r. it. Jaargang. Vrijdag 17 Juni 1910. buïtênlandT FEUILLETON. ijn Vriend ie Chauffeur. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post 1.50 Afzei.der1 ijko nummert 0.05. Tv: j Cou-an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 90 cents bij vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte, Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Enne oireulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 Juli a. s. op dit blad inteeKenen, •worden de nummers die .ge durende de maand Juni nog zullen verschijnei}Koste loos toegezonden. Politiek Overzicht De moeielijkheden in de Kretazaak. Kreta is thans meer dan ooit het smartte- kind van de Europeesche diplomatie. Men houdt overleggingen zonder einde, en over het algemeen it. men 't er over eens, dat de toestand zeer bedenkelijk is. Inderdaad is het een moeielijk geval, hoe te geraken uit de impasse, waarin men gekomen is door de tegenstrijdige toezeggingen, die aan Tur kije en aan Griekenland zijn gedaan. Zoo lang sultan Abdul Hamid aan het bewind was, kon men de verwachting koesteren, dat het zou komen tot de vereeniging van Kreta met Griekenland, zonder dat men van Tur kije een gewapend verzet behoefde te vree- zenVan die onderstelling uitgaande, zijn aan de Grieken en de Kretensers toezeggin gen gedaan, die thans onder het nieuwe regeeringsteleel in Turkije praktisch onuit voerbaar blijken. Dit maakt, dat men nu in •de kabinetten met de handen in het haar zit. In een opmerkelijk artikel heeft de Temps gewezen op de fouten, die de Kreta bescher mende mogendheden hebben begaan bij 't volbrengen tot dusver van de taak, die zij zich op de schouders hebben gelegd, en op de zware verantwoordelijkheid, die hen daardoor drukt. ..Zij hebben aan de Kreten sers meer beloofd dan zij konden houden. Zij hebben gezondigd zoowel door hun han delen als door 't geen zij hebben nagelaten. Zij he'bben, wat Turkije betreft, liet pand, dat zij in handen hadden genomen, in ge vaar gebracht. Zij hebben, wat Kreta be treft, de verwachtingen teleurgesteld, die zij hadden opgewekt. Wanneer men zulke dwalingen heeft begaan, dan heeft men den plicht om ze te herstellen." Zoo schrijft het Parijsche blad en het wij6t er op, dat, al is het oogen'blik slecht gekozen voor eene defi nitieve regeling van liet. Kreta-vraagstuk, dat geen reden kan zijn om de handen in den echoot te leggen. „Als men niets defi nitiefs kan of wil doen, dan is er des te meer reden om met kracht te beproeven eene voorloopige regeling tot stand te bren gen. Het spel van de nota's en tegen-nota's is uitgeput. Wij hebben de diepe overtui ging, dat ak dat spel voortgaat, de oorlog het einde zal zijn. Men moet iets anders vinden. Wij hebben volstrekt geen parti-pris en als men een beter denkbeeld voorstelt dan het onze, dan zal het welkom zijn. Maar totdat ons het tegendeel bewezen wordt, meenen wij, dat eene nota van de mogend heden, mededeélende, dat de buitengewone aard van den toestand het uitzenden van eene eveneens buitengewone missie vordert, die door hare aanwezigheid als breidel voor de hartstochten kan dienen, in staat zou zijn olie te storten op de woelige golven van de Kretazaak. Dat zal misschien niet vol doende ziju. Maar de vraag waar 't op aan komt, is of het noodig is." Dat er gevaar ligt in verder uitstel, is ook het gevoelen van de politieke kringen te Weenen als welker orgaan de Neue Freio I'resse dient. Daar legt men er nadruk op, da', in een groot deel van het Turksche rijk in de passieve houdipg van de mogendheden een fiasco van de regeering te Konstantino- p.1 wordt gezien. Men noemt, het niet-slagen van de pogingen der Porte om de bescher mende mogendheden tot eene spoedige rege ling der autonomie van Kreta te bewegen, een gevolg van hare zwakheid. „De Jong- Trrken trachten door betoogingen en door het boycotten