M°. 392. O4* Jaargang Donderdag 16 Maart 1911. BU ITEN LAN D. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS. DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idom franco por post- 1 .SO. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. AdvertentiSnmededeolingen enz., gelieve men vódr 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C<>. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Van 1—6 regol. f 0-#0- Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en oanrKigen 25 cent* bfl vooruitbetaling. Groot e lettere naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf boetaanTzenr voordoelijje bepalingen tot het herhaald advorteoren in dit Blad, bfl abpnnaroenL Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hen, die met 1 April a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort Gdet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter tennis van het publiek, dat een door hel Bestuur der Vereeniging „Ambachtschool voor Amersfoort en OuisLreiken" ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tol het oprichten van eene smederij en plaatsing van twee smidsen iu het perceel alhier gelegen nan de Hellestraat No. 123 bij hel Kadaster bekend onder Sectie E, No. 5055 op dc Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag den 30. Maart aanstaande, des vOOrmiddags te half elf uren gelegenheid ten Haadhuize wordt gegeven cun, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner le den, bezwaren tegen het oprichten van dc inrich ting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld m art. 15, le lid der Hinderwet, zijn .volgens de bestaande jurispruden tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig arti kel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, don 16. Maart 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Dc Burgemeester en Wethouders van Amers foort Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kenuis van het publiek, dat een d,oor J. Beus ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tol het oprichten van eene bewaarplaats van petroleum voor eene hoeveelheid van ten hoogste 3990 Liter in de perceelen aan de Agatha- straat No. 13 en 15 bij het Kadaster bekend onder Sectie E. No. 894 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag den 30. Maart aan staande, des voormiddags te half elf uren gele genheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten over slaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren togen het oprichten van de inrichting in to brengen. Tot het beroep, bcdoekl in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispruden tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig arti kel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, den 10. Maart 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, Dc Burgemeester, J. G. STENFF.RT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht Het vlootdebat in het Engelsche Lagerhuis. liet Britsche lagerhuis besteedt deze week zijn lijd geheel aan de begrootingen voor leger en vloot, die door dc regeering zijn ingediend. Die begrootingen sluiten zich aan bij de budgetten van de jaren, die zijn voor afgegaan. Zij vergen weer nieuwe en hoo- gere offers voor de toepassing van den stel regel: „Als gij den vrede wilt, bereidt u dan voor tot den oorlog". De aanhoudende toe neming van dc uitgaven voor leger en vloot in de laatste jaren, wordt in dc Daily News met sprekende cijfers aldus uiteengezet: „In 1906 was de marinebegrooting 31,472.087. In 1909 was zij 35,142.700, in 1910 40,603,700; in 1911 is zij 11392.500. Sedert 1906 is zij met 13 miiliocn gestegen. in 1906 werd voor nieuwen aanbouw uit gegeven 8,861.897. In 1909 werd voor nieu wen aanbouw 1 miiliocn meer uitgegeven dan in 1906. In 1910 werd voor nieuwen aanbouw nagenoeg 3J miiliocn meer uitgegeven dan in 1909. In 1911 zal voor nieuwen aanbouw 1.' niillioen meer besteed worden dan in 1910. Sedert 