Mp Vriend ie Chauffeur. IV0. 392. JJUITENLAND. FEUILLETON. Jaargang. AHIERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post - 1.50. kfzonderlyke nummer» - 0.05. j Couian dagen. verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest- ^dvertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummar 66. PRIJS DER ADVERTINTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 eenU bij vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrgAg toegezonden. Politiek Overzicht De inSijving van Korea. Uit Petersburg komt het bericht, dat de inlijving van Korea door Japan voor de deur staat. Het is nog slechte een© kwestie van enkele weken, om de inlijving tot een voldongen feit te maken. De afkondiging van de inlijving wacht op de herziening van de handelsverdragen van Japan met vreem de staten, die den len Juli afloopenin de nieuwe verdragen zal met liet feit der an nexatie rekening gehouden wordendie zul len gelden voor Japan met inbegrip van de provincie Korea. Dit 'bericht kan geen verrassing bren gen, want sedert het vredesverdrag van Potsmouth, dat aan den Russiech-Japan- sehen oorlog een einde maakte, was de politieke wereld er volkomen van op de hoogte wat Japan in Korea trachtte te be reiken. Reeds het vredesverdrag bevatte daarvan eene aanwijzing; het eerste arti kel luidde: „Japan krijgt in Korea de- po sitie, die het den voorrang verschaft, maar waarborgt de bescherming van de Russische private belangen." Nu komt in plaats van den voorrang het recht van bezit; Korea wordt ingelijfd bij den Japansehen staat. De politieke beteekenis van deze gebeur tenis is hierin gelegen, dat zij wordt vol trokken zonder verzet van de zijde van Rus land. Zij schijnt zelf6 plaats te hebben in overleg met en met toestemming van Rus land, omdat tegelijk de beide ètaten zich met elkaar verstaan over eeuige geschillen, die nog tusschen Jien bestonden. De vriend schappelijke betrekkingen van Engeland met Rusland en zijne bondgenootschappe lijke verhouding tot Japan hebben ongetwij feld de Russisch-Japansche toenadering vergemakkelijkthet Engelse lie kabinet bad er groot belang bij te bemiddelen tusschen zijn vriend en zijn bondgenoot, en daar reeds van vroeger ook een Pransch-Japansch verdrag bestaat, is nu een band verkregen, die de vier groote staten vereenigt. De toenadering van Rusland tot Japan is ook daardoor in de hand gewerkt, dat beide bnnne stelling in Handsjoerije willen bevestigen. In liet streven om lien weer te verwijderen uit deze provincie, in welker noorden de Russen en in welker zuidelijk deel de Japanners domineeren, staat China niet aileeneenige maanden geleden heeft de Amerikaansche staatssecretaris Knox voorgesteld, de Man dsj oer ij sche spoorwe gen uit de hand van deze beide staten te nemen en te internlation aliseerenJuist deze poging, die van Petersburg en van Tokio uit terstond werd afgewezen, heeft er veel toe bijgedragen om de beide regee ringen te bewegen tot gemeenschappelijken arbeid. Het iis aan de Vereenigde Staten niet gelukt liun doel te bereiken en de Rus sisch-Japansclie hegemonie in Mandsjoerije to brekenzij hebben die integendeel nog lielpen bevestigen. Daarentegen hebben zij zicb de vriendschap van China verworven. In Oost-Azië teekenen zicli nu duidelijk de groepen af, die in de wereldpolitiek met el kaar rivaliseeren. De Japanners halen den oogst in, waar voor zij in twee zegevierende oorlogen, den oorlog van 1902 tegen China en den veel verschrikkelijker oorlog van 19041905 te gen Rusland, het zaad hebben uitgestrooid. Rusland stelt zich er mee tevreden, althans een reetje uit de puinlioopen te redden van het luchtig opgetrokken gebouw, dat een maal zicb uitstrekte tot Port Arthur en Dalhy. Het gevaar van een nieuwen