f#. 100. Jaargang;. Dinsdag 13 September 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. HA.NZEA. TEN. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post - 1.00 Afzonderlijke nummer,1 - 0.05. C\. o Cou au verschijn dagelyks behalv op Zon- en Feest dagen. AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIÏN: Van 1—5 regels f O.SO Elke regel meer - 0.14, Dienstaanbiedingen en aanvragen SC cents bij voeruitbetalinf Qroote letters naar plaateruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De natuurlijke hulpbronnen der Vereenigde Staten. Het congres voor het behoud van de na tuurlijke hulpbronnen in Noord-Amcrika heeft de vorige week in St. Paul in den staat Min nesota vergaderd en heeft een programma aangenomen, dat in tegenstelling is met be heer der regeering over de natuurlijke rijk dommen des lands. Op dit punt verschillen ook de denkbeelden van president Tafl en oud-president Roose velt, ofschoon beiden ongetwijfeld met even goede bedoelingen zijn bezield. In 't kort zou men het aldus kunnen zeggen: Roosevelt ver langt de controle der gehcele natie op de hulpbronnen van den Staat, Taft, de autono mie der afzonderlijke Slaten eerbiedigende, wenscht dal deze het toezicht er óp zullen blijven behouden. Een motie, strekkende om den naam van Taft met dien van Roosevell le verbinden in eenzelfde hulde, als zijnde beiden de eerste verdedigers van de natuurlijke rijkdommen des lands, moest na heftige discussiën worde» ingetrokken Roosevelt's aanhangers op hel congres, heb ben voorts een geestdriftige ovatie gebracht aan Pinchot, die chef was van den houtves- tersdienst onder de regeering van Roosevelt, doch die uit zijn betrekking werd ontslagen door Taft, omdat hij klachten had ingediend tegen zijn superieur, den staatssecretaris van binnenlandschc zaken Ballinger. De kwestie van het toezicht op de natuur lijke hulpbronnen des lands is aan de orde gekomen tengevolge van den verkoop en con cessies van boschterrein in de oude Indiaan- sche territorial. En minister Ballinger wordt beschuldigd deze terreinen te hebben overge leverd aan syndicaten van speculanten, louter om deze te believen. Het Amerikaansche con gres heeft onlangs een speciale commissie be noemd om hiernaar een onderzoek in te stel len, en terwijl hel congres voor behoud van 's lands natuurlijke hulpbronnen te St. Paul vergaderde, kwam de enquête-commissie te Minneapolis bijeen. Daar werden moties in gediend door een democraat en door een vooruitstrevènden republikein, waarbij gecon stateerd werd dat de beschuldigingen tegen minister Ballinger gegrond zijn en diens ont slag geëischt wordt. Daar de commissie misschien wel door toedoen der orthodoxe re publikeinen onvolledig was, verklaarde de voorzitter dat de stemming niet van kracht kon zijn, waarom deze werd uitgesteld. Wij hebben er nader nog niet van gelezen. Het zal er wel op uitdraaien, dat minister Ballinger zijn ontslag moet nemen, al laat de parlementaire enquête-commissie wellicht om redenen van partij-politiek genade voor recht gelden, wijl zijn ontslag haar toch reeds in uitzicht is gesteld. Het Ballinger-schandaal zal inmiddels met een zwarte kool geteekend staan onder de reeks van onaangename ervaringen, die Taft gedurende zijn anderhalfjarig presidentschap heeft moeten doormaken. Over de zaak zelf deelt deFrankfurter Ztg. nog het volgende mede: De staatssecretaris van binnenlandsche za ken was beschuldigd zekere zwcndelarijen met land niet met behoorlijke energie belet en vervolgd, ja zelfs het optreden der ambte naren, welke sinds ja/en deze zaak onder handen hadden genomen, verhinderd en ten slotte min of meer verboden te hebben. Het betrof uitgestrektheden land in Alaska, waar de grond met al de daarop staande rechten aan de bondschatkist behoort, die krachtens de beslaande wetten slechts stukken van