dan zal het kabinet over 388 stemmen tegen 282 beschikken. De winst der conservatieven ouder aftrek van dien der liberalen bedraagt 106 zegels. Het aantal vertegenwoordigers tier arbeiderspartij in het Lagerhuis is van 46 tot 40 verminderd. Tezamen hebben de. beide regeeringspartijen een vierde van hun aantal zetels moeten inboeten. Voor alles geldt van dezen uitslag, dat men van beküe zijden zich in zijn bereke ningen heeft vergist. De grootste teleur stelling is aan dé zijde der unionisten, die vóór de verkiezing dertig zetels boven idle andere partijen, aLdus een winst van 180 mandaten verwachtten. Anderzijds verliezen de liberalen ongeveer twee dozijn zetels meer dan zelfs nuchtere rekenaars geloofden en na de eerste drie verkiezingsdagen waar schijnlijk was. De uitslag dier verkiezingen is dat een niet zeer groot overwicht wordt behouden door de voorstanders van den vrijhandel van den strijd tegen hot Hoogerhuis en van de belasting van liet grootgrondbezit, door do aanhangers van die partij welke tot de invoering der ouderdo m s ver zeker i n g net initiatief heeft genomen. Zij hebben dit overwicht behouden trots de geweldige agi tatie voor het protectionisme en tegen de drankbelasting, ondanks de waarschuwing dat de liberalen het land niet meer weten te behoeden tegen het afgrijselijke gevaar, waarmede de Duitschers het bedreigen, die liet land eerst door goed'koopen invoer zijn verdienste aan den arbeid ontnemen en het daarna door een gewapenden inval ten gronde richten. De leuze dier protectie, was het too vermiddel der conservatieven, doch ze hebben er niet mede overwonnen. Juist in de drukste centra van nijverheid, waar men gewond is alles te beschouwen vanuit heb standpunt van machine- en 'ex- tiielindustrie, hebben zich, op weinige uit zonderingen na, de vrij handel aars weten te handhaven, omdat noch fabrikanten, noch arbeiders te overtuigen waren dat hunne producten bescherming behoefden en diat hett een voordeel was zulk eene overvloedige be scherming met verliooging van den prijs der levensmiddelen te betalen. Zoo hebben Lan cashire en Yorkshire aan het opdringen der conservatieven weerstand geboden en met de bewoners van Schotland en Walles, den stormaanval tot staan gebracht. De beslis sende strijd is gevoerd tusschen vrijhandel en bescherming, die constitutloneele kwes tie speelde, ofschoon in alle liberale ver- kiezingsi'edevoeringen eir een breede plaats voor werd ingeruimd, een rol van den twee den rang. Veel moer dan voor het vetorecht dor Lords interesseerden de kieziers zich ervoor of het tot dusver bestaande stelsel van han delspolitiek behouden of veranderd zou worden en of ei* onder het protecti/estelsel heuseh geen werkloozen meer zouden zijn en hoeveei 't het brood en het vleesch duur der en slechter zou maken. Het resultaat is geweest, dat de vrij handel aars zich sterker bewezen hebben dan de protoctionistenDe vraag is alleen of dit op den duur ook zoo zal blijven. Het liberalisme heeft moorddadige ver liezen geleden in de Engelsohe graafschap pen. Voor de democratische hervormers is het een niet zeer bemoedigend teeken dat een jaar na de volledige invoering dJer ouder dom sverzokering deze groote daad door het landelijk proletariaat al weer vergeten is. Vermoedelijk zullen de ondankbaarheid en de stompzinnigheid der Engelsche platte- laiidsprolebairiërs wel niet zoo groot zijn als de verkiezingsuitslagen dat doen voorkomen on zal de sociale druk, die op hen word'b uitgeoefend, ook wel een woord meegespro ken hebben Voorts is Jiij dezen verkLezingstrijd vooral wanneer z. g. drieboeksverkiezingen plaats hadden, weer eens het licht gevallen op de