W\ 1S1. Tweede JBlad
9de. Jaargang,
Zaterdag 8 October 1910.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
A/zonderJfltre nummers- 0.05.
Deze Courant Tersehgnt d^elQks, behalre op Zon- en Feest
dagen.
Adrertentiënmededeelingen «nx., geilere men réór 11 uur
's morgens b(j de Uitgerers in te zenden.
Uitgever»: VALKHOFF ft C°.
Utrechtsch «straat 1. Intercomm. Telephoon nummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIÏN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en sanrragen 95 eents bfj Teeruitbeialing,
Qroote letters n&ar plautoruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan zeer roordeelige bepalingen teë
het herhaald adrerteeren in dit Blad, bg abonnement. Een'
circulaireberattende de voorwaarden, wordt op aanvrat*
toegezonden.
Aanvulling s-
Oorlogsbegrooting 1910.
De Memorie van Antwoord Ier zake van de aan-
vullingsbegrooting van Oorlog voor het loopcnde
dienstjaar, geeft eene verklaring voor de late in
diening, waarover geklaagd was.
Voorts wordt o. a. medegedeeld, dat de opkomst
van de landweer voor herhalingsoefeningen veel
extra-geschrijf noodig maakte; dat voortaan bij ver
huizing zal worden vergoed f 20 aan adjudants
onderofficier en onderofficieren met hoogeren rang,
f 15 aan de overige onderofficieren, f 10 voor de
overige militairen, en voor de werklieden of geëm
ployeerden, werkzaam bij de korpsen of inrichtin
gen van de landmacht, dat de voorstellen omtrent
de fanfarekorpsen niet door alle leden begrepen
zijn (verwezen wordt naar een ter griffie neerge
legd rapport); dat de belooning voor de muzikanten
daarom gelijk is, omdat de militaire diensten, die
zij presteeren, gelijk zijn; dat den muzikanten be
zwaarlijk het recht kan worden gegeven, te weige
ren deel te nemen aan concerten op Zondag, o. a.
omdat dit de uitvoeringen op dien dag vrijwel on
mogelijk zou maken; dat inderdaad de meerdere
kosten voor dc burger-werklieden gevolg zijn ge
weest van net twceploegenstelsel, doch die zouden
ook veroorzaakt zijn door eenigc vermindering van
'l blijvend gedeelte, en dat op bezuiniging ten deze
vooreerst geen vooruitzicht bestaal; dat weerbaar
heidskorpsen zooveel mogelijk worden gesteund,
maar dat uitreiken van gratis uniformen enz. geen
doel zou treffen, en zoo meer.
De Minister komt er tegen op, dat de reorgani
satie aan het Departement iets met persoonlijke
overwegingen zou hebben te maken en uitvoerig
zet hij uiteen, op welke wijze cn waarom de reor
ganisatie zal geschieden.
Voortaan zullen de commandanten van de Nieuwe
llollandschc Waterlinie en van dc Stelling Amster
dam den rang van luitenant-generaal kunnen krij
gen.
De Minister verklaart meer waarde aan de gym
rastiek te hechten voor de vaardigheid der cava
lcrislen dan die leden, welke mcencn, dat zij met
paardrijden kunnen volstaan.
Hel aanwerven van vrijwilligers blijft inderdaad
noodig; ten sterkste ontkent Z.Exc. dat daarbij ver
keerde middelen worden gebezigd.
In overweging is nog, of het aanvankelijk proef-
verband bij de bereden wapens van één op tweo
per jaar moet worden gebracht.
Beslist wordt tegengesproken, dat de maréchaus-
sée in Friesland en Groningen onnoodig zou zijn.
De Memorie bevat uitvoerige bijzonderheden over
dc plannen tot uitbreiding en verandering.