van Grieksche goederen de po sit i? van de regeering tegenover het 'buiton land te versterken en de in vele kringen iu 't wankelen geraakte overtuiging te bevesti gen, dat de toongevende kringen de Kreta- kwestk» als eene nationale zaak beschouwen e.i de rechten van Turkije niet zouden prijs geven. Schijnbaar parellel met do ze manifostatiën maar geheel andere doeleinden nastrevende, loopt eene met klaarblijkelijk scherpere mid delen werkende beweging, die onverbloemd) den oorlog tegen Griekenland eischt, maar welker strekking tegen de rogeering en ge heel het Jonig-Turksche stelsel is gericht. Voor deze elementen as de Kreta-kweetlie slechts de uiterlijke aam leiding om aan het heersc-hende stelsel moeielijkheden en be swaren te bereiden oan op dezen reeds vroe ger betreden weg de reactie er boven op te brengen. Aan het hoofd van deze actie mar- cboeren de hodja'szij dragen krachtige godsdienstige motieven in de menigte en trachten 'door hunne agitatie het Jong-Turk- fcche stelsel als een tijdperk van gebiedsver liezen voor te stellen. Zij wijzen op de af scheiding van Bosnië en Oost-Rumeliè ®n voorspellen den afval van Kreta, als Turkije niet terstond tot handelen overgaat. De be- teokenis van deze reactionaire stroomingen mag niet onderschat worden. Wanneer de reactionaire beweging, die onder de vlag van de waarachtige vaderlandsliefde gaat en op do godsdienstige gevoelens van de muzelman nen speculeert, verder in omvang toeneemt, hetgeen nieit onwaarschijnlijk is, dan kunnen er nieuwe binnenlandsdhe conflicten ont sta au, die het land' dn een broeder-oorlog drijven. De Kreta-zaak is dus voor de Jong-Turken eene bestaauskwestie geworden. Men moet daarom met de mogeftjkiheid rekenen, dat het drijven van de reactionaire elementen de regeering kan dringen tot handelingen, die tot het uitgangspunt van eene catastrophe zouden kunnen worden. Het kan niet als uitgesloten gelden, <fiat de Jong-Turken in een oorlog het laatste middel zien om in Turkije de overhand te houden en de bin- nenlandfeche moeielijkhden baas te worden. De terugkomst van den minister van oorlog Mahmoed Chefket laat de conclusie- toe, dat de rogeering den ernst van den binnen- en buitenlandse hen toestand juist inziet en voor alle gebeurlijkheden den man bij de hand wilde hebben d'ie het volle vertrouwen van het leger geniet on naar zijne handelingen tot dusver de eenige persoon is, die in staat is het rijk fce ve e.-en uit den tegenwoor dige» klit: ken toestand." Duitschland. Potsdam. 16 Juni. De Keizer heeft, naar 't schijnt <i or den eersten rit dien hij na zijne genezing ondernam, eene uitstorting in liet rechter kniegewricht go- kregen. Hij moet. dientengevolge afzien van deelneming aan de op heden bepaalde ge- vechtsoefening in Doeberitz en van de reis naar Hannover en Hamburg. De algemc-ene toestand is volstrekt niet gestoordde li chaamstemperatuur is niet verhoogd. Pijn is er nagenoeg niet. Om misverstand te voorkomen, wordt er door de geneesheer en prijs op gesteld uit te spreken, dat er geen verband bestaat tusseben de knie-aandoening en de nu ge nezen bloedzweer aan het rechter handge wricht. Be r 1 ij n, 1 6 J u n i. De zitting van den Landdag van dit jaar is gesloten. Ook in den Beierschen landdag is de re- geering geïnterpelleerd over de Borromeus- encvcliek. De interpellant-, voorzitter van de liberale fractie, keurde vooral de bekend making van de encycliek in het orgaan van het aartsbisdom Bamberg af. De minister van eeredie net verklaarde, dat de regeering 't als hare gewichtigste taak beschouwde den confessioneelen vrede in Beieren te bevorderen. Zij was er niet over in twijfel geweest welken indruk de encycliek bij de protestanten zou teweeg brengen. We gens den vorm, waarin zij over de reforma tie oordeelde, was de encycliek in protestant- sche kringen als eene ernstige