glaaen schuifdeur en beval een ijzeren ledi- kant, een rek voor kledingstukken en een sloeitje. .Vis 's avonds de jongens hunne „coupé's" hebben ingenomen en in bed lig gen, komt een secondant om alle deuren dicht te schuiven en te sluiiten, zoodat nie mand zn coupé meer kan verladen, vóórdat I den volgenden ochtend de deur weder wordt ontsloten en de jongens zich naar de wasch- zaal kunnen begeven, waar ieder een genum merde waschkom heeft mei bijbehoorende ar- I tikelen, schuiers, zeep, enz. Het gesticht heeft een uitgebreid personeel; I directeur is de lieer J. Visser, oud-predikant bij de Ned. Hervormde Kerk, laatstelijk te Cu- I lemborg; vó6r de heer Visser naar Amcrs- I foort kwam om de leiding van dit huis op I zich te nemen, was hij directeur van de I tuchtschool te Velzen. Als onder-directeur treedt op mr. A. A. van der Veen; hoofdon- I derwijzer is de heer F. van der Lijn, le on- I derwijzer de heer J. P. II. Weusten. Verder I zijn er 15 opvoedkundige ambtenaren met ra- I diealen voor school- en vakonderwijs, en ten I slotte 5 ambtenaren in algemeenen dienst, on gerekend de .schrijvers, commiezen, koks, luinpersoneel, enz. enz. De jongens dragen geen gestichtskleediiaig in den zin waarin het gewoonlijk wordt be doeld. "Wel hebben ze allen -eenzelfde pak, I maar als men een hunner buiten ziet, zou men niet zeggen: daar staart een gestichtsjon gen. Vooral het Zondagsehc pak munt uit door eenvoud en gewoonheid, donkergrijs met dito kousen (schotschen rand), een wol lige blouse met zwarte strikdas, hooge rijg laarzen, een kleeding waarin ge uw eigen jongen ziet, héél gewoontjes en toch zéér keu rig Moeten we volledigheidshalve nog noemen: een bi&liolheekkamer, een gymnastiekzaal, spreekkamers, onderwijsverlrekken, enz.? Men zal er zich die wel bij kunnen denken, en dus mogen we 't overbodig achten ook nog daarvan een gedetailleerde beschrijving te geven. De openingsplechtigheid werd bijgewoond I door een zeer groot getal autoriteiten, zoo dat te 12 uur in de kerkzaal, amphithcaters- gewijze gebouwd, een uitgelezen gezelschap bijeen was, gezeten rondom de 80 jongens, waarmede het gesticht onlangs z'n nuttigen werkkring is begonnen. (Eind November 1910 kwamen de eerste leerlingen uit Avc- reest en Alkmaar). Terwijl de zaal vol stroom- I de met genoodigden, bespeelde de heer van der Lijn hel orgel, waarop hij een phanfaisic op de Nederlandsche volksliederen ten ge- hoore bracht. Onder de vele autoriteiten merkten wc op: den minister van justitie mr. E. R. II. Regout; de oud-ministers Nelisscn en van Raalte; den Commissaris der Ko- I ningin in deze provincie, mr. graaf Schim- melpcnninck; jhr. mr. Barchman van Wuij- liers, burgemeester van Amersfoort, verge- zeld door wethouders en raadsleden; lal van Kamerleden: dr. de Visser, Snouck Henke- mans, Kooien etc.; den secretaris-generaal aan het departement van finanticn mr. De Vries; den directeur-generaal van het Rijks lucht- en opvoedingswezen mr. Dresselhuijs: I den procureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam mr. baron Baud; jhr. mr. Rethaan Macaré, president van de commissie van toezicht over de gestichten; den heer Metselaar, bouwkundig-ingenieur bij het de partement van justitie; mr. Segcrs, president der Utrechtsche rechtbank; mr. Calkoen, of ficier van justitie bij de rechtbank te Utrecht; professor Siinons uit Utrecht; mr. de Graaff uil Utrecht enz. enz. Wij moeten ons er van onthouden om de lange lijst van namen nog verder voort te zelen. Toen allen waren gezeten, stonden de jon gens in hun Zondagsche pak op, om onder I orgelbeleiding (van den heer van der Lijn) te zingen: „Mijn schild er.de betrouwen. Zijt Gij o God, mijn Heer; Op U zoo wil ik bouwen. Verlaat mij nimmermeer". De geheele vergadering hoorde dit lied I slaande aan, waarna m r. II. C. Drcssel- 