0<le. Jaargang.
Zaterdag 15 October 1910.
BINNENLAND^
Uit den omtrek.
FEUILLETON^
V- 138. Tweede Blad
FOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cent» bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcolige bepalingen tot
hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmodedeolingen enz..gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
Inspecteurs en agenten
van verzekeringsmaatschap-
p ij c n. In een der zalen van „de Karseboom"
te Amsterdam is eene vergadering gehouden
van inspecteurs en berocpsagenlen van ver
zekeringsinstellingen onder presidium van
den heer A. Willing, te Amsterdam, teri einde
te geraken tot oprichting eener vakvereeni-
giug-
Uit de besprekingen bleek, dat er voor deze
categorie van vakgenooten geen vereeniging
bestond, waarbij men zich zou kunnen aan
sluiten. Een krachtige organisatie werd door
allen noodig geacht om de vak-, 9toffelijke-
en zedelijke belangen der leden te kunnen
bevorderen en de misstanden en misbruiken
in den buitendienst te kunnen bestrijden.
Uitgaande van deze beginselen, werd de
vereeniging, die zich ten opzichte van gods
dienst en polilick strikt neutraal wenscht te
houden, opgericht.
De contributie werd voor 't eerste vereenï-
gingsjaar vastgesteld op f 5 plus f 1 entree
geld.
Een voorloopig bestuur, bestaande uit de
vijf hieronder genoemde heeren, werd geko
zen en kreeg opdracht statuten en huishou
delijk reglement te ontwerpen: A. Willing,
voorzitter; II. Lazard, 2c voorzitter, beiden te
Amsterdam; B. Yivoen, secretaris; J. II. Do-
mavc, 2e secretaris, beiden te Haarlem: L.
Boer, penningmeester, Zwolle.
Ontslag gehuwde ambtena
ressen. Te Haarlem heeft zich een comité
gevormd, dat zich ten doel stelt actie te voe
ren legen het wetsontwerp van minister
Heemskerk, betreffende het ontslag aan ge
huwde ambtenaressen en onderwijzeressen.
Er zal o.a. een openbare vergadering gehou
den warden.
In het comité hebben zitting: dc Bond van
Nederlandschc Onderwijzers, de S. D. A. P.,
de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, de
Vrouwenontwikkclingsclub en de Vrijz. Dem.
Bond.
Hollanders in Argentinië.
De correspondent te Buenos Aires van de
N. B. Ct. schrijft d.d. 16 September
Volgens bericht uit Parana, de hoofdstad
van de provincie Entre Rios, het Argenlijn-
sche Mesopotamia, heeft de regeeriing van
genoemde provincie een overeenkomst aan
gegaan met een syndicaat, aan het hoofd
waarvan een bekend Nederlander in Buenos
Aires staat, en waarbij een grondoppcrvlakte
van 10,000 Il.A. in het vruchtbare deltagebied
in het zuidwesten van Entre .Rios aan ge
noemd syndicaat overgaat, onder beding dat
het terrein zal worden ingepolderd op de
manier als in Holland gebruikelijk.
Het doel is het land daarna te verdoelen
onder Nederlandsche landbouwers, die daar
voor speciaal zullen worden uitgezocht, om
het landbouwbedrijf zóó intensief te voeren,
dal elke familie aan 2 H.A. genoeg heeft.
De Fransche staking en de
p r ij 7. e n. In een fruitwinkel in de Kalver
stra at te Amsterdam staan perziken uitge
stald. Geïnformeerd naar den prijs.
f 1.25
Het dozijn?
Neen, het stuk. En als de staking aanhoudl,
worden ze nog duurder.
Met de Ilollandsche perziken is 't gedaan.
Deze kwamen uit Montreuil. N-. v. d. D.
*- Het nie uwe dubbeltje. Er
zijn nieuwe dubbeltjes, eenvoudig met ver
andering van het waardecijfer de nieuwe
kwartjes in het klein. Om het hier heel
flauw doende borstbeeld zit het omschnlt
ook hier van boven te nauw; ue rand is
ook weer tamelijk breed. De eikenkrans om
sluit aan de keerzijde vrij (licht de woor
den en cijfers „10 cents 1910", maar, mis
schien door het weinig relief, schijnt deze
zijde toch niet zoo vol als de keerzijde van
het kwartje.