krenking op gevat;, ook elders had zij ontstemd. De re geering moest ecliter bedenken, dat de katho lieke kerk zelfstandig was in het bestuur van hare inwendige aangelegenheden; de encycliek viel in dit gebied van zelfstandig heid. De regeering had gedaan wat zij kon; zij had den 7en J uni den Beierschen gezant bij het Vaticaan instructiën gegeven omtrent hetgeen hij had te doen. Een uitvoerig ant woord had zij van dezen nog niet ontvan gen, maai hij had geseind, dat het episco paat last had gekregen de encycliek even- mi u-, jan do kansels te verkondigen als^jMa adP«re wijze bekend te maken. De opneming" ih het «jin'gaan van het aartsbisdom Bam berg, die reeds was geschied, is een feit, dat onaangenaam aandqet. De minister had getracht navraag te doen en van den redac teur van dat orgaan eene betuiging van leed wezen over de voorbarige opneming ontvan gen die was geschied zonder medeweten van den aartsbisschop. Waarom hij niet in lichting gevraagd had bij den aartsbisschop, verklaarde de minister hiermee, dat hij vruchteloos eene telefonische verbinding met den aartsbisschop had trachten, te krijgen. De Vossische Ztg. drukt de meening uit, dat, hoe men over het succes van de Pruisi sche regeering in deze zaak moge denkeu, de opheffing van het Pruisische gezantschap bij het Vaticaan in ieder geval gewensclit is. Indien er eene vertegenwoordiging" bij de curie moet zijn, dan moet het eene Duitsche, geen Pruisische zrjn. Dat in dezelfde zaak de Pruisische gezant, de Beiersche gezant en de Koning van Saksen, hoezeer men hem in de zaak gelijk moge geven, ziclh tot het Vati caan wenden, dat de gezant een verbod tot bekendmaking voor geheel Duitschland be werkt en, als de aartsbisschop van Bamberg daartegen zondigt, niet Pruisen, maar Beie ren daartegen bezwaren in het Vaticaan moet maken dat alles is eene anomalie. Dus öf een Duitscli öf geen gezantschap. Het orgaan van het Vaticaan, de Osser- vatore roruano drukt de nota af, die op 13 dezer aan den Pruieisehen gezant bij den H. S. ter hand ie gesteld en voegt daaraan toe: „Den volgenden dag deeldo de lieer v. Mülil'berg, de Pruisische gezant, aan den kardinaall-staatss ccreta»rig mede, öiat zijne regeering met voldoening kennis had geno men van de in bedoelde nota gegeven ver klaringen, waaraan hij nog toevoegde, dat d Duitsche Rijkskanselier hem. had opgedragen diens bartel ij ken dank over te brengen aan den Paus voor de wijze, waarop deze de quaestie had behandeld. Hij beschouwde deze als een kostbaren waarborg voor het voort duren van de vriendschappelijke betrekkin gen tusBcshen den Heiligen Stoel en de ko ninklijke regeering. Het is dus niet noodig er op te wijzen hoe ongegrond de bewering is van de bladen, dat de encycliek ten deele door de» Heili gen vader zou zijn ingetrokken, daar de en cycliek in. de geheele wereld is verspreid door hare opneming in de Acta apostolicae sedis volgens de pauselijke constitutie Pro- mulgaudi van 29 September 1908. „Wel heeft de Heilige Vader, wegens de opgewondenheid, die deze publicatie heeft veroorzaaktop eigen Initiatief en als voor- zichtigheidi>ma at regel te geschikter tijd de noodge maatregelen getroffen, dat de en cycliek niet. in de Duitsche kerken zou wor den voorgelezen en in de Duitsche bisschop pelijke bekendmakingen niet. zou worden af gekondigd. Dit is den Pru'isschen gezant in den öv jnd van 11 Juni mondeling medege deeld. Engeland. Londen, 16 Juni. De eerste mi nister Asquit.'