"buitenland.
173.
94< Jaargang.
Vrijdag 18 November 1910.
FEUILLETON.
HA.JSIZEA. TEN.
ORTSCH DAGRLAD.
f-
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
1 Idem franco per post1.50.
jAfr-onderiijke nummers0.05.
(Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feest
dagen.
Advertentittnmedodeenngen enz.gelieve men vóór 11 uur
'■morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERT EN TIEN:
Van 1—5 regels f
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer roordeeligo bepah..tvv
het herhaald adverteeren in dit Blad, by ^ponnement. Bene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken-
is van belanghebbenden, dat, volgens inedcdeeling
den Minister van Oorlog, op 22 November en
zooveel noodig volgende dagen, oefeningen
iet gesehut zullen worden gehouden van af de
[eent onder Bl.ïricum, van af den Oostdijk nabij
irden en van af den vestingwal van Naarden.
Up de dagen waarop gevuurd wordt, zullen roode
iggfn waaien op den Zuiderzeedijk aan het einde
ui de Gooijergmchten, van den Maatwcg, nabij
ld Valkeveen, en op het werk Ronduit, terwijl het
joomseheepjè Pampus gelegen zal zijn nabij de
Bonding van dc Eem, dan wel nabij Oud Valkeveen,
reik stoonischcepje desgewenscht hulp zal verlee-
len om schepen uit den onveiligen sector te ver-
rijdereu.
Bij het schieten van af de Meent onder Blaricum
ïoet als onveilig worden beschouwd het gedeelte
er zee, gelegen tusschen de Eemmondiag, een punt
"t 5000 M. N.-waarts daarvan en de genoemde vlag
>p den Zuiderzeedijk bij den Maatweg; bij het schie-
an af den Oostdijk, hel gedeelte zee tusschen
luiderberg, een punt 5000 M. N.-waarts van de
oude vlag bij Oud Valkeveen en deze vlag.
Amersfoort, 17 November 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
Republikeinen en Socialisten
in Spanje.
De Spaanschs minister-president Canalejas
heeft met veel talent de wel ter beperking
van het aantal geestelijke orden in den Senaat
verdedigd en welen te doen aannemen; op
buitenlandsch gebied valt de pas gelcekende
Spaansch-Marokkaansclie overeenkomst te
noteeren, die elk jaar een paar millioen pe
seta's in lxet laadje geeft. Men zou zoo zeg
gen: iedereen heeft thans reden om tevreden
te zijn. Toch is is in den laatsten tijd het
verspreiden van alarmeerende berichten
weer in zwang gekomen. In het begin dezer
maand brachten een paar Fransche en En-
gelschc bladen de alarmtijding van een revo
lutie in Madrid. Ze bleek volkomen uit de
lucht gegrepen en niets anders dan een beurs-
manipulatie te zijn, niet voor de eerste maal
trouwens. En dezer dagen meldde een tel-e-
graafagentschap dat de socialistische leider
Pablo Iglesias in de Kamer een rede heeft
gehouden waarbij hij verklaarde dat de socia
listen zich met de republikeinen hadden ver-
eenigd, teneinde de monarchie ten val te
brengen. Men zou daaruit de gevolgtrekking
kunnen maken dat er in Spanje iets bijzon
ders gebeurt en dat het land voor de uit
barsting eener revolutie staat. Nu zijn er in
ieder land waar nog geen eenstemmigheid
bestaat over den regeeringsvorm oppositie
partijen waaronder zich de ontevredenen
scharen, die natuurlijk speculeeren op een
systeemwisseling. In de redevoeringen hun
ner leiders wordt iederen dag de grondves
ting der republiek als een onmiddellijk voor
de deur staande gebeurtenis beschouwd. En
daarom is de laatste rede van Pablo Iglesias
als een onbeteekenend, dagelijks weder
keerend feit op te vatten, zoo zegt de
Madrileensche berichtgever van de Kölnxsche
Zeitung die dan vervolgt: „Van een samen
zwering in den waren zin des woords kan
onder de tegenwoordige republikeinsch-socia-
listische leiders geen sprake zijn. De laatste
werkelijke samenzweerder Manuel Ruiz