Rus sisch-Japansehen oorlog is voor geruimen tijd uit den weg geruimd. Korea, dat tegen de Japanners een onuitroeibaren haat koes tert, en China, dat zijne beide groote na buren met elkaar in bondgenootschap ziet, moeten de kosten dragen. De vraag is echter of zij zich goedschiks daarbij zullen neerleggen, en de onzekerheid, waarin men daaromtrent verkeert, vormt de schaduw zijde van deze zaak. België. •Brussel, 17 Mei. In een voorloopige vergadering van do rapporteurs van de derde Nouerlandscih-Belgische conferentie verklaar de minister van staat Beernaert, dat de beide regeeringen, overtuigd van de voor- deelen, die uit 't overleg zuilen voortvloeien, bereid zijn de verscüiallende plannen, die op de conferentie te 's Gravenhage zijn goedgekeurd, in welwillende overweging te nemen Frankrijk. P a r ij s, 17 Mei. Op verlangen van Ko ning Alfonso heeft lieden morgen te Choisy- le-Röi eeti onderhoud plaats gehad tusschen den Koning en president Fallières. Het ge sprek duurde een half uur. Engaland. L o n d e n, 1 7 Mei. De troepen stellen zich op rondom het parlementsgebouw. De menigte groeit iedere minuut aan. De trams uit liet zuiden van Londen brengen duizen den personen aan op de Westminsterbrug. Toen d'e morgen aanlbtfak, werd die grauwe gevel van het paleis zichtbaar m een somber kleed gehuld, maar niet weerhouden dloor den dreigenden hemel, was. het volk vroeg op de been en de trams en spoorwegen uit de voorsteden brachten duizenden bij duizenden aan, dlie verlangend waren om getuige te zijn van de overbrenging van de lijkkist van den Ko ning naar Westminster Hall. Tusschen 6 en 8 uur in den morgen was de buurt van het paleis, de Mall en de Pa lace Yard diebt bezet met menschen, die aanhoudend kwamen en gingen. Inmiddels stelden de garden met omfloerste vaandels en omhulde trommen zich langs den weg op. Hunne schitterende roode uniformen staken levendig af bij de zwarte massa van de in rouw gekleede menigte. Deze roode lijn strekte zich uit tot den voet van Whitehall, waar het donkerblauw van een duizendtal zeelieden de lijn kleurde, meer in overeen stemming met het zwart van het publiek. Wegens de dichtheid van de menigte, was l>et. geheel e rijtuigverkeer langs den weg en de daarheen voerende straten gestremd. De menschen, zelfs de arms ten onder hen waren in diepen rouwhunn,e houding werd ge kenmerkt door den ernst, passend bij de plechtigheid van dezen dag. Om 11.30 verkondigde het luiden van „big Ben", de groote klok van Westmin ster, het vertrek van den koninklijken stoet uit het paleis aan. De eerewacht was samen gesteld uit garde-grenadiers en eene brigade matrozen Alle oogen werden getrokken door de eenvoudige affuit, die de last droeig. Do pliechffigihieaid van hOcDeai worid't terecht boec'hretven als eene van werikelijike plechtig heid en verheven eenvoud. De stoet, die alle hoogsten en edelsten van bet rijk bevatte, verliet zwijgend Buc kingham Palace om half twaalf. Voorop gin gen de hoogste vvaardigheidsbekleeders van leger en vloot. Roberts on Kitchener gin gen vooraan onder do veldmaarschalken zij werden gevolgd door 's Ivonings adju danten en dichte troepen van de garde. Daarop volgde de affuit met de lijkkist, die getrokken werd door artiller i e p aard en en begeleid door Yeomen of the Guard" in hunne schilderachtige scharlakenrood© klee ding uit den tijd van Koningin Elizabeth. De op de affuit rustende kist was bedekt met een kleed van roomkleurige zijde, waar op de koninklijke standaard, de kroon, de schepter en de onderscheidingsteekeneu van den Kouseband lagen. De Koninklijke rouwdiragenden liepen achter de kist. De Koning droeg de admiraalsuniform, zijne beide zonen, die achter hem liepen, de adelborstuniform. De koning