3 ben ovortuigd, dat dan zal blijken, dat is ge zegd I-der ambtenaar zal f iüU meer krijgen. De secretaris doet voorlezing van het ver slag der in de vergadering van 1 November over deze zaak gevoerde discussie. De heer J o r i s s e n. Mijnheer de Voor zitter, wanneer er straks gesproken is van eene vergissing, dan.blijkt nu dat er inder daad eene vergissing i jj de loden van den raad is geweest in het begin van de discussie. Wjj meenden toen dat de ambtenaren van de gasfabriek zouden worden gebjk gesteld met die van de secretarie. Maar uit het vervolg van d« discussie bljjkt, dat ook B. en W. zich hebben vergist en hebben geineend, dat eene verhooging met /"300 nooiiig was om de ge lijkstelling te krjjgen. Anders begrijp ik niet, dat dit geld gevraagd is. Maar laat het eene vergissing zijn of niet, d&t moet met op de ambtenaren neerkomen. De V o o r z i 11 e r. Ik moet er bij blijven, dat er van de zijdo van B en W. geene ver gissing is geweest. Door B en W. werd f 350 gevraagd voor de verhooging van salarissen van ambtenaren dor gasfabriek. In den raad werd daarop voorgesteld golijkstelling van het traktement met dat van de ambtenaren der secretarie en op de vraag wat dat zou kunnen kosten werd het bedrag van f 300 genoemd. Toen werd door B. en W. voorgesteld den be- grootingspost te verh->ogen met die som en den po;.t voor onvoorziene uitgaven met een gelijk bedrag te verm-nder-n. Als er dus eene vergissing heeft pla«ts gehad, dan is die niet begaan van de zijde van B. en W. Üe heer Oosterveen. Mijnheer de Voor zitter naar aanleiding van de voorgelezen notulen der vergadering van 1 November wil ik Opmerken, dat mij is gebleken, dat de gelijk stelling in den ami vang van de discussiedoor den voorsteller als motief is genoemd. Maar in het voorstelzooals het aan het slot van de dfocusssie is vermeldwordt niet van de gelijkstelling gesproken. Nu komt het mij voor, dat do raad zich daardoor gebonden moet rekenen. Ik wil mij daarbij neerleggen en zal dus voor het voorstel van den heer Gerri son stemmen. Do heer Rolandus Hagedoorn. Mijn heer de Voorzitter, ik ben bijna bang nog een woord te zoggen over deze zaak, waarover reeds zooveel gesproken is. Mij komt het voor, dat hier inde-daad eenige onduidelijkheid be staat. Er is eene vergissing geweest; men kan het genomen besluit zoo opvatt-n dat de ƒ300 geheel moeten worden besteed voor trakte- mentsverboogingmaar ook, dat zij slechts moeten worden aangewend voor zoover noodig om gelijkstelling te krijgen van de traktemen ten der ambtenaren der gasfabriek met die van hot personeel der secretarie. Voor wie echter onzekerheid moge be«taan, voor de botrokkon personen niet. Wanneer nu in het dageljjksch leven ik een fout maak door eono onjuiste redeneering, dan zal er in den raad niemand zjjn, die niet van meening is, dat ik zeer verkeerd zou handelen, als ik mjjne fout niet goed maakte tegenove' de personen in mijn dienst, bij wie daardoor verwachtingen zijn opgewekt. Wat wij als particulieren niet zouden doen, dat moeten w;j ook niet doen als leden van den raad. De waardigneid van don raad laat ra. i. niet toe het he-luit in te trekken, aangezien wel degeljjk f 300 zijn uit- get»okkoa om voor traktementsverhoogiug te dienen. De V o o r z i 11 e r Ik zal nu het voorstel van den heer Gerritsen in stemming brengen. Bij de stemming wordt dit voorstel aange nomen met 13 tegen 2 stemmen. Tegenstem den do heeren van Esveld «-n Kam. 7. Voorstel van B. en W. tot uitbreiding van het buizennet van de gasfabriek in den Utrechtschen straatweg. B. en W. stellen voor hot buizennet der gasfabriek aldaar uit te breiden met 1200 M. en eene soortgelijke regeling te treffen als ge maakt is v-'or de perceelen, liggende aan de Barehman Wuytierslaan, t. w eene regeling waarbi) ieder aaa de gemeente terug betaalt de leiding, voor zoover deze grenst aan zijn perceel. De