Onderzoek naar hel vader
schap. Te Amsterdam is in een vergade
ring, uilgeschreven door de afdceling van dc
Ned. Middernachtzending-vereemging, beslo
ten tot oprichting van een bureau van con
sultatie in verband met de wet betreffende
hel onderzoek naar het vaderschap. Het
adres is: Weteringplantsoen 22. Mrs. jhr. J.
F. Backer en L. J. W. Smit zullen als rechts
kundige adviseurs optreden; de bureau's der
beide voogdijraden hebben hun steun toege
zegd.
Spoorwegklacht. Men schrijft
aan de Tijd:
„Ellendig zijn de spoorwegtooslanden in
het Nederlandschc mijndistrict. Geregeld ko
men de treinen van Sitlard een uur en meer
te laat aan. Op aansluiting is niet meer te
rekenen. Niet enkel op de stations, maar
vaak midden op den weg wordt een kwar
tier halt gehouden, omdat dc lijn versperd
is. Goederenwagens zijn niet meer te ver
krijgen. Den heelen nacht door loopen kolen-
treinen, zoodat de dienst bijzonder zwaar is.
Wanneer komt er toch eens dubbel spoor
op de lijn Sitlard—Herzogenrath?"
Een veelbelovend jong
mens c h. Te Vlaardingen verdween den 27.
Juli 1.1. met medeneming van een bedrag van
f 800, die hij voor de voldoening van een re
kening van zijn vader in zijn bezit had de
15-jarige P. B.
Men vermoedde, dat hij de wijk naar het
buitenland genomen had, terwijl echter dc
pogingen, die aangewend werden om hem op
te sporen, tot dusver vruchteloos ble
ven
Thans is hij geheel platzak teruggekeerd.
1-Iij was al dien tijd in Allernaar geweest,
had van daaruit uitstapjes gemaakt en op
deze wijze de centjes erdoor gebracht.
School- en Kerknieuws.
Drogistenbedrijf. De besturen der
Vereenigingen van Apothekers-assistenlen, die aan
het lioofd staan van zaken in drogerijen en chemi
caliën, en van den Ned. Drogistenbond hebben tot
den minister van Binnenlandsclic Zaken een adres
gericht, waarin wordt aangedrongen op een behoor
lijke wettelijke regeling van het drogistenbedrijf.
In dat adres wordt er op gewezen, dat tot heden
het drogistenbedrijf wettelijk niet bestaat en het
toch niet valt te ontkennen, dal, waar duizenden
in den lande met dat bedrijf hun brood verdienen
en het nauw samenhangt met dc volksgezondheid,
'l niet aangaat daarvan verder geen notitie te nemen.
De besturen verzoeken dienvolgens als resultaat
van gemeenschappelijk overleg aan te sturen op
wijziging en aanvulling der thans bestaande ge
neeskundige wetten en brengen daartoe de volgende
punten onder dc aandacht des ministers, als zijnde
de wenschen van den algeheelen drogistenstand,
uitgesproken door de respectieve besturen
le. Invoering van een staats-examen voor dro
gist, met toekenning van een diploma.
2e. Vrijstelling van dat examen te verleen en aan
hoofden van drogistzaken, die in het bezit zijn van
een diploma apothekers-assistent (N. W.) en toe
kenning van het drogist-diploma aau genoemde
personen.
3e. Allen, niet in het bezit van diploma apothe
kers-assistent en toch staande aan het hoofd van
drogistzaken, zullen zich moeten onderwerpen aan
een nader door de regeering te bepalen examen.
•te. Niemand zal zich als drogist mogen vestigen,
zonder in het bezit le zijn van het drogist-diploma.
Zoodoende zal er een nieuwe, zuivere toestand
geboren worden, zoowel ten bate van particulier
als algemeen belang en er zal een einde komen aan
een toestand van onzekerheid, voor ons allen onge-
wenscht.
