W. 386. Tweede Blad.
Zaterdag 21 Mei 1910.
BINNENLAND.
8"e Jaargang
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Par I maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauoo per post - 1.50.
AJteonderjtyke nummers0.05.
Deze Courant versohgnt axtfelyk»behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentién
'a morgens b
mededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
j de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f O.
Elke regel meer - O.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 ceuts bij vooruitbetal
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen
het herhaald adverteeren in dit B\ad, by abonnement. E
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvr
toegezonden.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
I>€ Enquête.
Aan de orde was Vrijdag de voortzetting
der beraadslaging over het bekende voorstel-
Troelstra, tot het ine tellen eener enquête
naar 'handelingen van iden oud-minister
Kuyper.
De heer Van Hamel motiveert zijn
oordeel ten guntste van het voorstel. De par
tij-politiek moet hier buiten he't debat blij
ven. Op den voorgrond stelt Spr. dat vau
eene strafvervolging geen epraloe kan zijn,
want indien er een delict mocht zijn, ie [het
reed6 verjaard. De bewering van den heer
Nolens dat een enquête alleen het „zake
lijke" kan betreffen, gaat dus niet op. De
Kamer heeft zelf genoeg bewezen dat ook
personen daarvan het voorwerp kunnen
zijn. Het geldt hier een vraag van al
gemeen belang. En juist omdiat luet liier
décoratiën betreft, eca ec-hijmbaar onschul
dige zaak, acht Spr. een enquête noodig en
daarom zal hij zijn stem daaraan geven.
De heer Troelstra bracht allereerst
de voorgeschiedenis van deze zaak in 'herin
nering, er o. a. op wijzende dat ook de
rechtsche pens, vooral de katholieke, dr.
Kuyper's handelingen heeft afgekeurd. De
verantwoording van dr. Kuyper hier in dé
Kamer en d!aar buiten heeft de zaak niet
beter, eerder erger gemaakt, evenzoo hét
„buiten afgaan'' en hét wteigieren om licht
te verschaffen.
Vervolgens wijst Spr. er op, dat het voor
stel tot een enquête had moeten uitgaan van
de rechterzijde, hij heeft daarop gewacht,
maar in plaats daarvan kwam er een com
missie, door de Standaard geïntroduceerd
op dezelfde gore, onoprechte, misleidende
wijze die in deze geheel© zaak valt op te
merken, waarbij men het deed voorkomen
alsof het enquêtevoorstel niet van invloed
was geweest op het instellen van dien «ere
raad.
De Voorzitter verzoekt Spr. zich te
matigen.
De heer- Troelstra wil dit gaarne
doen, maar zal bij bespreking van de Kuy
per-zaak wel eeue moeten gewagen van mis
leiding.
Een voorstel tot enquête moest komen.
De zaak was zóó ingevreten, dat een onder
zoek moest volgen.
Het voorstel dient niet om dr. Kuyper te
treffen, want die is reeds doodelijk getrof
fen, maar om duistere en onopgehelderde
punten in het lioht te stellen, de waarheid
aan den dag te dioen treden.
In de tweede plaats zet Spr. uiteen, dat
de ingestelde commissie een enquête niet
kan vervangen, daar die commissie geen
wettelijke bevoegdheid heeft. Meu kent haar
opdracht niet, noch hoe zij werken zal, en
weet niet wat de drie achtenswaardige man
nen der commissie den volke zullen gelie
ven mede te deelen.
Daarna komt hij tot de houding der re
geering in de Kuyper-zaak en herinnert aan
hetgeen de heer De Beaufort aeide, o.a. dat
hij, aan de regeeriug zijnde, niet zou aar
zelen te getuigen wanneer hij overtuigd was
van de onschuld van dr. Kuyper. Eu de
verdedigers van dr. Kuyper, zij zwij
gen wanneer zij beschuldigingen moeten
weerleggen en gebruiken, voor de reet groote
woorden en holle phrasen. En zoo deed ook
de regeering. Geen hand stak de minister
Heemskerk naar dr. Kuyper uit. Daarbij
steekt vreemd af diens benoeming tot lid
van de Grondwetscommissie.
Sedert de lintjeszaak is er nog meer bij
gekomen, nl. de zaak Van Heeckeren, waar
door de geloofwaardigheid in dr. Kuyper
allerminst is versterkt. Toen is er nog een
zaak bijgekomen, nl. de zaak-De Jong
(Stemmen: Hal).