gebreken der Engelsohe kieswet, wel ke geen herstemmingen kent. Herstemmin gen worden meer en meer levensvraag voor de liberalen. Wanneer de arbeiderspartij' eenmaal, ii stede van met de liberalen mede te gaan, om der wille van haar eigen he- staan, dat niet meen- doet en overal eigen candidaten stelt, dreigt beiden groot gevaar. to liberalen en de arbeiderspartij bezitten thans in het Lagerhuis eene meerderheid welke voor de loopende aan,gelegen heden sterk genoeg, tot daden van meer om vangrijke beteekenis evenwel moeilijk in staat zal zijn. Deze meerderheid zal dus aan vel.- ge-aren zijn bolotgesteld. Van conser vatieve zij die wordt i n 't bij zonder aan ge voed dJat de beweerde meerderheid van Ieren en arbeiderspartij in werkelijkheid g i meerderheid is, omdat ze uit zeer on betrouwbare elementen 1 eetaat en het in menig opzicht met dë liberale partij niet een. s. Wanneer bijvoorbeeld, naar verluiot., do regeering zich den steun der arbeiders partij zou moeten verwerven door de goed keuring van een wetsontwerp dat gegrond is op het beginsel van het recht op arbeid, da zou ze daarbij van ©en goed deel barer eigen partij niet zeker zijn. De Ieren hun nerzijds geven te kennen dat ze besloten zijn vast te houden aan den eiec'h van vérstrek kende concessiën ten aanzien van lead and 's zei f©t andli.giheid en verschillen bovendien op verscheidene voorname punten m< de En- gelech liberale partij van inzibht. Men w&et diat ze bij de tweede lezing der begroeting grootendeels tegengestemd en bij de derde lezing zich van stemming onthouden hebben. En ten aanzien van d'e handelspolitiek doet zich bet feit gelden dat ze doorgaans protec- tionictenm elk geval protectionisten voor Ierland zijn. Doch zelfs wanneer al deze bezwc en op bevredigende wij-ze u t den weg wen-->n ge- ruin 1 en de meerderheid aaneengesloten zal •blijven, dan komt zeer spoedig na de bagroo- tingskweslie die door den premier en zijn voornaamste ambtgenooten zoo nadrukkelijk aangekondigde kwestie van de positie van het Hoogerhuis aan die orde. Vóór de ver- ki erin gen hoeft minister Asquiïth, die natuur lijk premier blijft, bijna plechtig in Albert Hall v.ik'aard dat hij en zijne col lega's in geen geval hun ambt zouden blij ven Vervullen, indien za geen zekerheid ver- kreg i dat ze met hot Hoogerhuis naai- goed dunken konden handelen, c nder twijfel ge loofden toenmaato de hoofdmannen der re geering nog met ejn gewichtige meerder heid naar het Lagerhuis te kunnen terug keer© n Het ie intussch n anders uitgeko men Hier komen de ruim 100 gewonnen zetels der oppositie K gewicht in de schaal leggen. Zal dj premier zich op grond van den verkiezingsuitslag gerechtigd gevoelen den in Albert Hall aangekomdSgden eisch aan de Kroon te stellen en zal de Kroon zoo makkelijk diaarop ingaan? Gesteld, in het Lagerhuis is na veel strijd en met den steun van nationalisten en arbeiderspartij een r©- geeringsvoorebel aangenomen tot wijziging der constitutie en tot beperking van de macht van het Hoogerhuis, dan zal dit na tuurlijk door het Hoogerhuis worden ver worpen. Maar wat dan? Men spreekt van het creëeren van eenige honderden van nieuwe pairs door den Koning en wijst op het precedent van 1832, doch toen was de triomf der liberalen heel wat schitterender dan tllifins en de inzet va-n den strijd de Reform-bill veel juister omschreven. Alles wijst er op diat de Koning niet makkelijk er in zal toestemmen op de bovengenoemde manier de uitspraak van het- land te forcee- ren door ia het Hoogerhuis het evenwicht, der partijen te verbreken. De andere weg die Asquitlh zou kunnen inslaan, en wélke op het oogenblik in En geland druk besproken