Ten slotte verzoeken de besturen bij eventueele
wetswijzigingen van advies te mogen dienen.
De burgemeester van Blari-
c u m. Naar aanleiding van het relaas van
de Telegraaf, omtrent het gebeurde te Bla-
ricum, heeft de IDlversumsche berichtgever
van het Ilbld. een onderhoud gehad met den
burgemeester van ölaricum, den heer Ho
sting, die hem omtrent het voorgevallene het
volgende mededeelde:
Gedurende enkele dagen der vorige week en
ook Zondag was het in Blaricum kennis. De bur
gemeester liet bij deze gelegenheid de surveillance
niet aan de veldwachters over, doch reed eiken
avond per rijwiel door de gemeente. Enkele malen
moest hij ccnigc personen, die rumoerig waren tot
doorloopen sommeeren, doch overigens gebeurde
er niets bijzonders. Item kwam evenwel ter oore,
dat een aantal inwoners Zondag het een of ander
tegen hem zouden ondernemen. Hij begaf zich daar
om te ongeveer 7 uur des avonds per rijwiel door
hel dorp, om te kijken of er ook iets verdachts
gaande was. Verschillende personen werden door
hem opgenomen, doch het bleef voorloopig rustig.
Later op den avond, het was -ongeveer half elf
toen de heer Hosang wederom surveilleerde, hoor
de hij zingen in de herberg van Tak. Volgens do.
politieverordening is dit na 10 uur verboden en dus
ging dc burgemeester naar binnen om het gezang
te verbieden. De aanwezige personen namen een
eenigszins tartende houding aan: als de heer Ho
sang lot den een sprak zong een ander weer. Ein
delijk was het zingen bedaard en de burgemeester
ging \fecr naar buiten. Een der kermisvierders,
Gcrrit Kuijer genaamd, die bekend staat als
iemand met een lastig humeur, jouwde hem uit;
de heer Hosang draaide zich plotseling om, waar
door hij het feit nog juist kon constateeren. Hij
verzocht Kuijer mede te gaan en gelastte den
rijksveldwachter Hoogvorst den man naar het ge
meentehuis te brengen. Vervolgens begaf hij zich
naar 't kermisterrein, na bevel te hebben gegeven lot
sluiting vun het café Verver. De heer Verver heeft
volgens een cude vergunning het recht om tot 11
uur zijn café open te houden, doch de burgemeester
achtte voor dezen avond een vroege sluiting ge-
wenscht.
Op het kermisterrein was een menigte van 50 k
GO personen bijeen. Onder hen bevonden zich de
ouders van bovengenoemden Kuijer, die van oor
deel waren, dat hun zoon onschuldig was. Daar
om vroegen zij den burgemeester om hem vrij te
laten, doch de heer Hosang wilde den man een
verhoor afnemen, als alles rustig zou zijn. Plot
seling werd van achter een dikken boom met een
stuk glas of een flesch in de richting van den bur
gemeester gegooid. Daarop sommeerde deze de
menschen om naar huis te gaan, aan welk bevel
door de meesten na eenige aarzeling werd voldaan.
Later ontmoette de heer Hosang zekeren Jan van
Slokkum een smidsknecht dien hij ook bij de
eerste sommatie reeds had opgemerkt. Wederom
maande hij den man aan, om naar huis te gaan.
Toen hij Van Slokkum na eenigen tijd weder te
genkwam, gaf hij den veldwachter Slagveld last,
om den man naar het gemeentehuis te brengen.
Onderweg rukte de man zich los. De burgemeester
die er bij was, liep hem achterna en riep, toen
hij op eenigen afstand den veldwachter Brands-
ma meende te zien: „Grijp hem". Tot den vluchte
ling zeide hij: „Sta, of ik schiet!" Om den man
schrik aan te jagen, schoot de burgemeester zijn
revolver in de lucht af. De veldwachter Brandsma,
die inderdaad op eenigen afstand had gestaan, sloeg
met zijn wapen naar den vluchteling, doch ver
zuimde door den schrik over het schot, dat hij
hoorde, den man achterna te loopen. Deze wist
toen te ontkomen.
