r. us. 9d< Jaargang. Donderdag 22 September 1910. rBUITENLAND. FEUILLETON. HANZE A TEN. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Ptr 3 maandan voor Amersfoortf 1.00. Idem franeo per post - 1.80 Afzonderlijke nummer - 0.05. j Cou an rersehijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen AdvevientiJnmedeJeelingea ens., geUere men rêi r II uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C'. Utrech tech e&traat lntercomm. Tolephoonnummtr 66. PRIJS DER ADV1RTBNTIËN: Tan 1—6 regels f Elke regel meer - ••lik Dienstaanbiedingen em aanvragen 88 eenti by voendtbetaBSf öroote lettere naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf beetaan aeer voordeeUae bepalingen |gt het herhaald adverteeren in dit Blad, by abennenaeab lae eireulakebevattende de veerwanrden, weftt ep aanvrMg toegezonden. Aan hen, die met 1 October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnenkos teloos toegezonden Politiek Overzicht Turkije en Rumenië. Het door de Matin gebrachte sensatiebc richt van cene Turksch-Rumcensche mili taire conventie is door de Temps herhaald, maar in vrij wal onschuldiger vorm. Het zou, olgens de inlichtingen, die uit Konstantino- pel door de Temps zijn ontvangen, geen schriftelijke overeenkomst zijn, waarmee men hier te doen heeft, maar cene mondelinge schikking, betrekking hebbende op %de poli tiek, die Rumenië zou volgen in het geval [van verwikkelingen in het Balkangebied. De eerste resultaten van deze schikking zouden aan den dag komen bij de behandeling van hel Turksch-Rumeensche handelsverdrag in de parlementen van de beide landen. De Temps schijnt deze inlichtingen van haren correspondent maar half te vertrou wen. Het blad meent, dal de zaak te ernstig is om het onderwerp uit te maken van eene eenvoudige mondelinge schikking. De regee ringen hebben soms de grootste moeite om hunne schriftelijke verbintenissen te houden, en het zop eene ongelooflijke lichtvaardigheid zijn, als men een oorlogsgeval voorziet, zich te houden aan eene belofte, die hoogstens den minister zou binden, die haar heeft af gelegd. De Temps houdt dus de Turksch- Rumeensche militaire overeenkomst voor een voldongen feit; en al heeft het sluiten van deze overeenkomst niets verrassends voor haar, zij kan daarin toch geen waarborg voor den vrede zien en vraagt: Zal de openbare meening van Bulgarije deze klaarblijkelijke bedreiging niet voor eene uitdaging houden? Zal men in Sofia niet met zeker recht van eene insluiting spreken? Zal men niet, om een tegenwicht te verkrijgen, beproeven de hand te reiken aan den deelgenoot op den Balkan, die voor het oogenblik zich het meest te beklagen heeft over de Turken, en zal men niet de twisten van gisteren vergetende, die morgen weer zullen opkomen aan de Grieksch-Bulgaarschc toenadering vorm wil len geven? De Vossisehe Ztg. ziet hier voor ongerust heid geen reden. „Wat de Temps van den inhoud van de Turksch-Rumeensche bespre kingen weet mede te deelen, bevat op geen enkel punt wat nieuws. Ieder, die de zaken maar ter halve met aandacht heeft gevolgd, kan- dal alles op de vingers na tellen. Wij zelf hebben reeds voor weken er op gewezen, dat de toch reeds vriendschappelijke Turksch- Rumeensche betrekkingen in den laatsten lijd nog inniger zijn geworden. Dan spreekt het van zelf, dat in dc gesprekken ook de mogelijkheid van verwikkelingen aan den Balkan werd aangeroerd. Heeft één staats man met gezond verstand ook maar een oogenblik er aan getwijfeld, dat in het geval van een Turksch-Bulgaarschcn oorlog Rume nië cene voor Turkije welwillende onzijdig heid zou in acht nemen? Zelfs indien de con- ferentiën van de Turksche en Rumcensche staatslieden niet hadden plaats gehad, dan had Rumenië toch geen andere houding kun nen en willen aannemen. Rumenië heeft mee geholpen om den Bulgaarschen staat ten doop te houden, het heeft slechts ondank daarvoor geoogst, van Rusland zoowel als van Bulgarije zelf, en het beleeft slechts