r. it.
Jaargang.
Vrijdag 17 Juni 1910.
buïtênlandT
FEUILLETON.
ijn Vriend ie Chauffeur.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post 1.50
Afzei.der1 ijko nummert 0.05.
Tv: j Cou-an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat
Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 90 cents bij vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte,
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Enne
oireulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 Juli
a. s. op dit blad inteeKenen,
•worden de nummers die .ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnei}Koste
loos toegezonden.
Politiek Overzicht
De moeielijkheden in de
Kretazaak.
Kreta is thans meer dan ooit het smartte-
kind van de Europeesche diplomatie. Men
houdt overleggingen zonder einde, en over
het algemeen it. men 't er over eens, dat
de toestand zeer bedenkelijk is. Inderdaad
is het een moeielijk geval, hoe te geraken
uit de impasse, waarin men gekomen is door
de tegenstrijdige toezeggingen, die aan Tur
kije en aan Griekenland zijn gedaan. Zoo
lang sultan Abdul Hamid aan het bewind
was, kon men de verwachting koesteren, dat
het zou komen tot de vereeniging van Kreta
met Griekenland, zonder dat men van Tur
kije een gewapend verzet behoefde te vree-
zenVan die onderstelling uitgaande, zijn
aan de Grieken en de Kretensers toezeggin
gen gedaan, die thans onder het nieuwe
regeeringsteleel in Turkije praktisch onuit
voerbaar blijken. Dit maakt, dat men nu in
•de kabinetten met de handen in het haar zit.
In een opmerkelijk artikel heeft de Temps
gewezen op de fouten, die de Kreta bescher
mende mogendheden hebben begaan bij 't
volbrengen tot dusver van de taak, die zij
zich op de schouders hebben gelegd, en op
de zware verantwoordelijkheid, die hen
daardoor drukt. ..Zij hebben aan de Kreten
sers meer beloofd dan zij konden houden.
Zij hebben gezondigd zoowel door hun han
delen als door 't geen zij hebben nagelaten.
Zij he'bben, wat Turkije betreft, liet pand,
dat zij in handen hadden genomen, in ge
vaar gebracht. Zij hebben, wat Kreta be
treft, de verwachtingen teleurgesteld, die
zij hadden opgewekt. Wanneer men zulke
dwalingen heeft begaan, dan heeft men den
plicht om ze te herstellen." Zoo schrijft het
Parijsche blad en het wij6t er op, dat, al is
het oogen'blik slecht gekozen voor eene defi
nitieve regeling van liet. Kreta-vraagstuk,
dat geen reden kan zijn om de handen in
den echoot te leggen. „Als men niets defi
nitiefs kan of wil doen, dan is er des te
meer reden om met kracht te beproeven
eene voorloopige regeling tot stand te bren
gen. Het spel van de nota's en tegen-nota's
is uitgeput. Wij hebben de diepe overtui
ging, dat ak dat spel voortgaat, de oorlog
het einde zal zijn. Men moet iets anders
vinden. Wij hebben volstrekt geen parti-pris
en als men een beter denkbeeld voorstelt
dan het onze, dan zal het welkom zijn. Maar
totdat ons het tegendeel bewezen wordt,
meenen wij, dat eene nota van de mogend
heden, mededeélende, dat de buitengewone
aard van den toestand het uitzenden van
eene eveneens buitengewone missie vordert,
die door hare aanwezigheid als breidel voor
de hartstochten kan dienen, in staat zou
zijn olie te storten op de woelige golven van
de Kretazaak. Dat zal misschien niet vol
doende ziju. Maar de vraag waar 't op aan
komt, is of het noodig is."
Dat er gevaar ligt in verder uitstel, is ook
het gevoelen van de politieke kringen te
Weenen als welker orgaan de Neue Freio
I'resse dient. Daar legt men er nadruk op,
da', in een groot deel van het Turksche rijk
in de passieve houdipg van de mogendheden
een fiasco van de regeering te Konstantino-
p.1 wordt gezien. Men noemt, het niet-slagen
van de pogingen der Porte om de bescher
mende mogendheden tot eene spoedige rege
ling der autonomie van Kreta te bewegen,
een gevolg van hare zwakheid. „De Jong-
Trrken trachten door betoogingen en door
het boycotten van Grieksche goederen de po
sit i? van de regeering tegenover het 'buiton
land te versterken en de in vele kringen iu
't wankelen geraakte overtuiging te bevesti
gen, dat de toongevende kringen de Kreta-
kwestk» als eene nationale zaak beschouwen
e.i de rechten van Turkije niet zouden prijs
geven.
