Dinsdag 1 Februari 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DROOMLEVEN.
W\ 218*
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post
Afzonder, gte nummers
Deze Courent verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bg vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen kl
het herhaald adverteeren in dit Bkad, bg abonnement.
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraa*
toegezonden.
Politiek Overzicht
Dc uitslag «Ier verkiezingen in
Engeland.
Met den dag van Zaterdag zijn de ver
kiezingen in Groot-Brittannië zoo goed als
geëindigd e® ontbreken thans nog 6 man
daten, zetels voor de meer afgelegen kies
districten. De laatste verkiezing zal plaats
hebben den 8. Februari a.s. op de Orkney-
en Shetland-eilanden.
De 664 thans bezette zetels zijn als volgt
verdeeld271 unionisten, 272 liberalen, 41
leden der arbeldspartij, 80 Iersche natio
nalisten. Wanneer de zes nog ontbrekende
mandaten aan hunne vorige partijen blij
ven, dan zal de sterkte der- unionisten 274,
die der liberalen 273, die vian de arbeids-
partij 41 en die van de nationalisten 82 be
dragen. Dientengevolge zal de meerderheid
dor regeering buiten de Ieren 40 stemmen
bedragen Aannemende dat een samengaan
der regeering met de nationalisten mogelijk
is en slechts de acht van John Redmond on
afhankelijke Ieren in begrootings- en anlere
kwesties met de conservatieven meestemmen,
dan zal het kabinet over 388 stemmen tegen
282 beschikken. De winst der conservatieven
ouder aftrek van dien der liberalen bedraagt
106 zegels. Het aantal vertegenwoordigers
tier arbeiderspartij in het Lagerhuis is van
46 tot 40 verminderd. Tezamen hebben de.
beide regeeringspartijen een vierde van hun
aantal zetels moeten inboeten.
Voor alles geldt van dezen uitslag, dat
men van beküe zijden zich in zijn bereke
ningen heeft vergist. De grootste teleur
stelling is aan dé zijde der unionisten, die
vóór de verkiezing dertig zetels boven idle
andere partijen, aLdus een winst van 180
mandaten verwachtten. Anderzijds verliezen
de liberalen ongeveer twee dozijn zetels
meer dan zelfs nuchtere rekenaars geloofden
en na de eerste drie verkiezingsdagen waar
schijnlijk was.
De uitslag dier verkiezingen is dat een
niet zeer groot overwicht wordt behouden
door de voorstanders van den vrijhandel
van den strijd tegen hot Hoogerhuis en van
de belasting van liet grootgrondbezit, door
do aanhangers van die partij welke tot de
invoering der ouderdo m s ver zeker i n g net
initiatief heeft genomen. Zij hebben dit
overwicht behouden trots de geweldige agi
tatie voor het protectionisme en tegen de
drankbelasting, ondanks de waarschuwing
dat de liberalen het land niet meer weten
te behoeden tegen het afgrijselijke gevaar,
waarmede de Duitschers het bedreigen, die
liet land eerst door goed'koopen invoer
zijn verdienste aan den arbeid ontnemen
en het daarna door een gewapenden inval
ten gronde richten. De leuze dier protectie,
was het too vermiddel der conservatieven,
doch ze hebben er niet mede overwonnen.
Juist in de drukste centra van nijverheid,
waar men gewond is alles te beschouwen
vanuit heb standpunt van machine- en 'ex-
tiielindustrie, hebben zich, op weinige uit
zonderingen na, de vrij handel aars weten te
handhaven, omdat noch fabrikanten, noch
arbeiders te overtuigen waren dat hunne
producten bescherming behoefden en diat hett
een voordeel was zulk eene overvloedige be
scherming met verliooging van den prijs der
levensmiddelen te betalen. Zoo hebben Lan
cashire en Yorkshire aan het opdringen der
conservatieven weerstand geboden en met
de bewoners van Schotland en Walles, den
stormaanval tot staan gebracht. De beslis
sende strijd is gevoerd tusschen vrijhandel
en bescherming, die constitutloneele kwes
tie speelde, ofschoon in alle liberale ver-
kiezingsi'edevoeringen eir een breede plaats
voor werd ingeruimd, een rol van den twee
den rang.