van Denemar ken was in Engelsohe legeruniform, de Ko ning van Noorwegen in marine-uniform, de overige vorstelijke personen in verschillende uniformen. Een lange stoet van hooge hof- en staatsambtenaren volgde. Eindelijk kwa men negen gesloten rijtuigende paarden waren in rouwschabrakken De woeste tonen van een bekenden Schot- sclien treurzang, gespeeld door de pijpers van de Schotsohe garden, verbraken de stil te toen do stoet voorbij Marlborough House kwam. Daarna speelden groote muziekkorp sen eene reeks van treurzangen uit Handel's marche funèbre tot besluit, even voordat Westminster Hall werd bereikt. Eene riillffinig van onltiroerlinig vergezel de deal fitiatigCin dtioet, ttoOn hij zijn weg -verlvióLgdle dloor de dicht© rijen van de boefechouiwens, waaronder het rouwgewaad algemeen wan. Alle hoicxMen werden ont bloot in eeafbdediige sympathie voor den zoon en de kleinzonen van dien overleden Koning, dfe met gebogen hjototflden de greep der vorstelijke rouwdriagiemidten aanvoerden De stoet bereikte om twaalf uur West minster Hall Ook daar bevond zicli eene dichte menigte toeschouwers. Om half een was de kist in de Westmin ster Hall overgebracht en begon de lijk dienst. De stoet kwam in d'e Hall aan te midden van de uitvoering van die finale van den dioo- denmiarsch, terwijl de lucht trilde en de aarde schudde van het geroffel van de trom men, het gebulder van de kanonnen in Hyde- park en het luiden van „big Ben" in de hoogte. Parliament Square was door matro zen en mariniers afgezet, terwijl de Cold stream guards in het midden van de Pal ace Yard met de bajonet op het geweer en het omfloerste vaandel de eerewacht uitmaak ten. Aan den ingang van Westminster Hall hield de affuit stil, liet kleed weid. wegge nomen en de compagnie grenadiers, die als dragers dienst diedendroegen de kist naar binnen. Ongeveer elf uur trad d© Speaker, ge kleed in sLaatsiecoetuummet zijne amb tenaren en gevolgd door de leden in diepen rbuw gekleed', Westminster Hall ibinnen. Tegenover die voorzijde van de lijkbaar e tonden o. a. A&quitih en Balfour zij aan zij. InimicUdek was de groote trap aan den tegenovergestelden ingang bezet door koorleden van de koninklijke kapel in karmozijnen gewaden en door bet koor van do Westminster Abdy. De loden van het Hoo- gerhuis, voorafgegaan door den Lord-kan- seüer met den stafdrager, den beunsvoerder en den aartsbisschop van York kwamen in plechtige processie aan en namen plaats aan do tegenovergestelde zijde van de plaatsen d'er Lagerhuis!eden. De dragers in de Hall vernamen thans do eerste tonen der muziek van do buiten naderende 6toet. De aartsbis schop van Oarjterbury, voorafgegaan door een kruisdrager en gevolgd door den deken van Westminster, schreden thans naar den ingang om den stoet te ontvange welke toen langzaam de Hall vulde. De officieren van leger en vloot, waar onder de lords Roberts en Kitchener, schreden zijde aan zijde en 'h'adldlen hunne plaatsen op de benedenste treden van iel® trap. Zij vormden1 een schitterend schouwspel van scharlaken, goud en blauw. Een opmerkenswaairdagen aan blik leverden ook de Indische ordonnansen van den overleden Koning. Om 12 uur 20 werd de doodkist, voorafgegaan door den aartsbi6cliop van Canterbury, door garde grenadiers binnengedragen. Onmiddellijk daarop volgden do kroon de6 Konings, de scepter en de rijksappel op kussens. Daarna kwam Koningin Alexandra, leunende op den arm van Koning George, die de orde van den Kousenband droeg. Links van Koningin Alexandra schreed Keizerin Marie en on middellijk daarachter Koningin Mary met den jongen hertog van Cornwall, links van haar en prinses Victoria rechts. Daarbij slo ten zich aan de andere vrouwelijke leden van het koninklijke gezin. Aan het hoofd van den schitterenden volgstoet liepen naast elkander de koningen van Noorwegen en Denemarken met den hertog van Connauglit in het midden. De stoet hield stil, terwijl de doodkist op den catafalk werd geplaatst, en kroon. 