265. 9"e Jaargang Vrijdag 17 Februari 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. DE ROODE PIMPERNEL. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00, Idem franco per post- 1.50. Afzonder lyko nummers- 0.05. Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advortentiënmodedoelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF 6 C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 ««.la f Elke rogel moor - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen J15 cents by vooruitbotalinga Qrooto lottors naar plaatsruimte. Voor handel on bedryf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnomont. Eone circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. J)e Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publick, <lat een door J. Beus ingediend verzoek, met bijlagen, om vu- gunning tol hel oprichten van eenc bewaarplaats voor petroleum voor eenc hoeveelheid van ten hoog ste 2700 liter, in het perceel, alhier gelegen aan de St. Aguthastraat no. 7, bij het kadaster "bekend onder Sectie E, no. 892 (god.)," op de Secretarie dor gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag den 2. Maart aanslaande, des voormiddags te half elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of vau een of meer zijner leden, bezwaren legen het op richten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, lc lid der Hinderwet, zijn volgens de beslaande jurispruden tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig arti kel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of ëén of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunue bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 16. Februari 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFDRT KROLSE. WU1JTIERS. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet cp artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dal een door het Bestuur der Roomsch Katholieke Coöperatieve verbrmksvereeniging „Helpt elkander" ingediend verzoek, uiet bijlagen, om vergunning tot het op richten van eene bakkerij in de percecden alhier gelegen aan de .Muurhuizen No. 4850 bij het Ka daster bekend onder Scctic E, No. 3286/3287 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag den 2. Maart aanstaande, des voormid- dags te half elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeen tebestuur of van een of meer zijner leden, «bezwa ren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Tot hel beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens dc bestaande jurispruden tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig arti kel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of èën of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde luinne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 16. Februari 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht Crisis in het Turksche ministerie. Do partie-ele crisis in het Turksche ministe rie, welke een i ge dagen geleden iivttrad door do ontslag-aanvrage van den minister van bimnenlandsche zaken Talaat Bey, heeft zich nog uitgebreid, doordat ook <le minister van openbare werken zijn ontslag heeft in gediend., terwijl de minister van onderwijs eveneens het voornemen heeft le kennen ge geven om af te traden. De berichten uit Kon- stantinopel laten duidelijk merken, dat het Jong-Turksche comité le Salonika in deze crisis een belangrijk aandeel heeft. Op de politiek van den minister van bi-nncn- landsche zaken is vaak scherpe caitfiek uit geoefend. Onder andere hebben eenige leden van het Jong-Turksche comité de wijze van behandeling der niet-Turksche nationalitei ten gegispt, welke hun te zachtmoedig schijnt te zijn geweest. De Jo-ng-Tiurk-ön zijn beslist- voorstanders van centralisatie en hun ideaal is een krachtig -bijeenhouden van alle natio naliteiten in het Ottomaansche rijk tot een zoo