s°. a»®.
9'* Jaar fans
Donderdag 23 Maart 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
P#* 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.90.
Afzonderlijke nummers0.05.
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertent iënmodedeelingen enz., gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in to zenden.
Uilgever»: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummar 04.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f O-
Elke regel moer - O.IO
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 ecuts bij vooruitbetaling
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedryf bestaan'zeor voordoolige bepalingen to
hot herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement Een»
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraaf
toegezonden.
Aan hen, die met 1 April
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen -verschijnenkost e-
loos toegezonden
Kennisgevingen.
De burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
(K-zien artikel 28 der Kieswet;
brengen ter kennis van belanghebbendendat
heden is vastgesteld en van heden tot en mol 21
April a. s. ter Secretarie voor een ieder ter inzage
zal liggen en in druk, tegen betaling der kosUn,
verkrijgbaar is de
Kiezerslijst voor 1911/19 12.
Een ieder is bevoegd tot en met den 15. April a.s.
bij het Gemeentebestuur verbetering van de vastge
stelde kiezerslijst te vragen, op ongezegckl papier,
ingevolge art. 50 der Kieswet, op grond dat hij zelf
ot een ander, in strijd met de wet, daarop voor
komt, met voorkomt of niet behoorlijk voorkomt.
Do ingezetenen worden met nadruk gewezen op
de wenscholijkheidzich ter Secretarie tc komen
vergewissen of zij op de kiezerslijst zijn geplaatst,
daar, mocht dit verzuimd zijn, alsdan herstel nog
mogelijk is door middel van reclame.
Tevens liggen ter Secretarie ter inzage dc alpha-
belische lijsten, bevattende de namen en voornamen
van hen, die voor het eerst op de kiezerslijst zijn
gebracht en hen, die daarvan zijn 'afgevoerd.
Amersfoort, 22 Maart 1911.
burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De burgemeester,
J. G. STENFBRT KROESE. WÜIJTIERS.
Politiek Overzicht
Het attreoen van 2>toiypin.
Voor Peter Arkadjewilscli Stolypin, den
Uussdschen minister-president, is de tijd. van
«aan gekomen Dat zijn ontslag niet reeds
is afgekondigd, schijnt hieraan te wijten
le zijn, dal men am de omgeving van den
Czaar don schijn wil vermijden, also! door
den invloed, van de wetgevende vergaderin
gen in Rusland een minister ten val is ge
bracht. Met de rijksdoema kan hij 't niet meer
vinden. In de jongste begrootingsdcbalten
voerde de Iractie der Oktobnistem eene felle
oppositie tegen dc regeering; het verwijt tut
den mond van den afgevaardigde Schid-
lowskii: „De eerste revolutionair in Rusland
is de regeerimg" toewijst hoe zeer 'm die
kringen de ontevredenheid mei het regee-
ringsbeleid zich deed gelden. Dc rijksraad
heelt door zijn verzet tegen een door de re
geering ingediend wetsontwerp de aanleiding
tol Stolypin's aftreden doen geboren worden.
Dit wetsontwerp had betrekking op het pro
vinciale zelfbestuur im de westelijke gouver
nementen. Daar slaat eene sterke Poolsohe
meerderheid tegenover de Russische minder
heid. Het kwam er op aan de kieswet voor de
provinciale vergaderingen, de zemstwo's, zoo
danig im te richten, dat de Russen dc factor
worden, die daarin 'dm doorslag geeft. Prin
cipieel verschil bestond op diit punt niet; maar
dc regeenlng meende toet doel le kunnen be
reiken door oprichting van nationale ouriën,
terwijl dc rijksraad een anderen weg moer
doelmatig vond. Dc minjister-presiLdent had
aLoh in den rijksraad persoonlijk voor de
zaak in de bres gesteld. Maar zijne tegenstan
ders in den rijksraad hebben ai-ch er van
vergewist, dat de minister-president den
Czaar niet achter zich had; zij wisten van
den rijksraad eon votum te verkrijgen, dat
de nationale curiën verwierp.
Dc aanleiding lot de ontslagaanvrage van
Stolypin is dus vrij onbeduidend geweest.
Maar het is buiten twijfel, dat achter de
coulissen zoowel in den rijksraad als aan liet
hof reeds gent i men tijd intriges zijn gevoerd,
die Stolypin tol het inzicht brachten, dat
zijne positie als hoofd van de regeering niet
meer houdbaar was en dal hij het best deed
dit votum aan le grijpen als eene aanleiding
om heen te gaan.
Gedurende bijna 5 jaren heeft P. A. Stoly
pin aan hel hoofd vam de regeening in Rus
land geslaan. Den lüen Mei 1906, op den
dag waarop de eerste rijksdoema bijeenkwam,
werd Stolypin minister van binnenlandseho
zaken in het kabinct-Goremykin. Weinige
weken later, den 21en Juli 1906, werd Goreray-
kin i ontslagen en kwam Stolypin aan hel
hoofd van hel kabinet. De 21e* Juli echter
as de dag van dc ontbinding van de eerste
doema. Daarvoor moet dus Stolypin verant
woordelijk gesteld worden, lüen jaar later
werd, don llen Juli 1907, de tweede doema
ontbonden. Sedert den lien November 1907
beslaat de derde doema.
