§m Jnarfang. Vrijdag 15 April 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. Mijn Vriend de Chauffeur. M°. 2!»0. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers - 0.05. IX: j Couranverschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bq de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50, Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bjj vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Buil'ge meester en Wethouders van Amersfoort brengen ter kennis, dat bij hen is ingekomen een adres, d.d' 8 April 1910, van. Johannes Antonius Ivoman, koffieliuishouder, wonende alhier, hou dende verzoek om vergunning voor den verkoop van sterken.' drank in het klein, voor gebruik ter plaatse van verkoop, bed'oellkll in artikel 1, 2e lid, letter a der Drankwet, voor de beneden-voor- en aehterloealiteit van het perceel1, staande aan de Langestraat no. 20 alhier; dat binnen twee weken na deze bekendmaking een ieder schriftelijke bezwaren, tegen het ver- leeneni der vergunning kan inbrengen. Amersfoort, den. l-klen April 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, J.G.STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. De oorzaken van de Albaneesche beweging. Of die oproerige beweging in A'ibanië over wonnen ie, daarover zijn dë berichten tegen strijdig. In het parlement te Konsitantino- pel is medëgedlaeOd, dat de opstandelingen beginnen uiteen te gaan en d'at ©enige lea ders hunne onderwerping hebben aangebo den. Dat zal wel zoo zijn, maar behoeft nog niet te beteekenen, dat nu liet ©inde van den opstand gekomen is. Do regeering zelve schijnt niet van die gedachte te zijn, want met het zenden van troepen naar Albanië wordt voortgegaan. Eergisteren hebben nog vijf bataillone Konstantinopél verlaten. De troepen, die naar Albanië wordi&n gezonden, zijn met zorg voor den velddienst uitgerust. Zij worden met muziek naar dë plaats van vertrek gebracht, waar generaals en niet zelden afgezanten van bet departement van oorlog hun bartelijik© afscheidswoorden en wenschen van goed succes meegeven. Dat wijst er niet op, dlat men van gedachte is de beweging reeds moeetor to zijn. Over de oorzaken van die beweging doet oen correspondent van de Neue Freie Pre66e te Konstantinopeleenige mededeelingen Ihij schrijft ,,Wa.ar een alfabet is, diaar i6 eeno natie." In d'ezo formule klleedld© een Albaneesch schrijver reeds voor jaren de merkwaardige taal- on schriftlbeweging van zijne landslie den, die, tegelijk met die Jong-Turksche be weging geborenthans in don vorm van een gewapeinden opstand tégen dë Jomg-Turk- sche regeering om erkenning worstelt. Eco nomische motievenhet vërzet van hot arme boerenvolk togen nieuwe belastingen on harde ambtenaren, spelen ongetwijfeld eene groote rol in den nieuwen opstand in Noord-Albaniëmiaar zij zijn sloelite de po pulaire vorm waarin die opstand zich ui.t- dlrukb, als 't ware het lichaam van de be weging de geest, die haar leidt, is hot idieaal van een vrij geboren, noodt geheel ten onder gebracht volkvan halve barba ren een onafhankelijk cultuurvolk te wordën met eigen taal en eigen schrift. De erken ning van het latijnsche alfabet in plaats van het Arabische, waarvoor de halfwilde mo- Ihamanedaanische Arnauten van Noord-Alba nië nu strijden tegen de turki© ©erende Os- manische overheid, was ook hot hoofdpunt van het onlang6 te Monaster gehouden Al- ba neezen - congreswaarop den 25. Juni van dit jiaar een tweedë zal volgen. Men moet twee naast elkaar loopende be wegingen onderscheideneëne zuiver litte raire en eene nationaal-politieke, dlie van Turkije vooral de economische verheffing van het onder het oude stelsel zeer verwaar loosde land verlangt. De litteraire richting is tlhans omstreek© 30 jaren oud en dagtee- kent van het oogenblik, waarop twee in Europa opgevoede Albaneezen, die gelbroeders Frascheri, het latijneelie alfabet dioor