M°. 136. 9de Jaargang. Vrijdag 14 October 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalvo op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. TelepHoonnumttier 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f Elko regel meer - Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordeelige bepalingen let hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Duitsch-Czechische verzoening. In den landdag van Boheinen nemen dc on derhandelingen over eene Duitsch-Czechische verzoening een bevredigenden loop. Al is het ook aan twijfel onderhevig, dat de nationaal- politieke commissie binnen den daarvoor ge stelden termijn van drie weken met het ge- heele complex van dc haar toegewezen zaken zal gereed komen, de loop van de algemeene beraadslagingen over de nationaal-politicke wetsontwerpen heeft toch getoond, dat de stemming tot dusver gunstig is voor eene verzoening. In de algeineene beraadslagingen bleek van weerszijden geneigdheid lot den vrede te bestaan. Wanneer die stemming blijft aanhouden, dan zijn de vooruitzichten gunstig, dat de behandeling der détails, die nu moet volgen, althans op cenige punten er toe zal leiden, dat men zich met elkaar verstaat, en wal de overige punten betreft dc grondslagen zal leggen voor eene voortzetting van de onderhandelingen met goede kans van slagen. De te Weenen verschijnende Deutsch- böhmische Ivorrespondenz heeft van het be stuur der vereeniging van Duitschc afgevaar digden van den landdag van Bohemen de volgende mededeeling over den stand van zaken ontvangen: „liet einde van de algemeene beraadslagin gen in de nationaal-polilieke commissie bc- teekent, naar de algemeene opvatting van de deelnemers uit beide kampen een succes, dat wel nog niet als eene positieve uitkomst op den weg naar de verzoening kan worden aan gemerkt, maar toch ook in zijne politieke be- teekenis voor het gezicht in de verdere toe komst niet is te onderschatten. Als hoofd moment voor dc gunstige beoordeeling van dit debat wordt algemeen de zeer vredelie vende, conciliante houding aangem rkt, die door alle sprekers in het algemeen debat in acht is genomen. Ja, juist een kort oogen- blik van bedenkelijke spanning, dal echter terstond door loyale verklaringen van beide zijden is overwonnen, bewees des te meer, hoezeer alle bij dc beraadslagingen betrok ken groepen er prijs op stelden, elke compli catie, die het verzoeningswerk in gevaar kon brengen, zooveel mogelijk te vermijden. In dit aan den dag leggen van de algemeene gezindheid tot verzoening ligt dus de bete kenis van het algemeene debat voor het tegen woordige tijdstip. Het eindigt met een althans niet ongunstig uitzicht op de beraadslaging over de détails, die nu begint. Wanneer de in het algemeen debat uitgesproken gevoe lens van de CzecJien zich ook bij de verdere behandeling in zóóver doen gelden, dat geen van de eischen, waarvan de Duitschers niet kunnen afzien, bits wordt afgewezen, dan is ook aan dc beraadslaging over de détails een vreedzaam verloop verzekerd. In deze debat ten zullen ook aan de Duitschers eischen ge steld worden, die hoofdzakelijk betrekking hebben op de bescherming der minderheden en inzonderheid op de minderheidsscholen (in het Duitschc gebied van Bohemen). Men gelooft echter, dat ook op dit punt de prin- cipieele meeningsverschillen niet' zoo groot zullen zijn, dat daaruit een afbreken van dc onderhandelingen zou moeten voortvloeien. Hoe ook dc verdere beraadslagingen mogen eindige*!, het kalme verloop van het alge meene debat heeft hel eindelijk mogelijk ge maakt, dat de principieele gezindheid dei Czeehen, om over de voornaamste eischen van de Duitschers in onderhandeling tc tre den, niet slechts officieel uitgesproken, maar ook uitvoerig gemotiveerd is. Dat verschaft in ieder geval een aanknoopingspunt voor eventueele latere