6cepter en rijksappel op het 'ok sel van de doodkist werden neergelegd. Daarop zette de stoet zich weer in be weging. Koning George, Koningin Alexan dra en Keizerin Marie namen hunne plaat sen in aan den voet van dc lijkbaar; de an dere koninklijke personnages groepeerden zich daarachter. Gedurende den lijkdienst was Koningin Alexandra gezeten op een met karmozijn en fluweel bckleeden st el aan de zijde van de lijkbaar van Koning Eduard. De dienst duurde ongeveer twintig minuten. De aartsbisschop van Canterbury hield een korte toespraak, waarin hij s!ilstoi?d bij het geen Koning Eduard voor het Vereenigd Koninkrijk had gedaan. Aan het slot van den plechtiigen dienst- deed Koningin Alexan dra een kort gebed vóór de doodkistdaar na stond de Koning op en geleidde haar en Keizerin Marie naar buiten. Alle konink lijke rouwdragenden reden vervolgens in dezelfde volgorde naar het paleis terug als zij gekomen waren. Londen, 17 Mei. Koning George heeft een schrijven gericht aan den Earl Marshall, waarin hij verklaart, diep ge troffen te zijn door de bewonderenswaardige wijze, waarop de schoone plechtigheid van heden was geregeld. Z. M. voelt, dat niets beter kan zijn dan de kalme hulde, op deze wijze gebracht aan de nagedachtenis van zijn beminden vader. - Plechtige stilte heerschte in Westminster Hall van drie tot vier uur, toen het publiek in rijen van vier werd binnengelaten. Tegen 3 uur stonden er minstens 30,000 menschen in één© file en nog veel meer personen zag men van Westminster Abbey af tot over de Westmin6terbrug en Thames Embankment. Londen, 17 Mei De Koning van Spanje is hier aangenomen en ontvangen door Koning George. Prins Heinrich van Pruisen is te Queen- borough aangekomen. Potsdam (Neues Palais), 17 Mei. De Keizer is hedenavond te 7 uur uaar Vlis- singen vertrokken. Londen, 17 Mei. De torpedojagers Teazer, Charger, Conflict en Dasher hebben bevel ontvangen morgen in zee te gaan, om de Heemskerk te ontmoeten en baar naar Sheernes-s te escorteeren. Londen, 18 Mei. Er zijn schikkin gen getroffen, dat militaire vertegenwoor digers van de koloniën deelnemen aa-n de lijkpleehtigheid van Vrijdag. In de Si.-Geor- go-kapel te Windsor zijn voor den lijkdienst plaatsen opengehouden voor vertegenwoordi gers van de koloniën. De blad'en maikeri de opmerking, dat dlit d© eerste maal is, waarop die overzeese he bezit tingen behoorlijk vertegenwoordigd zijn bij eene groot© rij'ksplech/tigheid in Groot-Bnt- tannië. Onder de regeeringszorgendie voor het -kabinet-Asquith tengevolge van het overlij den van Koning Edluand zijn ontstaan, ie zeker niet de zwaaret© die vaststelling van de civiele lijst, d. i. liet inkomen van den nieuwen Koning. Sedert Koning Willem IV in liet jaar 1830 aan de regoering kwam, wordt aan de Kroon ©ene vaste som uitge keerd1, ongeveer overeen komende met de jaarlijkeche opfbmi-gst van die kroongioede- ren, die toen door den staat werden over genomen. Koning Willem IV trok een jaar- lijksch inkomen van 510.000 p. et., waarbij de part-ikuliere kas van het Koningspaar met 110,000 p. st. bödlachit was. Daar Koningin Victoria bij hare troons beklimming ongetrouwd was, kreeg zij voor har« particuliere kas slechts 60,000 p. et. en moest- zich, daar de staat haar van ver schillende pensioenlasten ontlastte, ver genoegen met eene civiele lijst van slechts 385,000 p. st. Bovendien waren haar echter de inkomsten toegekend van de hertogelijke goedea^n van Lancaster, diie omstreeks het middten van de vorige eeuw 5000 