r. us.
9d< Jaargang.
Donderdag 22 September 1910.
rBUITENLAND.
FEUILLETON.
HANZE A TEN.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Ptr 3 maandan voor Amersfoortf 1.00.
Idem franeo per post - 1.80
Afzonderlijke nummer - 0.05.
j Cou an rersehijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen
AdvevientiJnmedeJeelingea ens., geUere men rêi r II uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C'.
Utrech tech e&traat
lntercomm. Tolephoonnummtr 66.
PRIJS DER ADV1RTBNTIËN:
Tan 1—6 regels f
Elke regel meer - ••lik
Dienstaanbiedingen em aanvragen 88 eenti by voendtbetaBSf
öroote lettere naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf beetaan aeer voordeeUae bepalingen |gt
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abennenaeab lae
eireulakebevattende de veerwanrden, weftt ep aanvrMg
toegezonden.
Aan hen, die met 1 October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnenkos
teloos toegezonden
Politiek Overzicht
Turkije en Rumenië.
Het door de Matin gebrachte sensatiebc
richt van cene Turksch-Rumcensche mili
taire conventie is door de Temps herhaald,
maar in vrij wal onschuldiger vorm. Het zou,
olgens de inlichtingen, die uit Konstantino-
pel door de Temps zijn ontvangen, geen
schriftelijke overeenkomst zijn, waarmee men
hier te doen heeft, maar cene mondelinge
schikking, betrekking hebbende op %de poli
tiek, die Rumenië zou volgen in het geval
[van verwikkelingen in het Balkangebied. De
eerste resultaten van deze schikking zouden
aan den dag komen bij de behandeling van
hel Turksch-Rumeensche handelsverdrag in
de parlementen van de beide landen.
De Temps schijnt deze inlichtingen van
haren correspondent maar half te vertrou
wen. Het blad meent, dal de zaak te ernstig
is om het onderwerp uit te maken van eene
eenvoudige mondelinge schikking. De regee
ringen hebben soms de grootste moeite om
hunne schriftelijke verbintenissen te houden,
en het zop eene ongelooflijke lichtvaardigheid
zijn, als men een oorlogsgeval voorziet, zich
te houden aan eene belofte, die hoogstens
den minister zou binden, die haar heeft af
gelegd. De Temps houdt dus de Turksch-
Rumeensche militaire overeenkomst voor een
voldongen feit; en al heeft het sluiten van
deze overeenkomst niets verrassends voor
haar, zij kan daarin toch geen waarborg voor
den vrede zien en vraagt: Zal de openbare
meening van Bulgarije deze klaarblijkelijke
bedreiging niet voor eene uitdaging houden?
Zal men in Sofia niet met zeker recht van
eene insluiting spreken? Zal men niet, om
een tegenwicht te verkrijgen, beproeven de
hand te reiken aan den deelgenoot op den
Balkan, die voor het oogenblik zich het meest
te beklagen heeft over de Turken, en zal men
niet de twisten van gisteren vergetende,
die morgen weer zullen opkomen aan de
Grieksch-Bulgaarschc toenadering vorm wil
len geven?
De Vossisehe Ztg. ziet hier voor ongerust
heid geen reden. „Wat de Temps van den
inhoud van de Turksch-Rumeensche bespre
kingen weet mede te deelen, bevat op geen
enkel punt wat nieuws. Ieder, die de zaken
maar ter halve met aandacht heeft gevolgd,
kan- dal alles op de vingers na tellen. Wij zelf
hebben reeds voor weken er op gewezen, dat
de toch reeds vriendschappelijke Turksch-
Rumeensche betrekkingen in den laatsten
lijd nog inniger zijn geworden. Dan spreekt
het van zelf, dat in dc gesprekken ook de
mogelijkheid van verwikkelingen aan den
Balkan werd aangeroerd. Heeft één staats
man met gezond verstand ook maar een
oogenblik er aan getwijfeld, dat in het geval
van een Turksch-Bulgaarschcn oorlog Rume
nië cene voor Turkije welwillende onzijdig
heid zou in acht nemen? Zelfs indien de con-
ferentiën van de Turksche en Rumcensche
staatslieden niet hadden plaats gehad, dan
had Rumenië toch geen andere houding kun
nen en willen aannemen. Rumenië heeft mee
geholpen om den Bulgaarschen staat ten doop
te houden, het heeft slechts ondank daarvoor
geoogst, van Rusland zoowel als van Bulgarije
zelf, en het beleeft slechts weinig vreugde
aan zijn Bulgaarschen buurman, al zijn ook
dc betrekkingen tusschen de beide hoven zeer
goed. Nog eens den beschermer van de Bul
garen te spelen, daartoe heeft Rumenië niet
den minsten lust.
