wordt ingevoerd, er gemakkelijk eenige dui
zenden guldens m»er uit de 1 nkomstenbe!as-
tdng zullen kunnen verkregen worden. Dan
kunnen wij gemakkelijker het loon verhoo-
gen van nu-nschen, die het werkelijk ver
dienen.
De heer Hamers. Mijnheer de voorzit
ter, eonc enkele opmerking. Ik meende, d<at
het voorstel van de hoeren niet. was om de
geldmicTdelen van de gemeente te versterken
maar dat die bedoeling was voor de mindere
inkomens de aanslagen te verlagen, door van
de hoogeren meer te heffen. Nu versterking
van de inkomsten wel liet doel ie, kan ik
niet meegaan met liet vooistelIk meen dat
wij de belastingen niet mloetem v©rh)oogeii
Op dien grond ben ik van oordéél, dat hét
niet noodig is e©ne commissie te benoemen.
Ik zal togen het voorstel stemmen.
Dc Voorzitter. Ik stel voor thans
bet voonstel in stemaninig brengen.
De heer van Duinen. Mijnheer de
voorzitter, is uwe bedoeling te Lalten stem
men over de vraag om eene commissie te be
noemen, ja of neen?
De V o o r z i t-1 e r. Ja, daarover zal wor
den gestemd.
Bij de stemming wordt het. voorste] ver
worpen imet 10 tegien 5 stemmen. Vóór
stamden de hoeren van Duinen, Rijkens,
Tromp van Holst, van Esveld en. Rolandus
Hagedioorn
16. Vaststelling van hot zesde suppletoire
kohier van de i nlkoaiistiemlbelasting, dienSt
1909.
Wordt z. h. o. conform besloten.
17. Voorstel van B. en W. tot het ver-
leenen van afschrijving in zake inkomsten-
besjl'astkng wegens vertrek en overlijden,
dienst 1909.
Wordt z. h.« o. conform besloten.
18 Behandeling van reclames in zake iu-
komstenibelaSbing, dienst 1909.
Wordt z. Bi. o. conform de adviezen be
sloten.
19. Vaststelling van het tweede suppletoir
kohier dér straatbel asting, dienst 1909.
Wordt z. Ih. o. conform besloten.
De Voorzitter. Ik wirl een enkel
woord spreken naar aanleiding -van de rede,
die d'e voorzitter van de vereefiiging Handel
en Nijverhleriid gehóuden hoeft 'bij gelegenheid1
van d!e vergadering tot sticihitiing van de ver
een i ging, die zich voarertrit eene handielS-
Bdliool op te richten. Ik meetn. dat die rede
niet onweersproken mag blijven, ten einde
dó openbare mieening heter dn te lich
ten dan in die vergadering is geschied. De
inldrulk, dien dè rede van dien voorzitter van
Handel en Nijverheid op mij heeft gemaakt
en ook op de Aimersfoortsche burgerij moet
gemaakt bobben, kar niet anders zijn, dlan
d'at B. en W. van Amareifoort verbazend'
gróót e eukkefils zijndiie het vertrouwen van
don raad niet 1 anger waardig zijn. Om dlat
aan te boo non, zal ik enkele passages uit die
redevoering voorlozen. Er is in de eerste
plaats door hem gezegd, dat helt hem „onbe
grijpelijk is, d'at d'e gemeente niet. met
heide handen de gelegenheid heeft aan
gegrepen. haar door don minister aan
geboden in zijn schrijven van 12 Ja
nuari jlVerder dat Amersfoort dan.
„voor betrekkelijk geringe koste» met. een.
onderwijsinrichting verrijkt zou zijn gewor
den, waarvoor de middenstand vooral het ge
meentebestuur zeer diankbaar zou zijn ge
weest." Verder- ,.Nu het blijkt, d'at het da
gelij ksch befetuur dér gemeente niet is inge
gaan op de voor de gemeente gunstige voor
waarde. is dit plan natuurlijk van de baan."
Eindelijk wordt o. a. nog gezegd „Omdat
wij ons niet konden voorstellen, dat de ge
meente, van koopmansstandpunt gezien, eene
zoo schoon e gedegenheid tot het verkrijgen
van een inrichting voor voldoend handels
onderwijs zou laten voorbijgaanheeft het
8
bestuur van Handel en Nijverheid tot bet
uiterst*- gewacht met u saam te roepen."
Ik weuech daartegenover- te stellen heft
schrijven, dat B. en W. ontvingen van den
minister van binnenliand6che zaken. Ik moet
vooraf opmerken, dat dit een antwoord van
den minister geweest is naar aanleiding van
©en verzoek van B. en W. tot overneming
van de H. B. school door het Rijk en tot bet
verleen en van een subsidie voor eéne handels
school De minister antwoordt- hierop met
eene afwijzing van het verzoek tot overne
ming van de H. B. school en zegt dau ten
slotte„Waar het plan tot oprichting eener
handelsschool aan de overneming der II. B.
