too.
Jaargang.
Vrijdag 16 September 1910.
BUITEN LANDT
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post 1.50
Afzonderlijke nummer - 0.05.
CV: o Cou.an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtechestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRU3 DER ADVERTENTIËN:
Van 1-6 regela f 0.50
Elke regel meer - O.lfw
Dienstaanbiedingen en aanvragen 15 cent* by vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zser voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeae
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op
toegezonden.
Aan hen, die met 1 October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, kos
teloos toegezonden.
Politiek Overzicht.
Ministerieele crisis in
Bulgarije.
liet ministerie in Bulgarije heeft, gelijk een
telegram reeds meldde, zijn ontslagaanvrage
ingediend.
liet ministerie Malinow heeft, wanneer men
rekening houdt met de eenigzins zenuwach
tige regeermethode der Balkanlanden, een
tamelijk lang leven gehad. Op den 28en Ja
nuari 19Ü8 besloot Ferdinand, toenmaals nog
vorst van Bulgarije, na lang aarzelen een- de
mocratisch kabinet te vormen, dat in de bin-
nenlandsche politiek met de tradities der
voorafgegane Stamboelowistische kabinetten
onder Petlcow en Goedew, breken en een
vooruitstrevende richting inslaan zou. Aan
het hoofd der nieuwe regcering kwam de af
gevaardigde Malinow, een als uitstekend ju
rist en op den voorgrond tredend redenaar
bekend staand staatsman. Generaal Papri-
kow, de vroegere Bulgaarsche gezant in Ber
lijn, vertrouwensman van Vorst Ferdinand
zelf, vriend der Turksch-Bulgaarsche toena
dering, overigens geen lid der democratische
partij, werd belast met het ministerie van
buitcnlandsche zaken. Verder verdient nog
genoemd te worden de minister van handel
en landbouw Liaptsjew, de theoreticus en pu
blicist der Bulgaarsche democratie, welke in
de nieuwe regcering een waarborg was voor
eene bedachtzame politiek in Macedonië.
Bij de op 7 Juni 1908 uitgeschreven nieuwe
verkiezing voor het parlement trad de regee
ring met een program op, dat naast een her
vorming van het leger en de zorg voor het
lot der Macedonische Christenen in het bij
zonder maatschappelijke verbeteringen be
oogde, als de vereeniging der Bulgaarsche
spoorwegen met de Turksche, de invoering
van een progressieve inkomstenbelasting e. a.
De verkiezingen voor de Sobranja waren een
volledig succes voor de democratische regee-
ringspartij, welke vóór de kabinetswisseling
de zwakste partij in het parlement was. De
Stamboelowisten verdwenen geheel uit het
Bulgaarsche schema der partijen en naast
de 175 democraten telde de Sobranja slechts
onbeduidende groepen.
Tijdens hel bewind van het kabinet Mali
now heeft de onafhankelijkverklaring en de
verheffing tol Koninkrijk van Bulgarije plaats
gehad en is de moeilijke kwestie der Orient-
spoorwegen met Turkije geregeld.
Omtrent de oorzaak tot de crisis lezen wij
eenerzijds, dat deze is gelegen in persoonlijke
oneenigheden in het ministerieele kamp. De
Koning heeft zich de beslissing over de ont
slagaanvrage voorbehouden toL na zijn te
rugkomst van de manoeuvres, welke denke
lijk Zaterdag plaats vindt. Gelukt eene op
schuiving in het ministerie, welke door Mali
now is ontworpen, dan zou diens kabinet, ge-
reconstitueerd, aan het bewind blijven. De
voornaamste moeielijkheid schijnt gelegen te
zijn in de positie van den minister van bin-
nenlandsche zaken Takew, die vele tegen
standers onder de regeeringsmeerderheid
heeft, doch zich er tegen verzet van zijn post
verdrongen te worden.