1 huis, administrateur enz. bij het departc- I ment van Justitie, de volgende toespraak hield Met Verlof van Zijne Excellentie den Mi nister van Justitie, zij het mij vergund U ten zeerste welkom te hoeten, die uit alle oor den des lands naar dit gesticht zijt opgegaan tot bijwoning van .de plechtigheid welke staat te worden voltrokken: ccne inwijding, die door Uwe aanwezigheid ook een feeste- I lijk karakter heeft gekregen en voor ons door uw medevoelen wordt gestempeld tot een hislorischen dag bi het Rijksopvoedingswe zen. Gij allen staat hier inzekeren zin op eigen grond, omïïat hetzij de bijzondere verpleging uwe liefde heeft of de Rijksopvoeding uw levenstaak is, wij allen slechts door één ge dachte worden geleid, de zorg en de vcr- I heffing van het dusgenaamde misdadige kinid, dat in waareid vaak ook slechts was het verwaarloosde kind. En waar men elkander met dit doel voor oogen ontmoet, is men in eigen huis, wijk de geheele dwangopvo©- ding in Nederland, God zij dank), vormt slechts één ondeelbaar geheel. Een nieuw ge- I sticht als instrument van opvoeding van die jeugd, waarover onze gezamenlijke toewij ding zich uitstrekt, is dus een nieuw mid- I del ,een aanwinst voor ons allen; wanneer wij ambtenaren dan ook reden vinden tot verheugenis in dit uur e nstraks u als gas ten van den minister rondleiden door dit bouwwerk, dan geschiede dit slechts oni u bied, waarop (k directe Staatszorg werkt, ge- duidelijk te maken, dat op het kleinere ge poogd wordt op dezelfde hoogte en in den- zelfden toon te blijven als de bijzondere lief dadigheid, die voortdurend streeft naar ver volmaking en niet rust voor zij in waarheid het geheele gebied behcerscht, dat aan haar invloedssfeer is toevertrouwd, 't Is ook alleen in dit besef van werkelijke onderlinge Soli dariteit, dat wij reeds nu den minister ver gunning vroegen voor deze plechtige ope ning op een tijdstip, dat hier u nog niet kon worden getoond wat is, doch slechts wat worden moet; een gesticht, waarin door den grooten achterstand genoodzaakt, een aan tal jongens sinds enkele weken zijn opgeno men, doch dat nog is op halve capaciteit, waarin de verpleegden ten deele nog geen drie maanden geleden aan hunne schadelij ke omgeving zijn onttrokken, een gesticht in administratieven opbouw, dat binnen nog wacht op de vormende hand van zijn lei ders en in zijn buitenterreinen op de wel dadige stuwkracht van moeder-Natuur. Uw bezoek van heden brengc dierhalve een mild oordeel en zij slechts een prikkel tot terug keer, wanneer alles zij volgroeid en vol tooid. Maar in één opzicht is het samenzijn van thans reeds een onmiskenbare winst en wel door uw hierdoor gebleken belangstel ling in de zaak dor Rijksgestichten. Het is nog slechts enkele jaren geleden, dat de naam van ontslagen Rijksopvoedeling in de oogen van velen een smet vormde op hem, die zich in de vrije maatschappij een plaats moest veroveren, dat zelfs particuliere gestichten eene opneming weigerden van die kinderen, welke vooraf in Rijksgestichten werden verpleegd. Dat odium schaadde onze zaak en vooral de zaak van het kind, en wanneer wij strijden tegen het „onbekend maakt onbemind" dan zult ge, naar ik hoop, ons willen toegeven, dat het middel van heden daarbij een krachtig wapen is en dat wij reden hebben tot erkentelijkheid voor uw thans gegeven bewijs van sympathie. Gelukkig gloort de dageraad van kentering in die publieke meening. Nog nooit wend de opening van een Rijksopvoedingsgesticht zóó feestelijk gewijd en door zóóvelen als plaats vindt in dit uur; en de kroon op dit alles, is we ldeze omstandigheid, dat de minister van Justitie zelf die taak wilde ter hand nemen en daardoor wilde toonen, welke belangrij ke roeping ons ambtenaren is gegeven, hoe zeer wij overtuigd mogen zijn van het feit, dat onze arbeid is een