W. 158. 9de Jaargang Vrijdag 4 November 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. HANZEJL TEN. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DER ADVERTENTIfiN: Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verechjjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertenflënmededeenngen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgeven in te zenden. Dienstaanbiedingen en aanvsag«n 25 ceuto b*j vooruitbetaling. Groote letten naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelite bepalwigo.i iyl het herhaald adverteeren in dit 01*4, bjj abonnement. Eene cireulairebevattende de voorwaarden, weidt op aanvraag toegezonden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Talephoonnummer 66. Politiek Overzicht De veranderingen in het Fransche ministerie. Gelijk te verwachten was, heeft de presi dent der Fransche republiek Briand niet de samenstelling van een nieuw kabinet belast. Briand heeft deze opdracht direct aanvaard en is reeds denzelfden middag met personen gaan spreken, op wie hij in de allereerste plat s voor zijn nieuwe kabinet hot oog had Hedenmorgen is het resultaat dier bespre kingen bekend geworden. Van liet vorige mi nisterie heeft Pichon de portefeuille van bui- tenlandsche zaken, generaal Brun die van oorlog, admiraal Boué de Lapeyrère die van marine, Dupuy die van handel behouden. Afgetreden zijn naast den minister van landbouw Ruau, de ministers Viviani (arbeid), Cochery (financiën), Barthou (justitie), Mil- lerand (openbare werken), Trouillot (kolo niën) on Doumcrgue (onderwijs). Ook Renault de slaatssecretaris van financiën en Sarraut die van oorlog zijn niet meer teruggekomen en wel Ojm dezelfde redenen als Viviani, daar tusschen hen en Briand gelijke mecnings- verschillen bestaan omtrent de in de toe komst in te nemen houding tegenover de vak verenigingen. Minister-president Briand heeft zijn nieuwe medewerkers onder de meer gematigde man nen gezocht, o. a. is Raynaud er bij, de vader der vertrouwensmotie in Briand. In de poli tiek heeft Briand met zijn oude vrienden ge broken, al schijnen ze 't als mensch het best met elkaar te hebben kunnen vinden en geen bepaalde oneenigheid te hebben gehad. De ontslagaanvrage van Viviani uit hel kabinet-Briand is des te opmerkenswaardi ger, daar Viviani een persoonlijke en intieme vriend van Briand is en het ministerie, waar van hij de leiding had, op initiatief van Briand hij de vorming van het kabinet-Cle- menceau speciaal voor Viviani is gecreëerd. Viviani is op het oogenblik 48 jaar oud; hij is in Algerië geboren, studeerde in Parijs, was vervolgens redacteur aan de „Petite Re- publique" en meermalen als advocaat raads man van den bond van beambten en arbei ders hij de spoorwegen. Uit dezen tijd dateert zijne intieme relatie met Briand; heiden werk ten gezamenlijk voor de socialistische pers en de arbeidersbeweging. In hel jaar 1893 kwam Viviani in de Kanier, waarvan hij sindsdien, behoudens eene kleine onderbre king, steeds lid is geweest. Op 22 October 19ü(i nam hij in het ministerie-Clcmenceau het nieuw ingestelde ministerie van arbeid en ouderdomsverzekering op zich. Zijn arbeids terrein werd daardoor gevormd, dat van het ministerie van openbare werken en dat van binncnlandsche zaken de afdeelingen werden afgenomen, waaraan de uitvoering der wet ten in zake arbeidersbescherming en arbei dersverzekering enz. was opgedragen. Dit nieuwe ministerie leed van beginne af er on der, dat het wel is waar een flinke hoeveel heid administratief en statistisch werk te doen kreeg, doch bijna geen aandeel in de uitvoe rende macht bezat. Viviani deed intusschen krachtige pogingen om aan de eischen van de vertegenwoordigers der arbeiders, in het bijzonder waar deze de verbeteringen der hygiënische toestanden in de verschillende bedrijven golden, tegemoet te