opne ming van bijzondere teekenen voor zekere in hunne taal inheemeche klanken in een Al baneesch alfabet veranderden, d'at sedert door alle beschaafde kringen van hët volk wordt aangewend. In Turkije weldra streng onder drukt, vluchtte dë jonge Albaneesche litte ratuur in het buitenland, naar Griekenland, Italië, Frankrijk en met dë landverhuizers zelfs naar Noord-Amerika. Inzonderheid in Boston ontstonden een aantal goed geredi geerde politieke en letterkundige bladen, die, in Albanië binnengesmokkeld, nationale en vrijheidsideeën verspreidden en dit volk tot voorvechters van de Jong-Turksche revo lutie predestineerden reeds op ©en tijd1, toen de eigenlijke Turken nog geduldig hpt juk van Abdul Hamdd verdroegen. De eerste en eigenlijke man van de revolutie, de Al baneesche majoor Niaei Bey, belichaamt het type, dat van den Albanees die geestkracht én den vrijheidsdrang, van den officier dë discipline bezit, die de revolutie tot dë over winning voerden. Sedert zijn deze beide fac toren weder gesplitst. De discipline is bij de Turken gebleven en heeft den regeering6- vorm van eene verlichte militaire dictatuur aangenomende vrijheidszin van de Alba neezen echter eischt onstuimig het loon voor dé bevrijdende daad van Monaster dë geestelijke en economische verheffing van het tot nationaal bewustzijn ontwaakte Al baneesche volk. Reeds kort na de invoering van de grond wet, in December 1908, beproefde de regee ring de feitelijk in anarchie levende Noord- Albaneezen aan de nieuwe orde van zaken te onderwerpen. De burg van den beruchten Issa van Bolatin, den laatstep feodalen roof ridder in Europa, werd door de kanonnen van Djavid Pacha, den commandant van Mitrowitza, met den aardbodem gelijk ge maakt. De winter verhinderde de verdere vervolging van den vluchteling, d;e zich ook thans nog ergens in het grensgebergte verborgt*! houdt en aan den nieuwen op stand waarschijnlijk niet geheel onschuldig is. In twee verdere veldtochten (Maart en Mei 1909) drong Djavid Pacha met zes bataillons en -drie batterijen berggeschut door tot aan de Montenegrijnsche grens, bezette Ipek en Djakowa en vernielde 200 koela's, de steenen torens, die o. Albanee zen als bergforten dienen. Noord-Albanië heette onderworpen te zijn. Maar reeds -p den in Juli 1909 te Debra gehouden volks dag werd zelfs door Jong-Turksche Alba neezen eene scherpe critiek gevoerd tegen het meedogenlooze optreden van Djavid Pacha en de leus aangeheven: .Eerst Alba neesche-scholen, daarna belastingen!" De laatste winter verliep tamelijk rustig. Maar de schoolkwestie bleef aan de orde. Druk bezochte vergaderingen in verschil lende plaatsen van Zuid-Albanië protesteer den tegen de door de plaatselijke autoritei ten beproefde invoering van het Arabische alfabet in de uit bijzondere middelen opge richte Albaneesche volksscholen Terwijl en kele afgevaardigden en mohammedaausche geestelijken om politieke en godsdienstige redenen agiteerden voor het door den koran geheiligde Arabische schrift, kwamen de in Albanië zeer verspreide geerteiiu n van de Belctashi-orde moedig op voor het Alba neesch -latijnsche schrift, waardoor de hei lige boeken van den islam zeker evenmin ontwijd zouden worden, als in Inciiè en Japan door de daar goedgekeurde vertalin gen. Ook de in Konstantinopel zeer talrijke Albaneezen veerden eene ijverige propagan da. De regeering verklaarde na eenig wei felen het gebruik van het latijnsc.be schrift als eene particuliere zaak. De loop van de laatste bloedige gebeur tenissen sedert de vermoording van den be velhebber van Ipek is bekend. Geheel Noord- Alibanië van Gilan tot Gusinje is weer in oproer. De regeering wil d£n opstand door staat van beleg, krijgsraden (en door het zen den van dertig bataillons onderdrukken. Aan den anderen kant schijnen de leiders van den opstand besloten te zijn, tegen de militaire bezetting van het land