voorwerp van de werkdadigste zorg der hooge regeering. Excellentie! Wij zijn doordrongen van groote dankbaarheid voor deze daad van wel willendheid, die tevens is een daad, die onze zaak verheft en ons pogen sterkt. In dit bewustzijn, moge ik Uwen Excellentie verzoeken, die opening wol te willen ver richten Onmiddellijk hierna slond de minister, m r. Regout, op, tol het uitspreken van een rede, ongeveer luidende als volgt: De dag van lieden is van zeer bijzondere beleekenis; een dag van blijdschap, van vol doening en van belofte. Een dag van zoo groot gewicht in de his torie van ons Nederlandsche opvoedingswe zen, dat ik mij heb veroorloofd u allen hier uit te ooodigen om samen te komen voor deze plechtigheid, wijl deze handeling, die in haar eenvoudigen vorm slechts schijnt de opening van een niet-overgroot jongens gesticht, zooals onze nationale liefdadigheid er reeds zeer vele schiep, in wezen ver uit gaat buiten deze gestichtsmuren, omdat zij is een hoogtepunt op den weg, dien de Kin derwetgever ons heeft gebaand naar ons aller einddoel: de beperking der criminali teit door de vorming van het wanordelijke kind tol ordelijk burger. Inderdaad verdient dit bouwwerk in het centrum des lands, op den hoogsten top van de schoonc provincie Utrecht, wier belangstellende bestuurder wij hier zeer gaarne in ons midden zien ons eerste ge heel nieuwe Rijksopvoedingsgesticht uit kracht der Kinderwetten verrezen, die aan duiding van hoogtepunt niet slechts in let terlijken zin: Dit gesticht toch is een mo nument, dat getuigt van krachtig voorwaarts en hooger streven van den Sflaat op het ge bied der kinderverzorging, dat bewijst, dat de Staat zich niet alleen offers wil getroos ten tot steun en opwekking der particuliere liefdadige krachten, doch ook zij het slechts aanvullend niet schroomt zijne zelfwerkzaamheid te toonen als voorbeeld, als uiting van ernstig willen, als bewijs van onverzwakte belangstelling ook op dit ter rein. Het zij mij dan vergund op dit hooge rust punt een o ogenblik uiting te geven aan do gedachten, die zich natuurlijkerwijze thans aan ons opdringen, in de eerste plaats de herinnering aan het denkbeeld, dat ons leid de, den weg, dien wij aflegden en de moei lijkheden, die wij overwonnen, vervolgens aan de beteekenis van hot bereikte standpunt en eindelijk aan den nieuwen weg, die voor ons Jigt. En dan richt zich onze dankbare herinne ring allereerst op den kind er wetgever zeiven, op het feit, dat nu juist tien jaren geleden hel geheele vraagstuk van het verwaarloosde en misdadige kind in een nieuw licht werd geplaatst, en, wanneer dank zij de or ga ni seer end e en levenwekkende kracht van diie wetgeving Nederland voor zijne kinderbe scherming thans staat in de allereerste rij, dan past een woord vun erkentelijke hulde aan hen, die de zegenrijke gedachten dier wetten ontwierpen en vasten vorm wisten te geven, waarbij de naam van mr. Cort van der Linden met hooge waardoering verdient to wordien genoemd. Vanaf da' tijdstip dateert in Nederland de krachtige opbloei der bijzondere philanthro pic in 't belang van hot misdeelde kind; een hoogst gelukkige periode in een tijdvak, dat terecht cle eeuw van het kind werd genoemd, waarin de drang naar daden van opvoeding levendiger was dan ooit en waarin slechts de wettelijke grondslag behoefde te worden ge geven, om oen geheel te doen optrekken, zoo als haast geen andere wet ooit deed geboren worden. De mu, haast boven verwachting, bereikte cijfers, zooals die lieden zijn verkre gen, nu niet minder dan 5700 kinderen met RegeeringssubsLdie worden opgevoed, niet minder dan 217 vereenigingen met 62 gestich ten zich aan Regeeringsvoorwaarden onder wierpen, toonen overtuigend aan, dat deze regeling in waarheid is een nationale, doordringend in alle volkskringcn. De uitvoering van