de betrekkelijk geringe groote van 160 acres aan particuliere personen mag afstaan. Een grootspeculant, genaamd Cunningham, achter wien sedert cenigen tijd ook Pierpont Mor gan staal, had desondanks 50,000 acres weten te verkrijgen. Een der bovenbedoelde ambtenaren aan het ministerie was er even wel achtergekomen, en deze nu heeft een jarenlange» strijd gevoerd om het reusachtige en natuurlijk geheel braakliggend complex land terug te krijgen. Daar kreeg het departement onder president Taft in Bal linger een nieuwen chef, die tol dusver een der advocaten van de speculantengrocp Cun ningham-Morgan was geweest. Ballinger was als staatssecretaris van binnenlandsche zaken, evenals toen hij rechtsgeleerd raadsman was van den tegenstander in het proces, van de onbillijkheid der regeeringsaanspraken over tuigd en trok uit die overtuiging de hiervoren vermelde consequenties. Dat dit stelling ne men door stoffelijk eigenbelang werd be- invlocd is door niemand beweerd en kan zeker als uilgesloten gelden. Ballinger bleef alleen, dat is psychologisch verstaanbaar ge noeg,' een ideëele, vriendschappelijke sympa thie voor zijn oude cliënten behouden. Ook verbond zijne geheele burgerlijke, maatschap pelijke en zakelijke denkwijze hem met de bewuste financieelc kringen. Deswege kwa men ten slotte al zijne staathuishoudkundige denkbeelden in principieelen strijd met de tot dusver den toon aangevende anti-kapitalis- tisch-democratische „behoudspolilick". Deze door Roosevelt begonnen politiek heeft ten doel den bodem met alle natuurlijke hulp bronnen als wouden, mineralen, waterkacht, voor zoover ze nog aan de gemeenschap be- hooren, ook daarvoor te behouden en in elk geval bij hunne verkoop de belangen der ge meenschap en vooral die der toekomstige ge slachten op den voorgrond le stellen. Dal be- teekent voor den voor landbouw bruikbare» bodem verdeeling in boerderijen van matige grootte en bemoeilijking der vorming van groote landgoederen, voor de bosschen liet voortdurend blijven in nationaal bezit, voor de minerale schatten in den grond en water kracht minstens permanente medebeslem- ming door den staal, d. w. z. door de natie, deelnemen der schatkist aan de opbrengsten en preventieve maatregelen tegen vorming van monopolies. Voor eene nog-open te stellen kolonie gelijk Alaska moet deze politiek iets anders gefor muleerd worden dan voor de Unie zelf, wel ker economische ontwikkeling het koloniale karakter meer en meer verloren heeft. De te genwoordige beperking van den landverkoop op plattelands-eigendomsgrootte moest eene zaakkundige opensluiting der gebieden fei telijk in den weg staan. Van zulk een stand punt uit achtte Ballinger zich gerechtigd, misschien zelfs verplicht de bestaande wetten radicaler en „verstandiger" toe te passen dan tot dusver gebruikelijk was. Dat deze wet ten aan de werkelijke toestanden niet meer beantwoorden, daarover bestaat nergens meer twijfel. De voornaamste eisch der vooruit strevende republieken zoowel als die der democraten, welke Roosevelt's behoudspoli- tieke aanhangen, is immers juist een gron dige hervorming der betreffende weiten. Doch eene hervorming gelijk deze mannen en waar schijnlijk de groote meerderheid van het Ame rikaansche volk ze verlangen, vindt geen ge nade in de oogen der tegenwoordige, weinig vooruitstrevende regeering en een conserva tief getinte hervorming, die de regeering en zeker ook de meerderheid van hel Congres zou behagen, durft men niet door te zetten, omdat de openbare meening le beslist aan de zijde van Roosevelt's behoudspolitiek schijnt te staan. Bovendien is den speculanten- en kapitalistenkringen, in welker bcschouwings- kring Ballinger klaarblijkelijk was gevangen, eene verouderde wet, welker toepassing zich laat wachten of onvoldoende blijft, altijd lie ver dan eene aan .de werkelijkheid zich