11
Een ander bericht, doch aan een niet al-
lijd even betrouwbaar orgaan (n.l. de Matin)
gewaagt ook van eene reconstitutie van het
kabinet, doch met verwijdering van Papri-
kow, van wien het heet, dat hij te veel onder
Russischen invloed staat en een te vreedzame
politiek jegens Turkije voert.
Men ziet n.l. daarin de oorzaak van alle
moeilijkheden, waarin Bulgarije zich heeft
bevonden bij de jongste quaestie over de
Macedonische uitgeweken.
Ten slotte verneemt het Berliner Tageblalt,
ook wel eens sensationeel, uit Sofia, dat in
welingelichte kringen een omkooperijzaak, in
het minister van binnenlandsche zaken, waar
bij verschillende Sobranja-afgevaardigden be
trokken schijnen te zijn, als oorzaak van de
kabinetscrisis wordt aangegeven.
Diiitethtaad.
Over een Maandag gehouden conferentie
der vertegenwoordigers van den Duilschen
vlceschhouwcrsbond met den minister van
landbouw Freiherr von Schorlemer-Lieser
deelt Je Norddeulsche Allgemcine Zeitung het
volgende mede:
Naast verschillende andere het vleeschhou-
wersbedrijf betreffende vragen zijn in het
ruim twee uur durend onderhoud hoofdzake
lijk de voorstellen besproken, welke de voor
zitter van den Duitschen vleeschhouwersbond
in eene door hem overhandigde memorie
heeft aangegeven ter bestrijding van den
vleesclinood. Deze voorstellen betroffen: 1.
den tolvrijen invoer van alle soorten vee
voeder; 2. den grooteren invoer van fok-
en slachtvee uit het buitenland, onder vermij
ding van alle bemoeilijkende voorwaarden;
3. een billijke en betere verzending van vee
door de spoorwegen; 4. afschaffing subsidiair
vermindering van alle soorten rechten op het
slachten.
In antwoord op ae uiteenzettingen, welke
de vertegenwoordigers der Duitsche vleesch-
houwersvereeniging ter motiveering van bo
vengenoemde vooi'stellen gaven, verklaarde
de minister, dat hij al belangstelling had ge
toond in de kwestie van de verhooging der
vleeschprijzen en van den vleeschaanvoer,
toen hem nog niet eens klachten hadden be
reikt. Hij wees op een besluit, d.d. 27 Juli, aan
de Pruisisehe Kamers van landbouw uitge
vaardigd in verband met de veetelling van 1
December 1909, bij welk besluit maatregelen
werden gelast in het belang van bevordering
der veeteelt en van een slabielen marktaan-
voer. De nadruk werd door den minister ge
legd op de noodzakelijkheid den vleeschaan
voer ook voortaan zooveel mogelijk onafhan
kelijk van hel buitenland te doen plaats heb
ben en daarom af te zien van zulke maatrege
len, welke naar het zich laat aanzien de
tegenwoordige hooge vleeschprijzen niet defi
nitief zullen opheffen, maar wel den binnen-
landschen veeteelt in gevaar zou kunnen bren
gen.
Daarom en ook met het oog op het gevaar
van besmettelijke veeziekte meende de minis
ter een vermindering van invoerrechten niet
in uitzicht te kunnen stellen, te meer ook
dóórom niet, wijl de veestapel en de veeprij-
zen in de voor invoer in aanmerking komen
de landen niet laten hopen op een noeraens-
waardigen invloed op de Duitsche veeprij-
zen. Voedergebrek was er ook niet, zeide de
minister. Integendeel juist de rijkelijke voor
raad er van heeft gemaakt, dat de aanvoer
van vee op de markt minder is geworden. En
wat de vrachtprijzen betreft voor veevervoer,
gesteld dat deze zelfs de helft minder wer
den, welke lage prijs men van dc spoorweg
maatschappijen niet kan vergen, dan zou dit
op 1 kilogram vleesch maar 1 pfennig schelen.