zoodanige wet moest on getwijfeld een sympathieke arbeid zijn, doch tegelijk een taak van buitengewone voorbe reiding, waarin bestuursmaatregelen en tal van reglementen moesten worden ontworpen, tuchtscholen gebouwd, gestichten gewijzigd, waarbij zuinigheid moest worden gepaard aan offervaardigheid, kortom een ontzaglijk werk moest worden verricht, waarvoor den Minister Loeff opnieuw rechtmatige eer niet mag worden onthouden. Zijne voortvarend heid maakte het mogelijk op 1 December 1905 het geheele organisme der wet in wer king te stellen, welks functiounoering boven mijne lof is verheven. Ik stap hiermede af vin dc kinderwetten als zoodanig, nu dc fei ten welsprekender zijn dan alle woorden en herinner alleen, hoe ten aanzien der z«g.n. Regeerijigskinderon de veelzeggende term, dien de praktijk voor het nieuwe liegrip koos het stelsel was aangenomen, dat vooral hier de samenwerking tusschen particulieren en Regeering eene zeer innige zoude zijn, dat de kinderen, die de rechter ter beschikking stelt, bij voorkeur aan dc zorg der philan thropic wonden overgegeven, doch zij. die daarvoor min geschikt blijken, aan Rijksop voeding worden toevertrouwd. In dat stelsel wis naast particuliere krachten het directe handelen der Regeering onvermijdelijk, en brachten de particulieren al spoedig hun tank op de meest loyale wijze ten uitvoer, bot mag mei ontkend, dat ten aunzicn van dc Rijksgestichten in 1905 door den drang der omstandigheden slechts een noodtoestand, een aanpassingsstelsel was kunnen gescha pen worden, dat niet volledig paste in de schoone lijnen van het geheel. De Rijksopvoe dingsgestichten moesten zijn een opvoedings- plaats voor de moeilijkste gévallen, model inrichtingen, toegerust met alle middelen, die den hedendaagse hen opvoeder ten dienste staan; zij konden door de noodzakelijkheid der wet sin voering niet anders zijn dan de bestaande, veel gekritiseerde oude gestichten van onvoldoende capaciteit en slechts aan gepast aan den nieuwen toestand door het heilig vuur hunner bestuurders. Hierin verandering te brengen, ook hier om zuiver systeem te geven, diep te reorga- nisccren. het was weggelegd voor den mi nister Van Raalte, die niet schroomde een stelsel op te bouwen, waardig aan de hooge oischcn die de wet stelde, waarbij met mo gelijk gebruik van het oude, in nieuwe ge stichten de nieuwe denkbeelden werden be lichaamd, en die er in slaagde de goedkeu ring der wetgevende macht te erlangen, on danks de offers, die ook hier dc schatkist brengen moest, denkbeelden, die nader wer den bezien, bewerkt en verwerkt door zijn opvolger, mijn bekwamen onmiddeliijken ambtsvoorganger, die ze met vaste hand en recht naar doel wist te sturen en die ook dit gesticht welhaast voltooid aan mijne zor gen overdroeg. Wanneer do dag van heden blijdschap brengt door de geboomte van dit nieuwe Rijksorgaan, dan mogen de ministers Van Raalte en Nelisscn wel met alle recht" als peetvaders ter zijde staan bij deze inwij ding. Ziedaar een brokje historie, waarhij uitte ra ard niet ieder door mij kan wondein herdacht, wiens werk hier met erkentelijk heid moest worden genoemd, waarbij de vaste raadsman der Regeering, het Algemeen College en zijai verdienstelijken voorzitter jhr. inr. Rotbaan Macaré, niet kunnen wor den verzwegen, waarbij ik ook herinneren moet aan den veelom va tienden arbeid van de ambtenaren dér «Meeting van mijn de partement. die onder leiding staat van den bekwamen en ijverigen directeur-generaal mr. Dresselhuys, maar waarbij overigens het ,,j'cn passé et des meilleurs" n-iet afdoet aan de waarde van ieders arbeid. Moe' ik thans van hot heden gewagen als een bron van voldoening, dan moet ik u schetsen de beleekenis van het geheele sys teem der Rijksopvoeding, waarvan dit ge slicht sleohls een der onderdeden vormt. Op den voorgrond