wordt, is, bij de con servatieven, die reeds met. compromisvoor stellen voor den dag kwamen, aansluiting te zoeken, teneinde een fiasco in het Hoo gerhuis te voorkomen, voor het geval de hoofdmannen der regeering er niet de voor keur aan geven zich te wagen aan een nieu we kiescampagne om klaardere verhoudin gen en een duidelijke overwinning of een duidelijke nederlaag uit te lokken. De con servatieven toonèn zich bereid van de libe ralen zooveel over te nemen als noodig is om voor hen liet spit af te bijten ze wil len in de kwestie van het Hoogerhuis-veto inzake financieel© aangelegenheden tege moetkoming toonen en een gematigde her vorming van het Hoogerhuis zelf ter hand nerren. Zij willen alles uit den weg ruimen vooi de beslissingvrijhandel of bescher ming. Wat de thans afgeloopen verkiezingen gebracht liebben is slechts een voorioo- pige beslissing. Die verkiezingen hebben gc- t -oud diat men op eene verandering in de handelspolitiek van het grootste rijk dor we reld bedacht moet zijn, doch diat er op het oogenblik nog sterk verzet tegen gebodén wordt. Wat zal de toekomst brengen? Het is moeilijk te zeggen. Minister Asquith is naar Cannes vertrokken en de eerstvolgende mi nisterraad zal niet voor bet einde der vol gende week plaats hebben. Het partijhoofd Asquith zal al zijn koele verstandelijkheid en zijr gelaten energie noodig hebben om den iuoeili'ken toestand te overzien Dultschland. Alle Duitsche bladen houden zich bezig met Von Oldenburg's rede van Zaterdag, en gever, er beschouwingen over. Met uit zondering van de trouwste aanhangers van den conservatieven afgevaardigde, heeft ieder een slechten indruk er van gekregen. Von Oldenburg is een zeer eigenaardige figuur Hij maakt van zijn hart geen moord kuil, zegt vrij en zonder terughoudendheid wat hij meent, terwijl 't hem koud laat wat anderen van' zijn rede denken. Hij is 't enfant terrible der partij, maar men kan ondanks dat ook niet zeggen, dat hij niet ,,au serieux" genomen wordt, want dikwijls zegt hij op zijn vrijmoedige maniet wat an dere leden zijner partij hoogstens onder vier oogen bespreken, of, in 't openbaar, in wat kalmer bewoordingen uiten. Hij is voorzit ter van den Bond van landjonkers en een geziene persoonlijkheid in de conservatieve partij. Dat alles zou nog geen aanleiding geven aan zijn uitlatingen, van Zaterdag een overdreven beteekenis te hechten, als de bijkomstige omstandigheden zijner rede haar niet een bijzonder karakter verleen den. De heer v. Oldenburg heeft zeer per soonlijke inzichten en vooral een persoon lijke manier van zich uit te drukken, waar bij een gehalte van kazernetaal en scherts, die de spotbladen den Duitschen officieren, hetzij al dan niet ten onrechte, toeschrij ven. Stond hij in dit opzicht alleen in den Rijksdag, dan had het nog geen verstrek kende beteekenis, maar deze is niet te loo chenen, 'van het oogenblik af, dat men op de banken der conservatieven zijne uitlatin gen met toejuiching ontvangt. Deze aan moedigende conservatieven hebben dus 's heereiis Van Oldeuburg's woorden tot de hunne gemaakt, en daaraan kunnen de po gingen tot verzachting, die v. Oldenburg, en na hem eenige zijner vrienden aanwend den, niets veranderen. De diepe minach ting, waarmee Oldenburg d<?n Rijksdag be handelde, de mogelijkheid dat de Keizer een staatsgreep zou doen, door hem ver ondersteld, dat alles komt niet slechts voor rekening van den heer v. Oldenburg, maar ook van diegenen, die hem hun bijval betuigden Nu dit voorval zich op de on aangenaamste wijze uitgebreid heeft, treft naast don veroorzaker in de eerste plaats den vice-president, erfprins Von Hohenlohe. de schuld. Zijn uiterst