Spr. herinnert aan hetgeen in „De Rot
terdammer" gestaan heeft, waarvan de heer
De Jong redacteur is, en verklaart nueer
waarde te hechten aan de woorden van juf
frouw Van der Vlies, dan aan dat van
eenige achtenswaardige mannen waarvan
sprake is.
Vooral de houding van de a.-r. pers en
van de a.-r. partij weeiiioudt tot intrekking
van het voorstel. Steeds en steeds zijn de
motieven voor de indiening van het voorstel
verdacht gemaakt. Door zijn bluf en groot
spraak, door zijn opgeschroefde hulde IteefL
men gptracht d© voorstanders van een on
derzoek verdacht te maken. De kleine luyden
werden bewerkt en wijsgemaakt dat liet li<ier
een socialistisch relletje gold, waarmede 's
lande belang niets te maken liad en dat liet
niets was dan huichelarijZoo worden de
kleine luyden bewerkt
Vervol gene motiveeiidlo Spr. de enquête
door te wijzen op verschillende precedenten
van gehouden of gewensdltt» enquête in deze
Kamer.
Alsnu de materieele zijd© van de quaestie.
Nog eens wil spr. er de aandaclit op vesti
gen, dat de verklaringen van juffrouw
Westmeyer niet kloppen met die van dr.
Kuyper Geen woord is door juffrouw W.
geschreven om die verklaringen van den heer
Tydeman te verzwak keu en. de heer R. Leh-
manni is „buitenaf" en zwijgt als een mof
en de andere heer Lelimann heeft nog geen
kik gjegeven om de ver klaringen van dr.
Kuyper te steunenEén maand vóór diat do
ridderorde aan R. Lehmann verleend werd,
begonnen de gefldeüij'ke ui.t|keeringen aan
juffrouw Westmeyer door den heer Lehman
en gaf deze, naar beweerd wordt, aan dr.
Kuyper f 7000. Maar nu wordt dit door dr.
Kuyper wel ontkend en gezegd, dat na het
verleenen van de decoratie en in verband
daarmede geen geld is gegeven, maar hij
zegt niet wat er vóór is gebeurd. Daarover
zwijgt hij.
Slechts een tipje van den sluier is opge
licht, zeide dl© heer De Beaufort. Volkomen
waar, want bekend is dat juffrouw West
meyer hoar clientèle door mddidell van de
Pers inliclitte. Zoo groot was die clientèle,
dat zij liet niet eens meer met gewone cor
respondentie afkon. Ook is bekend, dlat
juffrouw Westmeyer relation bad, welke haar
in staat stelden op zeer grooten voet te le
ven. Een tipje van den sluier is er opge
licht, maar er lig[t nog veel in het duister.
Vast staat dat Dr. Kuyper zich driemaal in
teresseerde voor de particuliere zaken van
juffrouw Westmeyer. Hij scheen er groot
belang bij te hebben juffrouw Wositmeyer
financieel staande te houden. Dat wijst op
een solidariteit van belangen welke onder
zoek eischt.
Ook de bekende zaak van het post
zegelalbum is niét opgehelderd'. Wij
weten dat R. Lehimann een postzegel
album ihadl en diait getracht is dit in
een Rijksmuseum geplaatst té (krijgen..
Aanwijzigiugen zijn ooik gegeven aan E.
A. Lebimann omtrent dien weg om een deco
ratie to krijgen. Hij gaf mejWeetmeyor
f 10.000 en werd daarop op era voorloopige
lijst voor te decoreeren personen geplaatst,
niet wegens nationale doidlen maar al6 koop
man en geestverwant. Dat alles eiscli Jicht.
En hoe kan men d!an zeggen dlat, er licht
genoeg ie en een enquête geen licht meer
brengen kan. Waarom zijn deze lieden gede
coreerd? Wat was het belang? Dat dient on-
derzocht te wonden.
Nu het veel besproken verband. Och zegt
men, een enouête zal weinig kunnen uitwer
ken, omdiat men het verband toch niet kan
bewijzen. Maar in het strafrecht komen veel
delicten voor, waarin het oogmerk of de op
zet uit de feiten zelf kan blijken. En dat zou
ook hier kunnen blijken bij een ger^blidi on
derzoek. Dat er verband beeft beet,aan wordt
niet ontkend, en boe groot dat velband is
geweest kan slechts een grondig onderzoek
uitmaken.