sita echter, dat hoe goed ook de Rijk sop voeding zij, de particuliere opvoe ding den voorrang moet hebben. Principieel, omdat opvoeding slechts om bijzondere re denen en als uitzondering 's Rijks zorg mag zijn, maar ook omdat ik in de particuliere opvoeding zie verpersoonlijkt die bijzondere toewijding van den bekuigelooeen philan- throop, die om hooger doel arbeidend, zich in waarheid loco parenUas stelt; bij haar gevoel ik bij uitstek de mogelijk heid om het diepst door te dringen in het beste van het kinderlijk gemoed e>n vooral om het kind te vervullen mei dat, wat mij het allernoodzakelijkst schijnt in de opvoeding, het opwekken van een levendig besef in 't kind, dat de gods dienst is onmisbaar wegens de eeuwige be langen en daarbij dc beste leadsman in het leven, die steun, die geen mensehetijk kennen of kunnen ooit vermag tie evenaren. Zoolang de particulieren hun huizen of gezinnen voor Rogeeirinigskindjarem openstellen, zal nooit van mij tevergeefs de zorg over hct kind door hen behoeven le worden gevraagd. Maar lielaas, ook dc plaatsruimte nog daargelaten blijken allo knapen niet steeds voor het mildere régime der liefdadigheid geschikt; de Regecring met haar straffe hand en krachtiger hulpmiddelen voor noodige bestrijding en tucht zal geroepen moeten blij ven om een aantal knapen zelve op te voe den, althans voor nadere particuliere opvoe ding geschikt te maken, en voor deze heb ben de Rijksgesiichtcn te doen, wat in het vermogen van den Staat ligt, opdat later aan de ouders, wien de kinderen werden ontno men, met gerust geweien kan worden ver klaard, dat niets werd verzuimd om die kin deren naar ziel en lichaam te doen rijpen lol eerlijke en goede inenschca. Welnu, hel, nieuwe stelsel doet hiertoe eene waarach tige en beraden poging, in zoover het do gelegenheid biedt de opvoeding te leiden naar inderdaad weloverwogen en vaste be ginselen. Terwijl het verbouwde gesticht „de Kruis berg", dut over een jaar zal zijn voltooid on tevens de geesteszwakke knapen zal huisves ten, zal zijn ingericht tot zgn. receptiege- stichi, waar alles zal kunnen zijn gericht op nauwkeurige observatie, op [leiling van ka- rakler, geest en aanleg van alle knapen, die aan Rijkszorg worden toevertrouwd, zullen na voltooiing van hunne geestelijke analyse de jongeren naar dit Amersfoortsche gesticht worden overgebracht, opdat hier aan de wer kelijke educatie dc eerste hand worde ge legd. Hier zal men pogen bij die nog joug- dige knapen dc goede zaden te leggen, waar door deugdelijke karakters worden gevormd en hun ook door schoolonderwijs zooveel kennis bij te brengen, als noodzakelijk is om in het eigenlijke hoofdgesticht, het in Mei a.s. geheel verbouwde „Veldzicht" in Aver- eest, zich volledig te wijden aan vakonder- richt van ambacht en landbouw; en daar naast zullen Alkmaar en het tijdelijke Lei ri se Ivo hulpgeaticht hun invloed moeten doen gelden op die jongens, welke door te gevor derden leeftijd of indisciplinair gedrag in de andere gestichten, storend zouden werken. Aan elk gesticht, naar dc jongste eischen gebouwd of verbouwd, dus een eigen, bij zondere en scherp omlijnde taak, waardoor iedere directeur-opvoeder kan zijn een spe cialist in de« goeden zin des .woords en waar alles kan bijdragen tot harmonische samen werking naar een zelfde wel afgebakend doel. Buitendien heeft dit gesticht nog het voorrecht als onderwijsgesticht zijne krach ten te kunnen beproeven, in hoeverre het mogelijk zal blijken ook enkele knapen van buitengewoneuaanleg en uitstekend gedrag door uitgebreider onderwijs op te leiden tot vakken, die in ontwikkeling boven het am bacht staan, opdat wellicht in de toekomst ook uit onze Rijksgrot ichten althans eenige mannen kunnen voortkomen, die boven ve len uitblinken, en daardoor, evenals bij par ticuliere ge&ticliten, voor