buïtënlan d7
feuilleton.
JnavgaHg
Vrijdag 17 Maart 1911.
DE NEDER-RIJNERS
S»3.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden roor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afaonderlyko nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dngelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeolingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat I. Intercoms!. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elko rogel moor - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvingen 35 cent* by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodi-yt' boe taan** ze ft? voordoelige bepalingan tot
hot herhaald advorteoron in dit Blad, by abonnement, feene
oirculairobevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag
t oogezonden.
Aan hen, die met 1 April
a. s. op dit blad int eekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden
Kennisgevingen.
KOSTELOOZE INENTING.
Burgemeester cn Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der wet van 4 December 1872
(Staatsblad No. 134)
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor
een ieder de gelegenheid tot kostelooze inenting
wordt gegeven op den eersten cn tweeden Maan
dag van de maanden Januari, April, Juli en Octo
ber, telkens des namiddags te drie ure, in de daar
toe bestemde localiteit van het voormalig schoolge
bouw wijlt A, Koestraat no. 9.
Gedaan te Amersfoort, den 17. Maart 1911.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STBNFERT KROESE. WUIJTIERS.
Dc Burgemeester van Amersfoort brengt ter vol
doening aan dc aanschrijving van den Commissaris
der Koningin in dc provincie Utrecht d.d. 11 Maart
1911, 4e Afdeeling no. 1083/719 ter kennis van be
langhebbenden dat zich in de gemeente Ritwiel eea
geval van miltvuur heeft voorgedaan.
Amersfoort, den 16. Maart 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
Het gouden feest van het
koninkrijk Italië.
HecLen is het 50 jaren geleden, 'dat de wet
werd afgekondigd, -waarbij Koning Victor
Emanuel II, tot dusver «Koning-van Sardinië,
voor zich en zijne nakomelingen den titel
aannam van Koning van Italië. Die wet werd
uitgevaardigd krachtens een met algem©ene
stemmen genomen besluit van het toen te
Turijn vergaderde parlement. Het koninkrijk
Italië viert dus heden het gouden feest van
-zijn ontstaan. Van een geografisch, bcgrilp is
Italië den 17en Maart 1801 een eenheidsstaat
geworden. Op dien dag is het koninkrijk
Italië, zoo niet voltooid, dan toch opge
richt. Den 25en Maart volgde daarop het
besluit, waarbij Rome de hoofdstad van
Italië zou zijn, een besluit dal inbusschcn
eerst negen jaren later, na den val van het
tweede keizerrijk in Frankrijk, ten uitvoer
is gebracht.
In het formulier van afkondiging der wet
ten, die namens d-en Koning van Italië wor
den uitgevaardigd, komt naast het traditio-
neele ,,pcr gnaizia di Dio" voor „per volonta
del popoio", door den wil des volks. Daar
mede is uitidiu-kking gegeven aan liet feit,
dat de niet-Sardinische doelen der bevolking
van Italië door eene vrije stemming zich hij
den nieuwen staat hebben aangesloten.
Ecu halve eeuw is thans voorbijgegaan se
dert deze gewichtige gebeurtenis zich heeft
voltrokken. Van hen, die tot de wording van
Italië hebben meegewerkt, zijn nog maar
weinigen in leven. Maar ook zij, die tot taak
hadden voort te houwen op den voor 50
jaren 'gelegden grondslag, hebben -zioh daar
bij de kenspreuk van het huis Savoyc tot
leus genomen: Sempre avantl! Altijd vooruit!
Daardoor is het hun mogelijk geweest de
groote bezwaren, die waren tc overwinnen,
te boven te komen. De Frankf. Ztg. geeft
daarvan eene schets, waaraan hetgeen hier
volgt is ontleend.