Spr. wijst nog op tal van détails. Reodis in
1904 en. niet in 1905 schrijft dr. Kuyper
aan juffrouw Weeümieyer dat haar &chalterend
succes wordt doorgezet. Op al die feiten en
de vermoedtems die zich daar aan vaöUknoo-
pen, geeft dir. Kuyper eenvoudig geen ant
woord. Is er dan niet alle redten voor een
enquête
De heer De Beaufort zal tegjen spr.'s voor
stel stemmen en het zal waarschijnlijk wel
uitloopen op eene partijstemming. Maar die
stemming zal niet gedekt worden door de
sten van dien heer De Beaufort, die liet
meest vernietigende oordeel over dr. Kuy-
pers handelingen uitsprak, waar hij zeide,
niet in het slijk te willen wroeten.
D© heer De Beaufort is bang dat er meer
vuil aan dien dag zal komen en onze goede
naam in het buitenland geschaad zal wor
den. Miaar d!an moest liij juist voor do
enquête stramien. Immers in bet buitenland
i6 de zaak al békend' genoeg.
Er is nog een volksgeweten, en dat
volksgeweten is ongerust en kan 6lecbte
gerust gesteld worden door een onder
zoek. Er is hier dus wol degelijk ©en
groot algemeen belang en zij, die, hoewel op
zich zelf niet ingenomen niet het voorstel,
toch hun stem daaraan toezegden, toonen
dat algemeen belang te begrijpen. De rech
terzijde eischt bewijs voor de beschuldiging
van dr. Kuyper, maar weigert om tot het
leveren van dat bewijs mede te werken. Dat
is een treurige houding en een bewij6 van
onvermogen, waardoor de rechterzijde zich
zélf declineert.
Ten slotte de politieke zijde. Spr. ziet
in het voorstel een belangrijk politiek karak
ter, maar politiek dan opgenomen in den
goeden zin en niet in den zin .van mee door
dik en dun en niet in den zin om een tegen
stander te vermorzelen. Voor Spr. is de
politiek het middel om te arbeiden aan de
inoreele en stoffelijke ontwikkeling van het
vólk, waartoe .hij behoort. In dien zin is de
politiek niet vreemd aan zijn voorstel. Spr.'s
voorstel richt, zich niet in de eerste plaats
tegen de a.-r. partij, maar tegen verschijn
selen, die een gevaar dreigen te worden voor
ons volksleven, als het verdeeleu van liet
volk door drijven en het oprichten van
scheidsmuren. De geheele Kuyper-liisto-
rie ontleent haar gewicht aan de felle
belichting van den toestand. Zij toont op
de meest cynische wijze de verloochening
der christelijke beginselen. Dat zijn de mon-
sclien, die in 1904 zegden dat het ministerie-
Kuyper aan de regeering moest blijven ter
bevordering van <le zeelt; 1 ijke lijnen in ons
volk. Aan de succes-politiek wordt allee op
geofferdzelfs de christelijke begdnsëlen
Alles wordt opgeofferd aan het politiek be
lang van den dag. Allee wordt gedaan in het
geheim door de a.-r. partijdaarom vreest
men een enquête.
Dat de rechterzijde er niet van wilde we
ten, dat was bekend. De eigenlijke quaeetie
is deze, dat er aan de rechterzijde mis
schien niet zoo 'heel veel vrienden van dr.
Kuyper zijn, maar de coalitie eischt om te
gen het voorstel op te treden.
Dr. Nolens heeft hier gesproken, maar
duf was zijn rede en uit geen zijner woor
den kan men opmaken, dat hij het be
schouwde dat hier een onschuldige voor het
forum werd gebracht. Geen woord van sym
pathie voor den beschuldigde geuit.
Spr. maakt zich geen illusie. Zijn voorstel
zal vallen door de coalitiestemming, door
de machtspolitiek, maar daarmede zal zij
haar tegenstanders een wapen in handen
geven, dat zij ijverig zullen gebruiken.
Wij zullen een mijlpaal scheppen waarop
uw schande geschreven zal staan. (Applaus
op de tribunes).
De heer V an Karnebeek wil aan de
Kamer een kleine toelichting geven hoe het
op dit oogenblik met den Eereraad staat.