komen. Ilij ver beterde de arbeidsinspectie en vermeerderde derzelver personeel aanmerkelijk, doch hel was hem bijna altijd onmogelijk van de werk gevers te verkrijgen, dat deze met de eischen der werklieden rekening hielden, terwijl het hem aan middelen ontbrak zulks af te dwin gen. Toen Briand in 1909 met het voorzitter schap van den ministerraad ook het depar tement van binnenlandsche zaken op zich nam, hoopte Viviani een grooleren invloed op hot uitvoerende politioneele gezag te verkrij gen, doch spoedig bleek dat Viviani in dit opzicht van Briand, welke door de rede van Perigueux met de uiterste linkerzijde had ge broken en daarbij tevens zijn neiging voor „apaisement" had te kennen gegeven, nog minder had te verwachten dan van Clemeii- ceau. Viviani meende, rekening houdende met zijn verleden als leider der socialistische ar beidersbeweging, verplicht te zijn met de af gevaardigden der uiterste linkerzijde goede betrekkingen te onderhouden en ze geregeld in gehoor te ontvangen, zoo vaak ze hem spreken wilden. Zulks verdroot in 't bizonder tal van gematigde Kamerleden en Senatoren, die dit niet onder stoelen of banken staken. Viviani vond geen voldoenden steun bij Briand en gaf na de verkiezingen in Mei te kennen hot ministerie van arbeid te willen verlaten. Hij verklaarde echter aan zijn vriend Briand bereid te zijn het ministerie van onderwijs op zich te nemen, voor het geval Briand de eerlijke bedoeling had het onderwijs in den zin van neutraliseering te verbeteren. Daar evenwel reeds Doumergue als vertrouwensman der radico-socialisten de post vervulde van minister van onderwijs, kon Briand hierop niet ingaan. Hij verzocht tevens aan Viviani voorloopig zijn departe ment te blijven waarnemen, tot het oogen blik gekomen was eener reeds vóór de ver kiezingen door Briand beraamde omvorming van liet kabinet. Toen nu in October de vacantie van het parlement ten einde liep, hernieuwde Viviani in allen vorm zijn ont slagaanvrage, maar juist op dit oogenblik brak de spoorwegstaking uit en Viviani wilde Briand geen moeilijkheden bereiden. Hij heeft thans opnieuw zijn ontslagaanvrage in gediend, wat tot die van het heele ministerie heeft geleid. Zooals een nadere nota van Havas meldde, zou Viviani gaarne eiken wetgevenden maat regel tot onderdrukking van sabotage en van opruiing tot sabotage steunen, doch zich tegen eiken inbreuk op liet stakingsrecht en elke gewichtige verandering van het verenigings recht verzotten. Met het oog op dc laak die het nieuwe kabinet te vervullen heeft en naar welke liet deswege zijn program heeft in te richten, schrijft de Temps: „Het land wil eens voor altijd een einde zien van dezen even vei- moeienden als voor zijn veiligheid gevaar lijken woordenstrijd, welke het spoorwegper soneel er toe bracht te meenen, dat ze de slaking als een heel natuurlijke en door geen wel verboden zaak konden verklaren". Als ecrsle laak van het kabinet noemt derhalve de Temps een wet, die alle beambten bij openbare diensten duidelijk aan het verstand brengt, dat elke poging om le slaken, een mis drijf is en verder nog andere wetten, welke middelen aan de hand doen om den econo- mischen en socialen strijd tusschen arbeiders en werkgevers vreedzaam op te lossen. Duitschland. B e r 1 ij n 3 Nov. Naar aanleiding van het bezoek van den Czaar van Rusland aan Potsdam, schrijft de Norddeutsche Allge- meine Zeitung, dat dit bezoek beantwoordt aan de beproefde Duitsch-Russische traditie, dat de heersehers van beide rijken elkaar vaak persoonlijk ontmoeten. Het welzijn hunner landen en de wereldvrede zijn door deze gewoonte steeds bevorderd. „Wij zijn overtuigd dat ook uit dc op handen zijmie monarchenontmoeting geen andere dan voar de eendracht der beide groote naburige ij ken, en daardoor voor de vrienden van rust en orde in Europa, nuttige resultaten