„Dal alles behoort tot liet A B C van de
Balkanpolitiek, en in den laatsten tijd is er
niets meer gebeurd, dan dat deze toestand
zich nog duidelijker heeft afgeteekend. Nu
meent de Temps, dal Turkije, om aan Ru
menië een pleizicr te doen, de Koetzowalachen
er toe drijft zich van hel Gricksche patriar
chaal los te maken en een eigen exarchaat
op te richten. Alsof daartoe een aandrang
van Turkije noodig was! Dc Koetzowalachen
hebben naar zulk eene oplossing van de ker
kelijke geschillen reeds onder Abdul I lamia
gestreefd, en tijdens de Macedonische hervor
mingsactie van de groote mogendheden was
daarvan dikwijls genoeg sprake. Ook van
cene „insluiting" van Bulgarije spreekt de
.Temps. Dal klinkt alsof het iets was, maar
er zit niets achter deze uitdrukking. Bulga
rije is namelijk „ingesloten", zoolang het be
staat, het heeft nooit met een buurman goede
vriendschap gehouden, het is steeds „inge
sloten" geweest door Turkije, Servië, Rume
nië en het heeft zich altijd heel goed daarbij
bevonden. Dc „insluiting" heeft het nooit ver
hinderd zijn eigen weg te gaan.
„Dc. Temps stelt de rhetorische vraag, of
niet als tegenwicht legen dc Turksch-Rumcen
sche vriendschap eene Grieksch-Bulgaarsche
toenadering zou zijn te verkrijgen. Wanneer
Griekenland en Bulgarije mccnen dal te kun
nen bewerkstelligen, waarom niet? Maar
geen diplomaat zal ons dc overtuiging kun
nen bijbrengen, dal er tusschen Griekenland
en Bulgarije, zelfs al sluiten zij samen schrif
telijke verdragen, eene werkelijke, oprechte
verdragverhouding in het bereik van de
mogelijkheid ligt".
Overigens mag men aannemen, dat er voor
eene ongerustheid, zooals de Matin en ook de
Temps aan den dag leggen, geen reden be
slaat, want zoowel van Turksche als van
Rumeensche zijde is het bestaan van cene
Rumecnsch-Turksche militaire conventie met
den moesten nadruk tegengesproken. De
Ncuc Freie Presse voegt hieraan nog toe,
dal men in de welingelichte kringen te Wee-
ncn overtuigd is, dat dc van Bukarest uit
gaande dementis van het bericht over eene
overeenkomst met Turkije volkomen met de
feilen overeenkomen.
Duitschland.
Bij dc verkiezing ter vervulling van eene
vacante plaats in den rijksdag voor het dis
trict Frankfort a/d. Oder-Lcbus is de sociaal
democratische candidaat Fabcr met enkele
stemmen beneden de volstrekte meerderheid
gebleven; hij verwierf 14,319 van dc 38,695
stemmen. Fr moet nu herstemming plaats
hebben tusschen Faber en den nationaal-
liberaal Winter.
