0<le. Jaargang. Zaterdag 15 October 1910. BINNENLAND^ Uit den omtrek. FEUILLETON^ V- 138. Tweede Blad FOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIËN: Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cent» bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordcolige bepalingen tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmodedeolingen enz..gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. Inspecteurs en agenten van verzekeringsmaatschap- p ij c n. In een der zalen van „de Karseboom" te Amsterdam is eene vergadering gehouden van inspecteurs en berocpsagenlen van ver zekeringsinstellingen onder presidium van den heer A. Willing, te Amsterdam, teri einde te geraken tot oprichting eener vakvereeni- giug- Uit de besprekingen bleek, dat er voor deze categorie van vakgenooten geen vereeniging bestond, waarbij men zich zou kunnen aan sluiten. Een krachtige organisatie werd door allen noodig geacht om de vak-, 9toffelijke- en zedelijke belangen der leden te kunnen bevorderen en de misstanden en misbruiken in den buitendienst te kunnen bestrijden. Uitgaande van deze beginselen, werd de vereeniging, die zich ten opzichte van gods dienst en polilick strikt neutraal wenscht te houden, opgericht. De contributie werd voor 't eerste vereenï- gingsjaar vastgesteld op f 5 plus f 1 entree geld. Een voorloopig bestuur, bestaande uit de vijf hieronder genoemde heeren, werd geko zen en kreeg opdracht statuten en huishou delijk reglement te ontwerpen: A. Willing, voorzitter; II. Lazard, 2c voorzitter, beiden te Amsterdam; B. Yivoen, secretaris; J. II. Do- mavc, 2e secretaris, beiden te Haarlem: L. Boer, penningmeester, Zwolle. Ontslag gehuwde ambtena ressen. Te Haarlem heeft zich een comité gevormd, dat zich ten doel stelt actie te voe ren legen het wetsontwerp van minister Heemskerk, betreffende het ontslag aan ge huwde ambtenaressen en onderwijzeressen. Er zal o.a. een openbare vergadering gehou den warden. In het comité hebben zitting: dc Bond van Nederlandschc Onderwijzers, de S. D. A. P., de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, de Vrouwenontwikkclingsclub en de Vrijz. Dem. Bond. Hollanders in Argentinië. De correspondent te Buenos Aires van de N. B. Ct. schrijft d.d. 16 September Volgens bericht uit Parana, de hoofdstad van de provincie Entre Rios, het Argenlijn- sche Mesopotamia, heeft de regeeriing van genoemde provincie een overeenkomst aan gegaan met een syndicaat, aan het hoofd waarvan een bekend Nederlander in Buenos Aires staat, en waarbij een grondoppcrvlakte van 10,000 Il.A. in het vruchtbare deltagebied in het zuidwesten van Entre .Rios aan ge noemd syndicaat overgaat, onder beding dat het terrein zal worden ingepolderd op de manier als in Holland gebruikelijk. Het doel is het land daarna te verdoelen onder Nederlandsche landbouwers, die daar voor speciaal zullen worden uitgezocht, om het landbouwbedrijf zóó intensief te voeren, dal elke familie aan 2 H.A. genoeg heeft. De Fransche staking en de p r ij 7. e n. In een fruitwinkel in de Kalver stra at te Amsterdam staan perziken uitge stald. Geïnformeerd naar den prijs. f 1.25 Het dozijn? Neen, het stuk. En als de staking aanhoudl, worden ze nog duurder. Met de Ilollandsche perziken is 't gedaan. Deze kwamen uit Montreuil. N-. v. d. D. *- Het nie uwe dubbeltje. Er zijn nieuwe dubbeltjes, eenvoudig met ver andering van het waardecijfer de nieuwe kwartjes in het klein. Om het hier heel flauw doende borstbeeld zit het omschnlt ook hier van boven te nauw; ue rand is ook weer tamelijk breed. De eikenkrans om sluit aan de keerzijde vrij (licht de woor den en cijfers „10 cents 1910", maar, mis schien door het weinig relief, schijnt deze zijde toch niet zoo vol als de keerzijde van het kwartje. Onderzoek naar hel vader schap. Te Amsterdam is in een vergade ring, uilgeschreven door de afdceling van dc Ned. Middernachtzending-vereemging, beslo ten tot oprichting van een bureau van con sultatie in verband met de wet betreffende hel onderzoek