hunne kameraden en opvolgers baan kunnen breken in de ach ting der maatschappij ook voor het gewezen misdadigerskind. Doch niet alleen in deze geslichtsverdceling ligt het nieuwe stelsel. Hot kwaad der oude gestichten lag immers aaak hierin, dal de gelegenheid in elk op zicht ontbrak tot schifting van goeden en kwaden, vroeg-rijpen en oiisehuldigen, waar door zoo dikwijls zedelijke besmetting on vermijdelijk bleek en meermalen het werk van den opvoeder steeds weer word afgebro ken door slechte kameradien, vooral in de uren van spel en gemeenschap. Juist hiertegen kiest de nieuwe regeling krachtig stelling. In elk der gestichten wordt thans ingevoerd het idéé der groepsverple- ging, waardoor elke inrichting aks het ware weer in kleine gestiehtjes van ten hoogste 16 knapen wordt verdeeld, groepen, die zoo wel in leertijd als in speel- en rusttijd steeds blijven met hun eigen opvoeder, streng cn voortdurend weer gotrieord naar aanlog, ge drag en verleden, om onder beginsel van zelfbestuur in groepsverband te wedijveren in goede orde en gedrag; kleine gestichtjes dus, onderling gescheiden, als vormde ieder een eigen paviljoen, maar toch in één gebouw en onder dezelfde cen trale leiding. Hoe dit denkbeeld is verwezen lijkt, bij dc bezichtiging van hot gesticht moge straks u dit blijken, en dot hierbij „het werk den meester moge loven" ji de ont werper én de Rijksbouwmeester van Justitie, den heer Metselaar, mot zijne adjuncten de voldoening mogen smaken, waarop zij recht hebben, is mijn ernstige wensch. Dit nieuwe stelsel is eeai specifiek Nedcr- landsch; met vreugde mag ik constatoeren, dut het ook door particuliere gestichten eer lang zal worden gevolgd en naar ik ver trouw, zal hieruit dan opnieuw een voor beeld zijn te putten, welke luirmonic in ge dachten en daden hecrscht bij onzen natio- nnlcn opvoedingsarbcid. Deze reorganisatie, waarbij zich tal van nieuwe maatregelen, als keuze van perso neel, breeder godsdienstonderwijs cn vole andere aansluiten, vindt nu haar eerste uiting in dit gesticht, dat de eerste steen is van het geheel, dat binnen weinige maanden zal zijn voltrokken, en waardoor de Regee ring de belofte zal hebben Ingelost, om de particuliere opvoeding van liet misdadige kind krachtig ter zijde te staan, ook waar dece op directe wijze Rijkshulp zou behoe ven voor kinderenvoor welke hunne ge stichten niet kunnen zijn ingericht. Behoef ik dus te herhalen, dat de opening van dat gesticht een dag is van voldoening en van beteekenis? Ten sdotito de belofte die deze opening brengt en de blik op de toekomst! Inderdaad worde hier met luttel woorden volstaan. Immers aan onze handen is het verwaarloosde kind toevertrouwd cn ook op dit terrein geldt: wie liet kind heeft, heeft de toekomst. Derhalve bczielc ons een blijmoedig vertrouwen, omdat slechts dan een falen mogelijk schijnt, indien ont brak de kennis en dc goede wil bij hen, die het eigenlijke opvoedingswerk moeten ver richten, of de sympathie der velen, die tot mede-uitvoering dier wetten zijn geroepen. Maar voor dit alles vrees ik niet. Ik ken de hooge eigenschappen en het waste willen van leiders en ambtenaren, en het samen gaan van zoovelen bij deze plechtigheid is ui ij opnieuw een waarborg, dat belangstel ling, moeite en Liefde niet zullen wordien gespaard. Welnu dan, staat deze dag ook in een gunstig teoken, en geschiede nu de ope ning van dit gesticht in sterk geloof aan zijn nuttige cn belangrijke bestemming. Ik verklaar het nieuwe Rijks- op voedingsgesticht te Amers foort bij deze plechtig voor geopend. Moge liet onder Gods zegen leiden tot de vorming van talrijke goede Staatsburgers en vele geslachten bezielen met liefde voor bur gerdeugd, voor Vorstin en Vaderland. Op deze rede volgde een luid applaus. De derde spreker was jhr. mr. Rethaan Macaré, die