onderhandelingen, wanneer de tegenwoordigen nog niet tot een tastbaar resultaat mochten voeren, en daarin ligt de groote beteekenis, die dc niet ongunstige uit slag van het algemeen debat voor de natio- naal-politieke toekomst van Bohemen heeft". Het hier medegedeelde getuigt van eene tamelijk optimistische stemming. Die wordt intusschen niet algemeen gedeeld. Zoo wordt uil Weenen aan de Frankf. Ztg. geschreven, dat het slechts gelukt is over cenigen van de verschilpunten heen te komen, maar dat do principieele strijd in de gewichtigste kwestie voortbestaat. liet is mogelijk, dat gemeen schappelijke wenschen om aan het kabinet eer.e parlementaire stelling te geven, beide partijen aanleiding geven om over dezen principieelen strijd heen te glijden en hem voorloopig te laten rusten, maar hij blijft aanwezig en daarmee de mogelijkheid om iederen dag opnieuw den twist te beginnen. Of de veel geroemde verzoenlijke stemming, die in Praag is gebleken, werkelijk zoo hoog is te schatten, kan menbetwijfelen, omdat zij blijkbaar slechts liet doel heeft de Czeehen in staat te stellen weder in de regeering op te treden, zor.der dat de nationale zekerstel ling van de Duitschers is voorafgegaan. Duitschland. De rede, die de Keizer gehouden heeft op hel ccuwlecst van de Berlijnsehe universiteit, heeft groote instemming gevonden, niet alleen 0111 de daarin aangekondigde milüoenensticli- ting voor instellingen van wetenschappelijk onderzoek, maar ook om haar vorm en in houd.. De Kuln. Ztg. schrijlt van deze rede: „Zij is waardig in den vorm cn nationaal en vaderlandslievend in het gansche innerlijk gevoel. Zij staat geheel op den bodem van dc eischen van het moderne leven, want zij geeft niet alleen aan de wetenschap wat haar toe komt, maar brengt uil hare vele takken juist den natuurwetenschappelijken vorm naar voren, die bij dc hoogste wetenschappelijk heid met het moderne leven in het nauwste, meest rcchtstreeksche verband staat. Wij zijn in Duitschland wetenschappelijk gebleven, maar praktisch geworden, en wanneer dus wetenschap en praktijk zich vereenigen, dan harmonieert dat zoozeer met hel gevoel zoo wel van onze ideaalste als van onze schran derste geesten, dat er niet meer van wan klank, maar slechts van samenslemmen sprake kan zijn. „Het beste bewijs voor dc waarheid van hel liier gezegde biedt onze door partijschap pen zoozeer verdeelde persoon. Er zijn on getwijfeld bladen, die meer blijdschap zou den hebben gevoeld, als er op dc rede van den Keizer heel veel was aan te merken ge weest. Er waren anderen, die de te verwach ten redevoeringen niet zonder bezorgdheid tegemoet zagen, maar aan het pessimisme van de eenen is dc grond onttrokken, en de verwachtingen van de anderen zijn bitter te leurgesteld. De rede van den Keizer is dooi de hoogte, waarop zij stond, aan alle partij- getwist ontrukt, en hier is het verblijdende geval te vermelden, zich zoozeer aan de ge- dachlcnwereld van het volk heeft aangepast cn daaraan welsprekende uitdrukking heeft gegeven, dat er niets dan tevredenheid en blijdschap is overgebleven. Bij het veelvul dig overmatig op den voorgrond tredende streven, om de redevoeringen van den Keizer onder dc loupe te nemen, er aan te kritisee- ren en ze te interpreteeren, is het werkelijk eene bijzondere voldoening, dat hier eene rede werd gehouden, die zoo klaar en door zichtig is, dal er niets in kan worden geïn terpreteerd. Vrijzinnige en conservatieve bla den spreken zonder voorbehoud hunne groote voldoening uit, cn de Keizer heeft niet slechts eene goede, maar zelfs eene zeer goede pers. „Ter zijde staat wel is waar de Vorwarts, maar het is in hooge mate opmerkelijk, dat zelfs dit blad een afkeurend oordeel niet kan motivccren en niet eens tracht te motivce- ren. Niets is bewijskrachtiger voor den in druk van de rede, dan dat de Vorwarts, zeker