Veel moer dan voor het vetorecht dor
Lords interesseerden de kieziers zich ervoor
of het tot dusver bestaande stelsel van han
delspolitiek behouden of veranderd zou
worden en of ei* onder het protecti/estelsel
heuseh geen werkloozen meer zouden zijn
en hoeveei 't het brood en het vleesch duur
der en slechter zou maken. Het resultaat
is geweest, dat de vrij handel aars zich sterker
bewezen hebben dan de protoctionistenDe
vraag is alleen of dit op den duur ook zoo
zal blijven.
Het liberalisme heeft moorddadige ver
liezen geleden in de Engelsohe graafschap
pen. Voor de democratische hervormers is
het een niet zeer bemoedigend teeken dat
een jaar na de volledige invoering dJer ouder
dom sverzokering deze groote daad door het
landelijk proletariaat al weer vergeten is.
Vermoedelijk zullen de ondankbaarheid en
de stompzinnigheid der Engelsche platte-
laiidsprolebairiërs wel niet zoo groot zijn als
de verkiezingsuitslagen dat doen voorkomen
on zal de sociale druk, die op hen word'b
uitgeoefend, ook wel een woord meegespro
ken hebben
Voorts is Jiij dezen verkLezingstrijd
vooral wanneer z. g. drieboeksverkiezingen
plaats hadden, weer eens het licht gevallen
op de gebreken der Engelsohe kieswet, wel
ke geen herstemmingen kent. Herstemmin
gen worden meer en meer levensvraag voor
de liberalen. Wanneer de arbeiderspartij'
eenmaal, ii stede van met de liberalen mede
te gaan, om der wille van haar eigen he-
staan, dat niet meen- doet en overal eigen
candidaten stelt, dreigt beiden groot gevaar.
to liberalen en de arbeiderspartij bezitten
thans in het Lagerhuis eene meerderheid
welke voor de loopende aan,gelegen heden
sterk genoeg, tot daden van meer om
vangrijke beteekenis evenwel moeilijk in
staat zal zijn. Deze meerderheid zal dus aan
vel.- ge-aren zijn bolotgesteld. Van conser
vatieve zij die wordt i n 't bij zonder aan ge
voed dJat de beweerde meerderheid van
Ieren en arbeiderspartij in werkelijkheid
g i meerderheid is, omdat ze uit zeer on
betrouwbare elementen 1 eetaat en het in
menig opzicht met dë liberale partij niet
een. s. Wanneer bijvoorbeeld, naar verluiot.,
do regeering zich den steun der arbeiders
partij zou moeten verwerven door de goed
keuring van een wetsontwerp dat gegrond
is op het beginsel van het recht op arbeid,
da zou ze daarbij van ©en goed deel barer
eigen partij niet zeker zijn. De Ieren hun
nerzijds geven te kennen dat ze besloten zijn
vast te houden aan den eiec'h van vérstrek
kende concessiën ten aanzien van lead and 's
zei f©t andli.giheid en verschillen bovendien op
verscheidene voorname punten m< de En-
gelech liberale partij van inzibht. Men w&et
diat ze bij de tweede lezing der begroeting
grootendeels tegengestemd en bij de derde
lezing zich van stemming onthouden hebben.
En ten aanzien van d'e handelspolitiek doet
zich bet feit gelden dat ze doorgaans protec-
tionictenm elk geval protectionisten voor
Ierland zijn.