zullen voortvloeien. Wij weuschen van harte aan liet bezoek van den Czaar van Rusland een ver loop, gelijk dit beantwoordt aan de oprechte wenschen van de beide souyereinen, bene vens van alle ware vaderlanders in beide rijken". Dc Rijksbegrooting voor 1911 zal volgens een bericht uit Berlijn sluiten met rond 12,7U0,UUtl,UÜU M. in inkomsten en uitgaven. Bij de post zullen de overschotten rond 71 Mark, bij het spoorwegbestuur rond 18J mil- lioen bedragen (onderscheidenlijk 184 en 2i millioen meer). Op de koloniale begrooting zullen de toelagen van hel Rijk 25| millioen Mark bedragen of 3i millioen minder dan het vorige jaar. Duitsche bladen melden, dat voor de marine in 1911 rond tien millioen meer uitgetrokken zal worden voor vermeerdering van officie ren en manschappen (ter uilvoering van de vlootwet) en door meerdere indienststelling van schepen van groot type. Voorts komt een marineattaclié te Weenen bij. Overigens is de virhoogiug een gevolg van de aanschaffing van onderzeebooten en van de verhoogde eischen voor artillerie-, torpedo- en mijn wezen. Frankrijk. P a r ij s, 3 No v. liet ministerie is als volgt samengesteld: president en minister van binnenlandsche zaken Briand; minister van justitie Theodore Girard; van buiten- landsche zaken Pichon; van oorlog generaal Brun; van marine Lapeyrère; van onderwijs Maurice Faure; van financiën Klolz; van handel Jean Dupuy; van landbouw Ray naud, van koloniën Morel; van arbeid La- ferre; van openbare werken Puech. Onderstaatssecretarissen zijn: voor marine Guslhau; voor financiën André Lefebvrc; voor oorlog Noulleos; van schoone kunsten Dujardin Beaumetz. T a r ij s, 3 Nov. Briand stelde heden avond dc nieuwe ministers aan den presi dent der republiek voor en legde hem de besluiten 'er onderteekenrng voor. Het nieu we kabinet zal Dinsdag in de Kamer zijn intrede doen. Engeland. Londen, 3 Nov. Officieel wordt thans medegedeeld, dat lord Morley aftreedt als staatssecretaris voor Indië en „Lord Presi dent of the Council" wordt. Lord Crewe volgt hem op als staatssecretaris voor Indië, terwijl Lewis Ilarcourt optreedt als staats secretaris voor koloniën in plaats van Lord Crewe en graaf Beauchamp Ilarcourt ver vangt als „Commissioner of Works". Londen, 3 N o v. In de heden gehouden vergadering van den Stedelijken Raad deelde de voorzitter van de haven-gezondheidscom missie mede, dat ratten, die aan boord van schepen, uit huitenlandsche havens komen de, gevangen waren, met pest besmet bleken te zijn. Door de gezondheidscommissie zijn alle maatregelen genomen. Een nieuwe spe ciale ontsmetter, die de ratten geheel en al vernietigt, wordt beschikbaar gesteld voor elk schip, dat de haven van Londen hinnen- komt. De voorzitter voegde daaraan toe: „Deze zaak houdt ons dag en nacht bezig; wij wijden er voortdurend de grootste aandacht aan en zullen onzerzijds niet nalaten al dat gene te doen wat er te doen valt." Te Londen is verschenen een werk van Sir Lewis Michell, „Het leven van Cecil Rho des", dat de gedenkschriften van Rhodes bevat. Daarin wordt o.a. melding gemaakt \an het onderhoud, dat Keizer Wilhelm II Maart 1899 met Rhodes had, een onderhoud dat 40 minuten duurde en beide mannen zeer voldaan liet over de kennismaking. Toch zeide Rhodes de Keizer op diens vraag wat hij dacht van het bekende telegram aan Kruger na de Jameson-inval, dat de Keizer toen dc grootste fout had begaan, welke hij van zijn leven gedaan had. Maar hij per soonlijk was hem er dankbaar voor. Hij was nl. een afstraffing van Britsche zijde wach tende, welke hij verdiend had, maar nu een vreemde zich er in mengde, was de Engcl- schc trots er mee gemoeid. Dat dulde men niet en Rhodes bleef ongestraft, terwijl de Keizer de haat van het Engelsche volk op zich laadde. De Keizer heeft Rhodes diens vrijmoedig heid niet ten kwade geduid. Rhodes kreeg