-i en de lord-kai:-elier hebben hederi namiddag in Asquiths kamer in het lagerhui- een be - preking gehad met Balfour en lord Lansdowne. De Press Association deelt mede, dat men het daar eens is ge worden over een t' irmeele conferentie om trent de constitutioneel© crisis tussohen vertegenwoordigers der beide partijen en dat de erste zitting in de volgende week zal plaats lubben. Loi-d Knollys, een van 's Konings parti culiere secretarissen, bezocht gisteren Dow- ningstreet en begaf zich daarna naar het Lagerhuis. Bij liet lage'rhuis is een wetsontwerp in gediend tot uitbreiding van het parlemen taire kiesrecht op de vrouwen, onder de zelfde voorwaarden als het kiesrecht voor de genu nu i :.d i ij reeds bezitten. Op atu Mfting in déz® zitting is niet de min ste kans Denemarken. In liet pre. s tegen oud-ministère Chris: n en ik. g eeft 0. M. aan het elot van zijn requisitoir de schuldig ver 81 a ring van d. beklaagden gee. echt op alle- punt: n va e aa .klacht en hunne veroordee'ling iu de kosu-n van het geding. Van de zijde der verdediging wordt be toogd, dat Alberti eveneens medeplichtigen ais medewerkers heeft- gehad en dat niemand ietö van zijne verduisteringen heeft ver meed. Wanneer zelfs lieden, die Al'berti het naast stonden en zijne zaken het 'best ken den, hem oen blind vertrouwen bewezen, da t ie het onrechtvaardig te verlangen, dat Chrietensen en Berg, die verder van hem afstondenwantrouwen tegen hem moe6ten koesteren. De waarheid is, dat Alberti ah lea, van den Koning tot den geringste, bij de i neus gehad en bedrogen heeft. De ver antwoordelijkheid hiervoor draagt uitslui1- tend de groote misdadiger Alberti. Daarom mag men niet onrechtvaardig zijn en een de<' van de verantwoordelijkheid hiervoor op de beklaagden leggen. Spanje. Madrid, 16 Juni. Graaf Romano- nes is gekozen tot voorzitter van de Kamer. Oostenrijk. Voor het besluit van het huis van afjge- vaardigdicii van den rijksraad om over te gaan tot de behandeling van de artikelen der begjrootiiug, dat met de geringe meer derheid van 214 tegen 189 stemmen is aan genomen, hebben ook de Italiaansche afge vaardigden gestemd. Zij zullen zich hunne houding tot de derde lezing voorbehouden. De Italiaansche leden hebben zich verklaard voor liet compromis-voorstel van de regee ring om de Italiaansche rechtsfaculteit voor- loopig in Weenen op te richten en in de wet een vierjarigen termijn te stellen voor de keuze van eene Italiaansche stad als de finitieve standplaats. Zij laten liet nu aan de regeering over, de andere partijen voor het compromis te winnen. De minister-pre sident onderhandelt nu met de Duitsche partijen en laat daarbij ga-of gesohut spelen hij liet zelfs de mogelijkheid doorschemeren, dat het kabinet ontslag zal nemen. In den Duitschen national en bond laten vele stem men zich hoor en tegen Weenen. ook als voorloopige standplaats de christelijk-goci- alen maken hunne beslissing afhankelijk van het besluit waartoe de Duitsche natio nale bond zal komen. Rumenië. Uit Bukarest wordt bericht dat de' aanvaL va» liet Grieksche gepeupel in de haven van Piraeus voor de ©ogen van de Griek sche autoriteiten op de Rumeensche stoom boot Imperatur Traian daar groote verbit tering heeft verwekt. De met de regeering in betrekking staande bladen leggen na druk op den plicht van Griekenland om voldoening te geven. De openbare meening verlangt stalking van het verkeer te water met Griekenland en andere repressieve maatregelen. Over de omstandigheden waaronder deze overval plaats had, geeft de Agence Rou- maine de volgende bijzonderheden* Op de Rumeensche mailstoomboot was in Alexan- drië een deserteur van het Rumeensche leger ingescheept. Bij de aankomst van de stoomboot in Piraeus verschenen verschei dene goed gekleede mannen aan boord en eiseliten, dat de deserteur, alsmede twee andere personen, die volgens hun beweren Turksche onderdanen van Grieksche natio naliteit waren en aan de Turksche autori teiten in Konstantinopel zouden worden uit geleverd, aan hen zouden worden overge geven. Op een door deze mannen gegeven sein overviel eene verscheidene honderden sterke menigte het schip, liep de deuren open, sloeg de ruiten stuk en 'begon te plun deren. De deserteur