Doch zelfs wanneer al deze bezwc en op
bevredigende wij-ze u t den weg wen-->n ge-
ruin 1 en de meerderheid aaneengesloten zal
•blijven, dan komt zeer spoedig na de bagroo-
tingskweslie die door den premier en zijn
voornaamste ambtgenooten zoo nadrukkelijk
aangekondigde kwestie van de positie van
het Hoogerhuis aan die orde. Vóór de ver-
ki erin gen hoeft minister Asquiïth, die natuur
lijk premier blijft, bijna plechtig in
Albert Hall v.ik'aard dat hij en zijne col
lega's in geen geval hun ambt zouden blij
ven Vervullen, indien za geen zekerheid ver-
kreg i dat ze met hot Hoogerhuis naai- goed
dunken konden handelen, c nder twijfel ge
loofden toenmaato de hoofdmannen der re
geering nog met ejn gewichtige meerder
heid naar het Lagerhuis te kunnen terug
keer© n Het ie intussch n anders uitgeko
men Hier komen de ruim 100 gewonnen
zetels der oppositie K gewicht in de schaal
leggen. Zal dj premier zich op grond van
den verkiezingsuitslag gerechtigd gevoelen
den in Albert Hall aangekomdSgden eisch
aan de Kroon te stellen en zal de Kroon
zoo makkelijk diaarop ingaan? Gesteld, in het
Lagerhuis is na veel strijd en met den steun
van nationalisten en arbeiderspartij een r©-
geeringsvoorebel aangenomen tot wijziging
der constitutie en tot beperking van de
macht van het Hoogerhuis, dan zal dit na
tuurlijk door het Hoogerhuis worden ver
worpen. Maar wat dan? Men spreekt van
het creëeren van eenige honderden van
nieuwe pairs door den Koning en wijst op
het precedent van 1832, doch toen was de
triomf der liberalen heel wat schitterender
dan tllifins en de inzet va-n den strijd de
Reform-bill veel juister omschreven. Alles
wijst er op diat de Koning niet makkelijk
er in zal toestemmen op de bovengenoemde
manier de uitspraak van het- land te forcee-
ren door ia het Hoogerhuis het evenwicht,
der partijen te verbreken.
De andere weg die Asquitlh zou kunnen
inslaan, en wélke op het oogenblik in En
geland druk besproken wordt, is, bij de con
servatieven, die reeds met. compromisvoor
stellen voor den dag kwamen, aansluiting
te zoeken, teneinde een fiasco in het Hoo
gerhuis te voorkomen, voor het geval de
hoofdmannen der regeering er niet de voor
keur aan geven zich te wagen aan een nieu
we kiescampagne om klaardere verhoudin
gen en een duidelijke overwinning of een
duidelijke nederlaag uit te lokken. De con
servatieven toonèn zich bereid van de libe
ralen zooveel over te nemen als noodig is
om voor hen liet spit af te bijten ze wil
len in de kwestie van het Hoogerhuis-veto
inzake financieel© aangelegenheden tege
moetkoming toonen en een gematigde her
vorming van het Hoogerhuis zelf ter hand
nerren. Zij willen alles uit den weg ruimen
vooi de beslissingvrijhandel of bescher
ming. Wat de thans afgeloopen verkiezingen
gebracht liebben is slechts een voorioo-
pige beslissing. Die verkiezingen hebben gc-
t -oud diat men op eene verandering in de
handelspolitiek van het grootste rijk dor we
reld bedacht moet zijn, doch diat er op het
oogenblik nog sterk verzet tegen gebodén
wordt.
Wat zal de toekomst brengen? Het is
moeilijk te zeggen. Minister Asquith is naar
Cannes vertrokken en de eerstvolgende mi
nisterraad zal niet voor bet einde der vol
gende week plaats hebben. Het partijhoofd
Asquith zal al zijn koele verstandelijkheid en
zijr gelaten energie noodig hebben om den
iuoeili'ken toestand te overzien
Dultschland.
Alle Duitsche bladen houden zich bezig
met Von Oldenburg's rede van Zaterdag,
en gever, er beschouwingen over. Met uit
zondering van de trouwste aanhangers van
den conservatieven afgevaardigde, heeft
ieder een slechten indruk er van gekregen.