De heer Hosang nam Kuijer op het gemeente
huis een verhoor af; dit duurde geruimon lijd en
eerst te ongeveer 1 uur kon de man huiswaarts
keeren.
Maandagmorgen begaf de burgemeester zich naar
Van Stokkum's woning, en verzocht hem alsnog
mede te gaan. Deze weigerde evenwel, zeggende,
dal hij evenals Zondagavond bevreesd was voor hel
vuurwapen van den burgemeester. Des middags
deed de heer Hosang andermaal een poging, doch
Van S. heette naar Amsterdam te zijn. Voor de
derde maal begaf de burgemeester zich des avonds
laat naar de de woning van v. S., thans in gezel
schap van den veldwachter Brandsma. Een oude
man deed open, doch antwoordde op de vraag,
of Van Stokkom thuis was: 't Is nacht" en smeet
daarop de deur dicht. De veldwachter bleef den
geheelen nacht voor de woning op post staan, doch
Dinsdagmorgen bleek, dat Van S. niet thuis was.
Beweerd wordt, dat Brandsma den burgemees
ter den raad gaf om niet bij Van Stokkum binnen
te gaan, als zijnde dit niet gewettigd. De heer Ho
sang zou den veldwachter toen met een stok heb
ben geslagen, waarvan de schrammen nog zicht
baar zoude i zijn.
Een feit is, dat Brandsma's gezicht eenige schram
men vertoont, welke echter een andere oorzaak
hebben. Volgens den burgemeester heeft wel een
woordenwisseling plaats gehad, doch is er geen
sprake, van, dat hij B. geslagen heeft.
Naar wij vernemen hebben eenige personen bv.
de bewuste Kuijer, over het optreden van den bur
gemeester bij den officier van justitie een klacht
ingediend. Deze heeft bereids de zaak in onder
zoek genomen.
De burgemeester heeft van hel voorgevallene
verschillende processen-verbaal opgemaakt. Met hel
hooren van v. S. zal nu gewacht worden, tot de
justitie ds zaak in handen heeft.
De Tel. verneemt nog, dat gisteren de Com
missaris der Koningin in de provincie Noord-
Holland, mr. G. van Tienhoven, met burge
meester Hosang een onderhoud over-het ge
beurde te Blaricum had.
In verband met de uiteenzelling van het
gebeurde van de zijde van den eersten ma
gistraat van Blaricum, vestigt dc Tel. er de
aandacht op, dat daardoor haar (door ons
overgenomen) eerste bericht over het optre
den van dien burgemeester, wordt bevestigd.
Waar moet 't heen als een plallektndsbur-
gemeester. die soms geruimen tijd geheel
alléén de openbare macht vertegenwoordigt,
bij het minste wissewasje naar zijn revolver
grijpt, ja, er zelfs mee schiet als een dor
peling, bij allen bekend, zich door dc vlucht
aan de arrestatie om een onbeteejienend feit.
onttrekt?
Aangenomen voor één oogenblik, dat de
man, Jan van Stokkum, werkelijk iets straf
baars had verricht. De bekentenis van die
daad, het lossen van het revolverschot, door
een burgemeester, die reeds jarenlang zijn
post bekleedt, is al de grootste zelfbeschul
diging, die burgemeester Hosang onder deze
omstandigheden kan uitbrengen.
Dat er een samenspanning tegen den bur
gemeester zou bestaan, of zou hebben be
staan, is uit niets gebleken. Wat wel is ge
bleken, wat den officier van justitie blijken
zal als een ernstig onderzoek wordt inge
steld en de politiemenschen, de rijksveld
wachter Hoogvorst uit Huizen, de gemeente
veldwachter Brandsma. vrij uit zullen spre
ken, is de omstandigheid, dat die menschen
eigenlijk verlegen waren op hevel van den
burgemeester legen dorpelingen le moeten
.optreden, die niets hadden gedaan, wat zulk
optreden wettigde.
