W. 158.
9de Jaargang
Vrijdag 4 November 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HANZEJL TEN.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIfiN:
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verechjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertenflënmededeenngen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bg de Uitgeven in te zenden.
Dienstaanbiedingen en aanvsag«n 25 ceuto b*j vooruitbetaling.
Groote letten naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelite bepalwigo.i iyl
het herhaald adverteeren in dit 01*4, bjj abonnement. Eene
cireulairebevattende de voorwaarden, weidt op aanvraag
toegezonden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Talephoonnummer 66.
Politiek Overzicht
De veranderingen in het
Fransche ministerie.
Gelijk te verwachten was, heeft de presi
dent der Fransche republiek Briand niet de
samenstelling van een nieuw kabinet belast.
Briand heeft deze opdracht direct aanvaard
en is reeds denzelfden middag met personen
gaan spreken, op wie hij in de allereerste
plat s voor zijn nieuwe kabinet hot oog had
Hedenmorgen is het resultaat dier bespre
kingen bekend geworden. Van liet vorige mi
nisterie heeft Pichon de portefeuille van bui-
tenlandsche zaken, generaal Brun die van
oorlog, admiraal Boué de Lapeyrère die van
marine, Dupuy die van handel behouden.
Afgetreden zijn naast den minister van
landbouw Ruau, de ministers Viviani (arbeid),
Cochery (financiën), Barthou (justitie), Mil-
lerand (openbare werken), Trouillot (kolo
niën) on Doumcrgue (onderwijs). Ook Renault
de slaatssecretaris van financiën en Sarraut
die van oorlog zijn niet meer teruggekomen
en wel Ojm dezelfde redenen als Viviani, daar
tusschen hen en Briand gelijke mecnings-
verschillen bestaan omtrent de in de toe
komst in te nemen houding tegenover de vak
verenigingen.
Minister-president Briand heeft zijn nieuwe
medewerkers onder de meer gematigde man
nen gezocht, o. a. is Raynaud er bij, de vader
der vertrouwensmotie in Briand. In de poli
tiek heeft Briand met zijn oude vrienden ge
broken, al schijnen ze 't als mensch het best
met elkaar te hebben kunnen vinden en geen
bepaalde oneenigheid te hebben gehad.
De ontslagaanvrage van Viviani uit hel
kabinet-Briand is des te opmerkenswaardi
ger, daar Viviani een persoonlijke en intieme
vriend van Briand is en het ministerie, waar
van hij de leiding had, op initiatief van
Briand hij de vorming van het kabinet-Cle-
menceau speciaal voor Viviani is gecreëerd.
Viviani is op het oogenblik 48 jaar oud; hij
is in Algerië geboren, studeerde in Parijs,
was vervolgens redacteur aan de „Petite Re-
publique" en meermalen als advocaat raads
man van den bond van beambten en arbei
ders hij de spoorwegen. Uit dezen tijd dateert
zijne intieme relatie met Briand; heiden werk
ten gezamenlijk voor de socialistische pers
en de arbeidersbeweging. In hel jaar 1893
kwam Viviani in de Kanier, waarvan hij
sindsdien, behoudens eene kleine onderbre
king, steeds lid is geweest. Op 22 October
19ü(i nam hij in het ministerie-Clcmenceau
het nieuw ingestelde ministerie van arbeid en
ouderdomsverzekering op zich. Zijn arbeids
terrein werd daardoor gevormd, dat van het
ministerie van openbare werken en dat van
binncnlandsche zaken de afdeelingen werden
afgenomen, waaraan de uitvoering der wet
ten in zake arbeidersbescherming en arbei
dersverzekering enz. was opgedragen. Dit
nieuwe ministerie leed van beginne af er on
der, dat het wel is waar een flinke hoeveel
heid administratief en statistisch werk te doen
kreeg, doch bijna geen aandeel in de uitvoe
rende macht bezat. Viviani deed intusschen
krachtige pogingen om aan de eischen van de
vertegenwoordigers der arbeiders, in het
bijzonder waar deze de verbeteringen der
hygiënische toestanden in de verschillende
bedrijven golden, tegemoet te komen. Ilij ver
beterde de arbeidsinspectie en vermeerderde
derzelver personeel aanmerkelijk, doch hel
was hem bijna altijd onmogelijk van de werk
gevers te verkrijgen, dat deze met de eischen
der werklieden rekening hielden, terwijl het
hem aan middelen ontbrak zulks af te dwin
gen. Toen Briand in 1909 met het voorzitter
schap van den ministerraad ook het depar
tement van binnenlandsche zaken op zich
nam, hoopte Viviani een grooleren invloed op
hot uitvoerende politioneele gezag te verkrij
gen, doch spoedig bleek dat Viviani in dit
opzicht van Briand, welke door de rede van
Perigueux met de uiterste linkerzijde had ge
broken en daarbij tevens zijn neiging voor
„apaisement" had te kennen gegeven, nog
minder had te verwachten dan van Clemeii-
ceau.