Von Oldenburg is een zeer eigenaardige
figuur Hij maakt van zijn hart geen moord
kuil, zegt vrij en zonder terughoudendheid
wat hij meent, terwijl 't hem koud laat
wat anderen van' zijn rede denken. Hij is
't enfant terrible der partij, maar men kan
ondanks dat ook niet zeggen, dat hij niet
,,au serieux" genomen wordt, want dikwijls
zegt hij op zijn vrijmoedige maniet wat an
dere leden zijner partij hoogstens onder vier
oogen bespreken, of, in 't openbaar, in wat
kalmer bewoordingen uiten. Hij is voorzit
ter van den Bond van landjonkers en een
geziene persoonlijkheid in de conservatieve
partij. Dat alles zou nog geen aanleiding
geven aan zijn uitlatingen, van Zaterdag
een overdreven beteekenis te hechten, als
de bijkomstige omstandigheden zijner rede
haar niet een bijzonder karakter verleen
den. De heer v. Oldenburg heeft zeer per
soonlijke inzichten en vooral een persoon
lijke manier van zich uit te drukken, waar
bij een gehalte van kazernetaal en scherts,
die de spotbladen den Duitschen officieren,
hetzij al dan niet ten onrechte, toeschrij
ven. Stond hij in dit opzicht alleen in den
Rijksdag, dan had het nog geen verstrek
kende beteekenis, maar deze is niet te loo
chenen, 'van het oogenblik af, dat men op
de banken der conservatieven zijne uitlatin
gen met toejuiching ontvangt. Deze aan
moedigende conservatieven hebben dus
's heereiis Van Oldeuburg's woorden tot de
hunne gemaakt, en daaraan kunnen de po
gingen tot verzachting, die v. Oldenburg,
en na hem eenige zijner vrienden aanwend
den, niets veranderen. De diepe minach
ting, waarmee Oldenburg d<?n Rijksdag be
handelde, de mogelijkheid dat de Keizer
een staatsgreep zou doen, door hem ver
ondersteld, dat alles komt niet slechts
voor rekening van den heer v. Oldenburg,
maar ook van diegenen, die hem hun bijval
betuigden Nu dit voorval zich op de on
aangenaamste wijze uitgebreid heeft, treft
naast don veroorzaker in de eerste plaats
den vice-president, erfprins Von Hohenlohe.
de schuld. Zijn uiterst zwakke interpreta
tie der bekende woorden kan niets aan 't
feit veranderen, dat onder zijn presidium
een lid van den Rijksdag zich verstoutte,
op een alleszins minachtende wijze over dat
college te spreken cn den persoon des Kei
zers op ongepaste wijze in het debat te be
trekken. Van de beschuldiging het toege
laten te hebben dat de Rijksdag grovelijk
miskend werd, kan de erfprins Von Hohen
lohe zich niet vrijpleiten, evenmin als van
het feit, dat hij de schuld er van is dat de
zaak eer. dergelijke beteekenis verkreeg.
Het was in zijn hand, v. Oldenburg door
een scherp tot de orde roepen het zwijgen
op te leggen, of desnoods ('t geen bij de
zwaarte dezer beleediging zeker gerechtvaar
digd ware geweest) hem van de vergadering
uit te sluiten. Daar hij 't een zoowel als
't ander naliet, heeft hij de waarde van
den Rijksdag eiet in acht genomen. Dat
is de eene beschuldiging die hem treft, dc
andere bestaat daarin, dat hij door zijne
houding aan de sociaal-democratie een zeer
gewen scht pro test-middel in handen gege
ven heeft, hetwelk hij haar door een ener
giek tusschen beide treden wellicht had kun
nen ontnemen.