Daartoe aangezocht door den heer Schim-
melpenniock v. d. Oye heeft Spr. met de
bekende heeren zich bereid verklaard een
onderzoek in te stellen naar de decoratie
zaak. Twee voorwaarden ^stelde de commis
sie, welke dr. Kuyper daoelijk aannam, nl.
de vrijheid van een volledig onderzoek eni
overlegging van alle mogelijke bescheiden,
gegevens en inlichtingen. Werden die niet
gegeven, dan behield de commissie zich voor
haar taak niet to vervolgen. Haar wijze van
werken beeft de Eereraad besloten eerst
vast te stéllen na de beslissing der Kamer
over bet enquêtevoorstel.
De heer De Jong betreurt het diat de
goede trouw van dr. Kuyper door hetgeen
bij gezegd heeft, in opspraak is gjebracht,
hetzij dat spr.'s woorden verdraaid zij,n
weergegeven of niet. Spr. waardieent in Dr.
Kuyper een hoogstaand man, een geniaal
man van groote verdiensten, een 1 Hoogstaand
Christen, van wien bij veel geleerd beeft (ge
lach), maar door dik en dun volgen doet. hij
hem niet (gelach.) Spr. beschouwt dr. Kuy
per niet als een man zonder zonden en keurt
het af dlat hij door de liefde van zijn volge
lingen tot gevaarlijke hoogfte wordt opge
heven. Spr. geeft toe dat er in dr. Kuyper's
verklaringen onduidelijkheden en onjuist
heden voorkomen. Er zijn tegenstrijdighe
den in de verklaringen gegeven in de Stan
daard betreffende de decoratie-geschiedenis.
Er is in die geschiedenis veel duisters dat
wil Spr. erkennen. Die onduidelijkheden
hebben er toe geleid om ook de conscienitie-
verklaring van Dr. Kuyper omtrent het niet
bestaan van verband tusschen liet geld sn
de decoratie in twijfel te trekken. En daar
toe bestaat geen aanleiding. Spr. zelf heeft
onaangename diuigen van dr. Kuyper onder
vonden, mïiar wann eer hij alles nagaat en
onderzoekt, dan blijft de goede trouw van
dr. Kuyper voor hem boven allen twijfel
verhevenVergissingen zijn mogelijk en
daaruit mag men geen conclusies trekken.
Spreker erkent, bet recht der Ka/mer tot
hét ljouden eener enquête, en in dlat opzicht
gaat hij dus niet méde mét den heer Lob
man Een andere vraag is echteris e©n
enquête beter dan een eereraad'? Er moet
iets gébeuren, dat gééft spreker toe, maar
al werd liét een enquête, dian zou bet met
de resuilitiaten dier enquête toch niet uit zijn.
In de omstandigheden van dr. Kuyper ver-
keerendte, zou Spr. voor eén enquête zijn,
(stemmen juist), maar Spr. is dertig jaar
jongier dlan dr. Kuyper, en deze kau rédlen
Ibebbeu om té zoggen ,,ik acb(. bet beneden
one, mij voor ee.n enquête beschikbaar te
stéllen", waar hij zich volledig beschikbaar
heeft gestold voor een eereraad. Roxlls lang
voordat d!e lieer Lolianan liier gesproken had,
had dr. Kuyper zich bereid' verklaard ©en.
eereraad in Qiet leven te roepenSpreker acht
een eereraad voldloeude en veel beter dian
oen enquête. Eigenlijk heeft hij voor zich
noch ©ereraad noch enquête noodlig.
Er zijn nog verschil lende sprekers inge-
s cl ireven
Dinsdag 11 uur voortzetting.
Berichten.
Bij Koninklijk besluit van 17 Mei is
aan mr. C. W. van der Pot Bz., op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend uit zijne
betrekking van kiintuiirechter-plaatsvervan-
ger in bet kanton Zwolle, onder dankbetui
ging voor de als zoodanig bewezen diensten.
Een „Algemeeoe Neder-
1 a n d s c h e v e r b n d s r e i s" naar
Brussel. De Vcrkoerscominissie van
bet Algemeen Nederlandsch Verbond ont
wierp een plan voor een groote „Algemeen
Nederlandsch Verbond sreis" d or Vlaande
ren naar de Bru6sel6che tentoonstelling.