Schijnbaar parellel met do ze manifostatiën
maar geheel andere doeleinden nastrevende,
loopt eene met klaarblijkelijk scherpere mid
delen werkende beweging, die onverbloemd)
den oorlog tegen Griekenland eischt, maar
welker strekking tegen de rogeering en ge
heel het Jonig-Turksche stelsel is gericht.
Voor deze elementen as de Kreta-kweetlie
slechts de uiterlijke aam leiding om aan het
heersc-hende stelsel moeielijkheden en be
swaren te bereiden oan op dezen reeds vroe
ger betreden weg de reactie er boven op te
brengen. Aan het hoofd van deze actie mar-
cboeren de hodja'szij dragen krachtige
godsdienstige motieven in de menigte en
trachten 'door hunne agitatie het Jong-Turk-
fcche stelsel als een tijdperk van gebiedsver
liezen voor te stellen. Zij wijzen op de af
scheiding van Bosnië en Oost-Rumeliè ®n
voorspellen den afval van Kreta, als Turkije
niet terstond tot handelen overgaat. De be-
teokenis van deze reactionaire stroomingen
mag niet onderschat worden. Wanneer de
reactionaire beweging, die onder de vlag van
de waarachtige vaderlandsliefde gaat en op
do godsdienstige gevoelens van de muzelman
nen speculeert, verder in omvang toeneemt,
hetgeen nieit onwaarschijnlijk is, dan kunnen
er nieuwe binnenlandsdhe conflicten ont
sta au, die het land' dn een broeder-oorlog
drijven.
De Kreta-zaak is dus voor de Jong-Turken
eene bestaauskwestie geworden. Men moet
daarom met de mogeftjkiheid rekenen, dat
het drijven van de reactionaire elementen
de regeering kan dringen tot handelingen, die
tot het uitgangspunt van eene catastrophe
zouden kunnen worden. Het kan niet als
uitgesloten gelden, <fiat de Jong-Turken in
een oorlog het laatste middel zien om in
Turkije de overhand te houden en de bin-
nenlandfeche moeielijkhden baas te worden.
De terugkomst van den minister van oorlog
Mahmoed Chefket laat de conclusie- toe, dat
de rogeering den ernst van den binnen- en
buitenlandse hen toestand juist inziet en voor
alle gebeurlijkheden den man bij de hand
wilde hebben d'ie het volle vertrouwen van
het leger geniet on naar zijne handelingen
tot dusver de eenige persoon is, die in staat
is het rijk fce ve e.-en uit den tegenwoor
dige» klit: ken toestand."
Duitschland.
Potsdam. 16 Juni. De Keizer
heeft, naar 't schijnt <i or den eersten rit
dien hij na zijne genezing ondernam, eene
uitstorting in liet rechter kniegewricht go-
kregen. Hij moet. dientengevolge afzien van
deelneming aan de op heden bepaalde ge-
vechtsoefening in Doeberitz en van de reis
naar Hannover en Hamburg. De algemc-ene
toestand is volstrekt niet gestoordde li
chaamstemperatuur is niet verhoogd. Pijn
is er nagenoeg niet.
Om misverstand te voorkomen, wordt
er door de geneesheer en prijs op gesteld
uit te spreken, dat er geen verband bestaat
tusseben de knie-aandoening en de nu ge
nezen bloedzweer aan het rechter handge
wricht.
Be r 1 ij n, 1 6 J u n i. De zitting van
den Landdag van dit jaar is gesloten.
Ook in den Beierschen landdag is de re-
geering geïnterpelleerd over de Borromeus-
encvcliek. De interpellant-, voorzitter van
de liberale fractie, keurde vooral de bekend
making van de encycliek in het orgaan van
het aartsbisdom Bamberg af.