Een proef met vermindering der slachlrcch-
ten werd door den minister bereidwillig toe
gezegd, ofschoon hij zich van de resultaten
niet veel voorstelde.
In den loop van het onderhoud betoogde
de minister nog, dat de groote voorraad van
slachtvarkens en de toename van den aanvoer
van ossen en runderen op de meeste markten
reeds binnen kort een vermindering der vee-
prijzen doet verwachten. Aan varkensvleesch
is heelemaal geen gebrek, zeide de minister.
Ruim 50 van de behoefte aan vleesch in
Duitschland, en wel juist de consumptie voor
de minder gegoeden, wordt door varkens
vleesch gedekt; daarbij kan men dus heele
maal niet van vleesclinood spreken. Dit blijkt
uit het feit, dat de vleeschconsumptie per
hoofd der bevolking sinds het voorjaar nog
is gestegen.
Mocht er toch geen daling plaats hebben in
de vleeschprijzen, dan beloofde de minister
verdere maatregelen tot waarborging van den
noodigen vleeschaanvoer te zullen nemen. Ook
voor dit geval kon hij in eerste instantie
slechts een ver gemakkei ij king van
den vleesch invoer, die overigens op
het oogenblik al niet onbeduidend was, in uit
zicht stellen.
Zooals men ziet doet de minister zijn best
de zaken zoo gunstig mogeüjk voor te stellen.
Dat komt er van als men zooveel veefokkende
agrariërs achter zich heeft. De macht der
feiten evenwel zal sterker zijn dan de krach
ten, welke serieuse middelen tegen den
vlecschnood verhinderen.
Tegenover de bovenomschreven houding
steekt gunstig af die van den Oostenrijkschen
minister van landbouw. In Oostenrijk, waar
ook vleeschnood heerscht, zijn de grenzen
sinds bijna een maand al opengesteld voor
Ilollandsch en Zwilsersch Yee; deze week is
ook dezelfde bepaling toegestaan voor Fransch
vee.
Engeland*
De luitenant Allan Sutor uit Tyncmouth
heeft voor den krijgsraad terechtgestaan we
gens het schrijven van een brochure waarin
hij scherp het bestaande legerstelsel heeft ge
hekeld. De titel ervan was „Het legerstelsel
of waarom in vredestijd 30 millioen pond ster
ling per jaar verknoeid?"
Het proces heeft drie dagen geduurd.
De officier voerde zelf zijn verdediging, op
dezen grond, dat geen woord in zijn brochu
re in strijd is met de waarheid. Voordal hij
in het leger trad behaalde hij een graad aan
eèn hoogeschool, en was hij ecnigen tijd
schoolhoofd. Van zichzelf heeft hij geen mid
delen; hij wilde daarom in het leger carrière
maken.
Luitenant Sutor heeft thans tien jaar ge
diend en deze tijd heeft bij hem slechts den
indruk bevestigd, dien hij in de eerste dagen
van zijn diensttijd heeft ontvangen. Het on
belangrijke werk dat hij te doen had, nam
hem niet meer dan een half uur per etmaal
in beslag. Hij gaf alle inspanning op, omdat
hem gebleken was, dat bevordering toch niet
anders dan een quaestie van tijd was. Hem
is ook geen enkel garnizoen bekend, waar de
dienst niet schandelijk verwaarloosd wordt.
Het legerstelsel biedt, geen gelegenheid tot
het verkrijgen van technische kennis; men
leert niets maar vergeet alles.
Deze opvattingen werden door den beschul
digden officier uitvoerig ontwikkeld in zijn
verdedigingsrede, waarin hij ook de opmer
king laschte, dal vele officieren zouden spre
ken als hij, indien hun daartoe slechts de
vrijheid werd gegeven.