Viviani meende, rekening houdende met
zijn verleden als leider der socialistische ar
beidersbeweging, verplicht te zijn met de af
gevaardigden der uiterste linkerzijde goede
betrekkingen te onderhouden en ze geregeld
in gehoor te ontvangen, zoo vaak ze hem
spreken wilden. Zulks verdroot in 't bizonder
tal van gematigde Kamerleden en Senatoren,
die dit niet onder stoelen of banken staken.
Viviani vond geen voldoenden steun bij
Briand en gaf na de verkiezingen in Mei te
kennen hot ministerie van arbeid te willen
verlaten. Hij verklaarde echter aan zijn
vriend Briand bereid te zijn het ministerie
van onderwijs op zich te nemen, voor het
geval Briand de eerlijke bedoeling had het
onderwijs in den zin van neutraliseering te
verbeteren. Daar evenwel reeds Doumergue
als vertrouwensman der radico-socialisten de
post vervulde van minister van onderwijs,
kon Briand hierop niet ingaan. Hij verzocht
tevens aan Viviani voorloopig zijn departe
ment te blijven waarnemen, tot het oogen
blik gekomen was eener reeds vóór de ver
kiezingen door Briand beraamde omvorming
van liet kabinet. Toen nu in October de
vacantie van het parlement ten einde liep,
hernieuwde Viviani in allen vorm zijn ont
slagaanvrage, maar juist op dit oogenblik
brak de spoorwegstaking uit en Viviani wilde
Briand geen moeilijkheden bereiden. Hij
heeft thans opnieuw zijn ontslagaanvrage in
gediend, wat tot die van het heele ministerie
heeft geleid.
Zooals een nadere nota van Havas meldde,
zou Viviani gaarne eiken wetgevenden maat
regel tot onderdrukking van sabotage en van
opruiing tot sabotage steunen, doch zich tegen
eiken inbreuk op liet stakingsrecht en elke
gewichtige verandering van het verenigings
recht verzotten.
Met het oog op dc laak die het nieuwe
kabinet te vervullen heeft en naar welke liet
deswege zijn program heeft in te richten,
schrijft de Temps: „Het land wil eens voor
altijd een einde zien van dezen even vei-
moeienden als voor zijn veiligheid gevaar
lijken woordenstrijd, welke het spoorwegper
soneel er toe bracht te meenen, dat ze de
slaking als een heel natuurlijke en door geen
wel verboden zaak konden verklaren". Als
ecrsle laak van het kabinet noemt derhalve
de Temps een wet, die alle beambten bij
openbare diensten duidelijk aan het verstand
brengt, dat elke poging om le slaken, een mis
drijf is en verder nog andere wetten, welke
middelen aan de hand doen om den econo-
mischen en socialen strijd tusschen arbeiders
en werkgevers vreedzaam op te lossen.