werd in triomf aan land gebracht; de bemanning werd mishan deld en voor een deel rraar de havenprefec tuur gebracht. Drie Egyptische prinsen, die aan boord waren, werden gevangen ge nomen onder het voorwendsel, dat zij spion nen waren van de Turksdhe regeering. Ver scheidene Turken werden zwaar mishandeld. Deze gebeurtenissen duurden omstreeks 3i uur en vielen voor onder de oogen en met Naar het Engehch 71 VAN C. N. en W. M. WILLIAMSON. Zich op dat standpunt plaatsend, stelde de Ohauffeulier een oponthoud voor, maar tante Kathrym, drong ea- op aan om dlooir te rijden tot sir Ralph opmerkte: „Het zou niet vadierlandslievendi van u wezen, want Palladiio bouwde uw Gapitool tie Washing ton en al de fraaie, antieke Kuizen, in het Oosten, wleike door iedereen zoozeer bewon derd worden." „Lieve hemel. Deed hij dat?" riep tante Kathryn. „Waarom? Ik heb nooit van hem gehoord." „U moet Morray's woorden niet letter lijk nemen, gravin.,' zeide meneer Barry- more „Zonder Palladio zouden Inigo Jo nes en Christopher Wren er niet geweest zijn, en zoo er al een Capitool was verre zen, zou het. een heel ander aanzien, hebben dan u. Om de Amerikaansche architectuur van vroeger dagen te begrijpen, moot u tot Palladio teruggaan „Enfin, hier zijn wij nu bij hem." zucht te tante Kathryn. „Ik hoop echter dat wij niet moeten uitstappen." „Een bezoek per a.utömjobieU' aan die Mid deleeuwen," schertste meneer Barrymor© lachend. „Ik zal mijn best doen o.m onder dergelijke omstandig!heden zoo goed moge lijk voor gids te dienen." Dus reed hij ons op een prachtig plein, waar de karakteristieke f ai; aden en galerijen en de deftige colonnades getuigenis aflegden van Palladio's groote talent. Toen lang zaam door de paleizen-straat terug naar buiten., waar de zilverharige gewassen der akkerg als door een onzichtbare hand zacht- kons werden gestreeld en de 1 neuvels zich verhieven tegjen een stralenden horizon. Ook slingerde zich door het land een met kleine, kleurrijke bloemen omzoomd ka naal dat mij bizonder bekoorde, want se dert wij in die omstreken van Milaan hebben gereden, vind ik kanalen even goede gezel leu als rivieren, en meestal veel kal mier. Inderdaad gelijken zij op rivieren, die eeni- gen tijd in steden veroeviend, geleend! hebben hun driftige, wilde manieren alf te leggen. De boerenhuizen, op zijde van dien weg ge. legen, hadden een statig voorkomendrie of vier dezer waren sierlijke, o.ude dingen met groote overdekte balkons begroeid met klimop, waartusschen bloeiende planten om hoog rankten. Telkens zagen wij mooie vrouwen me nigmaal zoo mooi dat zij, zooals sir Ralph beweerde, in de feudale eeuwen gevaar zou den hebben geloopen door den burchtheer met geweld ontroerd le wordenDat wij lang zamerhand Venetië naderden, vertelden ons de op den weg spelende boerenkinderen met hun gouden Ti tnaa.it-haar en de meisjes met de gouden haarlok op liet voorhoofd. „Hoe lang zullen wij te Paidua blijven, gravin?" vroeg de Ohauffeulier, toen wij in; het gezicht kwamen van een poort, eenige kerken en klokketorens. „Laten wij dat niet eer beslissen voor wij er ziiju." „Maar wij zijn er. Over een paar mi nuten zullen de mannetjes van de „dazio" op onze koffers kloppen, als de dioikter kLopt op de borst van zijn patiënt." „PaduaZoo dikwijls wij een dezer wondervolle oude plaatsen binenredien, door trilde mij een electrische schok. Als het mij al. een droom scheen in de stad te zul len verwijlen van Petruchdo's liefdesgeschie denis, wat zal het dan wezen als wij binnen kort een heel spoedig binnenkort. Ve netië bereiken? Ik durfde er nauwelijks aan danken, vreezend mijn gedachten er niet meer van te. kunnen losrukken. Eu dezen dag moest ik ze geheel aan Padua wijden. Ofschoon niet zoo mooi als Verona, be zat deze geleerde, deftige stad een zeer eigenaardig cachet, waarvan ik mij dade lijk