M°. 392.
O4* Jaargang
Donderdag 16 Maart 1911.
BU ITEN LAN D.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idom franco por post- 1 .SO.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentiSnmededeolingen enz., gelieve men vódr 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 1—6 regol. f 0-#0-
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en oanrKigen 25 cent* bfl vooruitbetaling.
Groot e lettere naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf boetaanTzenr voordoelijje bepalingen tot
het herhaald advorteoren in dit Blad, bfl abpnnaroenL Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hen, die met 1 April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
Gdet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter tennis van het publiek, dat een
door hel Bestuur der Vereeniging „Ambachtschool
voor Amersfoort en OuisLreiken" ingediend verzoek,
met bijlagen, om vergunning tol het oprichten van
eene smederij en plaatsing van twee smidsen iu
het perceel alhier gelegen nan de Hellestraat No.
123 bij hel Kadaster bekend onder Sectie E, No.
5055 op dc Secretarie der gemeente ter visie ligt,
en dat op Donderdag den 30. Maart aanstaande,
des vOOrmiddags te half elf uren gelegenheid ten
Haadhuize wordt gegeven cun, ten overstaan van
het Gemeentebestuur of van een of meer zijner le
den, bezwaren tegen het oprichten van dc inrich
ting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld m art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn .volgens de bestaande jurispruden
tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig arti
kel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of
één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Amersfoort, don 16. Maart 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
Dc Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kenuis van het publiek, dat een
d,oor J. Beus ingediend verzoek, met bijlagen, om
vergunning tol het oprichten van eene bewaarplaats
van petroleum voor eene hoeveelheid van ten
hoogste 3990 Liter in de perceelen aan de Agatha-
straat No. 13 en 15 bij het Kadaster bekend onder
Sectie E. No. 894 op de Secretarie der gemeente ter
visie ligt, en dat op Donderdag den 30. Maart aan
staande, des voormiddags te half elf uren gele
genheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten over
slaan van het Gemeentebestuur of van een of meer
zijner leden, bezwaren togen het oprichten van de
inrichting in to brengen.
Tot het beroep, bcdoekl in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispruden
tie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig arti
kel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of
één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Amersfoort, den 10. Maart 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, Dc Burgemeester,
J. G. STENFF.RT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
Het vlootdebat
in het Engelsche Lagerhuis.
liet Britsche lagerhuis besteedt deze week
zijn lijd geheel aan de begrootingen voor
leger en vloot, die door dc regeering zijn
ingediend. Die begrootingen sluiten zich aan
bij de budgetten van de jaren, die zijn voor
afgegaan. Zij vergen weer nieuwe en hoo-
gere offers voor de toepassing van den stel
regel: „Als gij den vrede wilt, bereidt u dan
voor tot den oorlog". De aanhoudende toe
neming van dc uitgaven voor leger en vloot
in de laatste jaren, wordt in dc Daily News
met sprekende cijfers aldus uiteengezet:
„In 1906 was de marinebegrooting
31,472.087. In 1909 was zij 35,142.700, in
1910 40,603,700; in 1911 is zij 11392.500.
Sedert 1906 is zij met 13 miiliocn gestegen.
in 1906 werd voor nieuwen aanbouw uit
gegeven 8,861.897. In 1909 werd voor nieu
wen aanbouw 1 miiliocn meer uitgegeven dan
in 1906. In 1910 werd voor nieuwen aanbouw
nagenoeg 3J miiliocn meer uitgegeven dan
in 1909. In 1911 zal voor nieuwen aanbouw
1.' niillioen meer besteed worden dan in 1910.
Sedert 190G is het bedrag voor nieuwen aan
bouw gestegen met meer dan 6 miiliocn.
Boven en behalve dat bouwen Canada en
Australië voor het eerst eigen vloten. Canada
alleen heeft voor nieuwen aanbouw 2', mii
liocn gevoteerd.