Na deze verdediging hoorde de krijgsraad
nog verschillende officieren, onder wie lui
tenant Sutor gediend heeft, of nog dient, die
allen omtrent zijn persoon zeer gunstige ver
klaringen aflegden. Hij heeft een blanco straf
register en staat bekend als een flink en be
kwaam officieF.
Over 14 dagen zal de krijgsraad uitspraak
doen.
Hongarije.
De Hongaarsche regeering heeft er defini
tief van afgezien met de Fransche regeering
eene leening van 500 millioen kronen af te
sluiten. Ze zal zien zich deze fondsen op
andere wijze te verschaffen en voorloopig
slechts die gelden opnemen, welke voor dit
jaar toereikend zijn. -Verder zullen 211 mil
lioen schalkistbiljellen worden uitgegeven
van 4i
Bij het afspringen van de leening hebben
louter financieele omstandigheden een rol ge
speeld en geen politieke. De Fransche kapi
talisten hebben alleen van den tegenwoordi-
gen toestand op financieel gebied willen pro-
fiteeren door eischen te stellen, welke voor
Hongarije onaannemelijk zijn geweest.
Rusland.
Ook een Russisch blad, het Nowoje Vremja,
bevestigt thans Iswolki's op handen zijnde
aftreden als minister en zijn benoeming te
Londen of Parijs als gezant.
Turkije.
Uil Konstantinopel verluidt een telegram,
dat behalve de 10 afgevaardigden, die op de
Nationale Vergadering van het oecumenisch
patriarchaal, te Konstantinopel werden gear
resteerd, nog de verdere 31 afgevaardigden
zuilen worden in hechtenis genomen. De
metropolieten zouden worden vrijgelaten.
Griekenland.
Naar uit Athene aan de Vossische Zeitung
gemeld wordt, hebben de gezanten van Rus
land en Italië den Griekschen minister van
buitenlandsche zaken Kallergis van zijn plan
plan afgebracht den gezant te Konstantinopel
Gryparis naar Athene terug te roepen. In
middels is de Grieksche consul-generaal te
Odessa Alexandropoelos te Konstantinopel
aangekomen voor het geval Gryparis met ver
lof mocht gaan. Naar Atheensche bladen mel
den, heeft de Grieksche regeering een nota
aan de mogendheden in voorbereiding, waar
in verzocht wordt dat de mogendheden bij
de Porie verloogen zullen indienen naar aan
leiding van den anti-Griekschen boycot,
waarbij Griekenland zou willen verklaren,
dat het, indien de boycot voortduurt, zijn ge
zant te Konstantinopel moet terugroepen, in
welk geval het Engeland en Rusland zou ver
zoeken de vertegenwoordiging van Grieken
land aan den Gouden Hoorn op zich te ne
men.
Vereenigde Staten.
Beverly (Massachusetts), 15 Sept.. In
een heden gehouden rede deed president Taft
een mededceling welke wordt beschouwd
als een duidelijke herroeping van de tot dus
verre door hem aangenomen houding jegens
het insurgente element in de republikein-
sche partij.
Terwijl hij bij vroegere gelegenheden ern
stige beschuldigingen richtte tegen dit cle
ment, zeide hij thans, dat hij geen onder
scheid zal maken tusschen progressieve en
oxthodoxe republikeinen en dat alle partij
leiders wat de ondersteuning door den Bond
betreft op dezelfde wijze behandeld zullen
worden.
De vroegere secretaris van de suikertrust,
Gerbracht, is volgens een telegram uit New-
York tot twee jaar gevangenisstraf en 5000
gulden boete veroordeeld, omdat hij de re
geering door onjuiste opgaven over het ge
wicht der suiker heeft bedrogen. De rechter
stond hem toe in hooger beroep te gaan.
Midden-Amerika.
Volgens een telegra uit Panama heeft de
Nationale Vergadering Pablo Arosemena tot
voorloopige president benoemd.