ondanks haar vurig streven, niets heeft ge vonden wat er op kan worden aangemerkt. Had zij iets kunnen ontdekken, dan zou zij het aan de wereld met geestdrift medegedeeld hebben". B e r 1 ij n 1 3 O c t. Hedenavond w.rd in hot koninklijk paleis een gastmaal gegeven door den Keizer cn de Keizerin, waar o. a. aanzaten de kroonprins en de. kroonprinses, andere vorstelijke personen, de rijkskanselier, professoren der universiteit en andere te Ber lijn vertoevende bekende Duilsche en buiten- landschc geleerden. Na tafel hielden de Keizer en de Keizerin cercle, waarbij zij gesprekken voerden met vele Duitschc en buitenlandsche geleerden. Bremen, 1 3 O c t. De onderhandelingen lussclien de werfarbciders eenerzijds en de Norddeutselie Armaturcnfabrik en de naam- looze vennootschap Weser anderzijds, heb ben geleid tot bijlegging van aile punten van geschil. Frankrijk. Charleroi, 13 Oct. Het spoorwegbe- stuur schorste het vervoer in de richting van Vireux en Givet, daar liet vanaf heden niet meer mogelijk is om door middel van den Oosterspoorweg Parijs te bereiken of er van te vertrekken. I' a r ij s, 1 3 O c t. Vijf d?r voornaamste stakingsleiders Lcmoine, Rer.ault, Toffin, Leguenic cn Antont zijn heden morgen oin half tien op liet bureau van het socialistische dagblad „rilumanité" zonder incidenten ge arresteerd. P a r ij s, 1 3 O c l. De spoorwegarbeiders, welke getroffen worden door het bevel tot mobilisatie, wachten in de bureaux der Hu- manité in het gezelschap van advocaten den loop der gebeurtenissen af. Een socialistisch Kamerlid verklaarde, dat de politie de deu ren met geweld moest openen. R ij s s e 1, 13 Oct. Men bevestigt, dat Bas- ty naar den president van den ministerraad telegrafeerde, dat indien het bevel lot mobi lisatie niet binnen 21 uur was opgeheven, hij niet kon antwoorden. De voor mobilisatie opgeroepen mijnwer kers en spoorwegbeambten gehoorzaamden tot dusver niet aan den oproep. Men meldt aan de Dernière Ilenre dat de mijnwerkers te Pillc en Courrières staken. Par ij s, 13 October. Acht machinis ten van den Ooster- en Orléans spoorweg zijn heden morgen ontslagen. Inlichtingen ont vangen aan het ministerie van binnenlaud- sche zaken constateeren dat de staking ver re van algemeen is. Tal van beambten heb ben den dienst hervat. P a r ij s, 13 Oct. Het ministerie van openbare werken bericht heden avond om 8 uur, dat op de Est alle treinen heden zijn vertrokken. Op de Nord vertrokken 5 k 6 treinen meer dan gisteren. Op de Ouest-Etat is eene kleine hervatting van werk. In Ba- tignolles is de dienst van de P.-L.-M. nor maal. Tweede telegram. Het ministerie van openbare werken maakt bekond, dat de derde dag van dc staking gekenschetst werd door eone neiging tot ontspanning op de net ten van de Nord en de Ouest-Etat. In de pro vincie is de toestand verbeterd. Derde telegram. Uil de inlichtin gen, die hedenavond om elf uur aan het mi nisterie van binnenlandsche zaken werden gegeven, blijkt, dat op de Nord 42 van de 15U treinen heden hebben geloopen. De lijn Parijs—Brussel is heden avond hersteld. Op de Orleans loopt de dienst normaal, op <le Est en de P.-L.-M. eveneens. Het bevel tot oproeping in werkelijken dienst heeft van verschillende zijden eene aanmerkelijke ontspanning verschaft. De minister-president confereerde heden avond met den minister van oorlog en den militairen gouverneur van Parijs. Het garni zoen van Parijs is aanmerkelijk versterkt. De Compagnie du Nord bericht, dat zij een honderdtal personen heeft ontslagen. De P.-L.