weinig vreugde aan zijn Bulgaarschen buurman, al zijn ook dc betrekkingen tusschen de beide hoven zeer goed. Nog eens den beschermer van de Bul garen te spelen, daartoe heeft Rumenië niet den minsten lust. „Dal alles behoort tot liet A B C van de Balkanpolitiek, en in den laatsten tijd is er niets meer gebeurd, dan dat deze toestand zich nog duidelijker heeft afgeteekend. Nu meent de Temps, dal Turkije, om aan Ru menië een pleizicr te doen, de Koetzowalachen er toe drijft zich van hel Gricksche patriar chaal los te maken en een eigen exarchaat op te richten. Alsof daartoe een aandrang van Turkije noodig was! Dc Koetzowalachen hebben naar zulk eene oplossing van de ker kelijke geschillen reeds onder Abdul I lamia gestreefd, en tijdens de Macedonische hervor mingsactie van de groote mogendheden was daarvan dikwijls genoeg sprake. Ook van cene „insluiting" van Bulgarije spreekt de .Temps. Dal klinkt alsof het iets was, maar er zit niets achter deze uitdrukking. Bulga rije is namelijk „ingesloten", zoolang het be staat, het heeft nooit met een buurman goede vriendschap gehouden, het is steeds „inge sloten" geweest door Turkije, Servië, Rume nië en het heeft zich altijd heel goed daarbij bevonden. Dc „insluiting" heeft het nooit ver hinderd zijn eigen weg te gaan. „Dc. Temps stelt de rhetorische vraag, of niet als tegenwicht legen dc Turksch-Rumcen sche vriendschap eene Grieksch-Bulgaarsche toenadering zou zijn te verkrijgen. Wanneer Griekenland en Bulgarije mccnen dal te kun nen bewerkstelligen, waarom niet? Maar geen diplomaat zal ons dc overtuiging kun nen bijbrengen, dal er tusschen Griekenland en Bulgarije, zelfs al sluiten zij samen schrif telijke verdragen, eene werkelijke, oprechte verdragverhouding in het bereik van de mogelijkheid ligt". Overigens mag men aannemen, dat er voor eene ongerustheid, zooals de Matin en ook de Temps aan den dag leggen, geen reden be slaat, want zoowel van Turksche als van Rumeensche zijde is het bestaan van cene Rumecnsch-Turksche militaire conventie met den moesten nadruk tegengesproken. De Ncuc Freie Presse voegt hieraan nog toe, dal men in de welingelichte kringen te Wee- ncn overtuigd is, dat dc van Bukarest uit gaande dementis van het bericht over eene overeenkomst met Turkije volkomen met de feilen overeenkomen. Duitschland. Bij dc verkiezing ter vervulling van eene vacante plaats in den rijksdag voor het dis trict Frankfort a/d. Oder-Lcbus is de sociaal democratische candidaat Fabcr met enkele stemmen beneden de volstrekte meerderheid gebleven; hij verwierf 14,319 van dc 38,695 stemmen. Fr moet nu herstemming plaats hebben tusschen Faber en den nationaal- liberaal Winter. Op den sociaal-democratischen partijdag, die thans te Maagdenburg gehouden wordt, is het gewichtigste punt der agenda de strijd, die in den boezem der partij is ontstaan door de houding van de sociaal-democratische le den van den landdag van Baden, die hebben medegewerkt tot de goedkeuring van de staatsbegrooting. Daarmee hebben zij gehan deld in strijd met de besluiten, die op ver schillende partijdagen, laatstelijk te Neuren berg, genomen zijn, waarin van de sociaal democratische afgevaardigden de principieele verwerping van de begrooling, zoowel in het rijk als in de bondsstaten, verlangd wordt. liet partijbestuur wil van de# vergadering eene uitspraak uitlokken, did de" handelwijze van de leden van den Badischen landdag streng veroordeelt. In het door het partijbe stuur en de controle-commissie gezamenlijk ingediende ontwerp-besluit wordt gezegd, dat de goedkeuring van de begrooting door de Badische afgevaardigden is eene met be wustheid bedreven grove geringschatting van de herhaaldelijk als richtsnoer voor den par lementairen arbeid genomen besluiten van den partijdag en een ernstig vergrijp tegen de eensgezindheid van de partij, die slechts kan worden gehandhaafd als alle leden der partij zich onderwerpen aan de besluiten van den partijdag. „De