zwakke interpreta tie der bekende woorden kan niets aan 't feit veranderen, dat onder zijn presidium een lid van den Rijksdag zich verstoutte, op een alleszins minachtende wijze over dat college te spreken cn den persoon des Kei zers op ongepaste wijze in het debat te be trekken. Van de beschuldiging het toege laten te hebben dat de Rijksdag grovelijk miskend werd, kan de erfprins Von Hohen lohe zich niet vrijpleiten, evenmin als van het feit, dat hij de schuld er van is dat de zaak eer. dergelijke beteekenis verkreeg. Het was in zijn hand, v. Oldenburg door een scherp tot de orde roepen het zwijgen op te leggen, of desnoods ('t geen bij de zwaarte dezer beleediging zeker gerechtvaar digd ware geweest) hem van de vergadering uit te sluiten. Daar hij 't een zoowel als 't ander naliet, heeft hij de waarde van den Rijksdag eiet in acht genomen. Dat is de eene beschuldiging die hem treft, dc andere bestaat daarin, dat hij door zijne houding aan de sociaal-democratie een zeer gewen scht pro test-middel in handen gege ven heeft, hetwelk hij haar door een ener giek tusschen beide treden wellicht had kun nen ontnemen. In de zitting van Zaterdag hebben afge vaardigden van alle partijen zich tegen von Oldenburg's rede verklaard en behalve de conservatieven, die zijne woorden trachtten te verzwakken en te rechtvaardigen, hebben allen ontkend dat een lid van den Rijksdag op een dergelijke wijze zijn minachting voor dien Rijksdag zou mogen toonen, en dat nog wel onder den bijval van meerdere par tij genooten. De beroering in Duitschland opgewekt door 't Pruisisch wetsontwerp om de scheeps- vaarttollen in te voeren op de geregulari seerde rivieren, neemt op buitengewone wij ze in omvang toe. De oppositie, die Sak sen, Hessen en het groot-hertogdom Baden tegen dit wetsontwerp voeren, heeft weer klank gevonden in de parlementen van de verschillende bondsstaten. In de Eerste Kamer van Saksen heeft prof. Walch Pruisen het verwijt gedaan, de grondwet van het Keizerrijk te overtreden, door aan artikel 54 eene valsche uitlegging te geven. De aanneming van het wetsont werp zou eene herziening van de grondwet noodig maken. En aan eene hervorming der grondwet zou eerst dan gedacht mogen wor den, als het ging om het welzijn van het Keizerrijk, wat niet het geval is, als de be langen eener minderheid worden aangerand. Op een vraag van professor Quickie, die aan de Kamer van Beieren eene overeen komst tusschen do verschillende Zuidelijke Staten aanbeval, heeft minister Von Frauen- dorfer geantwoord, dat gezien den slech ten staat der financiën, het beslist noodza kelijk is, de kosten der regularisatie te la ten betalen door hen, die bij de scheepvaart belanghebbenden zijn. Het Pruisische wets voorstel bezit als zoodanig groote economi sche voordeelen. Kwalijk zou men dus aan Pruisen kunnen verwijten, de belangen van den bond te schenden. Dezelfde kwestie is in München den 25. Januari in behandeling geweest, in een congres van een Beiersche vcreeniging voor de scheepvaart, voorgeze ten door Prins Lodewijk van Beieren. Deze heeft toen getracht de verzoenende rol aan te toonen, die het Koninkrijk in dit belang rijke verschil kan spelen. Inderdaad heeft het Rijnsch© deel van Beieren, dat profi teert van de voordeelen, die do Rijn, open voor de scheepvaart, biedt, niet dezelfde belangen als dat deel Beieren, hetwelk be hoefte heeft aan verbetering van den Main en het moet derhalve vallen onder de bepa lingen van het Pruisische wetsontwerp. Bijgevolg is het belang van het Rijn- Beieren identiek aan dat der drie in verzet komende staten. De regeering zou dus deze staten niet kunnen tegen werken, maar om het scheppen