uniform mogelijk geheel. Vandaar dat Talaat Bey in zijn meer milde politiek vaak werd gedwarsboomd. In de toelichting tot zijne ontslagaanvrage zegt Talaat Bey: „Men valt mij altijd en overal aan, men legt mijne •handeliaigen op eone onwelwillende wijze uit. Men heeft mij genoopt voor een onbeteeke nend c aangelegenheid de vertrouwenskwes tie te stellen. Men heeft mij 130,000 francs voor geheime fondsen toegestaan, terwijl ik 050,000 francs gevraagd had." Talaat Bey heeft langen tijd gegoldien als do minister, die het meest bij de Jong-Turksche partij en het comité te Salonika in de geur stond; hoe moet het dan wol met zijn andere coHega's gaan! Geen wonder, dat Ilalil Bey, de voor zitter van de j>arlomentair Jong-Turksche partij, die door den grootvizier Hakki Pacha is aangezocht de portefeuille van binnenland- sche zaken op zich te nemen, wat door Ila- lil's partijgeneolen niet eens met algemecnc instemming schijnt te worden vernomen, dit ambt niet aanvaarden wil, voor do partij zulks volkomen heeft goedgekeurd. Het is immers vrij zeker dat Ilalil Bey, eenmaal aan het hoofd van het ministerie van bin- nenianidsehe zaken geplaatst, zich voor de noodzakelijkheid zal zien gesteld dezelfde politiek te volgen als die van zijn voorgan ger. „fin", zegt bovendien Ha lil Bey, „toen de grootvizier mij do portefeuille van bin- -neailandsche zaken aanbood, heb ik hem verzocht in den boezem van hel ministerie oen anderen candid a at op te zooken, want ik weet van 's lands administratie niets af. Ik weel slechts van politiek en dat door drie jaar Kamerlidmaatschap. Ik zou tien fouten begaan, waar Talaat Bey er één maakte". I-ntu&sclicn is de grootvizier nog verder gegaan. Hij wil aan het stelsel 'van argwaan vail hie' Jong-Turksche comité ©en einde ma le.-n en heeft mitsdien daaraan verzocht om behalve over den caimdidaa-t voor do porte feuille, zich over alle andere nog zittende ministers te willen uitspreken. Dit is geschied en daarbij zijn de ministers van open bar o werken en onderwijs gewogen en b" licht bevonden, met het gevolg dat eerstgenoemde zijn ontslag heeft ingediend, •terwijl dé tweede daartoe hot voornemen heeft. Ook de vervanging van deze twe© functionarissen zal den toesltamd wol niet be ller niaken. Ze zal alleen tengevolge hebben, dat mannen zonder ondervinding in de plaats komen van hen, die het ambt reeds sinds eenigen tijd uitoefenden. Het heet dat Ilalil Bey, de voorzitter d©r parlementaire Jong-Turksche partij, het allesbehalve goed kan vindon mot Nizam Bey, den leider van het Jong-Turksche comi té te Salondki, waarom mien in liet feit, dat Hakki Pacha Ilalil Bey hoeft uitgekozen voor ©en mkidstersaetcl, oen aanwijzing wenscht te zien, dat de grootvizier „het juk van Sa lonika" wenscht af te werpen, terwijl ook do minister van oorlog de tyrannic van het comité moede moet zijn en het denkbeeld moot hebben geopperd om aam dcszelfs lx> moeizucht krachtig paal en perk te stellen en in l et parlement ordelijke toestanden le scheppen. Eeu crisis komt op het huidige oogenblik hot Turksche rijk dan ook al zeer ongelegen. Hel heeft met zware zorgen te kampen. De toestand in Arabië eischt, dat regiment op regiment daarheen gezonden wordit en ook in Albanië begint het weer te gisten; daarbij moeten met de vreemde mogendheden on- detrltandelingen worden gevoerd over zoo ge wichtige kwesties als die der sjworwogen in Yoor-Azië en die der Perzische golf. Onder zulke omstandigheden moet eene verant woordelijke regeering een vasten onder grond hebben én is het een slecht toeken, dat de noodigc eensgezindheid ontbreekt. Op het oogenblik zij-n er in Turkije drie regee- ringscentrums: het ministerie, de parlemen taire partij voor Eenheid en Vooruitgang en het comité te Salonika en alle zitten elkaar dwars. Naar aanleiding hiervan schrijft d© Neue Freie Pr esse: „Dat zijn staatkundige