We kunnen niet beoordeelen in hoeverre de
bewering juist is, dat in de richting van den
burgemeester een stuk flesch is gegooid, toen
de vader van Gerrit Kuyer, laatstgenoemde
zonder voldoende aanleiding op last van
den burgervader gearresteerd, op den Brink
ten aanhoore van een vrij groote menigte
het hoofd der gemeente de redenen vroeg
van de aanhouding van zijn zoon. "Wanneer
dit, het gooien met het stuk flesch, werkelijk
is gebeurd, moeten we andermaal onze ver
wondering er over uitspreken zooals we
het in ons stukje over dien burgemeester
reeds deden dat door het tactloos optreden
van dien burgervader, in niet erger mate
openbaar verzet is uitgelokt.
Waar ter wereld toch zal het in een be
schaafd land gebeuren, dat men bij nacht en
ontij iemand in z'n huis komt arresteeren...
alleen omdat de bedoelde op den dag, naar
de meening van den burgemeester, niet
spoedig genoeg naar huis is gegaan?
Maar bij die poging tot nachtelijke arresta
tie, poging gebleven door de cordaatheid
van een grijsaard, die den burgemeester in
den nacht niet wilde toelaten, komt méér.
Méér... volgens (1e verklaring van burge
meester Hosang zelve.
Om het huis, waarin dc smidsknecht Jan
Van Stokkum woont, is een erf. Dat erf is
door een hek van den openbaren weg af
gescheiden. 's Nachts is het hek met prik
keldraad dicht gemaakt, bewijs, dat de toe
gang tot dit particuliere erf in den nacht
niet is toegestaan.
Dat hek geeft toegang tot een gedeelte van
het particuliere terrein, dat weer verbinding
geeft tot een vertrek, waarin sedert maan
den een longlijder ligt, kleinzoon van den
ouden man. waarbij Jan Van Stock urn in
dienst is. Op den dag wordt het ledikant,
waarin de longlijder ligt, door een kamer
schut aan het oog van voorbijgangers ont
trokken. 's Nachts is een soort van tralie
deur voor de kameropening geplaatst, waar
door de lijder wel frissche lucht, doch geen
muggen, vliegen of ander gedierte in t'e
ademen krijgt.
De burgemeester heeft zich niet ontzien,
terwijl hel hoogstens dc vraag was of Van
Slokkum zich aan overtreding der politie
verordening had schuldig gemaakt, die af
sluiting, het prikkeldraad om het hek... te
verbreken.
Over de onaangenaamheden, hij die gele
genheid tusschen den burgemeester en den
gemeente-veldwachter Brandsma voorgeval
len, ten gevolge waarvan de burgemeester
den anderen morgen van dien gemeente
veldwachter vergde, binnen twee maanden
ontslag aan te vragen, zullen we thans niet
spreken. Aan de justitie te Amsterdam, (Uc
de zaak in onderzoek heeft, zullen de op
deze onaangenaamheden betrekking web
bende getuigenverklaringen, niet worden ont
houden.
Maar het feit alleen, dat een burgemeester
met jarenlange ervaring, zonder last van zijn
superieureu, zonder dat eenig ernstig feit ls
gepleegd, het verbreken door hem zelf van
dc afsluiting van een particulier erf als een
futiliteit beschouwt, is erg genoeg, om oe
vraag te stellen of zulk een magistraat wel
ten volle van de rechten en plichten, aan het
ambt verbonden, op de hoogte is.
Intusschen, van de bevestiging van ons eer
ste relaas door den burgemeester van Blari
cum, nemen! we nadrukkelijk akte.
HANZEA. TEN.
69 doo*
RUDOLF HERZOG.
Dc opgewondenheid, waarmede zij sprak,
deelde zich ook aan Marga mede.
„U moet het mij niet euvel duiden, me
vrouw, maar wat meneer Twersten niet kon
gedaan krijgen, mocht ik niet denken zelf te
kunnen. En ik zou het ook niet willen
doen. Ik zou niet willen, dat Bob mij op een
goeden dag zou kunnen zeggen, dat ik hem
van den weg had gebracht. Elk degelijk
mcnsch moet zijn eigen weg gaan en zelf
zijn levenservaring opdoen. Karei Twersten
heeft dat ook gedaan. Waarom zou Robert
van anderen moeten hooren wat verstandig
is om te doen?"