Zuid-Afrika*
Johannesburg, 1 5 S e p t. Bij de ver
kiezingen voor het parlement van de Unie
zijn reeds heden in het geheele land gekozen
bij enkele candidaatstelling: 31 nationalisten,
8 unionisten en één onafhankelijke.
Kaapstad, 15 Sept. De unionisten heb
ben alle vier zetels voor Kaapstad veroverd.
Tot de gekozenen behoort o.a. ook Jameson,
de unionistische leider.
Johannesburg, 15Sept. Smuts, mi
nister van binnenlandsche zaken, is gekozen
te Pretoria West.
De mijnmagnaat Phillips, uni<mlst, heeft te
Yeoville de overwinning behaald ojjfcSir Wil
liam van Hulsteyn.
Pretoria, 15 Sept. Dc mijnmagnaat
Fitzpatrick behaalde te Pretoria de overwin
ning op Botha, den eersten minister.
Johannesburg, 15 Sept. De mijn
magnaat en unionist Farrar is gekozen te
Georgetown.
Tegencandidaat was de heer HüU, minister
van financiën.
Londen, 15 Sept. In de Kaapkol'óftie zijn
gekozen 16 unionisten, 11 nationalïstéh en 1
onafhankelijke; in Transvaal 9 unionisten, 12
nationalisten en 1 lid van de arbeiderspartij;
in Natal 2 nationalisten en 5 onafhankélijken;
in de Oranjerivierkolonie 8 nationalisten en 1
unionist.
Krugersdorp, 15 Sept. Abe Bayley,
unionist en mijnmagnaat, heeft de nederlaag
geleden tegenover den nationalist Langerman.
Pretoria, 15 Sept. In een rede ver
klaarde Botha, na den uitslag der verkiezing
te hebben besproken, dat hij al het mogelijke
zou doen om een einde te maken aan het
socialisme in Zuid-Afrika. Sir Percy Fitzpa-
trick gaf uitdrukking aan zijn oprechte hoop,
dat de verkiezingsstrijd de vrede en de wel
vaart van Zuid-Afrika tot resultaat zal heb
ben, in welke zijn hooggeachte tegenstander
zulk een schoone rol had gespeeld.
Johannesburg, 15 Sept. De uitsla
gen over het geheele land zijn tot dusver als
volgt: Gekozen: 34 nationalisten, 33 unionis
ten, twee leden der arbeiderspartij, zes onaf-
hankelijken, daaronder begrepen de leden bij
enkele candidaatstelling gekozen.
Allerlei.
Het 7e Intern. Esperantisten-Congres
zal van 20—27 Augustus 1911 in Antwerpen
plaats hebben. Op het in dit jaar gehouden
congres te Washington waren 37 landen ver
tegenwoordigd, waarvan 9 officiéél.
HANZE A TEN.
1 DOOK
RUDOLF HEREOG.
Plotseling stond Ingeborg's beeld hem voor
oogen. „Hij zal meedoen I" herhaalde hij bij
zichzelf. Daarop hervatte hij zijn dagelijksch
werk. Inmiddels kwam men hem zeggen,
dal meneer Martin Vanheil getelefoneerd
had, wanneer meneer Twersten persoonlijk
te spreken was.
„Telefoneer terug, dal ik bij hem zal aan
rijden als ik naar de Beurs ga."
Hij bleef den geheelen morgen werken
totdat de procuratiehouder verscheen en
hem aan den tijd herinnerde. „Goed, dat u
nu* komt waarschuwen. Ik heb Vanheil ge
zegd even bij hem te zullen aankomen. Fre-
derilc staat, hoop ik, al met het rijtuig te
wachten."
Het rijtuig was er inderdaad toen hij uit
de barkas sprong en dadelijk reed hij naar
Vanheil.
Marga zat aan den lessenaar, tegenover
haar vader. Toen zij plotseling opkeek, zag
zij een uitdrukking van zware zorg op zijn
gezicht, welke dadelijk verd\veen toen de
oude man den blik van zijn dochter ont
moette.
