f. 19.
Vrijdag 29 Juli 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
9" jMFgMf.
MERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post - 1.50
Afzonderlijke nummert - 0.05.
Dv.-o Cou: an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DEB ADVEBTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50*
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
TER-V'ISIE-DIGGING OPOAVDN VAN
GANiDLD ATHX
De Burgemeester der Gemeeiite Amersfoort
maakt bekend
dat de bij hem ingeleveide opgaven van. Can
dida ten voor de op heden gehouden verkiezing,
ter vervulling van eene plaats in don Gemeente,
raad! (Kiesdistrict UI), evenals het d'oor hom
opgemaakte proces-ver baal van sluiting der can-
didatenlijst, ter gemeentesecretarie voor een
ieder ter inzage liggen;
dat afschriften dier stukken aangeplakt en te
gen betaling der kosten verkrijgbaar zijn.
Amersfoort, den 28. Juli 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WDUTIER8.
Politiek Overzicht
Staatssecretaris Van Tirpitz.
Vol gems eem door de Politischie Rand--
sclmu verspreid bericht, zou hot hooïd van.
het Duitech© mariuedepartement, admiraal
von Tirpitz zijn ontslag hebben genomen.
Dit bericht is aanstonds van bevoegde zijde
tegengesproken onder bijvoeging, dat daar
mee ook vervallen de beschouwingen, die
daaraan zijn vastgeknoopt over de mogelijke
redenen van dit verzoek om ontslag.
IDe Vosslsche Ztg., die er niet aan heeft
meegedaan om dit bericht te helpen ver
spreiden, geeft eene verklaring waarom zij
dat niet heeft gedaan. Er werd aan admiraal
von. Tirpitz het voornemen om af te treden
toegeschrevenomdat hij zich niet kon aan
sluiten bij de meening ten gunste van een
overleg op liet gebied van den viootbouw met
Engeland, en daarom meende niet te kun
nen blijven op eene plaats, waar men van
hem verwachtte, dat hij zou werkzaam zijn
op eene wijze, die niet met zijne overtui
ging strookte. Deze voorstelling is intus-
achen onjuist, volgens de Vossischo Ztg.,
want d'e vraag of met Engeland onderhan
delingen over den viootbouw moeten wor
den gevoerd, is eene bij uitstek politieke
vraag, die tot de competentie behoort van
den rijkskanselier en van het departement
van buiteuilandsche zakenhet marine-
departement kan daarover slechtg eene
raadgevende, geen beslissende stem heb
ben. Over deze zaak is ook bij herhaling
vertrouwelijk en zonder dab het departe
ment er in werd gemoeid, van gedachten
gewisseld, inzonderheid bij de ontmoeting te
Kronherg van Koning Eduard VII met Kei
zer Wilhelm II in Augustus 1908. In Kron-
berg werd uitzicht gegeven op de mogelijk
heid, dat men zie li met el kaar ziou ver
staan over verdere vlootprogramma's tegen
het tijdstip, waarop de tegenwoordige Duit-
sche vlootwet zou zijn uitgevoerd. De Vos-
sische Ztg. gaat daarna aldus voort
,,Hoe deze gedachte in de daad wordt om
gezet, blijft aan de toekomst voorbehouden
Bij het stelsel van bondgenootschappen of
vriendschapsbetrekkingen, dat heden
heerscht of in de toekomst kan worden uit
gewerkt, gaat het niet aan, dat slechts twee
mogendheden eene overeenkomst sluiten]
over een scheepsbouwprogramma. In Enge
land is men ook dadelijk ongerust gewor
den toen het heette, dat Oostenrijk-Hou-
garije groot© slagschepen zou bouwen. Niet
dat men nu moest vreezen, dat deze paai'
schepen gevaarlijk konden worden voor de
reusachtige Britsche zeemacht. Maar men
zag in de schepen van de Habsburgsche mo
narchie eene versterking vati de Duitsche
marine. Wat zou het nu voor Engeland te
beduiden hebben, alis Duitschland een aan
tal dreadnoughts minder, Oostenrijk-Hon-
garije echter ©venzooveel meer bouwde?