naar het vaderschap. Het adres is: Weteringplantsoen 22. Mrs. jhr. J. F. Backer en L. J. W. Smit zullen als rechts kundige adviseurs optreden; de bureau's der beide voogdijraden hebben hun steun toege zegd. Spoorwegklacht. Men schrijft aan de Tijd: „Ellendig zijn de spoorwegtooslanden in het Nederlandschc mijndistrict. Geregeld ko men de treinen van Sitlard een uur en meer te laat aan. Op aansluiting is niet meer te rekenen. Niet enkel op de stations, maar vaak midden op den weg wordt een kwar tier halt gehouden, omdat dc lijn versperd is. Goederenwagens zijn niet meer te ver krijgen. Den heelen nacht door loopen kolen- treinen, zoodat de dienst bijzonder zwaar is. Wanneer komt er toch eens dubbel spoor op de lijn Sitlard—Herzogenrath?" Een veelbelovend jong mens c h. Te Vlaardingen verdween den 27. Juli 1.1. met medeneming van een bedrag van f 800, die hij voor de voldoening van een re kening van zijn vader in zijn bezit had de 15-jarige P. B. Men vermoedde, dat hij de wijk naar het buitenland genomen had, terwijl echter dc pogingen, die aangewend werden om hem op te sporen, tot dusver vruchteloos ble ven Thans is hij geheel platzak teruggekeerd. 1-Iij was al dien tijd in Allernaar geweest, had van daaruit uitstapjes gemaakt en op deze wijze de centjes erdoor gebracht. School- en Kerknieuws. Drogistenbedrijf. De besturen der Vereenigingen van Apothekers-assistenlen, die aan het lioofd staan van zaken in drogerijen en chemi caliën, en van den Ned. Drogistenbond hebben tot den minister van Binnenlandsclic Zaken een adres gericht, waarin wordt aangedrongen op een behoor lijke wettelijke regeling van het drogistenbedrijf. In dat adres wordt er op gewezen, dat tot heden het drogistenbedrijf wettelijk niet bestaat en het toch niet valt te ontkennen, dal, waar duizenden in den lande met dat bedrijf hun brood verdienen en het nauw samenhangt met dc volksgezondheid, 'l niet aangaat daarvan verder geen notitie te nemen. De besturen verzoeken dienvolgens als resultaat van gemeenschappelijk overleg aan te sturen op wijziging en aanvulling der thans bestaande ge neeskundige wetten en brengen daartoe de volgende punten onder dc aandacht des ministers, als zijnde de wenschen van den algeheelen drogistenstand, uitgesproken door de respectieve besturen le. Invoering van een staats-examen voor dro gist, met toekenning van een diploma. 2e. Vrijstelling van dat examen te verleen en aan hoofden van drogistzaken, die in het bezit zijn van een diploma apothekers-assistent (N. W.) en toe kenning van het drogist-diploma aau genoemde personen. 3e. Allen, niet in het bezit van diploma apothe kers-assistent en toch staande aan het hoofd van drogistzaken, zullen zich moeten onderwerpen aan een nader door de regeering te bepalen examen. •te. Niemand zal zich als drogist mogen vestigen, zonder in het bezit le zijn van het drogist-diploma. Zoodoende zal er een nieuwe, zuivere toestand geboren worden, zoowel ten bate van particulier als algemeen belang en er zal een einde komen aan een toestand van onzekerheid, voor ons allen onge- wenscht. Ten slotte verzoeken de besturen bij eventueele wetswijzigingen van advies te mogen dienen. De burgemeester van Blari- c u m. Naar aanleiding van het relaas van de Telegraaf, omtrent het gebeurde te Bla- ricum, heeft de IDlversumsche berichtgever van het Ilbld. een onderhoud gehad met den burgemeester van ölaricum, den heer Ho sting, die hem omtrent het voorgevallene het volgende mededeelde: Gedurende enkele dagen der vorige week en ook Zondag was het in Blaricum kennis. De bur gemeester liet bij deze gelegenheid de surveillance niet aan de veldwachters over, doch reed eiken avond per rijwiel door de gemeente. Enkele malen moest hij ccnigc personen, die rumoerig waren tot doorloopen sommeeren, doch overigens gebeurde er niets bijzonders. Item kwam evenwel ter oore, dat een aantal inwoners Zondag het een of ander tegen hem zouden ondernemen. Hij begaf zich daar om te ongeveer 7 uur des avonds per rijwiel door hel