190G is het bedrag voor nieuwen aan bouw gestegen met meer dan 6 miiliocn. Boven en behalve dat bouwen Canada en Australië voor het eerst eigen vloten. Canada alleen heeft voor nieuwen aanbouw 2', mii liocn gevoteerd. In 1909 werden 8 nieuwe Dreadnoughts ge voteerd, in 1910 wederom 5; in 1911 worden nog eens weer 5/ aangevraagd. Wanneer deze gebouwd zijn, zullen wij 31 Dreadnoughts lu-bben tegen Duitschlund 21; wij zullen even veel Dreadnoughts hebben als Duitschland, de Vereenigde Staten, Italië en Oostenrijk te zamen. De legerbegrooling is dit jaar een kwart miiliocn hooger dan in 1910. Aan leger en vloot te zanten besteden wij in één jaar ruint 72 millioen". Geen wonder, dat ditmaal in sterker ntale nog dan vroeger de vraag werd vernomen: Waar moet dat heen? en dat uit de rijen van dc regeeringsgezindc partijen zelf dc wensch werd gehoord om deze uitgaven te vermin deren. Ouder de meer naar links staande elementen van de meerderheid, waarop de regeering steunt, is de meening zeer ver spreid, dat hel eindelijk tijd is aan de oor logstoerustingen en inzonderheid aan het aan houdend houwen van nieuwe Dreadnoughts een einde te maken. Toch werd een voorstel van Macdonald, dat strekte om uit te druk ken, dat men met ongerustheid dc reusach tige vermeerdering in de laatste jaren van dc uitgaven voor leger en vloot ziet en dat daar in vermindering moet komen, met 276 tegen 56 stemmen verworpen. Dat is geschied on der den indruk van eene rede, die gehouden werd door den minister van buitenlandschc zaken Sir Edward Grey, die inderdaad een nieuwen kijk levert op het vraagstuk cn daarom alle aandacht verdient. Als uitgangspunt van zijn betoog gaf de minister een schets van dc betrekkingen tus schen de verschillende stalen onderling, die nooit zoo vriendschappelijk geweest waren als thans. „Men zou verbaasd zijn als men wist hoe gemakkelijk het in de laatste drie jaren is geweest, ik zeg niet om tot over eenstemming te komen, maar om verschil len tusschen de regeeringen openhartig 'e besprek em." Men, zal zeggen het is e©n para dox, dat, de betrekkingen tusschen die groote mogendheden zijnde zooals zij zij-n, de toe rustingen zoo snel vermeerderen als het ge val is. Maar er is nog een groote.ro para dox dat de stijgende reusachtige last van de uilgaven voor leger en vloot samengaat niet aheen met de vniendscihappeJijke be trekkingen tusschen -o mogendheden, maar met d© toeneming van de beschaving in haar geheel. In do meest beschaafde natiën van Europa zijn de uitgaven het grootst. Deze uitgaven zijn niet gericht tegen natiën, die minder beschaafd zijn dan zij zelf, maar geschieden in wedijver tegen elkaar. Temzij dit als een paradox wordt gevoeld, zoodat men voelt hoezeer dit onbestaanbaar is en ziah van heit gevaar bewust wordt, moet de beschaving op utn duur vernietigd worden. Men heeft niet slechts te zien naar de kracht, maar ook naar don latst van een groot leger en eene grooto vloot. Men stapelt die zwaren last op in tijdon van vrede. Als hij voortgaat zoo te vermeerderen als onder hel laatste geslacht, zal de last ondragelijk worden. Er zijn menschen, die zeggen, dat dc natiën verlichting zullen zoeken in oor log. Het is veel waarschijnlijker, da-l dc last zal worden weggenomen door ©ene inwen dige revolutie. niet doordal dc nabiën te gen elkaar strijden, maar doordat de massa opstaat tegen de zware belasting. De opstand wil niet konten, zoolang niet de belasting rechtstreeks drukt op de klassen, voor wio het bcsla-un moot zijn een strijd. Wanneer gij begint honger te maken door belasting en vroeger of latter zal ieder land dat doen, als deze uitgaven steeds blijven toenemen diau zult gij in de nabijheid zijn van den opstand, die er een einde aan zal maken. Dat is de richting, waarheen dc groote lan den van de wereld sturen. Dc minister wees de noodzakelijkheid aan om te zoeken naar een uitweg. Ilij stemde toe, dat door de Engelsche regoering iets