zich met alle middelen te verzetten. Duit6chland. Uit Berlijn wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dai het wetsontwerp over de uit legging van. art. 54 der rijksgrondwet ton gunste der invoering van scheepvaartrech ten nog in deze zitting bij den rijksdag zal worden ingediend. Berlijn, 14 April. Staatssecretaris Dernburg heeft hedenavond op verzoek van den over het katoenvraagstuk, waarin liij verklaard op grond, van een uitgebreid on derzoek tot de volgende slotsom te zijn ge komen 1. Er bestaat geen voldoende reden om aan te nemen, dat in Amerika binnenkort grootero terreinen voor den katoenbouw in gebruik zullen worden genomen, of dat de productie belangrijk zal vermeerderen. 2. Dat de katoenproductie belangrijk goed- kooper zal worden door betere en intensie vere arbeidsmethoden op de gronden, thans voor den katoenbouw gebruikt, is voor den eerstkomenden tijd niet waarschijnlijk. Met liet oog daarop hebben helderziende kooplieden van alle natiën met nadruk ge wezen op de noodzakelijkheid van nieuwe centra van productie. Voor zoover die Duitsche koloniën be treft, is Oost-Afrika in 1902 begonnen met 370 K.G., had heb in 1904 gebracht tot 188,000 K.G. en in 1908 tot 247,000, on geveer gelijkstaande met 1000 balen van de Egyptische variëteit. Togo, dal. in 1901 met 10,000 K.G. be gon, heeft in 1908 420,000 K.G. (gelijk staande met 162 balen) geproduceerd. De vermeerdering der productie in Oost-Afrika in de eerste drie kwartalen van 1909 is on geveer 700 baleai, in Togo alleen ongeveer 180. In Oost-Afrika bestaan thans 17 middel matige en kleine plantages van Europea nen, die 2000 H.A. met katoen beplant hebben, en 24 plantages, die in wisselbouw ongeveer 3300 H.A. met katoen beplant hebben In aanleg zijn 12 katoenplantages, die samen beschikken kunnen over 85,000 H.A. De tijd schijnt thans gekomen voor de rijksregeering om het hare bij te dragen tot voortzetting van dien arbeid en ter bevor dering van den bloei dezer plantages. Het wetenschappelijk onderzoek zal in handen worden genomen door het bestuur der ko loniën, de practische exploratie is de zaak der belanghebbenden in liet land. Het ko loniaal bestuur zal zorgen voor oprichting van landbouwstations, voor den meteorolo- giischen dienst en voor het uitoefenen van invloed op de inboorlingen. Aan het slot zijner rede sprak de staats secretaris de hoop uit, dat de Duitsche kooplieden en de Duitsche industrib, door drongen van het belang der zaak, ook hun- nerzijdis niet zullen nalaten om door een zoo krachtig mogelijke modewerking eene taak tot een goed einde te brengen, zoo groot als slechts zelden wordt ondernomen. Zij zullen dan er op kunnen rekenen, dat de rijks regeering hun met raad en daad ter zijde zal staan. Joha n n is burg, 14 April. Bij de verkiezing van een lid van den rijksdag ter vervanging van den overleden voorzit ter van den rijksdag graaf Stolberg werd la dit tot dusver conservatieve district de ia- tionaal-liberaal Koclien gekozen. B e r 1 ij n 14 April. Aan het einde vau de vergadering, van het Huis van Afge vaardigden, had een rumoerig incident plaats bij de behandeling van de spoorweg- begrooting. Toen de minister van spoorwegen in ant woord op het betoog van den socialist Lei- nert, die heftig le keer was gegaan tegen het spoorwegbestuur, verklaarde, dat dit be stuur verplicht was tegen eene staking van hare beambten op te treden, zoo noodig door het geven van ontslag, riep de afgevaardigde Strobel uit. ,,Dat is onwettig". (Geroep rechts: ,,Tot de orde".) President von Kröcher verklaarde, diat hij de heeren sociaal-democraten niet tot de orde zou roepen. Dat gaf toch niets. Hij kon hen slechts verzóeken zich zoo te ge dragen, als onder personen, die trouw aan den Koning zijn, gebruikelijk is. De socia list Hoffmann riep daarop uit,,Och, wat, trouw aan den koning 1" (Groote onrust aan de