Natuurlijk zou Engeland verlangen, en met
recht, dat in eene overeenkomst over de
uitrusting van de strijdmacht ter zee Ooe-
tenrij'k-IIongarije zou worden betrokkoii.
Maar dan zouden ook die staten er in be
trokken moeten worden, die als Engelauds
bondgenooten in aanmerking kwameu. En
eidehjk, kan men de ontwikkeling van de
Amerikaansche marine onverschillig voor
bijgaan? Volstrekt niet. Indien er overeen
stemming mocht worden verkregen over
maat en tempo natuurlijk niet alleen van
het bouwen van groote schepen maar van
de toerustingen ter zee in het algemeen, dan
moeten, alle staten aan het daarover
te voeren overleg deelnemen. Zulk eene
conferentie heeft Engeland nog nooit voor
gesteld wanneer het mocht meetnen, dat zij
wat Jton uitwerken, dan kan mien er zeker
van zijn, dat Duitschland zich niet aan de
deelneming zou onttrekken.
Voor zoover echter tot dusver eene ver
trouwelijke gedachten wisseling enkel tus
schen ae monardhen van Duitschland en
Engeland en hunne raadslieden heeft plaats
gehad, duidlt niets aan, dat er eenig ver
schil van meening tusschen den keizer, den
rijkskanselier, het departement van buiten
land zaken en admiraal von Tirpitz
iheeft bestaan of bestaat. Dó staatssecreta
ris van het rijksmarine departement staat op
zijne plaats sedert half Juli 1897. Hij is dus
buitengewoon duurzaam gebleken. Geen won
der, dat af en toe wondt verteld, dat hij zal
heengaan. Al de praatjes, die laatstelijk de
ronde doden, dat de keizer trachtte zich to
onttrekken aan de ontmoeting met den
staatssecretaris, hem onvriendelijk behan
delde hem binnen kort zou ontslaan, zijn even
oud als ongegrond. Met groet© stelligheid
werd iets dergelijke reeds gecolporteerd,
voordat vorst .Bulow den 5en April 1906 in
den rijiksdag ziek ineen zakte.
Eenmaal zal natuurlijk ook staatssecreta
ris von Tirpitz het telkens terugkeerend© ge
rucht van zijn aftreden bevestigen. Datgene
echter wat nu over zijne plannen bericht
weid, is in ieder geval voldoende weerlegd,
en d'e redenen, di© htm, daarvoor verkeerde
lijk werden toegedicht, konden slechts die
nen om de openbare meening aan gene zijde
van het Kanaal op een dwaalspoor te bren
gen. Daaraan is nu een einde gemaakt, en
het volle licht, dat daarover is opgegaan, kan
er slechts toe bijdragen de vriendschappelij
ke toenadering tusschen Duitschland en En
geland te bevorderen en nieuw misverstand
t© voorkomen."
Duitschland*
De nieuwe Duitsche staatssecretaris von
Kiderlen-Wachter, dreeft eergisteren te Ma-
riënhad den minister van buitenlandsche
zaken van Oostenrijk-Hongarije graaf Aoh-
renthal ontmoet. De beid© staatslieden ble
ven den geheelen dag in eikaars gezelschap.
De ontmoeting wordt als eene daad van
beleefdheid en vriendschap aangeduid. Van
Oostenrijksche zijde wordt medegedeeld, dat
behalve de politiek ook persoonlijke k'wos-
tiën besproken werden, omdat de beide
ministers uit hun diplomatendienst elkaar
sedert jaren kennen eu samen bevriend zijn.