aan passende wet, welke ernstig wordt toegepast. Of de staatssecretaris van binnenlandsche za ken, door de kapitalistische uitbuiting van na tionaal eigendom door de Cunningham-Mor- gan-groep tegen administratieve en juridische aanvechting te beschermen; door president Taft volkomen eenzijdige en misschien ook valsche inlichtingen te geven; door zoodoen de aanleiding le geven tot het ontslag van den ambtenaar, welke voor de belangen der schatkist en van het algemeen was opgeko men of hij bij dat alles in strijd met de wet gehandeld heeft, dat moge onbeslist blijven. In allen gevalle beduidt reeds het gebrek aan tact en de volstrekt niet naïeve dubbelzinnig heid, waardoor Ballinger's optreden wordt gekenmerkt, voor een lid van het kabinet ernstige plichlenverzaking". DMitschtand. Zaterdag is te Berlijn eene volksvergade ring gehouden door de Fortsehrittliche Volksverein, naar aanleiding van de jongste redevoeringen van den Keizer. Allereerst werd het woorcf gevoerd door den grijzen politicus Albert Trager, die tegenover de op valling des Keizers van het „Gottesgnaden- thum" de staatkundige opvatting stelde der volksrech'cn. Hij besloot zijne rede met een wet op de minislerieele verantwoordelijkheid te eische*. Mejuffrouw Dr. liaümer zette daarna in verband met hetgeen de Keizer over de vrou wenbeweging heeft gezegd, uiteen, dat 8i mil- lioen vrouwen in Duitschland van hel be drijfsleven deel uitmaken, terwijl de vrou wen slechts het voorbeeld volgen van Ko ningin Louise men weet dat de Keizer deze vorstin zoo heeft geprezen wanneer ze zich ook bemoeien met publieke zaken, die het nut van 't algemeen en het heil des va derlands betreffen. Ten slotte werd een motie aangenomen, houdende een protest tegen de Koningsber ger rede, welke in flagranten strijd is met den historischen ontwikkelingsgang en de moderne staatsopvattingen. Een door de sociaal-democraten op giste ren te Darmstadt belegde protcstvergadering tegen het Crazenbezoek aan het groother togdom Hessen is van hoogerhand ver boden om reden dat reeds de uïtnoo- diging tot de vergadering de veronder stelling rechtvaardigde dat opruiing tot ge weldpleging in het voornemen lag. Tc Langen had Zondag een door 3000 per sonen bezochte openbare protestvergade ring plaats. De afgevaardigde Ullrich sprak over de vrijheid van verga dering in Hessen en verlangde, dat het Hessenschc ministerie zou aftreden. De afge vaardigde Hoffman protesteerde heftig tegen de aanwezigheid van den Czaar in Duitsch land. De vergadering nam ten slotte een zeer scherpe motie aan tegen de aanwezigheid van den Czaar cn het optreden der Ilessi- sche overheid. Een internationale meeting, te Frankfort door de sociaal-democraten aldaar belegd, werd Zondag door duizenden bijgewoond. Jaurès, Van der Velde, Klara Zetkin en Kcir Hardie traden er als redenaars op. De laatste voerde, ondanks een voor eenige dagen door de Duitsche politie uitgevaardigd verbod om op deze meeting in een vreemde taal te spre ken, in de Engelschc taal het woord. De toon der buitenlandsche socialisten was betrekke lijk gematigd. Het thema was bij allen het zelfde en luidde: „De beschavingsgemcenschap van bel internationale proletariaat." Na af loop verspreidde de menigte zich in goede orde; politie was bijna nergens te zien. 