-M. heeft heden namiddag negen beambten ontslagen. Terg ni er, 13 Oct. Een 20ijtal machi nisten hebben den arbeid hervat. P a r ij s, 13 Oct. De Compagnie du Nord bericht, dat de toestand beter wordt te Saint-Quentin. Bordeaux, 13 Oct. De spoorweg- mannen van de Midi besloten tot staking, te beginnen met morgen. Troyes, 13 Oct. De spoorwegmannen hebben besloten in staking te gaan. Toulouse, 13 Oct. Tot onmiddel lijke staking op het net van de Midi is be sloten. Marseille, 13 Oct. De treindienst heelt den geheelen dag normaal gewerkt P a r ij s, 13 Oct. Er zijn drie arrestatiën geschied in het bureau van de Guerre sociale (hel blad van den revolutionair Hervé). Dc rechter van instructie heeft talrijke nieuwe bevelen tot inhechtenisneming on- derleekend. Men verzekert, dat een bevel van inhech tenisneming is uitgevaardigd tegen Pataud, (den bekenden electricien, die door zijne handelingen zich den bijnaam verwierf van „koning" Pataud). Vier spoorwegmannen in de provincie zijn gearresteerd. Twee stokers cn een chef-electricien, die bezig waren een stoomketel leeg te laten loopen, zijn gevangen genomen in de werk plaats te Saint-Dends. P a r ij s, 13 October. Na eene ver gadering van leden van het intersyndi- cale comité van den Métropolitain en het syndicaat der electrische industrieën werd om 6 uur des avonds het bevel bot staking van den arbeid in de electrische sectoren •gegeven. Om half zeven begon het licht op verschillende punten van de groote boule vards uil te gaan. De spoorwegstakers juichten in eene ver gadering deze staking toe. Tweede t c 1 e g r a m. In den loop van den namiddag werden de telegraafdraden, die het ministerie van binnenlandsche zaken verbinden met de prefectuur van politie, doorgesneden. Er zijn maatregelen genomen om ze te herstellen. De staking van de electricians veroorzaakt groote stoornis in het verkeer. Het Elysée, het ministerie van binnenlandsche zaken, vele koffiehuizen en schouwburgen zijn van electrisch licht verstoken. Van de vijf sectoren zijn twee in staking Naar de sectoren, waar de staking heerscht, zijn manschappon van de genie gezonden. P a r ij s, 1 3 O c t. De staking is verklaard op de tramwegen van Nogenl. Eveneens op die van den Est Parisien in het 20e arron dissement. De bond van transportwerklieden heeft de staking van den arbeid afgekondigd, maar ingevolge de beslissing van de Compagnie générale du Travail is bevel gegeven de be kendmaking van het besluit op te schorten. Duinkerken, 13 Oct. Eene vergade ring in de arbeidsbeurs keurde de algemeene staking goed. P a r ij s, 14 Oct. Om 12.20 heden nacht sprong een bom voor het perceel rue de Bcrcy no. 6. De gevel werd zwaar bes dhadigd; in belendende huizen braken de ruiten. Er is niemand gewond. Een onderzoek is inge steld. De bom had den vorm van een sterken ijze ren pot Minister-president Briand heeft tegenover eenige vertegenwoordigers van dc pers zijn hart gelucht over het bedrijf der aanleggers van de spoorwegstaking. Zijne verklaringen komen hierop neer „De regeering staat niet voor eene staking in den wettelijken zin van het woord, maar voor eene misdadige onderneming van ge weld, wanorde en sabotage. De beweging heeft geen beroepskarakterzij heeft zuiver den aard van een opstand. Dit ontgaat geheel aan 't spoorwegpersoneel, dat spoedig genoeg maar te laat zal bespeuren, dat men het tot de ergste buitensporigheden brengt. Ik heb eene deputatie van gemachtigden van den bond van machinisten en stokers en van het lands-syndicaat der spoorwegmannen in mijn kabinet ontvangen. Tusschen ons werd afge sproken, dat de vakvereenigingen de eischen van het personeel in een stelligen vorm mij zouden doen toekomen, opdat ik ze aan de spoorwegbesturen zou kunnen overbrengen en dezen verzoeken er op te antwoorden. On der mijne bemiddeling zou op deze wijze eene vriendschappelijke bespreking zijn inge leid, die zeker tot goede resultaten zou heb ben geleid. Na voorloopig principeel overleg zou eene rechtstrccksche bespreking tusschen vertegenwoordigers van het personeel en van de spoorwegbesturen onder mijn voorzitter schap hebben plaats gehad. De