Het 40 millioenonlwerp cn
de Tweede Kamer. De „Avp." ver
neemt, dat er onder de leden der Tweede
Kamer ernstige ontstemming heerscht over
de wijze, waarop de regeering het wetsont
werp op dc kustversterkingen aanhangig
heeft gemaakt en in behandeling poogt te
brengen. „Door niet-publicatie toch van liet
verslag der commissie van samenwerking
tusschen land- en zeemacht, hetzij geheel
(waartegen geen enkel deugdelijk bezwaar is
aan te voeren), hetzij met weglating van en
kele onderdeden, is het opmaken van een
voorloopig verslag over de principicele zaken
onmogelijk gemaakt. Daarenboven ligt dat
verslag slechts in beperkt aantal ter griffie
van de Kamer voor de leden ter inzage, en,
als men nu weet, dat men zich op de griffie
al gelukkig mag rekenen als men er een
plaatsje weet te vinden tusschen de drie
ambtenaren, die in het kleine lokaaltje be
huisd zijn, en de boden, die er bezig zijn
met de expeditie van paketten en dergelijke,
dan is het duidelijk, dat van studie daar
geen sprake kan wezen.
Reeds heeft zich een der Kamerafdeelin-
gen in haar geheel door tusschenkomst van
den voorzitter tot de militaire ministers ge
wend, om toeslemming te vragen tot open
baarmaking.
Inmiddels is het 46 millioen-ontwerp reeds
op de agenda der voorstellen geplaatst, die
nog deze of begin volgende week in de af-
deelingen moeten worden onderzocht.
De vloot te Rotterdam. Nadat
gisterenmiddag de oorlogsschepen aan dc
Parkkade en in de Parkhaven ligplaats had
den genomen, begaf zich de havenmeester de
heer Willinge aan boord van de „Hecms-
kerek" om namens het gemeentebestuur den
vlootvoogd kolonel Goedhart en zijn officie
ren en manschappen te verwelkomen.
In den namiddag maakte de commandant
zijn opwachting bij den burgemeester ten
stadhuize.
Te 7 uur werd door het gemeentebestuur
aan de officieren der vloot een .diner aange
boden in de Rotterdamsche Diergaarde. In
de groote zaal van de Sociëteit was de tafel
aangericht, bestaande uit een eeretafel, waar
aan 5 andere aansloten.
De zaal was met hoog opgaande gewassen
en een schal van bloemen versierd, welke de
tafel als in een wintertuin omgaven.
Ook dc tafels zelf waren rijk van btoemen
voorzien. Vanaf de gaanderijen hing een rijke
vlaggenversiering neer, terwijl langs de co
lonnes de verschillende seinvlaggen waren
aangebracht.
Ruim 800 plaatsen waren gisterenavond in
den Grooten Schouwburg door het gemeen
tebestuur besproken voor de helft van de
machinister, onder officieren en manschap
pen van het marine-eskader, om dezen in de
gelegenheid te stellen de voorstelling van het
veel bekende blijspel „De Sabijnsche Maag
denroof" bij le wonen. Slechts de kleinste
helft van de genoodigden waren in den
schouwburg verschenen. De N. R. Ct. vernam
dat dc machinisten gezamenlijk voor de
looneelvoorstelling hadden bedankt.
De aanwezige manschappen hebben zich
blijkbaar met het amusante blijspel bijzonder
goed vermaakt.
In de pauze hadden de manschappen „vrije
verleering" van het gemeentebestuur. Iedere
matroos had ontvangen twee bons voor
broodjes met vleesch en koffie of bier.
Bij het begin van hel laatste bedrijf ver
schenen in de loge van den burgemeester
kolonel Goedhart, kolonel Wolderingb, de
burgemeester en wethouder Rombach. Toen
dezen zich aan het publick vertoonden be
gon het orkest het Wien Neerlandsch Bloed
te spelen, dat staande door alle menschap
pen werd aangehoord. Toen klonk een luid
en hartelijk applaus door de zaal.