„Sardinië was een goed geregelde staat
met parlementaire instellingen cn een goed
bestuur; ook Milaan en Venetië, die door de
oorlogen van 1859 en 1*866 verkregen zijn.
waren door de Oostenrijkers tamelijk goed
bcstuu-rd. Maar wat de revolutie aanbracht,
de hertogdommen, Toscane, inzonderheid
echter de Kerkelijke Staat en het koninkrijk
Napels, was zoowel wat bevolking als wat
inrichtingen en toestanden betreft geheel
minderwaardig, en men begrijpt, dat in het
jaar 1861 Massino d'Azeglio in een vlaag van
spot en tegelijk van smart kon zeggen:
„Thans, nu Italië gemaakt is, moeten wij
Italianen makpn." Men had geen tijd lang te
overleggen, welk soort van bestuur het best
paste voor dc verschillende «eer ongelijk
soortige deelen des lands, en breidde dus
eenvoudig het gecentraliseerde Piëmont-oe-
sche stelsel, dat men van Frankrijk had
overgenomen, uit over het ganse lie land.
Dat bracht vele nadeden met zich. liet erg
ste was echter, dal Italië ook de schulden
overnam van de staten, die het in zich op
nam, hetgeen te /.amen met de oorlogskos
ten een zwaren last opleverde. De nieuwe
staat begon met eene schuld van 2211 mil-
lioen lire cn zijne eerste begrooting van -169
millioen inkomsten cn 571 millioen uitgaven
wees een tekort van 102 millioen aan. Daar
groote sommen moesten worden uitgegeven
voor de dringendste openbare werken, steeg
het tekort onophoudelijk; lccningcn konden
niet voldoende helpen cn -in het jaar 1868
zou het staatsbankroet zijn gevolgd, als de
natie zich niet tot -buitengewone offers be
reid.had verklaard.
In 1870 begon hel tekort tc dalen en in
1875 was het geheel verdwenen. Eene tweede
moeielijke periode kwam voor in de tach
tiger en negentiger jaren, ten gevolge van
dc ongelukkige koloniale onderneming in
Afrika cn den tariefoorlog met Frankrijk.
Maar ook deze moeielijke lijd werd over
wonnen en sedert verkeert Italië in onafge
broken economischen, industrieclen en finan-
cieclcn vooruitgang, I)e staatsdienst sluit met
stijgende overschotten, de handelsbalans
stijgt voortdurend, evenzoo het bespaarde
kapitaal en -de nationale rijkdom, die in hel
laatst van 1909 op 61 milliard geschat werd.
Reeds in het jaar 1900 kon de staathuishoud
kundige prof. Nitli constatccrcn: Sedert 1861
is de bevolking met 44 pet. geslegen en is dc
nationale rijkdom verdriedubbeld; er zijn
13.000 Kilo-meters spoorwegen gebouwd en
een groot net «in wegen is aangelegd; Italië
heeft een ontzög inboezemend leger en vloot;
zijne nijverheM heeft eene groote vlucht ge
nomen, zijn handel is met 99, zijn uitvoer
met 120 pet. toegenomen; Italië heeft verder
50,000 volksscholen en 1000 middelbare scho
len gesticht". Dat gold voor 1900; sedert zijn
er nog verdere vorderingen gemaakt. Op
merkelijk is ook de vooruitgang op sanitair
gebied. In 1887 -bedroeg de sterfte 27.95 per
10UQ inwoners; in 1909 is zij tot 20.03 gedaald
en Rome is met eene sterfte van 18.8 een
van de gezondste groote steden der wereld
geworden. In de zorg voor dc openbare ge
zondheid, inzonderheid in dc verschaffing
•van goed drinkwater, wedijveren de gemeen
ten met de regecring; zij hebben voor dit
-doel in de laatste 20 jaren meer dan een
milliard uitgegeven. Veel is er nog te doen
op elk gebied, totdat de gevolgen van een
wanbestuur van honderden jaren uil den weg
zijn geruimd; maar als inen den toestand,
zooais hij voor 50 jaren was, vergelijkt met
wat tot heden is verkregen, dan moet
men zich verbazen over wal hel Italiaanschc
volk door vlijt en volharding heeft tot stand
gebradht. Waarlijk eene natie, die op zulke
resultaten kan wijzen, ban met gerustheid de
toekomst tegemoet zien".