Ooster, Noor- der, Orleans cn I'. L. M. maatschappijen heb ben overigens reeds eenige concession gedaan en het personeel heeft daarvoor zelfs schrif telijk dank betuigd aan den voorzitter van de Orleans. Over de regeling van den arbeid heeft de minister van openbare werken dc vakvereenigingen geraadpleegd, om hem in staat te stellen met volledige kennis van za ken besluiten te nemenhij wacht nog op hun antwoord. Wat de vraag betreft om te rugwerkende kracht te geven aan de bepa lingen over dc pensioenen, heeft de minister van openbare werken gehandeld overeenkom stig de verklaringen, die hij in de Kamer HA.NZEA.TEN. 67 doo* RUDOLF HERZOG. „Het wordt een mooi schip, meneer Twersten," hernam de Spanjaard, van on derwerp veranderende. „Hel is maar jam mer, dat de twee stoomers, die wij destijds naar Santiago hebben gezonden, nu aLs goe de prijzen in Amcrikaansche havens liggen." „Als zij maar tot nut van dc menschheid dienen. Dat is ten minste nog beter dan dat zij nu stukgeschoten op den bodem van de zee lagen." Hij dacht aan het van stapel loopen van de „Ingeborg", terwijl hij verder ging. En om daarvan over te springen naar Ingeborg Braniberg zelf, was voor zijn gedachten het werk van één seconde. „Nu komt zij spoe dig van haar gezondheidsreisje terug," zeide hij bij zichzelf. „Eiken dag kan zij komen. Wat levert de wereld toch nog veel vreugde op!" Op zijn lessenaar lag een telegram. Da delijk voelde hij, dat 't geen telegram over zaken was. „Kom heden in Hamburg terug. Verzoek mij den avond te schenken." li ij las hel telegram eenige malen achter elkander, legde het toen weg, greep er op nieuw naar cn las het nog eens. Telkens kreeg het meer woorden en ten slotte werd Jiet hem een lange, lange brief. BB* Hij hoorde zichzelf lachen, zachtjes en ge lukkig. In den namiddag kwam mevrouw Inge borg Braniberg op hel Hamburger station aan. Verbaasd zag zij op, toen zij Marga Vanheil in het oog kreeg. „Ben je heusch hierheen gekomen om mij af te halen?" Met een hartelijke dankbetuiging nam zij dc rozen aan, die Marga haar aanbood. „Maar, meisje, hoe wist je, dat ik zou ko men?" „Ik verlangde erg naar u," bekende Mar ga, „en een uur geledon trok ik de stoute schoenen aan en telefoneerde aan meneer Twersten, of hij ook wist wanneer u terug zoudt komen. Hij zeide vandaag. Nu, en op het kantoor van een expediteursfirma zijn wel spoorboekjes .te vinden." Ingeborg Bramberg omhelsde haar. „Het is een gelukkig voorteeken, je lief gezicht 't eerst te zien te krijgen. Ga je met mij mee naar huis? Dan wordt mijn kamer dadelijk warm en gezellig." „Is meneer Bramberg niet in Hamburg?" „Meneer Bramberg is bij vrienden in Schot land aan 't jagen." „Wat ziet u er goed uit! Gebruind cn flink 1 't Is alsof u iets van de frissche zeelucht meebrengt." „Kom, kom, vleisterje!" „Neen, *k vlei niet. U ziet er uit om iemand het hoofd op hol te brengen." Arm in arm gingen zij door de wachtka mer naar het rijtuig. „Jij bent een blonde schoonheid," zeide mevrouw Bramberg, „en je jeugd veroorlooft je niet al te voorzichtig te zijn." Naast elkander in den open landauer geze ten, reden zij den weg op naar Uhlcnhorst. „Vooreerst," antwoordde Marga Vanheil, „ben ik geen schoonheid, maar slechts een flink uit de kluiten gegroeid meisje. Ten tweede ben ik niet meer zoo jong, en ten derde ben ik vrééselijk voorzichtig." „Met de gevoelens van je -hart?" „Natuurlijk, want dat is het eenige ver mogen, waarover ik vrij te beschikken heb." „Ten minste als je niet een voordeeltje licht, door in stilte koopmanszaken tc doen mei de firma K. R. Twersten." „Heeft hij u dat verteld?" „Wie?Hij?" „Nu, voorloopig is er nog maar één. Bob is nog in de leerperiode." „Ja, hij heeft 't mij gezegd. Heeft het goe de gevolgen gehad, dal je zaken met hem hebt gedaan?" „Zoudt u hem niet kunnen aanraden om ergens