Hedenavond wordt voor de andere helft
van de bemanning de voorstelling van „De
Sabijnsche Maagdenroof" herhaald.
„De Zeven Provinciën." Donderdag
middag is tc Amsterdam het pantserschip
„De Zeven Provinciën" op plechtige wijze in
dienst gesteld. De manschappen werden voor
den boeg gefloten, waarop overste Rambon-
net, hoofd van het vak van uitrusting, hel
schip op de gebruikelijke wijze aan den
commandant-kolonel Bauduin, overdroeg.
Deze hield hierop een toespraak tot de ver
zamelde manschappen, waarin hij er op wees
dat het nieuwe schip een roemrijken naam
draagt, waarvan hij hoopte, dat eer zal wor
den aangedaan. Voorts wekte hij de man
schappen op hun plicht tc doen, aangezien
het niet mogelijk is goed te dienen zonder
een goeden geest onder dc manschappen.
Hel pantserdekscliip „De Zeven Provin
ciën" is het grootste schip van onze oorlogs
vloot. Het meet 6500 ton, heeft twee schoor-
sleenen en twee schroeven, en loopt 16 mijl
per uur. liet is aan de waterlijn van een
pantsergordel voorzien.
De bewapening beslaat uit twee snelvuur
kanonnen van 28 c.M., vier van 15 c. M., al
les in torens. Verder tien snelvuurkanonnen
semiaulomatisch van 1\ c.M. De bemanning
beslaat uit plm. 450 man, passagiers mede-
gerekend. Eerst 25 October echter zal die
op volle sterkte zijn, daar een deel der be
manning nog op de schepen vertoeft, die
aan dc manoeuvres deelnemen.
Het schip is, naar men weet, voor Indië
bestemd cn zal vermoedelijk half November
naar zee vertrekken.
'—Een adres van postzegel
verzamelaars. Door het bestuur van de
Nederlandsche Vereeniging van Postzegel
verzamelaars is een request verzonden aan
H. M. dc Koningin, waarin herinnerd wordt
aan het feit, dat den 14en Juli 1910, zonder
dat zulks vooraf op ecnigerlei wijze ter ken
nis van het publiek was gebracht, in gebruik
werd gesteld een portzegel van 3 cent, over
drukt op dat van één gulden, en dat dit zegel
reeds den lGen Juli daaraanvolgende werd
vervangen, door het definitieve nieuwe port
zegel van 3 cent, in het type der uitgifte
1894/96. Het adres zegt:
dat uit deze spoedige vervanging van het
provisoriuin valt af te leiden, dal de oplage
daarvan niet zeer groot kan geweest zijn;
dat de uitgifte van dit provisoriüm, gezien
de wijze, waarop men zich lot dusverre be
hielp om een strafport van 3 cent te heffen
(2J- -l- 3 x 1, 2 x li cent) niet zoo drin
gend noodzakelijk le achten was, dal ieder
ander dan de postambtenaren van die uitgifte
onkundig moest blijven:
dat het Koninkrijk der Nederlanden zich.
door dergelijke uitgiften in het leven te roe
pen, op één lijn stelt met die Staten, welke
uit het doen overdrukken van verouderde of
juist uitgegeven zegels een bron van inkom
sten trekken;
dat daardoor de goede naam, welke ons
vaderland, over dc gehcele wereld, op phila-
lelistisch gebied, bij alle bona fide verzame
laars geniet, in ernstig miscrediel zou kun
nen worden gebracht.
Adressant verzoekt daarom II. M. de Ko
ningin te willen voorschrijven, dat nieuwe
uitgiften, hetzij definitieve, hetzij proviso
rische, tijdig te voren ter kennis van het pu
bliek zullen worden gebracht, cn dat zij ge-
ruimen tijd en in grooten getale, op alle kan
toren verkrijgbaar zullen worden gesteld.
