"buitenland. 173. 94< Jaargang. Vrijdag 18 November 1910. FEUILLETON. HA.JSIZEA. TEN. ORTSCH DAGRLAD. f- ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. 1 Idem franco per post1.50. jAfr-onderiijke nummers0.05. (Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- on Feest dagen. Advertentittnmedodeenngen enz.gelieve men vóór 11 uur '■morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERT EN TIEN: Van 1—5 regels f Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer roordeeligo bepah..tvv het herhaald adverteeren in dit Blad, by ^ponnement. Bene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken- is van belanghebbenden, dat, volgens inedcdeeling den Minister van Oorlog, op 22 November en zooveel noodig volgende dagen, oefeningen iet gesehut zullen worden gehouden van af de [eent onder Bl.ïricum, van af den Oostdijk nabij irden en van af den vestingwal van Naarden. Up de dagen waarop gevuurd wordt, zullen roode iggfn waaien op den Zuiderzeedijk aan het einde ui de Gooijergmchten, van den Maatwcg, nabij ld Valkeveen, en op het werk Ronduit, terwijl het joomseheepjè Pampus gelegen zal zijn nabij de Bonding van dc Eem, dan wel nabij Oud Valkeveen, reik stoonischcepje desgewenscht hulp zal verlee- len om schepen uit den onveiligen sector te ver- rijdereu. Bij het schieten van af de Meent onder Blaricum ïoet als onveilig worden beschouwd het gedeelte er zee, gelegen tusschen de Eemmondiag, een punt "t 5000 M. N.-waarts daarvan en de genoemde vlag >p den Zuiderzeedijk bij den Maatweg; bij het schie- an af den Oostdijk, hel gedeelte zee tusschen luiderberg, een punt 5000 M. N.-waarts van de oude vlag bij Oud Valkeveen en deze vlag. Amersfoort, 17 November 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht Republikeinen en Socialisten in Spanje. De Spaanschs minister-president Canalejas heeft met veel talent de wel ter beperking van het aantal geestelijke orden in den Senaat verdedigd en welen te doen aannemen; op buitenlandsch gebied valt de pas gelcekende Spaansch-Marokkaansclie overeenkomst te noteeren, die elk jaar een paar millioen pe seta's in lxet laadje geeft. Men zou zoo zeg gen: iedereen heeft thans reden om tevreden te zijn. Toch is is in den laatsten tijd het verspreiden van alarmeerende berichten weer in zwang gekomen. In het begin dezer maand brachten een paar Fransche en En- gelschc bladen de alarmtijding van een revo lutie in Madrid. Ze bleek volkomen uit de lucht gegrepen en niets anders dan een beurs- manipulatie te zijn, niet voor de eerste maal trouwens. En dezer dagen meldde een tel-e- graafagentschap dat de socialistische leider Pablo Iglesias in de Kamer een rede heeft gehouden waarbij hij verklaarde dat de socia listen zich met de republikeinen hadden ver- eenigd, teneinde de monarchie ten val te brengen. Men zou daaruit de gevolgtrekking kunnen maken dat er in Spanje iets bijzon ders gebeurt en dat het land voor de uit barsting eener revolutie staat. Nu zijn er in ieder land waar nog geen eenstemmigheid bestaat over den regeeringsvorm oppositie partijen waaronder zich de ontevredenen scharen, die natuurlijk speculeeren op een systeemwisseling. In de redevoeringen hun ner leiders wordt iederen dag de grondves ting der republiek als een onmiddellijk voor de deur staande gebeurtenis beschouwd. En daarom is de laatste rede van Pablo Iglesias als een onbeteekenend, dagelijks weder keerend feit op te vatten, zoo zegt de Madrileensche berichtgever van de Kölnxsche Zeitung die dan vervolgt: „Van een samen zwering in den waren zin des woords kan onder de tegenwoordige republikeinsch-socia- listische leiders geen sprake zijn. De laatste werkelijke samenzweerder Manuel Ruiz Zorrilla, stierf nu ongeveer tien jaren arm en verlaten in Parijs. Nicolaas Salmeron, da laatste, wicn hol, door de macht zijner gees telijk hoogstaande persoonlijkheid, gelukte in 1903 de schaduw van een