Het Fremdenblatt geeft toe, dat er thans
geene besluiten 'van onmiddellijk gewicht
te nemen zijn, maar zegt, dat de ontmoe
ting te Mariënbad een nieuwen waarborg
er voor zal bieden, dat de buitenlandsche
politiek der beide landen in volle overeen
stemming samengaat.
Aan den aftredenden Duitschen staats
secretaris baron von Schoen zijn door den
Keizer van Oostenrijk de brill anten bij het
grootkruis van dc Leopoldorde verleend,
hetgeen door het Fremdenblatt een blijk
van bijzondere waardeering genoemd wordt.
Het rijksdepartement van binnenlands olie
zaken heeft met de betrokken Pruisische
departementen van algemeen bestuur de
vraag in studie genomen of niet, eensdeels
in het algemeen belang, met het oog op de
aan de luchtscheepvaart verbonden gevaren,
anderzijds tot 'bevordering van de lucht
scheepvaart, maatregelen moeten worden
genomen, die ten doel hebben de luchtsche
pen en vliegtoestellen vóór heb gebruik
met zorg to onderzoeken en toezicht uit te
oefenen, op de geoefendheid en betrouwbaar
heid van het met de bediening van deze
vaartuigen belaste personeel. Deze overleg
gingen worden gevoerd in 't bijzijn van ver
tegenwoordigers deij vereenigingen voor
luchtscheepvaart.
Aan het rijksdepartement van koloniën
zal ee<ne vaste commissie verbonden worden,
die het in oeconomische vraagstukken bij
staat. De commissie, zal bestaan uit man
nen, die de Kamers; van koophandel van
Berlijn, Keulen, Cbenmitz, Neurenburg,
Bremen, Mannheim en Hamburg aanwijzen.
Berlijn en Hamburg wijzen er elk twee aan,
de overige Kamers elk een.
Frankrijk.
Het vonnis, dat door de tiende kamer van
de Parijsche rechtbank gewezen is tegen
Rochette en zijne medeplichtigen, verklaart
dezen schuldig aan verschillende overtredin
gen van de wet van 24 Juli 1867, door deel
neming aan de uitgifte van aandeelen van
naamlooze vennootschappen, opgericht met
schending van art. 1 van de genoemde wet,
en voorts aan oplichting en uitkeering van
fictieve dividenden. Bochette is veroordeeld
tot twee jaren gevangenisstraf en 3000
francs boete, Lecaclieux tot vier maanden
gevangenisstraf en 1000 frs. boete; verder
zijn twee personen veroordeeld tot 5000 frs.
en een tot 2000 frs. boete.
Dit vonnis brengt, de hoofdzaak in herin
nering, waarom 't hier gaat en die bij het
lawaai, dat gemaakt wordt tegen hen, die
een aandeel hebben gehad in de pogingen
om de justitie te kunnen moeien in de zaak-
Rochette, in het vergeetboek was gekomen.
De eerste en voornaamste schuldige 'bij dit
schandaal is Bochette zelf, die als geweten
loos zwendelaar lieden, die al te naief en
goed van vertrouwen waren, hunne spaar
duitjes uit den zak klopte en de verliezen
van zijne eerste ondernemingen dekte met
de kapitalen, die voor volgende ondernemin
gen werden gestort. Daarvoor is hem nu
door den rechter de verdiende straf opgelegd.
De door de Kamer benoemde commissie
van onderzoek heeft hare zittingen hervat
volgens een correspondent van de Vossischo
Ztg. is het intusschen duidelijk merkbaar,
dat de belangstelling van het groote pu
bliek in deze onderzoekingen, die steedö
meer nitloopen op politieke hatelijkheden,
allengs verdwijnt.
De parlementaire commissie van onder
zoek voor de zaak-Bochette heeft een gehee
len voormiddag besteed aan het verhoor van
den prefect van politie Lépine. Deze ver
zocht in de eerste plaats, dat hem zou wor
den toegestaan, zonder door vragen te wor
den onderbroken, de betrekkingen van Lé
pine tot do gevangenneming van Bochette
te mogen uiteenzetten. Hij schetste hoe ver
ontrust iedereen wa6 geweest over de aan
trekking, die de onderneming van Bochette
had uitgeoefend op de kleine spaarders.