Bij Koninklijk besluit is aan mejuffrouw
M. Clostcrmann, geboren te Dorlmond
(Duitschlund), vergunning verleend tot het
geven van lager onderwijs, mits zij overigens
aan de daartoe bij de wet gevorderde ver-
eischlcn voldoe.
B o ekbeo or deeling.
Een van Jobs geslacht, door E. Giran,
met toestemming van den schrijver vertaald door
Jctskc Fabcr, met een woord ter inleiding door
Prof. Dr. H. Oorl uitg. A. H. Adriani tc l.eidcn.
Het oude Jobspoëem in nieuwen vorm gebracht,
beantwoordend aan en ingericht naar de behoeften
van onzen tijd. Een boekje, dat, aantrekkelijk van
vorm zoowel als van inhoud, vele lezers moge vin
den.
S t r a a t p r e d i k i n g door I. Esser, met
levensbericht van den schrijver door diens oudsten
zoon, met portretten cn facsimile uitg. Hollandia-
Drukkerij te Baarn. Dat zoo'n boekje een vijfden
druk beleeft, behoeft nie't te verwonderen. Het had
ook als titel kunnen hebben„Een en ander uil
liet leven van een straatprediker." En dat „een
en ander" laat zich op meer dan ééne bladzijde
met aandacht en belangstelling lezen, aardige trek
ken komen er in dit boek voor, die tot overden
king en tot leering kunnen strekken.
De Weg der Menschheid, bijeenverza
meld door Conrad-Alberti en in 't Nederl. overge
bracht door Dr. A. Halbersladt uitg. C. J. J.
Dalmeijer te Amsterdam. Een belangrijke onder
neming acht ik deze uitgave, die in vijf kloeke
deelen (elk 300 pag.) een geill. wereld-, littera
tuur- en beschavingsgeschiedenis wil geven. De
prijs is twee gulden per deel. Het eerste deel liep
over de historie der ouden Van Osiris tot Paulus,
het nu verschenen tweede deel van Homeros tot
Juvtnalis, d. w. z. uit deze tijdperken zijn dc merk
waardigste letterkundige overblijfselen hier bijeen
gebracht, waardoor de lezer een blik slaat op den
ontwikkelingsgang der menschheid in die eeuwen.
De schrijver koos met kennis, met smaak wat die
nen kon voor zijn doel, n.l. in zelfstandige, onver
korte stukken litteratuur een kuituurgeschiedenis te
geven, verhaald door de schrijvers der opvolgende
tijden, wier woorden hij weergeeft. Deel I en II
handelt over den vóór-christelijken tijd, eerst wor
den wij naar het Oosten, daarna naar het Westen
verplaatst. Volgen nog dc behandeling van het
Christendom, de Islam, de Kerkhervorming. Het
geheel zal geacht kunnen worden een standaard
werk te zijn, dat men gaarne in zijn' boekenkast
heeft om, wanneer noodig, te kunnen naslaan.
Is God dood? Een titel, die al aanstonds
de aandacht trekt en voor ieder, die niet onbekend
is met de materialistiscue wereldbeschouwing van
velen in de laatste tijden en ook in onzen tijd, ge-
noegzam aanduidt, welke bedoeling de schrijver
met dit, en de twee nog te volgen geschriften van
eenzelfden omvang, lieefl. „Mogen wij nog aan
God gelooven?" vraagt Dr. E. Dennert, Duitsch
natuurkundige, wiens door hem uitgegeven drietal
lezingen ons achtereenvolgens zullen voorgelegd
worden. Eeij poging waagt hij om weg te ruimen
steeuen des aanstoots, die het moderne denken
den naar God zoekende van onzen tijd in den weg
wil leggen. Ik verheug mij over 't verschijnen van
zulke geschriften, die dwalcnden voorlichten willen.