In het April- en Mei-nummer van Neer-
landia werd daaromtent voorloopig het noo-
dige medegedeeldde bijzonderheden be
treffende de reis zullen, wanneer door toe
treding van zeer vele leden bet slagen ge
waarborgd is, in het Juni-nummor worden
geopenbaard.
liet behoeft toch wel geen betoog, dat
door een tocht als deze, waarbij vele Noord-
I Nederlanders met vele Zuidelijke atamvcr-
j wanton kennis maken en de gelegenheid
vinden banden van vriendschap aan te
knoopen, een belangrijke stap zal worden
gedaan tot de bereiking van liet schoone
doel door het Algemeen Nederlandsch Ver-
j bond beoogd.
Het Amsterdamse h St u-
j d e n t e n k o r p s. In een Woensdag
avond gehouden vergadering van het Ani-
sterdnmsch Studentenkorps is oen v> orstel
van den Senaat om art. 1 van de korpswet
aldus te wijzigen, dat het korps „zich ten
doel stelt, de belangen der Amsterdamse he
mannelijke studenten, gewone en studiele
den van het korps, te behartigen", verwor
pen, aangezien het niet de veroischte van
liet aantal stemmen kon verwerven.
Naar in de toelichting wordt gezegd, .s
de bedoeling, dat de tegenwoordige nieie-
jes-ledeu konden blijven deel uitmaken van
het korps, en dat het nieuwe artikel alleen
zou werken tegen nieuwe leden. Naar de
I. S. S. A. ten slotto met nadruk deed uit
komen wen6cht hij allerminst terug te kee-
ren tot verouderde toestanden, doch wensch-
te hij integendeel alles te doen om de sa
menwerking tusschen de vrouwelijke en
mannelijke studenten, waar die mogelijk
wa6, te handhaven en te bevorderen, maar
niet te bestendigen een toestand, die van
den aanvang af tot voortdurende oneenig-
heid aanleiding gaf en moest geven, en die
de oorzaak werd, dat bet A. S. C. noch
naar binnen, noch. naar buiten zoodanige
kracht ontwikkelt, als zonder deze twisten
mogelijk zou zijn.
De Senaat hoeft in de verwerping van
zijn voorstel aanleiding gevonden collec
tief ontslag te nemen.
Rottum. De Ostfrieeische Zeiitung
bo©ft. in allen ernst bericht, dat de Neder-
landsche rogeerinig bet plan overweegt-, op
bét eiland Rottum versterkingen aan te leg
gen, zooak die op het Duit6che eiland Bor-
kum ter bescherming van dón Eemsmond
zijn aangebracht.
Hét Nwsbl. v. h. N. maakt naar aanlei
ding daarvan bet volgende grapje:
Nu het toch in Duitechiand bekend gé
worden is, dat we Rottum gaan versterken,
kan bet ook geen kwaad meer om mode te
deelen, dat voor de verdediging van het
eiland een nieuw systeem zal wordlen in
praktijk gebracht. In alle stilte is de Rot-
tumsche strandvoogd bezig de duizenden
meeuwen én andere op hét eiland nc6telonde
vogels af te richten en ze al vast aan bet
geluid van vuurwapenen te gewennen. In
oorlogstijd zullen ze dan dienst doen om dén
gezichtskring van de vijandelijke schutters
té verduisteren en op klassieke manier hun
toilet in disorde te brengen.
Naar Halley genoemd. Een
inwoner vau Enschedé, wiens vrouw in den
nacht van Woensdag op Donderdag het
leven schonk aan een meisje, heeft zijn
oerstgoborene den naam gegeven vau Halley,
omdat juist op bet tijdstip der geboorte do
staart van de komeet vau Halley over do
aurde zou heengaan.
De ambtenaar van den burgerlijken stand,
dio bij de aangifte vreemd opkeek, beeft, per
slot van rekening bet kind onder dien naam
in do registers van den Burgerlijken Stand
ingeschreven.