De minister van eeredie net verklaarde, dat
de regeering 't als hare gewichtigste taak
beschouwde den confessioneelen vrede in
Beieren te bevorderen. Zij was er niet over
in twijfel geweest welken indruk de encycliek
bij de protestanten zou teweeg brengen. We
gens den vorm, waarin zij over de reforma
tie oordeelde, was de encycliek in protestant-
sche kringen als eene ernstige krenking op
gevat;, ook elders had zij ontstemd. De re
geering moest ecliter bedenken, dat de katho
lieke kerk zelfstandig was in het bestuur
van hare inwendige aangelegenheden; de
encycliek viel in dit gebied van zelfstandig
heid. De regeering had gedaan wat zij kon;
zij had den 7en J uni den Beierschen gezant
bij het Vaticaan instructiën gegeven omtrent
hetgeen hij had te doen. Een uitvoerig ant
woord had zij van dezen nog niet ontvan
gen, maai hij had geseind, dat het episco
paat last had gekregen de encycliek even-
mi u-, jan do kansels te verkondigen als^jMa
adP«re wijze bekend te maken. De opneming"
ih het «jin'gaan van het aartsbisdom Bam
berg, die reeds was geschied, is een feit,
dat onaangenaam aandqet. De minister had
getracht navraag te doen en van den redac
teur van dat orgaan eene betuiging van leed
wezen over de voorbarige opneming ontvan
gen die was geschied zonder medeweten
van den aartsbisschop. Waarom hij niet in
lichting gevraagd had bij den aartsbisschop,
verklaarde de minister hiermee, dat hij
vruchteloos eene telefonische verbinding met
den aartsbisschop had trachten, te krijgen.
De Vossische Ztg. drukt de meening uit,
dat, hoe men over het succes van de Pruisi
sche regeering in deze zaak moge denkeu,
de opheffing van het Pruisische gezantschap
bij het Vaticaan in ieder geval gewensclit
is. Indien er eene vertegenwoordiging" bij de
curie moet zijn, dan moet het eene Duitsche,
geen Pruisische zrjn. Dat in dezelfde zaak
de Pruisische gezant, de Beiersche gezant en
de Koning van Saksen, hoezeer men hem in
de zaak gelijk moge geven, ziclh tot het Vati
caan wenden, dat de gezant een verbod tot
bekendmaking voor geheel Duitschland be
werkt en, als de aartsbisschop van Bamberg
daartegen zondigt, niet Pruisen, maar Beie
ren daartegen bezwaren in het Vaticaan moet
maken dat alles is eene anomalie. Dus öf
een Duitscli öf geen gezantschap.
Het orgaan van het Vaticaan, de Osser-
vatore roruano drukt de nota af, die op 13
dezer aan den Pruieisehen gezant bij den
H. S. ter hand ie gesteld en voegt daaraan
toe: „Den volgenden dag deeldo de lieer
v. Mülil'berg, de Pruisische gezant, aan den
kardinaall-staatss ccreta»rig mede, öiat zijne
regeering met voldoening kennis had geno
men van de in bedoelde nota gegeven ver
klaringen, waaraan hij nog toevoegde, dat d
Duitsche Rijkskanselier hem. had opgedragen
diens bartel ij ken dank over te brengen aan
den Paus voor de wijze, waarop deze de
quaestie had behandeld. Hij beschouwde deze
als een kostbaren waarborg voor het voort
duren van de vriendschappelijke betrekkin
gen tusBcshen den Heiligen Stoel en de ko
ninklijke regeering.
Het is dus niet noodig er op te wijzen hoe
ongegrond de bewering is van de bladen,
dat de encycliek ten deele door de» Heili
gen vader zou zijn ingetrokken, daar de en
cycliek in. de geheele wereld is verspreid
door hare opneming in de Acta apostolicae
sedis volgens de pauselijke constitutie Pro-
mulgaudi van 29 September 1908.
„Wel heeft de Heilige Vader, wegens de
opgewondenheid, die deze publicatie heeft
veroorzaaktop eigen Initiatief en als voor-
zichtigheidi>ma at regel te geschikter tijd de
noodge maatregelen getroffen, dat de en
cycliek niet. in de Duitsche kerken zou wor
den voorgelezen en in de Duitsche bisschop
pelijke bekendmakingen niet. zou worden af
gekondigd. Dit is den Pru'isschen gezant in
den öv jnd van 11 Juni mondeling medege
deeld.
Engeland.
Londen, 16 Juni. De eerste mi
nister Asquit.'-i en de lord-kai:-elier hebben
hederi namiddag in Asquiths kamer in het
lagerhui- een be - preking gehad met Balfour
en lord Lansdowne. De Press Association
deelt mede, dat men het daar eens is ge
worden over een t' irmeele conferentie om
trent de constitutioneel© crisis tussohen
vertegenwoordigers der beide partijen en
dat de erste zitting in de volgende week
zal plaats lubben.
Loi-d Knollys, een van 's Konings parti
culiere secretarissen, bezocht gisteren Dow-
ningstreet en begaf zich daarna naar het
Lagerhuis.