p. st. be droegen en aan het- einde van de eeuw, dank zij het verstandige bdheer, 60,000 p. st. op brachten. Koningin Victoria wa6 eene zeer spaarzame vrouwniettemin stegen de uit gaven van hare huishouding zoo, dat haar uit andere bronnen nog 5000 p. et. meer moeeten worden toegekend. Toen Koning Eduard ruim 9 maanden ge leden den troon beklom, werd hem met het oog op de verlioogde boeten van de konink lijke hofhouding, op voorstél van eene dloor ihd lagerhuis benoemde commissie, e©n jaar- 'lijksch bedrag van 470,000 p. st. toegekend. De 6ta»t zou daarmee niet slecht uit geweest zij- want de kroongoederen brachten in liet jaar te voren 520,000 p. et. op, als hij niet ook bad- moeten zorgen voor jaargelden van den troonopvolger en die dochters van den Koning en voor de pensioenen van de be dienden van Koningin Victoria. In hlet laat ste jaar heeft do staat, boven dë opbrengst Naar h*t Mngtlsch 48 van C. V. #n W. M. WILLIAMSON. Ik wist zeker dat ik op school menig op stel over de gedenkwaardigheden dezer plaats had gemaakt, waarvan ik mij echter ongelukkigerwijze niet meer "herinnerdehet is dan ook te hopen dat het groot aantal studenten dat er rondslenterde de geschiedenis met meer vrucht bestudeerde dan ik destijds te Denver. Allen waren knappe, jonge, echte Italianen en hun belangstelling in ons was zoo groot, dat het ondankbaar leek minder aandacht te wijden aan hen dan aan hun achtergrond. In groepjes bleven zij staan, andere meer onverschillige toeschouwers hielden eveneens hun pas in en toen wij voor een hotel stilhielden, drongen de stu denten om onze auto, zoo nieuwsgierig naai de gezichten achter de motor-maskers, dat Maida er werkelijk verlegen door werd en mama en ik er den schijn van aannamen. XIV. Een H o o f d is 't u k van Zon-neschfjnen Schaduw. Mama's lunch werd bedorven doordat zij een Italiaansch woord verkeerd uitsprak, wat zij echter pas begreep toen het in den loop van het gesprek door een ander werd uitgesproken, zooals het -behoorde. Het- be nam haar langen tijd den lust om te praten en door de stilte die nu in ons klubje heerschte, had ik gelegenheid op te merken dat de Italianen zich van alles tweemaal be dienden, wat de hotelhouder zeker als een eer voor zijn keuken zal beschouwd, hebben. Het gezelschap waarmede wij aan tafel za ten, bestond meerendeels uit officieren, de overigen waren mannen van middelbaren leeftijd met dikke onbeduidende gezichten, die ik uitschold voor „trommelslagers' maar door sir Ralph"" handelsreizigers ge noemd werden. Hij en meneer Barrymore vertelden ons dat in al deze stille, provin ciale hotels met hun koepelvormige daken en beschilderde zolderingen, met- hun lange ta fels en groote in beugels hangende flesschen wijn, meer dan de helft der gasten jaar in jaar uit goedkoop dineert per maandelijksch abonnement. „Zij kunnen hier voordeelig leven," ver volgde sir Ralph, „en als „The Riviera Sun" goed rendeert, zal ik waarschijnlijk mijn leven eindigen in een plaats als deze, bij voorkeur Paviadan kan ik mijn vrien den wijsmaken dat ik hier woon uit vereeriug voor de Certosa." Mama begon over do Certosa te spreken als ware zij een intieme kennis van haar, en om haar vergissing van zoo even goed te maken, haastt-e zij zich het- woord te herha len toen het pas sir Ralph over de lippen was gekomen. De eerste lettergreep echter klonk .zoo precies als „clière," dat ik snel mijn toevlucht tot een glas water moest ne men. Het is vermakelijk hoe menschen zonder muzikaal gehoor nooit g:oed vreemde talen leeren spreken,, en als zij bi zonder hun best doen" dan klinkt: „God save the King" als „Yankee Doodle." Zóó, teminst© gaat het mama, maar, gelukkig voor mij, had papa een Oor. Wij reden door het. „Pavia van de