kon wonion gedaan, door te streven naar overleg met Duitschland. om dc toerustingen te verminderen. Maar dat over» log zon altijd tot grens hebbent de bepalin gen van fle Duitsohevlootwet. Eene oplos sing op broederen grondslag moest worden verkregen, en dat zou niet mogelijk zijn, zon der dat de ambit rage algemeen werd, „het beroep op dc wel in plaats van hot beroep ■op do macht." Ten bewijze, dat de openbare mcernlng dn deze richting zich boweegt, haalde hij een tweetal uitspraken aam van den president dër Vereemigde Staten, die wijzen op een stap vooruit in de arbitrage dioor het onderwerpen van cere zaken an de scheidsrechterlijke beslissing van man- non van oer. „Dal zijn stoutmoedige en moedige woor denzei de Sir Edward Grey. „Wij hebben geen voorstel voor ons, en ais niel de open bare meening rijsi lot het niveau om het te bespreken als i nc groote beweging in de opinie der wcro'd, kan het niet tol uilvoering worden gebracht. Maar stel eens, dal dit pipals had, stel eens dat twee van de grootste volken der wereld aan de geheele wereld duidelijk maakten door eene overeenkomst van die strekking, dat zij ouder -a-ene om standigheden weer tot den oorlog zouden ovvi ui. Ik durf zeggen, dat dc uitwerking van (i'rt voorbeeld op de geheele wereld zegen rijke gevolgen zou hebben. „Ik geloof ni'.cl, dal eene dergelijke verkla ring, door een man in de positie van den president der Verecnigde Sinten afgelegd, zonder antwoord moet blijven. Als men eene dergelijke overeenkomst wilde aangaan, dan zou daaraan eene groote risico verbonden zijn- Als men er in toestemt alles aan arbi trage te onderwerpen, dan moet men niet op zien tegen het aanvaarden van zekere risi co's. Men moet niet opz cn tegen eenig offer van nalionalen trots. Indien een dergelijk voorstel aan ons werd godaau. dan zouden wij ons er in verheugen. Maar ik zou voelen, dat het iets zoo gedenkwaardigs was, iets van zoo verre strekking in zijne mogelijke ge volgen, dal liet niet alleen de onderteekening van de beide regeeringen zou eisohen. maar dc wel overwogen en besliste sanctie van het parlement. Die zou, geloof ik, wel verkregen worden. „De groote natiën der wereld zijn op hot tegenwoordige tijdstip in slavernij van hunne legers en vloten, in toenemende slavernij. Het komt mij met onmogelijk voor, dat zij in eenig toekomstig jaar zullen ontdekken, zoo als individuen hebben ontdekt, dat de wet een beter geneesmiddel Is dan de macht en dat, zoolang zij ril slavernij geweest zijn van deze geduchte uitgaven, de deur van de ge vangenis van binnen gesleten is geweest. Wanneer gij dit als hersenschimmig be schouwt en niet liggende binnen bet bereik van de praktische politiek, dan is mijn ant woord, dal wij hi ieder geval het door den president der Voreenigde Staten gezegde niet zonder antwoord moesten laten, l'k stem loc, dal het een antwoord is niet op voorstellen, want wij hebben geen voorstel voor ons lig gen. maar op eene gedachte, die is uitge sproken. Het is iin ieder geval het beste wat wij kunnen doen." Deze rede ging onmiddellijk aan de stem ming vooraf, waarbij het straks door ons ver melde voorstel werd verworpen. Maar daarop is gevolgd #de aanneming, ditmaal zonder hoofdelijke stemming, van een voorstel, van de liberale banken uitgegaan, waarbij het huis zich uitsprak ten gunste van het ver krijgen van iifternationale regelingen, onder welke de groote mogendheden gelijktijdig hunne toerustingen tot don oorlog zouden verminderen. Duitschland. De commissie van den rijksdag, die belast is met hel onderzoeik van hel Elzas-I.otha- ringsche grondwetsontwerp, heeft zioh met overwegende meerderheid uitgesproken ten gunste van het compromisvoorstel der regee ring om het rijkstand met drie stemmen in den bondsraad zitting te doen nemen. Dc eindredactie van de bepaling is aan eene sub-commissic opgedragen. De aanneming geschiedde met 18 togen 9 stemmen; de con servatieve antisemietii'scihe