Zorrilla, stierf nu ongeveer tien jaren arm
en verlaten in Parijs. Nicolaas Salmeron, da
laatste, wicn hol, door de macht zijner gees
telijk hoogstaande persoonlijkheid, gelukte
in 1903 de schaduw van een vereeniging der
republikeinen tot stand te brengen, heeft
reeds in de laatste tientallen jaren van zijn
leven, dat rijk aan strijd is geweest, de me
thode van het geweld voor onjuist en onuit
voerbaar verldaard en allen nadruk gelegd
op de noodzakelijkheid van de verovering
van het volksbewustzijn door middel van
krachtige ondersteuning van de eischen van
het Spaansche proletariaat op beschavend en
economisch gebied. Na Salmeron's dood werd
de splijting in de republikeinsche partij
steeds grooter en grooter en in onze dagen
kan men evenmin van de leiding van Lerroux
als van die van Pablo Iglesias spreken. De
ontvangst die Iglesias genoot in Barcelona,
toen hij van het socialistencongres te Kopen
hagen terugkeerde was al even koud als die
van Lerroux toen deze uit Zuid-Amerika in
Madrid terugkwam. Deze tweedracht heeft
met zich gebracht dat de inhoud der repu
blikeinsche programma's steeds magerder
wordt. De couranten der partij hebben al
hun kolommen en de redenaars al- hun kracüt
noodig om elkaar uit te schelden en verzui
men daarbij de gelegenheid om, ondanks de
-steeds urgenter wordende kwesties van so-
ciaal-wetensefiappelijken aard, het volk aan
eengesloten achter zich te scharen. En dit
ofschoon hen voor niet zoo langen tijd nog
de groote onder de monarchale partijen heer
schende verwarring te hulp kwam. De treu
rige gebeurtenissen in de liberale partij tij
dens de jaren 1905—1907, toen ieder minister
president nauwelijks zes maanden aan het
roer kon blijven, schenen zich te herhalen bij
den aanvang van het nieuwe liberale tijdperk,
liet in October 1907 door Moret gevormde
kabinet bevatte in zich reeds oe kiem van on
dergang en zelden heeft men zooveel over de
mogelijkheid van grondvesting eener repu
bliek gesproken als in de eerste maanden
van den winter 1909—1910. Men hield de re
serves der monarchie voor volkomen uitge
put. Aan een onmiddellijk weder optreden
van den conservatieven Maura kon op het
moment niet gedacht worden met het oog op
de waarschijnlijk daaraan gepaard gaan
de openlijke onlusten. De handelingen der
liberale leiders schenen de partij het laatste
restje consfitutioneele en parlementaire le
vensvatbaarheid te ontnemen en ondermijn
de haar aanzien naar binnen en naar buiten.
Ook hel in Februari 1910 door Canalejas ge
vormde kabinet wilde men van de geboorte
af aan allerlei onvolkomenheden toeschrij
ven. Het is zelfs een publiek geheim dat
Montero Rios, de president van den Senaat
en generaal Wcyler, waarschijnlijk met be
hulp van den eeuwig onrustigen graaf Ro-
manones, tegen Canalejas kuipten. Deson
danks wordt de positie van het kabinet-Cana-
lejas iederen dag beter, en wanneer het hem
gelukken mocht nog een paar jaar te regee-
ren en binnen dezen tijd eenige van de vele
door hem ingediende liberale wetsontwerpen
tot stand te brengen dan zou hij niet alleen
wat zijn persoon betreft, als partijleider al
gemeen erkend worden, doch ook van zijn
partij een levensvatbaar wordend regeerings-
werktuig kunnen maken. Deze partij zou door
overeenkomstig 's lands wetten samen te
werken met de door Maura aangevoerde,
slechts lijdelijk tot regeeren buiten staat ge
worden, conservatieve partij den sterksten
steun zoowel van de monarchie als in 't bi
zonder voor een rustige economische ontwik
keling vormen. Zulk een ontwikkeling is
voor Spanje een eisch des tijds. Dat hebben
vele Spanjaarden ingezien en tengevolge
dezer erkenning willen ze zich niet in dwaze
avonturen storten."