Bij liet lage'rhuis is een wetsontwerp in
gediend tot uitbreiding van het parlemen
taire kiesrecht op de vrouwen, onder de
zelfde voorwaarden als het kiesrecht voor
de genu nu i :.d i ij reeds bezitten.
Op atu Mfting in déz® zitting is niet de min
ste kans
Denemarken.
In liet pre. s tegen oud-ministère
Chris: n en ik. g eeft 0. M. aan
het elot van zijn requisitoir de schuldig
ver 81 a ring van d. beklaagden gee. echt op
alle- punt: n va e aa .klacht en hunne
veroordee'ling iu de kosu-n van het geding.
Van de zijde der verdediging wordt be
toogd, dat Alberti eveneens medeplichtigen
ais medewerkers heeft- gehad en dat niemand
ietö van zijne verduisteringen heeft ver
meed. Wanneer zelfs lieden, die Al'berti het
naast stonden en zijne zaken het 'best ken
den, hem oen blind vertrouwen bewezen,
da t ie het onrechtvaardig te verlangen, dat
Chrietensen en Berg, die verder van hem
afstondenwantrouwen tegen hem moe6ten
koesteren. De waarheid is, dat Alberti ah
lea, van den Koning tot den geringste, bij
de i neus gehad en bedrogen heeft. De ver
antwoordelijkheid hiervoor draagt uitslui1-
tend de groote misdadiger Alberti. Daarom
mag men niet onrechtvaardig zijn en een
de<' van de verantwoordelijkheid hiervoor
op de beklaagden leggen.
Spanje.
Madrid, 16 Juni. Graaf Romano-
nes is gekozen tot voorzitter van de Kamer.
Oostenrijk.
Voor het besluit van het huis van afjge-
vaardigdicii van den rijksraad om over te
gaan tot de behandeling van de artikelen
der begjrootiiug, dat met de geringe meer
derheid van 214 tegen 189 stemmen is aan
genomen, hebben ook de Italiaansche afge
vaardigden gestemd. Zij zullen zich hunne
houding tot de derde lezing voorbehouden.
De Italiaansche leden hebben zich verklaard
voor liet compromis-voorstel van de regee
ring om de Italiaansche rechtsfaculteit voor-
loopig in Weenen op te richten en in de
wet een vierjarigen termijn te stellen voor
de keuze van eene Italiaansche stad als de
finitieve standplaats. Zij laten liet nu aan
de regeering over, de andere partijen voor
het compromis te winnen. De minister-pre
sident onderhandelt nu met de Duitsche
partijen en laat daarbij ga-of gesohut spelen
hij liet zelfs de mogelijkheid doorschemeren,
dat het kabinet ontslag zal nemen. In den
Duitschen national en bond laten vele stem
men zich hoor en tegen Weenen. ook als
voorloopige standplaats de christelijk-goci-
alen maken hunne beslissing afhankelijk
van het besluit waartoe de Duitsche natio
nale bond zal komen.
Rumenië.
Uit Bukarest wordt bericht dat de' aanvaL
va» liet Grieksche gepeupel in de haven
van Piraeus voor de ©ogen van de Griek
sche autoriteiten op de Rumeensche stoom
boot Imperatur Traian daar groote verbit
tering heeft verwekt. De met de regeering
in betrekking staande bladen leggen na
druk op den plicht van Griekenland om
voldoening te geven. De openbare meening
verlangt stalking van het verkeer te water
met Griekenland en andere repressieve
maatregelen.
Over de omstandigheden waaronder deze
overval plaats had, geeft de Agence Rou-
maine de volgende bijzonderheden* Op de
Rumeensche mailstoomboot was in Alexan-
drië een deserteur van het Rumeensche
leger ingescheept. Bij de aankomst van de
stoomboot in Piraeus verschenen verschei
dene goed gekleede mannen aan boord en
eiseliten, dat de deserteur, alsmede twee
andere personen, die volgens hun beweren
Turksche onderdanen van Grieksche natio
naliteit waren en aan de Turksche autori
teiten in Konstantinopel zouden worden uit
geleverd, aan hen zouden worden overge
geven. Op een door deze mannen gegeven
sein overviel eene verscheidene honderden
sterke menigte het schip, liep de deuren
open, sloeg de ruiten stuk en 'begon te plun
deren. De deserteur werd in triomf aan
land gebracht; de bemanning werd mishan
deld en voor een deel rraar de havenprefec
tuur gebracht. Drie Egyptische prinsen,
die aan boord waren, werden gevangen ge
nomen onder het voorwendsel, dat zij spion
nen waren van de Turksdhe regeering. Ver
scheidene Turken werden zwaar mishandeld.