en socialistische leden stemden legen. Hetzelfde resultaat werd verkregen bij de stemmingen over de artt. 1 en 2 van het re- geeringsontwerp. Volgens het eerste behoudt de Keizer de uitoefening van de macht in Elzas-Lothaningcn; het tweede bepaalt, dat aan het hoofd van de regeering van het rijkstand een stadhouder slaat, die benoemd en ontslagen wordt door den Kedzer met contraseign van den rijkskanselier. Naar alle waarschijnlijkheid zal eene meer derheid, bestaande uit centrum, volkspartij en nations a 1-Jribcralen, hel met dc regeering over dit wetsontwerp eens worden. De rogcerin-g van het groothertogdom Mecklenburg heeft aan dc rogeerinlg een nieuw voorstel tot wijziging van dc samen stelling van den lantddag doen toekomen. Volgens dit voorstel zal de landdag van Meckleuburg-Schwerin bestaan uit 92 leden, namelijk24 afgevaardigden van de rid derschap, 24 afgevaardigden van de land schap en de beide zeesteden Rostock en Wismar, 7 afgevaardigden van het lande lijke groote grondbezit, 12 afgevaardigden van het landelijke kleine grondbezit en de overige landelijke bevolking, 10 afgevaar digden van de steden cn vlekken en afge vaardigde van den geestelijken stand, drie afgevaardigden van de overige wetenschap pelijke bcroepsslanden met academische opleiding, twee afgevaardigden van de han- dclakamer, twee afgevaardigden van de ka mer der handwerkslieden, twee afgevaar digden van de kamer van landbouw cn vier door den groothertog te benoemen afgevaar digden. België. Brussel, 15 M a a r t. Volgens dc Etoilc Beige heeft de minister van Koloniën een telegram uit den Congo ontvangen, berich tende dat het gerucht omtrent een complot tegen de ambtenaren le Buma vau allen grond ontbloot is. Frankrijk. De Franschc regeering heeft een besluit uitgevaardigd, dat nieuwe bepalingen bevat over de opneming van vreemdelingen in het vreemdenlegioen. liet boshut van 15 Januari 1910 is ingetrokken cn weder vervangen door de artikelen 6 en 7 van de wet van 10 Maart 1831. Engeland. De verklaring van president Taft, waarop Sir Edward Grey zich beriep in zijne redo in het lagerhuis, werd afgelegd in de maand Januari jl. voor liet international© arbitrage- genootschap; zij luidt aldus: „Als wij kunnen onderhandelen met ccnc groote natie over een© positievo overeen komst en die tot stand kunnen brengen om dc aanroeping van een internationaal hof van arbitrage le verkrijgen in ieder ge schil, dat niet kan worden geregeld door onderhandeling, onverschillig waarover het» loopt hetzij over eer, gebied of geld zullen wij een groolen slap vooruil hebben gedaan, door aan te toonen, dat het voor twee natiën althans mogelijk is om tusschen hen hetzelfde stelsel van wettelijke proce- dure in 'l leven tc roepen, dat bestaat tus schen individuën in een staat." Daaraan ging deze verklaring vooraf: „Persoonlijk zie ik volstrekt geen reden waarom zaken van nationale eer niet even goed aan een scheidsgerecht zouden worden ondierworpen als zaken van eigendom of na tionaal bezit. Ik weet wel, dat dit verder gaat dan de meeste menschen bereid zijn te gaai», maar ik zie niet In waarom vrageni van eer niet mogen worden gebracht voor eene rechtbank, samengesteld uit inanneni van eer, die vragen van oer begrijpen, om to worden uitgemaakt door lutnnc beslissing even goed als iedere andere kwestie van ver schil tusschen natiën ontstaande." Omtrent het denkbeeld, dat dc Amerikaan- sche staatsman voor oogen staat, bericht do Daily News, dat een scheidsgereohlshof zou worden gevestigd te 's Gravei«hage. In tegen stelling tot de scheidsgerechten, die wij tot» duver hebben gohad en die op diplomaticket» grondslag berusten en tot e©n <ompromi9 geneigd waren, zou dit hof op zuiver wette lijke beginselen beslissen. Zijne achtereenvol gende beslissingen zouden dus een wetboek vormen, aanvaard door de staten, die het verdrag hebben aangegaan, en door de an dere natiën, die zich bij hen zouden