Mp Vriend ie Chauffeur.
IV0. 392.
JJUITENLAND.
FEUILLETON.
Jaargang.
AHIERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post - 1.50.
kfzonderlyke nummer» - 0.05.
j Couian
dagen.
verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest-
^dvertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummar 66.
PRIJS DER ADVERTINTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 eenU bij vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvrgAg
toegezonden.
Politiek Overzicht
De inSijving van Korea.
Uit Petersburg komt het bericht, dat de
inlijving van Korea door Japan voor de
deur staat. Het is nog slechte een© kwestie
van enkele weken, om de inlijving tot een
voldongen feit te maken. De afkondiging
van de inlijving wacht op de herziening van
de handelsverdragen van Japan met vreem
de staten, die den len Juli afloopenin de
nieuwe verdragen zal met liet feit der an
nexatie rekening gehouden wordendie zul
len gelden voor Japan met inbegrip van de
provincie Korea.
Dit 'bericht kan geen verrassing bren
gen, want sedert het vredesverdrag van
Potsmouth, dat aan den Russiech-Japan-
sehen oorlog een einde maakte, was de
politieke wereld er volkomen van op de
hoogte wat Japan in Korea trachtte te be
reiken. Reeds het vredesverdrag bevatte
daarvan eene aanwijzing; het eerste arti
kel luidde: „Japan krijgt in Korea de- po
sitie, die het den voorrang verschaft, maar
waarborgt de bescherming van de Russische
private belangen." Nu komt in plaats van
den voorrang het recht van bezit; Korea
wordt ingelijfd bij den Japansehen staat.
De politieke beteekenis van deze gebeur
tenis is hierin gelegen, dat zij wordt vol
trokken zonder verzet van de zijde van Rus
land. Zij schijnt zelf6 plaats te hebben in
overleg met en met toestemming van Rus
land, omdat tegelijk de beide ètaten zich
met elkaar verstaan over eeuige geschillen,
die nog tusschen Jien bestonden. De vriend
schappelijke betrekkingen van Engeland
met Rusland en zijne bondgenootschappe
lijke verhouding tot Japan hebben ongetwij
feld de Russisch-Japansche toenadering
vergemakkelijkthet Engelse lie kabinet bad
er groot belang bij te bemiddelen tusschen
zijn vriend en zijn bondgenoot, en daar
reeds van vroeger ook een Pransch-Japansch
verdrag bestaat, is nu een band verkregen,
die de vier groote staten vereenigt.
De toenadering van Rusland tot Japan
is ook daardoor in de hand gewerkt, dat
beide bnnne stelling in Handsjoerije willen
bevestigen. In liet streven om lien weer te
verwijderen uit deze provincie, in welker
noorden de Russen en in welker zuidelijk
deel de Japanners domineeren, staat China
niet aileeneenige maanden geleden heeft
de Amerikaansche staatssecretaris Knox
voorgesteld, de Man dsj oer ij sche spoorwe
gen uit de hand van deze beide staten te
nemen en te internlation aliseerenJuist
deze poging, die van Petersburg en van
Tokio uit terstond werd afgewezen, heeft
er veel toe bijgedragen om de beide regee
ringen te bewegen tot gemeenschappelijken
arbeid. Het iis aan de Vereenigde Staten
niet gelukt liun doel te bereiken en de Rus
sisch-Japansclie hegemonie in Mandsjoerije
to brekenzij hebben die integendeel nog
lielpen bevestigen. Daarentegen hebben zij
zicb de vriendschap van China verworven.
In Oost-Azië teekenen zicli nu duidelijk de
groepen af, die in de wereldpolitiek met el
kaar rivaliseeren.
De Japanners halen den oogst in, waar
voor zij in twee zegevierende oorlogen, den
oorlog van 1902 tegen China en den veel
verschrikkelijker oorlog van 19041905 te
gen Rusland, het zaad hebben uitgestrooid.
Rusland stelt zich er mee tevreden, althans
een reetje uit de puinlioopen te redden van
het luchtig opgetrokken gebouw, dat een
maal zicb uitstrekte tot Port Arthur en
Dalhy. Het gevaar van een nieuwen Rus
sisch-Japansehen oorlog is voor geruimen
tijd uit den weg geruimd. Korea, dat tegen
de Japanners een onuitroeibaren haat koes
tert, en China, dat zijne beide groote na
buren met elkaar in bondgenootschap ziet,
moeten de kosten dragen. De vraag is
echter of zij zich goedschiks daarbij zullen
neerleggen, en de onzekerheid, waarin men
daaromtrent verkeert, vormt de schaduw
zijde van deze zaak.