Zijn de natuuronderzoekers onge-
1 o o v i g e n door denzelfden schrijver geschreven
en als het vorige uitgegeven door de Hollandia-
Drukkerij te Baarn. Als antwoord op Ilaeckel's
Weltratsel geldt dit boekje, waarmee de schrijver
hem een zijner voorgewende rugstcunsels ontneemt,
n.l. het door hem beweerde atheïsme en materia
lisme der groote natuuronderzoekers.
Groote Denkers, door Julius de Boer. In
deze bekende serie uitgegeven door zooevengenoem-
dc maatschappij, behandelt thans dr. Julius de Boer
Baco Van Verulam.
In Pro en Contra (zelfde uitgcversmaatsch.)
bepleiten dr. Zuidema cn Rudelsheim het voor en
legen van een Verbond met België, een
actueel onderwerp.
Afzonderlijke Scholen voor Meer-
begaafde Leerlingen, door dr. H. Can-
r.egieter Tz. (no. 4 van de 2de serie van Paedagogi-
sche Vlugschriften, uitgave Hollandia-Drukkerij te
Baarn. De schrijver, lecraar aan het stedelijk gym
nasium le 's-Qravenhage, wijst hier op een mis
stand in zake hel onderwijs cn wijst den weg ter
opheffing er van, opdat dc meerbegaafden niet lan
ger de dupe zijn van de middelmatigen en dezen
op hun beurt niet lijden door eerstgenoemden.
liet h o m o e o p a t h i s c h d i e tno. 12
der Homoeopath. Bibliotheek, uitg. La Rivière en
Voorhoeve te Zwolle. In deze bladz. handelt Dr.
Voorhoeve over dieet in 't algemeen en geeft ver
schillende leefregels, wat de voeding betreft, in
acht le nemen door lijders aan de meest voorko
mende ziekten en kwalen.
T ijd s c h r i f t e n.
De Wachter, stemmen uit de Ev. Luth. Kerk,
red. D. Drijver, uitg. J. Clausen te Amsterdam. De
Oct.-aflevering bevat een hoofdart. „Ilerfstgedach-
ten", naar aanleiding van Ruth I 20, 21, terwijl
Junod over Verhuisbiljctten en Lidmaatschap han
delt, een stuk, dat vervolgd wordt en een niet
onbelangrijke zaak bespreekt. ToXopeös eindelijk
deelt een cn ander meê over het Ontstaan van het
Christendom uit Grieksche wijsheid, Joodsche
vroomheid, het Hellenisme (beider combinatie).
Verder de gewone rubrieken.
De Natuur, populair, geillustreerd maand
schrift, gewijd aan dc natuurkundige wetenschappen
cn hare toepassingen, onder red. van dr. Z. P.
Bournan, uitg. J. G. Broese te Utrecht. De laatste
afl. handelt achtereenvolgens over De Roos, Repro
ductie Techniek, Bliksemafleiders in de Oudheid,
Ontginning van zwavclmijnen, Drogen van planten,
Toepassing van lage temperatuur van vloeibaar
koolzuur in de geneeskunde (bij tuberculeuse zweer
enz.), Een nieuw telefoonrelais, Gnomonica (nadere
beschouwing der zonnewijzers), Suikerfabricage, cn
de Gewone Rubrieken. Veel en velerlei wetens
waardigs wordt hier met kennis van zaken be
handeld.
Den Gulden Winckel, maandschrift voor
de boekenvrienden in Groot Nederland, uitg. Hol
landia-Drukkerij te Baarn. De laatste afl. bevat o.
a.: Bij Johan De Meester, Richard Schaukel, De
„Pampiere Wereld" van Jan Hermanszn. Krul (uitg.
1644). Voorts de gewone rubrieken.
Holland Express, red. G. v. Hulzen, uitg.
C. Geleijns te Rotterdam. De laatste afl. bevat een
stuk over Nationale Tuchteloosheid en voorts be
schrijvingen met foto's van Rouaan, de Semois en
de grot van Han, een stuk over de Luchtvaart, een
Spotlied op Vliegsport (de allerhoogste sport!),
Parijsche boulevard krabbels, enz. enz.