In de builenlandschc betrekkingen van Ita
lië heeft, sedert het is geworden lot een een
heidsstaat, eene volslagen omwenteling plaats
gegrepen. Eeuwenlang hadden Oostenrijk,
Spanje en Frankrijk in bloedige oorlogen om
hel bezit van Italië gestreden. Deze rivali
teit hield op mei de oprichting van het
koninkrijk Italië, dat reeds spoedig zich de
positie verwierf, dat het als zesde lid in den
kring der groote mogendheden werd opge
nomen; het is daarin een factor geworden,
die in den raad der volken meetelt.
Duitschland.
B e r 1 ij n, 16 M a a r-t. De Rijksdag zette
bedien de behandeling voort van dc bogroo-
ti-n-g van biameolandfiche zak«i.
Rij don post uitgaan ten bate van de zee-
visscherij drongen all© sprekers aan op
krachtige bevordering van de visscherij in
volle zee. Zij wezen daarbij op de krachtige
po-gingen va-n Nederland en Enig-eland in drie
richting.
Dc vertegenwoordiger der regeering zcidc
overwoging van dezen wensch toe, on stelde
verlaging der spoorwegtarieven voor hel ver
voer van zeevisch in uitzicht.
liet bericht, dat bij den rijksdag een wets
ontwerp zal -worden ingediend over -de be
lasting van dc lucifers-surrogaten, dattevens
ten doel heeft eene contingenteerihg van de
lucifersindustrie, wordt officieus tegengespro
ken met de opmerking, dat de c.ontingen-
teeri-ng door de bestaande belastingswet op
lucifers reeds is ingevoerd cn dat de ge-
hcele nvededeeling van bevoegde zijde als
onjuist wordt gekenschetst. Veel waarde
schijnt inlusscficn deze tegenspraak niet te
hebben, want tegelijk daarmede heeft de
MH-pol. Korrespondenz de mcdcdccling ge
bracht, dat den 8cu Maart onder voorzitter
schap van den staatssecretaris van financiën
eene conferentie over d-e voorgenomen no
velle van de lucifersbelasting heeft plaats
gehad, waaraan vertegenwoordigers van de
regecring, afgevaardigden cn belanghebben
den bij de betrokken industrieën hebben
deelgenomen. Deze novelle zal o. a. bevatten
bepalingen o-Ver eene door de verschillende
bondsstaten in tc voeren andere contingen-
teering, die aan de kleine industrieën groo-
ter zekerheid levert in den concurrentiestrijd
tegen de groote fabrieken.
De ofüicieuse Nordd. Allg. Ze Hung roemt
de rede van den Engelsohen staatssecretaris
Sir Edward Grey in het lagerhuis als eene
„belangrijke politieke manifestatie" en schrijft
naar aanleiding daarvan:
„De mededeeMngen van Sir Edward Grey
-over don internationalen toestand in hel al
gemeen en de Duitscli-En'gelsohe betrekkin
gen dn het bijzonder kunnen wij slechts met
oprechte voldoening begroeten. Hetzelfde
geldt vau de beschouwingen, dii© aa-n de kwes
tie der oorlogstoerustingen gewijd waren, en
die ook aan hel Du if sche standpunt iin zoo
hooge mate redht doen wedervaren, dal
daaruit verblijdende vooruitzichten voor de
verdere ontwikkeling van de Dui-tseh-Engel-
sche betrekkingen voortvloeien. De minister
heeft met nadruk de verklaring van den
rijkskanselier in den rijksdag herhaald, dat
wantrouwen, niet bij <ie regeeringen, maar in
de openbare meening van de beide landen,
rich veelvuldig heeft doen gelden. Wanneer
lot hel wegnemen van dit wantrouwen, voor
zoover de openbare mecning van Engeland
du aanmerking komt, overeenkomsten zooals
de minister ze heeft aangeduid iets kunnen
bijdragen, dan zal men van Duritsche zijde
gaarne bereid zijn daartoe de hand te bieden.
