f#. 100.
Jaargang;.
Dinsdag 13 September 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HA.NZEA. TEN.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post - 1.00
Afzonderlijke nummer,1 - 0.05.
C\. o Cou au verschijn dagelyks behalv op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat
Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÏN:
Van 1—5 regels f O.SO
Elke regel meer - 0.14,
Dienstaanbiedingen en aanvragen SC cents bij voeruitbetalinf
Qroote letters naar plaateruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De natuurlijke hulpbronnen
der Vereenigde Staten.
Het congres voor het behoud van de na
tuurlijke hulpbronnen in Noord-Amcrika heeft
de vorige week in St. Paul in den staat Min
nesota vergaderd en heeft een programma
aangenomen, dat in tegenstelling is met be
heer der regeering over de natuurlijke rijk
dommen des lands.
Op dit punt verschillen ook de denkbeelden
van president Tafl en oud-president Roose
velt, ofschoon beiden ongetwijfeld met even
goede bedoelingen zijn bezield. In 't kort zou
men het aldus kunnen zeggen: Roosevelt ver
langt de controle der gehcele natie op de
hulpbronnen van den Staat, Taft, de autono
mie der afzonderlijke Slaten eerbiedigende,
wenscht dal deze het toezicht er óp zullen
blijven behouden.
Een motie, strekkende om den naam van
Taft met dien van Roosevell le verbinden in
eenzelfde hulde, als zijnde beiden de eerste
verdedigers van de natuurlijke rijkdommen
des lands, moest na heftige discussiën worde»
ingetrokken
Roosevelt's aanhangers op hel congres, heb
ben voorts een geestdriftige ovatie gebracht
aan Pinchot, die chef was van den houtves-
tersdienst onder de regeering van Roosevelt,
doch die uit zijn betrekking werd ontslagen
door Taft, omdat hij klachten had ingediend
tegen zijn superieur, den staatssecretaris
van binnenlandschc zaken Ballinger.
De kwestie van het toezicht op de natuur
lijke hulpbronnen des lands is aan de orde
gekomen tengevolge van den verkoop en con
cessies van boschterrein in de oude Indiaan-
sche territorial. En minister Ballinger wordt
beschuldigd deze terreinen te hebben overge
leverd aan syndicaten van speculanten, louter
om deze te believen. Het Amerikaansche con
gres heeft onlangs een speciale commissie be
noemd om hiernaar een onderzoek in te stel
len, en terwijl hel congres voor behoud van
's lands natuurlijke hulpbronnen te St. Paul
vergaderde, kwam de enquête-commissie te
Minneapolis bijeen. Daar werden moties in
gediend door een democraat en door een
vooruitstrevènden republikein, waarbij gecon
stateerd werd dat de beschuldigingen tegen
minister Ballinger gegrond zijn en diens ont
slag geëischt wordt. Daar de commissie
misschien wel door toedoen der orthodoxe re
publikeinen onvolledig was, verklaarde de
voorzitter dat de stemming niet van kracht
kon zijn, waarom deze werd uitgesteld. Wij
hebben er nader nog niet van gelezen.
Het zal er wel op uitdraaien, dat minister
Ballinger zijn ontslag moet nemen, al laat de
parlementaire enquête-commissie wellicht om
redenen van partij-politiek genade voor recht
gelden, wijl zijn ontslag haar toch reeds in
uitzicht is gesteld.
Het Ballinger-schandaal zal inmiddels met
een zwarte kool geteekend staan onder de
reeks van onaangename ervaringen, die Taft
gedurende zijn anderhalfjarig presidentschap
heeft moeten doormaken.
Over de zaak zelf deelt deFrankfurter Ztg.