in die veertig minuten wat hij verlangde en vond den Keizer, die hem nog bovendien zijn portret zond, charmant. Rhodes vertrok met oen verdrag, waarbij hij de telegraaf draden mocht laten gaan over Duitsch grond gebied, zonder dat hem dit iets kostte, al leen op voorwaarde, dat over veertig jaar deze telegraafdraden aan de Duitschc re geering zouden tocbchooren. Sir Frank Lascelles, de Engelsche gezant te Berlijn, zeide later van deze ontmoeting: „De Keizer was verrukt over Rhodes, en heeft zijn leedwezen uitgesproken, dat deze man niet zijn eerste minister kon zijn." En Rhodes zeide: De Keizer is een groot man met een ruimon blik en een grooten geest." Spanje. Madrid, 3 Nov. In den Senaat vragen beantwoordend omtrent de wet-Cadenas ver klaarde Canalejas dat deze slechts zou wor den toegepast gedurende twee jaar, te reke nen van haar afkondiging. Inmiddels zullen de onderhandelingen tusschen Madrid en Rome, om de kwestie der congregaties te regelen, worden voortgezet De Correspondencia Militare meldt De militaire gouverneur van Badajoz (dicht bij de Portugeesche grens) was verwittigd, dat de radicale politici de bewe ging, welke de Portugeesche revolutie aan de grens heeft teweeggebracht gebruikt heb ben om onder het garnizoen tot oproer aan te sporen. Zij hebben daarmede evenwel geenerlei gevolg gehad; integendeel een wachtmeester, wien een republikeinsch dis trictshoofd aanspoorde, aan een samenzwe ring deel te nemen, nam hen in hechtenis en bracht hen (naar de militaire gevangenis. Den wachtmeester vereerde het garnizoen als bewijs van erkentelijkheid een gouden uur werk. Portugal. De Portugeesche minister van huitenland sche zaken verklaarde aan een correspon dent van de „Matin", dat zelfs menige mach tige natie met afgunstige blikken de over- zecsche bezittingen van Portugal aanschouwt. Maar iedereen is het er tegenwoordig over eens, dat Portugal, hetwelk eene verstan dige neutraliteit moet in acht nemen, een kracht is, die zoowel in Europa als in de kolonie moet behouden blijven. De republi- kleinen zullen geen enkele hunner koloniën prijsgeven. Het tot dusver gevoerde dure ko loniale beheer zal ophouden. Wij willen, zoo besloot de minister, evenals in Frankrijk eenige groote bestuursgebieden scheppen en eenige groepen van koloniën een zekere zelfstandigheid geven. Het Lissabonsche blad Capital zou giste renavond de aanklacht tegen het ministerie- Franco openbaar maken. Daaruit blijkt, dat het proces tegen Franco niet door de regee ring, doch door een particulier op touw is gezet. Het Openbaar Ministerie zal voor stellen aan de aanklacht wegens machtsmis bruik geen gevolg te geven, daar politieke misdrijven door de amnestie van 8 Mei 1908 zijn uitgewischt. Bestaan blijft dc klacht van het verleenen van voorschotten aan het Ko ninklijke huis, hetwelk gequalificeerd wordt als poging tot ontvreemding van 's lands gelden. Men is overtuigd, dat het proces op vrijspraak zal uitloopen. Het instellen van dit geding heeft intusschen in gematigde kringen een ongunstigen indruk gemaakt. De minister van buitenlandsche zaken Ma- chado verzekerde aan een dagblatcorres- pondent, dat de regcering zich vol komen neutraal houdt en politieke vervolgingen in geen geval goedkeurt. De aanklager beweert dat hij in 1908 op last van Franco in de ge vangenis is geworpen. Hij wenscht thans gebruik te maken van het recht, waarbij iedere Portugees, die zich door oen misdrijf, ook 'n politiek, benadeeld acht, de bevoegd heid heeft den schuldige persoonlijk voor het gerecht te dagen. Lissabon, 3 Nov. Een vijftigtal uitge wezen Portugeesche Jezuïten scheepte zich heden aan boord van een stoomschip in met bestemming naar Holland. Rusland. Petersburg, 3 Nov. De officieuse Rossija wijdt aan de ontmoeting te Potsdam een artikel, waarin ze uiteenzet dat het on derhoud niet als