Duitschland.
B e r 1 ij n 3 Nov. Naar aanleiding van
het bezoek van den Czaar van Rusland aan
Potsdam, schrijft de Norddeutsche Allge-
meine Zeitung, dat dit bezoek beantwoordt
aan de beproefde Duitsch-Russische traditie,
dat de heersehers van beide rijken elkaar
vaak persoonlijk ontmoeten. Het welzijn
hunner landen en de wereldvrede zijn door
deze gewoonte steeds bevorderd. „Wij zijn
overtuigd dat ook uit dc op handen zijmie
monarchenontmoeting geen andere dan voar
de eendracht der beide groote naburige ij
ken, en daardoor voor de vrienden van rust
en orde in Europa, nuttige resultaten zullen
voortvloeien. Wij weuschen van harte aan liet
bezoek van den Czaar van Rusland een ver
loop, gelijk dit beantwoordt aan de oprechte
wenschen van de beide souyereinen, bene
vens van alle ware vaderlanders in beide
rijken".
Dc Rijksbegrooting voor 1911 zal volgens
een bericht uit Berlijn sluiten met rond
12,7U0,UUtl,UÜU M. in inkomsten en uitgaven.
Bij de post zullen de overschotten rond 71
Mark, bij het spoorwegbestuur rond 18J mil-
lioen bedragen (onderscheidenlijk 184 en 2i
millioen meer). Op de koloniale begrooting
zullen de toelagen van hel Rijk 25| millioen
Mark bedragen of 3i millioen minder dan het
vorige jaar.
Duitsche bladen melden, dat voor de marine
in 1911 rond tien millioen meer uitgetrokken
zal worden voor vermeerdering van officie
ren en manschappen (ter uilvoering van de
vlootwet) en door meerdere indienststelling
van schepen van groot type. Voorts komt een
marineattaclié te Weenen bij. Overigens is de
virhoogiug een gevolg van de aanschaffing
van onderzeebooten en van de verhoogde
eischen voor artillerie-, torpedo- en mijn
wezen.
Frankrijk.
P a r ij s, 3 No v. liet ministerie is als
volgt samengesteld: president en minister
van binnenlandsche zaken Briand; minister
van justitie Theodore Girard; van buiten-
landsche zaken Pichon; van oorlog generaal
Brun; van marine Lapeyrère; van onderwijs
Maurice Faure; van financiën Klolz; van
handel Jean Dupuy; van landbouw Ray
naud, van koloniën Morel; van arbeid La-
ferre; van openbare werken Puech.
Onderstaatssecretarissen zijn: voor marine
Guslhau; voor financiën André Lefebvrc;
voor oorlog Noulleos; van schoone kunsten
Dujardin Beaumetz.
T a r ij s, 3 Nov. Briand stelde heden
avond dc nieuwe ministers aan den presi
dent der republiek voor en legde hem de
besluiten 'er onderteekenrng voor. Het nieu
we kabinet zal Dinsdag in de Kamer zijn
intrede doen.
Engeland.
Londen, 3 Nov. Officieel wordt thans
medegedeeld, dat lord Morley aftreedt als
staatssecretaris voor Indië en „Lord Presi
dent of the Council" wordt. Lord Crewe
volgt hem op als staatssecretaris voor Indië,
terwijl Lewis Ilarcourt optreedt als staats
secretaris voor koloniën in plaats van Lord
Crewe en graaf Beauchamp Ilarcourt ver
vangt als „Commissioner of Works".
Londen, 3 N o v. In de heden gehouden
vergadering van den Stedelijken Raad deelde
de voorzitter van de haven-gezondheidscom
missie mede, dat ratten, die aan boord van
schepen, uit huitenlandsche havens komen
de, gevangen waren, met pest besmet bleken
te zijn. Door de gezondheidscommissie zijn
alle maatregelen genomen. Een nieuwe spe
ciale ontsmetter, die de ratten geheel en al
vernietigt, wordt beschikbaar gesteld voor
elk schip, dat de haven van Londen hinnen-
komt.