dorp, om te kijken of er ook iets verdachts gaande was. Verschillende personen werden door hem opgenomen, doch het bleef voorloopig rustig. Later op den avond, het was -ongeveer half elf toen de heer Hosang wederom surveilleerde, hoor de hij zingen in de herberg van Tak. Volgens do. politieverordening is dit na 10 uur verboden en dus ging dc burgemeester naar binnen om het gezang te verbieden. De aanwezige personen namen een eenigszins tartende houding aan: als de heer Ho sang lot den een sprak zong een ander weer. Ein delijk was het zingen bedaard en de burgemeester ging \fecr naar buiten. Een der kermisvierders, Gcrrit Kuijer genaamd, die bekend staat als iemand met een lastig humeur, jouwde hem uit; de heer Hosang draaide zich plotseling om, waar door hij het feit nog juist kon constateeren. Hij verzocht Kuijer mede te gaan en gelastte den rijksveldwachter Hoogvorst den man naar het ge meentehuis te brengen. Vervolgens begaf hij zich naar 't kermisterrein, na bevel te hebben gegeven lot sluiting vun het café Verver. De heer Verver heeft volgens een cude vergunning het recht om tot 11 uur zijn café open te houden, doch de burgemeester achtte voor dezen avond een vroege sluiting ge- wenscht. Op het kermisterrein was een menigte van 50 k GO personen bijeen. Onder hen bevonden zich de ouders van bovengenoemden Kuijer, die van oor deel waren, dat hun zoon onschuldig was. Daar om vroegen zij den burgemeester om hem vrij te laten, doch de heer Hosang wilde den man een verhoor afnemen, als alles rustig zou zijn. Plot seling werd van achter een dikken boom met een stuk glas of een flesch in de richting van den bur gemeester gegooid. Daarop sommeerde deze de menschen om naar huis te gaan, aan welk bevel door de meesten na eenige aarzeling werd voldaan. Later ontmoette de heer Hosang zekeren Jan van Slokkum een smidsknecht dien hij ook bij de eerste sommatie reeds had opgemerkt. Wederom maande hij den man aan, om naar huis te gaan. Toen hij Van Slokkum na eenigen tijd weder te genkwam, gaf hij den veldwachter Slagveld last, om den man naar het gemeentehuis te brengen. Onderweg rukte de man zich los. De burgemeester die er bij was, liep hem achterna en riep, toen hij op eenigen afstand den veldwachter Brands- ma meende te zien: „Grijp hem". Tot den vluchte ling zeide hij: „Sta, of ik schiet!" Om den man schrik aan te jagen, schoot de burgemeester zijn revolver in de lucht af. De veldwachter Brandsma, die inderdaad op eenigen afstand had gestaan, sloeg met zijn wapen naar den vluchteling, doch ver zuimde door den schrik over het schot, dat hij hoorde, den man achterna te loopen. Deze wist toen te ontkomen. De heer Hosang nam Kuijer op het gemeente huis een verhoor af; dit duurde geruimon lijd en eerst te ongeveer 1 uur kon de man huiswaarts keeren. Maandagmorgen begaf de burgemeester zich naar Van Stokkum's woning, en verzocht hem alsnog mede te gaan. Deze weigerde evenwel, zeggende, dal hij evenals Zondagavond bevreesd was voor hel vuurwapen van den burgemeester. Des middags deed de heer Hosang andermaal een poging, doch Van S. heette naar Amsterdam te zijn. Voor de derde maal begaf de burgemeester zich des avonds laat naar de de woning van v. S., thans in gezel schap van den veldwachter Brandsma. Een oude man deed open, doch antwoordde op de vraag, of Van Stokkom thuis was: 't Is nacht" en smeet daarop de deur dicht. De veldwachter bleef den geheelen nacht voor de woning op post staan, doch Dinsdagmorgen bleek, dat Van S. niet thuis was. Beweerd wordt, dat Brandsma den burgemees ter den raad gaf om niet bij Van Stokkum binnen te gaan, als zijnde dit niet gewettigd. De heer Ho sang zou den veldwachter toen met een stok heb ben geslagen, waarvan de schrammen nog zicht baar zoude i zijn. Een feit is, dat Brandsma's gezicht eenige schram men vertoont, welke echter een andere oorzaak hebben. Volgens den burgemeester heeft wel een woordenwisseling plaats gehad, doch is er geen sprake, van, dat hij B. geslagen heeft. Naar wij vernemen