Van hier tot den idealen toestand van een
op de arbitrage steunenden wereldvrede is
wel is waar dc stap nog groot, zooals Sir Ed
ward Grey zelf deed uitkomen. Al staat men
ook nog zoo sympathiek tegenover de ge
dachte van scheid-sgoreohlelijke beslissingen,
men zal daarin toch geen arcanum togen alle
internationale misverstanden en onee-nighe-
den mogen zoeken. Eerst in den lantsten tijd
heeft een bijzonder geval getoond, dat dit niet
het geval is en dat over de toepassing van
het scheidsgerecht evenzeer tweespalt kan
ontslaan, als over andere dingen. Eene over
eenstemming van d-e divergecrende regee
ringen zal in zulk een geval, gelijk in alle
anderen, afhangen van den meer of minder
verzoen! ijk en geest, waarin de onderhande
lingen gevoerd wondon. En het is juist de.
verzoen lij ke geest, waarvan de gefaeele rc-de
van den Engcl-schen staatsman doortrokken
is, drie haar sympathie zal wekken in de gan-
sche wereld."
Met de verwijzing naar een bijzonder geval
zinspeelt, volgens de Kóln. Zt., het officieuse
blad van de Duitsche regeering op de weige
ring van de Engelse he regecring om verschil
lende betwiste aanspraken van Duitsche on
derdanen uit den Roerenoorlog te onderwer
pen aan hol hof van arbitrage te 's G-ravcn-
hage, zooals door Duitschland was voorge
steld.
Frankrijk.
Dc minister van huitonlandsche zaken
heeft in den ministerraad verslag uitgebracht
over don toestand in Marokko. De minister
raad besloot dc bedrijvers van den overval
van 14 Januari, die aan de grens van hel
Ghauja-gcbicd plaats had, te ëervolgen. Twee
liataillons infanterie en -twee afdeclingen
berg-artillcrie zullen naar hel Ghauja-gèbied
gezonden worden om «d-e daar aanwezige be
zetting tot handhaving van d-e openbare vei
ligheid en tot bescherming van het verkeer
tc versterken. Generaal Moini-cr, *de bevelheb
ber van de bezettingstroepen, -die thans in
Parijs vertoeft en zich over eenige dagen
naar zijn .post terug begeeft, zal instruction
in dien zin meekrijgen. De effectieve sterkte
van de Fransche troepen in Marokko, die nu
45U0 man bedraagt, zal daardoor op 5500
man gebracht worden. De regeering heeft
konnis genomen van de verplichting van
Moo ley Unfid om zelf te zorgen voor de be
straffing van de bedrijvers van den overval
en zal er voor waken, dat de sultan zijne
verplichting nakomt.
Dc ministerraad heeft ook de nieuwe fi-
nancieelc overeenkomst tusschcn dc Fran
sche banken en den sultan goedgekeurd. De
som. die daardoor wordt 'opgebracht, zal
besteed worden -om het leger, dat de sultan
behoeft tot handhaving van zijn gezag, te or-
ganisceren, verder tot uitvoering van open
bare werken van algemeen belang en einde
lijk tot aflossing van oude schulden, -die het
anaghzen voor 1909 heeft aangegaan.
In de Kamer zijn door drie leden interpcl-
latiën aangekondigd o'vcr dc politiek van
Frankrijk in Marokko. Op verzoek van de
regecring is de behandeling op 21 Maart be
paald.
De Fransche ministers schijnen tot dusver
op staatskosten op grooten voet te hebben*
tgelecfd. Een besluit, dat de president der
republiek op voorstel van den minister van
financiën Caillaux hooft onderteek end, be
paalt, dat de ministers en onderstaatssecre
tarissen van nu af alle kosten voor perso
neel, rijtuigen, versiering van zalen, ontvang
sten, gastmalen, muziek, bergen van klcerea
enz. uit hun eigen zak moeten betalen cn
eveneens de lasten, die overeenkomstig do
wet komen voor rekening van dc in dienst
woningen gehuisveste ambtenaren. Nog op
merkelijker is dc vermaning, dat do hoeren
bij 'L verlaten van de van staatswege lot
hunne beschikking gestelde paleizen zich er
van moetien onthouden meubelen van waardo
en kunstvoorwerpen mee te nemen; zij zijn
daarvoor verantwoordelijk cn kunnen tot
verantwoording geroepen worden.