Ieder financier had geweten, dat alles op
uiterst zwakken voet stond daarom mocht
de politie niet wachten, want anders zou
men haar, als er eene catastrophe kwam, de
grootste verwijten hebben gedaan. De pre
fect van politie is de handlanger van het
O. M. Hij heeft alle volmacht van de ge
rechtelijke politiewanneer hij ze gebruikt,
dan oefent hij de macht uit van een rechter
van instrüctie. Deze m lacht eindigt eerst,
wanneer het strafrechtelijk onderzoek be
gint. De justitie heeft van de Rochett©-
zaak zooveel geweten als de prefect van po
litie, maar de verantwoordelijkheid van den
profeet van politie is grooter geweest dan
die van de justitie, omdat hij reeds bewij
zen kon leveren, die de justitie nog had te
onderzoeken. Het' O. M. had geaarzeld;
het had wel is waar niet aan klachten ont
broken, maar die waren later ingetrokken;
dikwijls waren klagers ook als bij too ver
slag tevreden gesteld. Het O. M. zeide open
hartig, dat het een klager noodig had. Het
beste middel om het O. M. te helpen was
dus een klager te leveren. De prefect van
politie wees er op, hoe moeielijk dat was
in zulke financieel© zaken en nam daarop
den chef van zijn kabinet Durand in be
scherming, die den klager met behulp van
den bankier Gaudrion op aangifte van den
senator Prévet moest zoeken. Hij kon niet
weten, dat Gaudrion een slechten naam
had, want die was destijds nog niet bestraft
geweest, en de klager Pichon was geen
arme drommel, m'aar een kleine kapitalist
geweest, die als reserve-officier een goeden
naam genoot. De prefect van politie ver
klaarde ten slotte, dat hij alle verantwoor
delijkheid op zich nam.
Op de vraag hoe hij kwam aan de inlich
tingen over de zaak-Rochette, antwoordde
Lépine: ,,Door iedereeu en door de poli
tie." Maar hij had de politieberichten niet
bewaard. Hij verklaarde niets te weten van
een druk, die op het O. M. was uitgeoefend.
Hij weigerde beslist iets te zeggen over 't
geen tusschen hem en den minister-presi
dent Clemencoau in diens kabinet was ge
zegd. De commissie besloot het verdere ver
hoor van Lépine te verdagen, totdat Cle-
menceau terug zou zijn.
Engeland.
Londen, 29 Juli. De nieuwe
vorm van de door den koning bij zijne kro
ning af t© leggen verklaring, die door den
eersten minister Asquirtih is voorgesteld, werd
na langdurige discussie aangenomen met 244
tegen 54 stemmen.
Spanje.
Madrid, 28 Juli. Minister-presi
dent Canalejas verklaarde, dat de regee
ring ©ene nota van het Yaticaan heeft ont
vangen, waarin gezegd wordt, dat het on
mogelijk is de onderhandelingen over de
beperking van de geestelijke ox-deu voort te
zetten, indien de regeeriug niet de jongste
maatregelen op kerkelijk gebied schorste.
Canalejas verklaarde, dat hij alle
middelen van voorzichtigheid zou uitput
ten, maar Vastbesloten was de tegenover
het land aanvaarde verplichtingen te zullen
nakomen.
De viering van de omwenteling, die een
jaar geleden te Barcelona heeft plaats ge
had, is kalm afgeloopen, een paar onbetee-
kerende vechtpartijen tusschen stokers en
niet-stakers daargelaten. Werklieden heb
ben kransen gelegd op Ferrer's graf. Ge
neraal Weyler, de kapitein-generaal van
Katalonië, had bijzondere maatregelen ge
nomen om iedere poging tot oproer terstond
bloedig t© dempen. Niemand schijnt echter
aan oproer te hebben gedacht.