„Je neemt 't erg voor je vriend op, Mar
ga!"
„Voor mijn vriend
„OfIngeborg Bramberg nam Mar
git 's hand tusschen de hare „of is hij nu
méér voor je?"
„Ja," antwoordde Marga levendig, „nu is
hij meer voor me. Ik heb zelf niet gedacht,
dat dat zoo snel komen zou. Maar 't schijnt,
dat men eerst grooten angst moet hebben
over iemand, voordat men tot het bewust
zijn komt, dat men hem hartelijk liefheeft."
„En dat is nu hel geval, niet waarin
stilte verloofd?"
„In stilte verloofdherhaalde zij met
een verstrooid lachje, „ja, zóó stil, dat het
wel nooit zal worden opgemerkt."
„Ik Begrijp je niet, Marga. Weet hij 't
dan niet?"
„Jawel. Hij heeft 't mij zelf gezegd, toen
ik het eigenlijk liever niet wilde hooren."
„En?
„En? Ja, ik vond 't wel een heerlijk voor
uitzicht, eens den naam Twersten te zullen
dragen. Maar hij was nog niet veel meer
dan een jongen en kende weinig meisjes be
halve mij. En mij kende hij al van jongs af-
Toen dacht ik bij mijzelf, dat het goed voor
hem zou zijn een doel te hebben, zoodat hij
niet zou ronddrijven als een schip zonder
roer en toch vrij zou blijven met het oog
op de mogelijkheid, dat de dag zou komen,
waarop hij zou inzien, dat zijn genegenheid
voor mij slechts hel gevolg was van de ge
woonte om mol mij om te gaan en hij dan
misschien in een ander dc vervulling van
zijn wenschen zou vinden."
„Kindlief," mompelde mevrouw Bramberg,
terwijl zij beide armen om haar heen sloeg.
„Ziet u," hernam zij na eenige oogenblik-
ken, „zoo goed als ik mij nu bij u gevoel,
zoo wilde ik dat Bob zich ook in gedachten
bij mij zou gevoelen, als hij zich eenzaam
veelt in den vreemde en hij met zijn ge
dachten ergens heen moet vluchten om we
der vasten grond onder de voeten le krij
gen. Het is zoo'n groote sleun voor iemand,
als hij weet, dat ergens een mcnsch leeft,
die in hem gelooft. En zoo'n mensch wilde
ik voor Bob zijn."
„Lieve kind, hoe góed voel je het innig
ste deel der liefde
„Ach, dat weet ik niet," ging Marga voort,
„ik heb die gedachte gekregen sinds ik mij
over hem bezorgd heb gemaakt. Niet dat
ik vrees heb voor zijn slagen in de toekomst.
Ik heb Karei Twersten maar aan te zien om
lot mijzelf le zeggen: Hij is mijn zoon! Neen,
ik maak mij bezorgd nu zult u misschien
wel om mij lachen dat 'l hem aan iets
ontbreken zal, dat hij misschien gebrek moet
lijden, dat hij niet genoeg zorg draagt voor
zichzelf, en duizend dergelijke dingen meer,
die eigenlijk belachelijk zijn."
„Ik lach cr in 't minst niet om," zeide me
vrouw Ingeborg Bramberg ernstig, „want
ik heb altijd zelf verlangd mij op zoo'n wijze
bezorgd over iemand te mogen maken."
Beiden lieten daarop haar gedachten den
vrijen loop
„Bij de mannen moet 't wel een quaestie
van temperament zijn," meende Marga.
„Wat den een neerslachtig maakt, geeft den
ander dollen levensmoed. Mijn broer Frits
kan als voorbeeldt dienen, 't Kan hem zoo
slecht niet gaan, of hij kan er bij zingen
en schertsen. Hij kan in het slechtste gezel
schap geraken en den volgenden dag, als hij
zijn jas afborstelt, is hij de zaak vergeten.