De voorzitter voegde daaraan toe: „Deze
zaak houdt ons dag en nacht bezig; wij
wijden er voortdurend de grootste aandacht
aan en zullen onzerzijds niet nalaten al dat
gene te doen wat er te doen valt."
Te Londen is verschenen een werk van
Sir Lewis Michell, „Het leven van Cecil Rho
des", dat de gedenkschriften van Rhodes
bevat. Daarin wordt o.a. melding gemaakt
\an het onderhoud, dat Keizer Wilhelm II
Maart 1899 met Rhodes had, een onderhoud
dat 40 minuten duurde en beide mannen
zeer voldaan liet over de kennismaking.
Toch zeide Rhodes de Keizer op diens vraag
wat hij dacht van het bekende telegram aan
Kruger na de Jameson-inval, dat de Keizer
toen dc grootste fout had begaan, welke hij
van zijn leven gedaan had. Maar hij per
soonlijk was hem er dankbaar voor. Hij was
nl. een afstraffing van Britsche zijde wach
tende, welke hij verdiend had, maar nu een
vreemde zich er in mengde, was de Engcl-
schc trots er mee gemoeid. Dat dulde men
niet en Rhodes bleef ongestraft, terwijl de
Keizer de haat van het Engelsche volk op
zich laadde.
De Keizer heeft Rhodes diens vrijmoedig
heid niet ten kwade geduid. Rhodes kreeg
in die veertig minuten wat hij verlangde
en vond den Keizer, die hem nog bovendien
zijn portret zond, charmant. Rhodes vertrok
met oen verdrag, waarbij hij de telegraaf
draden mocht laten gaan over Duitsch grond
gebied, zonder dat hem dit iets kostte, al
leen op voorwaarde, dat over veertig jaar
deze telegraafdraden aan de Duitschc re
geering zouden tocbchooren.
Sir Frank Lascelles, de Engelsche gezant
te Berlijn, zeide later van deze ontmoeting:
„De Keizer was verrukt over Rhodes, en
heeft zijn leedwezen uitgesproken, dat deze
man niet zijn eerste minister kon zijn." En
Rhodes zeide: De Keizer is een groot man
met een ruimon blik en een grooten geest."
Spanje.
Madrid, 3 Nov. In den Senaat vragen
beantwoordend omtrent de wet-Cadenas ver
klaarde Canalejas dat deze slechts zou wor
den toegepast gedurende twee jaar, te reke
nen van haar afkondiging. Inmiddels zullen
de onderhandelingen tusschen Madrid en
Rome, om de kwestie der congregaties te
regelen, worden voortgezet
De Correspondencia Militare meldt
De militaire gouverneur van Badajoz
(dicht bij de Portugeesche grens) was
verwittigd, dat de radicale politici de bewe
ging, welke de Portugeesche revolutie aan
de grens heeft teweeggebracht gebruikt heb
ben om onder het garnizoen tot oproer aan
te sporen. Zij hebben daarmede evenwel
geenerlei gevolg gehad; integendeel een
wachtmeester, wien een republikeinsch dis
trictshoofd aanspoorde, aan een samenzwe
ring deel te nemen, nam hen in hechtenis en
bracht hen (naar de militaire gevangenis.
Den wachtmeester vereerde het garnizoen
als bewijs van erkentelijkheid een gouden uur
werk.
Portugal.
De Portugeesche minister van huitenland
sche zaken verklaarde aan een correspon
dent van de „Matin", dat zelfs menige mach
tige natie met afgunstige blikken de over-
zecsche bezittingen van Portugal aanschouwt.