België.
•Brussel, 17 Mei. In een voorloopige
vergadering van do rapporteurs van de derde
Nouerlandscih-Belgische conferentie verklaar
de minister van staat Beernaert, dat de
beide regeeringen, overtuigd van de voor-
deelen, die uit 't overleg zuilen voortvloeien,
bereid zijn de verscüiallende plannen, die
op de conferentie te 's Gravenhage zijn
goedgekeurd, in welwillende overweging te
nemen
Frankrijk.
P a r ij s, 17 Mei. Op verlangen van Ko
ning Alfonso heeft lieden morgen te Choisy-
le-Röi eeti onderhoud plaats gehad tusschen
den Koning en president Fallières. Het ge
sprek duurde een half uur.
Engaland.
L o n d e n, 1 7 Mei. De troepen stellen
zich op rondom het parlementsgebouw. De
menigte groeit iedere minuut aan. De trams
uit liet zuiden van Londen brengen duizen
den personen aan op de Westminsterbrug.
Toen d'e morgen aanlbtfak, werd die
grauwe gevel van het paleis zichtbaar
m een somber kleed gehuld, maar niet
weerhouden dloor den dreigenden hemel,
was. het volk vroeg op de been en
de trams en spoorwegen uit de voorsteden
brachten duizenden bij duizenden aan, dlie
verlangend waren om getuige te zijn van de
overbrenging van de lijkkist van den Ko
ning naar Westminster Hall.
Tusschen 6 en 8 uur in den morgen was
de buurt van het paleis, de Mall en de Pa
lace Yard diebt bezet met menschen, die
aanhoudend kwamen en gingen. Inmiddels
stelden de garden met omfloerste vaandels
en omhulde trommen zich langs den weg op.
Hunne schitterende roode uniformen staken
levendig af bij de zwarte massa van de in
rouw gekleede menigte. Deze roode lijn
strekte zich uit tot den voet van Whitehall,
waar het donkerblauw van een duizendtal
zeelieden de lijn kleurde, meer in overeen
stemming met het zwart van het publiek.
Wegens de dichtheid van de menigte, was
l>et. geheel e rijtuigverkeer langs den weg en
de daarheen voerende straten gestremd. De
menschen, zelfs de arms ten onder hen waren
in diepen rouwhunn,e houding werd ge
kenmerkt door den ernst, passend bij de
plechtigheid van dezen dag.
Om 11.30 verkondigde het luiden van
„big Ben", de groote klok van Westmin
ster, het vertrek van den koninklijken stoet
uit het paleis aan. De eerewacht was samen
gesteld uit garde-grenadiers en eene brigade
matrozen Alle oogen werden getrokken door
de eenvoudige affuit, die de last droeig.
Do pliechffigihieaid van hOcDeai worid't terecht
boec'hretven als eene van werikelijike plechtig
heid en verheven eenvoud.
De stoet, die alle hoogsten en edelsten
van bet rijk bevatte, verliet zwijgend Buc
kingham Palace om half twaalf. Voorop gin
gen de hoogste vvaardigheidsbekleeders van
leger en vloot. Roberts on Kitchener gin
gen vooraan onder do veldmaarschalken
zij werden gevolgd door 's Ivonings adju
danten en dichte troepen van de garde.
Daarop volgde de affuit met de lijkkist, die
getrokken werd door artiller i e p aard en en
begeleid door Yeomen of the Guard" in
hunne schilderachtige scharlakenrood© klee
ding uit den tijd van Koningin Elizabeth.
De op de affuit rustende kist was bedekt
met een kleed van roomkleurige zijde, waar
op de koninklijke standaard, de kroon, de
schepter en de onderscheidingsteekeneu van
den Kouseband lagen.
De Koninklijke rouwdiragenden liepen
achter de kist.