partijdag spreekt dienten gevolge de allerscherpste afkeuring uit over de sociaal-democratische afgevaardigden, die in den Badischen landdag de begrooting hebben toegestaan. De partijdag verklaart verder de deelneming aan hoolsche plech tigheden en monarchale betuigingen van trouw voor onvereenigbaar met dc sociaal democratische beginselen en stelt het de par- tijgenooten lot plicht zich hiervan te ont houden." Dit voorstel gaat velen nog niet ver genoeg. Zoo is er een voorstel, onderteekend door .de meerderheid der gedelegeerden, dat strekt om te verklaren, dat de partijgenooten, die in strijd handelen met het besluit van den partijdag, zich daarmee van zelf buiten de partij plaatsen. Intusschen zijn er ook voor stellen ingediend, meestal uit Zuid-Duitsch- land afkomstig, die zich plaatsen op het standpunt van de Badische afgevaardigden en de intrekking van het besluit van Neuren berg verlangen. De sociaal-democratische fractie van den Wurtembergsehen landdag verlangt eene wijziging van het Neurenberg- sche besluit in dezen zin, dat aan de fractiën van den landdag vrijheid wordt verleend de bcgrooting goed te keuren, wanneer dit om dringende redenen noodig voorkomt. Een bemiddelingsvoorstel strekt om de zaak te verwijzen naar eene commissie met opdracht aan den volgenden partijdag rapport uit te brengen. Het debat werd ingeleid door den grijzen partijleider Bcbel, die het voorstel van het partijbestuur toelichtte, waartegenover dr. Frank, van Mannheim, het standpunt van de aangevallen Badische afgevaardigden uiteen zette. Het debat zal van grooten omvang zijn; in den namiddag van Dinsdag hadden zich 55 sprekers laten inschrijven. Frankrijk. In de Parijsche Sorbonne wordt thans een internationaal congres tot bestrijding van de werkloosheid gehouden. Tot de bijeenroeping van dit congres was in 1906 op het interna tionale congres te Gent besloten. In het geheel zijn 21 natiën vertegenwoordigd, meest door personen in aanzienlijke staatsbetrekkingen. In de openingszitting, die door den voorzitter van de Kamer Brisson en een aantal staats lieden van aanzien werd bijgewoond, be groette den minister van financiën Cochery dc vergadering met eene toespraak, waarin hij hel vraagstuk der werkloosheid omschreef als eene boven de rivaliteiten der ver schillende volken zich verheffende zaak, tot welker oplossing men elkaar gemeenschappe lijk de hand moest reiken. De senator Léon Bourgeois, die tot voor zitter van de conferentie gekozen werd, zette daarna het werkprogramma uiteen. Men zal zich inzonderheid onledig houden met het aanleggen van eene nauwkeurige statistiek van de werkloosheid en met de organisatie van de werkloozenvcrzckering. Uit ieder land zijn referaten ingekomen over dc verschil lende onderdeden van het programma. Oostenrijk. De Duilsche Keizer, die ditmaal niet door den rijkskanselier of een van zijne ministers vergezeld is, ontvangt te Weenen verschil lende huldigingen. Keizer Frans Jozef schonk hem een exemplaar in goud van de op zijn last, naar aanleiding van zijn 80en verjaar dag vervaardigde plaquette, die tot dusver alleen aan leden van het Oostenrijksche kei zerlijke huis is geschonken De officieren van het huzaren regiment no. 7, waarvan de Keizer chef is, schonken hem een eeresabel, naa raanleiding van het feit, dat hij zijn zilveren jubileum als zoodanig viert. Als tegengeschenk werd aan het regi ment een gouden bowel in empirestijl met gegraveerde opdracht geschonken. Als blijvende herinnering aan dit bezoek, heeft de Stadtrat (college van dagelijksch be stuur) van Weenen besloten, den Parkring te noemen Keizer Wilhelmring. Rutland. Onder de candidaten voor het ambt van gezant te Parijs worden genoemd de minis ter van financiën Kokowzew en ook de mi nister van buitcnlandsche zaken Iswolslci. Vorst Mcstsjerski heeft in zijn orgaan, «c Grashdani», een scherpen veldtocht onder nomen tegen de benoeming van Iswolski lol gezant te Parijs. Hij verklaart, dat