vereeniging der republikeinen tot stand te brengen, heeft reeds in de laatste tientallen jaren van zijn leven, dat rijk aan strijd is geweest, de me thode van het geweld voor onjuist en onuit voerbaar verldaard en allen nadruk gelegd op de noodzakelijkheid van de verovering van het volksbewustzijn door middel van krachtige ondersteuning van de eischen van het Spaansche proletariaat op beschavend en economisch gebied. Na Salmeron's dood werd de splijting in de republikeinsche partij steeds grooter en grooter en in onze dagen kan men evenmin van de leiding van Lerroux als van die van Pablo Iglesias spreken. De ontvangst die Iglesias genoot in Barcelona, toen hij van het socialistencongres te Kopen hagen terugkeerde was al even koud als die van Lerroux toen deze uit Zuid-Amerika in Madrid terugkwam. Deze tweedracht heeft met zich gebracht dat de inhoud der repu blikeinsche programma's steeds magerder wordt. De couranten der partij hebben al hun kolommen en de redenaars al- hun kracüt noodig om elkaar uit te schelden en verzui men daarbij de gelegenheid om, ondanks de -steeds urgenter wordende kwesties van so- ciaal-wetensefiappelijken aard, het volk aan eengesloten achter zich te scharen. En dit ofschoon hen voor niet zoo langen tijd nog de groote onder de monarchale partijen heer schende verwarring te hulp kwam. De treu rige gebeurtenissen in de liberale partij tij dens de jaren 1905—1907, toen ieder minister president nauwelijks zes maanden aan het roer kon blijven, schenen zich te herhalen bij den aanvang van het nieuwe liberale tijdperk, liet in October 1907 door Moret gevormde kabinet bevatte in zich reeds oe kiem van on dergang en zelden heeft men zooveel over de mogelijkheid van grondvesting eener repu bliek gesproken als in de eerste maanden van den winter 1909—1910. Men hield de re serves der monarchie voor volkomen uitge put. Aan een onmiddellijk weder optreden van den conservatieven Maura kon op het moment niet gedacht worden met het oog op de waarschijnlijk daaraan gepaard gaan de openlijke onlusten. De handelingen der liberale leiders schenen de partij het laatste restje consfitutioneele en parlementaire le vensvatbaarheid te ontnemen en ondermijn de haar aanzien naar binnen en naar buiten. Ook hel in Februari 1910 door Canalejas ge vormde kabinet wilde men van de geboorte af aan allerlei onvolkomenheden toeschrij ven. Het is zelfs een publiek geheim dat Montero Rios, de president van den Senaat en generaal Wcyler, waarschijnlijk met be hulp van den eeuwig onrustigen graaf Ro- manones, tegen Canalejas kuipten. Deson danks wordt de positie van het kabinet-Cana- lejas iederen dag beter, en wanneer het hem gelukken mocht nog een paar jaar te regee- ren en binnen dezen tijd eenige van de vele door hem ingediende liberale wetsontwerpen tot stand te brengen dan zou hij niet alleen wat zijn persoon betreft, als partijleider al gemeen erkend worden, doch ook van zijn partij een levensvatbaar wordend regeerings- werktuig kunnen maken. Deze partij zou door overeenkomstig 's lands wetten samen te werken met de door Maura aangevoerde, slechts lijdelijk tot regeeren buiten staat ge worden, conservatieve partij den sterksten steun zoowel van de monarchie als in 't bi zonder voor een rustige economische ontwik keling vormen. Zulk een ontwikkeling is voor Spanje een eisch des tijds. Dat hebben vele Spanjaarden ingezien en tengevolge dezer erkenning willen ze zich niet in dwaze avonturen storten." Duitschland. De Keiizer heeft dezer dagen een bezoek gebracht aan het Benedictijner klooster te Beuren. Nadat Zijne Majesteit door den aartsabt van Beuron ontvangen was, en door dezen was toegesproken, hield hij een rede voering, die algemeen de aandacht heeft ge trokken en waarin hij o. m. zeide: „Van den aanvang mijner regeering af was het mij een bijzondere vreugde, het streven der Benedictijners te ondersteunen, daar