heer Gerritsen. Mijnheer de Voor zitter, ik zal zeer kort zijn, omdat ik B. en W. niet anders dan dank kan zeggen voor hunno brende opvatting van deze zaak. Dat zal de weg zijn voor Amersfoort om vooruit te gaan eu aan d- inwoners gas en straks ook water te verschaften zonder dat zij daarvoor groote uitgaven b-hueven te doou. Ik kan mjj volko men met dit voorstel vereenigen. De heer .1 o r iss e n. Mijnheer de Voorzit ter, raag ik B. en W. in overweging geven eene kleine uitbreiding te geven aan hun voorstel. Of wilt u li-vor, dat ik dit doe na afloop van do agenda? Ik zou willen voor stellen nog vijf nieuwe lantarens bjj te plaat sen op den weg naar het nieuwe rijks-opvoe dingsgesticht Daar is nu een druk verkeer van neringdoenden en ook vau de talrjjke ambte naren, die aan het gesticht verbonden zijn en heen en weer gaan naar de stad. Het is daar nu werk-lijk des avonds donker. Ik zou B. en W. den raad willen geven, nu de .'asbuis daar wordt verlengd, er nog vijf lantarens bij te plaatsen. Daardoor zal de weg bij avond veel verbeteren. De heer Vols H e jj n. Mijnheer de Voor zitter. als 't mij vergund is den heer Jorissen op zijne vraag te antwoorden, dan kan ik mede- deolen. dat de verlichting van den Utrechtschon weg geregeld is op eene conferentie, die B. en W. eu de gascom missie hebben gehad met d n heer Metzel&ar, don ingenieur der go- vangenissen. Ik kan mij wel voorstellen, dat de verlichting vau dat deel van den Utrecht- sche weg den heer Jorissen onvoldoende voorkomt. Maar het ligt op onzen weg om af te wichten, totdat er eene aanvrage komt van de directie van het opvoedingsgesticht. Die aanvrage zal wel komen als zij meent, dat verbetering gewen-cht is. De h-er Jorissen. Mijnheer de Voor zitter, het is mij bekend, dat met den heer Metzelaar geconferee<d is over de verlichting van den weg Die had liever nog tien lantarens er bij gehad, maar toen is hem gezegd, dat het Rjjk die moest plaat en. Wat den direc teur van het gosticht betreft, het is op zijn verzoek, dat ik deze zaak in de aandacht vau B en W. en van de gascommissie aanbeveol. De Voorzitter. Ik moet opmerken, dat die zaak niet aan de orde is. De heer Jorissen. Ik heb straks ge vraagd of ik er nu over zou spreken of aan h -t einde van de vergadering. De Voorzitter. Ik ben bereid de zaak, waarop de h>>er Jorissen de aandacht vestigde, in de vergadering van B. en W. over te bren gen. Daar kan dezo zaak dan nader worden overwogen. De he r R ij k o n s Mijnheer de Voorzit ter, mag ik dan nog een tweede punt daaraan toevoegen. Ik heb bjj de behandeling van de begrooting in mjjne afdeeling er op gewezen, dat de bewoners van een blok huizen aan do rechterzijde van den Utrechtschen straatweg gaarne een lantaarn voor het blok willou henben. Zij hebben nu een valsch licht. De Voorzitter. Ook dat punt zal door B. en W. n der overwogen worden. Do beer Kroes. Manheer de Voorzitter, ik sluit mi) aan bij den lof, dien de heer Ger ritsen aan B. en W. over deze zaak hoeft ge bracht. Het doet mij pleizier, dat B. en NV. t >t liet be-luit ge kom n zijn. de gelijkstelling van deu Utrechtschen weg met do Barehman Wuytierslaan, in dit Opzicht voor te stellen. Wij zullen daardoor bevorderen den bloei van Amer»f.»ort en dat zal oek niet zjjn in hot financieels nadeel van de gemeente. Dm Voorzitter. V erlangt iemand hoof- delijke stemming Wordt z. h. o. conform het voorstol van B. en W, besloten. 