Duitschland.
De Keiizer heeft dezer dagen een bezoek
gebracht aan het Benedictijner klooster te
Beuren. Nadat Zijne Majesteit door den
aartsabt van Beuron ontvangen was, en door
dezen was toegesproken, hield hij een rede
voering, die algemeen de aandacht heeft ge
trokken en waarin hij o. m. zeide:
„Van den aanvang mijner regeering af was
het mij een bijzondere vreugde, het streven
der Benedictijners te ondersteunen, daar ik
opgemerkt heb, dat zij overal waar zij ge
werkt hebben, niet alleen den godsdienst
trachten hoog te houden en te versterken,
maar ook als dragers der beschaving op het
gebied van berkgang, kunst en wetenschap
en in andere richtingen zich onderscheiden
hebben. Wat ik van u verwacht is, dat gij
op de wegen uwer voorvaderen zult voort-
werken en mij ondersteunen in mijn stre
ven, den godsdienst voor het volk te behou
den. Dit is van des te meer gewicht, daar
de 20ste eeuw gedachten heeft doen rijzen,
welker bestrijding slechts met de hulp van
den godsdienst en de ondersteuning des he
mels zegevierend kan worden doorgedre
ven; dat is mijn vaste overtuiging. De kroon
die ik draag kan hier alleen dan welslagen
waarborgen, wanneer zij tot grondslag
neemt het woord en den persoon des Hee-
ren. Als zinnebeeld daarvoor heb ik het
kruis aan deze kerk gegeven, om daarmede,
zooals ik in mijn schrijven gezegd heb, te be
wijzen, dat de regeeringen der christelijke
vorsten slechts in den geest des Heeren kun
nen worden gevoerd en dat zij moeten hel
pen den godsdienstig en zin, die den Germa
nen aangeboren is, te versterken en het ont
zag voor altaar en troon te vermeerder eai.
Beide behooren tezamen en mogen niet ge
scheiden worden; daarom bevorder ik van
gauscber harte het streven, dat het uwe is."
België.
De begrooting voor* den Belgischen Kongo-
staat is aan de Belgische Kamer toegezon
den en bevat menige interessante bijzonder
heid over de ontwikkeling der kolonie.
Op het oogenbLik heeft België in den Kon
go 1937 beambten in dienst, daarbij komen
nog 190 beambten bij de spoorwegen der
groote wegen en 153 beambten in dienst van
het speciale Katanga-comité. De blanke be
volking bedroeg op 1 Januari 1910, 3362 per
sonen waaronder 1900 Belgen. In de laatste
jaren is het aantal Europeanen met 400 ge
stegen. Onder de uitlandcrs in de kolonie ko
men voor: 60 Duitschers, 320 Engelschen, 125
Hollanders, 135 Italianen, 170 Portugeezen,
210 Zweden, 50 Franschen, 70 Russen en 70
Zwitsers. Hel aantal voor de handhaving der
openbare veiligheid in dienst zijnde solda-
l ii cn politiebeambten is in hel afgeloopen
jaar gestegen van 13981 lot 16333. Alleen in
hel Katangagebied is de politiemacht zoo
versterkt dat er in plaats van de vroegere
700 politiebeambten er thans 1900 dienst doen.
Hecrendicnst bij de spoorwegen werd in
't laatste jaar door 933 inboorlingen verricht,
in de overige gedeelten der kolonie door
118 inboorlingen. De memorie bij de begroo
ting constateert speciaal dat 84% van die
arbeiders zich vrijwillig hebben aangemeld;
een omstandigheid die van veel waarde is,
wanneer men bedenkt dat de Engelschen
juist deze werving van arbeiders het Belgi
sche koloniale bestuur in het bijzonder ver
wijten.