ik opgemerkt heb, dat zij overal waar zij ge werkt hebben, niet alleen den godsdienst trachten hoog te houden en te versterken, maar ook als dragers der beschaving op het gebied van berkgang, kunst en wetenschap en in andere richtingen zich onderscheiden hebben. Wat ik van u verwacht is, dat gij op de wegen uwer voorvaderen zult voort- werken en mij ondersteunen in mijn stre ven, den godsdienst voor het volk te behou den. Dit is van des te meer gewicht, daar de 20ste eeuw gedachten heeft doen rijzen, welker bestrijding slechts met de hulp van den godsdienst en de ondersteuning des he mels zegevierend kan worden doorgedre ven; dat is mijn vaste overtuiging. De kroon die ik draag kan hier alleen dan welslagen waarborgen, wanneer zij tot grondslag neemt het woord en den persoon des Hee- ren. Als zinnebeeld daarvoor heb ik het kruis aan deze kerk gegeven, om daarmede, zooals ik in mijn schrijven gezegd heb, te be wijzen, dat de regeeringen der christelijke vorsten slechts in den geest des Heeren kun nen worden gevoerd en dat zij moeten hel pen den godsdienstig en zin, die den Germa nen aangeboren is, te versterken en het ont zag voor altaar en troon te vermeerder eai. Beide behooren tezamen en mogen niet ge scheiden worden; daarom bevorder ik van gauscber harte het streven, dat het uwe is." België. De begrooting voor* den Belgischen Kongo- staat is aan de Belgische Kamer toegezon den en bevat menige interessante bijzonder heid over de ontwikkeling der kolonie. Op het oogenbLik heeft België in den Kon go 1937 beambten in dienst, daarbij komen nog 190 beambten bij de spoorwegen der groote wegen en 153 beambten in dienst van het speciale Katanga-comité. De blanke be volking bedroeg op 1 Januari 1910, 3362 per sonen waaronder 1900 Belgen. In de laatste jaren is het aantal Europeanen met 400 ge stegen. Onder de uitlandcrs in de kolonie ko men voor: 60 Duitschers, 320 Engelschen, 125 Hollanders, 135 Italianen, 170 Portugeezen, 210 Zweden, 50 Franschen, 70 Russen en 70 Zwitsers. Hel aantal voor de handhaving der openbare veiligheid in dienst zijnde solda- l ii cn politiebeambten is in hel afgeloopen jaar gestegen van 13981 lot 16333. Alleen in hel Katangagebied is de politiemacht zoo versterkt dat er in plaats van de vroegere 700 politiebeambten er thans 1900 dienst doen. Hecrendicnst bij de spoorwegen werd in 't laatste jaar door 933 inboorlingen verricht, in de overige gedeelten der kolonie door 118 inboorlingen. De memorie bij de begroo ting constateert speciaal dat 84% van die arbeiders zich vrijwillig hebben aangemeld; een omstandigheid die van veel waarde is, wanneer men bedenkt dat de Engelschen juist deze werving van arbeiders het Belgi sche koloniale bestuur in het bijzonder ver wijten. De handel in den Kongoslaat die in het jaar 1909 106 millioen francs beliep bedroeg in het jaar 1908 89 millioen francs; dat be- teekenl dus een toename van 17 millioen francs. Aan dien handel was België alleen met 80 millioen debet. Voor liet komende be- grootingsjaar worden de gewone ontvang sten geraamd op 40.501.700 francs; de gewo ne uitgaven op 47.104.705 francs, tekort op de gewone uitgaven circa 6.603.085 francs. Hierbij komen nog buitengewone uitgaven huilengewone ontvangsten blijken er dus niet te zijn tot «een som van 11.907.943 francs, zoodat het tekort totaal is 18£ millioen francs. Zooals wij reeds meldden heeft koning Albert van het bedrag dat de kroon jaar lijks toekomt krachtens de Kongo-wet en 3.300.000 francs beloopt, ten gunste van ver schillende koloniale instellingen afstand ge daan. Frankrijk. P a r ij s 17 Nov. De interpellatie over de overstroomingen in den Senaat eindigde met dc aanneming met algemeene stemmen van een motie van vertrouwen in het krach tig beleid der regeering bij het nemen van alle dringende maatregelen ter bescherming tegen de overstroomingen en bij de verwezen lijking van het algemeene