een het algemeeue kader der Russisch-Duitsche betrekkingen over schrijdende bijzondere gebeurtenis mag wor den beschouwd, doch als een nieuw tastbaar bewijs van de hechtheid der historische tra- didities, welke niet alleen de dynastién, doch ook Rusland met Duitschland verbinden. Vriendschappelijke betrekkingen schoten diep wortel in de Russische en Duitsche volks ziel dit verzekert wellicht heter dan schrifte lijke verdragen oo.v voor de toekomst een eensgezinde samenwerking van beide regee ringen tot behoud van den vrede in Europa. P a r ij s, 3 Nov. Het Journal Officiël pu bliceert hel besluit, waarbij de nieuwe minis ters en onder-staatssecretarissen worden be noemd. Turklj* Volgens betrouwbare berichten is bij de be sprekingen van den Turkschea minister van financiën met den directeur Helfforich van de Deutsche Bank, de grondslag vastgesteld voor de financicele overeenkomst tusschen Turkije en dc Duitsche banken. Daarbij is cr sprake 85 DOOK RUD.OLF HERZOO. Met op elkaar geklemde lippen stond hij midden onder het zingen op. Ilij ging naai de piano, drukte moeder en zusters hevig aangedaan de hand en begaf zich haastig naar zijn kamer. En toen zat zijn vader aan zijn bed en zeide: „Jongen, heerlijk dat je terug bent! Dat is nu dc hoofdzaak!" Daarop viel hij in slaap en sliep door tot het reed*, lang dag was. Dc oude Rochus was naar dc Beurs g - gaan en Marga Vanheil zat in het privé-kan- toor, bezig dc Zwaadsche correspondentie af te doen, toen er geklopt werd en een jonge bediende zijn hoofd in dc deuropening stak om te vragen of juffrouw Vanheil te spreken was. „Wie is 't? Dal liadt je moeten vragen, meneer Clausen. Nu, laat maar binnen!" Zij was te goed gestemd om iemand te kun nen afwijzen. Frits had reeds in den mor gen het geheelc huis met zijn vroolijkheid aangestoken. In het eerste oogenblik was hel haar, alsof Karei Twersten binnenkwam, Karei Twersten, zonder baard„Bob Bob!" „Blijf zitten, Marga! Hoe gaat het met je? Goed? En gaan cio zaken ook goed? Dat doet mc pleizier." Hij schudde haar hartelijk de hand, doch gij bleef als verlamd zitten. Dit weerzien had zij zich zoo geheel anders voorgesteld! „Ben je wel wijs, Bob „O, neem me niet kwalijk! Ilcb ik je zeer gedaan? Men went zich daarginds dat krachtige handjes geven zoo aan, dat men zelfs tegenover dames vergeet „Lieve help, nu p r a a t je ook nog onzin! „Ik begrijp je niet goed, Marga. „Wat kom je hier doen!" riep zij half boos. „Of moet ik soms „u" tegen je zeg gen?" Robert T-wcrslcn bleef volkomen bedaard. „Ik wou je vragen of je niet een eersten bediende kunt gebruiken? Een procuratie houder of zoo iets." „Dat zal afhangen van de getuigschriften, die je meebrengt." Zij deed haar best zoo bijtend scherp te zijn als mogelijk was. „Met getuigschriften houdt men zich daar ginds niet op. Maar als ik me niet als ge knipt hield voor de firma Martin Vanheil, zou ik me niet aanbieden." „Zoo, dat klinkt nogal bescheiden 1 En op welk salaris meen je aanspraak te mogen maken?" „Het ecrsle jaar een derde en het volgende jaar de helft van de netto-winst." „Onbeschaamde jongen," zeide zij en wist niet of zij zou lachen of boos worden. „Ik zou liever de geheele winst vragen." Hij schoof een stoel bij en ging zitten. „Ik zie, dat mijn wijze van doen je ver wondering opwekt. Maar waarom, Marga? Je weet niet ipet wien je nu te doen hebt. Vijf jaar in Amerika maken veel dingen ge heel anders. En je zult mij als je daar ten minste lust toe hebt opnieuw moeten leeren kennen. Misschien ben ik zoo veran derd, dat je bij nadere kennismaking God dankl, niet met open armen op mij te zijn toegevlogen." Zij antwoordde niet. Altijd maar zag zij hem aan. Was dat Bob? Die weekhartige, toeschietelijke jongen? Zij trachtte in het smalle, gebruinde gezicht, dat zijn trekken zoo volkomen in bedwang had, en in die