nog het volgende mede:
De staatssecretaris van binnenlandsche za
ken was beschuldigd zekere zwcndelarijen
met land niet met behoorlijke energie belet
en vervolgd, ja zelfs het optreden der ambte
naren, welke sinds ja/en deze zaak onder
handen hadden genomen, verhinderd en ten
slotte min of meer verboden te hebben. Het
betrof uitgestrektheden land in Alaska, waar
de grond met al de daarop staande rechten
aan de bondschatkist behoort, die krachtens
de beslaande wetten slechts stukken van de
betrekkelijk geringe groote van 160 acres aan
particuliere personen mag afstaan. Een
grootspeculant, genaamd Cunningham, achter
wien sedert cenigen tijd ook Pierpont Mor
gan staal, had desondanks 50,000 acres
weten te verkrijgen. Een der bovenbedoelde
ambtenaren aan het ministerie was er even
wel achtergekomen, en deze nu heeft een
jarenlange» strijd gevoerd om het reusachtige
en natuurlijk geheel braakliggend complex
land terug te krijgen. Daar kreeg het
departement onder president Taft in Bal
linger een nieuwen chef, die tol dusver een
der advocaten van de speculantengrocp Cun
ningham-Morgan was geweest. Ballinger was
als staatssecretaris van binnenlandsche zaken,
evenals toen hij rechtsgeleerd raadsman was
van den tegenstander in het proces, van de
onbillijkheid der regeeringsaanspraken over
tuigd en trok uit die overtuiging de hiervoren
vermelde consequenties. Dat dit stelling ne
men door stoffelijk eigenbelang werd be-
invlocd is door niemand beweerd en kan
zeker als uilgesloten gelden. Ballinger bleef
alleen, dat is psychologisch verstaanbaar ge
noeg,' een ideëele, vriendschappelijke sympa
thie voor zijn oude cliënten behouden. Ook
verbond zijne geheele burgerlijke, maatschap
pelijke en zakelijke denkwijze hem met de
bewuste financieelc kringen. Deswege kwa
men ten slotte al zijne staathuishoudkundige
denkbeelden in principieelen strijd met de tot
dusver den toon aangevende anti-kapitalis-
tisch-democratische „behoudspolilick".
Deze door Roosevelt begonnen politiek heeft
ten doel den bodem met alle natuurlijke hulp
bronnen als wouden, mineralen, waterkacht,
voor zoover ze nog aan de gemeenschap be-
hooren, ook daarvoor te behouden en in elk
geval bij hunne verkoop de belangen der ge
meenschap en vooral die der toekomstige ge
slachten op den voorgrond le stellen. Dal be-
teekent voor den voor landbouw bruikbare»
bodem verdeeling in boerderijen van matige
grootte en bemoeilijking der vorming van
groote landgoederen, voor de bosschen liet
voortdurend blijven in nationaal bezit, voor
de minerale schatten in den grond en water
kracht minstens permanente medebeslem-
ming door den staal, d. w. z. door de natie,
deelnemen der schatkist aan de opbrengsten
en preventieve maatregelen tegen vorming
van monopolies.
Voor eene nog-open te stellen kolonie gelijk
Alaska moet deze politiek iets anders gefor
muleerd worden dan voor de Unie zelf, wel
ker economische ontwikkeling het koloniale
karakter meer en meer verloren heeft. De te
genwoordige beperking van den landverkoop
op plattelands-eigendomsgrootte moest eene
zaakkundige opensluiting der gebieden fei
telijk in den weg staan. Van zulk een stand
punt uit achtte Ballinger zich gerechtigd,
misschien zelfs verplicht de bestaande wetten
radicaler en „verstandiger" toe te passen dan
tot dusver gebruikelijk was. Dat deze wet
ten aan de werkelijke toestanden niet meer
beantwoorden, daarover bestaat nergens meer
twijfel. De voornaamste eisch der vooruit
strevende republieken zoowel als die der
democraten, welke Roosevelt's behoudspoli-
tieke aanhangen, is immers juist een gron
dige hervorming der betreffende weiten. Doch
eene hervorming gelijk deze mannen en waar
schijnlijk de groote meerderheid van het Ame
rikaansche volk ze verlangen, vindt geen ge
nade in de oogen der tegenwoordige, weinig
vooruitstrevende regeering en een conserva
tief getinte hervorming, die de regeering en
zeker ook de meerderheid van hel Congres
zou behagen, durft men niet door te zetten,
omdat de openbare meening le beslist aan de
zijde van Roosevelt's behoudspolitiek schijnt
te staan. Bovendien is den speculanten- en
kapitalistenkringen, in welker bcschouwings-
kring Ballinger klaarblijkelijk was gevangen,
eene verouderde wet, welker toepassing zich
laat wachten of onvoldoende blijft, altijd lie
ver dan eene aan .de werkelijkheid zich aan
passende wet, welke ernstig wordt toegepast.
Of de staatssecretaris van binnenlandsche za
ken, door de kapitalistische uitbuiting van na
tionaal eigendom door de Cunningham-Mor-
gan-groep tegen administratieve en juridische
aanvechting te beschermen; door president
Taft volkomen eenzijdige en misschien ook
valsche inlichtingen te geven; door zoodoen
de aanleiding le geven tot het ontslag van
den ambtenaar, welke voor de belangen der
schatkist en van het algemeen was opgeko
men of hij bij dat alles in strijd met de wet
gehandeld heeft, dat moge onbeslist blijven.