beschermingsplan. Engeland* Londen, 17 Nov. De politieke toestand blijft dc uiterste belangstelling inboezemen. Er is eene buitengewone vraag naar toela tingskaarten voor de zitting van het Lager huis, welke morgenmiddag begint, en zulks met hot oog op Asquith's verklaring en Bal four's antwoord. Ook van andore sprekers verwacht men dat ze het woord zullen voe ren, o. a. Redmond on Barnes, voorzitter van ^e arbeiderspartij. L o n d e n 1 7 N o v. Een vergadering van unionistische leden van het Hoogerhuis werd hedenmorgen gehouden ten huize van Lord LAinsdownc. De beraadslaging betrof de hou ding, welke men Maandag zal aannemen bij het debat over de veto-bill. Balfour gaat heden middag naar Nottingham, waar hij een be langwekkende rede zal uitspreken, om ver volgens naar Londen terug te keeren. Londen, 1 7 N o v. Hot Huis was weder geheel en al bezet in afwachting van de be handeling der hervormingsmoties van Ro.se- bery. Daar dc eensite reeds in den loop van dit jaar zijn aangenomen, ging Resebery over tol de vierde resolutie, waarin wordt ver klaard, dal het Hoogerhuis samengesteld zal zijn: ten eerste uit parlementslonds, geko zen door de erfelijke peers of door her vorming vanwege de kroon; ten tweede uit hen, die zitting krijgen krachtens de ambten, door hen bekleed, en ten derde uit leden van buitenaf verkozen. Met kracht bepleitte Rosebery de aanne ming dezer motie. De tijd was kort en het Huis kon misschien anders wel eens geen .gelegenheid meer hebben om deze of een an dere motie omtrent zijn toekomst te behan delen. De motie toont aan, dat het Iluis bereid is mede te werken tot zijn eigen hervor ming. Hot wil en kan hervormd worden vol gons dergelijke beginselen; daardoor zou het constitutioneel probleem worden opgelost en de oude constitutie gehandhaafd zonder de schokken, die gepaard gaan met een her vorming, die tot stand zou worden gebracht door voortdurende algemeene verkiezingen. Curzon cn Selbournc ondersteunden de motie, die unaniem werd aangenomen. Creux deelde namens dc regeering mede, dat hij niet zou stemmen. In don loop der beraadslaging zeide lord Lansdowne: „Wanneer mij de keus wordt gelaten tusschen een regeling, berustend op een zachte behandeling van dit Huis, maar gepaard gaande met ontneming van dc rech ten, die de Tweede Kamer behoort te bezit ten en een regeling, berustend op een hard handige behandeling van dit Huis, maar met volkomen behoud van de rechten, waarop de Tweede Kamer aanspraak mag maken, dan aarzel ik niet te verklaren, dat ik aan laatst genoemde behandeling de voorkeur zou geven." Londen, 17 Nov. In de reüe, door Bal four te Nottingham gehouden, zeide hij ten opzichte van de veto-conferentie, dat de unio nistische leden eensgezind waren geweest. Hadden zij alleen de voorstellen aangeno men, bij welke overeenstemming mogelijk was, dan zouden zij hun zaak hebben ver raden. Tariefhervorming blijft nog steeds de grondpijler der unionistische politiek. Wan neer tariefhervorming de lasten der loontrek kende klassen verzwaarde zou hij deze her vorming niet voorstaan. Wanneer oe prijs van het brood er hooger door wordt, dan zou een vergoeding daarvoor .kunnen worden gevonden in de vermindering van de rech ten op thee, suiker enz. Ten opzichte van het Hoogerhuis ver klaarde Balfour in de eerste plaats dat n-j een Tweede Kamer noodzakelijk acht, en dat deze Kamer in staat moet zijn een matigen den invloed op de zaken van het land uit te oefenen, ofschoon het lagerhuis het overheer- schend element in het tweekamers-stelsel be hoort te blijven. Een evcntiieele hervorming van het Hoogerhuis moet worden geënt op de huidige Kamer. Een gewijzigd huis zou moeten bestaan uit drie gelijke elementen: le. uit mannen, die door hun ambt daarvoor zouden zijn aange wezen; 2e. uit dezulken, die door de peers zelve worden gekozen, 3e. uit anderen, die volgens hel een of andere kiesstelsel