In 1909 werden 8 nieuwe Dreadnoughts ge
voteerd, in 1910 wederom 5; in 1911 worden
nog eens weer 5/ aangevraagd. Wanneer deze
gebouwd zijn, zullen wij 31 Dreadnoughts
lu-bben tegen Duitschlund 21; wij zullen even
veel Dreadnoughts hebben als Duitschland,
de Vereenigde Staten, Italië en Oostenrijk
te zamen.
De legerbegrooling is dit jaar een kwart
miiliocn hooger dan in 1910. Aan leger en
vloot te zanten besteden wij in één jaar ruint
72 millioen".
Geen wonder, dat ditmaal in sterker ntale
nog dan vroeger de vraag werd vernomen:
Waar moet dat heen? en dat uit de rijen van
dc regeeringsgezindc partijen zelf dc wensch
werd gehoord om deze uitgaven te vermin
deren. Ouder de meer naar links staande
elementen van de meerderheid, waarop de
regeering steunt, is de meening zeer ver
spreid, dat hel eindelijk tijd is aan de oor
logstoerustingen en inzonderheid aan het aan
houdend houwen van nieuwe Dreadnoughts
een einde te maken. Toch werd een voorstel
van Macdonald, dat strekte om uit te druk
ken, dat men met ongerustheid dc reusach
tige vermeerdering in de laatste jaren van dc
uitgaven voor leger en vloot ziet en dat daar
in vermindering moet komen, met 276 tegen
56 stemmen verworpen. Dat is geschied on
der den indruk van eene rede, die gehouden
werd door den minister van buitenlandschc
zaken Sir Edward Grey, die inderdaad een
nieuwen kijk levert op het vraagstuk cn
daarom alle aandacht verdient.
Als uitgangspunt van zijn betoog gaf de
minister een schets van dc betrekkingen tus
schen de verschillende stalen onderling, die
nooit zoo vriendschappelijk geweest waren
als thans. „Men zou verbaasd zijn als men
wist hoe gemakkelijk het in de laatste drie
jaren is geweest, ik zeg niet om tot over
eenstemming te komen, maar om verschil
len tusschen de regeeringen openhartig 'e
besprek em." Men, zal zeggen het is e©n para
dox, dat, de betrekkingen tusschen die groote
mogendheden zijnde zooals zij zij-n, de toe
rustingen zoo snel vermeerderen als het ge
val is. Maar er is nog een groote.ro para
dox dat de stijgende reusachtige last van
de uilgaven voor leger en vloot samengaat
niet aheen met de vniendscihappeJijke be
trekkingen tusschen -o mogendheden, maar
met d© toeneming van de beschaving in haar
geheel. In do meest beschaafde natiën van
Europa zijn de uitgaven het grootst. Deze
uitgaven zijn niet gericht tegen natiën, die
minder beschaafd zijn dan zij zelf, maar
geschieden in wedijver tegen elkaar. Temzij
dit als een paradox wordt gevoeld, zoodat
men voelt hoezeer dit onbestaanbaar is en
ziah van heit gevaar bewust wordt, moet de
beschaving op utn duur vernietigd worden.
Men heeft niet slechts te zien naar de
kracht, maar ook naar don latst van een groot
leger en eene grooto vloot. Men stapelt die
zwaren last op in tijdon van vrede. Als hij
voortgaat zoo te vermeerderen als onder
hel laatste geslacht, zal de last ondragelijk
worden. Er zijn menschen, die zeggen, dat
dc natiën verlichting zullen zoeken in oor
log. Het is veel waarschijnlijker, da-l dc last
zal worden weggenomen door ©ene inwen
dige revolutie. niet doordal dc nabiën te
gen elkaar strijden, maar doordat de massa
opstaat tegen de zware belasting. De opstand
wil niet konten, zoolang niet de belasting
rechtstreeks drukt op de klassen, voor wio
het bcsla-un moot zijn een strijd. Wanneer
gij begint honger te maken door belasting
en vroeger of latter zal ieder land dat doen,
als deze uitgaven steeds blijven toenemen
diau zult gij in de nabijheid zijn van den
opstand, die er een einde aan zal maken.