ommogelijkhodcn. Ministers die tegenover iicl parlement en het volk ycrantwoordelijk zijn, kunnen geen poppen zijn en geen man, die zich zelf res pecteert, zal zich er toe leenen om als mario net te dienen. Het jong-Turksche comité heeft de grondwet weer hers told, de iegenre- volutic in Konstautinopel onderdrukt en ook op militair gebied Turkije tot een respecta bele macht gemaakt. Tot behoud van dien toestand zijn aioodig rust, vooruitgang en •versterking in alle deelen van het Ottomaan sche rijk. Op de Jong-Turksclio partij rust d© plicht aan Europa te bewijzen, dat zij tot- regeeren bekwaam is. „Dat doet ze helaas tegenwoordig niet. De dwaze dubbele regcerinig van een geheim comité en van ©en onmachtig ministerie kan niet anders dan voor het land verderfelijk worden. Daar zitten te Salonika eenige hee- ren met gesloten deuren te beraadslagen en het ministerie moet do-en wat de heoren be velen. Dat kan zoo niet blijven. De geschil len tusschen regeering en comité beteekenen eigenlijk «iet veel en in laatste -instantie zijn •ze terug te brengen t.ot een reeks vorm- en personen-kwesties. V-oor Turkije zou liet een ramp -zijn, indien ze niet konden worden bij gelegd en tot een crisis zouden aanleiding geven en voor Europa ware dat noodlottig. Want de binnenknulsclie politiek van Tur kije is voor ©en groot deel de buitenlandsche politiek van Europa." Duitschland. B c r 1 ij n, 16 F e b r. De rijksdag ging heden voort met de tweede lezing van de marine-begrooting. In den loop der beraad slagingen verklaarde staatssecretaris von Tirpitz„Wij verhinderen den arbeiders niet in het vormen van verbonden, d-och wenschen alleen tegen te gaan, dat onder de arbeiders aan de werven de sociaal-de mocratische bond van metaalbewerkers die meerderheid krijgt." De staatssecretaris ging vervol-gons over tot eene uiteenzetting dey organisatie van de werven, die in dc eerste plaats zijn bestemd voor het mobiel maken en i« de tweede plaats voor het samenvatten van alle krachten voor de reparation na een plaats gehad hebben den slag. „Wij zullen steedis in de eerste plaats als doel d-er werven oorlog cn oor logstoestanden voor oogen houden en daar om moet evenals in andere landen een ma rine-officier aan het hoofd ervan staan, met aan het hoofd van de afzonderlijke afdec- lingen technici." B e r 1 ij n 1 6 F e b r. De Rijksdag nam de marinc-bcgrooting in tweede lezing aan. B e r 1 ij ti, 16 F e b r u a r i. In dc heden gehouden zitting van dc commissie uit den Rijksdag inzake dc grondwet voor Elzas Lotharingen verzocht minister Dedbrück aan de commissie oni met liet oog op den gewij- zigden stand van zaken de beraadslagingen zoo long te willen opschorten, totdat de verbonden regeeringen daartegenover posi tie zouden hebben gekozen. Engeland. L-ondon, 16 Febr. Antwoordende op ecaie vraag betreffende do beweerde bespoe diging van het Duitscho scheepsbouwpro- gramma, zei de minister Mc Kenwia, dn den loop van zijn antwoord: Wij weten nu dat de verklaring, in 1908 gedaan over de contrac ten voor don bouw van Duitscbc scliepc-n in 1909 en 1910, alleen geschied, was om fiaian- cioele en arbeidsredenen, en dat het aanvra gen vau den ©eisten termijn voor de sche pen van 1908, 1909, 1910 en 1911 niet tot be doeling had snelleren bouw, maar den bouw van veel duurdere schepen. DuiLscliland is niet van plan schepen dn dienst te stollen op tijdstippen, die vallen voor de jaren, waar voor do laatste termijnen zijn toegestaan. Gelukkig, besloot Mc Kenma, ben ik nu in het bezit van o fii c i ee 1 o* i n 1 iclïti ngen over de data, waarop men verwacht, dat do Duttsche schepen afgeleverd zullen wonden, Italië. Rome, 16 Febr. Audiënties werden vandaag niet verleend, maar de Paus verliet wel voor eenige uren het bed. Rome, 16 Febr. De Osscrvatorc Roma no meldt dat er in dc lichte ongesteldheid des Pausen