De Vrouw en haar huis, redactrice
Elis. M. Rogge, uitg. van Holkema Warendorf te
Amsterdam. Dc Oct.-afl. bevat onder meer de voort
zetting van de bespreking over Vrouwenwerk te
Brussel, met foto's van kantwerksters aan den ar
beid, meisjes in de huishoudschool, batikwerk, hout
snijwerk, enz. Verder een bespreking van het laat
ste werk van Corn, van Oosterzee en een woord
van Marcel Prevost over dameshandwerken. Voorts
een art. over vergiftige paddestoelen en voortzet
ting van „Moederplichten." Voorts de gewone ru
brieken.
Nieuw Vrouwenleven, red. uitg. Daisy
Juuius te Heelsum. De Oct.-afl. geeft een en ander
over 't Congres te Maastricht, aardige en gepaste
opmerkingen of „nootjes", de Tentoonstelling te
Brussel. Onder Cosmopolitische Caramels stukken
over „Liefde en Huwelijk", Tapijten, bet Bizonder
jaar 1910 en onder Rubriek voor llceren over Es
kimo Brieven, een wetenswaardig stukje, waarop
wij de vervolgen gaarne tegemoet zien.
Voor 't Jonge Volkje, Kinder
wereld en Voor de Kinderkamer,
de drie tijdschriftjes voor de jeugd, naar opvol
genden leeftijd, onder red. van SS. Abramsz, uitg.
P. v. Bclkum Az. te Zutfen. In den goeden toon
geschreven, aardig geillustreerd en als hij voegsel
bij 't eerste van het drietal de eerste afl. van
Brchm's Leven der Dieren.
De llollandsche Lelie, red. A. de
Savomin Lobman, uitg. L. J. Veen te Amersfoort.
In dc laatste afleveringen o. a. een stuk tegen het
Groenloopen, zooals het nu geschiedt, en een ander
over Schopenhauer en over Madame Blavatsky.
Dan: voortzelling van „Uit Christelijke Kringen" en
„Onder de Rendieren."
Het Leven, red. F. v. Erlcvoordt, bureau
van uitgave Keizersgracht 285. De laatste afl. werd
mij niet toegezonden, in de vorigen o. a. een en
ander over het bezoek van het Belgisch Konings
paar, Jan Feith, de onderstreepte Handelsblad-
ledacteur, de Speelhuiskwestie le 's-Gravenhage,
de opening der SStaten-Gen., Louis Bouwmeester
enz., alles met overvloed van illustraties.
Buitenleven, red. K. Sideriusuitg. M.
Olivier te Amsterdam. De laatste afl. handelen over
Kamerplanten. Bevruchting, Bladplanten voor dc
kamer, Carbolincum bij vruchtboomen, Kunstmest
iu den tuin, enz.
Wereldvrede, Christel., maatscli. maand
blad. uitg. P. D. Veen te Amersfoort, no. 22 van
den 2den jaarg. bevatSchijnbaar willen van God,
Hoever Staan wij van elkander Dc Kerk en haar
sociale roeping.
F. W. DRIJVER.
H.A.NZEA. T EN.
63 DOOB
RUDOLF HERZOG.
„Maar ik heb nergens spijt over te gevoe
len. Als gij den zoon niet waart, zou ik dat
nader kunnen verklaren. Maar aan den
zóón kan ik dat niet."
„Dan is hot goed," antwoordde Robert
Twersten kalmer.
„Men weet, dat men den dood tegemoet
gaat en dan komtnog eenmaal de be
geerte naar bet leven
De eerste officier legde zijn hoofddeksel op
de tafel. Regelmatig sloeg het water van de
haven tegen het poortje van de hut en even
regelmatig klonken de voetstappen van de
schildwachten op dek. Ander geluid werd
niet gehoord.