Rusland.
Uit Petersburg wordt aan de Frankf.
Ztg. bericht, dat in Finland zich allengs
©ene geprikkelde stemming doet gelden, dio
ook op de meest gematigde oud-Finscho
kringen overgaat Het toongevende orgaan
van deze partij, de Uusi Susmetar, betoogt,
dat de wet van 17 Juni niet alleen met lij
delijk, maar ook met actief verzet moet
viurden beantwoord. De radicale Frambid
spoort aan tot bijeenroeping van eene natio
nale conventie, onder de benaming con
ventie tot redding van het vaderland". In
de Petersburgsche bestuurskringen wordt
met gespannen aandacht gevolgd hoe de za
ken zich verder zullen ontwikkelen. Het
aantal troepen in Finland is aanzienlijk
versterkt.
Poters burg, 28 Juli. Onder
voorzitterschap van den adjunct-minister van
handel Miller, hebben de aanzienlijkste
graanc-xporteurs van Petordburg een© verga
dering gehouden, waarin besloten werd tot
oprichting van een bond vara den graanhan-
dtl en tot bescherming van zijne belangen
dn het binnen- en buitenland.
Turkije.
De Tur'ksche gezant heeft in een gesprek,
dat d« Tanin mededeelt, verklaard, dat hij
de Grieksche regeering bij herhaling er op
opmerkzaam heeft gemaakt, dat Turkije
eene oorlogsverklaring niet zou kunnen ver
mijden, wanneer afgevaardigden van Kreta
in de Grieksche nationale vergadering wer
den opgenomen.
Saloniki, 28 Juli. Bij Plava zijn
Montenegrijuen op Turksch gebied gedron
gen en hebben Mohammedaansche dorpen
aangevallen. Tal van inwoners zijn gewond,
er zijn drie dooden. De grenswacht, die
tusschenbeide kwam, kreeg drie zwaar ge
wonden. Ten slotte werden de Monteuegrij-
neu teruggedreven.
Konstanfcinopel. 28 Juli.
Tengevolge van de bemoeiingen van den
(minister van binneulandsch© zaken zullen
de lastdragers der douane de Grieksche
schepen, geladen met vreemde goederen, en
de vreemde schepen, geladen met Grieksche
koopwaren, lossen.
Nicaragua.
De regeering van president Madriz heeft
een beroep gedaan op d© rogeer in gen van.
Duitschland, Engeland, Frankrijk, Italië,
Mexico en de Middeu-Amerikoaoifeoii© repu
blieken om tusschen beide te komen in haar
geschal met de Vereenigde Staten. Zij be-
HA.JSTZEA.TEN.
7 DOOR
RUDOLF HERZOG.
Nauwelijks bemerkte hij dat zijn zoon eu
Marga Vanhedl hem gevolgd waren. Nauwe
lijks zag hij de in militair© houding staan
de arbeiders aan boord, de ingenieurs en
de opzichter^ van de registreert©eshellen ©n
ankerspillenen zijn hoogmoed sloeg over
op do vrouw aan mijn arm, zoodat zij in
hoog opgerichte houding, recht voor zich
uitziende, naast hem voortliep en zonder
aarzeling, bij den boeg van het schip, de
flesch champagne uit zijn hand nam en den
krachtigen arm ophief. Het werd een
oogenblik doodstil. Daarop zeide mevrouw
Bramberg luid en snel
„Ingeborg zult gij heeften zooals zij, die
u doopt. Blijf hem trouw, di© u 't leven
gaf. Dan blijft gij nabij, ook al zijt gij
verre. Voorspoedige vaart, Ingeborg!"
De flesch brak tegen den boeg, terwijl
de edel© doopwijn er overlieenschuimde.