voegen. Spanje. Madrid, 15 Maart. In het voortge zet debat over het ontwerp tot amortisatie van de buitenlandschc schuld, nam de com missie een amendement over, bepalende lo. dat een crediet van 6,509,000 pesetas gedu rende 50 jaar jaarlijks op de hegrooting zal worden gebracht voor amortisatie, onafhan kelijk van de bedragen, die voor de betaling der rente zullen worden bestemd, cn 2o. dat dc amortisatie geschieden zal door loting als de obligation boven pari staan, en anders door aankoop. Het wetsontwerp op de amortisatie der buitenlandschc schuld werd daarna aange nomen. Rumenië. B u k a r e s t, 15 Maart. De opening van het nieuwe parlement is bepaald op 20 Maar'. 9 VAN RUDOLF IIERZOG. o— „Hans Steanhetrr raapte al zijn moed bijeen. Hij moest me©r to weten komen. ,,En oin «haar hen je vanavond niett dispo nibel!" zei <hij op gemaakt plag/enden toon. „Om Hannes?" De jonge kunst-aspirant zette een -hooge borst op. „Ne©n, bakvisch- jes zijn mijn smaak iniet. Ik moet iets rij pers hebbenla Rubens, .begrijp je. Die wist, wat goed was. Niet jouw smaak, hè? Daar he.b je niet het minste begrip van!" ,,En Hannes?" hield de ander vol. „Ach Hannes! Hm, misschien aal ze wel mooi opgroeien. Ik geloof zelfs, dat dio lijnon eens..." „Daarnaar heb ik je niet gewaagd!" Bijna gebiedend stootte hij die woorden uit. Hij had dien onbehouwen jongen wel willen wurgen. Deze «wig hem smadelijk hoonend aam. „Nu, waar dan naar? Neem mij niet kwa lijk, als ik je kuischc ziel..." „Dal is onzin." viel Hans hein in de red©. „I>u.s je spreekt dat meisje van avond niet?'' „Natuurlijk spreek ik haar. Ze komt zelfs bij ons. Do kunsévereeniging G-aud©amtts bestaande uil vroolijke academici viert in het begin van .Bot winter-semester groot© feesten tienjarig bestaan! Officieel treed ik pas mot Taschon toe, omdat mijn oud© zich heeft laten wijs maken, dait het eind examen van een gymnasium d© sleutel tot •hot leven is, maar in stilte ben ik toch al kantlid. Als zoon des huizes! De Gaudea- musbroeders hebben nl. hun bijeen komstio- kaal bij mijn oude. Jc weet misschien dat wij ee>n der oudste café's van •Düsscldorf be zitten?" Hans Steinherr knikte bevestigend. De oude Hüsgon was een a lom-hek en de per soonlijkheid in do stad, en een welgesteld man, die er eer in stelde, zijn jongen, evenals de deftige jongelui, bet lieole gym nasium te laten afloopen. Daarna Ikon hij worden wat -hij wilde. „Met liet feest geef ik levende beelden. Maar alles moet in dtc puntjes zijn. Ze zul len erover Versteld staan, wat ik kan. Daar om begin ik nu a-1 met de voorbereidend© maatregelen. AUcs in stijl kostuums, stan den enz. De standen moeten gerepeteerd ©n nog cens gerepeteerd, de kostuums ontwor pen en gemaakt wonden. Dat alles is niet zoo eenvoodüg, als jc de kunst ernstig opvat. Mijn zuster heeft nu Hannes opgescharreld, een vroeger schoolvriendinnetje; van huis uit wel niet veel bijzonders, maar het kleine nest weet wat chic en fijne smaak is." In gedachten veVzonketn liep Steinherr voort naast den stoenen licnbergiorszoon, die, itrotsoh dat hij zijn kunstkennis toonen kon, breedvoerig zijn .plannen uiteen zette, cn uitweidde over dc schoonheden der re naissance, alsof hij nu reeds heer en mees ter over drie kunst was. Hans Steinherr luis terde nauwelijks. Terwijl de groote woor den in zijn ooreo klonken, die de eene jonge kuostgenerafcie van (Pc andere overneemt, was (hij op een denkbeeld (gekomen, dat hij niet meer van zich af kon zetten. „Zeg," viel hij plotseling zijn spraakzamen kamera aid in do reide, „zou jc mij niet kun nen gebruiken?" Ze waren tot «dicht bij het huhs van Ilüs gen genaderd. Verbaasd bleef Ilüsgen staan. Toen be keek hij wantrouwend het gelaal van den ander, die het hoofd gebogen hield en fi guren maakte met de punten zijner schoe nen. „Steinherr," zei hij tenslotte, ,,of j© hebt vandaag e©n dwaze bui. of je wilt je eens bijzonder amuseeren Voor beide dingen vindt je