Ingeland.
Londen, 16 .\fa a r t. Bij de indiening
van de Mariue-begroodng wierp de minister
Mc. Kenna het denkbeeld van zich, dat de
kosten voor de uitbreiding van de vloot uit
leening zouden moéten wonden bestre
den. Een dergelijk hulpmiddel zou in lijd van
oorlog kunnen wordeut aangewend, maar wij
moeten onze suprematie niet slechts handha
ven voor ce» jaar, maar zoo Jaag als het rijk
zal bestaan. Daarom moeten de kosten van de
vloot uit de gewone middelen bestreden wor
den. De schepen van liet nieuwe program zul
len niet op stapel gezet worden voor Decem
ber of Januari, en zullen iu het voorjaar van
1911 gereed moeten zijn.
Balfour ondcrsleun.de met warmte het
denkbeeld van minister Grey tot sluiting van
een algemeen arbltragevefldrag met de Ver-
cenigd-c Staten, maar -deed uitkomen, dat En
geland gcene schepen bouwt tegen Amerika,
liet denkbeeld van Grey kan daarom geen
invloed hébben op het bedrag van dc l>e-
groobiug, die opgemaakt wordt niet het oog
op den toestand an Europa.
Balfour meende, dat de begrootang adel vol
doende voorniet in de behoeften voor het jaar
1914.
Het lagerhuis heelt de in dc oorlogsbcgroo-
ting voorgestelde effectieve legersterkte goed
gekeurd.
Spanje.
Blijkens dc voorloopige uitkomsten van de
volkstelling van 31 December 1910 bedraagt
de bevolking van Spanje 19:503.668 zielen
tegen 18.607.671 in het jaar 1900 en 17.560.352
in het jaar 1887. I)c tocnaniing is van te
ineer beteekenis, omdat voortdurend talrijke
Spanjaarden hel land verlaten, om zich te
vestigen in Zuid- en M:idden-Amerika. Jlet
verlies, dat dit het-eekent voor -hel ni-et 29
inwoners per K.M®. toch reeds tot de dunst
bevolkte landen behoorende Spanje, wordt
intusschcn tot zekere hoogte vergoed, door
dat deze landverhuizers den in Spaansch
Amerika sints 1898, toen de laatste Aineri-
kaaiische bezittingen verloren gingen, sterk
stijgende economischen invloed van het
moederland versterken. Ook d-e geestelijke
invloed aldaar .is toenemende.
In hel land zelf wordt eene afneming van
dc landelijke bevolking geconstateerd. Van
de groote steden teil-en Madrid 571.539, Bar
celona 560,000, Valencia 213,550, Sevilla
155,366, Malaga 133,015, Murcia 121.983, Sa-
ragossa 105,799 ojuBilbao 92,510 Inwoners.
10 TAK
RUDOLF HERZOG.
o—
„Hé, Steinherr!" riep hij quasi verbaasd.
„Heeft jewama je laten gaan? Nu, kom maar
Winnen, je zult bij ons je schoenen niet vuil
'maken."
Hans volgde hem door het hek. De met
•laurierboomen omgeven tuiit. naast -het café,
•was vol menschen, die hun avond-biertje
•kwamen drinken. Door de geopende deur
•van de gelagkamer zag men het echtpaar
Ilüsgen achter het witgcscluuund buffet bezig
met glazen bier en broodjes.
„Zou je me ©ven aan je ouders willen voor
stellen?" vroeg Hans bescheidcui.