8. Voorstel van B. on W. naar aanleiding van e-n adres aan het bestuur der afdeeling Amersfoort van do vereetiiging Ons Belang. H«'t adres betreft de afwatering, de reiniging en het p ditietoozicht van de Kazernestraten eu daaraan grenzende terreinen. De heer K ij k e n s Mijnheer do Voorzitter, ik beu 't geheel eens met het dagelijksch'be stuur, dat een groot deel vau het terrein, waarover dit adres handelt, behoort bjj de militaire woningen en dat de gemeonto daar niets kan doen. Maar ik lees ook in het adres en een persoonlijk bezoek heeft mij daar van overtuigd dat do toestand daar scha delijk is voor de gezondheid. Nu vraag ik, of het niet op don weg der Gemoonto ligt het Rijk te waarschuwen. Afgezien daar van, is de Appelweg bij regenachtig weder totaal onbegaanbaar. Ik heb tot mijn genoe gen gezien, düt door den burgemeester politie toezicht is toegezegd. Maar zou het te veel gevergd zijn van de reiniging, als nu daar een paar koeren in de week de vuile rommel werd weggehaald? Dat zou de bewoners ge noegen doen en ook de ingezoteneu, die den Appelweg als wandelweg gebruiken. De Voorzitter. B. en W. bobben de zaak, die het geachte lid ter sprake brengt, overwogen; maar het is moeieljjk op terrein, dat aan het Rijk behoort, te ageeren on deze straton to reinigen. Dit zijn geene openbare wegen; het zijn particuliere wegen, dio aan het Rjjk beboeren en alleen toegankelijk zijn voor hen, die daar wonen. Maar ik wil gaarne nog eens nader do zaak bespreken. De hoer Gerritsen, Mjjnhoor do Voor zitter, ik heb ook persoonlijk don toestand be keken. Ik wil vragen Ligt het niet op den weg van Rijk en gemeente om samon te wer ken, opdat men kan krijgen eene behoorlijke riolecring van dit terrein naar den grooton weg? Daarmee zouden Rijk en gemeente beiden ge holpen zijn. Er zal met het Rijk overleg moeten worden gepleegd om den toestand te verbeteren. Zooals ae toestand nu is, verkeert het rijksterrein in slechten toestand; maar een groot gedeelte weg, behoorende aan do ge meente, is ook onbegaanbaar. Er moet iets aan gedaan worden ook door ons. Dan ligt het op onzen weg, met het Rijk in onderhan deling te treden. De V o o r z i 11 e r. B. en W. zullen gaarne overwegen of hot mogelijk is to» een accoord te komen met het Rijk. Zij stellen voor het verzoek van do adressanten van de hand te wijzen. Wordt z. h. o. conform het prae-advies be sloten. 9. Nader voorstol van B. en W. betreffende de onbowoonbaarverklaring van perceel Kloe- mendalsche straat 35 en rapport betreffende de woningen achter den Koppelpoortwal Nos. 7 8, 9, 10 en 11. De Voorzitter. Ik kan mededeeien, dat de woningen achter den Koppelpoortwal zijn ontruimd, waardoor aan den cisch van de wo ningwet is voldaan. Het perceel in de Bloe- mendalsche straat zal onbewoonbaar moeten worden verklaard, in overeenstemming met het advies van de commissie. De heer Rolandus Hagedoorn. Mijn heer de Vo>rzitter, u zegt, dat de woningen achter den Koppelpoortwal ontruimd zjjn en dat daarmee aan den eisch van de woningwet is voldaan. Wordt er ook voor gozoigd, dat zij niet op nieuw bewoond worden? De Voorzitter. Aan den eisch, die in de woningwet is gesteld, wordt voldaan. De heer Rolandus Hagedoorn. Nog niet. De V o o r z i 11 e r. De eigenaar is aange schreven de woningen te verbeteren of ze te ontruimen. Hij heeft ze ontruimd; derhalve is aan het voorschrift van de wet voldaan. De heer Jorissen. Als er een groot bord op staat met „onbewoonbaar verklaard" er op, dan mag er zeker niemand meer wonen. Wordt daaraan altijd de hand gehouden? Ik ben pas in een van die woningen geweest. Die was wel degelijk bewoond, boewei er eon groot bord op stond Ik heb lang moeten zoeken naar do menschen, die ik had to bezoeken, omdat ik niet kon onderstellen, dat het huis bewoond was. De V oorzitter. Als een huis onbewoon baar wordt verklaard, dan wordt er een tjjd bepaald voor de ontruiming. Die termijn was zeker nog niet verstreken toen de heer Jorissen in dat huis is geweest. De heer Kroos. Mijnheer de voorzitter als de raad zich uitspreekt voor de onbewoon baarverklaring, over hoeveel tijd gaat die dan in Wij hebben gehoord, dat de woningen zijn ontruimd Maar kunuen er geen? nieuwe bewoners intrekken De Voorzitter. Als dat geschiedt, dan

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 7