of an derszins werden gekozen. Hij verklaarde zich tegen een Tweede Ka mer, die geheel en al uit gekozenen zou be staan, omdat zulk een Kamer de pos., e van de eerste Kamer zou bedreigen. De samenstelling van het Hoogerhuis moet geregeld worden, voordat de doode punten tot oplossing gebracht kunnen worden. De drijvende kracht, die achter de vetowet der regeering staai, bestaat uit socialisten en de Ieren. De regeering gaat de grondwet ver nielen, niet in hel belang van de democratie, maar ter wille van de Amerikanen, die voor de Home Rulefondsen hadden ingeschreven, mannen die zelfs het Engelsche burgerrecht niet hebben. Indien wij hun eischen inwilli gen, dan regeeren wij niet langer onszelf. Het land doet een beroep op allen, om toe te zien, dat Engeland zijn eigen zaken zal be- heeren." Londen, 17 N o v. De briefwisseling is gepubliceerd, welke is gevoerd door de ver eeniging van ketelmakers cn den bond van eigenaars van scheepsbouwwerven. In antwoord op een beroep op de patroons om de uitsluiting op te heffen, verklaren de 96 DOOR RU DOL» H ER Z O 01. „Er zullen nog tal van vragen op te lossen zijn," zeide cle Rus. „Ér is geen vraag, waarop het afdoen der zaak schipbreuk zou kunnen lijden." Daarop reden zij naar de Molenaarspoort. Marga Vanheil had een onrustigen dag en een slapeloozen nacht doorgebracht. Des nachts was zij naar Erica's kamer gegaan. „Ben je ook nog wakker? Jij hebt toch geen reden om je ongerust te maken." „Neemaar maak jij je dan ongerust? ,,'t Was gisteren zoo'n vervelende avond! Niemand kwam. Zelfs Frits liep rond als het booze geweten." „En meneer Feldermann had den jongens vast beloofd gisterenavond precies om half zeven te komen." „Den jongens? Loop heen, Erica 1" „Wat bedoel je toch? Natuurlijk mij ook, maar in hoofdzaak om de jongens, omdat hij zooveel van hen houdt." „Ach, Erica, je moest eens weten hoe lief je dat jokken afgaat!" „Marga !n Maar Marga Vanheil legde de hand op haar mond. „Stil, je hoeft my niets meer te zeg gen. En dan dat warme gezichtjeDat is zeker koorts door gevatte kou. Neen, neen, neen, ik zeg niets meer. Want ik ik heb zeker ook kou gevat 1" „Komik zal wat- plaats voor je ma ken." „Maar voor één oogenblik. Omdat ik je wat heb in Le fluisteren. Ik ik, begrijp me wel, ik houd zoo dolveel van Bob van Bob Twersten!" En het hoofd in den arm van haar zuster vlijende, bleef zij eenigen tijd stil liggen. „Klopt jouw hart zoo, of is het 't mijne?" vroeg zij na eenige oogenblikken. „Iloud toch je mond, kind!" Toen stond Marga lachend op en ging weer naar haar eigen kamer. „Dan kun je beter droomen! Goeden nacht, Erica 1" Toer Bob den volgenden morgen niet op het kantoor verscheen, werd zij nog onrus tiger. Het liefst zou zij naar mevrouw Bram- berg zijn gegaan, maar zij vreesde, dat zij dan inmiddels Bob zou misloopon. Tegen den middag, echter, riep zij mevrouw Bramberg per telefoon op. „Ilebt u niet een beetje tijd over voor uw verlaten vriendin?" „Zooveel je wilt. Kom maar bij mij." „Ik moet op het kantoor passen. Meneer Rochus gaat naar de Beurs en meneer Ro bert Twersten is al sinds onrustbarend lan gen tijd ergens aan het zwerven." „Wal doet hij dan? Binnen een half uur ben ik bij je." „Blijft u nog een oogenblik aan de tele foon, ja?" „Waarom, kind?" „Ik wou u nog graag em kus geven. Dat durf ik anders zoo niet. Zoo! dank u!" „Héél ongelukkig schijn je toch nöel te zijn!" Mevrouw Bromberg hing daarop glim lachend dé spreekbuis aan den haak. „En waar heb je nu onzen Bob gelaten?" vroeg zij, toen de vriendinnen bij elkander zaten. „Heb je hom moedwillig zoo ge plaagd, dat hij is weggoloopen? Of heb je hem de zware hand van den chef laten voe len? Hot een of ander moet je toch hebben uitgevoerd." „Lieve hemel, ik en moedwillig!" zeide Mar ga Yanlhcil met een zucht. „Zijn energie is zoo groot geworden, dat mijn wil er niet meer logen op kan. En de zware