In de zitting van Zaterdag hebben afge
vaardigden van alle partijen zich tegen von
Oldenburg's rede verklaard en behalve de
conservatieven, die zijne woorden trachtten
te verzwakken en te rechtvaardigen, hebben
allen ontkend dat een lid van den Rijksdag
op een dergelijke wijze zijn minachting voor
dien Rijksdag zou mogen toonen, en dat
nog wel onder den bijval van meerdere par
tij genooten.
De beroering in Duitschland opgewekt
door 't Pruisisch wetsontwerp om de scheeps-
vaarttollen in te voeren op de geregulari
seerde rivieren, neemt op buitengewone wij
ze in omvang toe. De oppositie, die Sak
sen, Hessen en het groot-hertogdom Baden
tegen dit wetsontwerp voeren, heeft weer
klank gevonden in de parlementen van de
verschillende bondsstaten.
In de Eerste Kamer van Saksen heeft
prof. Walch Pruisen het verwijt gedaan, de
grondwet van het Keizerrijk te overtreden,
door aan artikel 54 eene valsche uitlegging
te geven. De aanneming van het wetsont
werp zou eene herziening van de grondwet
noodig maken. En aan eene hervorming der
grondwet zou eerst dan gedacht mogen wor
den, als het ging om het welzijn van het
Keizerrijk, wat niet het geval is, als de be
langen eener minderheid worden aangerand.
Op een vraag van professor Quickie, die
aan de Kamer van Beieren eene overeen
komst tusschen do verschillende Zuidelijke
Staten aanbeval, heeft minister Von Frauen-
dorfer geantwoord, dat gezien den slech
ten staat der financiën, het beslist noodza
kelijk is, de kosten der regularisatie te la
ten betalen door hen, die bij de scheepvaart
belanghebbenden zijn. Het Pruisische wets
voorstel bezit als zoodanig groote economi
sche voordeelen. Kwalijk zou men dus aan
Pruisen kunnen verwijten, de belangen van
den bond te schenden. Dezelfde kwestie is
in München den 25. Januari in behandeling
geweest, in een congres van een Beiersche
vcreeniging voor de scheepvaart, voorgeze
ten door Prins Lodewijk van Beieren. Deze
heeft toen getracht de verzoenende rol aan
te toonen, die het Koninkrijk in dit belang
rijke verschil kan spelen. Inderdaad heeft
het Rijnsch© deel van Beieren, dat profi
teert van de voordeelen, die do Rijn, open
voor de scheepvaart, biedt, niet dezelfde
belangen als dat deel Beieren, hetwelk be
hoefte heeft aan verbetering van den Main
en het moet derhalve vallen onder de bepa
lingen van het Pruisische wetsontwerp.
Bijgevolg is het belang van het Rijn-
Beieren identiek aan dat der drie in verzet
komende staten. De regeering zou dus deze
staten niet kunnen tegen werken, maar om
het scheppen van een volledig net van wa
terwegen te vergemakkelijken, zou zij kun
nen zoeken naar een terrein van overeen
komst met Pruisen.
Anderzijds zet het groothertogdom Baden
zijn onderhandelingen voort, om Wurtem-
burg over te halen tot een oppositie tegen
Pruisen, het gunstige condities toezeggende
voor de regeling in onderlinge overeen
komst, zonder tusschenkomst van het Kei
zerrijk, van de kanalisatie van den Nockar,
Men weet niet of Stuttgart zich zal laten
bewerken. Maar reeds valt een nieuwe op
positie op te teekenen, namelijk die van
Roman ran
20 ANNA WAHLENBERG.
Uit het Zweedscli
dook Betsy Bakker Nokt.
Zij zweeg en keek maar Agnes allsiof ze
een antwoord verwachtte. En drukkend ge
vóél van onbehagen begon haar te plagen.