bewust was. Ik hield) van de paleizen met dp geschilderde .vertrekken, vooral van i.ie waar de tand des tijds aan het schil oer werk had geknaagd, onberoerd latend hier een lief gezichtje, daar eenige plooien van een fluweelen kleed, gindb den hoed van een kardinaal, ieder bezoeker als het waro uilnoodigend uit deze luttele gegevens de levenegeschiedenis der personen op te bouwen. De oude straten vol galerijen va ren ingedommeld en tusseben haar plave'scl groeide het gras. Nu en dan zagen wij tui nen met ecu overvloed van bloemen. Mi prieelen met guirlanden van rozen of een amandelboom als een roze bruid zich vleiend tegen den schouder van ©en soldaat- ui innaai' zij aan zij met een donkeren hulst over een hoogen steenen muur uitkij kend. Wij stopten aan de Stella d'Oro waar we zouden lunchen en toen de Ohauffeulier tante Kathryn hielp uitstappen, vroeg zij, zich herinnerend, dat zij het antwoord op zijn vraag schuldig was gebleven: „Hoelang hooren wij te Padua te blijven?" „Een week", zeide hij, met een ondeu geilden blik haar aankijkend. Haar gelaat betrok en hij kreeg medelij den. „Indien wij niet aan een motor-man ie leden,' vervolgde hij. „In dat geval zou den wij een pelgrimstocht hierheen gemaakt hebben, om alle eer te bewijzen aan de aan biddelijk© Giotto, aan de twee kerken de subliemste die er bestaan eu aan de duizend en één andere bezienswaardige din gen. Maar eenmaal aan die manie lijdend, zullen wij, om niet al te veel in onmin te geraken met ons geweten, drie uur wijden aan de bezichtiging van Padua. Mijn eenige troost in dit betreurenswaardig ge val is, dat u uu liet voorrecht zult genie ten voor het eerst Venetië te zien tusschen het ondergaan der zon en het opkomen der maan." Beechy klapte in haar handen en mijn hart begon sneller te slaan. Onwillekeurig zochten mijn* oogen die van meneer Barry- more, wat ze, vrees ik, tegenwoordig te dik wijls doen. Ik begrijp niet waarom het mij zoo natuurlijk toeschijnt me steeds tot hem te wenden, alsof ik liem levenslang had ge kend. Trouwens, wij zijn allen beste vrienden geworden, want op zulk een reisje leert men elkander in korten tijd beter ken nen dan anders in een jaar. Den prins al leen sluit, ik uit, zooals ik hem buiten alles zou sluiten wat mij van nabij betreft. Ik twijfel sterk of iemand onzer hem kent. of gissen kan 'wat er in zijn ziel omgaat. Kijk ik hem soms toevallig aan, dan ligt er iets in zijn blik dat mij schrik zou aanjagen, indien ik het niet zoo dwaas en melodrama tisch vond Behalve met deze onheilspel lende blikken valt hij me met niets meer lastig na dat afschuwelijk tooneeltje aan Julia's graf, en daar hij in een eerbiedig schrijven zijn excuses maakte, diende ik het to vergeven en te vergeten. liet- hotel waar wij lunchten stond niet iu een dier aardige straten aan den rivierkant, maar iu een square zoo modern, dat inen zich ternauwernood kon voorstellen in een der oudste steden van Noord-Italië te zijn. De Stella d'Oro daarentegeu was gelukkig zeer oud, en de lekkere Italiaansche scho teltjes, welke meneer Barrymore zoo goed weet te bestellen, zouden mij heerlijk ge smaakt hebben, indien ik niet veel liever met een stuk brood in mijn hand was weg- geloopen, om niet een der kostbare minuten te Padua te gebruiken voor zulk een pro zaïsch ding als eten. Het was twaalf uur toen wij de groote, koele eetzaal betraden en vóór klokslag één waren wij reeds buiten in het vriendelijke Mei-zonnetje. De prins, die gedurende den rit naar Verona nu eens vóór dan weer ach ter ons had geautomobieldwas nu met ons medegegaan. Ik besloot dicht bij tante Ka thryn en Beechy te blijven, meenend dan liet best gevrijwaard te zijn voor het gezel schap van den prins. Jammer genoeg brachten de omstandigheden een kleine ver andering in dit plan. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1