In allen gevalle beduidt reeds het gebrek aan
tact en de volstrekt niet naïeve dubbelzinnig
heid, waardoor Ballinger's optreden wordt
gekenmerkt, voor een lid van het kabinet
ernstige plichlenverzaking".
DMitschtand.
Zaterdag is te Berlijn eene volksvergade
ring gehouden door de Fortsehrittliche
Volksverein, naar aanleiding van de jongste
redevoeringen van den Keizer. Allereerst
werd het woorcf gevoerd door den grijzen
politicus Albert Trager, die tegenover de op
valling des Keizers van het „Gottesgnaden-
thum" de staatkundige opvatting stelde der
volksrech'cn. Hij besloot zijne rede met een
wet op de minislerieele verantwoordelijkheid
te eische*.
Mejuffrouw Dr. liaümer zette daarna in
verband met hetgeen de Keizer over de vrou
wenbeweging heeft gezegd, uiteen, dat 8i mil-
lioen vrouwen in Duitschland van hel be
drijfsleven deel uitmaken, terwijl de vrou
wen slechts het voorbeeld volgen van Ko
ningin Louise men weet dat de Keizer
deze vorstin zoo heeft geprezen wanneer
ze zich ook bemoeien met publieke zaken, die
het nut van 't algemeen en het heil des va
derlands betreffen.
Ten slotte werd een motie aangenomen,
houdende een protest tegen de Koningsber
ger rede, welke in flagranten strijd is met
den historischen ontwikkelingsgang en de
moderne staatsopvattingen.
Een door de sociaal-democraten op giste
ren te Darmstadt belegde protcstvergadering
tegen het Crazenbezoek aan het groother
togdom Hessen is van hoogerhand ver
boden om reden dat reeds de uïtnoo-
diging tot de vergadering de veronder
stelling rechtvaardigde dat opruiing tot ge
weldpleging in het voornemen lag.
Tc Langen had Zondag een door 3000 per
sonen bezochte openbare protestvergade
ring plaats. De afgevaardigde Ullrich
sprak over de vrijheid van verga
dering in Hessen en verlangde, dat het
Hessenschc ministerie zou aftreden. De afge
vaardigde Hoffman protesteerde heftig tegen
de aanwezigheid van den Czaar in Duitsch
land. De vergadering nam ten slotte een zeer
scherpe motie aan tegen de aanwezigheid
van den Czaar cn het optreden der Ilessi-
sche overheid.
Een internationale meeting, te Frankfort
door de sociaal-democraten aldaar belegd,
werd Zondag door duizenden bijgewoond.
Jaurès, Van der Velde, Klara Zetkin en Kcir
Hardie traden er als redenaars op. De laatste
voerde, ondanks een voor eenige dagen door
de Duitsche politie uitgevaardigd verbod om
op deze meeting in een vreemde taal te spre
ken, in de Engelschc taal het woord. De toon
der buitenlandsche socialisten was betrekke
lijk gematigd. Het thema was bij allen het
zelfde en luidde: „De beschavingsgemcenschap
van bel internationale proletariaat." Na af
loop verspreidde de menigte zich in goede
orde; politie was bijna nergens te zien. 'n
Wonder 1
Frankrijk.
De reeks van ruwheden door arbeidswiui-
gen aan stakers begaan is thans vermeerderd
met een doodslag. De tijding daarvan komt
uit Havre. Vrijdag avond ontmoetten daar
stakende kolcnwerkcrs op de havenkadc een
arbeidswiliige, die was komen werken bij de
Compagnie transatlantique. Met een bar-
baarsche woede wierpen zij zich op den man.
Ter aarde geworpen, met de voeten getrapt
en op schoppen onthaald werd hij te water
gegooid toen de politie tusschenbeide
kwam. Deze kon niet anders dan een ster
vende redden. De ongelukkige wiens schedel
verbrijzeld was, is aan zijne verwondingen
overleden.
Italië.