Iswolski in Parijs zelfs gevaarlijk zou kunnen wor den; eerder zou hij in Londen op zijne plaats zijn. Aan twee Duitsche bladen, het Berliner Tageblatt en de Frankfurter Zeituug, is het postdebict in Rusland ontnomen. Turkij* Londen, 22 Sept. De Times spreekt het bericht van de Parijsche Temps tegen, dat eene groep financiers, die onder dc hoede van Sir Ernest Cassel staat, eene overeen komst heeft gesloten om eene Turksche lec- ning te plaatsen in Londen en op het vaste land van Europa. Dc Times voegt hieraan toe, dat het waarschijnlijk is, dat de fark- sche minister van financiën tijdens zijn laat ste bezoek in Londen verzekeringen heeft ont vangen, dat de Turksche regeering, ingeval de onderhandelingen oyer eene leeiing in Parijs mislukten, steun zou ontvangen van de Nationale bank in Turkije. Het wordt zeei goed mogelijk geacht, dat, ondanks de ver traging, de onderhandelingen tusschen de Turksche en Fransche regeeringen nog tot eene bevredigende regeling zullen leiden. De. Temps bericht, dat volgens hare inlich tingen de zaak van de Turksche leening in Frankrijk geen onderwerp van onderhande lingen meer uitmaakt. Eene vreemde groep financiers zou de onderhandelingen met llak- ki Pacha hebben afgesloten. Het hoofd van deze groep is Sir Ernest Cassel, die zich sterk maakt de leening te plaatsen in Londen en op het vasteland. Sir Ernest Cassel zou de leening hebben aangenomen op dezelfde voorwaarden, die men te Parijs als onaan nemelijk beschouwde, maar hij zou het geen een zeer belangrijk feit is het bekeer van de schatkist verkregen hebben voor de Nationale bank, welker belangen door zijne groep worden behartigd. Wanneer dit jui is, dan zou de Turksche regeering aan de groep-Cassel hebben toegestaan wat zij aan Frankrijk weigerde. Het mislukken van de onderhandelingen over de Turksche leening heeft te Parijs eene wel wat pijnlijke verrassing verwekt. Daar, de regeering zulk een groot aandeel nam in de onderhandelingen en ten slotte ook de re geling yan de rechtspositie der in Turkije levende Tunesxërs en de grenskwestie in het Tripolotaanschen achterland er mee verbonr, had de zaak, oorspronkelijk enkel eene geld zaak, een politiek karakter aangenomen. In het publiek wist men niets van de Engelsche aanbiedingen op de leening; men was er daarom te minder op voorbereid, dat Turkije plotseling zijn draai zou nemen. De regeering en de tinanciëele kringen hadden deze moge lijkheid lang in overweging genomen, maar schijnen toch niet een zoo spoedig albreken van de onderhandelingen te hebben ver wacht. De regeering zai harerzijds verder opkomen voor de regeling van de overige eischen, die de gezant Bompard aan het Turk sche kabinet heeft medegedeeld tegelijk met de leeningsvoorwaarden. De instruction van den gezant betreffende de rechtspositie Yan de Tunesiërs blijven dezelfden als voor het mislukken van de leening. Een van de moeielijkheden, die in den laat sten tijd tusschen Frankrijk en Turkije wa ren gerezen, is ter zijde gesteld. De Turksche regeering heeft de verklaring afgelegd, dat zij van de bezetting van de oase Djanet in het Turksche achterland door hare troepen geen kennis droeg; mocht die werkelijk heb ben plaats gehad, dan zou zij onverwijld de ontruiming bevelen. (Het afspringen van de leeningsonderhan- delingen in Frankrijk is, blijkens het onder de telegrammen opgenomen bericht, nog niet de finitief.) Griekenland. De Agence d'Atliènes bevat de volgende mededeeling: Het bericht uit Konstantinopel, dat de Grieksche memorie over de aanspra ken op schadevergoeding onbeleefde uitdruk kingen tegen de Turksche provinciale auto riteiten bevatte, is onjuist. De zinsnede, die de Turksche autoriteiten betreft, luidt aldus: „Alle buitensporigheden worden dagelijks onder bescherming van de plaatselijke auto riteiten gepleegd, die ze dulden en die zelfs met de agitators gemeenschappelijk werken en. weigeren aan de Grieksche onderdanen de bescherming te