Maar iedereen is het er tegenwoordig over
eens, dat Portugal, hetwelk eene verstan
dige neutraliteit moet in acht nemen, een
kracht is, die zoowel in Europa als in de
kolonie moet behouden blijven. De republi-
kleinen zullen geen enkele hunner koloniën
prijsgeven. Het tot dusver gevoerde dure ko
loniale beheer zal ophouden. Wij willen,
zoo besloot de minister, evenals in Frankrijk
eenige groote bestuursgebieden scheppen en
eenige groepen van koloniën een zekere
zelfstandigheid geven.
Het Lissabonsche blad Capital zou giste
renavond de aanklacht tegen het ministerie-
Franco openbaar maken. Daaruit blijkt, dat
het proces tegen Franco niet door de regee
ring, doch door een particulier op touw is
gezet. Het Openbaar Ministerie zal voor
stellen aan de aanklacht wegens machtsmis
bruik geen gevolg te geven, daar politieke
misdrijven door de amnestie van 8 Mei 1908
zijn uitgewischt. Bestaan blijft dc klacht van
het verleenen van voorschotten aan het Ko
ninklijke huis, hetwelk gequalificeerd wordt
als poging tot ontvreemding van 's lands
gelden. Men is overtuigd, dat het proces op
vrijspraak zal uitloopen. Het instellen van
dit geding heeft intusschen in gematigde
kringen een ongunstigen indruk gemaakt.
De minister van buitenlandsche zaken Ma-
chado verzekerde aan een dagblatcorres-
pondent, dat de regcering zich vol komen
neutraal houdt en politieke vervolgingen in
geen geval goedkeurt. De aanklager beweert
dat hij in 1908 op last van Franco in de ge
vangenis is geworpen. Hij wenscht thans
gebruik te maken van het recht, waarbij
iedere Portugees, die zich door oen misdrijf,
ook 'n politiek, benadeeld acht, de bevoegd
heid heeft den schuldige persoonlijk voor
het gerecht te dagen.
Lissabon, 3 Nov. Een vijftigtal uitge
wezen Portugeesche Jezuïten scheepte zich
heden aan boord van een stoomschip in met
bestemming naar Holland.
Rusland.
Petersburg, 3 Nov. De officieuse
Rossija wijdt aan de ontmoeting te Potsdam
een artikel, waarin ze uiteenzet dat het on
derhoud niet als een het algemeeue kader
der Russisch-Duitsche betrekkingen over
schrijdende bijzondere gebeurtenis mag wor
den beschouwd, doch als een nieuw tastbaar
bewijs van de hechtheid der historische tra-
didities, welke niet alleen de dynastién, doch
ook Rusland met Duitschland verbinden.
Vriendschappelijke betrekkingen schoten diep
wortel in de Russische en Duitsche volks
ziel dit verzekert wellicht heter dan schrifte
lijke verdragen oo.v voor de toekomst een
eensgezinde samenwerking van beide regee
ringen tot behoud van den vrede in Europa.
P a r ij s, 3 Nov. Het Journal Officiël pu
bliceert hel besluit, waarbij de nieuwe minis
ters en onder-staatssecretarissen worden be
noemd.
Turklj*
Volgens betrouwbare berichten is bij de be
sprekingen van den Turkschea minister van
financiën met den directeur Helfforich van de
Deutsche Bank, de grondslag vastgesteld voor
de financicele overeenkomst tusschen Turkije
en dc Duitsche banken. Daarbij is cr sprake
85 DOOK
RUD.OLF HERZOO.
Met op elkaar geklemde lippen stond hij
midden onder het zingen op. Ilij ging naai
de piano, drukte moeder en zusters hevig
aangedaan de hand en begaf zich haastig
naar zijn kamer. En toen zat zijn vader aan
zijn bed en zeide: „Jongen, heerlijk dat je
terug bent! Dat is nu dc hoofdzaak!" Daarop
viel hij in slaap en sliep door tot het reed*,
lang dag was.
Dc oude Rochus was naar dc Beurs g -
gaan en Marga Vanheil zat in het privé-kan-
toor, bezig dc Zwaadsche correspondentie af
te doen, toen er geklopt werd en een jonge
bediende zijn hoofd in dc deuropening stak
om te vragen of juffrouw Vanheil te spreken
was.