L a n.d verhuizing naar
Canada. Naar aanleiding van een me
dedeel ing welke éénlge dagen geleden in de
meeste bladen verscheen, waarin gezegd
werd dlat de Caniodeesch© ambtenaar voor
d© landverhuizing tc Londen had te ben
nen giegieven diat in Canada alleen voortaan
personen zouden worden toegelaten bestemd
om op bet land te gaan wérken, deelt het
Hoofdikwartier van het Leger des Heils ons
mode diat deze mediedeeling zóó m.oot wor
den opgevat, dat iedereen die naar Canada
gaat bereid en geschikt moet zijn bij aan
komst aldaar landarbeid aan te vatten
doch dat liet niet noodzakelijk is met don
landbouw bekend te zijn ©n verder dat het
Leger des Heils bereid is te zorgen dat aan
iedere» emigrant bij aankomst onnüddélijk
een positie in den landbouw verstrekt wordt,
waarvoor door het Hollandse!)© en Canadee-
sch© Hoofdkwartier van hot Leger des
Tteils alle noodige schikkingen vooraf wor
den gemaakt.
Deze mededeéling en die van den Cana-
dieeschen ambtenaar te London, sluiten ech
ter in bet geheel de mogelijkheid niet uit
dat handwerkslieden en anderen, na oeni-
gen tijd in Canada to zijn geweest., ©en
positie in hun eigen vak zullen kunnen
vindonmaar als bovengezegd moet men
bij aanvang bereid zijn landarbeid te aan
vaarden.
Voor verder© inlichtingen, ook omtrent
deze aangelegenheid, kan men zich wenden
tot bet Hoofdkwartier van luet Leger des
Heils te Amsterdam, zoowel schriftelijk als
mondeling.
Miool- KcrkrvtvMW*.
Eind-examens Gym na
Munster van Binnenlamdsche Zaken heeft g
gvvonden: le. te bepalen, dat liet eind-exa
der openbare- gymnasia en der aangewezen,
zonder© gymnasia zal worden afgenomen ©j
«laarbij voor elk gymnasium aangewezen
2e. <le volgende gecommitteerden aan t© wij
onder wier toezicht bedoelde examens zu
worden afgenomen, te weten: a. bij de c
examens der ojienbare gymnasia te öneek,
houden op 16, 17 en 18 Juni), te Leeuwar
(te houden op 20. 21 en 22 Juni), te Gromii
(t© houden op 23, 24©n25 Juni), te Wuwcb
(to houden op 27. 28 en 2f> Juni) on te A-ssen
houden op 30 Juni, 1 en 2 Juli): dr. K. Kui
eu dr. H. Brugmuos, hoogleeraren aan de
meentelijke Universiteit te Amsterdam, en dr
U. Wind, hoogleei aar aan de ltijks-univer.si
te Utrecht; b. bij <le eind-examens der openb
gymnasia te Zwolle (te houden op 13, 14 eu
Juni), te Kampen (te houden op 16, 17 en'
Juni), van het Gereformeerd gymnasium te
pen (te houden op 20, 21 en 22 Jum) eu
openbare gymnasia te Amersfoort (te houden
23, 24 en 25 Juni) en te Botterdam (te hout
op 27, 28 en 29 Juni): dr. W .L. van H-
hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
gen, dr. J. J. Hartman, hoogleeraar aan
Rijksuniversiteit te Leiden, en dr. J. de V
hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Uti
c bij de eind-examens der openbare gymna
Tiel (te houden op 16, 17 en 18 Juni), te Aral
(te houden op 20, 21 en 22 Juni), te Stad-U
cheni (te houden op 23, '24 en 25 Juni), te Z'
phen (te houden op 27 28 e« 29 Juni) ca
Deventer (te houden ©p 30 Juni. 1 en 2 Ji
«Ir. J. te Winkel, hoogleeraar aan de Genu
lijk© Universiteit te Amsterdam, d'r. 1'. H. Dj
sté, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit
Utrecht, en dir. F. Sohuh, hoogleeraar aan
Rijksuniversiteit te Groningend. bij de e'
examens der openbar© gymnasia te Breda
houden op 13, 14 eu 15 Juni), to \s-Hert<
'boseh (te houden op 16, 17 en 18 Juni), te
megen (te houden op 20, 21 en 22 Juni), dor
doe-ling gymnasium vau liet Ca nisi usool legio
Nijmegen (te houden op 23, 24 25. .27 en