verschaffen, waarop zij recht hebben. Vereenigde Staten. President Taft heeft te Beverley (Massa chusetts), ,vóór zijn vertrek naar Cincinnati, eene rede gehouden, waarin hij verklaarde, dat hij in eene boodschap aan het congres in December zou verlangen, dat twee mil- lioen dollars werden toegestaan om te be ginnen met het bouwen van versterkingen aan het Panamakanaal. Ook zou hij het bou wen van twee Dreadnoughts aanbevelen. Hij geloofde niet, .dat de wensch om spaarzaam heid in acht te nemen, het bouwen van twee Dreadnoughts per jaar tot aan de opening van het Panamakanaal mocht beletten. Mexico. De feesten ter viering van 't eeuwfeest der onafhankelijkheidsverklaring van Mexico heb ben hun glanspunt bereikt in de overdracht aan de natie van het gedenkteeken, dat presi- 50 DOOX RUDOLF HERZOO. „Mooi," zeide Twcrslen, „wij zullen dus slechts afwachten. U hebt zeker een moei lijken dag achter den rug en zult wel naar rust verlangen. Ik mag u dus niet langer op houden." Hoffelijk stak hij den ingenieur de hand toe. De Spanjaard boog met eerbiedige beleefd heid. De kalmte, waarmede deze Hamburger scheepsbouwer een zaak behandelde, die over millioenen liep, maakte diepen indruk op hem. „Goed, tot morgen, meneer Twersten," zeide hij en verliet daarop het vertrek. Toen hij weg was, veranderde plotseling de uitdrukking op Karei Twersten's gezicht. 2Sijn oogen schitterden en zijn gelaat straalde van zegepraal. Daarop ging hij naar de telefoon en riep: „Ik kom, Bramberg." „Goed, want ik zou geen minuut langer op je gewacht hebben, Twersten 1" Toen Twersten daarop in den avond de werf verliet, dacht hij niet aan Theodoor Bramberg. Hij dacht slechts aan Ingeborg, hoe haar oogen zouden stralen evenals de zijne, omdat het hier een overwinning gold, door een krachtigen geest bevochten. Wederom zaten de beide chefs tegenover elkaar. Bramberg verdrietig omdat zijn avond ver loren was en Twersten, vastbesloten niet weg te gaan voordat hij den ander genoopt had zijn zin te doen. „Beide schepen kunnen einde Maart gereed zijn voor bevrachting, Bramberg! Dat is het goede bericht, nommer éénl" „Voor jou misschien," antwoordde Bram berg, niet zonder ergernis, „maar daar heb ik toch eigenlijk weinig mee te maken. Ik behoef de schepen eerst tegen den herfst aan te nemen en begrijp dan ook heelemaal niet waarom je daar met zoo volle kracht aan hebt laten werken. Dat doet de uitgaven daarvoor toch enorm stijgen, maar dat is ten slotte jouw zaak. Ik kan ze in dezen slappen tijd niet eerder gebruiken, en ik moet je dus vriendelijk verzoeken het renteverlies alleen te dragen." „Wat zou je er van zeggen, Bramberg, als 't blijkt, dat er voor ieder van ons voor iéder, versta je wel! rond een millioen te verdienen is?" „Of te verliezen, wil je er zeker bij zeg gen?" Twersten keek hem strak aan. Toen met ecnigc stemverheffing„Ik heb verdie nen gezegd! Dat is toch duidelijk genoeg." Eenigszins verslagen keek Bramberg in het koele gezicht van Twersten. Tegenover de zen toch kon hij geen antwoord vinden. „Luister nu eens goed, Bramberg, je zult mij toch niet voor een dwaas houden, die zonder zekere waarborgen zijn huid op de markt waagt. En van sentimentaliteit tegen over de in den knoei zittende Spanjaarden zul je mij ook wel niet verdenken. Het geldt hier eenvoudig een onderneming, een van die zeldzame ondernemingen, die op den man wachten, die ze aandurft. Je zegt daar, dat je de beide stoomers niet dringend noodig hebt, en dat je je voldoende kunt behelpen met de schepen, die thans in je bezit zijn. Nu, des te beter. Dan kun je later je bestel ling aan mij herhalen. Want deze schepen wil ik voor eigen rekening overnemen, en dan moet je de som, die daardoor voor je disponibel komt, niet alleen aanwenden om ze te bevrachten, maar om de gcheele la ding voor eigen rekening aan te koopen. Niemand behoeft te weten voor welk doel. Jij sluit overeenkomsten met de leveranciers voor de goederen, die moeten