rechterzijde). President von Kröcher vervolgde: Wan neer het Huis wenscht, dat ik een einde maak aan dergelijke uitroepen, dan moet het een reglement van orde aannemen, waar mede ik dat kaïi bereiken 1" Daarop zette de minister zijne rede voort. Engeland. Londen, 14 April. Eerste minister Asquitlh deelde mede, diat overeenikomsbig de guillotine-bepalingen de behandeling der begrooting voor 1909-10 geëindigd moet zijn of 27 April e. k. flet Huis zal dan op 28 April uiteengaan op \oorjaarsreces, diat vermoedelijk drie we ken zal duren. Er aal ecihitër misschien op 29 April een formcele zitting moeten wordën gehouden, teneinde die koninklijke toestemming op dë wet op de middelen in ontvangst te nemen. (Toejuichingen bij de ministerieel en). De twieedie motie over het vetorecht werd aangenomen met 351 stemmen tegen 246, nadat dë discussie te hia.lf acht wa6 gesloten overeenkomstig het vroeger door bet Haits aangenomen besluit. Even voor die sluiting speelde zich een levendig fcooneel af. Men verwachtte, dat minister-president Asquith eene belangrijke verklaring zou afleggen omtrent het verdere politieke beleid van de regeering. Te 7 uur 20 min. stond' hij dan ook op en begon met de woorden Indien het Hoogerhuis de motiën niet aanneemt..." Balfour viel hem, onder protest vau de ministerieel en en toejuichingen van de op positie, in de rede om dien voorzitter er op te wijzen, dat Asquitlh buiten dë orde ging, door het afleggen v an ©ene aJ gemeen e ver klaring op dit oogenblik. De voorzitter ant woordde, dlat de verklaring alleen met ver lof van het Huis mocht worden afgelegd. Balfour bleef volhoudendlat het niet mocht, omdiat er tijd moest worden gelaten voor de behandeling dier verklaring. De voorzitter verzocht Asquith toen de verkla ring niet af te leggen (Luide protesten bij dë regeeringspartij, geroep van .schande' Asquitlh verklaardë, dlat hij zijne verkla ring zou afleggen dézen avond' aan het ein de der zitting (Toejuichingen bij de ministerieeilen). De derde motie, die dën zittingsduur van het parlement beperkt tot 5 jaar, werd aau- genomen met 334 tegen 236 6temmen. L o n dl e n, 14 April. Op het einde dér zitting deelde Asquith onder oorverdoo- vende toejuichingen der ministerieeilen mede, dat, al6 het Hoogerhuis zich niet vereenig- de met de politiek in de veto-resolutie» be lichaamd, dë regeering onmiddellijk aan dë Kroon voorstellen zou doen omtrent dë stap pen, die dan moeten worden gedaan, tenein de te verzekerendat de inhoud van deze resolubiën tot wet wordt verheven. Wanneer de regeering bevond, diat zij niet in staat was dit te verzekeren, dan zou zij óf ontslag nemen, óf het parlement ontbin den (Luide toejuichingen van de ministoriee- lon). Hij voegde daaraan nog toe, dat hij in geen geval tot ontbinding zou adtviseeren, behalve onder zoodanige voorwaarden, dat men de zekerheid had, dat in liet nieuwe parlement het oordeel van het volk, in dë verkiezing uitgedrukt, in de wet zal wor dën opgenomen. (Langdurige ministerieel toejuichingen). Balfour zeide, dat de miediedëeling vau Asquith het culminatiepunt was van de on derhandelingen tusschen de rOgeering en de nationalisten en dat dë betaalde prijs was de waardigheid van zijn aanlbt. De zitting werd daarna gesloten. Do rede van Asquith verwekte ©ëusatio in het druk bezette huis. Zij duidt aan dat, als die Lords de vetoresolutiën verwerpen, zoo als zij nagenoeg zeker zullen dëen, Asquith van dien Koning waarborgen zal vragen. Worden deze waarborgen met verleend, dian zal Asquith öf aftreden of het parlement ont binden, maai' hij zal alleen ontbinden wan neer de Koning waarborgen belooft voor het geval, dat de liberalen bij de verkiezingen die overwinning behalen. Italië. De dringendste taak, die het kabimet- Luzzatti heeft te vervullen, i-s de regeling van de scheepvaartverdragen, waarover in den loop van weinige maanden twee minis- beriën