dank cm hulde bracht aan de ri-gcering, voor het energieke doorvoeren van de kinderwetten. Deze weigering heeft zich in ons land ongemeen snel ontwikkeld, zoo- da' ze in zéér korten tijd hun gezegende invloed hebben doen kennen. Vóór 25 jaren vierde liier dc baldadigheid van de jeugd hoogtij en het was in die tijden reeds te voorzienop die perioden vam ongebonden heid moest wel reactie volgen. Die reactie U dan ook gekomen mannen als Pierson cn Simon van der Aa hebben er bet hunne loe bijgedragen om voor het verwaarloosde kinu hulp en redding te krijgen. En ziet, 20 jaar later is, dank zij eendrachtelijk samen werken, ons land aan de spits geplaatst voor den kinderzorg van regeeringswege. Die taak is voortgezet en ter hand genomen door alle partijen, vrij als ze bdo©f van politieken invloedonverschillig de mannen met 's lands zaken werden belast, is altoos de uitvoering van en de liifde voor de kin derwetten gebleven een punt van aanhou denden zorg cn toewijding. Twintig jaar ge leien was er op dit gebied in Nederland niets thans staat ons land vooraan in de rij, en naar ons zien Belgié cn Frank rijk op, omdat men daar nog moet begin nen, wat in Nederland reeds lang met zoo groot succes werd aangepakt en tot zogen gebraoht Aan de verpleging in de gestich te ontbreekt nog altoos wel iets, doch w© gaan vooruit en overwinnen, omdat wat in r.aam der liefde wordt aangevoerd, moet ledden tot dc victorie over alle moeilijk heden. Moge dan meer cn meer alle partijen ziel» aangorden, om wat nog onvolmaakt is, lo' verbetering le brengen. U, mijnheer de directeur, hebt in dit ge sticht eon zeer verantwoordelijke positie aan vaard, maar uw antecedenten aan de tucht school te Velzen zijn een waarborg voor een volkomen plichtsvervulling uwerzijds, oen waarborg voor al geheele toewijding vol Hief- de. Moge dan dit opvoedingsgesticht wer- ke.« als de smeltkroes, waaruit het kind ge louterd te voorschijn Komt cn waaruit het u!» een goed, eerlijk mensch wordt terug gegeven aan de maatschappij, nadat het is opgevoed en ontwikkeld door menschen, di« liefde en medegevoel weten te paren aan gestrengheid cn kracht." Nadat jhr. Barchman W u ij t i e r als burgemeester van Amersfoort namens deze gemeente een kort woord had gespro ken, was het ten slotte de directeur van bet gesticht, d s. Visser, (he de plechlig- beiu sloot met een korte toespraak tot dc jongens „Men heelt uezen dag genoemd een dag van blijdschap, van blijdschap vo.r de rw- gcering, die haar streven tot jutiio heil we derom ziet bekroond met de verrijzing van (iii nieuwe gesticht. Maar voor jutte, mijne jongens, is het niet een dag von verheugenis, bij k a u hot ook niet zijn want talen wo niet vergeten dat jullie hier eigenlijk niet behoorde l© wezen. Ge hoorde* te zijit if den kring van wie u liefhebben, bij wie jullie naam en beeltenis is in voortdurend: aandenken. En, niet waar, jongens, voor jul lie komt riezo herinnering als een sombere schaduw glijden over dc blijheid van dezen dag voor anderen. Maar dat aMes i s zoo nu eenmaal; on waar we staan voor de feiten, daar is het een wonder geluk, dat dit niooic gesticht gebouwd is, in liet be lang wm zoo vele kinderlevens. Wat is en \oor jullie niet énorm veel gedaan, wat een schatten aan arbeid en aan gold, wat eer. toewijding en wat oen liefde Ls er voor jullie leven al ton koste geiend! En jullie moet het je zelf wel e©n6 afvragen, waar* o ni dit a-Mes is gedaan. Hebben jullie liet verdiend? Neen, verdiend is hét niet. Jullie hebben vader ern moeder lie el wat doen schreien, heel wat tranen zijn er om jullie geweend cn op menig wann-kloppend ouderhart hebben jullie in o-tifbceounonheLd den voet gezet, zoodat het van pijn in-een kromp. Neen, verdiend werd het niet. En waarom het jullie clan toch word ge geven? Jongens, ik zal het jo héél