„Voorstellen. Aan mijn oudelui? Ilüsgen
geloonde zijn ooren niet. „Kerel, je bent
toch hier niet aan het .hof!" Doch met een
plotseling wantrouwen fronste hij de wenk
brauwen. „Of als dat soms een aardigheid
verbeelden moest van zulke grappen
wensch ik verschoonH te blijven."
Hans Steinherr schudde het hoofd.
„Ilüsgen. je Grieksche- «klassieken hadden
jt. toch wei kunnen loeren, «lat men in zijn
eigen huis nooit onhebbelijk mag optreden
tegen een gast."
„Och wat-, -oen echfo (kunstenaar is altijd
ruw in zijn «woorden. Ik geef niets om die
fijne vormen van jou."
„Nu, als je meent, dat «grofheid alleen je
tot kunstenaar maakt, dan kun je je ouders
het leergeld voor de academie besparen."
„Lieve Hemel, .wat -een drukte om zoo'n
overbodigen vorm. Vader! moeder!" riep hij
door de >d«eur «der gelagkamer, „ik heb hier
bezoek, de jonge Steinlherr van de Grafen-
bergenclia ussee."
Hans trad naar voren en bo-og.
„Een glaasje bier?" zei dc eenvoudige
oud-c man, ew bracht een glas aan -het kraan
tje.
De zoon des huizes stootte zijn kameraad
ironisch lachend dn de .zij.
„Och Vader," zette «de waarin, die meer
met de vormen op «de hoogte was, dan haai
man, die alleen -oog a-oor zijn zaak had,
uiteen „die jongeheer .Steinherr is immers
-een vriend van onzen Willi bald. Tot genoe
gen, mijnheer Steinhcrr," voegde ze er, be
minnelijk als een jong meisje aan toe, veegd©
haar hamd droog aan haar schort en reikte
ze den jongen mam a«ls groet. „Je moet je
eens wat meer hier vertoenen hoor! En niet
te hard werken jongens 1"
Toom «de ibei'd-e jongelui -d«e trap opklom
men, lachte Williba'l'd ilüsgen tamelijk on
eerbiedig.
„Prachtig, «hé, zoo'n voorstelling?" en do
stemmen zijmer o miers nabootsend, zei hij
„Een glaasje bier? Tot genoegen, mijnheer
Skiniherr..."
„Ik begrijp je niet," zei IIa"s verontwaar
digd. „Als ik geregeld bij jullie aan huis
wil komen, heb ik toch dm dc eerste plaats
«die (beleefdheid in acht te nemen tegenover
je ouders."
„Zoo, -wil je geregeld... Nu, mij is het
goed. IlieT is mijn kamer, Jinks licht dc
klink maar op. De Heer zegenc je ingang."
Ze •waren ongeveer onder die -dakpannen.
Hans deed, zooals hom gezegd werd, lichtte
«de klink op «en ging zonder complimenten
naar binnen. „Duivels!" liet hij zich ontval
len. Met verwonderden blik keek «hij om
zich heen. Op de wit-gekalkte muren «was
wiet houtskool een bacchanten-optocht getee-
•kend, overdreven van a-oruien, «willekeurig i-n
de uitbeelding der lijnen, maar forsch en
krachtig wat het -ontwerp bdtrof. Dc hoe
ken waren versierd met reusachtige bossen
biczen, waarop een zilverachtige Jaag stof
lag. .Van «dc -zo-lderiinig lilng een lichtkroon,
-die -gema-akt was van een t-onitoocpe), en met
kaarsen bezeteen uil, op -wiens door mot
verteerde vleugels de hoepel scheen te rus
ten, gaf een «fantastische schoonheid aan het
vertichtfngswerktu ig. Dioht -bij Met ve>nstor
stond oen schildersezel, «waarop een groot
gespannen doek stond. Of het schilderij dat
er met sprekende kleuren op begonnen was,
een «processie of een bloeiende kerseboo-
•menlaan voors-tellenmoest, wtas «nog niet
uit tc mak-en; de maker «bettitcüde «het voor-
loopig als het drinkgelag van Sardanapodis.