Dat is de richting, waarheen dc groote lan
den van de wereld sturen.
Dc minister wees de noodzakelijkheid aan
om te zoeken naar een uitweg. Ilij stemde
toe, dat door de Engelsche regoering iets
kon wonion gedaan, door te streven
naar overleg met Duitschland. om dc
toerustingen te verminderen. Maar dat over»
log zon altijd tot grens hebbent de bepalin
gen van fle Duitsohevlootwet. Eene oplos
sing op broederen grondslag moest worden
verkregen, en dat zou niet mogelijk zijn, zon
der dat de ambit rage algemeen werd, „het
beroep op dc wel in plaats van hot beroep
■op do macht." Ten bewijze, dat de openbare
mcernlng dn deze richting zich boweegt,
haalde hij een tweetal uitspraken aam van
den president dër Vereemigde Staten, die
wijzen op een stap vooruit in de arbitrage
dioor het onderwerpen van cere zaken an
de scheidsrechterlijke beslissing van man-
non van oer.
„Dal zijn stoutmoedige en moedige woor
denzei de Sir Edward Grey. „Wij hebben
geen voorstel voor ons, en ais niel de open
bare meening rijsi lot het niveau om het te
bespreken als i nc groote beweging in de
opinie der wcro'd, kan het niet tol uilvoering
worden gebracht. Maar stel eens, dal dit
pipals had, stel eens dat twee van de grootste
volken der wereld aan de geheele wereld
duidelijk maakten door eene overeenkomst
van die strekking, dat zij ouder -a-ene om
standigheden weer tot den oorlog zouden
ovvi ui. Ik durf zeggen, dat dc uitwerking
van (i'rt voorbeeld op de geheele wereld zegen
rijke gevolgen zou hebben.
„Ik geloof ni'.cl, dal eene dergelijke verkla
ring, door een man in de positie van den
president der Verecnigde Sinten afgelegd,
zonder antwoord moet blijven. Als men eene
dergelijke overeenkomst wilde aangaan, dan
zou daaraan eene groote risico verbonden
zijn- Als men er in toestemt alles aan arbi
trage te onderwerpen, dan moet men niet op
zien tegen het aanvaarden van zekere risi
co's. Men moet niet opz cn tegen eenig offer
van nalionalen trots. Indien een dergelijk
voorstel aan ons werd godaau. dan zouden
wij ons er in verheugen. Maar ik zou voelen,
dat het iets zoo gedenkwaardigs was, iets van
zoo verre strekking in zijne mogelijke ge
volgen, dal liet niet alleen de onderteekening
van de beide regeeringen zou eisohen. maar
dc wel overwogen en besliste sanctie van het
parlement. Die zou, geloof ik, wel verkregen
worden.
„De groote natiën der wereld zijn op hot
tegenwoordige tijdstip in slavernij van hunne
legers en vloten, in toenemende slavernij. Het
komt mij met onmogelijk voor, dat zij in
eenig toekomstig jaar zullen ontdekken, zoo
als individuen hebben ontdekt, dat de wet
een beter geneesmiddel Is dan de macht en
dat, zoolang zij ril slavernij geweest zijn van
deze geduchte uitgaven, de deur van de ge
vangenis van binnen gesleten is geweest.
Wanneer gij dit als hersenschimmig be
schouwt en niet liggende binnen bet bereik
van de praktische politiek, dan is mijn ant
woord, dal wij hi ieder geval het door den
president der Voreenigde Staten gezegde niet
zonder antwoord moesten laten, l'k stem loc,
dal het een antwoord is niet op voorstellen,
want wij hebben geen voorstel voor ons lig
gen. maar op eene gedachte, die is uitge
sproken. Het is iin ieder geval het beste wat
wij kunnen doen."