hon derd Torens," en na een blik geworpen te hebben op het groote, oude Castello, snor den wij weer Arcadië in om de Certosa te bereiken. In plaats van oostwaarts voerde de weg ons het- Noorden in. langs een ka naal helder als kristal en blauw als saffier, daar het tot spiegel diende van -den hemel. Toen draaiden wij een weinig aantrekkelij- ken zijweg in, maakten nog oen bocht en plotseling verrees voor ons een wondervol Iets. Ik weet niet veel van .kerken, maar loet komt mij voor dat men met de kennis van en kele dingen geboren wordt, zooals onder an deren het verschil tusschen werkelijk groot- sche -scheppingen en die er niet mede verge leken kunnen worden. Niet- één reisgids behoeft iemand te zeggen dat de Certosa di Pavia van een grootschheid is, misschien door niets ter wereld geëvenaard. Zelfs „kleine Beechy Kidder" voelde dat bij den eersten blik; en toen er viel niets te zeg gen. Hier paste enkel zwijgen. Maar het maakte een vreemden indruk, dat- zulk een rein en verheven kunstgewrocht zijn ont staan te danken had aan een misdaad. Ik 'had meneer Barrymore tegen mama hooren vertellen, dat het in dertien honderd en nog wat gebouwd was door den eersten hertog van Milaan, met de bedoeling de aandacht des Hemels af te leiden van een door hem beganen moord nogwe-1 in zijn eigen fami lie waarbij hij het leven ontnam aan zijn schoonvader en tevens aan al diens' zoons en dochters. Geen wonder dat een heele Cer tosa noodig was om daar boete voor ie doen een Certosa met verschillende standbeelden van den stichter, hier en daar in de kerk geplaat-st-. Een stelde hem voor de teeke- ning der kerk aan de Heilige Maagd aan biedend, een ander biddend met gevouwen handen en deemoedige houding; ook was er een afbeelding van zijn luisterrijken begra fenisstoet. Zijn gezicht- echter beviel me niet, en te oordeelen naar de uitdrukking zou het- mij niet verwonderen zoo het- hem veel genoegen gedaan had, dat de Certosa den monniken was ontnomen en tot een natio naal monument- gemaaktnu althans kon hij door veel menschen verheerlijkt worden. Niet eer voor ik een groot aantal andere dingen gezien had, maakte ik kennis met- den hertog Giovanni Galleazzo Visconti, (hoe gemakkelijk onthoudt, men toch den naam van misdadigerswant bij den eersten aanblik was er niets dan een wondervolle poort, een prachtige, groote kathedraal en eenige betooverende torens, glinsterend in de zon. Meneer Barrymore huurde een jongen om op de auto eu den hond te passen terwijl wij binnengingen, natuurlijk in onze motor pakjes, welke op deze plaats oen ©enigszins malle vertooning maakten. Terra cotta had ik altijd veracht als iets waarvan goed- koope beeldjes gemaakt worden, hier even wel leerde ik het waardeeren als exquise grondstof. Hier zag ik liet door de eeuwen teer getint en met marmer vereenigd, ge kneed tot bogen en kroonlijsten, tot een dui zend wonderfraaie ornamenten, -en mijn be sluit stond vast dat zoo ik ooit een eigen buis liet bouwen, de omlijsting van ramen en deuren, en alles wat eenigszins doenlijk was van terra cotta moest vervaardigd worden. De kruisgangen, groote en kleine, waren heerlijker dan iets anders, heerlij kei- dan. de fa?adc, heerlijker dan de marmeren kerk met al haar bekoorlijke zij kapelletjes, heer lijker dan iets wat ik nog ooit had gezien cu ik liep in mijn eentje rond, ingenomen met mijzelf omdat trots mijn onwetendheid mijn schoonlieidsgevoel genoeg ontwikkeld was, om volkomen gelukkig -te zijn. Toch speet liet- mij niet dat sir Ralph mama ver liet, die met Maida luisterdo naar hetgeen meneer Barrymore. vertelde over architecto nische sieraden van terra coWa in Noord- It-alië, en zich bij mij voegde. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1