De Koning droeg de admiraalsuniform,
zijne beide zonen, die achter hem liepen, de
adelborstuniform. De koning van Denemar
ken was in Engelsohe legeruniform, de Ko
ning van Noorwegen in marine-uniform, de
overige vorstelijke personen in verschillende
uniformen. Een lange stoet van hooge hof-
en staatsambtenaren volgde. Eindelijk kwa
men negen gesloten rijtuigende paarden
waren in rouwschabrakken
De woeste tonen van een bekenden Schot-
sclien treurzang, gespeeld door de pijpers
van de Schotsohe garden, verbraken de stil
te toen do stoet voorbij Marlborough House
kwam. Daarna speelden groote muziekkorp
sen eene reeks van treurzangen uit Handel's
marche funèbre tot besluit, even voordat
Westminster Hall werd bereikt.
Eene riillffinig van onltiroerlinig vergezel
de deal fitiatigCin dtioet, ttoOn hij zijn weg
-verlvióLgdle dloor de dicht© rijen van de
boefechouiwens, waaronder het rouwgewaad
algemeen wan. Alle hoicxMen werden ont
bloot in eeafbdediige sympathie voor den
zoon en de kleinzonen van dien overleden
Koning, dfe met gebogen hjototflden de greep
der vorstelijke rouwdriagiemidten aanvoerden
De stoet bereikte om twaalf uur West
minster Hall Ook daar bevond zicli eene
dichte menigte toeschouwers.
Om half een was de kist in de Westmin
ster Hall overgebracht en begon de lijk
dienst.
De stoet kwam in d'e Hall aan te midden
van de uitvoering van die finale van den dioo-
denmiarsch, terwijl de lucht trilde en de
aarde schudde van het geroffel van de trom
men, het gebulder van de kanonnen in Hyde-
park en het luiden van „big Ben" in de
hoogte. Parliament Square was door matro
zen en mariniers afgezet, terwijl de Cold
stream guards in het midden van de Pal ace
Yard met de bajonet op het geweer en het
omfloerste vaandel de eerewacht uitmaak
ten.
Aan den ingang van Westminster Hall
hield de affuit stil, liet kleed weid. wegge
nomen en de compagnie grenadiers, die als
dragers dienst diedendroegen de kist naar
binnen.
Ongeveer elf uur trad d© Speaker, ge
kleed in sLaatsiecoetuummet zijne amb
tenaren en gevolgd door de leden in
diepen rbuw gekleed', Westminster Hall
ibinnen. Tegenover die voorzijde van de
lijkbaar e tonden o. a. A&quitih en Balfour
zij aan zij. InimicUdek was de groote trap
aan den tegenovergestelden ingang bezet
door koorleden van de koninklijke kapel in
karmozijnen gewaden en door bet koor van
do Westminster Abdy. De loden van het Hoo-
gerhuis, voorafgegaan door den Lord-kan-
seüer met den stafdrager, den beunsvoerder
en den aartsbisschop van York kwamen in
plechtige processie aan en namen plaats aan
do tegenovergestelde zijde van de plaatsen
d'er Lagerhuis!eden. De dragers in de Hall
vernamen thans do eerste tonen der muziek
van do buiten naderende 6toet. De aartsbis
schop van Oarjterbury, voorafgegaan door
een kruisdrager en gevolgd door den deken
van Westminster, schreden thans naar den
ingang om den stoet te ontvange welke toen
langzaam de Hall vulde.
De officieren van leger en vloot, waar
onder de lords Roberts en Kitchener,
schreden zijde aan zijde en 'h'adldlen hunne
plaatsen op de benedenste treden van
iel® trap. Zij vormden1 een schitterend
schouwspel van scharlaken, goud en
blauw. Een opmerkenswaairdagen aan
blik leverden ook de Indische ordonnansen
van den overleden Koning. Om 12 uur 20
werd de doodkist, voorafgegaan door den
aartsbi6cliop van Canterbury, door garde
grenadiers binnengedragen. Onmiddellijk
daarop volgden do kroon de6 Konings, de
scepter en de rijksappel op kussens. Daarna
kwam Koningin Alexandra, leunende op den
arm van Koning George, die de orde van
den Kousenband droeg. Links van Koningin
Alexandra schreed Keizerin Marie en on
middellijk daarachter Koningin Mary met
den jongen hertog van Cornwall, links van
haar en prinses Victoria rechts. Daarbij slo
ten zich aan de andere vrouwelijke leden van
het koninklijke gezin. Aan het hoofd van
den schitterenden volgstoet liepen naast
elkander de koningen van Noorwegen en
Denemarken met den hertog van Connauglit
in het midden. De stoet hield stil, terwijl
de doodkist op den catafalk werd geplaatst,
en kroon. 6cepter en rijksappel op het 'ok
sel van de doodkist werden neergelegd.