Deze rede ging onmiddellijk aan de stem
ming vooraf, waarbij het straks door ons ver
melde voorstel werd verworpen. Maar daarop
is gevolgd #de aanneming, ditmaal zonder
hoofdelijke stemming, van een voorstel, van
de liberale banken uitgegaan, waarbij het
huis zich uitsprak ten gunste van het ver
krijgen van iifternationale regelingen, onder
welke de groote mogendheden gelijktijdig
hunne toerustingen tot don oorlog zouden
verminderen.
Duitschland.
De commissie van den rijksdag, die belast
is met hel onderzoeik van hel Elzas-I.otha-
ringsche grondwetsontwerp, heeft zioh met
overwegende meerderheid uitgesproken ten
gunste van het compromisvoorstel der regee
ring om het rijkstand met drie stemmen in
den bondsraad zitting te doen nemen. Dc
eindredactie van de bepaling is aan eene
sub-commissic opgedragen. De aanneming
geschiedde met 18 togen 9 stemmen; de con
servatieve antisemietii'scihe en socialistische
leden stemden legen.
Hetzelfde resultaat werd verkregen bij de
stemmingen over de artt. 1 en 2 van het re-
geeringsontwerp. Volgens het eerste behoudt
de Keizer de uitoefening van de macht in
Elzas-Lothaningcn; het tweede bepaalt, dat
aan het hoofd van de regeering van het
rijkstand een stadhouder slaat, die benoemd
en ontslagen wordt door den Kedzer met
contraseign van den rijkskanselier.
Naar alle waarschijnlijkheid zal eene meer
derheid, bestaande uit centrum, volkspartij
en nations a 1-Jribcralen, hel met dc regeering
over dit wetsontwerp eens worden.
De rogcerin-g van het groothertogdom
Mecklenburg heeft aan dc rogeerinlg een
nieuw voorstel tot wijziging van dc samen
stelling van den lantddag doen toekomen.
Volgens dit voorstel zal de landdag van
Meckleuburg-Schwerin bestaan uit 92 leden,
namelijk24 afgevaardigden van de rid
derschap, 24 afgevaardigden van de land
schap en de beide zeesteden Rostock en
Wismar, 7 afgevaardigden van het lande
lijke groote grondbezit, 12 afgevaardigden
van het landelijke kleine grondbezit en de
overige landelijke bevolking, 10 afgevaar
digden van de steden cn vlekken en afge
vaardigde van den geestelijken stand, drie
afgevaardigden van de overige wetenschap
pelijke bcroepsslanden met academische
opleiding, twee afgevaardigden van de han-
dclakamer, twee afgevaardigden van de ka
mer der handwerkslieden, twee afgevaar
digden van de kamer van landbouw cn vier
door den groothertog te benoemen afgevaar
digden.
België.
Brussel, 15 M a a r t. Volgens dc Etoilc
Beige heeft de minister van Koloniën een
telegram uit den Congo ontvangen, berich
tende dat het gerucht omtrent een complot
tegen de ambtenaren le Buma vau allen grond
ontbloot is.
Frankrijk.
De Franschc regeering heeft een besluit
uitgevaardigd, dat nieuwe bepalingen bevat
over de opneming van vreemdelingen in het
vreemdenlegioen. liet boshut van 15 Januari
1910 is ingetrokken cn weder vervangen
door de artikelen 6 en 7 van de wet van
10 Maart 1831.
Engeland.
De verklaring van president Taft, waarop
Sir Edward Grey zich beriep in zijne redo
in het lagerhuis, werd afgelegd in de maand
Januari jl. voor liet international© arbitrage-
genootschap; zij luidt aldus:
„Als wij kunnen onderhandelen met ccnc
groote natie over een© positievo overeen
komst en die tot stand kunnen brengen
om dc aanroeping van een internationaal
hof van arbitrage le verkrijgen in ieder ge
schil, dat niet kan worden geregeld door
onderhandeling, onverschillig waarover het»
loopt hetzij over eer, gebied of geld
zullen wij een groolen slap vooruil hebben
gedaan, door aan te toonen, dat het voor
twee natiën althans mogelijk is om tusschen
hen hetzelfde stelsel van wettelijke proce-
dure in 'l leven tc roepen, dat bestaat tus
schen individuën in een staat."