hebben eenige personen bv. de bewuste Kuijer, over het optreden van den bur gemeester bij den officier van justitie een klacht ingediend. Deze heeft bereids de zaak in onder zoek genomen. De burgemeester heeft van hel voorgevallene verschillende processen-verbaal opgemaakt. Met hel hooren van v. S. zal nu gewacht worden, tot de justitie ds zaak in handen heeft. De Tel. verneemt nog, dat gisteren de Com missaris der Koningin in de provincie Noord- Holland, mr. G. van Tienhoven, met burge meester Hosang een onderhoud over-het ge beurde te Blaricum had. In verband met de uiteenzelling van het gebeurde van de zijde van den eersten ma gistraat van Blaricum, vestigt dc Tel. er de aandacht op, dat daardoor haar (door ons overgenomen) eerste bericht over het optre den van dien burgemeester, wordt bevestigd. Waar moet 't heen als een plallektndsbur- gemeester. die soms geruimen tijd geheel alléén de openbare macht vertegenwoordigt, bij het minste wissewasje naar zijn revolver grijpt, ja, er zelfs mee schiet als een dor peling, bij allen bekend, zich door dc vlucht aan de arrestatie om een onbeteejienend feit. onttrekt? Aangenomen voor één oogenblik, dat de man, Jan van Stokkum, werkelijk iets straf baars had verricht. De bekentenis van die daad, het lossen van het revolverschot, door een burgemeester, die reeds jarenlang zijn post bekleedt, is al de grootste zelfbeschul diging, die burgemeester Hosang onder deze omstandigheden kan uitbrengen. Dat er een samenspanning tegen den bur gemeester zou bestaan, of zou hebben be staan, is uit niets gebleken. Wat wel is ge bleken, wat den officier van justitie blijken zal als een ernstig onderzoek wordt inge steld en de politiemenschen, de rijksveld wachter Hoogvorst uit Huizen, de gemeente veldwachter Brandsma. vrij uit zullen spre ken, is de omstandigheid, dat die menschen eigenlijk verlegen waren op hevel van den burgemeester legen dorpelingen le moeten .optreden, die niets hadden gedaan, wat zulk optreden wettigde. We kunnen niet beoordeelen in hoeverre de bewering juist is, dat in de richting van den burgemeester een stuk flesch is gegooid, toen de vader van Gerrit Kuyer, laatstgenoemde zonder voldoende aanleiding op last van den burgervader gearresteerd, op den Brink ten aanhoore van een vrij groote menigte het hoofd der gemeente de redenen vroeg van de aanhouding van zijn zoon. "Wanneer dit, het gooien met het stuk flesch, werkelijk is gebeurd, moeten we andermaal onze ver wondering er over uitspreken zooals we het in ons stukje over dien burgemeester reeds deden dat door het tactloos optreden van dien burgervader, in niet erger mate openbaar verzet is uitgelokt. Waar ter wereld toch zal het in een be schaafd land gebeuren, dat men bij nacht en ontij iemand in z'n huis komt arresteeren... alleen omdat de bedoelde op den dag, naar de meening van den burgemeester, niet spoedig genoeg naar huis is gegaan? Maar bij die poging tot nachtelijke arresta tie, poging gebleven door de cordaatheid van een grijsaard, die den burgemeester in den nacht niet wilde toelaten, komt méér. Méér... volgens (1e verklaring van burge meester Hosang zelve. Om het huis, waarin dc smidsknecht Jan Van Stokkum woont, is een erf. Dat erf is door een hek van den openbaren weg af gescheiden. 's Nachts is het hek met prik keldraad dicht gemaakt, bewijs, dat de toe gang tot dit particuliere erf in den nacht niet is toegestaan. Dat hek geeft toegang tot een gedeelte van het particuliere terrein, dat weer verbinding geeft tot een vertrek, waarin sedert maan den een longlijder ligt, kleinzoon van den ouden man. waarbij Jan Van Stock urn in dienst is. Op den dag wordt het ledikant, waarin de longlijder ligt, door een kamer schut aan het oog van voorbijgangers ont trokken. 