Daarop zette de stoet zich weer in be
weging. Koning George, Koningin Alexan
dra en Keizerin Marie namen hunne plaat
sen in aan den voet van dc lijkbaar; de an
dere koninklijke personnages groepeerden
zich daarachter. Gedurende den lijkdienst
was Koningin Alexandra gezeten op een met
karmozijn en fluweel bckleeden st el aan
de zijde van de lijkbaar van Koning Eduard.
De dienst duurde ongeveer twintig minuten.
De aartsbisschop van Canterbury hield een
korte toespraak, waarin hij s!ilstoi?d bij het
geen Koning Eduard voor het Vereenigd
Koninkrijk had gedaan. Aan het slot van
den plechtiigen dienst- deed Koningin Alexan
dra een kort gebed vóór de doodkistdaar
na stond de Koning op en geleidde haar en
Keizerin Marie naar buiten. Alle konink
lijke rouwdragenden reden vervolgens in
dezelfde volgorde naar het paleis terug als
zij gekomen waren.
Londen, 17 Mei. Koning George
heeft een schrijven gericht aan den Earl
Marshall, waarin hij verklaart, diep ge
troffen te zijn door de bewonderenswaardige
wijze, waarop de schoone plechtigheid van
heden was geregeld. Z. M. voelt, dat niets
beter kan zijn dan de kalme hulde, op deze
wijze gebracht aan de nagedachtenis van
zijn beminden vader.
- Plechtige stilte heerschte in Westminster
Hall van drie tot vier uur, toen het publiek
in rijen van vier werd binnengelaten.
Tegen 3 uur stonden er minstens 30,000
menschen in één© file en nog veel meer
personen zag men van Westminster Abbey
af tot over de Westmin6terbrug en Thames
Embankment.
Londen, 17 Mei De Koning van
Spanje is hier aangenomen en ontvangen
door Koning George.
Prins Heinrich van Pruisen is te Queen-
borough aangekomen.
Potsdam (Neues Palais), 17 Mei.
De Keizer is hedenavond te 7 uur uaar Vlis-
singen vertrokken.
Londen, 17 Mei. De torpedojagers
Teazer, Charger, Conflict en Dasher hebben
bevel ontvangen morgen in zee te gaan, om
de Heemskerk te ontmoeten en baar naar
Sheernes-s te escorteeren.
Londen, 18 Mei. Er zijn schikkin
gen getroffen, dat militaire vertegenwoor
digers van de koloniën deelnemen aa-n de
lijkpleehtigheid van Vrijdag. In de Si.-Geor-
go-kapel te Windsor zijn voor den lijkdienst
plaatsen opengehouden voor vertegenwoordi
gers van de koloniën.
De blad'en maikeri de opmerking, dat dlit d©
eerste maal is, waarop die overzeese he bezit
tingen behoorlijk vertegenwoordigd zijn bij
eene groot© rij'ksplech/tigheid in Groot-Bnt-
tannië.
Onder de regeeringszorgendie voor het
-kabinet-Asquith tengevolge van het overlij
den van Koning Edluand zijn ontstaan, ie
zeker niet de zwaaret© die vaststelling van
de civiele lijst, d. i. liet inkomen van den
nieuwen Koning. Sedert Koning Willem IV
in liet jaar 1830 aan de regoering kwam,
wordt aan de Kroon ©ene vaste som uitge
keerd1, ongeveer overeen komende met de
jaarlijkeche opfbmi-gst van die kroongioede-
ren, die toen door den staat werden over
genomen. Koning Willem IV trok een jaar-
lijksch inkomen van 510.000 p. et., waarbij
de part-ikuliere kas van het Koningspaar met
110,000 p. st. bödlachit was.
Daar Koningin Victoria bij hare troons
beklimming ongetrouwd was, kreeg zij voor
har« particuliere kas slechts 60,000 p. et.
en moest- zich, daar de staat haar van ver
schillende pensioenlasten ontlastte, ver
genoegen met eene civiele lijst van slechts
385,000 p. st. Bovendien waren haar echter
de inkomsten toegekend van de hertogelijke
goedea^n van Lancaster, diie omstreeks het
middten van de vorige eeuw 5000 p. st. be
droegen en aan het- einde van de eeuw, dank
zij het verstandige bdheer, 60,000 p. st. op
brachten. Koningin Victoria wa6 eene zeer
spaarzame vrouwniettemin stegen de uit
gaven van hare huishouding zoo, dat haar
uit andere bronnen nog 5000 p. et. meer
moeeten worden toegekend.