Daaraan ging deze verklaring vooraf:
„Persoonlijk zie ik volstrekt geen reden
waarom zaken van nationale eer niet even
goed aan een scheidsgerecht zouden worden
ondierworpen als zaken van eigendom of na
tionaal bezit. Ik weet wel, dat dit verder
gaat dan de meeste menschen bereid zijn te
gaai», maar ik zie niet In waarom vrageni
van eer niet mogen worden gebracht voor
eene rechtbank, samengesteld uit inanneni
van eer, die vragen van oer begrijpen, om to
worden uitgemaakt door lutnnc beslissing
even goed als iedere andere kwestie van ver
schil tusschen natiën ontstaande."
Omtrent het denkbeeld, dat dc Amerikaan-
sche staatsman voor oogen staat, bericht do
Daily News, dat een scheidsgereohlshof zou
worden gevestigd te 's Gravei«hage. In tegen
stelling tot de scheidsgerechten, die wij tot»
duver hebben gohad en die op diplomaticket»
grondslag berusten en tot e©n <ompromi9
geneigd waren, zou dit hof op zuiver wette
lijke beginselen beslissen. Zijne achtereenvol
gende beslissingen zouden dus een wetboek
vormen, aanvaard door de staten, die het
verdrag hebben aangegaan, en door de an
dere natiën, die zich bij hen zouden voegen.
Spanje.
Madrid, 15 Maart. In het voortge
zet debat over het ontwerp tot amortisatie
van de buitenlandschc schuld, nam de com
missie een amendement over, bepalende lo.
dat een crediet van 6,509,000 pesetas gedu
rende 50 jaar jaarlijks op de hegrooting zal
worden gebracht voor amortisatie, onafhan
kelijk van de bedragen, die voor de betaling
der rente zullen worden bestemd, cn 2o. dat
dc amortisatie geschieden zal door loting als
de obligation boven pari staan, en anders
door aankoop.
Het wetsontwerp op de amortisatie der
buitenlandschc schuld werd daarna aange
nomen.
Rumenië.
B u k a r e s t, 15 Maart. De opening
van het nieuwe parlement is bepaald op 20
Maar'.
9 VAN
RUDOLF IIERZOG.
o—
„Hans Steanhetrr raapte al zijn moed
bijeen. Hij moest me©r to weten komen.
,,En oin «haar hen je vanavond niett dispo
nibel!" zei <hij op gemaakt plag/enden toon.
„Om Hannes?" De jonge kunst-aspirant
zette een -hooge borst op. „Ne©n, bakvisch-
jes zijn mijn smaak iniet. Ik moet iets rij
pers hebbenla Rubens, .begrijp je. Die
wist, wat goed was. Niet jouw smaak, hè?
Daar he.b je niet het minste begrip van!"
,,En Hannes?" hield de ander vol.
„Ach Hannes! Hm, misschien aal ze wel
mooi opgroeien. Ik geloof zelfs, dat dio
lijnon eens..."
„Daarnaar heb ik je niet gewaagd!"
Bijna gebiedend stootte hij die woorden
uit. Hij had dien onbehouwen jongen wel
willen wurgen.
Deze «wig hem smadelijk hoonend aam.
„Nu, waar dan naar? Neem mij niet kwa
lijk, als ik je kuischc ziel..."
„Dal is onzin." viel Hans hein in de red©.
„I>u.s je spreekt dat meisje van avond niet?''