De handel in den Kongoslaat die in het
jaar 1909 106 millioen francs beliep bedroeg
in het jaar 1908 89 millioen francs; dat be-
teekenl dus een toename van 17 millioen
francs. Aan dien handel was België alleen
met 80 millioen debet. Voor liet komende be-
grootingsjaar worden de gewone ontvang
sten geraamd op 40.501.700 francs; de gewo
ne uitgaven op 47.104.705 francs, tekort op
de gewone uitgaven circa 6.603.085 francs.
Hierbij komen nog buitengewone uitgaven
huilengewone ontvangsten blijken er dus
niet te zijn tot «een som van 11.907.943
francs, zoodat het tekort totaal is 18£
millioen francs.
Zooals wij reeds meldden heeft koning
Albert van het bedrag dat de kroon jaar
lijks toekomt krachtens de Kongo-wet en
3.300.000 francs beloopt, ten gunste van ver
schillende koloniale instellingen afstand ge
daan.
Frankrijk.
P a r ij s 17 Nov. De interpellatie over
de overstroomingen in den Senaat eindigde
met dc aanneming met algemeene stemmen
van een motie van vertrouwen in het krach
tig beleid der regeering bij het nemen van
alle dringende maatregelen ter bescherming
tegen de overstroomingen en bij de verwezen
lijking van het algemeene beschermingsplan.
Engeland*
Londen, 17 Nov. De politieke toestand
blijft dc uiterste belangstelling inboezemen.
Er is eene buitengewone vraag naar toela
tingskaarten voor de zitting van het Lager
huis, welke morgenmiddag begint, en zulks
met hot oog op Asquith's verklaring en Bal
four's antwoord. Ook van andore sprekers
verwacht men dat ze het woord zullen voe
ren, o. a. Redmond on Barnes, voorzitter van
^e arbeiderspartij.
L o n d e n 1 7 N o v. Een vergadering van
unionistische leden van het Hoogerhuis werd
hedenmorgen gehouden ten huize van Lord
LAinsdownc. De beraadslaging betrof de hou
ding, welke men Maandag zal aannemen bij
het debat over de veto-bill. Balfour gaat heden
middag naar Nottingham, waar hij een be
langwekkende rede zal uitspreken, om ver
volgens naar Londen terug te keeren.
Londen, 1 7 N o v. Hot Huis was weder
geheel en al bezet in afwachting van de be
handeling der hervormingsmoties van Ro.se-
bery. Daar dc eensite reeds in den loop van
dit jaar zijn aangenomen, ging Resebery over
tol de vierde resolutie, waarin wordt ver
klaard, dal het Hoogerhuis samengesteld zal
zijn: ten eerste uit parlementslonds, geko
zen door de erfelijke peers of door her
vorming vanwege de kroon; ten tweede uit
hen, die zitting krijgen krachtens de ambten,
door hen bekleed, en ten derde uit leden van
buitenaf verkozen.
Met kracht bepleitte Rosebery de aanne
ming dezer motie. De tijd was kort en het
Huis kon misschien anders wel eens geen
.gelegenheid meer hebben om deze of een an
dere motie omtrent zijn toekomst te behan
delen.
De motie toont aan, dat het Iluis bereid
is mede te werken tot zijn eigen hervor
ming. Hot wil en kan hervormd worden vol
gons dergelijke beginselen; daardoor zou het
constitutioneel probleem worden opgelost en
de oude constitutie gehandhaafd zonder de
schokken, die gepaard gaan met een her
vorming, die tot stand zou worden gebracht
door voortdurende algemeene verkiezingen.
Curzon cn Selbournc ondersteunden de
motie, die unaniem werd aangenomen.
Creux deelde namens dc regeering mede,
dat hij niet zou stemmen.