'n Wonder 1 Frankrijk. De reeks van ruwheden door arbeidswiui- gen aan stakers begaan is thans vermeerderd met een doodslag. De tijding daarvan komt uit Havre. Vrijdag avond ontmoetten daar stakende kolcnwerkcrs op de havenkadc een arbeidswiliige, die was komen werken bij de Compagnie transatlantique. Met een bar- baarsche woede wierpen zij zich op den man. Ter aarde geworpen, met de voeten getrapt en op schoppen onthaald werd hij te water gegooid toen de politie tusschenbeide kwam. Deze kon niet anders dan een ster vende redden. De ongelukkige wiens schedel verbrijzeld was, is aan zijne verwondingen overleden. Italië. De eed, die het nieuwe motu proprio des Pausen aan de geestelijken oplegt, is zeer omvangrijk. Hij bepaalt den vorm, waarin de geestelijkheid de leer der kerk te verkondi gen heeft, in het bijzonder op alle punten waarbij de kerkelijke traditie in scherpe tegen stelling is met de beschouwingen der mo dernisten, zoo o.a. met betrekking op de god delijke inspiratie der profeten, de goddelijk heid van den oorsprong der katholieke kerk, de grondvesting der kerk door Jezus Chris tus, de positie van den Heiligen Petrus in de kerk, de handelingen en geschriften der apostelen enz. De eed verklaart het dan voor een dwaling, dat hel katholieke geloof in strijd met de geschiedenis is. Het belangrijk ste deel van den eed is datgene, wat zich met het historisch onderzoek bezig houdt. Dit luidt woordelijk: „Ik veroordeel en verwerp de meening dergenen, die beweren dat de ontwikkelde Christen een dubbele persoonlijk heid kan hebben en cenerzijds geloovig, an derzijds geschiedkundig kan zijn, alsof het den geschiedkundige veroorloofd ware iets voor waar te houden, hetgeen het geloof ver worpen heeft." De eed verbiedt ten slotte de nationalistische uitleggingen en verklaringen van den Bijbel en de geestelijken moeten zwe ren dat zij alle modernistische dwalingen ver werpen, welke tot de conclusie voeren, dat de kerkelijke traditie niets goddelijks in zich houdt. Spanje. De nota's aan het Vaticaan en Marokko zijn verzonden. De minister-president zal niet eer dei dan in de Cortes-vergadering er mede- dceling over doen. De datum van de opening dei Cortes zal dezer dagen worden bekend gemaakt. Oostenrijk. Deze week zullen te Praag onderhandelin gen plaats hebben tusschen Duitschers en Czcchen, welke beoogen den Boheemschen landdag weer in staat van werkzaamheid te brengen. Sedert den aanvang van dit jaar is Bohemen zonder begrooting, tengevolge van de obstructie in den landdag; de financieele, economische en beschavingsbelangen van het Ooslenrijksche kroonland lijden daardoor aanzienlijk. De conferenties tusschen Duit schers en Czechen werden bijeengeroepen en worden geleid door den opperlandmaarschalk Prins Lobkowitz. Rusland. De Times verneemt uit Petersburg uit „zeer goed ingelichte bron", dat de minister van buitenlandsche zaken Iswolski gezant te Lon den zal worden en graaf Benckcndorff naar Berlijn zal gaan. Aan den Russischen gezant te Brussel, Von Giers, is de gezantschapspost te Parijs beloofd. Iswolki's opvolger zou de gezant te Parijs, Sassoenow zijn. Hel Nowoje Wremja meldt, dat de minister van marine, Wojewotski, zijn adjunct, Gre- gorowitsj en de leider van het hoofdbestuur bij den scheepsbouw, generaal Doesjen, hun ontslag zullen nemen. Oorzaak zou zijn de inspectie bij de marine, waardoor de minis ter zich in zijn waardigheid gekrenkt voelt. De Czaar gaf nog kort geleden den minister de toezegging, dat hij een onderzoek in diens departement niet zou toelaten. Turkijs. Een nota van Havas deelt met het oog op de levendige polemiek in de lvonstantinopél- schc pers mede, dat het volkomen onjuist is, als zoude het thans reeds gaan om de kwes tie der toelating van de leening tot de beurs- noteering en de Fransche regcering ten gun ste van een of ander financieel syndicaat op treden. „Frankrijk's optreden heeft alleenlijk teil doel, krachtens zijn plicht de noodige po litieke en economische waarborgen aan te geven, voornamelijk diegene waarop de Fransche spaarders, welke zulke aanzienlijke sommen in Turksche fondsen gestoken heb ben, recht hebben. Zoodoende kan over deze kwestie slechts tusschen de beide regecringeu beraadslaagd en beslist worden." Inmiddels wordt te Konstantinopcl van be trouwbare zijde gemeld, dat Turkije Frank rijk's voorwaarden voorwaarden voor de beursnoteering