's Nachts is een soort van tralie deur voor de kameropening geplaatst, waar door de lijder wel frissche lucht, doch geen muggen, vliegen of ander gedierte in t'e ademen krijgt. De burgemeester heeft zich niet ontzien, terwijl hel hoogstens dc vraag was of Van Slokkum zich aan overtreding der politie verordening had schuldig gemaakt, die af sluiting, het prikkeldraad om het hek... te verbreken. Over de onaangenaamheden, hij die gele genheid tusschen den burgemeester en den gemeente-veldwachter Brandsma voorgeval len, ten gevolge waarvan de burgemeester den anderen morgen van dien gemeente veldwachter vergde, binnen twee maanden ontslag aan te vragen, zullen we thans niet spreken. Aan de justitie te Amsterdam, (Uc de zaak in onderzoek heeft, zullen de op deze onaangenaamheden betrekking web bende getuigenverklaringen, niet worden ont houden. Maar het feit alleen, dat een burgemeester met jarenlange ervaring, zonder last van zijn superieureu, zonder dat eenig ernstig feit ls gepleegd, het verbreken door hem zelf van dc afsluiting van een particulier erf als een futiliteit beschouwt, is erg genoeg, om oe vraag te stellen of zulk een magistraat wel ten volle van de rechten en plichten, aan het ambt verbonden, op de hoogte is. Intusschen, van de bevestiging van ons eer ste relaas door den burgemeester van Blari cum, nemen! we nadrukkelijk akte. HANZEA. TEN. 69 doo* RUDOLF HERZOG. Dc opgewondenheid, waarmede zij sprak, deelde zich ook aan Marga mede. „U moet het mij niet euvel duiden, me vrouw, maar wat meneer Twersten niet kon gedaan krijgen, mocht ik niet denken zelf te kunnen. En ik zou het ook niet willen doen. Ik zou niet willen, dat Bob mij op een goeden dag zou kunnen zeggen, dat ik hem van den weg had gebracht. Elk degelijk mcnsch moet zijn eigen weg gaan en zelf zijn levenservaring opdoen. Karei Twersten heeft dat ook gedaan. Waarom zou Robert van anderen moeten hooren wat verstandig is om te doen?" „Je neemt 't erg voor je vriend op, Mar ga!" „Voor mijn vriend „OfIngeborg Bramberg nam Mar git 's hand tusschen de hare „of is hij nu méér voor je?" „Ja," antwoordde Marga levendig, „nu is hij meer voor me. Ik heb zelf niet gedacht, dat dat zoo snel komen zou. Maar 't schijnt, dat men eerst grooten angst moet hebben over iemand, voordat men tot het bewust zijn komt, dat men hem hartelijk liefheeft." „En dat is nu hel geval, niet waarin stilte verloofd?" „In stilte verloofdherhaalde zij met een verstrooid lachje, „ja, zóó stil, dat het wel nooit zal worden opgemerkt." „Ik Begrijp je niet, Marga. Weet hij 't dan niet?" „Jawel. Hij heeft 't mij zelf gezegd, toen ik het eigenlijk liever niet wilde hooren." „En? „En? Ja, ik vond 't wel een heerlijk voor uitzicht, eens den naam Twersten te zullen dragen. Maar hij was nog niet veel meer dan een jongen en kende weinig meisjes be halve mij. En mij kende hij al van jongs af- Toen dacht ik bij mijzelf, dat het goed voor hem zou zijn een doel te hebben, zoodat hij niet zou ronddrijven als een schip zonder roer en toch vrij zou blijven met het oog op de mogelijkheid, dat de dag zou komen, waarop hij zou inzien, dat zijn genegenheid voor mij slechts hel gevolg was van de ge woonte om mol mij om te gaan en hij dan misschien in een ander dc vervulling van zijn wenschen zou vinden." „Kindlief," mompelde mevrouw Bramberg, terwijl zij beide armen om haar heen sloeg. „Ziet u," hernam zij na eenige oogenblik- ken, „zoo goed als ik mij nu bij u gevoel, zoo wilde ik dat Bob zich ook in gedachten bij mij zou gevoelen, als hij zich eenzaam veelt in den vreemde en hij met zijn ge dachten ergens heen moet vluchten om we der vasten grond onder de voeten le krij gen. Het is zoo'n groote sleun voor iemand, als hij weet, dat ergens een mcnsch leeft, die in hem gelooft. En zoo'n mensch wilde ik voor Bob zijn." „Lieve kind, hoe góed voel je het innig ste deel der liefde „Ach, dat weet ik niet," ging Marga voort, „ik heb die gedachte gekregen sinds ik mij over hem bezorgd heb gemaakt. Niet dat ik vrees heb voor zijn slagen in de toekomst. Ik heb Karei Twersten maar aan te zien om lot mijzelf le zeggen: Hij is mijn zoon! Neen, ik maak mij bezorgd nu zult u misschien wel om mij lachen dat 'l hem aan iets ontbreken zal, dat hij misschien gebrek moet