ten val gekomen zijn. Het kabinet heeft zich, zooals uit Bonn wordt bericht, in eene reeks van vergaderingen met het vaststellen van de grondslagen voor dien de finitieven vorm van de scheepvaartverdra gen bezig gehouden. Naar h*i EngtUch 25 TAK C. N. an W. M. WILLIAMSON. Het was een alleraardigste wedstrijd waar bij bleek dat beiden meesters waren in het schermen en pareeren, maar Groot-Brit fan j© belhlaalide ten ©Lotte dë overwinning. De functionnard6, behandeidi alls een gentle man door een gentleman, wilde hem gaarne ten gerieve zijn, indien, hij dat ,,met zijn eer kon overeenbrengen." Zonder zijn plicht te verzaken, zeide hij, kon hij ons een bode meegeven om te Fontane te getuigen dat wij enkel op onzen doortocht waren. Uit de menigte die zicli rondom ons had geschaard, werd een lummel van een jongen gekozen en een fooi beloofden na het wisselen van nog menige plichtpleging kregen wij verlof op der. heiligen grond van Frankrijk te tuf tuf fen Het is al even onverantwoordelijk een Fransche dorpsherberg te beoordeelen naar haar uiterlijk als een menschenkind naar zijn neus. De herberg van Breil had geen aantrekkelijk gelaat, maar ze was bezield door den gevet van een Brillat Savarin ein deze voorzag' ons van> een heerlijk diner, dat veel gerechten telde Wij durfden niet heengaan voor alle schotels waren gepas seerd, uit vrees de amour-propre van dën kok te zullen kwetsen, dus was liet laat voor wij gereed waren om te vertrekken. „Geen sprake van om met die kar op sleeptouw vanavond nog San Dalmazzo te bereiken," klonk de mededeeling van de goden uit het hotel. ,,De heuvels welke u gehad hebt, zijn niets vergeleken, bij degeen die nog komen. U zult verstandig doen bier të logeeren, want zoo u besluit verder te gaan, zult u den geheelen nacht en route zijn." Onze passagiers werden verzocht een be sluit te namen en wij verwachtten verschil van meening. De beide meisjes, dachten wij zouldën er vóór zijn om door te reizen en de gravin om hier te blijven. De goed moedige dame echter had alle angsten en vreezen overwonnen,, di© vroeger op den dag liet vermoeden hadden gewettigd:, dat onze expeditie reeds bij zijn vertrek schipbreuk zou lijden. „Heft is een zonderling ïetfi," zeide zij. „Ik verlang door te gaan, altijd door, en kel terwille van hët gaan. Nog nooit heb ik zoo iets op reis gevoeld, zelfs niet in Manns boudoir wagen, toch zeker het luxe- rieustë ding op wielens wat er in Amerika bestaat. Ik begeerde altijd daar te z ij n, onverschillig waar ,,daar'' was, maar nu wensch ik voort te gaan., steeds voort al was het ook tot het einde der wereld. Ik begrijp volstrekt niet wj^arom, of 't moet het nieuwtje van automobielen, zijn. En dat kan het toch >ook niet wezen, want heel kort geleden dacht ik nog, dat in-bed-lig- gende-menschen liet zoo kwaad niet hadden, ze lagen er zoo veilig Wij lachten allen (zelfs de prins die door een aantal glazen champagne wat sentimen teel was geworden) en eensklaps begon ik veel te houden van de gravin met kronen en al. Na de hitte van de salie a manger sclieen de nacht buiten zonderling en koud: zijn sombere diepten glanzend in- liet maanlicht, aan het hooge hemelgewelf enkele zwak flonkerende sterren. Iets geheimzinnigs kwam ons tegemoet, als wachtte ons een avot.tuur. Onwillekeurig voelden wij ons tot elkaar aan.grtro(kikenvrtilanigëncl naar wat warme, rnensclielijke sympathie, en. had de prins niet getracht, om zonder dat mama het zag, met kleine Beechy te flirten, dan zou ik zelfs tegenover hem vriendelijk ge zind zijn geweest. Toch kwam, ik niet tus schenbeiden en liet hem, gezeten in zijn eigen wagen, zijn gang gaan, te meer daar hët touw, dat hem op een afstand hield, hoe ook gedoemd tot dulden en lijden,, zoo vrien delijk was niet af te knappen. Langzaam en moeilijk bewogen wij ons voort, verder en verldër de Roya-valilei in, zoo oht-zag-v^eiklkeiid