,,En dlaarvoor moet ik hem danken,' her
nam Flora, naar de feestelijke tafel kijKen
de. ,.En ik wal het zoo arrangeeren, dfa't
ihij er oon zal dien ken welk een dag liet van
daag is. Wel, hij zal vedbaosd zijn ever
dit alles, wanneer hij binnen komt. Mis
schoen vraagt hij dan, maar ik zeg het niet'
en dan izail hot van zeM wel in zijn herinne
rt,nig komen."
Ze sprak veeil levendiger en drukker dian
■zij gewoonlijk deeld'. En terwijl ze daar
Zoo .zat en ziclh die wadliltenlde vreugtdie voor-
Rtélide, giansidieai lvaar verhangen id© oogen mét
een wonderbaren gillans en haar géllaialt weald)
mxx>i en verjongd.
,,Ze ziet er uit a1® een bruid," dacht Ag-
nefc. ,,Ze ziet er uit alsof het- die eerste en
niet liaar tdcn.de trouwdiag was."
Maar zelf voelde ze zich slecht te moede.
Ze had er spijt van dat ze zich had laten
overhalen plaats ta nemen en ze had vol
strekt geen zin Robert dien dag te ontmoe
ten. Zij willde naar huis, naar haar een
zame kamer. En ze dacht er juist aan op j
te staan, toen een heftig gebel aan de bui-
tendeur klonk.
,,Dat is Ingeborg", zei Flora lachend, j
,,Ze ds zoo ongeduldig diat ze niet lean wach- i
ten totdat Robert open. gemaakt heeft."
En 't was werkelijk Ingeborg. Zo kwam
binnen stormen naar haar moeder Maar
in de vetetibuile was heit merkwaardig stil
Niemand kwam achter haar aan.
,,Ik zou zeggen" begon ze, maar werd
dadelijk afgebroken.
„Waar is papa?" vroeg Flora.
,,Hij komt. Ik zou vooruit loopen om te
zoggon dat hij dadelijk komt."
Vooruit" herhaalde haar moeder ver
wonderd. „Waarom moest je vooruit
gaan
„Dat weet- ik niet", zei Ingeborg. ,,Hij
liep met die mooie mevrouw, de vtouw van
den kamerheer, zij was ook in den trein, en
hij wilde zeker alleen niet haar praten."
Flora zweeg, maar wend' op hetzelfde
oogenblik zoo wit en strak, dat zelfs haar
dochtertje merkte, dab niet alles in orde
was, en verschrikt vroeg, of ze iets ver
keerds had gedaan.
,,0, mama!" riep ze, „moest ik gezegd
hebben, dat de lampen aangestoken waren
en u wachtte. Maar u wilde immers dat
het een verrassing zou zijn?"
Haar moeder streelde haar wang en stelde
haar gerust. Nee ze had niets verkeerds
gedaan.
Daarna ging ze opnieuw naar het hoek
venster en zag uit naar de straat.
Tot aau den hoek, waar twee groote wil
gen zich over het trottoir bogen, was het
uitzicht vrij en op dit punt vestigde ze on
afgewend haar blik. Hier moesten dé beide
wandelaars langs komen.
Ve&l minuten verliepen ook niet vóór hun
gestalten te voorschijn kwamen tusschen de
diep neerhangende takken der wilgen en
zich duidelijk afteekenden tegen het sche
merende landschap, dat slechts hier en daar
verlicht werd door spaarzame lantaarns.
Aan de houding kon men zien dat ze in
druk gesprek waren, en hun gang was ook
niet haastig.
Agnes was achter Flora gaan staan en
keek ook over de breede straat; maar Flora
scheen haar niet op te merken. En even
•weinig leitto ze op Ingeborg, <Me liiaor her
haalde malen vroeg haar ceintuur vast te
strikken, die los was gegaan. Heel haar
ziel was ginds bij hen op den weg. Rechts,
vlak vóór de villa liep een zijweg naar de
andere villa's, waar ook die van den kamer
heer lag. Zouden ze daar scheiden of
niet?