S. was vastgekoppeldzal het mij aangenaam
zijn te vernemen of uw college, nu de H. B.
S. eene gemeentelijke inrichting blijft, be
doeld plan ongewijzigd wenscht. te laten."
Ik moet eerlijk bekennen, dat ik niet kan
'begrijpen hoe nu de voorzitter van Handel en
Nijiverheid' tot de conclusie is kunnen komen,
diait 'het onbegrijpelijk is. dat B. en W. deze
schóón© gelegenheid niet met bedde handen
hebben aangegrepen om bier eene handels
school op te richten. Hetgeen de minister
ttiier vraagt is niet anders als: Wat zijn B
en W. van plan verlder te doen? Hri gaat
mijn begrip te boven hoe de voorzitter van
Handel en Nijverheid tot. zijne conclusie is
fcuiwien komenen ik meen, dat. ieder inge
zetene van Amersfoort dat nu ook onbegrij
pelijk móet vinidlen. Ik wil daarop verder
niet. ingaanhet Ï6 mijne bedoeling niet om
■iets onaangenaams te zeggen aan den voor-
•zitter van Handel en Nijverheid'. Ik waardeer
zijn goede bedoeling, maar ik vermoed dat
zijn oratorisch talent, hem hier leeflijke par
ten heeft gespééld en ik betreur, diait de voor
zitter van H. en N. geer inilichtiLngen bij B.
en W is komen vragen dan had hij zich
volkomen op de hóogte van den stand; van
ker kunnen stellen en hij zou wellicht
deze dingen niet hdbben gezegd'. Ik hdb ge
meend dit ea* van te moeten zeggen tot voor
lichting van de apenbare meening.
De heer v'an Duinen. Mijnheer dó
voorzitter, mag ik eer kort woord: antwoor
den? U zegt, dat- ik mij aan hlet stadhuis
fliialcï móeten vervoegen om inlichtingen.
Maar dlat idloe ik nimmer meer. Kan ik an-
dlers geene inlichtingen krijger d)an van 't
Stadhuis, dan zal ik zwijgen in dier Raad1,
maar hier komen om ze te vragen doe ik
niet.
Maar in dit getval wia6 'it gehóed overbodig
inlichtingen te vrager. De vraag van der
minister staat gedrukt in 'it jorgstte raads-
verslag. Vetrschillenidle loc alle bliadler hebben
die correspondentie met dier ministór inder
tijd o-pgenomen. Wie nu belang stelt in de<z©
zaak kan dat alles lezen en zijne conclusie
trekkenWat ik gezegd' heb in Handel en
Nijverheid', neem ik voor mijn rekening.
Wanneer ik o<ver de zaak kalm nadenk en
dó gevoerde correspondentie naga dan kan
ik, van een koopmans. of praktisch stanidl-
punt gezien, tot geen andere conclusie ko
men, dan dlat. hier werkelijk iets goed tot
stand' was te brengen geweest.. Ik heb niets
te veel daar over gezegd'. Heit is mijne over
tuiging geweest wat ik bieb gezegd. Ik ge
loof, ik kan dfeut volkomen verantwoorden.
De Voorzitter. Verlangt nog een. dér
leden het woord
De heer R ij k e n s. Mijnheer de voor
zitter, ik zou gaarne vernemen of wij nu
weldra kunnen tegemoet zien het reglement
op het middelbaar oridcrwijs, dlat ons reeds
zoo lang is toegezegd. Er zijn in de laatste
dagen weder dingen op de H. B. school voor
gekomen, die de aanwezigheid van zulk een
reglement wensohelijk maken.
De Voorzitter. Ik kan mededeelen.
dat het ontwerp van dit reglement in han
den is van de raadscommissie, die is aange
wezen voor de zaken van de H. B. school.
Die commissie heeft nu de zaak in onder
zoek.
De heer Rijkens. Mag ik nog iets
vragen? Ik heb een vermoeden, dlat die com
missie meent, dat zij ontbomdiein is.
De Voorzitter. De commissie is tegen.
Vrijdag tot eene vergadering opgeroepen.
De beer R ij k e n s. Dan ben ik tevreden,
mijnheer de voorzitter.
De heer Salomons. Mijnheer- de voor
zitter, verleden jaar is gezegd, dat het ont
werp van de nieuwe bouwverordening zich
in een gevorderden Staat van voorbereiding
bevindt. Zou ik mogen weten 'hoe 't er nu
mee staat?
De V oorzitter. De voorbereiding
zal op een niet verwijderd tijdstip geëindigd
zijn. De zaak is nu zoo ver geregeld, dat er
nog slechts enkele kleine détails moeten wor
den behandeld. In een der eerstvolgendè ver
gaderingen zal het ontwerp inkomen.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de
vergadering gesloten.
Electnsche Drukkerij L. E. BOSCH ZOON.