aanmerkelijke verbetering is ge komen. Rome, 16 Febr. Aan liet hedenavond gegeven feestmaal hebben de koningen van Italië ©n Servië zeer hartelijke woorden ge wisseld, waarin zij herinnerde aan de ban den van bloedverwantschap en aan de tus- schen boide volkéren bestaande vriendschaps banden. liet Giornalc d'Italia schrijft dat het bezoek van Koning Peter van Servië aan Rome meer dan een beleefdheidsbezoek is. Het is een nieuw bewijs er voor dat Italië op de meest bclahgelooze wijze het voor den status quo op den Balkan opneemt, maar meer ook nier. Evenwel noemt het blad het onverantwoor delijk daaruit fantastische gevolgtrekkingen te maken, gelijk daar bijvoorbeeld is de be weerde ondersteuning van een Albaneeschen opstand door Italië. Een plan daartoe dat dezer dagen door generaal Ricciolti Gari baldi is geopperd, is zeer verwerpelijk. Dc basis van den vrede lusschcn Italië en Oos- Tenrijk-IIongarije wordt gevormd door de on aantastbaarheid van Albanië. Een Garibal- diaansclie omwenteling zou Oostenrijk beant woorden met een marsch naar hel Zuiden. Mocht in het voorjaar dc toestand op den Balkan dreigend worden, dan zal Italië slechts zich doen géiden ten gunste van den vrede. Ook dc Tribuna, welke meldt, dat in Flo rence de Garibaldianen een bureau van in schrijving hebben geopend, protesteert daar tegen cn eischt dat de regeering lusschcn beide zal komen. Er is c©n nieuwe aanleiding ontstaan tot wrijving lusschcn Italië cn Turkije. Eenigen tijd geleden hebben Amerikanen toestemming van de Turksche overheid ver kregen oudheidkundigen opgravingen te doen in Tripoli, hetgeen dien Italianen ge weigerd was. Thans verneemt de Temps uit Rome, dal deze concessie gevolgd is door een tweede van niet minder belang, waarbij aan oen Amerikaansch consortium wordt toegestaan zwaveilmijnen te ontginnen an Tripoli. Aangezien de exploitatie van dergelijke mijnen in Sicilië dc voornaamste bron van inkomsten vorm» voor de bevolking aldaar, vreest men het ergste van deze Amerikaaui- sclie concurrentie. Reeds hebben vcrsclullendc Kamerleden het voornemen te kennen gegeven de regee ring over deze aangelegenheid te intcrpel- leeren. Uit Tripolis is bericht ontvangen, dat Frankrijk dc oase Ghadames tusschen Tripo lis en Tunis bezel heeft. Het Giornalc d'Italia protesteert daar met kracht legen cn wijst daarbij op liet Fransch- Italiaanschc verdrag inzake Marokko, waar bij Italië van zijne aanspraken op Marokko afstand deed op voorwaarde, dat de status quo in Tripolis werd gewaarborgd.. Het blad zegt dat, wanneer Ghadames Fransch wordt, Italië tastbare waarden zou hebben overge geven voor loozen schijn. Spanje. Madrid, 18 F c b r. De ministerraad be sloot de Kamers bijeen te roepen tegen 6 Maart. Oostenrijk-Hongarije. Boedapest, 16 Febr. Dc legercom- mis&ie van de Oostenrijkscho delegatie heelt de algeuieenc bespreking van de oorlogsbe- grooting geëindigd. De minister vau oorlog verklaarde liet niet eens to zijn met de be zwaren, die te berde werden gebracht togen de invoering van den tweejarigen diensttijd. D© Ooslenrijksche landweer en de Hongaar- sche honvods leveren een uitnemend voor beeld voor den tweejarigen diensttijd. De voltallige Hongaarsche delegatie is met de begrooting van buitonlandsche zaken be gonnen. Alle sprekers van de regeer ingspur- tij betuigden hun instemming met dc motie Yan vertrouwen, die door den rapporteur over het beleid van Aehrenthal is voorge steld. Rutland. Londen, 16 Febr. Naar Router's agentschap verneemt, heeft ide Russische re- gociing aan Engeland, Frankrijk en Japan ollicitel kennis gegeven van haar plan tot- het houden van een demonstratie Legen China niet het oog op dc .gebleken noodza- ktiijkiioid om -do aan Rusland bij verdrag gewaarborgd© rechten te handhaven. Naar het schijnt is heit voornemen troepen le zenden over de Russische grens; hoever men echter in deze zal gaan, zal vermoedelijk afhangen van de houding Man Ü1 dm a Petersburg, 16 Febr. Do Russische regcerimg heeft haar gezant te Peking opge dragen aan de Ghineosclx.