Op den sociaal-democratischen partijdag,
die thans te Maagdenburg gehouden wordt,
is het gewichtigste punt der agenda de strijd,
die in den boezem der partij is ontstaan door
de houding van de sociaal-democratische le
den van den landdag van Baden, die hebben
medegewerkt tot de goedkeuring van de
staatsbegrooting. Daarmee hebben zij gehan
deld in strijd met de besluiten, die op ver
schillende partijdagen, laatstelijk te Neuren
berg, genomen zijn, waarin van de sociaal
democratische afgevaardigden de principieele
verwerping van de begrooling, zoowel in het
rijk als in de bondsstaten, verlangd wordt.
liet partijbestuur wil van de# vergadering
eene uitspraak uitlokken, did de" handelwijze
van de leden van den Badischen landdag
streng veroordeelt. In het door het partijbe
stuur en de controle-commissie gezamenlijk
ingediende ontwerp-besluit wordt gezegd, dat
de goedkeuring van de begrooting door de
Badische afgevaardigden is eene met be
wustheid bedreven grove geringschatting van
de herhaaldelijk als richtsnoer voor den par
lementairen arbeid genomen besluiten van
den partijdag en een ernstig vergrijp tegen
de eensgezindheid van de partij, die slechts
kan worden gehandhaafd als alle leden der
partij zich onderwerpen aan de besluiten van
den partijdag. „De partijdag spreekt dienten
gevolge de allerscherpste afkeuring uit over
de sociaal-democratische afgevaardigden, die
in den Badischen landdag de begrooting
hebben toegestaan. De partijdag verklaart
verder de deelneming aan hoolsche plech
tigheden en monarchale betuigingen van
trouw voor onvereenigbaar met dc sociaal
democratische beginselen en stelt het de par-
tijgenooten lot plicht zich hiervan te ont
houden."
Dit voorstel gaat velen nog niet ver genoeg.
Zoo is er een voorstel, onderteekend door .de
meerderheid der gedelegeerden, dat strekt
om te verklaren, dat de partijgenooten, die
in strijd handelen met het besluit van den
partijdag, zich daarmee van zelf buiten de
partij plaatsen. Intusschen zijn er ook voor
stellen ingediend, meestal uit Zuid-Duitsch-
land afkomstig, die zich plaatsen op het
standpunt van de Badische afgevaardigden en
de intrekking van het besluit van Neuren
berg verlangen. De sociaal-democratische
fractie van den Wurtembergsehen landdag
verlangt eene wijziging van het Neurenberg-
sche besluit in dezen zin, dat aan de fractiën
van den landdag vrijheid wordt verleend de
bcgrooting goed te keuren, wanneer dit om
dringende redenen noodig voorkomt. Een
bemiddelingsvoorstel strekt om de zaak te
verwijzen naar eene commissie met opdracht
aan den volgenden partijdag rapport uit te
brengen.
Het debat werd ingeleid door den grijzen
partijleider Bcbel, die het voorstel van het
partijbestuur toelichtte, waartegenover dr.
Frank, van Mannheim, het standpunt van de
aangevallen Badische afgevaardigden uiteen
zette. Het debat zal van grooten omvang zijn;
in den namiddag van Dinsdag hadden zich
55 sprekers laten inschrijven.
Frankrijk.
In de Parijsche Sorbonne wordt thans een
internationaal congres tot bestrijding van de
werkloosheid gehouden. Tot de bijeenroeping
van dit congres was in 1906 op het interna
tionale congres te Gent besloten. In het geheel
zijn 21 natiën vertegenwoordigd, meest door
personen in aanzienlijke staatsbetrekkingen.
In de openingszitting, die door den voorzitter
van de Kamer Brisson en een aantal staats
lieden van aanzien werd bijgewoond, be
groette den minister van financiën Cochery
dc vergadering met eene toespraak, waarin
hij hel vraagstuk der werkloosheid omschreef
als eene boven de rivaliteiten der ver
schillende volken zich verheffende zaak, tot
welker oplossing men elkaar gemeenschappe
lijk de hand moest reiken.