zoo lezen we hierbij weer van de hand heeft gewezen. De beslissing over de financieelc kwesties, welke thans rijzen door de Fransch-Turk- sche leeiiingsonderhandelingen wordt ver wacht, nadat de Turksche grootvizier aan het einde dezer week weer te Konstantinopcl zal teruggekeerd zijn. De bladen te Konstan- tinopel noemen de positie van den Franschen Xinancicclen adviseur Laurent onhoudbaar. Een bericht uit Konstantinopcl, volgens het welk Djavid Bev de Otlomaansche Bank zou hebben medegedeeld, dat in dc toekomst alle briefwisseling niet in het Fransch, maar hel Turksch moet geschieden, wordt door dc Fransche bladen scherp gecritiseerd". Het Journal des Dêbats schrijft: „Wij zouden het betreuren, indien Djavid Bey dc onverstan digheid beging zijn toevlucht te nemen tot zulke kleinzielige wraakmaatregelen." De Gil Bias meent, dat Turkije misschien legenover Griekenland of Bulgarije kan „bluf fen", maar tegenover Frankrijk gaat zulks niet. t DOOK RUDOLF HERZOG. Twersten stond op en liep voortdurend in de kamer heen en weder daarna nam hij zijn hoed en ging de werf op. „Ilceft iemand meneer Fclderinann ook ge zien?" vroeg hij aan een paar klinkers, die met forsche slagen de witgloeiende nagels in dc klinkgaten dreven. „Op helling vier!" riep een der mannen, zonder zijn werk te onderbreken. Op helling IV was de Spaansche kruiser in aanbouw. Reeds slaken de boorden hoog bo ven de lange kiel uit. De hoofdingenieur liep, zonder last van duizelingen te hebben, opgewekt in de hoogte over dc balken van de helling en ging het werk van den (lag zorgvuldig na. Toen hij zijn chef gewaar werd, klauterde hij snel naar beneden en ging naar hem toe. „Wat denk je ervan, Fcldermann?" zeide Twersten, terwijl hij met een korte handbewe ging op het schip wees. „Zouden wij een re cord maken?" Een vroolijke uitdrukking kwam over het ernstig» gezicht van den ingenieur. „Over een jaar kan hij te water, dat is dus binnen vijftien maanden na de kiellegging, meneer Twersten." „Dal zal Spanje genoegen doen. Het schip zal hem te pas komen, als grondslag voor een nieuwe vloot namelijk." „Gelooft u zeker, dat zij een nederlaag zul len lijden, als het tot een oorlog mét Ameri ka komt?" Twersten knikte toestemmend. „De Spaan sche armada bestaal uit oude kraken, die al leen goed zijn voor vertoon. Men heeft niet ter goede lijd cn stelselmatig gezorgd voor vernieuwing. Hoe staal 't met de twee Brambcrg's? Zou je me nauwkeurig dcir tijd kunnen opgeven, waarop zij zeilvaardig zijn?" „Als 'l moet, kunnen zij in het begin van April, gereed zijn, meneer Twersten." „Neem dan aan, dat het moet." „Morgen zal ik beginnen op beide stoomers met nachtploegen te werken. Einde Maart dan, meneer Twersten. U kunt dezen ter mijn als vast aannemen." „Ik dank je wel, Fcldermann. Bonsoir!" Hij keerde naar zijn bureau terug, ging met de handen op den rug nadenkend voor het veifster staan en liep toen naar dc telefoon. „Aansluiten met Bramberg en Co.! Ilallo! U spreekt met K. R. Twersten. Is meneer Theodoor Bramberg op het kantoor? Goed, ik zal op hem wachtenBen je daar, Bram borg? Je spreekt met Twersten. 'I Doet me genoegen, dat je nog op het kantoor bent. Kunt ge me over een hall uur wachten?" Bramberg antwoordde, dal hij zich nog moest klecden cn of het iets bijzonder drin gends was. „Als ik "t niet belangrijk vond, zou ik niet persoonlijk op je kantoor komen." „Nu dan, in Godsnaam! Men inoel voor dc zaken wat over hebben. Ik zal dus op je wachten, Twersten. Maar behandel me wat genadig." Een half uur later zal Twersten tegenover den chef der rcederij Bramberg en Co. De deuren van het privaatkantoor waren geslo ten. „Mag ik je een glas ouden Bordeaux aan bieden, Twersten?" „Dank je. Ik heb de gewoonte bij mijn werk niet te drinken." „Bij hetwerk?" herhaalde Theodoor Bramberg, terwijl hij een lang gezicht trok. „Ik dacht nog wel in goed vertrouwen, dat je" me alleen iets te zeggen hadt cn liet je daarom op mijn kantoor komen. Ja, Twers ten, 'l spijt me wel, maar juist vandaag..." Twersten sloeg geen acht op dit gezegde. „Ik ben gekomen om je een groote onder neming voor te stellen; met nadruk zeg ik een gróóle onderneming. Niet iedereen kan daar op ingaan, want er is veel durf voor noodig." „Dus met ronde woorden een speculatie. 