De eed, die het nieuwe motu proprio des
Pausen aan de geestelijken oplegt, is zeer
omvangrijk. Hij bepaalt den vorm, waarin de
geestelijkheid de leer der kerk te verkondi
gen heeft, in het bijzonder op alle punten
waarbij de kerkelijke traditie in scherpe tegen
stelling is met de beschouwingen der mo
dernisten, zoo o.a. met betrekking op de god
delijke inspiratie der profeten, de goddelijk
heid van den oorsprong der katholieke kerk,
de grondvesting der kerk door Jezus Chris
tus, de positie van den Heiligen Petrus in
de kerk, de handelingen en geschriften der
apostelen enz. De eed verklaart het dan voor
een dwaling, dat hel katholieke geloof in
strijd met de geschiedenis is. Het belangrijk
ste deel van den eed is datgene, wat zich met
het historisch onderzoek bezig houdt. Dit
luidt woordelijk: „Ik veroordeel en verwerp
de meening dergenen, die beweren dat de
ontwikkelde Christen een dubbele persoonlijk
heid kan hebben en cenerzijds geloovig, an
derzijds geschiedkundig kan zijn, alsof het
den geschiedkundige veroorloofd ware iets
voor waar te houden, hetgeen het geloof ver
worpen heeft." De eed verbiedt ten slotte de
nationalistische uitleggingen en verklaringen
van den Bijbel en de geestelijken moeten zwe
ren dat zij alle modernistische dwalingen ver
werpen, welke tot de conclusie voeren, dat
de kerkelijke traditie niets goddelijks in zich
houdt.
Spanje.
De nota's aan het Vaticaan en Marokko zijn
verzonden. De minister-president zal niet eer
dei dan in de Cortes-vergadering er mede-
dceling over doen. De datum van de opening
dei Cortes zal dezer dagen worden bekend
gemaakt.
Oostenrijk.
Deze week zullen te Praag onderhandelin
gen plaats hebben tusschen Duitschers en
Czcchen, welke beoogen den Boheemschen
landdag weer in staat van werkzaamheid te
brengen. Sedert den aanvang van dit jaar is
Bohemen zonder begrooting, tengevolge van
de obstructie in den landdag; de financieele,
economische en beschavingsbelangen van het
Ooslenrijksche kroonland lijden daardoor
aanzienlijk. De conferenties tusschen Duit
schers en Czechen werden bijeengeroepen en
worden geleid door den opperlandmaarschalk
Prins Lobkowitz.
Rusland.
De Times verneemt uit Petersburg uit „zeer
goed ingelichte bron", dat de minister van
buitenlandsche zaken Iswolski gezant te Lon
den zal worden en graaf Benckcndorff naar
Berlijn zal gaan. Aan den Russischen gezant
te Brussel, Von Giers, is de gezantschapspost
te Parijs beloofd. Iswolki's opvolger zou de
gezant te Parijs, Sassoenow zijn.
Hel Nowoje Wremja meldt, dat de minister
van marine, Wojewotski, zijn adjunct, Gre-
gorowitsj en de leider van het hoofdbestuur
bij den scheepsbouw, generaal Doesjen, hun
ontslag zullen nemen. Oorzaak zou zijn de
inspectie bij de marine, waardoor de minis
ter zich in zijn waardigheid gekrenkt voelt.
De Czaar gaf nog kort geleden den minister
de toezegging, dat hij een onderzoek in diens
departement niet zou toelaten.
Turkijs.
Een nota van Havas deelt met het oog op
de levendige polemiek in de lvonstantinopél-
schc pers mede, dat het volkomen onjuist is,
als zoude het thans reeds gaan om de kwes
tie der toelating van de leening tot de beurs-
noteering en de Fransche regcering ten gun
ste van een of ander financieel syndicaat op
treden. „Frankrijk's optreden heeft alleenlijk
teil doel, krachtens zijn plicht de noodige po
litieke en economische waarborgen aan te
geven, voornamelijk diegene waarop de
Fransche spaarders, welke zulke aanzienlijke
sommen in Turksche fondsen gestoken heb
ben, recht hebben. Zoodoende kan over deze
kwestie slechts tusschen de beide regecringeu
beraadslaagd en beslist worden."
Inmiddels wordt te Konstantinopcl van be
trouwbare zijde gemeld, dat Turkije Frank
rijk's voorwaarden voorwaarden voor de
beursnoteering zoo lezen we hierbij weer
van de hand heeft gewezen.
De beslissing over de financieelc kwesties,
welke thans rijzen door de Fransch-Turk-
sche leeiiingsonderhandelingen wordt ver
wacht, nadat de Turksche grootvizier aan
het einde dezer week weer te Konstantinopcl
zal teruggekeerd zijn. De bladen te Konstan-
tinopel noemen de positie van den Franschen
Xinancicclen adviseur Laurent onhoudbaar.