Juni), en van het Gereformeerd gymnasium
Arnhem (te houden op 29, 30 Juni ©a 1 J
dr. C. J- Vinkesteyn, inspecteur der gj
dr. F. J. L. Kramer, oud-hoogleeraar aan
Rijksuniversiteit te Utrecht, directeur van
Koninklijk huisarchief, en dr. P. van Geer, oi
hoogleeraar aan do Rijksuniversiteit te I»id<
allen wonende te 's-Graveaihoge; e. by de ©it
examens dor a Heeling gymnasium van liet bi
sclioppelijk college te Roermond (te houden
13, 14 en 15 Juni), van het openbaar gym nasi
te Maastricht (te (houden op 16, 17 en 18 Jun|
van het Roomsch-Katholiek gymnasium te R<
due (te houden op 20. 21, 22 eu 23 Juni),
lan het openbaar gymnasium te Utrecht (te
den op 24 25, 27, 28 en 29 Juni): dr. J. C. Mi
thes, oml-hoogleeraar aan de Gemeentelijke Ui
versiteit te Amsterdam, wonende te Hilversi
dr. R. H. Woltjer. hoogleeraar aan de Vri
Universiteit te Amstertlam, en dr. A. A. Xijb»
hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Utrechl
f bij «le eind-examens der openbare
te .Middelburg (te houden oj 13. 14 en 15 Jul
te Dordirecht (te houden op 16. 17 en 18 Jui
te Gorir.chom (te houden op 20, 21 en 22 Jui
van het Mam:x-gymnasium te Rotter«lam (I
honden op 23, 21 en 25 .Juni), en van het O]
baar gymnasium te Schiedam (te houden
28 en 29 Juni): dr. J. van Wageningen,
teeraar aan «le Rijksuniversiteit te Groning*
dr. G. NV. Kernkamp en dr. NV. Kap toy n, ho
leera i en aan do Ryksuniversiteit te Utrecht;
hij de eindexamens van het Christelijk gymnasiui
te Utreoht (te houden op 10, 11. 13, 14 en l|
Juni), en der openbare gymnasia te Gouda (I
houden op 16. 17 en 18 Juni), on te 's-Gravei
hage (te houden op 20, 21, 22, 23. 24 en 25 Juni]
dr. H. T. Harsten, oud hoogleeraar aan <1©
meen tel ijk© Universiteit te Amsterdam, dr. NV
11 Nolens, buitengewoon hoogleeraar aan do G
meentelijke Universiteit te Amsterdam, wonendj
te 's-Gravenhage, en dr. J. D. vau «Ier NN'aa'
jr., hoogleeraui aan <le Gemeentelijke Univeri
teit te Amsterdamh. bij de eindexamens «lel
openbar© gymnasia te Leiden (Le houden op
11, 13 14 en 15 Jum), te Delft (tc* houden o;
16, 17 en 18 Juni), van het Gereformeerd gym
nasium te Amsterdam (te houden, op 27, 28, 29, 3<
Juni en 1 Juli), eu van de afdeel ing gyninasiuu
van het collegio St. Willebroixl. te Katwyk aa
den Rijn (te houden op 2, 4 en 5 Juli): dir. J. S
Speyer, dr. K. H. Th. Boasemaker en dr. J. C
Kluyver, hoog leeraren aan de Rijksuniversitei
te Leid<en; i. bij de eindexamens der open ba
gymnasia te Amsterdam (te houden ep 13, 14, 15
16, 17 en 18 Juni), te Haarlem (te houden oj
20, 21 en 22 Juni), van het Rwinsch-Katholiei
gymnasium te Aimsterdiam (te houden op 23. 24
en 25 Juni) eu het openhaar gymnasium te Alk
maar (te honden op 27, 28 en 29 Juni): dr U
Ph. Boissevain, hoogleeraar aan de Rijksuniver
sUeit te Groningen, dr G. Kalff en dr. J. P
Kuenon. hoogieerareu aan de Rijksuniversitei
te Leiden. („St.-Ct.")
Sport op Zondag.
Op de vergadering van do Zuid-Hol
landsche Prcdikantenveroeniging, te Rot
tordam gehouden, stond de volgende stol
ling op de dagorde (maar er was geou t»j<
haar te behandelen)
„Mot het oog op 't toenemend aanfa!
wedstrijden op don Zondag, waardoor hot
jengere deel van ons volk hoe langer hoe
meer van godsdienst eu 'kerk vervreemdt,
verdient de vraag ernstige overweging, in
hoeverre het mogelijk ie, dat van over
heidswege de Zaterdag geheel of gedeelte
lijk voor deze wedstrijden vrij gegeven
worde en de Zondag aan de beoefening van
sport worde onttrokken".
(„N R. Ct.")