in de wereld een nieuwen oorlog op touw te zetten en er dan weor schepen heen te zenden? Dan zou ditmaal de firma Vanheil de bevrachting wel op zich willen nemen." „Nu, dat zou ik wel kunnen doem. Maar ik geloof, dat hij voorloopig meer behoefte heeft aan rust. Geloof je dat ook niet?" Als antwoord greep Marga. Vanheil de hand van mevrouw Bramberg met teederen druk. Het rijtuig reed langs den Alster en hield voor den ingang der Brambergsche firma stil. „Ik moet mij even vcrkleeden," zeide me vrouw Bramberg, toen zij het huis waren binnengegaan. „Maar, daar leun je gerust bij blijven." Nadat mevrouw Bramberg zich had ver kleed, gingen zij in haar kamer theedrinken. Met den terugkeer van de vrouw des huizes ginig alles weder zijn ouden gang. „Tot dusverre hadt je, als je mij kwam op zoeken," zeide mevrouw Bremberg schert send, „mij altijd iets nieuws van je te ver tellen. Stort nu je hart ook maar eens uit." „Hoe kunt u dat zeggen! Ik kom enkel en alleen om u, en niet omdat Robert Twers ten „Aha, daar heb ik 't al!" „Ach, lieve hemel," zuchtte Marga, „dat hij eindelijk weer eens iets van zich heeft laten hooren, is een feit, dat ik toch niet behoef te verbloemen. En in hoofdzaak schrijft hij ■over mijn broer Frits. Die wildzang heeft, om zijn technische kennis tc vermeerderen, «en plaatsing aangenomen als machinist bij •dc Spaansche vloot en is in den zeeslag bij Santiago nogal ernstig gekwetst aan zijn arm. Wat zegt u nu van zoo'n streek? Ik Jicb eens een jongen dashond gehad, die moest ook overal met zijn neus bij zijn, an ders maakte hij zich doldriftig. Er schijnen tocli nog altijd mannen te zijn, die wat al te lang mijn jongen dashond willen nadtoem." „Duurt 'i nog lang, voordat ik iets van Robert Twersten te hooren krijg?" „Zeker niet, mevrouw. Vooral als u dat -verlangt en 't onderwerp zoo belangrijk windt." „Neen," antwoordde mevrouw Bramberg, fterwijl zij deed alsof zij ingespannen zat na Se denken, „neen, ik kan geen enkel vinden, «dat belangwekkender is." Beiden lachten hartelijk. „Nu," ging Marga Vanheil voort, „omdat m 'l dan zoo wilt." En in één stuk doorgaan de, begon zij te vertellen „Di\t heeft Robert geschreven. En ooit, dal Trits met heldenmoed zijn werk bij de ma chine heeft gedaan en later, nadat het schip avas gezonken, met groote onderscheiding aan boord van bet Amerikaansche oorlogs schip ontvangen is. Zijn gekwetste arm heeft hem geen oogonblik zijn vroolijk humeur doer verliezen, en naar alle waarschijnlijk heid zal hij nog geruimen tijd in het buiten land blijven, waarover Frits van plan was ons binnen eenige dagen zelf uitvoeriger te schrijven. Tot zoover heb ik dien brief van Bob aan mijn vader voorgelezen. Vader is bijzonder mei de daden van zijn jongen in genomen, en over zijn mooie toekomst spreekt hij nu eiken dag mot ons. Vader heeft weer een geduchtcn aanval gehad en komt niet meer uit zijn stoel. In onzen vrijen tijd zit ten wij bij hem en luisteren wij geloovig naar hem, als hij over zijn lieveling Frits spreekt als toekomstig minister, of, wat hij nog veel hooger stelt, als aanstaand eige naar van een groote Hamburger werf. Ver der schreef Bob, dat hij zelf Cuba zou ver laten, zoodra Frits zijn gezelschap niet meer noodig had en dat hij dan van plan was naar New-York tc gaan." yNaar New-York? Waarom komt hij niet terug?" „U weet toch wel mevrouw, dat hij in onmin ismet zijn vader?" „En heb je hem dan niet kunnen schrij ven, dat hij 't er toch maar op wagen moest, vrijmoedig zijn vader onder de oogen te ko men? ALs hij nu uit Cuba vertrekt om, op hoop van zegen, naar New-York te gaan, is het toch een bewijs dat zijn jeugdige over moed de eerste teleurstelling al heeft moe ten ondervinden. Want, in Santiago woont toch zijn mocdca, dlie hij afgodisch vereert." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1