Een bericht uit Konstantinopcl, volgens het
welk Djavid Bev de Otlomaansche Bank zou
hebben medegedeeld, dat in dc toekomst alle
briefwisseling niet in het Fransch, maar
hel Turksch moet geschieden, wordt door dc
Fransche bladen scherp gecritiseerd". Het
Journal des Dêbats schrijft: „Wij zouden het
betreuren, indien Djavid Bey dc onverstan
digheid beging zijn toevlucht te nemen tot
zulke kleinzielige wraakmaatregelen."
De Gil Bias meent, dat Turkije misschien
legenover Griekenland of Bulgarije kan „bluf
fen", maar tegenover Frankrijk gaat zulks
niet.
t DOOK
RUDOLF HERZOG.
Twersten stond op en liep voortdurend in
de kamer heen en weder daarna nam hij
zijn hoed en ging de werf op.
„Ilceft iemand meneer Fclderinann ook ge
zien?" vroeg hij aan een paar klinkers, die
met forsche slagen de witgloeiende nagels in
dc klinkgaten dreven.
„Op helling vier!" riep een der mannen,
zonder zijn werk te onderbreken.
Op helling IV was de Spaansche kruiser in
aanbouw. Reeds slaken de boorden hoog bo
ven de lange kiel uit. De hoofdingenieur
liep, zonder last van duizelingen te hebben,
opgewekt in de hoogte over dc balken van
de helling en ging het werk van den (lag
zorgvuldig na. Toen hij zijn chef gewaar
werd, klauterde hij snel naar beneden en
ging naar hem toe.
„Wat denk je ervan, Fcldermann?" zeide
Twersten, terwijl hij met een korte handbewe
ging op het schip wees. „Zouden wij een re
cord maken?"
Een vroolijke uitdrukking kwam over het
ernstig» gezicht van den ingenieur.
„Over een jaar kan hij te water, dat is dus
binnen vijftien maanden na de kiellegging,
meneer Twersten."
„Dal zal Spanje genoegen doen. Het schip
zal hem te pas komen, als grondslag voor
een nieuwe vloot namelijk."
„Gelooft u zeker, dat zij een nederlaag zul
len lijden, als het tot een oorlog mét Ameri
ka komt?"
Twersten knikte toestemmend. „De Spaan
sche armada bestaal uit oude kraken, die al
leen goed zijn voor vertoon. Men heeft niet
ter goede lijd cn stelselmatig gezorgd voor
vernieuwing. Hoe staal 't met de twee
Brambcrg's? Zou je me nauwkeurig dcir tijd
kunnen opgeven, waarop zij zeilvaardig
zijn?"
„Als 'l moet, kunnen zij in het begin van
April, gereed zijn, meneer Twersten."
„Neem dan aan, dat het moet."
„Morgen zal ik beginnen op beide stoomers
met nachtploegen te werken. Einde Maart
dan, meneer Twersten. U kunt dezen ter
mijn als vast aannemen."
„Ik dank je wel, Fcldermann. Bonsoir!"
Hij keerde naar zijn bureau terug, ging met
de handen op den rug nadenkend voor het
veifster staan en liep toen naar dc telefoon.
„Aansluiten met Bramberg en Co.! Ilallo! U
spreekt met K. R. Twersten. Is meneer
Theodoor Bramberg op het kantoor? Goed,
ik zal op hem wachtenBen je daar,
Bram borg? Je spreekt met Twersten. 'I Doet
me genoegen, dat je nog op het kantoor bent.
Kunt ge me over een hall uur wachten?"
Bramberg antwoordde, dal hij zich nog
moest klecden cn of het iets bijzonder drin
gends was.
„Als ik "t niet belangrijk vond, zou ik niet
persoonlijk op je kantoor komen."
„Nu dan, in Godsnaam! Men inoel voor dc
zaken wat over hebben. Ik zal dus op je
wachten, Twersten. Maar behandel me wat
genadig."
Een half uur later zal Twersten tegenover
den chef der rcederij Bramberg en Co. De
deuren van het privaatkantoor waren geslo
ten.
„Mag ik je een glas ouden Bordeaux aan
bieden, Twersten?"
„Dank je. Ik heb de gewoonte bij mijn
werk niet te drinken."
„Bij hetwerk?" herhaalde Theodoor
Bramberg, terwijl hij een lang gezicht trok.
„Ik dacht nog wel in goed vertrouwen, dat
je" me alleen iets te zeggen hadt cn liet je
daarom op mijn kantoor komen. Ja, Twers
ten, 'l spijt me wel, maar juist vandaag..."
Twersten sloeg geen acht op dit gezegde.