In don loop der beraadslaging zeide lord
Lansdowne: „Wanneer mij de keus wordt
gelaten tusschen een regeling, berustend op
een zachte behandeling van dit Huis, maar
gepaard gaande met ontneming van dc rech
ten, die de Tweede Kamer behoort te bezit
ten en een regeling, berustend op een hard
handige behandeling van dit Huis, maar met
volkomen behoud van de rechten, waarop de
Tweede Kamer aanspraak mag maken, dan
aarzel ik niet te verklaren, dat ik aan laatst
genoemde behandeling de voorkeur zou
geven."
Londen, 17 Nov. In de reüe, door Bal
four te Nottingham gehouden, zeide hij ten
opzichte van de veto-conferentie, dat de unio
nistische leden eensgezind waren geweest.
Hadden zij alleen de voorstellen aangeno
men, bij welke overeenstemming mogelijk
was, dan zouden zij hun zaak hebben ver
raden. Tariefhervorming blijft nog steeds de
grondpijler der unionistische politiek. Wan
neer tariefhervorming de lasten der loontrek
kende klassen verzwaarde zou hij deze her
vorming niet voorstaan. Wanneer oe prijs
van het brood er hooger door wordt, dan
zou een vergoeding daarvoor .kunnen worden
gevonden in de vermindering van de rech
ten op thee, suiker enz.
Ten opzichte van het Hoogerhuis ver
klaarde Balfour in de eerste plaats dat n-j
een Tweede Kamer noodzakelijk acht, en dat
deze Kamer in staat moet zijn een matigen
den invloed op de zaken van het land uit te
oefenen, ofschoon het lagerhuis het overheer-
schend element in het tweekamers-stelsel be
hoort te blijven. Een evcntiieele hervorming
van het Hoogerhuis moet worden geënt op de
huidige Kamer.
Een gewijzigd huis zou moeten bestaan uit
drie gelijke elementen: le. uit mannen, die
door hun ambt daarvoor zouden zijn aange
wezen; 2e. uit dezulken, die door de peers
zelve worden gekozen, 3e. uit anderen, die
volgens hel een of andere kiesstelsel of an
derszins werden gekozen.
Hij verklaarde zich tegen een Tweede Ka
mer, die geheel en al uit gekozenen zou be
staan, omdat zulk een Kamer de pos., e van
de eerste Kamer zou bedreigen.
De samenstelling van het Hoogerhuis moet
geregeld worden, voordat de doode punten
tot oplossing gebracht kunnen worden. De
drijvende kracht, die achter de vetowet der
regeering staai, bestaat uit socialisten en de
Ieren. De regeering gaat de grondwet ver
nielen, niet in hel belang van de democratie,
maar ter wille van de Amerikanen, die voor
de Home Rulefondsen hadden ingeschreven,
mannen die zelfs het Engelsche burgerrecht
niet hebben. Indien wij hun eischen inwilli
gen, dan regeeren wij niet langer onszelf.
Het land doet een beroep op allen, om toe te
zien, dat Engeland zijn eigen zaken zal be-
heeren."
Londen, 17 N o v. De briefwisseling is
gepubliceerd, welke is gevoerd door de ver
eeniging van ketelmakers cn den bond van
eigenaars van scheepsbouwwerven.
In antwoord op een beroep op de patroons
om de uitsluiting op te heffen, verklaren de
96 DOOR
RU DOL» H ER Z O 01.
„Er zullen nog tal van vragen op te lossen
zijn," zeide cle Rus.
„Ér is geen vraag, waarop het afdoen der
zaak schipbreuk zou kunnen lijden."
Daarop reden zij naar de Molenaarspoort.
Marga Vanheil had een onrustigen dag en
een slapeloozen nacht doorgebracht. Des
nachts was zij naar Erica's kamer gegaan.
„Ben je ook nog wakker? Jij hebt toch geen
reden om je ongerust te maken."
„Neemaar maak jij je dan ongerust?
,,'t Was gisteren zoo'n vervelende avond!