van een volledig net van wa terwegen te vergemakkelijken, zou zij kun nen zoeken naar een terrein van overeen komst met Pruisen. Anderzijds zet het groothertogdom Baden zijn onderhandelingen voort, om Wurtem- burg over te halen tot een oppositie tegen Pruisen, het gunstige condities toezeggende voor de regeling in onderlinge overeen komst, zonder tusschenkomst van het Kei zerrijk, van de kanalisatie van den Nockar, Men weet niet of Stuttgart zich zal laten bewerken. Maar reeds valt een nieuwe op positie op te teekenen, namelijk die van Roman ran 20 ANNA WAHLENBERG. Uit het Zweedscli dook Betsy Bakker Nokt. Zij zweeg en keek maar Agnes allsiof ze een antwoord verwachtte. En drukkend ge vóél van onbehagen begon haar te plagen. ,,En dlaarvoor moet ik hem danken,' her nam Flora, naar de feestelijke tafel kijKen de. ,.En ik wal het zoo arrangeeren, dfa't ihij er oon zal dien ken welk een dag liet van daag is. Wel, hij zal vedbaosd zijn ever dit alles, wanneer hij binnen komt. Mis schoen vraagt hij dan, maar ik zeg het niet' en dan izail hot van zeM wel in zijn herinne rt,nig komen." Ze sprak veeil levendiger en drukker dian ■zij gewoonlijk deeld'. En terwijl ze daar Zoo .zat en ziclh die wadliltenlde vreugtdie voor- Rtélide, giansidieai lvaar verhangen id© oogen mét een wonderbaren gillans en haar géllaialt weald) mxx>i en verjongd. ,,Ze ziet er uit a1® een bruid," dacht Ag- nefc. ,,Ze ziet er uit alsof het- die eerste en niet liaar tdcn.de trouwdiag was." Maar zelf voelde ze zich slecht te moede. Ze had er spijt van dat ze zich had laten overhalen plaats ta nemen en ze had vol strekt geen zin Robert dien dag te ontmoe ten. Zij willde naar huis, naar haar een zame kamer. En ze dacht er juist aan op j te staan, toen een heftig gebel aan de bui- tendeur klonk. ,,Dat is Ingeborg", zei Flora lachend, j ,,Ze ds zoo ongeduldig diat ze niet lean wach- i ten totdat Robert open. gemaakt heeft." En 't was werkelijk Ingeborg. Zo kwam binnen stormen naar haar moeder Maar in de vetetibuile was heit merkwaardig stil Niemand kwam achter haar aan. ,,Ik zou zeggen" begon ze, maar werd dadelijk afgebroken. „Waar is papa?" vroeg Flora. ,,Hij komt. Ik zou vooruit loopen om te zoggon dat hij dadelijk komt." Vooruit" herhaalde haar moeder ver wonderd. „Waarom moest je vooruit gaan „Dat weet- ik niet", zei Ingeborg. ,,Hij liep met die mooie mevrouw, de vtouw van den kamerheer, zij was ook in den trein, en hij wilde zeker alleen niet haar praten." Flora zweeg, maar wend' op hetzelfde oogenblik zoo wit en strak, dat zelfs haar dochtertje merkte, dab niet alles in orde was, en verschrikt vroeg, of ze iets ver keerds had gedaan. ,,0, mama!" riep ze, „moest ik gezegd hebben, dat de lampen aangestoken waren en u wachtte. Maar u wilde immers dat het een verrassing zou zijn?" Haar moeder streelde haar wang en stelde haar gerust. Nee ze had niets verkeerds gedaan. Daarna ging ze opnieuw naar het hoek venster en zag uit naar de straat. Tot aau den hoek, waar twee groote wil gen zich over het trottoir bogen, was het uitzicht vrij en op dit punt vestigde ze on afgewend haar blik. Hier moesten dé beide wandelaars langs komen. Ve&l minuten verliepen ook niet vóór hun gestalten te voorschijn kwamen tusschen de diep neerhangende takken der wilgen en zich duidelijk afteekenden tegen het sche merende landschap, dat slechts hier en daar verlicht werd door spaarzame lantaarns. Aan de houding kon men zien dat ze in druk gesprek waren, en hun gang was ook niet haastig. Agnes was achter Flora gaan staan en keek ook over de breede straat; maar Flora scheen haar niet op te merken. En even •weinig leitto ze op Ingeborg, <Me liiaor