„Ik ben gekomen om je een groote onder
neming voor te stellen; met nadruk zeg ik
een gróóle onderneming. Niet iedereen kan
daar op ingaan, want er is veel durf voor
noodig."
„Dus met ronde woorden een speculatie.
'I Zijn daarvoor slechte tijden, Twersten."
„Een speculatie! Laat dat aan avonturiers
over. Ik spreek met je als koopman, Bram
berg, de eene koopman met den ander."
„Je hebt me werkelijk nieuwsgierig ge
maakt! Ik ben geheel oor."
„Hoe staat 'l met dc vrachtvaart naar Ha
vana, Bramberg?"
„Ik heb geen geregelde vaart daarheen.
Wel naar Oost-Azië en sinds korten tijd ook
naar Scandinavië. Maar dat is je toch be
kend."
„Ik bedoel," zeide Twersten, „of er op dit
oogenblik veel vrachten naar Havana verzon
den worden? Of de Bremer cn Hamburger
markten het daarmede druk hebben? Of er
vaste orders zijn of dat 't voor eigen rekening
gaat?"
„De Hamburgers zullen, evenals de Bre-
uiers, wel wijzer zijn bij de tegenwoordige
toestanden! Voor vaste orders is bijna nooit
dekking voorhanden en. voor eigen reke
ningdal zou eenvoudig dwaasheid zijn!
O. neen, iedereen houdt zich streng terug.''
„Juist daarom moet jij er op ingaan, Bram
berg."
Twersten had zich hoog opgericht.
Bramberg staarde hem verwonderd aan.
„Ik?stotterde hij. Daarop begon hij
luidkeels te lachen. „Neen Twersten, dank
je wel. Is dat alles? Neen, ik niet, ik zéker
niet. Zoek een dommere uit, Twersten. Tot
die categorie reken ik mijzelf niet."
„Omdat ik je daar evenmin toe reken, kom
ik bij je. Dat is toch vrij duidelijk."
..Bij mij? Ileel vleiend. Maar ik dank voor
de eer. Laat liever anderen zich de vingers
branden."
„Man," zeide Twersten met een ijskoud ge
zicht, ,,'t is juist om hel risico! Prikkelt je
dat niet? Hel risico te berekenen cn te over
winnen? Meer durf te hebben dan een han
delaar in koffie. Koffie verschepen kan
iedereen. Dat is geen kunststuk voor een
koopman."
„Dus eigenlijk gaat 't toch om een specula
tie, Twersten?"
„Neen, 't gaat om een stoutmocdigen zet
op hel schaakbord, die toont of wij meesters
of stumperds zijn, of wij niet alleen in staat
zijn ons grootboek te overzien, maar ook
kunnen lezen in het grooiboek der wereld
gebeurtenissen. Of wij kooplui zijn, die re
kening weten te houden met groote toe
standen, of dat wij kramers zijn, die niet
verder zien dan de politiek, die in de socië
teit behandeld wordt. Begin jc me te be
grijpen, Bramberg?"
Theodoor Bramberg bekeek zijn handen.
„Ik wil nog niet eens vragen," begon hij
met terughouding, „waarom 't eigenlijk gaat.
Zeker zijn het afgeronde voorstellen die je me
toonen wilt En natuurlijk ook niet om niets."
En over zijn brilleglazen heen gaf hij zijn
gast een knipoogje. „Maar vooraf wil ik je
iets zeggen. De geldmarkt is erg slap, en
mijn eigen fondsenik weet niet of ik zal
kunnen besluiten die aan te spreken. Zie je,
jij trekt altijd aan 't langste eind als scheeps
bouwer. Als wij ons duchtig weren cn veel
wagen, bloeit het werk op jouw werf. Zie je,
Twersten, op jouw aandringen cn op dat van
mijn vrouw heb ik die kolossale sommen uit
getrokken voor den bouw van de „Ingeborg"
cn den ombouw van de „Theodoor Bram
berg". Die moeten toch ook betaald worden.
Met de contracten valt niet tc gekscheren.
Op dag cn uur komt K. R. Twersten daar
mede aanzetten. En nu weer een nieuw
geldrisico? Neen, liever niet."
Twersten kruiste de armen. Op zijn ge
zicht stond niets tc lezen.
„Als het contract je drukt, Bramberg, en als
jc over 't andere tot gewijzigde inzichten ge
komen zult zijndan geef ik jc de vrij
heid op dit oogenblik van het contract af tc
zien."
Wordt vervolgd.