De senator Léon Bourgeois, die tot voor
zitter van de conferentie gekozen werd, zette
daarna het werkprogramma uiteen. Men zal
zich inzonderheid onledig houden met het
aanleggen van eene nauwkeurige statistiek
van de werkloosheid en met de organisatie
van de werkloozenvcrzckering. Uit ieder land
zijn referaten ingekomen over dc verschil
lende onderdeden van het programma.
Oostenrijk.
De Duilsche Keizer, die ditmaal niet door
den rijkskanselier of een van zijne ministers
vergezeld is, ontvangt te Weenen verschil
lende huldigingen. Keizer Frans Jozef schonk
hem een exemplaar in goud van de op zijn
last, naar aanleiding van zijn 80en verjaar
dag vervaardigde plaquette, die tot dusver
alleen aan leden van het Oostenrijksche kei
zerlijke huis is geschonken
De officieren van het huzaren regiment no.
7, waarvan de Keizer chef is, schonken hem
een eeresabel, naa raanleiding van het feit,
dat hij zijn zilveren jubileum als zoodanig
viert. Als tegengeschenk werd aan het regi
ment een gouden bowel in empirestijl met
gegraveerde opdracht geschonken.
Als blijvende herinnering aan dit bezoek,
heeft de Stadtrat (college van dagelijksch be
stuur) van Weenen besloten, den Parkring te
noemen Keizer Wilhelmring.
Rutland.
Onder de candidaten voor het ambt van
gezant te Parijs worden genoemd de minis
ter van financiën Kokowzew en ook de mi
nister van buitcnlandsche zaken Iswolslci.
Vorst Mcstsjerski heeft in zijn orgaan, «c
Grashdani», een scherpen veldtocht onder
nomen tegen de benoeming van Iswolski lol
gezant te Parijs. Hij verklaart, dat Iswolski
in Parijs zelfs gevaarlijk zou kunnen wor
den; eerder zou hij in Londen op zijne plaats
zijn.
Aan twee Duitsche bladen, het Berliner
Tageblatt en de Frankfurter Zeituug, is het
postdebict in Rusland ontnomen.
Turkij*
Londen, 22 Sept. De Times spreekt
het bericht van de Parijsche Temps tegen,
dat eene groep financiers, die onder dc hoede
van Sir Ernest Cassel staat, eene overeen
komst heeft gesloten om eene Turksche lec-
ning te plaatsen in Londen en op het vaste
land van Europa. Dc Times voegt hieraan
toe, dat het waarschijnlijk is, dat de fark-
sche minister van financiën tijdens zijn laat
ste bezoek in Londen verzekeringen heeft ont
vangen, dat de Turksche regeering, ingeval
de onderhandelingen oyer eene leeiing in
Parijs mislukten, steun zou ontvangen van de
Nationale bank in Turkije. Het wordt zeei
goed mogelijk geacht, dat, ondanks de ver
traging, de onderhandelingen tusschen de
Turksche en Fransche regeeringen nog tot
eene bevredigende regeling zullen leiden.
De. Temps bericht, dat volgens hare inlich
tingen de zaak van de Turksche leening in
Frankrijk geen onderwerp van onderhande
lingen meer uitmaakt. Eene vreemde groep
financiers zou de onderhandelingen met llak-
ki Pacha hebben afgesloten. Het hoofd van
deze groep is Sir Ernest Cassel, die zich
sterk maakt de leening te plaatsen in Londen
en op het vasteland. Sir Ernest Cassel zou
de leening hebben aangenomen op dezelfde
voorwaarden, die men te Parijs als onaan
nemelijk beschouwde, maar hij zou het
geen een zeer belangrijk feit is het bekeer
van de schatkist verkregen hebben voor de
Nationale bank, welker belangen door zijne
groep worden behartigd. Wanneer dit jui
is, dan zou de Turksche regeering aan de
groep-Cassel hebben toegestaan wat zij aan
Frankrijk weigerde.