in jc eigen kringen beter gelegen heid. Adieu." Hij wilde zijn huis binnen gaan, maar Steinherr pakte hem bij de mouw. ©Wees toch niet dadelijk zoo onbeschoft. Als ik je beleefd jets vraag, kun je toch ook wel beleefd antwoorden!" „Wat?" riep Ilüsgen, cn zetJc groote oogen op, „dus dat was je zoooven ernst? Maar je hebt vroeger toch nooit een voet in ons huis gezet? De zaak en de menschen, die er kwa men, waren jou en je gelijken toch steeds tc armelijk. Hier komen heusch geen million- nairs." ,,Hü8gfi).' antwoordde zijn metgezel ern stig, „heb ik je zoo oppervlakkig toegesche nen? Kun je je niet begrijpen1, dat ik er dik wijls genoeg naar verlangd heb, met jullie jool te maken? Vroeger, toen we nog jong waren? Maar jullie liet mij niet in je krin getje toe. Mijn kkeren hónderden jullie. Al is er nu zoo langzamerhand ook een sohekls- muur tusschen ons gekomen, don is dat toch niet. mijn schuld! Of heb je mij iets anders le \crwijten?" Dc ruwe jongen beet zich op <1© lippen cn keek zwijgend voor zich. Dc situatie werd pijnlijk voor hem. Het liefst had hij zich mei een sprong in de voordeur uit de voeten gemaakt. „Nu," hiekl Hans vol en kwam ©cn «Aap nader. ^En jij als kunstenaar in wording houdt er nu ook al zulk© minderwaardige idoeën op na? Geloof me, al had ik geen kleeren meer aan liet lijf, daarvoor zou ik te trotsch zijn. Adieu Ilüsgen." „Zeg, Steinherr," riep Ilüsgen Hans ach terna. „Kom tegen zes uur!" Hans keerde zioh om. „Ik wil }c levensbeschouwingen niet in de war brengen," riep hij terug. „Dus om zes .uur," brulde de ander vanuil dc huisdeur, alsof de tegenwerping volstrekt niet tot hem was doorgedrongen. „Maar alsjeblieft precies op tijd. Adieu!" Hans Steinherr schoof zijn strooien hoed naar achter en stapte flink door. Ilij voelde zich pdotSeling zoo ondernemend. En toch voelde hij inwendig een wonderlijke, pret tige rusteloosheid. Wat een heerlijke dag was dat vandaag weer! In den tuin, die de villa der Steinherrs omgaf, geurden de rozen bedwelmend, d© jasmijnbloemen lagen als ontelbare witte sterren op de groene Qiagen verspreid, en dc fontein zond uit een wijdlgcopenden treiger- sragyel een schuimenden 'waterstraal in de door-zonde, trillende lucht. Het was stil in den tuin en in thuis. Zijtï moeder was bij een vriendin gaan koffie drinken; dc dames hadden! nu men weldra het seizoen in Ostcnde ging doorbrengen, zooveel met elkander te bespreken. Zijn vader was ginds op de fabrieken. 1 Hans liet zich zijn koffie iu liet prieel brengen. Hij had een voliee Marécbal Niel- roos afgesneden, cn drukte zijn gelaat in do bloembladen. Om hem leefd© cn zweefde het zacht zoemende gegons van den zomer. Had hij geslapen? Hij was opgesprongen cn keek op zijn horloge. Vijf uur al! Zijn koffie Stond nog steeds onaangeroerd ©n was koud geworden. IFij nam een paar teugen, rekte zich uit, en ging met snellen pas bet huis binnen. Op zijn kamer gekomen, ging hij (dadelijk aan zijn, werktafel zitten, icu nam vol energie zijn boeken. Hij stopte de wijsvin gors jn de ooren cn studeerde vol Jjjver /zijn pensum voor den volgenden dag. Op den schoorsteen sloeg de pendule zes. De doordringend© tonen op het metalen klankbord moe-sten wel tot zijn bewustzijn doorgedrongen zijn. Ilij sprong tenminste op keek verbaasd naar de klok, school zijn boeken op zij. ©u greep naar zijn hoed. Doch hij ging nog niel heen. Met den hoed in do hand, bleef hij voor het raam staan, cn keek naar buiten. Wal was die tuin mooi. Wat een heerlijke bezitting was zijn ouderlijk huis toch!... In den tuin Jokte eou kleine, donkerbruine merel. Toen hij klat hoorde, glimlachte hij, ecu aarzelende, tec de re jon ge ivs glimlach, en verliet langzaam liet huis. Juist ging een tram .voorbij; hij sprong op het achterbaleon en bereikte in een paar minuten het café van Ilüsgen. De zoon dca huizes stond reeds op den uitkijk. Wordt verf,1yd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1