„Wie is 't? Dal liadt je moeten vragen,
meneer Clausen. Nu, laat maar binnen!"
Zij was te goed gestemd om iemand te kun
nen afwijzen. Frits had reeds in den mor
gen het geheelc huis met zijn vroolijkheid
aangestoken. In het eerste oogenblik was
hel haar, alsof Karei Twersten binnenkwam,
Karei Twersten, zonder baard„Bob
Bob!"
„Blijf zitten, Marga! Hoe gaat het met je?
Goed? En gaan cio zaken ook goed? Dat doet
mc pleizier."
Hij schudde haar hartelijk de hand, doch
gij bleef als verlamd zitten. Dit weerzien
had zij zich zoo geheel anders voorgesteld!
„Ben je wel wijs, Bob
„O, neem me niet kwalijk! Ilcb ik je zeer
gedaan? Men went zich daarginds dat
krachtige handjes geven zoo aan, dat men
zelfs tegenover dames vergeet
„Lieve help, nu p r a a t je ook nog onzin!
„Ik begrijp je niet goed, Marga.
„Wat kom je hier doen!" riep zij half
boos. „Of moet ik soms „u" tegen je zeg
gen?"
Robert T-wcrslcn bleef volkomen bedaard.
„Ik wou je vragen of je niet een eersten
bediende kunt gebruiken? Een procuratie
houder of zoo iets."
„Dat zal afhangen van de getuigschriften,
die je meebrengt." Zij deed haar best zoo
bijtend scherp te zijn als mogelijk was.
„Met getuigschriften houdt men zich daar
ginds niet op. Maar als ik me niet als ge
knipt hield voor de firma Martin Vanheil,
zou ik me niet aanbieden."
„Zoo, dat klinkt nogal bescheiden 1 En op
welk salaris meen je aanspraak te mogen
maken?"
„Het ecrsle jaar een derde en het volgende
jaar de helft van de netto-winst."
„Onbeschaamde jongen," zeide zij en wist
niet of zij zou lachen of boos worden. „Ik
zou liever de geheele winst vragen."
Hij schoof een stoel bij en ging zitten.
„Ik zie, dat mijn wijze van doen je ver
wondering opwekt. Maar waarom, Marga?
Je weet niet ipet wien je nu te doen hebt.
Vijf jaar in Amerika maken veel dingen ge
heel anders. En je zult mij als je daar
ten minste lust toe hebt opnieuw moeten
leeren kennen. Misschien ben ik zoo veran
derd, dat je bij nadere kennismaking God
dankl, niet met open armen op mij te zijn
toegevlogen."
Zij antwoordde niet. Altijd maar zag zij
hem aan. Was dat Bob? Die weekhartige,
toeschietelijke jongen? Zij trachtte in het
smalle, gebruinde gezicht, dat zijn trekken
zoo volkomen in bedwang had, en in die
koele oogen vol wilskracht den dwependen
jongen man van vroeger te herkennen. Een
ander mensch zat voor haar. En "deze had
wel gelijk met te zeggen, dat zij hem eerst
moest leeren kennen.
Het was baar opeens alsof haar keel werd
toegesnoerd, alsof iets bijzonder smartelijks
haar horst drukte. Maar toch knikte zij
hem toe, terwijl zij hem glimlachend aan
zag.
Robert Twersten hernam nu kalm:
,,'t Doet mc genoegen, Marga, dat je er
evenzoo over denkt als ik. Dat vergemak
kelijkt onze oude en onze nieuwe verhou
ding."
„Moet jemij ook opnieuw leeren ken
nen?"
Gedurende enkele seconden verdween dc
koele uitdrukking uit zijn oogen.
„Neen, Marga. En juist daarom moet ik je
goed hart voor overijling bewaren. Je zoudt
in staat zijn om mij eenvoudig weer te be
jegenen als vroeger."