Toen Koning Eduard ruim 9 maanden ge
leden den troon beklom, werd hem met het
oog op de verlioogde boeten van de konink
lijke hofhouding, op voorstél van eene dloor
ihd lagerhuis benoemde commissie, e©n jaar-
'lijksch bedrag van 470,000 p. st. toegekend.
De 6ta»t zou daarmee niet slecht uit geweest
zij- want de kroongoederen brachten in liet
jaar te voren 520,000 p. et. op, als hij niet
ook bad- moeten zorgen voor jaargelden van
den troonopvolger en die dochters van den
Koning en voor de pensioenen van de be
dienden van Koningin Victoria. In hlet laat
ste jaar heeft do staat, boven dë opbrengst
Naar h*t Mngtlsch
48 van
C. V. #n W. M. WILLIAMSON.
Ik wist zeker dat ik op school menig op
stel over de gedenkwaardigheden dezer
plaats had gemaakt, waarvan ik
mij echter ongelukkigerwijze niet meer
"herinnerdehet is dan ook te hopen
dat het groot aantal studenten dat
er rondslenterde de geschiedenis met
meer vrucht bestudeerde dan ik destijds te
Denver. Allen waren knappe, jonge, echte
Italianen en hun belangstelling in ons was
zoo groot, dat het ondankbaar leek minder
aandacht te wijden aan hen dan aan hun
achtergrond. In groepjes bleven zij staan,
andere meer onverschillige toeschouwers
hielden eveneens hun pas in en toen wij
voor een hotel stilhielden, drongen de stu
denten om onze auto, zoo nieuwsgierig naai
de gezichten achter de motor-maskers, dat
Maida er werkelijk verlegen door werd en
mama en ik er den schijn van aannamen.
XIV.
Een H o o f d is 't u k van
Zon-neschfjnen Schaduw.
Mama's lunch werd bedorven doordat zij
een Italiaansch woord verkeerd uitsprak,
wat zij echter pas begreep toen het in den
loop van het gesprek door een ander werd
uitgesproken, zooals het -behoorde. Het- be
nam haar langen tijd den lust om te praten
en door de stilte die nu in ons klubje
heerschte, had ik gelegenheid op te merken
dat de Italianen zich van alles tweemaal be
dienden, wat de hotelhouder zeker als een
eer voor zijn keuken zal beschouwd, hebben.
Het gezelschap waarmede wij aan tafel za
ten, bestond meerendeels uit officieren, de
overigen waren mannen van middelbaren
leeftijd met dikke onbeduidende gezichten,
die ik uitschold voor „trommelslagers'
maar door sir Ralph"" handelsreizigers ge
noemd werden. Hij en meneer Barrymore
vertelden ons dat in al deze stille, provin
ciale hotels met hun koepelvormige daken en
beschilderde zolderingen, met- hun lange ta
fels en groote in beugels hangende flesschen
wijn, meer dan de helft der gasten jaar in
jaar uit goedkoop dineert per maandelijksch
abonnement.
„Zij kunnen hier voordeelig leven," ver
volgde sir Ralph, „en als „The Riviera
Sun" goed rendeert, zal ik waarschijnlijk
mijn leven eindigen in een plaats als deze,
bij voorkeur Paviadan kan ik mijn vrien
den wijsmaken dat ik hier woon uit vereeriug
voor de Certosa."
Mama begon over do Certosa te spreken
als ware zij een intieme kennis van haar,
en om haar vergissing van zoo even goed te
maken, haastt-e zij zich het- woord te herha
len toen het pas sir Ralph over de lippen
was gekomen. De eerste lettergreep echter
klonk .zoo precies als „clière," dat ik snel
mijn toevlucht tot een glas water moest ne
men. Het is vermakelijk hoe menschen
zonder muzikaal gehoor nooit g:oed
vreemde talen leeren spreken,, en als zij bi
zonder hun best doen" dan klinkt: „God
save the King" als „Yankee Doodle." Zóó,
teminst© gaat het mama, maar, gelukkig
voor mij, had papa een Oor.