Het mislukken van de onderhandelingen
over de Turksche leening heeft te Parijs eene
wel wat pijnlijke verrassing verwekt. Daar,
de regeering zulk een groot aandeel nam in
de onderhandelingen en ten slotte ook de re
geling yan de rechtspositie der in Turkije
levende Tunesxërs en de grenskwestie in het
Tripolotaanschen achterland er mee verbonr,
had de zaak, oorspronkelijk enkel eene geld
zaak, een politiek karakter aangenomen. In
het publiek wist men niets van de Engelsche
aanbiedingen op de leening; men was er
daarom te minder op voorbereid, dat Turkije
plotseling zijn draai zou nemen. De regeering
en de tinanciëele kringen hadden deze moge
lijkheid lang in overweging genomen, maar
schijnen toch niet een zoo spoedig albreken
van de onderhandelingen te hebben ver
wacht. De regeering zai harerzijds verder
opkomen voor de regeling van de overige
eischen, die de gezant Bompard aan het Turk
sche kabinet heeft medegedeeld tegelijk met
de leeningsvoorwaarden. De instruction van
den gezant betreffende de rechtspositie Yan
de Tunesiërs blijven dezelfden als voor het
mislukken van de leening.
Een van de moeielijkheden, die in den laat
sten tijd tusschen Frankrijk en Turkije wa
ren gerezen, is ter zijde gesteld. De Turksche
regeering heeft de verklaring afgelegd, dat
zij van de bezetting van de oase Djanet in
het Turksche achterland door hare troepen
geen kennis droeg; mocht die werkelijk heb
ben plaats gehad, dan zou zij onverwijld de
ontruiming bevelen.
(Het afspringen van de leeningsonderhan-
delingen in Frankrijk is, blijkens het onder de
telegrammen opgenomen bericht, nog niet de
finitief.)
Griekenland.
De Agence d'Atliènes bevat de volgende
mededeeling: Het bericht uit Konstantinopel,
dat de Grieksche memorie over de aanspra
ken op schadevergoeding onbeleefde uitdruk
kingen tegen de Turksche provinciale auto
riteiten bevatte, is onjuist. De zinsnede, die
de Turksche autoriteiten betreft, luidt aldus:
„Alle buitensporigheden worden dagelijks
onder bescherming van de plaatselijke auto
riteiten gepleegd, die ze dulden en die zelfs
met de agitators gemeenschappelijk werken
en. weigeren aan de Grieksche onderdanen
de bescherming te verschaffen, waarop zij
recht hebben.
Vereenigde Staten.
President Taft heeft te Beverley (Massa
chusetts), ,vóór zijn vertrek naar Cincinnati,
eene rede gehouden, waarin hij verklaarde,
dat hij in eene boodschap aan het congres
in December zou verlangen, dat twee mil-
lioen dollars werden toegestaan om te be
ginnen met het bouwen van versterkingen
aan het Panamakanaal. Ook zou hij het bou
wen van twee Dreadnoughts aanbevelen. Hij
geloofde niet, .dat de wensch om spaarzaam
heid in acht te nemen, het bouwen van twee
Dreadnoughts per jaar tot aan de opening
van het Panamakanaal mocht beletten.
Mexico.
De feesten ter viering van 't eeuwfeest der
onafhankelijkheidsverklaring van Mexico heb
ben hun glanspunt bereikt in de overdracht
aan de natie van het gedenkteeken, dat presi-
50 DOOX
RUDOLF HERZOO.
„Mooi," zeide Twcrslen, „wij zullen dus
slechts afwachten. U hebt zeker een moei
lijken dag achter den rug en zult wel naar
rust verlangen. Ik mag u dus niet langer op
houden." Hoffelijk stak hij den ingenieur de
hand toe.
De Spanjaard boog met eerbiedige beleefd
heid. De kalmte, waarmede deze Hamburger
scheepsbouwer een zaak behandelde, die
over millioenen liep, maakte diepen indruk
op hem.
„Goed, tot morgen, meneer Twersten,"
zeide hij en verliet daarop het vertrek.
Toen hij weg was, veranderde plotseling de
uitdrukking op Karei Twersten's gezicht. 2Sijn
oogen schitterden en zijn gelaat straalde van
zegepraal. Daarop ging hij naar de telefoon
en riep: „Ik kom, Bramberg."