kort zeg gen; t is een gunst, een weldaad, een zegen, in liet stil verwachten dal wat in jullie niet goed is, zich wenden zal ten beste, in liet groot vertrouwen dat ook inderdaad alles zich eenmaal keeren z a 1 ten gunste. Ik zeg jullie: we hebben verwachting cn Ver trouwen. Vertrouwen, dat jullie niet zult be schamen het geloof dat vader en moeder in je stellen, het. geloof, dat jullie eenmaal zult worden ferme kerels, goede kinderen, ech te kinderen Gods. Het moet anders wor den met jullie; God wil het. W ij strekken, bewust dat 't anders kan worden, de steu nende handen tot je uit, beveiliging is er voor je aan alle kanten, hoop en goede moed, 't is a 11 e s in ons, geloof, vertrou wen, verwachting. Wat zal 't worden? Het hangt van jullie af. Toont jullie wil, niet in woorden, maar in daden. Dan is er sa menwerken en ópbouwon bij ons en bij jul lie, en waar twee bouwen, daar bouwen we dubbel. Dan wordt on-s gesticht inderdaad: een geetioht op een berg, van waaruit het licht straalt, éiot licht der liefde, die aan God is gewijd. Dat zij zoo." Daarna zong liet jongenskoor: „Trouw aan het Vaderland'1 van Verhulst. Het gezelschap maakte vervolgens een om wandeling door het geslicht. In de gymna stiekzaal voerden de jongens standen uit, waarbij eerst de letter \V. werd gevormd en 't Wilhelmus gezongen en als tweede stand de naam Regout werd uitgebeeld als een hul de aan den minister. Eerst tegen vieren verlieten de genoodig den het gesticht. Nationaliteit en Schoolopvoeding* De afd. Amersfoort van het Nod. OmL Gen. hield gisteren avond een vergadering in de sociëteit Veroenigimg, waarin aJs spre ker optrad dr. J. II. Gunning Wzn., districts schoolopziener te Amsterdam. Do heer A. Veen opende dc vergadering cn heette in het bijzonder welkom den ar- rondissements-schoolopziener en de loden der schoolcommissie. Dr. Gunning, hierna het woord verkrij gende, wees er op, dat hij wensehte lc spre ken over dc roeping der school. Spr. behoort tot degenen, die meeuen, dat het primaire opvoedingsinstituut niet is de school, maar het huisgezin. Hij heeft dat wel eens lieel scherp gezegd en daarom dc beschuldiging gekregen, dat hij in de school geen opvoe dingsinstituut zag. Dat is echter geheel niis- Dc school Is van groot gewicht voor de op voeding, maar van ander soort dan het ge zin. Wanneer we onderwijs beschouwen in den engeren zin als karaktervorming, moe ten we ieder mcnsch het reoht daarop toe kennen, dat hij ontvangt om zich zelfs wil, om een good inonsch te worden. Maar hij moet later in de maatschappij komen en ook daarvoor worden opgeleid. IIcl huisgezin, heeft lot taak de opvoeding in engeren zin, en de school ls dc opleiding voor de maat schappij. Daar is nu wel geen absolute te genstelling, alles loopt in elkaar, maar toch iieefl het zijn nut de grenzen niet uit te wis se hen, maar nu cn dan wat aan te dikken. Opyocdluig in het gozin vormt den meosch in zedelijk en zin, de school maakt een bruik baar inensch. 't Eerste ziet op liet individu voor de maatschappij bestemd, 't tweede op do maat schappij waarvoor liet individu bestemd is. Het gazin individualiseert, d. w. z. tracht alle gaven van het kind tot ontwikkeling lc brongen om zich zelfs wil; de maatschappij doet dat ook, maar opdat liet kind daarin later zijn plaats nuttig zal beklcedon. De onderwijzer heeft tegenover ieder kind do verplichting te zijn een good opvoeder, maar die verplichting l»eeft hij niet minder •tegenover d© maatschappij. Die maatschap pij 1» geen abstract ding, maar oen histo risch gewordenc. Dc onderwijzers lieliben kinderen op te voeden voor een moderne maatschappij en wel in do «erste plaats voor de Nederland sche. Tusschen school cn maatschappij nu ligt nog de natie. Spr. wil nu betoogen, dal

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 3