Wij reden door het. „Pavia van de hon
derd Torens," en na een blik geworpen te
hebben op het groote, oude Castello, snor
den wij weer Arcadië in om de Certosa te
bereiken. In plaats van oostwaarts voerde
de weg ons het- Noorden in. langs een ka
naal helder als kristal en blauw als saffier,
daar het tot spiegel diende van -den hemel.
Toen draaiden wij een weinig aantrekkelij-
ken zijweg in, maakten nog oen bocht en
plotseling verrees voor ons een wondervol
Iets.
Ik weet niet veel van .kerken, maar loet
komt mij voor dat men met de kennis van en
kele dingen geboren wordt, zooals onder an
deren het verschil tusschen werkelijk groot-
sche -scheppingen en die er niet mede verge
leken kunnen worden. Niet- één reisgids
behoeft iemand te zeggen dat de Certosa di
Pavia van een grootschheid is, misschien
door niets ter wereld geëvenaard. Zelfs
„kleine Beechy Kidder" voelde dat bij den
eersten blik; en toen er viel niets te zeg
gen. Hier paste enkel zwijgen. Maar het
maakte een vreemden indruk, dat- zulk een
rein en verheven kunstgewrocht zijn ont
staan te danken had aan een misdaad. Ik
'had meneer Barrymore tegen mama hooren
vertellen, dat het in dertien honderd en nog
wat gebouwd was door den eersten hertog
van Milaan, met de bedoeling de aandacht
des Hemels af te leiden van een door hem
beganen moord nogwe-1 in zijn eigen fami
lie waarbij hij het leven ontnam aan zijn
schoonvader en tevens aan al diens' zoons en
dochters. Geen wonder dat een heele Cer
tosa noodig was om daar boete voor ie doen
een Certosa met verschillende standbeelden
van den stichter, hier en daar in de kerk
geplaat-st-. Een stelde hem voor de teeke-
ning der kerk aan de Heilige Maagd aan
biedend, een ander biddend met gevouwen
handen en deemoedige houding; ook was er
een afbeelding van zijn luisterrijken begra
fenisstoet. Zijn gezicht- echter beviel me
niet, en te oordeelen naar de uitdrukking
zou het- mij niet verwonderen zoo het- hem
veel genoegen gedaan had, dat de Certosa den
monniken was ontnomen en tot een natio
naal monument- gemaaktnu althans kon
hij door veel menschen verheerlijkt worden.
Niet eer voor ik een groot aantal andere
dingen gezien had, maakte ik kennis met-
den hertog Giovanni Galleazzo Visconti,
(hoe gemakkelijk onthoudt, men toch den
naam van misdadigerswant bij den eersten
aanblik was er niets dan een wondervolle
poort, een prachtige, groote kathedraal en
eenige betooverende torens, glinsterend in
de zon.
Meneer Barrymore huurde een jongen om
op de auto eu den hond te passen terwijl
wij binnengingen, natuurlijk in onze motor
pakjes, welke op deze plaats oen ©enigszins
malle vertooning maakten. Terra cotta
had ik altijd veracht als iets waarvan goed-
koope beeldjes gemaakt worden, hier even
wel leerde ik het waardeeren als exquise
grondstof. Hier zag ik liet door de eeuwen
teer getint en met marmer vereenigd, ge
kneed tot bogen en kroonlijsten, tot een dui
zend wonderfraaie ornamenten, -en mijn be
sluit stond vast dat zoo ik ooit een eigen
buis liet bouwen, de omlijsting van ramen en
deuren, en alles wat eenigszins doenlijk was
van terra cotta moest vervaardigd worden.
De kruisgangen, groote en kleine, waren
heerlijker dan iets anders, heerlij kei- dan. de
fa?adc, heerlijker dan de marmeren kerk
met al haar bekoorlijke zij kapelletjes, heer
lijker dan iets wat ik nog ooit had gezien
cu ik liep in mijn eentje rond, ingenomen
met mijzelf omdat trots mijn onwetendheid
mijn schoonlieidsgevoel genoeg ontwikkeld
was, om volkomen gelukkig -te zijn. Toch
speet liet- mij niet dat sir Ralph mama ver
liet, die met Maida luisterdo naar hetgeen
meneer Barrymore. vertelde over architecto
nische sieraden van terra coWa in Noord-
It-alië, en zich bij mij voegde.
Wordt vervolgd.