Deze gebeurtenissen duurden omstreeks 3i
uur en vielen voor onder de oogen en met
Naar het Engehch
71 VAN
C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Zich op dat standpunt plaatsend, stelde
de Ohauffeulier een oponthoud voor, maar
tante Kathrym, drong ea- op aan om dlooir te
rijden tot sir Ralph opmerkte: „Het zou
niet vadierlandslievendi van u wezen, want
Palladiio bouwde uw Gapitool tie Washing
ton en al de fraaie, antieke Kuizen, in het
Oosten, wleike door iedereen zoozeer bewon
derd worden."
„Lieve hemel. Deed hij dat?" riep tante
Kathryn. „Waarom? Ik heb nooit van
hem gehoord."
„U moet Morray's woorden niet letter
lijk nemen, gravin.,' zeide meneer Barry-
more „Zonder Palladio zouden Inigo Jo
nes en Christopher Wren er niet geweest
zijn, en zoo er al een Capitool was verre
zen, zou het. een heel ander aanzien, hebben
dan u. Om de Amerikaansche architectuur
van vroeger dagen te begrijpen, moot u tot
Palladio teruggaan
„Enfin, hier zijn wij nu bij hem." zucht
te tante Kathryn. „Ik hoop echter dat wij
niet moeten uitstappen."
„Een bezoek per a.utömjobieU' aan die Mid
deleeuwen," schertste meneer Barrymor©
lachend. „Ik zal mijn best doen o.m onder
dergelijke omstandig!heden zoo goed moge
lijk voor gids te dienen."
Dus reed hij ons op een prachtig plein,
waar de karakteristieke f ai; aden en galerijen
en de deftige colonnades getuigenis aflegden
van Palladio's groote talent. Toen lang
zaam door de paleizen-straat terug naar
buiten., waar de zilverharige gewassen der
akkerg als door een onzichtbare hand zacht-
kons werden gestreeld en de 1 neuvels zich
verhieven tegjen een stralenden horizon.
Ook slingerde zich door het land een met
kleine, kleurrijke bloemen omzoomd ka
naal dat mij bizonder bekoorde, want se
dert wij in die omstreken van Milaan hebben
gereden, vind ik kanalen even goede gezel
leu als rivieren, en meestal veel kal mier.
Inderdaad gelijken zij op rivieren, die eeni-
gen tijd in steden veroeviend, geleend! hebben
hun driftige, wilde manieren alf te leggen.
De boerenhuizen, op zijde van dien weg ge.
legen, hadden een statig voorkomendrie
of vier dezer waren sierlijke, o.ude dingen
met groote overdekte balkons begroeid met
klimop, waartusschen bloeiende planten om
hoog rankten.
Telkens zagen wij mooie vrouwen me
nigmaal zoo mooi dat zij, zooals sir Ralph
beweerde, in de feudale eeuwen gevaar zou
den hebben geloopen door den burchtheer
met geweld ontroerd le wordenDat wij lang
zamerhand Venetië naderden, vertelden ons
de op den weg spelende boerenkinderen met
hun gouden Ti tnaa.it-haar en de meisjes met
de gouden haarlok op liet voorhoofd.
„Hoe lang zullen wij te Paidua blijven,
gravin?" vroeg de Ohauffeulier, toen wij in;
het gezicht kwamen van een poort, eenige
kerken en klokketorens.
„Laten wij dat niet eer beslissen voor
wij er ziiju."
„Maar wij zijn er. Over een paar mi
nuten zullen de mannetjes van de „dazio"
op onze koffers kloppen, als de dioikter kLopt
op de borst van zijn patiënt."
„PaduaZoo dikwijls wij een dezer
wondervolle oude plaatsen binenredien, door
trilde mij een electrische schok. Als het
mij al. een droom scheen in de stad te zul
len verwijlen van Petruchdo's liefdesgeschie
denis, wat zal het dan wezen als wij binnen
kort een heel spoedig binnenkort. Ve
netië bereiken? Ik durfde er nauwelijks aan
danken, vreezend mijn gedachten er niet
meer van te. kunnen losrukken. Eu dezen
dag moest ik ze geheel aan Padua wijden.