„Als gij soms wilt gaan rusten," hernam
Robert Twersten, „ik zal hier wel in den
stoel gaan liggen."
Zonder te antwoorden, strekte de officier
zich op zijn veldbed uit. Maar zijn oogen
bleven naar .het dek staren. Toen volgden zijn
blikken langzaam een straal van het maan
licht, en bleven dit volgen door het smalle
poortje naar buiten, naar een punt in de
verte
Dc een kon dc ademhaling van den ander
liooren. In die kwellende stilte verstreek de
nacht.
Altijd die zelfde ademhaling, het klotsen
van het water tegen hel poortje en de tred
van de schildwachten.
Zou dit nooit ophouden?
„Als ik sterf
Wie sprak daar in de stilte?
„Als ik sterf, dan weet ik, dat 't zoo zijn
moet. Maar het leven met zulk een bekro
ning besluiten, wat wil ik meer? Van mijn
jeugd af heb ik geen ander tehuis gehad dan
de scheepsplank, waarop ik stond. In een
oud paleis, ergens in Barcelona, woont wat
zich mijn familie noemt. Om dagelijks op
den Corso le kunnen rijden, lijden zij thuis
honger en kleeden zich in huis armoediger
dan de dienstboden om hun goede kleeren
te kunnen sparen om uil te gaan. Uiterlijk
de glans van de wereld, innerlijk niets als
ontbering. Dal is ook mijn erfdeel geweest.
Altijd honger altijd hongerDe zee
moest dien stillen cn dc weelderige kusten
deden hem slechts toenemen. Ik was nog
nagenoeg een jongen, toen ik mij in den dienst
begroef om geen lokkende slem te hooren.
Altijd diienst, altijd dienst... Maar wat helpt
dat tegen een brandend verlangen? Als ik
mij doodmoe op mijn bed wierp, was het ver
langen daar, hrandender dan ooit, Dan
schemerde hel oude paleis in Barcelona in
zijn lang vervlogen schoonheid voor mijn
verbeelding en een rijk versierd leven lachte
mij in alle vertrekken tegen. Op dc tafels
geurden rozen, fonkelde het zilverbedien
den liepen trap op trap af en in dc stallen
stonden snuivende paarden. Hot schoonste,
echter, dat het verlangen zich in verbeelding
tooverde waren dc vrouwende vrou
wen, met den staalblauwcn glans over de
lokken, met hel blanke voorhoofd en de pur
peren lippen, mett zacht rui sclien de gewa
den, die de slanke leden omhulden, met de
fijngevonnde handen en voeten. De vrou
wen, die slechts geschapen zijn als kronen
voor hen, die als vorsten van het leven ge
nieten, en onbereikbaar zijn voor de honge
rende knechten. De vrouwen, zooals ik ze
begeerde. En ik leerde van haar, welke
wenschcn zij bij zich omdroegen, wat haar
deed opzien met smachtende oogen en wat
haar met sprookjes vervulde ziel er toe
bracht vermomde prinsen en helden te zoe
ken. Toen legde ik mijzelf het zwijgen op
mijn gezicht verstarde en slechts mijn oogen
spraken van de onuitputtelijke rijkdommen,
waarloc een vrouw slechts den sleutel zou
hebben. Velen hebben hel beproefd de schat
kamers tc openen, waarin zich niets anders
bevond als een aan banden gelegde lcvens-
rocs, die opsprong als een tijger, wanneer
deze bemerkt dal de deuren opengaan. Zoo
was het gisteren, zoo was het voor weken,
voor jaren. En altijd zonder inspanning en
daardoor zonder waarde. Maar heden
heden was 't iets kostbaars, waarvoor de
hoogste prijs verlangd werd. Ik moest dus
ook waarde bezitten, daar ik dien prijs be
talen kon. En de vrouw, welke die waarde
schiep, heeft mij in het aangezicht van den
strijd, die de dood zal zijn, het geluk ge
bracht, waarnaar ik zoo vurig verlangde.