lijden, dat hij niet genoeg zorg draagt voor zichzelf, en duizend dergelijke dingen meer, die eigenlijk belachelijk zijn." „Ik lach cr in 't minst niet om," zeide me vrouw Ingeborg Bramberg ernstig, „want ik heb altijd zelf verlangd mij op zoo'n wijze bezorgd over iemand te mogen maken." Beiden lieten daarop haar gedachten den vrijen loop „Bij de mannen moet 't wel een quaestie van temperament zijn," meende Marga. „Wat den een neerslachtig maakt, geeft den ander dollen levensmoed. Mijn broer Frits kan als voorbeeldt dienen, 't Kan hem zoo slecht niet gaan, of hij kan er bij zingen en schertsen. Hij kan in het slechtste gezel schap geraken en den volgenden dag, als hij zijn jas afborstelt, is hij de zaak vergeten. Al had hij ook de grootste teleurstelling on dervonden, hij zou die spoedig le boven ko men en zeggen„Kom, laten wij vroolijk zijn! Zie, hoe heerlijk de zon schijnt Er zijn evenwel anderenwier gemoed verhard wordt door teleurstellingen, of die in zichzelf gekeerd worden en er zich eigen lijk voor schamen, als men ze eens ziet lachen. Maar, wanneer wij iemand van harte liefhebben, wenschen wij hem toe, dat zijn gemoed onbevangen en opgewekt is, omdat wij ons dan kunnen diets maken, dat ook wij daaraan deel hebben en het onze er toe hebben bijgedragen." „Kindlief," zeide mevrouw Ingeborg Bram berg aangedaan, „maak je je nu werkelijk over dit laatste bezorgd?" Marga Vanheil keek haar met haar heldere oogen aan. „Er moet iets gebeurd zijn, dat hij zich bijzonder heeft aangetrokken. Tusschen zijn laatsten en zijn vóórlaatsten brief is niet het minste verband. Het is of twee geheel ver schillende menschen die brieven hebben ge schreven. De een uitgelaten vroolijk, de an dere pijnlijk korrekt en een menschenleeftijd ouder. Ik móét te weten zien te komen, wat de oorzaak van die plotselinge verandering is. Want, al is er iets onaangenaams ge beurd, het te weten geeft toch eenige rust. Zoudt u mij daarbij willen helpen, me vrouw? Zoudl u, als meneer Twersten van avond bij u komt, hem er eens naar willen vragen? Het is toch om zijn zoon, dat ik mij bezorgd maak. U wilt dat wel doen, niet waar?" „Zeker, Marga ook al hadt je 't mij niet verzocht, zou ik hean cr naar gevraagd heb ben. Al was het maar om hem het leed te helpen dragen." Ingeborg Bramberg zat alleen op haar ka mer en wachtte op dc haar zoo bekende voetstappen. Plotseling hief zij het hoofd op. Haar gelaat teekende zekere spanning en een meisjesachtige blos kleurde haar wan gen, maar zij bedwang zich en nam kalm de boodschap van den huisknecht aan. „Verzoek meneer Twersten binnen te ko men." Zij ging hem een paar stappen tegemoet. Achter Karei Twersten werd de deur geslo ten. Beiden strekten de handen naar elkan der uit. „Daar ben ik weer." „Ja, daar ben je weer." „Nu ga ik niet meer weg. Hoe heb ik je zoo lang alleen kunnen latent Ik begrijp 't nog niet." Omdat je gevolg hebt gegeven aan mijn wensch. Het resultaat houd ik nu met beide handen vast. Je ziet er uit als een jong meisje." „Dal komt alleen door de vreugde, dat ik weer bij je ben," zeide zij zacht. „Die groo te, groote vreugde! Hij sloeg den arm om haar heen en hiekl haar innig vast. Beiden gevoelden zich sterk en veilig. Alles wal zij gedurende hun schei ding bij zich hadden omgedragen, vertel den zij elkander, en zelfs het geringste had voor hen waarde, omdat het in hun mond een klank verkreeg, die al de liefde voor den ander verried slechts het pijnlijkste werd nog door Karei Twersten verzwegen. „Reeds vanmorgen, nog voor dat ik jé tele gram kreeg, wist ik dat deze dog een Zon dag voor mij zou zijn. Ik kreeg de opdracht een schip voor dc DuiLsche vloot te bouwen, dc cefstc opdracht van het Dultsche rijk." „Heerlijk.j... dat die juist vandaag moest komen I" Anders kon zij niets zeggen. Maar zij drukte zijn handen en zag hem met stralen- den blik aan. „Jij hebt maar le komen, Ingeborg, en het geluk gaat je als een. heraut vooraf." Warrit vei vttlyd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1