Ofschoon niet zoo mooi als Verona, be
zat deze geleerde, deftige stad een zeer
eigenaardig cachet, waarvan ik mij dade
lijk bewust was. Ik hield) van de paleizen
met dp geschilderde .vertrekken, vooral van
i.ie waar de tand des tijds aan het schil
oer werk had geknaagd, onberoerd latend
hier een lief gezichtje, daar eenige plooien
van een fluweelen kleed, gindb den hoed
van een kardinaal, ieder bezoeker als het
waro uilnoodigend uit deze luttele gegevens
de levenegeschiedenis der personen op te
bouwen. De oude straten vol galerijen va
ren ingedommeld en tusseben haar plave'scl
groeide het gras. Nu en dan zagen wij tui
nen met ecu overvloed van bloemen. Mi
prieelen met guirlanden van rozen of een
amandelboom als een roze bruid zich
vleiend tegen den schouder van ©en soldaat-
ui innaai' zij aan zij met een donkeren
hulst over een hoogen steenen muur uitkij
kend.
Wij stopten aan de Stella d'Oro waar we
zouden lunchen en toen de Ohauffeulier
tante Kathryn hielp uitstappen, vroeg zij,
zich herinnerend, dat zij het antwoord op
zijn vraag schuldig was gebleven: „Hoelang
hooren wij te Padua te blijven?"
„Een week", zeide hij, met een ondeu
geilden blik haar aankijkend.
Haar gelaat betrok en hij kreeg medelij
den.
„Indien wij niet aan een motor-man ie
leden,' vervolgde hij. „In dat geval zou
den wij een pelgrimstocht hierheen gemaakt
hebben, om alle eer te bewijzen aan de aan
biddelijk© Giotto, aan de twee kerken
de subliemste die er bestaan eu aan de
duizend en één andere bezienswaardige din
gen. Maar eenmaal aan die manie lijdend,
zullen wij, om niet al te veel in onmin te
geraken met ons geweten, drie uur wijden
aan de bezichtiging van Padua. Mijn
eenige troost in dit betreurenswaardig ge
val is, dat u uu liet voorrecht zult genie
ten voor het eerst Venetië te zien tusschen
het ondergaan der zon en het opkomen der
maan."
Beechy klapte in haar handen en mijn
hart begon sneller te slaan. Onwillekeurig
zochten mijn* oogen die van meneer Barry-
more, wat ze, vrees ik, tegenwoordig te dik
wijls doen. Ik begrijp niet waarom het mij
zoo natuurlijk toeschijnt me steeds tot hem
te wenden, alsof ik liem levenslang had ge
kend. Trouwens, wij zijn allen beste
vrienden geworden, want op zulk een reisje
leert men elkander in korten tijd beter ken
nen dan anders in een jaar. Den prins al
leen sluit, ik uit, zooals ik hem buiten alles
zou sluiten wat mij van nabij betreft. Ik
twijfel sterk of iemand onzer hem kent. of
gissen kan 'wat er in zijn ziel omgaat. Kijk
ik hem soms toevallig aan, dan ligt er iets
in zijn blik dat mij schrik zou aanjagen,
indien ik het niet zoo dwaas en melodrama
tisch vond Behalve met deze onheilspel
lende blikken valt hij me met niets meer
lastig na dat afschuwelijk tooneeltje aan
Julia's graf, en daar hij in een eerbiedig
schrijven zijn excuses maakte, diende ik het
to vergeven en te vergeten.
liet- hotel waar wij lunchten stond niet iu
een dier aardige straten aan den rivierkant,
maar iu een square zoo modern, dat inen
zich ternauwernood kon voorstellen in een
der oudste steden van Noord-Italië te zijn.
De Stella d'Oro daarentegeu was gelukkig
zeer oud, en de lekkere Italiaansche scho
teltjes, welke meneer Barrymore zoo goed
weet te bestellen, zouden mij heerlijk ge
smaakt hebben, indien ik niet veel liever
met een stuk brood in mijn hand was weg-
geloopen, om niet een der kostbare minuten
te Padua te gebruiken voor zulk een pro
zaïsch ding als eten.
Het was twaalf uur toen wij de groote,
koele eetzaal betraden en vóór klokslag één
waren wij reeds buiten in het vriendelijke
Mei-zonnetje. De prins, die gedurende den
rit naar Verona nu eens vóór dan weer ach
ter ons had geautomobieldwas nu met ons
medegegaan. Ik besloot dicht bij tante Ka
thryn en Beechy te blijven, meenend dan
liet best gevrijwaard te zijn voor het gezel
schap van den prins. Jammer genoeg
brachten de omstandigheden een kleine ver
andering in dit plan.
Wordt vervolgd.