hand van den chef? W'ilt u wel gclooven, dal hij bij de belangrijkste dingen nauwelijks meer naar mijn meening vraagt. „Ik heb dat al in orde gemaakt", of „daarmee moet jij je nu maar niet moeilijk maken", en daarmede is de zaak voor hem uit." „Maar wat heeft hij dan gedaan, dat hij nu weg is?" „Wat hij gedaan heeft?" zeide zij met een half boos lachje. „Hij heeft gisteren mijn hoofd in z'n handen genomen, me gekust en weg was hij!" „Da» zou ik ook gedaan hebbenDe op gewekte lach van mevrouw Bramberg meng de zich met dien van haar vriendin. „Daar mede heelt hij hot zekere bewijs gegeven, dat hij van plan is terug te 'komen." „Men laat een meisje toch maar niet met con kus op dc Kppon zitten." „Juist daarom, Marga. Hou je maar voor bereid op nog meer verrassingen." Met een hartstochtelijke beweging sloeg Marga de armen om den hals van haar vrien din, terwijl de tranen haar in de oogen spron gen. Ingeborg Bramberg streelde haar Koofd en schouders. „Lieve kind, i'.f zal je spoedig met je engagement kunnen gelukwenschen. Je zult nu een Twersten worden en dat betee- kent in den vollen zin van het woord een léven leven. Licht je hoofd wat op, zoodat ik je een kus kan geven en laten wij voortaan maar „jij" en „jou" tegen elkaar zeggen." „Lieve Ingeborg! nu heb ik behalve Bob ook jou nog. Geen mensch kan zich rijker gevoelen." Ingeborg Bramberg voelde bij deze woor den hoeveel goed de liefde van het meisje haar deed. „Doe mij 't genoegen en blijf den beden middag bij me," vleide Marga Vanheil. „Ik kan vandaag zoo slecht alleen zijn. Het werk wil maar niet vlotten. Of wncht meneer Bramberg je thuis?" „Meneer Bramberg is niet in Hamburg. Se dert Februari is hij reeds aan de Riviera, in Nervi. „Voor herstel van gezondheid?" „Ik geloof dat zijn gezondheid zioh herstellen kan. Hij heeft niet veel weer standsvermogen meer." Eenigszins angstig keek Marga met groote oogen haar vriendin aan. Ingeborg Bram berg streek haar bedaard met de hand over de oogen, als mocht zij zoo niet kijken. „Wat ik voor hem ka.i voelen is alleen medelijden, diep medelijden. Toen men ons om familiereden en tot dit huwelijk dwong, heeft men «iet gevraagd of wij elkander lief hadden, evenmin of er overeenstemming was tuschen onze levensopvattingen. De vrouw van Theodoor Bramberg moest gelukkig zijn. Alleen omdat zij mevrouw Bramberg heette. En Theodoor Bramberg heeft in zijn gehecle leven ook nooit anders gedacht. Zie je, Mairga, als ik niettegenstaande dat alles toch heel gelukkig heb mogen worden, heb ik dat «iet aan hém te danken. Alleen aan mijzelf en aan mijn durf om naar het geluk te grijpen. Begrijp je mij goed?" Marga knakte en de angstige blik .verdween allengs uit haar oogen. „En daarom heb ik zoo'n diep medelijden met hem," ging Ingeborg Bramberg voort, „omdat hij zich geen geluk heeft weten, te verwerven. Omdat hij geen onderscheid wist te maken tusschen lichaam en riel, en nooit heeft kunnen begrijpen dat het ééne schoon heid en wijding moest ontvangen van dc an der. Bij zijn rusteloos najagen van het ge not, vond hij geen oogenblik van waar ge luk." „Ga maar «iet voort, als het je moeilijk valt. Een vrouw is vlug van begrip." „Daarom zou ik ook geen onwaarheid wil len spreken, nu je mij vraagt naar Theodoor Bramberg. Als men elkaar in het leven vreemd is gebleven, wordt men door den dood niet nader tot elkaar gebracht. Dal is een vrome legende, door de achterblijvenden verzonnen om voor de werekl den iriterlij- ken sohijn K-bewaren. Het geluk, dat ik heb, maakt dit middel echter overbodig." Beide vrouwen bleven daarop nog lang spreken van den machtigen factor, die vrou wenharten in beroering brengt, en die slechts door weinige mannen volkomen be grepen wordt. Marga Vanheil richtte rich op. Luisterend wendde zij zich naar het raam. Een rijting hield voor liet huis stil. W*rdt vtrwolfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1