Al had hij ook de grootste teleurstelling on
dervonden, hij zou die spoedig le boven ko
men en zeggen„Kom, laten wij vroolijk
zijn! Zie, hoe heerlijk de zon schijnt
Er zijn evenwel anderenwier gemoed
verhard wordt door teleurstellingen, of die
in zichzelf gekeerd worden en er zich eigen
lijk voor schamen, als men ze eens ziet
lachen. Maar, wanneer wij iemand van harte
liefhebben, wenschen wij hem toe, dat zijn
gemoed onbevangen en opgewekt is, omdat
wij ons dan kunnen diets maken, dat ook
wij daaraan deel hebben en het onze er toe
hebben bijgedragen."
„Kindlief," zeide mevrouw Ingeborg Bram
berg aangedaan, „maak je je nu werkelijk
over dit laatste bezorgd?"
Marga Vanheil keek haar met haar heldere
oogen aan.
„Er moet iets gebeurd zijn, dat hij zich
bijzonder heeft aangetrokken. Tusschen zijn
laatsten en zijn vóórlaatsten brief is niet het
minste verband. Het is of twee geheel ver
schillende menschen die brieven hebben ge
schreven. De een uitgelaten vroolijk, de an
dere pijnlijk korrekt en een menschenleeftijd
ouder. Ik móét te weten zien te komen, wat
de oorzaak van die plotselinge verandering
is. Want, al is er iets onaangenaams ge
beurd, het te weten geeft toch eenige rust.
Zoudt u mij daarbij willen helpen, me
vrouw? Zoudl u, als meneer Twersten van
avond bij u komt, hem er eens naar willen
vragen? Het is toch om zijn zoon, dat ik mij
bezorgd maak. U wilt dat wel doen, niet
waar?"
„Zeker, Marga ook al hadt je 't mij niet
verzocht, zou ik hean cr naar gevraagd heb
ben. Al was het maar om hem het leed
te helpen dragen."
Ingeborg Bramberg zat alleen op haar ka
mer en wachtte op dc haar zoo bekende
voetstappen. Plotseling hief zij het hoofd op.
Haar gelaat teekende zekere spanning en
een meisjesachtige blos kleurde haar wan
gen, maar zij bedwang zich en nam kalm
de boodschap van den huisknecht aan.
„Verzoek meneer Twersten binnen te ko
men."
Zij ging hem een paar stappen tegemoet.
Achter Karei Twersten werd de deur geslo
ten. Beiden strekten de handen naar elkan
der uit.
„Daar ben ik weer."
„Ja, daar ben je weer."
„Nu ga ik niet meer weg. Hoe heb ik je
zoo lang alleen kunnen latent Ik begrijp 't
nog niet."
Omdat je gevolg hebt gegeven aan mijn
wensch. Het resultaat houd ik nu met beide
handen vast. Je ziet er uit als een jong
meisje."
„Dal komt alleen door de vreugde, dat ik
weer bij je ben," zeide zij zacht. „Die groo
te, groote vreugde!
Hij sloeg den arm om haar heen en hiekl
haar innig vast. Beiden gevoelden zich sterk
en veilig. Alles wal zij gedurende hun schei
ding bij zich hadden omgedragen, vertel
den zij elkander, en zelfs het geringste had
voor hen waarde, omdat het in hun mond
een klank verkreeg, die al de liefde voor den
ander verried slechts het pijnlijkste werd
nog door Karei Twersten verzwegen.
„Reeds vanmorgen, nog voor dat ik jé tele
gram kreeg, wist ik dat deze dog een Zon
dag voor mij zou zijn. Ik kreeg de opdracht
een schip voor dc DuiLsche vloot te bouwen,
dc cefstc opdracht van het Dultsche rijk."
„Heerlijk.j... dat die juist vandaag moest
komen I"
Anders kon zij niets zeggen. Maar zij
drukte zijn handen en zag hem met stralen-
den blik aan.
„Jij hebt maar le komen, Ingeborg, en het
geluk gaat je als een. heraut vooraf."
Warrit vei vttlyd.