„Zie je," voegde bij er als uitlegging aan
too, „de vrouwen hier deugen niet, Veel
te smal over -de heupen,"
„Schaapskop," zei zacht een stem achter
liet doek.
Zelfs de onverschrokken Willi ba kl voelde
zich een oogenWik niet «erg op zijn gemak.
„Sprak daar niet iemand?" fluisterde
Hans Steinherr na eenige oogoublikkon.
„Wel neen!" antwoordde de zoon «des hui
zes ruw, „er speelde iemand fluit. Voor
den dag, jullie gespuis!" riep «hij en trok
aan hot gordijn, dat aris een 'draperie van
den schildersezel afhinvg. „/Moet jullie
vrouwen «dan overal met je neus bij zijn?
Vooruit!"
Achter liet gordijn klonk 'gegichel. Daar
na werd het teruggeslagen on oen zestien
jarig, forch gebouwd meisje kwam, hoewol
vuurrood, toch vastberaden te voorschijn.
„Mijn zuster Matchen,' zei de jonge kunste
naar boos. „Mijnheer Steinherr, leerling
hoogste klas gymnasrium. En... waar zit
Hannes nu?"
„Hier," klonk een stem, waarin schaamte
en trots met -cïkiander streden. -Ilot jonge
meisje was ongemerkt van «achter het gordijn
te voorschijn gekomen tin stond nu onbewe
gelijk achter in de ka-mor.
„Hannes," zei Ilüsgen met een handbewe
ging naar Steinherr. Daarmee waren de
formaliteiten afgeloopen.
Hans Steinherr keek verlogen naar het
jonge meisje. Ilij zag. dat ze de lippen vast
op elkander klemde, hoe dc donkerblauwe
oogen een stalen, koude uitdrukking kregen,
on snel trad bij op haar toe.
„Ilans Steinherr," stelde hij zich beleefd
voor, en wachtte op antwoord. «Maar toe ant
woordde niet Boven haar neus groefde zich
de kinderlijke rimpel van trots nog dieper en
de blik. waarmee ze hem vijandig opnam,
ontnam hem de rest zijner onbevangenheid.
„Ik geloof, juffrouw... stotterde hij, „ver
geef me, juffrouw, ik heb mij nog..."
Verder kwam hij niet. Het kleine ding
deed, alsof hij haar volkomen onbekend was,
en juffrouw M-alchcn zag er niets in, achter
haar zakdoek te staan giebelen. Mijnheer
Willi bald bracht echter op zijn manier de
zaak in hel reine.
„Zeg Steinherr, bedenk, dat je hier niet
bont, om een menuet in te sludccren, maar
om (kostuums tc ontwerpen. Brengt de tafel
eens bij hel raam, jullie twee. Malchen, haat
ilc teckeningen. Ik zal z© uitleggen."
Terwijl Willibald zijn jas uittrok om het
zich in zijn hemdsmouwen gemakkelijk to
makeit trokken St-einherr ©n zijn kleine
vriendin de tafel uit den bock naar voren.
Het kleine ding spande al lui ar -krachten in
om niol zwak te schijnen. De jonge borot
ging snel op on neer door de ongewone ia-
spanning.
„Loslaten," bdval Hans kort. En daar ze
niet geneigd scheen tc «gehoorzamen, zette hij
de tafel neer.
„Dat is toch geen meisjeswerk." z-ei hij en
keek haar aan. Daarna nam hij alleen dc
tafel op, drukte zc tegen zijn borst en sleept©
haar met inspanning van al zijn krachten
naar het raam.
„Luiwammes!" riep hij zijn kameraad toe.
,Ncem me niet kwalijk," zei Ilüsgen gela
ten, „maar een moet toch dirigecren."
Hans schoof stoelen hij voor dc meisjes,
ging maét zijn kameraad staan, ©n luiMcrdo
met vriendelijk geduld naar.de In den grond
eenvoudige uitleggingen, die de docent met
zeer veel gewiclrfighoid voordroeg.
Wordt vervoly d.