'I Zijn daarvoor slechte tijden, Twersten." „Een speculatie! Laat dat aan avonturiers over. Ik spreek met je als koopman, Bram berg, de eene koopman met den ander." „Je hebt me werkelijk nieuwsgierig ge maakt! Ik ben geheel oor." „Hoe staat 'l met dc vrachtvaart naar Ha vana, Bramberg?" „Ik heb geen geregelde vaart daarheen. Wel naar Oost-Azië en sinds korten tijd ook naar Scandinavië. Maar dat is je toch be kend." „Ik bedoel," zeide Twersten, „of er op dit oogenblik veel vrachten naar Havana verzon den worden? Of de Bremer cn Hamburger markten het daarmede druk hebben? Of er vaste orders zijn of dat 't voor eigen rekening gaat?" „De Hamburgers zullen, evenals de Bre- uiers, wel wijzer zijn bij de tegenwoordige toestanden! Voor vaste orders is bijna nooit dekking voorhanden en. voor eigen reke ningdal zou eenvoudig dwaasheid zijn! O. neen, iedereen houdt zich streng terug.'' „Juist daarom moet jij er op ingaan, Bram berg." Twersten had zich hoog opgericht. Bramberg staarde hem verwonderd aan. „Ik?stotterde hij. Daarop begon hij luidkeels te lachen. „Neen Twersten, dank je wel. Is dat alles? Neen, ik niet, ik zéker niet. Zoek een dommere uit, Twersten. Tot die categorie reken ik mijzelf niet." „Omdat ik je daar evenmin toe reken, kom ik bij je. Dat is toch vrij duidelijk." ..Bij mij? Ileel vleiend. Maar ik dank voor de eer. Laat liever anderen zich de vingers branden." „Man," zeide Twersten met een ijskoud ge zicht, ,,'t is juist om hel risico! Prikkelt je dat niet? Hel risico te berekenen cn te over winnen? Meer durf te hebben dan een han delaar in koffie. Koffie verschepen kan iedereen. Dat is geen kunststuk voor een koopman." „Dus eigenlijk gaat 't toch om een specula tie, Twersten?" „Neen, 't gaat om een stoutmocdigen zet op hel schaakbord, die toont of wij meesters of stumperds zijn, of wij niet alleen in staat zijn ons grootboek te overzien, maar ook kunnen lezen in het grooiboek der wereld gebeurtenissen. Of wij kooplui zijn, die re kening weten te houden met groote toe standen, of dat wij kramers zijn, die niet verder zien dan de politiek, die in de socië teit behandeld wordt. Begin jc me te be grijpen, Bramberg?" Theodoor Bramberg bekeek zijn handen. „Ik wil nog niet eens vragen," begon hij met terughouding, „waarom 't eigenlijk gaat. Zeker zijn het afgeronde voorstellen die je me toonen wilt En natuurlijk ook niet om niets." En over zijn brilleglazen heen gaf hij zijn gast een knipoogje. „Maar vooraf wil ik je iets zeggen. De geldmarkt is erg slap, en mijn eigen fondsenik weet niet of ik zal kunnen besluiten die aan te spreken. Zie je, jij trekt altijd aan 't langste eind als scheeps bouwer. Als wij ons duchtig weren cn veel wagen, bloeit het werk op jouw werf. Zie je, Twersten, op jouw aandringen cn op dat van mijn vrouw heb ik die kolossale sommen uit getrokken voor den bouw van de „Ingeborg" cn den ombouw van de „Theodoor Bram berg". Die moeten toch ook betaald worden. Met de contracten valt niet tc gekscheren. Op dag cn uur komt K. R. Twersten daar mede aanzetten. En nu weer een nieuw geldrisico? Neen, liever niet." Twersten kruiste de armen. Op zijn ge zicht stond niets tc lezen. „Als het contract je drukt, Bramberg, en als jc over 't andere tot gewijzigde inzichten ge komen zult zijndan geef ik jc de vrij heid op dit oogenblik van het contract af tc zien." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1