worden inge scheept en waarvan ik je dc lijsten nog deze week ter hand zal kunnen stellen." „Je bent begonnen met te spreken van waarborgen, Twersten! Daar zou ik graag wat meel' van willen weten." „De borgen zijn dc leden van dc Spaansche regeering, die met mij onderhandelt. Binnen drie dagen lcomcn de commissarissen, die de regeering heeft afgevaardigd, bij mij. Een uur geleden kwam het telegram. Je zult dus wel begrijpen, Bramberg, dat de voorwaar den zullen zijn zooals ik ze aangeef." Bramberg knikte. „Ik moet zeggen 't lijkt prachtig. Maar toch zal het niet gaan. De winst is denk beeldig." „De beurt is nu aan jou. Kom nu maar voor den dag met je bedenkingen." „Die zijn nogal eenvoudig, Twersten, en 't verwondert me, dat je daar zelf geen reke ning mee hebt gehouden. Je bent vandaag toch ook op de Beurs geweest. Daar heb je toch moeten inzien, dat, al wilde dc Spaan sche. regeering zelf de bestellingen doen en contant betalen, ik toch geen assurantie zou kunnen krijgen voor de vracht, tenzij tegen premiën, die de winst zouden doen weg vloeien in dc zakken der assurantiemaal- schappij, en ik bedank er voor mij daarvoor uit te sloven. Dat je dééraan niet hebt ge dacht, Twersten!" Twersten glimlachte. In dien glimlach lag een stille minachting, hetgeen Bramberg ech ter niet opmerkte. „Ik zeide zooeven, dat ieder van ons bei den er iets aan verdienen zou. Geloof je nu, dat ik er plcizier in heb nog met een derde te deelen?" „Wat? Hoe? En wie draagt de assurantie?" „Wij zelf, Bramberg." „Wij „Orn je alle bezorgdheid te ontnemen, bied ik mijzelf aan voor den geheelen duur van de zaak, wel te verstaan van déze onderne ming, medereedcr te zijn. Maar dit blijft on der ons. Wij gaan een stille overeenkomst aan, en ik zal er voor zorgen, daar kun je je stellig op verlaten, dat tegenover dc liee- ren commissarisesen die verzekeringsquacstie geen gering gewicht in de schaal zal leggen. En nu, Bramberg, denk ik wel, dat je geheel op de hoogte^ult zijn." Met glinsterende oogen keek hij de kamer rond. Bramberg's ademhaling was luide te hooren. „Wel verduiveld," riep hij uit, „nu moet ik zeggen dat mijn hoofd duizelt! Je bent een baasje, Twersten! En God behoede hem, met wien je te doen krijgt." „Het gaat hier dan ook niet om peperno ten!" „Neen, dat begrijp ik, 't gaat hier om mil lioenen!" Er was plotseling glans in zijn oogen ge komen. Twersten bleef geduldig wachten. Einde lijk zeide hij bedaard „Nu is 't aan jou 't laatste woord te zeg gen." Bramberg streek gejaagd zijn hand door zijne dunne haren. „Wacht tot morgen, Twersten! Mijn hoofd duizelt." „Dat heb je al gezegd. Maar je hoofd heeft nu wel wat anders te doen dan te duizelen. Vandaag moet je beslissen, want morgen ver trekken de commissarissen uit Madrid." Bramberg sprong van zijn stoel op. „Ik kan nu niet beslissen. Ik zit hier al sinds vanmiddag op je te wachten en ben er zenuwachtig van geworden. Laat mij eerst in alle kalmte een stukje gaan eten en een glas wijn drinken. Bijd mede naar huis, en ik beloof je, dat je na tafel mijn definitief be sluit zult hooren." „Ik laat je nu niet meer los, Bramberg, voor ik je besluit heb." In dc Uhlenhorster villa ontving mevrouw Bramberg de hoeren met een stalend gezicht. „Ik had niet durven vermoeden, dat ik zoo laat nog zulk een aangenaam gezelschap zou krijgen. Kom jelui rechtstreeks van het kan toor? Komt binnen! De tafel is gereed." Twersten gebruikte niet veel van de spij zen, maar het eerste glas wijn dronk hij met een lange teug leeg. „Je kunt in het bijzijn van mijn vrouw ge rust spreken," zeide Bramberg, terwijl hij zich het fijnste van de gerechten uitkoos. „Al zal zij als vrouw ook niet de geheele strekking van de onderneming kunnen over zien, dan zal het koene ervan haar toch be lang inboezemen." „Een koene onderneming van meneer Twersten?" vroeg zij, en haar oogen zochten die van haar vriend. Wordt vtrvoljfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1