Met een besliste beweging legde zij de pen
neder. „Vader," zeide zij, „u zult nu toch
moeten bekennen, dat ik trouw medehelp.
Ik heb al heel wat geleerd onder uw leiding
en die van den ouden Rochus. Ik ben nu
niet meer vreemd in de zaken van uw kan
toor. Zeg mij dus, waarover hebt u zorg?"
„Je bent m'n lieve meid, m'n aardig pop
petje," antwoordde de oude man, terwijl hij
haar schertsend toeknikte.
Zij weerde zijn scherts hoofdschuddend af.
„Neen vader, uw „lieve meid" wil ik wel
blijven, maar uw „aardig poppetje", dat
ben ik al lang niet meer. Kijk mij maar niet
zoo verschrikt aan. Ik ben geëmployeerde
bij de firma Martin Vanheil, en daaraan moet
gc u wennen, vader. En wennen met genoe
gen."
„Nu, dat blijkt, want ik heb je den dienst
nog niet opgezegd, mejuffrouw de boekhoud
ster."
„Ik ben aangesteld op voorwaarde dat ik
niet zou kunnen worden afgezet zoolang u
leeft. En ik ga dan ook niet meer van de
firma weg. Mijn werk hier is mij voor mijn
geheele leven heilige ernst."
„Je bent een resoluut juffertje," hernam
de oude Vanheil, terwijl hij haar vol bewon
dering aanzag. „Maar al toonde jc nog veel
meer speurzin, groote geheimen zul je bij
mij niet vinden
„U hèbt zorg, vader."
„Wel neen, geen sprake van!"
„Ik zie 't toch aan uw gezicht."
„Dan moet mijn gezicht jokken."
„Neen, vader, voor mij jokt uw gezicht
niet. Daarin lees ik nu al sinds jaar en
dag."
„Groote hemel, dat is om bang van te wor
den! En tegenover zoo'n dametje zit ik nog
wel met het beste vertrouwen."
„Maak nu geen grapjes, vader," zeide Mar
ga smeekend. „Ik weet, dat u gaarne
schertst en dat doel mij ook genoegen, maar
nu moeten wij als twee strijdgenooten eens
ernstig met elkander spreken. Of twijfelt u
aan mijn flinkheid?"
„Als twee strijdgenooten?herhaalde
de oude man en in zijn woorden lag een tril
lende klank. „Mijn lief, aardig poppetje in
den strijd? Dal verhoede God! Dus, meisje,
maak dat je klaar komt met je brieven! Er
is geen grond voor bezorgdheid. A v a n t i!"
Marga nam de pen weder op. „U hebt
geen vertrouwen in mij, vader, en'dat doet
mij verdriet."
„Kind, kind, ik ben toch nog geen mumme
lende grijsaard? Ik kan toch nog wel het be
heer voeren over mijn firma en den kost
voor mijn familie verdienen! Wie heeft geen
vertrouwen? Jij of ik? Ziezoo, nu schaam jij
je. En straks moest ik mij schamen. Geef
mij de hand, dwaze meid! Kom, alles is
weer in hel reine. Niet?"
„Ja, vader," antwoordde Marga, en haars
ondanks werden haar oogen vochtig. „Kun
nen wij met dc „Noorwegen" nog vijftig vat
brandewijn voor Smit en Zonen laden? Voor
Christiania?"
„O, die drinken er daarginds nog wel hon
derd, niettegenstaande de geheelonthouders-
beweging. Zeker, neem die vracht maar aan.
Lieve hemel, wat kunnen zij in dat land
drinken! Daar zou ik je verhalen van kun
nen doen!"
„Daar komt het rijtuig van Twersten aan!"
Gejaagd ging Marga naar het raam en zag
Karei Twersten uitstappen.
Haastig keek zij naar haar vader en
vroeg„Hebt u iets metKarei Twersten
te doen?"
„Ik wou hemeen zaak voorstellen."