Niemand kwam. Zelfs Frits liep rond als
het booze geweten."
„En meneer Feldermann had den jongens
vast beloofd gisterenavond precies om half
zeven te komen."
„Den jongens? Loop heen, Erica 1"
„Wat bedoel je toch? Natuurlijk mij ook,
maar in hoofdzaak om de jongens, omdat
hij zooveel van hen houdt."
„Ach, Erica, je moest eens weten hoe lief
je dat jokken afgaat!"
„Marga !n
Maar Marga Vanheil legde de hand op haar
mond. „Stil, je hoeft my niets meer te zeg
gen. En dan dat warme gezichtjeDat
is zeker koorts door gevatte kou. Neen,
neen, neen, ik zeg niets meer. Want ik
ik heb zeker ook kou gevat 1"
„Komik zal wat- plaats voor je ma
ken."
„Maar voor één oogenblik. Omdat ik je
wat heb in Le fluisteren. Ik ik, begrijp
me wel, ik houd zoo dolveel van Bob
van Bob Twersten!"
En het hoofd in den arm van haar zuster
vlijende, bleef zij eenigen tijd stil liggen.
„Klopt jouw hart zoo, of is het 't mijne?"
vroeg zij na eenige oogenblikken.
„Iloud toch je mond, kind!"
Toen stond Marga lachend op en ging weer
naar haar eigen kamer.
„Dan kun je beter droomen! Goeden nacht,
Erica 1"
Toer Bob den volgenden morgen niet op
het kantoor verscheen, werd zij nog onrus
tiger. Het liefst zou zij naar mevrouw Bram-
berg zijn gegaan, maar zij vreesde, dat zij
dan inmiddels Bob zou misloopon.
Tegen den middag, echter, riep zij mevrouw
Bramberg per telefoon op.
„Ilebt u niet een beetje tijd over voor uw
verlaten vriendin?"
„Zooveel je wilt. Kom maar bij mij."
„Ik moet op het kantoor passen. Meneer
Rochus gaat naar de Beurs en meneer Ro
bert Twersten is al sinds onrustbarend lan
gen tijd ergens aan het zwerven."
„Wal doet hij dan? Binnen een half uur
ben ik bij je."
„Blijft u nog een oogenblik aan de tele
foon, ja?"
„Waarom, kind?" „Ik wou u nog graag
em kus geven. Dat durf ik anders zoo niet.
Zoo! dank u!" „Héél ongelukkig schijn je
toch nöel te zijn!"
Mevrouw Bromberg hing daarop glim
lachend dé spreekbuis aan den haak.
„En waar heb je nu onzen Bob gelaten?"
vroeg zij, toen de vriendinnen bij elkander
zaten. „Heb je hom moedwillig zoo ge
plaagd, dat hij is weggoloopen? Of heb je
hem de zware hand van den chef laten voe
len? Hot een of ander moet je toch hebben
uitgevoerd."
„Lieve hemel, ik en moedwillig!" zeide Mar
ga Yanlhcil met een zucht. „Zijn energie
is zoo groot geworden, dat mijn wil er niet
meer logen op kan. En de zware hand van
den chef? W'ilt u wel gclooven, dal hij bij
de belangrijkste dingen nauwelijks meer naar
mijn meening vraagt. „Ik heb dat al in orde
gemaakt", of „daarmee moet jij je nu maar
niet moeilijk maken", en daarmede is de
zaak voor hem uit."
„Maar wat heeft hij dan gedaan, dat hij nu
weg is?"
„Wat hij gedaan heeft?" zeide zij met een
half boos lachje. „Hij heeft gisteren mijn
hoofd in z'n handen genomen, me gekust en
weg was hij!"
„Da» zou ik ook gedaan hebbenDe op
gewekte lach van mevrouw Bramberg meng
de zich met dien van haar vriendin. „Daar
mede heelt hij hot zekere bewijs gegeven, dat
hij van plan is terug te 'komen."