„Goed, want ik zou geen minuut langer op
je gewacht hebben, Twersten 1"
Toen Twersten daarop in den avond de
werf verliet, dacht hij niet aan Theodoor
Bramberg. Hij dacht slechts aan Ingeborg,
hoe haar oogen zouden stralen evenals de
zijne, omdat het hier een overwinning gold,
door een krachtigen geest bevochten.
Wederom zaten de beide chefs tegenover
elkaar.
Bramberg verdrietig omdat zijn avond ver
loren was en Twersten, vastbesloten niet weg
te gaan voordat hij den ander genoopt had
zijn zin te doen.
„Beide schepen kunnen einde Maart gereed
zijn voor bevrachting, Bramberg! Dat is het
goede bericht, nommer éénl"
„Voor jou misschien," antwoordde Bram
berg, niet zonder ergernis, „maar daar heb
ik toch eigenlijk weinig mee te maken. Ik
behoef de schepen eerst tegen den herfst aan
te nemen en begrijp dan ook heelemaal niet
waarom je daar met zoo volle kracht aan
hebt laten werken. Dat doet de uitgaven
daarvoor toch enorm stijgen, maar dat is ten
slotte jouw zaak. Ik kan ze in dezen slappen
tijd niet eerder gebruiken, en ik moet je dus
vriendelijk verzoeken het renteverlies alleen
te dragen."
„Wat zou je er van zeggen, Bramberg, als
't blijkt, dat er voor ieder van ons voor
iéder, versta je wel! rond een millioen te
verdienen is?"
„Of te verliezen, wil je er zeker bij zeg
gen?"
Twersten keek hem strak aan. Toen met
ecnigc stemverheffing„Ik heb verdie
nen gezegd! Dat is toch duidelijk genoeg."
Eenigszins verslagen keek Bramberg in het
koele gezicht van Twersten. Tegenover de
zen toch kon hij geen antwoord vinden.
„Luister nu eens goed, Bramberg, je zult
mij toch niet voor een dwaas houden, die
zonder zekere waarborgen zijn huid op de
markt waagt. En van sentimentaliteit tegen
over de in den knoei zittende Spanjaarden
zul je mij ook wel niet verdenken. Het geldt
hier eenvoudig een onderneming, een van die
zeldzame ondernemingen, die op den man
wachten, die ze aandurft. Je zegt daar, dat
je de beide stoomers niet dringend noodig
hebt, en dat je je voldoende kunt behelpen
met de schepen, die thans in je bezit zijn.
Nu, des te beter. Dan kun je later je bestel
ling aan mij herhalen. Want deze schepen
wil ik voor eigen rekening overnemen, en
dan moet je de som, die daardoor voor je
disponibel komt, niet alleen aanwenden om
ze te bevrachten, maar om de gcheele la
ding voor eigen rekening aan te koopen.
Niemand behoeft te weten voor welk doel.
Jij sluit overeenkomsten met de leveranciers
voor de goederen, die moeten worden inge
scheept en waarvan ik je dc lijsten nog deze
week ter hand zal kunnen stellen."
„Je bent begonnen met te spreken van
waarborgen, Twersten! Daar zou ik graag
wat meel' van willen weten."
„De borgen zijn dc leden van dc Spaansche
regeering, die met mij onderhandelt. Binnen
drie dagen lcomcn de commissarissen, die de
regeering heeft afgevaardigd, bij mij. Een
uur geleden kwam het telegram. Je zult dus
wel begrijpen, Bramberg, dat de voorwaar
den zullen zijn zooals ik ze aangeef."
Bramberg knikte.
„Ik moet zeggen 't lijkt prachtig. Maar
toch zal het niet gaan. De winst is denk
beeldig."
„De beurt is nu aan jou. Kom nu maar
voor den dag met je bedenkingen."