„Mijn goed hartmijn goed hart
Ik weet wat ik doe."
„Maar of ik weet wat ik doe! Zie je,
daarop koinl 't voor ons beiden aan. Maar
laten wij nu liever over andere dingen pra
ten."
„Over zaken. Natuurlijk. Je bent immers
de zoon van Karei Twersten."
„Als ik dat geworden ben," zeide hij, c i
er lag een tecdere scherts in zijn woorden,
„dan is dat misschien wel daaraan te dan
ken, dat je mij daar zoo dikwijls en nadruk
kelijk op hebt gewezen. Ik kan niet aanr.e-
men dat je inzichten dienaangaande veran
derd zijn. Wij kunnen dus kalm en eensge
zind elkander op dezen grondslag ontmoe
ten. Ik zou gaarne met je in dezelfde zaak
en in hetzelfde kantoor willen samenwerken.
Wil mij dien wenseh toestaan, en ik geloof
je in alle gerustheid te kunnen beloven, dat
je, althans van een koopmansstandpunt,
daarvan geen berouw zult hebben."
„Ik moet daar eerst inet Rochus over spre
ken," stamelde zij, geheel in verwarring.
„Al wat ik in Amerika heb geleerd, heb ik
met deze bedoeling geleerd. En toen ik
(voelde Op eigen becnen te kunnen Staan,
heb ik gecai oogenblik gedraald om alle be
trekkingen aan te knoopen, die ik in Ham
burg nuttig kon gebruiken. Ik klop dus niet
met ledige handen bij je aan, als je dat óók
aan meneer Rochus wilt zeggen."
„Zeker, dat zal ik hem gaarne zeggen."
„Mooi. Schikt liet je, als ik morgenoch
tend terugkom om antwoord?"
„Ja."
Robert Twersten stond op en nam zijn
hoed.
„Ik zou je natuurlijk vragen of ik nu je
familie zou mogen begroeten. Maar ik heb
m'n vader nog niet gezien en mijn eerste be
zoek dient toch wel hèm te gelden."
„Daarom wil je ook zeker dit bezoek aan
mij als een zuiver zakelijk bezoek beschouwd
zien?"
„Ja, gaarne, Marga."
Nu stond ook zij op.
„Nu, tot morgen," zeide zij, terwijl zij hem
haar hand reikte.
ilij hield haar hand in de zijne cn zag
haar voor 't eerst vol in 't gezicht.
„Het is," zeide zij kortaf, „onder handels
vrienden niet dc gewoonte elkanders hand
zoo lang vast te houden."
Toen lachte hij zooals de oude Bob ge
lachen zou hebben, drukte haar nog eens dc
hand en ging weg. Toen zij alleen was ach
tergebleven, keek zij sprakeloos van verba
zing naar dc deur die zich achter hem had
gesloten, en terwijl haar gezicht brandach
tig vertrok, sloeg zij met haar vlakke hand
driftig op het schrijfpapier.
„Wat een bengel! Hij wou mij zeker zijn
meesterschap eens toonen! Ik bad hem een
voudig bij zijn ooren moeten pakken!"
Robert Twersten reeds nu allereerst naar
de werf. Juist ging de oude gietersbaas
Matthes over het pleintje. Verwonderd bleef
deze staan. „Dat is een sprekende gelijke
nis," bromde hij, toen de jonge Twersten in
het directiehuis verdween.
Karei Twersten was reeds van de Beurs
terug. Hij hoorde den knecht kloppen en
riep binnen. In plaats van den knecht
meldde echter Robert zich aan.
De oude Twersten richtte zich uit zijn stoel
op. In afwachtende houding bleef hij staan.
„Dag, vader! Mag ik u goeden dag komen
zeggen?"
„Zeker; dag, Robert." Beide mannen gaven
elkander dc hand.
Wordi vrnlgd.