„Natuurlijk spreek ik haar. Ze komt zelfs
bij ons. Do kunsévereeniging G-aud©amtts
bestaande uil vroolijke academici viert
in het begin van .Bot winter-semester groot©
feesten tienjarig bestaan! Officieel treed ik
pas mot Taschon toe, omdat mijn oud©
zich heeft laten wijs maken, dait het eind
examen van een gymnasium d© sleutel tot
•hot leven is, maar in stilte ben ik toch al
kantlid. Als zoon des huizes! De Gaudea-
musbroeders hebben nl. hun bijeen komstio-
kaal bij mijn oude. Jc weet misschien dat
wij ee>n der oudste café's van •Düsscldorf be
zitten?"
Hans Steinherr knikte bevestigend. De
oude Hüsgon was een a lom-hek en de per
soonlijkheid in do stad, en een welgesteld
man, die er eer in stelde, zijn jongen,
evenals de deftige jongelui, bet lieole gym
nasium te laten afloopen. Daarna Ikon hij
worden wat -hij wilde.
„Met liet feest geef ik levende beelden.
Maar alles moet in dtc puntjes zijn. Ze zul
len erover Versteld staan, wat ik kan. Daar
om begin ik nu a-1 met de voorbereidend©
maatregelen. AUcs in stijl kostuums, stan
den enz. De standen moeten gerepeteerd ©n
nog cens gerepeteerd, de kostuums ontwor
pen en gemaakt wonden. Dat alles is niet
zoo eenvoodüg, als jc de kunst ernstig opvat.
Mijn zuster heeft nu Hannes opgescharreld,
een vroeger schoolvriendinnetje; van huis
uit wel niet veel bijzonders, maar het kleine
nest weet wat chic en fijne smaak is."
In gedachten veVzonketn liep Steinherr
voort naast den stoenen licnbergiorszoon,
die, itrotsoh dat hij zijn kunstkennis toonen
kon, breedvoerig zijn .plannen uiteen zette,
cn uitweidde over dc schoonheden der re
naissance, alsof hij nu reeds heer en mees
ter over drie kunst was. Hans Steinherr luis
terde nauwelijks. Terwijl de groote woor
den in zijn ooreo klonken, die de eene jonge
kuostgenerafcie van (Pc andere overneemt,
was (hij op een denkbeeld (gekomen, dat hij
niet meer van zich af kon zetten.
„Zeg," viel hij plotseling zijn spraakzamen
kamera aid in do reide, „zou jc mij niet kun
nen gebruiken?"
Ze waren tot «dicht bij het huhs van Ilüs
gen genaderd.
Verbaasd bleef Ilüsgen staan. Toen be
keek hij wantrouwend het gelaal van den
ander, die het hoofd gebogen hield en fi
guren maakte met de punten zijner schoe
nen.
„Steinherr," zei hij tenslotte, ,,of j© hebt
vandaag e©n dwaze bui. of je wilt je eens
bijzonder amuseeren Voor beide dingen
vindt je in jc eigen kringen beter gelegen
heid. Adieu."
Hij wilde zijn huis binnen gaan, maar
Steinherr pakte hem bij de mouw.
©Wees toch niet dadelijk zoo onbeschoft.
Als ik je beleefd jets vraag, kun je toch ook
wel beleefd antwoorden!"
„Wat?" riep Ilüsgen, cn zetJc groote oogen
op, „dus dat was je zoooven ernst? Maar je
hebt vroeger toch nooit een voet in ons huis
gezet? De zaak en de menschen, die er kwa
men, waren jou en je gelijken toch steeds tc
armelijk. Hier komen heusch geen million-
nairs."
,,Hü8gfi).' antwoordde zijn metgezel ern
stig, „heb ik je zoo oppervlakkig toegesche
nen? Kun je je niet begrijpen1, dat ik er dik
wijls genoeg naar verlangd heb, met jullie
jool te maken? Vroeger, toen we nog jong
waren? Maar jullie liet mij niet in je krin
getje toe. Mijn kkeren hónderden jullie. Al
is er nu zoo langzamerhand ook een sohekls-
muur tusschen ons gekomen, don is dat toch
niet. mijn schuld! Of heb je mij iets anders
le \crwijten?"