her haalde malen vroeg haar ceintuur vast te strikken, die los was gegaan. Heel haar ziel was ginds bij hen op den weg. Rechts, vlak vóór de villa liep een zijweg naar de andere villa's, waar ook die van den kamer heer lag. Zouden ze daar scheiden of niet? Agnes begreep, dat Flora daaraan dacht, terwijl ze beide wandelaars met haar onna tuurlijk gespannen blik volgde. En Agnes ergerde zich dat zo, ook terwille van haar vriendin, een zekere spanning ondervond. Want wat betoekende liét dat- de eene wan delaar den andereu een eindje weg bracht? Het was immers belachelijk er eenige aan dacht aan te schenken, dat Robert de kleine mevrouw Gyllcnsporre eenige attentie be wees? iZij bewonderde hem immers zoo op recht- als kunstenaar. Ze was er immers reeds een paar maal geweest om toenadering te zoeken tusschen haar man en hem? En ze was immers zoo moedig opgetreden als Robert's verdedigster, zoowel thuis als bij anderen, dat men reeds begon te spreken over Tiaar oneemghlöden mixt liaar man om haar partijtrekken. Wat was den natuur lijker -dan dat Robert zich dankbaar zou be- toonen en liaar bij alle gelegenheden beleefd heid zou bewijzen? En het was werkelijk vreemd van Flora, dat ze zich dit zoo aan trok. 't Was heusch te gek om te zien hoe onnooditg ze haar jaloezie verkwistte op een plaats waar geen gevaar bostond en hoe blind ze was, waar werkelijk iets was te zien. Nu, natuurlijk, het was goedl diat ze blind was in dit laatste opzicht. Maar wel kon het je ergeren, haar nu te observeeren. De beide wandelaars hadden in tusschen den zijweg bereikt Over een paar seconden moesten ze elkaar de hand reiken tot af scheid. Maar ze bleven nog voortdurend even ijverig door spreken, zonder eenig teeken dat ze hun schreden vertraagden. Nu had den ze den hoek bereikt, en de jonge vrouw was zoo verdiept in het gesprek, dat ze da delijk, louter uit gewoonte, den zijweg in sloeg zonder aan afscheid nemen te denken. Robert had juist het woord en hij sprak verder zonder dat hij scheen te merken waarheen hij ging. Geen van hen beiden lichtte zelfs het hoofd op om te zien waarheen ze gingen. Ze waren beiden zeker volkomen onbewust dat een van hen liep ap een weg waar hij niet moest zijn. Een oogenblik waren ze nog zichtbaar. Toen waren ze uit het oog verdwenen achter de huizen Flora's hand, die het gordijn vastgehoudten had, liet den greep los. en zij zelf kwam in de kamer Maar ook nu lette ze niet op Ingeborg's loshangende sjerp, die deze haar /oorhield. Kalm en zonder haast ging ze recht door naar de tafel, boog zich over de kandelaars en doofde het eene licht na liet andere uit. Nee, mama!" riep Ingeborg uit,, „pa komt immers 'dadelijk." Flora zei niets, maar in plaats van te antwoorden, nam ze de ceintuur uit de hand van haar dochtertje en begon het mooie, zijden lint glad te strijken en op te rollen, als om het weg te leggen Het feest was gedaan vóór het begonnen was Agnes had tot nu toe stil gezeten met een misnoegen dat voortdurend aangroeide. „Ja," zei ze ten slotte een beetje scherp, „als jij niet langer op Robert wacht, dan is het zeker ook niet de moeite waard, dat ik het doe." Deze meening werd door Flora door een knik bevestigd. Ze had geen zin ineer haar nog langer te terug te houden. En Agnes nam een kort afscheid, maar in de deur wendde zij zich om. „Waarvoor dient het nu de lichten uit to doen?" zei ze. „Hij is misschien al binnen het hok." „Misschien," zei Flora. Maar ofschoon ze glimlachte, klonk de toon onverschillig en moe, alsof de feest vreugde nu eenmaal voor haar verstoord was en niet opnieuw gewekt kon worden IF ordt vtrwlgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1