„Die zijn nogal eenvoudig, Twersten, en 't
verwondert me, dat je daar zelf geen reke
ning mee hebt gehouden. Je bent vandaag
toch ook op de Beurs geweest. Daar heb je
toch moeten inzien, dat, al wilde dc Spaan
sche. regeering zelf de bestellingen doen en
contant betalen, ik toch geen assurantie zou
kunnen krijgen voor de vracht, tenzij tegen
premiën, die de winst zouden doen weg
vloeien in dc zakken der assurantiemaal-
schappij, en ik bedank er voor mij daarvoor
uit te sloven. Dat je dééraan niet hebt ge
dacht, Twersten!"
Twersten glimlachte. In dien glimlach lag
een stille minachting, hetgeen Bramberg ech
ter niet opmerkte.
„Ik zeide zooeven, dat ieder van ons bei
den er iets aan verdienen zou. Geloof je
nu, dat ik er plcizier in heb nog met een
derde te deelen?"
„Wat? Hoe? En wie draagt de assurantie?"
„Wij zelf, Bramberg."
„Wij
„Orn je alle bezorgdheid te ontnemen, bied
ik mijzelf aan voor den geheelen duur van
de zaak, wel te verstaan van déze onderne
ming, medereedcr te zijn. Maar dit blijft on
der ons. Wij gaan een stille overeenkomst
aan, en ik zal er voor zorgen, daar kun je
je stellig op verlaten, dat tegenover dc liee-
ren commissarisesen die verzekeringsquacstie
geen gering gewicht in de schaal zal leggen.
En nu, Bramberg, denk ik wel, dat je geheel
op de hoogte^ult zijn."
Met glinsterende oogen keek hij de kamer
rond. Bramberg's ademhaling was luide te
hooren.
„Wel verduiveld," riep hij uit, „nu moet
ik zeggen dat mijn hoofd duizelt! Je bent een
baasje, Twersten! En God behoede hem, met
wien je te doen krijgt."
„Het gaat hier dan ook niet om peperno
ten!"
„Neen, dat begrijp ik, 't gaat hier om mil
lioenen!"
Er was plotseling glans in zijn oogen ge
komen.
Twersten bleef geduldig wachten. Einde
lijk zeide hij bedaard
„Nu is 't aan jou 't laatste woord te zeg
gen."
Bramberg streek gejaagd zijn hand door
zijne dunne haren. „Wacht tot morgen,
Twersten! Mijn hoofd duizelt."
„Dat heb je al gezegd. Maar je hoofd heeft
nu wel wat anders te doen dan te duizelen.
Vandaag moet je beslissen, want morgen ver
trekken de commissarissen uit Madrid."
Bramberg sprong van zijn stoel op.
„Ik kan nu niet beslissen. Ik zit hier al
sinds vanmiddag op je te wachten en ben er
zenuwachtig van geworden. Laat mij eerst
in alle kalmte een stukje gaan eten en een
glas wijn drinken. Bijd mede naar huis, en
ik beloof je, dat je na tafel mijn definitief be
sluit zult hooren."
„Ik laat je nu niet meer los, Bramberg, voor
ik je besluit heb."
In dc Uhlenhorster villa ontving mevrouw
Bramberg de hoeren met een stalend gezicht.
„Ik had niet durven vermoeden, dat ik zoo
laat nog zulk een aangenaam gezelschap zou
krijgen. Kom jelui rechtstreeks van het kan
toor? Komt binnen! De tafel is gereed."
Twersten gebruikte niet veel van de spij
zen, maar het eerste glas wijn dronk hij met
een lange teug leeg.
„Je kunt in het bijzijn van mijn vrouw ge
rust spreken," zeide Bramberg, terwijl hij
zich het fijnste van de gerechten uitkoos.
„Al zal zij als vrouw ook niet de geheele
strekking van de onderneming kunnen over
zien, dan zal het koene ervan haar toch be
lang inboezemen."
„Een koene onderneming van meneer
Twersten?" vroeg zij, en haar oogen zochten
die van haar vriend.
Wordt vtrvoljfd.