Al het heerlijke het mijne te noemen, waar
van het voorvaderlijk paleis alleen uit het
verleden sprak. Alles te bezitten wat in de
jeugd mijn tehuis mij slechts voorgelogen
heelt. Iemand te zijn, die de grootste reke
ning kan betalen, omdat al zijn begeerten
zijn bevredigd. En dat alles zie ik nu vaag,
in verbeelding
Mocht ik sterven, mijn verlangen is be
vredigd."
Ilct eerste daglicht drong door de luiken.
Schemerend daagde dc Zondagmorgen. Nog
altijd hoorde men den gtflijkmaligen rhyth-
nius in den tred van den schildwacht op het
dek. De adem van beide mannen vloeide in
een in de kleine hut en de hartstochten we
ken terug, want beiden voelden, dat een
Derde tusschen hen stond, die een van hen
zocht met zijn glanslooze oogen.
En beiden hadden voor Hem een lach op
het gezicht.
Plotseling werd een klok geluid. De offi
cier sprong overeind en schudde de spoken
van den nacht van zich af. Robert Twersten
richtte zich thans eveneens op en zag hem
aan. Ook hij hein was de herinnering weer
wakker geworden.
„Ge hebt nog een minuut om te kiezen,"
zeide de officier kortaf.
„Daarin vergist ge u," antwoordde Robert
Twersten. „Ook gij hebt geen keus meer."
„Wal bedoelt ge?"
„Gij' gaat den strijd tegemoet -~ hetzij als
onteerde of als een man. Daar geef ik u
mijn woord op."
De officier greep naar zijn pet. „Ge zijl
gast van het schip, voor zoover het bescher
mingen gastvrijheid kan verleenen. Tot
weerziens
Aan dek klonken dc fluitsignalen. In alle
ruimten van het schip plantten zij zich voort.
Verward geraas, getrappel van haastige
voetstappen, geschuifel en geratel, comman
doroepen en daarna weer stilte. Eindelijk,
als verademing, het gewone geluid van het
dagelijksche werk.
De Ilamburgsche schepen, die als kolen-
en proviandschepen (lc vloot zouden volgen,
moesten achtergelaten worden. Zij hadden
noch kolen, noch proviand kunnen innemen.
Santiago had niets meer om te geven als zijn
nieuwsgierigheid. Hoofd aan hoofd stond
dc bevolking, in afwachting van de zenuw-
prikkelende looncelen aan de haven.
Op de „Infauta Maria Teresa" werd een
sein gcheschen.
,De bewegingen van den admiraal vol
gen," luidde het bevel.
Nu gleed dc „Yiscaya" in het schuimende
kielwater. Achter haai-, op korte afstanden,
dc „Christobal Colon" en de „Almirante
Oquendo." Twee nieuwe torpedobootvernie-
lers sloten zich Dij dc schepen aan.
Stil, zonder het minste gedruisch, voer het
eskader door den nauwen pas, welks krom
mingen het aan het oog van den vijand ont
trokken.
Ieder voelde in ademloozc spanning het
hart in de keel kloppen. De stoomspanning
in de ketels was tot het hoogste opgevoerd.
„V olie krach t!"
Als een wervelwind stormden de Spaansclic
schepen uit den ingang, door het blokkade-
eskader der Amerikanen heen, terwijl zij
naar alle zijden vuurden, en met inspanning
van alle krachten beproefden dc open zee tc
bereiken. Dc Amerikanen waren verrast.
Zij hielden op Zondag inspectie cn hun sche
pen hadden slechts kleine vuren. Maar blik
semsnel hadden zij stoom opgestookt en don
derend antwoordden hun kanonnen. Een
wild opbruisend hoera de jacht was be
gonnen.
Wordt vervolgd.