- regeering d© vol gende nota te overhandigen „Dc ain den kaatsten tijd gevoerde onder- handediimgen hebben de Keizerlijke regcering overtuigd dat de Chmeeschc -regeoring met de bepalingen van het verdrag van 1881 niet wenscht rekening te houden. D© Keizerlijke regcering as l-ot de overtuiging gekomen, dat het voortbestaan vau do van ouds be staande vriendschapsbanden tussohen Rus land en China, waar do Ghimoeschc regee ring zuAk eene houding aanneemt tegenovor het verdrag van 1881, onmogelijk is. Derhal ve adbt de Keizerlijke regcerimg het uoo- dig aan de Chinecschc regeering te verzoe ken onverwijld de volgende punten te er kennen Ten eerste dat noch het verdrag van 1881 40 DOOR BARONESSE ORCZY. Vijf minuten daarna kwam Desgas terug, gevolgd door een ouden man, vunzig ge huld in een smcrigen op den draad versleten tabbaard, vettig langs de schouders. Op zijn rood haar, dat nij droeg op de manier der Pooische joden, met krullen als kurketrek- fcers aan beide zijden van zijn gezicht, rustte -oen laag vuil. Heb geheele voorkomen van dezen zoon Abrahams was weerzinwekkend. Hij ging gebukt met d© eigenaardige krom ming die zijn ras kenmerkt, door de verne dering ondergaan in vervlogen eeuwen, voor dat de dageraad van vrijheid en gelijk heid in geloofszaken voor dit mishandeld volk was aangebroken. Hij liep achter Des- gas aan met den typisch schoorvoetend©n gang, die den Joodschen schacheraar in Europa is bijgebleven tot op den huidigen dag. Ghauvelin wenkte den kerel om op eerbie digen afstand te blijven. De drie mannen stonden juist onder de afhangende olielamp, zoodat Marguerite het trio duidelijk kon waarnemen. „Is dit de man?" vroeg Chauvelin. „Noen, burger," antwoordde Desgas. „Ru ben was niet te vinden, dus zal de Engelsch- man met diens kar zijn vertrokken, maar deze man schijnt van heb -een of ander een snufje te hebben, dat hij voor een prijsje wil van de hand doen." Met de lijdzaamheid, aan zijn ras eigen, stond dc Jood terzijde, leunend op ©en dik ken staf, zijn ruig gezicht verborgen onder een breed-gerand hoofddeksel, in afwachting dat de nobele Excellentie hem zou ondervra gen. „De burger hier vertelt me," zei Chauve lin, „dat je iets weet omtrent mijn vriend, den langen Engelschman, dien ik wensch to ontmoeten... Sakkerloot! op een afstand asje blieft. man?' liet hij er haastig op volgen, toen de Jood ©en haastige schrede voor waarts deed. „Ja, Excellentie," begon de Israëliet, zijn -taal sprekend met den eigenaardigen tongval die een Oostenschen oorsprong verraadt, „ik cn Ruben Goldstein hebben onderweg een langen Engelschman van avond gezien, dicht hier in de buurt." „Heb je met hem gesproken?" „Ilij sprak ons aan, Excellentie. Hij wilde weten of hij een kar melt paard kion (huren, om langs den St. Martinswcg naar een plaats le gaan waar hij vannacht wezen moest." „Wat heb je toen gezegd?" „Ik heb niets gezegd," antwoord*!© <1© man, zich beleedigd gevoelend. „Ruben Goldstein is een BeliaJskiiid „Dat gaat mij niet aan, man," viel Chau velin hem ruw in de rede, „ter zake hoorl" „Nu dan. Toen ik op het punt was don rijken Engelschman mijn paard en wagon aan te bieden, waarmee hij gaan kon waar heen hij verkoos, had Ruben me het gras al voor de voeten weggemaaid en bood hem zijn hongerigen hit en krakende kar aan." „Wal deed de Engelschman toen?" „Hij had ooren naar -het aanbod van Ruben Goldstein,, Excellentie, (hij tastte iin zijn zak, hij nam er een handvol goud uit, hij liet idat bet Belzebubskiiaijd zien, ©:i zei -dat alles voor hem zou zijn, als kar cn paard tegen elf uur voor licin klaar stonden." „Natuurlijk stonden kar en paard klaar?" „Als je dat zoo noemen wilt, ja, Excellen