in dën voüfltew mjaneechijn diat hqt ons all en tot zwijgen dwong. De 'bergen om. ons heen geflëken uit marmer ge houwen ka.steeilën en kathedralen, waarvan de voorgevel©, grijfe overdag, door die m:aan in een brtooverend glinsterend wit waren herschapen. De wondteriijlke, halfcirkelvor mige stad Saongë, hangend© tegen dën zij kant van een berg, zou, zoo er niet© ander# te zien ware gewoëst, dë moeite geloond heb ben dieizen weg të nonnenGéhuld in dien mystieken sluier van den nacht scheen de oude Liighrische vesting tusschen twee rots pieken te zijin gefhlaingMii, niet ongelijk aan dë groote witlte hangmat eenCr ellapcndë godiin, van wier jiuwealen ringen soms vurige von ken ©clnoteai. weed en ringen ©onus vurige vonken schoten. Zij hadldbn ons in de herberg geen sprook je o-p dën mouw gespeld. De weg, hrt moejde nog langer all© een peilgrim op zijn knieen te kruipen, ging plotseling overeind op zijn voeten 6|tiaian, en, wij, mrt 's prin sen rijtuig achter ons, waren op zijn rug. Trots de raioedellijiklbeden gedroeg onze wagen zich uitstekend, ofschoon de motor hijgde. Hoog&t zcilklqn kondien wij van die eerste ver- snedling naar de tweede averechakeüen, maar alles in aanmerking genomen hoorden wij, zoo al© Beechy beweeridë, dankbaar te zijn vlooi' elke» gang vlugger dan dien van een silak. Te Fontau ontsloegen wij, nadat hij zijn verklaring had afgelegd, onzen luiniimeiligen bode, die met een licht hart en oen zware zak terugkeerde. Weer bevonden wij ons in Italië, overgoten uirt nuaanlicht en ver zonken in verwarde drooonleai van zonderling verdraaddë bergen. Opeen© werd hët wak ker, wiant de miaan ging onder en met haar ondergang werd de mocililt der betoovering verbroken. De droomgezichten verdwenen en wij bevonden one in ren groote, donker© ruimte, dlie mogelijk bij dag zoo groen ais ©maragid zou wezen. Een grijize geest in een ilange jas eh mieit een ge-wevr op zijn rug kwam te voorschijn, en dleod de gravin schrikken dioor*een toeken om te stoppen. ,,Och lieve hemel, worden wij rêg'ange- Ihioudien," fluisterde zij. „Ik liëb boolean aal niet mëer aan roevers gedacht." „Enkel een Italiiaaneche dlouanekantoor- roover," zeide Terry. „,In elk geval héb ben wij Saai Diftlimazzo bqreikt en de dag, i© niet voorbij." ,,J.a, dat is hij wél," riep Beechy. „Daar ©laat een klok twaalf uur." Eënige minuten later ©morden wij langs een vlakken weg maar liet klooster-hotel, dlat- volgen© ingewonnen iml'icliltingen een hon derd meter© buiten hét dorp lag. Ik had dikwijls van dit zich tusschen dë benigën van San Dalmazzo verschuilend logement ge hoord, waar de Italianen zoo gaarne de zo merhitte ontvluchtenDe boogvormige poort in den muur geleëk op die van vele klooster© en wij waren overtuigd op dl© goë- idie plaaJtb te zijn, toen Terry dë au:to door kien open ingang ©tuurdë en door ©en aan de andër© zijdë gelegen soort tunndl. Voor dé deur van een lang, laag gebouw ©topte hij den motor. Zijn „trum, brum" zweeg, eten diepe ©biite heersclhte romdëm en geen enkefl sprankjé licht straalde door hët een of andér venster. Terry stapte uit en schëldfe. Wij wacht ten in zékere' spanning, want luoezetir genie tend' van den nocbtelijken rit door dlib sprookjesland, wa© de dag lang geweest en had do koude bergluciut on© huiverig ge maakt. Maar niots gebeurde, en na een korte pauze scheldle Terry nogmiaai©. Ben doodsch zwijgën wa© het remige antwoord'; een zwijgen dat eer eën weigering inhield dian een toestemming. Hij ©chelide voor dën dordën keer; op dlat oogenblik ötiondën de prins en ik achter hém, trachtend mot ornzën blik d© duister nis te doodbaren achiter dé dëur1, wélke half uit glas bestond. Eindelijk op verren af stand een groenachtig licht, dof glanzend! al© een glimworm, dialt langzaam naderend zijn schijinBél wierp op eën monnik. Wordt vervolnd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1