koele oogen vol wilskracht den dwependen jongen man van vroeger te herkennen. Een ander mensch zat voor haar. En "deze had wel gelijk met te zeggen, dat zij hem eerst moest leeren kennen. Het was baar opeens alsof haar keel werd toegesnoerd, alsof iets bijzonder smartelijks haar horst drukte. Maar toch knikte zij hem toe, terwijl zij hem glimlachend aan zag. Robert Twersten hernam nu kalm: ,,'t Doet mc genoegen, Marga, dat je er evenzoo over denkt als ik. Dat vergemak kelijkt onze oude en onze nieuwe verhou ding." „Moet jemij ook opnieuw leeren ken nen?" Gedurende enkele seconden verdween dc koele uitdrukking uit zijn oogen. „Neen, Marga. En juist daarom moet ik je goed hart voor overijling bewaren. Je zoudt in staat zijn om mij eenvoudig weer te be jegenen als vroeger." „Mijn goed hartmijn goed hart Ik weet wat ik doe." „Maar of ik weet wat ik doe! Zie je, daarop koinl 't voor ons beiden aan. Maar laten wij nu liever over andere dingen pra ten." „Over zaken. Natuurlijk. Je bent immers de zoon van Karei Twersten." „Als ik dat geworden ben," zeide hij, c i er lag een tecdere scherts in zijn woorden, „dan is dat misschien wel daaraan te dan ken, dat je mij daar zoo dikwijls en nadruk kelijk op hebt gewezen. Ik kan niet aanr.e- men dat je inzichten dienaangaande veran derd zijn. Wij kunnen dus kalm en eensge zind elkander op dezen grondslag ontmoe ten. Ik zou gaarne met je in dezelfde zaak en in hetzelfde kantoor willen samenwerken. Wil mij dien wenseh toestaan, en ik geloof je in alle gerustheid te kunnen beloven, dat je, althans van een koopmansstandpunt, daarvan geen berouw zult hebben." „Ik moet daar eerst inet Rochus over spre ken," stamelde zij, geheel in verwarring. „Al wat ik in Amerika heb geleerd, heb ik met deze bedoeling geleerd. En toen ik (voelde Op eigen becnen te kunnen Staan, heb ik gecai oogenblik gedraald om alle be trekkingen aan te knoopen, die ik in Ham burg nuttig kon gebruiken. Ik klop dus niet met ledige handen bij je aan, als je dat óók aan meneer Rochus wilt zeggen." „Zeker, dat zal ik hem gaarne zeggen." „Mooi. Schikt liet je, als ik morgenoch tend terugkom om antwoord?" „Ja." Robert Twersten stond op en nam zijn hoed. „Ik zou je natuurlijk vragen of ik nu je familie zou mogen begroeten. Maar ik heb m'n vader nog niet gezien en mijn eerste be zoek dient toch wel hèm te gelden." „Daarom wil je ook zeker dit bezoek aan mij als een zuiver zakelijk bezoek beschouwd zien?" „Ja, gaarne, Marga." Nu stond ook zij op. „Nu, tot morgen," zeide zij, terwijl zij hem haar hand reikte. ilij hield haar hand in de zijne cn zag haar voor 't eerst vol in 't gezicht. „Het is," zeide zij kortaf, „onder handels vrienden niet dc gewoonte elkanders hand zoo lang vast te houden." Toen lachte hij zooals de oude Bob ge lachen zou hebben, drukte haar nog eens dc hand en ging weg. Toen zij alleen was ach tergebleven, keek zij sprakeloos van verba zing naar dc deur die zich achter hem had gesloten, en terwijl haar gezicht brandach tig vertrok, sloeg zij met haar vlakke hand driftig op het schrijfpapier. „Wat een bengel! Hij wou mij zeker zijn meesterschap eens toonen! Ik bad hem een voudig bij zijn ooren moeten pakken!" Robert Twersten reeds nu allereerst naar de werf. Juist ging de oude gietersbaas Matthes over het pleintje. Verwonderd bleef deze staan. „Dat is een sprekende gelijke nis," bromde hij, toen de jonge Twersten in het directiehuis verdween. Karei Twersten was reeds van de Beurs terug. Hij hoorde den knecht kloppen en riep binnen. In plaats van den knecht meldde echter Robert zich aan. De oude Twersten richtte zich uit zijn stoel op. In afwachtende houding bleef hij staan. „Dag, vader! Mag ik u goeden dag komen zeggen?" „Zeker; dag, Robert." Beide mannen gaven elkander dc hand. Wordi vrnlgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1