Agnes begreep, dat Flora daaraan dacht,
terwijl ze beide wandelaars met haar onna
tuurlijk gespannen blik volgde. En Agnes
ergerde zich dat zo, ook terwille van haar
vriendin, een zekere spanning ondervond.
Want wat betoekende liét dat- de eene wan
delaar den andereu een eindje weg bracht?
Het was immers belachelijk er eenige aan
dacht aan te schenken, dat Robert de kleine
mevrouw Gyllcnsporre eenige attentie be
wees? iZij bewonderde hem immers zoo op
recht- als kunstenaar. Ze was er immers
reeds een paar maal geweest om toenadering
te zoeken tusschen haar man en hem? En
ze was immers zoo moedig opgetreden als
Robert's verdedigster, zoowel thuis als bij
anderen, dat men reeds begon te spreken
over Tiaar oneemghlöden mixt liaar man om
haar partijtrekken. Wat was den natuur
lijker -dan dat Robert zich dankbaar zou be-
toonen en liaar bij alle gelegenheden beleefd
heid zou bewijzen? En het was werkelijk
vreemd van Flora, dat ze zich dit zoo aan
trok. 't Was heusch te gek om te zien hoe
onnooditg ze haar jaloezie verkwistte op een
plaats waar geen gevaar bostond en hoe
blind ze was, waar werkelijk iets was te
zien. Nu, natuurlijk, het was goedl diat ze
blind was in dit laatste opzicht. Maar wel
kon het je ergeren, haar nu te observeeren.
De beide wandelaars hadden in tusschen den
zijweg bereikt Over een paar seconden
moesten ze elkaar de hand reiken tot af
scheid.
Maar ze bleven nog voortdurend even
ijverig door spreken, zonder eenig teeken
dat ze hun schreden vertraagden. Nu had
den ze den hoek bereikt, en de jonge vrouw
was zoo verdiept in het gesprek, dat ze da
delijk, louter uit gewoonte, den zijweg in
sloeg zonder aan afscheid nemen te denken.
Robert had juist het woord en hij sprak
verder zonder dat hij scheen te merken
waarheen hij ging.
Geen van hen beiden lichtte zelfs het
hoofd op om te zien waarheen ze gingen. Ze
waren beiden zeker volkomen onbewust dat
een van hen liep ap een weg waar hij niet
moest zijn.
Een oogenblik waren ze nog zichtbaar.
Toen waren ze uit het oog verdwenen achter
de huizen
Flora's hand, die het gordijn vastgehoudten
had, liet den greep los. en zij zelf kwam
in de kamer Maar ook nu lette ze niet op
Ingeborg's loshangende sjerp, die deze haar
/oorhield. Kalm en zonder haast ging ze
recht door naar de tafel, boog zich over de
kandelaars en doofde het eene licht na liet
andere uit.
Nee, mama!" riep Ingeborg uit,, „pa
komt immers 'dadelijk."
Flora zei niets, maar in plaats van te
antwoorden, nam ze de ceintuur uit de hand
van haar dochtertje en begon het mooie,
zijden lint glad te strijken en op te rollen,
als om het weg te leggen
Het feest was gedaan vóór het begonnen
was
Agnes had tot nu toe stil gezeten met een
misnoegen dat voortdurend aangroeide.
„Ja," zei ze ten slotte een beetje scherp,
„als jij niet langer op Robert wacht, dan
is het zeker ook niet de moeite waard, dat
ik het doe."
Deze meening werd door Flora door een
knik bevestigd. Ze had geen zin ineer haar
nog langer te terug te houden.
En Agnes nam een kort afscheid, maar
in de deur wendde zij zich om.
„Waarvoor dient het nu de lichten uit
to doen?" zei ze. „Hij is misschien al
binnen het hok."
„Misschien," zei Flora.
Maar ofschoon ze glimlachte, klonk de
toon onverschillig en moe, alsof de feest
vreugde nu eenmaal voor haar verstoord
was en niet opnieuw gewekt kon worden
IF ordt vtrwlgd.