Dc ruwe jongen beet zich op <1© lippen cn
keek zwijgend voor zich. Dc situatie werd
pijnlijk voor hem. Het liefst had hij zich
mei een sprong in de voordeur uit de voeten
gemaakt.
„Nu," hiekl Hans vol en kwam ©cn «Aap
nader. ^En jij als kunstenaar in wording
houdt er nu ook al zulk© minderwaardige
idoeën op na? Geloof me, al had ik geen
kleeren meer aan liet lijf, daarvoor zou ik
te trotsch zijn. Adieu Ilüsgen."
„Zeg, Steinherr," riep Ilüsgen Hans ach
terna. „Kom tegen zes uur!"
Hans keerde zioh om.
„Ik wil }c levensbeschouwingen niet in de
war brengen," riep hij terug.
„Dus om zes .uur," brulde de ander vanuil
dc huisdeur, alsof de tegenwerping volstrekt
niet tot hem was doorgedrongen. „Maar
alsjeblieft precies op tijd. Adieu!"
Hans Steinherr schoof zijn strooien hoed
naar achter en stapte flink door. Ilij voelde
zich pdotSeling zoo ondernemend. En toch
voelde hij inwendig een wonderlijke, pret
tige rusteloosheid. Wat een heerlijke dag
was dat vandaag weer!
In den tuin, die de villa der Steinherrs
omgaf, geurden de rozen bedwelmend, d©
jasmijnbloemen lagen als ontelbare witte
sterren op de groene Qiagen verspreid, en dc
fontein zond uit een wijdlgcopenden treiger-
sragyel een schuimenden 'waterstraal in de
door-zonde, trillende lucht.
Het was stil in den tuin en in thuis. Zijtï
moeder was bij een vriendin gaan koffie
drinken; dc dames hadden! nu men weldra
het seizoen in Ostcnde ging doorbrengen,
zooveel met elkander te bespreken. Zijn
vader was ginds op de fabrieken.
1 Hans liet zich zijn koffie iu liet prieel
brengen. Hij had een voliee Marécbal Niel-
roos afgesneden, cn drukte zijn gelaat in do
bloembladen. Om hem leefd© cn zweefde
het zacht zoemende gegons van den zomer.
Had hij geslapen? Hij was opgesprongen
cn keek op zijn horloge. Vijf uur al! Zijn
koffie Stond nog steeds onaangeroerd ©n was
koud geworden. IFij nam een paar teugen,
rekte zich uit, en ging met snellen pas bet
huis binnen. Op zijn kamer gekomen, ging
hij (dadelijk aan zijn, werktafel zitten, icu
nam vol energie zijn boeken. Hij stopte de
wijsvin gors jn de ooren cn studeerde vol
Jjjver /zijn pensum voor den volgenden dag.
Op den schoorsteen sloeg de pendule zes.
De doordringend© tonen op het metalen
klankbord moe-sten wel tot zijn bewustzijn
doorgedrongen zijn. Ilij sprong tenminste
op keek verbaasd naar de klok, school zijn
boeken op zij. ©u greep naar zijn hoed. Doch
hij ging nog niel heen. Met den hoed in do
hand, bleef hij voor het raam staan, cn keek
naar buiten. Wal was die tuin mooi. Wat
een heerlijke bezitting was zijn ouderlijk
huis toch!... In den tuin Jokte eou kleine,
donkerbruine merel. Toen hij klat hoorde,
glimlachte hij, ecu aarzelende, tec de re
jon ge ivs glimlach, en verliet langzaam liet
huis. Juist ging een tram .voorbij; hij sprong
op het achterbaleon en bereikte in een paar
minuten het café van Ilüsgen. De zoon dca
huizes stond reeds op den uitkijk.
Wordt verf,1yd,