tie. Dc hit van Ruben was kreupel, zooals altijd; hij wilde eerst niet van zijn plaat». Na lang tobben eindelijk en veel ransel, kon hij gedaan krijgen dat iiet beest zich ver roerde." „Zijn ze toen op weg gegaan?" „Ja, nu vijf minuten geleden. Heel dom was hel van den vreemdeen nog wel van een Engelschman! Hij had moeten w©- ten dat de hit van Ruben niet kon loopen, maar de vreemdeling wilde niet luisteren en kocht een kat in den zak voor zijn geld. Als hij dan toch zoo'n haast had, was het ver standiger van hem geweest mijn kar te ne men." „Bezit jij dan ook paard en wagen?" vroeg Chauvelin. „Wel zeker, Excellentie, en als Excellentie wil rijden... mek G-olstedms voertuig..." „Weet je soms welken weg mijn vriend de Engelschman is opgegaan?" Nakl-wiikomd wreef ide man. zijn vuile kin. Marguerite's hart bonsde tot barslens toe. Z© had de vraag gehoord; angstig zag ze naar den man, maar kon oi» diens owle<r den brcedgeranden hoed verscholen tronie niet» lezenVaag schemerde het haar voor oogen dat hij Percy's lot in handen hield. Er ontstond een lange pauze; Chauvelin staarde, met blijkbaar ongeduld en woede, naar de gebogen gestalte vóór hem. Einde lijk stak de Israëliet langzaam zijn smerige hand in zijn borstzak en diept© daaruit ©en aantal zilverstukken op. In gedachten ver loren, beschouwde hij z©, en sprak toen be daard „Dit gaf me de lange vreemdeling, toen hij niet Ruben wegreed, opdat ik mijn mond zou houen over hem ©n zijn bedrijf." Chauvelin haalde ongeduldig de schouders op. „Hoeveel heb je daar?" vroeg hij. „Twintig francs, Excellentie," antwoordde dc Jood „en mijn leven lang beu ik eerlijk mail geweest!" Zonder verder commentaar haalde Chau velin eenige goudstukken uit zijn zak en ram meid© ermee in de palm van zijn hand in de i'iclotisng waar .de man st'orol. „Hoeveel denk je dat ik hierin heb?" vroeg hij bedaard. De oogen van den Israëliet flikkerden even, op liet gezicht van het goud in Chauvelin's hand. „Ik zou zeggen vijf pond sterling minstens, Excellentie," zei hij eerbiedig. „Dat zal wel genoeg zijn dunJkt me, om je eeriijk© long aan 't jxraAeu te krijgen?" „Wat wenscht Uwe Excellentie zoo al te weten?" „Of jouw paard en kar mij kunnen brengen naar de plaats waar ik mijn yriend, den lan gen Engelschman, vinden kan, die met Ruben Goldstein's wagen ervan door is?" „Mijn voertuig kan Uwe Edelachtbaarheid brengen waarheen zq wil." „Naar Vader Blanchard's hut?" „Uwe Fdelachtbaarlieid hoeft het geraden?" z©i de Jood met verbazing. „Gij kent die plek?" „Ik ken ze, Edelachtbare." „Iloe komen we daar?" Langs den St. Martinswcg, Edelachtbare; van idaar langs een voetpad tot de riffen." „Jc kent toch den weg goed?' harhaalde Quouvelfin op barsclueai toon. „lederen steen, iodcr grassprietje, Edelach- bare," zei de Jood kalm. Zonder verder een woord te spreken, wierp Chauvelin de vijf goudstukken één voor één den Jood voor de voeten; deze knielde en trachtte op handen en voeten ze bijeen le garen. Kén man roklc weg, ©n hij had! eenige moeite dat machtig te word©», want het was onder het aanrechtkasj© terecht ge komen. Chauvelin zag het rustig aan hoe de Israëliet -tastte over den vloer, tan einde het goudstuk inacHtig te worden. Toen de Abrahamszoon weer op de boenen stond, spnak Chauvelini „Binnen welken tijd kun je met je paard cn wagen klaar staSn?" „Alles staat klaar, Edelachtbare." „Waarr „Geen twintig passen van hier. Wil Uwe Excellentie ©ens kijken?" „Dat is niet noodlg. Tot hoe ver kun j« mij ermee brengen?" „Tot de hut van Vader Blanchard, Edel achtbare, en heel wat- vorder dan Ruben Goldstein uw vriend heeft gebracht. Ik ben er zeker van dat we. nog geen twee mijl©n van hier, Ruben zullen inhalen met zijn hit, dc kar en den langen vreemdeling, allee op één hoop midden in den weg." Wordt virvolfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1