„U?aan hem?"
Er werd geklopt, waarna de heer Rochus
zelf den geëerden bezoeker in het privaat-
kantoor van zijn chef bracht.
„Goeden dag, Martin. Heb je iets op 't
hart? Ahdaar is ook m'n lieve vriendin,
juffrouw Marga. Moet je soms examen doen
in koopmanswetenschappen? En moet ik dan
daarbij als lid van de examencommissie fun-
geerep?" Hij lachte en schudde haar harte
lijk de hand. „Waarachtig! Schrijfmouwen
ban. Op en top een kantoorjuffrouw."
Martin Vanheil wreef zich verlegen de
handen.
„Maak een mooie buiging, Marga, en
hmneem dan maar wat vrijaf."
De lieeren waren thans alleen.
„Wat is er?" vroeg Twersten, terwijl hij
ging zitten. „Wat is de quaestie, Martin?"
„Oalleen een lijdelijke moeilijkheid...
niet van zoo heel veel belang."
„En jc wendt jc tot mij en niet tot je
bank? Dan schijnt 't toch wel van belang te
zijn. Hoeveel, Martin?
„Twaalf duizend gulden."
„Nu, dat is veel, als je bankconto is uitge
put. En is dal werkelijk uitgeput?"
„Ja', antwoordde Martin Vanheil met een
kleur, terwijl hij naar den grond keek. „Voor
het oogenblik, ja. Zou je me willen helpen,
Twersten?"
„Met die twaalfduizend? Dat zou verloren
geld zijn."
„Als dat 't geval was," zeide Vanheil, terwijl
hij zijn vriend met een onbevangen blik aan
zag, „zou ik het je niet vragen. Want dat zou
niet anders dan zuiver bedrog zijn. En ge
loof je werkelijk, dat ik daartoe in staat zou
zijn, Twersten?"
„Vergeef me dat gezegde, Martin." Twersten
boog zich naar hem toe cn klopte hem op de
knie. „Ik vergat een oogenblik, dat ik bjj
jou was. Neen, eeuwige optimist en idealist,
van jou heb ik de beste meening. Maar ik
vraag je, brengt de zaak op 't oogenblik zoo
veel op, dat je die som er op kunt uitwinnen?
Tegenwoordig toch heerscht er groote slapte
in alle zaken, die niet tot de eerste behooren.
Nu, 't zal mij genoegen doen, als je mij beter
inlichtingen kunt gcvcn.
„Ik jou betere inlichtingen geven, wat de
zaken betreft?" Vanheil schudde met weemoe
dige scherts het hoofd. „Dal zou een moot
praatje zijn voor de Beurs, als dat waar kon
zijn. Maar zie je, ik zou zóó ongemerkt de
uitgaven kunnen beperken voor mijn huishou
den en beknibbelen op m'n eigen dure lief
hebberijen."
„Ach kom, Martin, die heb je nïell" Twers
ten keek nadenkend voor zich heen. „Nu,
toen jc jong was, ben jc tegenover ons ook
geen kruimelaar geweest, en ik herinner me
heel goed, dat je dikwijls met mij gedee.
hebt. Daarom wil ik je nu eeh goeden raad
geven."
„Eenraad?"
„Zie zooveel mogelijk vracht te krijgen voor
Cuba. Neem de onkostett voor jouw reke
ning! Ik zal je (fc gelegenheid voor versche
ping bezorgen en je zult zieh, dat je er twee
maal je uitgaven als winst uithaalt."
Vanheil keek zijn vriend verslagen aan.
„De hemel bchoédc me! Alles op hét spel
zetten! Op één kaart! Dat kan ik niet verant
woorden."
„Je zet niets op 't spel. Je moét alleen
maar wat durf hebben. Jouw zaken hebben
wel zoo'n kleine opfrissching noodig. Ze be
ginnen wat oudbakken te worden."
Wordt vervolgd.