Ivarel Twersten zag haar aan. „Germa-
nenbloed 1" juichte het in zijn binnenste.
Zoo vroolijk was hij in langen tijd niet ge
stemd geweest. Maar geen woord kwam
over zijn lippen. Met snelle schreden
voerde hij zijn gast naar het hek van het
schip, dat het eerst het water zou raken.
Cher de verschansing heen luidde zijn be
vel aan den hoofdingenieur, die liet on
middellijk herbaalde
„Stopper los!"
Schel e.n doordringend klonk het com
mando. Een oogenblik van ademlooze
spanning. Suizend velde daarop de valbijl
het touw van de „Ingeborg" door. Ter-
zelfdertijd sprongen honderden arbeiders
toe, zooals pioniercompagnieën tegen een
verschansing aandringen. En, met de
langgesteelde hamers in de kranige vuis
ten, dreven zij met zware slagen de snïalle
keggen tusschen de sleden, waarop dc reus
achtige romp rustte.
Men hoorde nu slechts het haastige ge
klop der hamers en het krakende gesteun
van het hout-.
Nog roert de kolos zich niet.
Diaar duim voor duim begint hij
vooruit te gaan.
Donderende hoera'g weergalmen van de
worfplaats omhoog naar het schip, dave
rende .hoera's weerklinken aan het dek. En
plotseling, met al het vuur van een edel
renpaard, jaagt de „Ingeborg" langs de ge
smeerde helling. Krakend versplinteren
voor haar ijzeren huid de laatste hindernis
sen en onder een hernieuwd hoeragedaver
duikt het schip in het water, om zich rus
tig en trotseh als ©en zwaan uit den vloed
te verheffen.
De „Ingeborg" wa6 van stapel geloopen.
Slechts eens, toen de vaart in het onbe
kende element begon, had de hand van me
vrouw Bromberg den arm van Twersten
krampachtig gedrukt. Daarna bleef die
hand volkomen rustig. Zij had den krach-
tigen geest gespeurd en deze liad haar tot
kalmte gestemd.
Tegen de reeling geleund stonden de
beide hooge gestalten, schouder aan schou
der, en staarden naar buiten, als zagen zij
verre achter de monding van de Elbcriv.ier
cle zee, de raadselachtige, Woeste, de strijd
lustig loerende de knachtwdkkende zee 1
„lk dank u, mevrouw Bramberg."
„En ik dank u, meneer Twersten."
Rinkelend vielen de auker6 neder, en
sue! werd de valreep langs liet scheepsboord
neergelaten. Bij de trap legde een sloep
aan, om de gasten naar de werf terug te
brengen.
Nu eerst bemerkt© Twersten d© beide
jongelieden.
„Vondt je 't mooi?" vroeg hij vriende
lijk aan de dochter van zijn vriend.
Marga Vanheil knikte zenuwachtig haas
tig.
Prachtig was 'tl" stiet zij uit. En zij
schrok over de geestdrift, welk© in haar
stem lag. Verlegen trok zij zich. terug.
„Wat is er?" vroeg Robert haar bezorgd.
„O, niets, niets! Zeg, welken indruk
heb jij van de plechtigheid?"
„Indruk?"
„Ik zag slechts je vader en de vrouw
aan zijn zijdel Een Vikingerpaar gelijk,
met het bwustzijn van de zege in de sta
rende oogeii. Je vindt, dat ik overdrijf,
niet waar? Wij hebben dan ook vanmorgen
zooveel gebabbeld over oude legenden, dat
de gevolgen daarvan niet konden uitblij
ven. Kom, Bob, wij zullen maar weer
tot de nuchtere werkelijkheid terugkeeren."
„Wat een o-pwinding 1 Nu moet je nog
eens pro boeren, mij om mijin romantische
denkbeehm hard te vallen!"