„Men laat een meisje toch maar niet met
con kus op dc Kppon zitten."
„Juist daarom, Marga. Hou je maar voor
bereid op nog meer verrassingen."
Met een hartstochtelijke beweging sloeg
Marga de armen om den hals van haar vrien
din, terwijl de tranen haar in de oogen spron
gen.
Ingeborg Bramberg streelde haar Koofd en
schouders. „Lieve kind, i'.f zal je spoedig
met je engagement kunnen gelukwenschen. Je
zult nu een Twersten worden en dat betee-
kent in den vollen zin van het woord een
léven leven. Licht je hoofd wat op, zoodat
ik je een kus kan geven en laten wij voortaan
maar „jij" en „jou" tegen elkaar zeggen."
„Lieve Ingeborg! nu heb ik behalve Bob
ook jou nog. Geen mensch kan zich rijker
gevoelen."
Ingeborg Bramberg voelde bij deze woor
den hoeveel goed de liefde van het meisje
haar deed.
„Doe mij 't genoegen en blijf den beden
middag bij me," vleide Marga Vanheil. „Ik
kan vandaag zoo slecht alleen zijn. Het werk
wil maar niet vlotten. Of wncht meneer
Bramberg je thuis?"
„Meneer Bramberg is niet in Hamburg. Se
dert Februari is hij reeds aan de Riviera, in
Nervi.
„Voor herstel van gezondheid?"
„Ik geloof dat zijn gezondheid zioh
herstellen kan. Hij heeft niet veel weer
standsvermogen meer."
Eenigszins angstig keek Marga met groote
oogen haar vriendin aan. Ingeborg Bram
berg streek haar bedaard met de hand over
de oogen, als mocht zij zoo niet kijken.
„Wat ik voor hem ka.i voelen is alleen
medelijden, diep medelijden. Toen men ons
om familiereden en tot dit huwelijk dwong,
heeft men «iet gevraagd of wij elkander lief
hadden, evenmin of er overeenstemming was
tuschen onze levensopvattingen. De vrouw
van Theodoor Bramberg moest gelukkig
zijn. Alleen omdat zij mevrouw Bramberg
heette. En Theodoor Bramberg heeft in zijn
gehecle leven ook nooit anders gedacht. Zie
je, Mairga, als ik niettegenstaande dat alles
toch heel gelukkig heb mogen worden, heb
ik dat «iet aan hém te danken. Alleen aan
mijzelf en aan mijn durf om naar het geluk
te grijpen. Begrijp je mij goed?"
Marga knakte en de angstige blik .verdween
allengs uit haar oogen.
„En daarom heb ik zoo'n diep medelijden
met hem," ging Ingeborg Bramberg voort,
„omdat hij zich geen geluk heeft weten, te
verwerven. Omdat hij geen onderscheid wist
te maken tusschen lichaam en riel, en nooit
heeft kunnen begrijpen dat het ééne schoon
heid en wijding moest ontvangen van dc an
der. Bij zijn rusteloos najagen van het ge
not, vond hij geen oogenblik van waar ge
luk."
„Ga maar «iet voort, als het je moeilijk
valt. Een vrouw is vlug van begrip."
„Daarom zou ik ook geen onwaarheid wil
len spreken, nu je mij vraagt naar Theodoor
Bramberg. Als men elkaar in het leven
vreemd is gebleven, wordt men door den
dood niet nader tot elkaar gebracht. Dal is
een vrome legende, door de achterblijvenden
verzonnen om voor de werekl den iriterlij-
ken sohijn K-bewaren. Het geluk, dat ik
heb, maakt dit middel echter overbodig."
Beide vrouwen bleven daarop nog lang
spreken van den machtigen factor, die vrou
wenharten in beroering brengt, en die
slechts door weinige mannen volkomen be
grepen wordt.
Marga Vanheil richtte rich op. Luisterend
wendde zij zich naar het raam. Een rijting
hield voor liet huis stil.
W*rdt vtrwolfd.