„Ach Bob, meisjes hebben altijd zoowat
romantische ideeën in 't hoofd. Dat
hoort bij ons geslacht, ©venals bij jelui de
drang naar daden. Maar men moet daar
bij toch rekening houden met de werkelijk
heid, anders raken wij allen de kluts- kwijt.
Stap gauw in de sloep, zoodat wij den in
druk maken van degelijke mtanschen."
Op de werf werd Twersten door Bram
berg met een welwillend en handdruk ont
vangen.
„Dat ging al6 gesmeerd. Ik moet zeggen,
Twersten, 't was werkelijk aardig. En ben
je niet een beetje zeeziek geworden? Niet?
Geen honger noch dorst gekregen? Ik
moet zoggen, dat is iet6 buitengewoons.
Karei Twersten glimlachte onverschillig
bij deze woorden. Hij wae nu eenmaal op
gewekt gesteand en, evenmin al© hij van
deze zeldzame gewaarwording iets wilde
laten afnemen, evenmin wilde hij zich haar
geheel laten ontnemen.
„Kom, ga mede," zeide hij, „je verlan
gen is zeker gericht op de „Theodoor Bram
berg". Ik zal er inmiddellijk aan voldoen."
„Theodoor Bramberg? Daarmede bedoel
je toch zeker mijn persoon? Twersten, je
hebt goed geraden. Ik begin langzamer
hand verlangen te krijgen naar mijzcl-
ven."
„De «boomer ligt in dok II," ging Twer
sten voort, di© zich niet van zijn stuk liet
brengen. „Ik zou graag wallen, dat u eens
ging zien hoe het werk inmiddels gevor
derd i6. Rechtuit, als ik u verzoeken
mag."
Hij ging vooruit, en Ingeborg Bramberg
ging naast hem. Dezelfde rytlunus was in
hun tred. Beiden merkten dit op. En bei
den Was het, als liepen zij nog arm1 in arm.
„Hier voelt men het leven," zeide zij
P,hoe alles hier klopt en dringt en beweegt."
Voor het eerst wierp hij een blik op haar
persoon en zag hij welk een kracht er ver
borgen was in die hooge, slanke gestalte.
„Hier zijn wij er, mevrouw Bramberg.
De andoren hebben ons weer niet kunnen
volgen."
„Beschouw het gonoeged, dat ik heb als
de belangstelling van de firma Bramberg
on Co."
„Een oude zakenman kust u daarvoor in
gedachten de hand."
„Oud?"
Zij wierp een blik op de anderen, die
langzaam naderbij kwamen, en toen zeide
zij zoo eenvoudig, dat er geen reden tot
tegenspraak besboaid
„U is de jongste hier. Dat weet u heel
goed."
„Wat heb je nou met 't schip uitge
voerd?" riep Theodoor Bramberg. „Op
mijn woord zeg eens de knaap heeft
een nieuw© maag gekregen, geloof ik?
Twersten, zoo iets kon je met mij ook wel
eens profoeoronDat zou, wat mijn per
soon betreft, geen weggeworpen geld zijn."
„Ach, kom," antwoordde Twersten e!1
vestigde toon zijn blik op het prachtige re
sultaat van Duitsche scheepsbouwkunst.
■De stoomer lag in het dok. Het schip
stond diroog, en men kon den geheelen romp
zien vian den kolos, waarbij de menschen,
die aan het werken en klinken wa
ren eenvoudig dwergen leken. En
otch haddon diezefdde dwergen, in
dienst van oen 6terke, gebiedende idee, hot
reuzenlichoam midscheeps, dicht voor do
machine, van onder tot boven als een klomp
boter doorgesnedem, de beide helften met
hydraulische kracht van elkander getrok
ken ©n er een stuk van veertig voet inge
zet. De groote kraan op de dokkade hie?
al6 het ware spelenderwijze de scheeps- en
jrtachinëdeelen, die duizenden centenaars
zwoor waren, uit het schip op de kade en'
van de kade op het schip, al naar mate het
noodig was.
Wordt vervolgd.