De taak, waarvoor Stolypin nu vijf jaren
geleden aan hel bewind geroepen werd, was
liet rijk er voor te behoeden, dat de revo
lutie op nieuw het hoofd zou opsteken. Die
laak heeft hij volbracht. ,,De revolutie lag
zoo schrijft de Vossisehe Ztg. reeds te
zieltogen, toen Stolypin aan het bewind
kwam. Wat er nog van over was, verstikte
dc nieuwe man in bloed. Hij is niet vrij te
spreken van de beschuldiging, dat hij veel
meedogenloozer en wreeder handelde dan
gerechtvaardigd was. Zijne veld- en krijgs
raden woedden in het gansche land op ont
zettende wijze. Do tegen toean gerichte bom
aanslag van 25 Augustus 1906 was liet ant
woord daarop. Stap voor stap, deels door
invoering van nieuwe wetten en kiesregle
menten, deels door knoei en galg, bracht
Stolypin het kunststuk tot stand, dat men
het herstel van het gezag noemt. Dc revo
lutie was door hare laatste uiterste krachts
inspanningen zoo verzwakt, dat zij niet meer
in staat was zich te verweren. Stolypin
bracht haar geheel ten onder, en omdat hij
juist aan het werk was, liet hij ook aan Fin
land zijne macht voelen. Stolypin's minister
schap beteekent voor Finland slechts eene
nieuwe reeks rechtsbeperkingen.
„In dat opzicht heeft dc nu aftredende
minister het doel van zijn streven bereikt.
Niet te loochenen is het ook, dat hij persoon
lijk een man van ernstige plichtsbetrachting
was. Scheppende kracht heeft hem echter
ontbroken. In de nagenoeg vijf jaren van
zijne minisfcerieele loopbaan is door de re
geering zeer weinig tot stand gebracht wat
den staat het uitzicht kan openen op eene
gunstige toekomst. Verschillende hervormin
gen zijn begonnen; zoo werd inzonderheid
door de facultatieve bevrijding der boeren
van de kluisters van het gemeentcbezit dc
grondslag gelegd tot de agrarische hervor
ming; maar geen hervorming is ten einde
gebracht en de uitkomst van die, welke zijn
aangevat, is zeer twijfelachtig. Buiben kwes
tie is het ook, dat, in vergelijking met de
revolutietijden, er tegenwoordig rust in Rus
land tooerseht. Maar is die niet be d r i egel ij k
Koesberen de regeerenden het zelfvertrou
wen, dat zij in staat zijn door staalsmans-
artoeid hun land gelukkig eu tevreden tema
ken'? Yoorloopig ziet men in Rusland slechts
het bedrijf van eene reactie, die niets ge
leerd en niets vergeten heeft. Zij kwam in
den allerlaatste» tijd het duidelijkst aan den
dig in de wijze waarop men trachtte de
studenten-beweging baas te worden, waarop
men de Tolstoi-feesten verbood en waarop
men het jubileum der afschaffing van de lijf
eigenschap dwong in een ovcrhei-dsgareel.
Om niet eens te gewagen van de ontzettende
gebeurtenissen in de Russiche en Siberische'
gevangenissen. Rusland heeft wel is waar
ecic zoogenaamde volksvertegenwoordiging
gekregen, maar is toch altijd nog het oud©
Rusland. Stolypin sloot een revolutietijdperk
af. Van zijn ministerpost neerdalende, ziet
li>j misschien in een niet al te ver verschiet
reeds dc voorteekenen van eene nieuwe revo
lutie. Hij heeft alles gedaan om de vorige
revolutie te onderdrukken, maar heel weinig
om de volgende te voorkomen."
Duitschland.
K i e 1, 2 2 M a a r t. In tegenwoordig
heid van hel Keizerpaar en van prins en
prinses Heinrich is heden op de keizerlijke
werf het linieschip Kaiser van stapel gcloo-
pen. Dc rijkskanselier hield de dooprede
en wees er \»p, dat het heden de geboorte
dag is van Keizer Wilhelm I. De keizerin
voltrok den doop.
/Eergisteren was hel veertig jaren geleden,
dal de Duilschc rijksdag zijne eerste zitting
hield. De voorzitter, graaf Sohwferin-Löwftz
herinnerde daaraanhij zeide bij het begin,
van dc zitting„Evenals op den 21. Maart
van het jaar 1871 de toenawail^ge tijdslijko
president de eerste, heb ik heden, precies
veertig jaren daarna, dc 8125e zitting van
den Duiiilschien rijksdag geopend, hetgeen de
hoeren misschien aad interesseer on." De le
den, (Lie toon do voorzitter hogoai te spreken,
van hunne plaatsen waren opgestaan, had
den blij'kbaar iets meer van. hunnen voor
zitter verwacht j zij begroetten zijne nuchtere
woorden met luid gelach.
Rij het Pruisische Hoerenhuis hebben
twee hoogleeraren de volgonde interpellatie
ingediend over den auli-modernisleueed;
1. Is hel der koninklijke regecring bekend,
of hoogleeraren aan Pruisische universitei
ten vrijwillig den anti-modernisienced heb
ben afgelegd?
2. Acht de koninklijke regeering den unti-
modernistetteed vereenigbaar met dc ver
plichtingen, die de hoogleeraren door het
afleggen van den diensteed, op zich hebben
genomen?
3. Wanneer de tweede vraag bevestigend
wordt beantwoord: Is de koninklijke rcgcc-
ring niet van meening, *dat hel aanzien, de
waardigheid en het karakter der universi
teiten zullen lijden, wanneer het den hoog
leeraren vrijstaat, zich te binden in den zin
van den onti-modernisteneed?
I. Wat denkt de koninklijke regeering tc
doen, om de haar toevertrouwde waardig
heid der Pruisische universiteiten, die ge
vaar schijnt te loopen door het afleggen of
mogelijk afleggen van den anli-moclernis-
leneed door sommige van hare leden hoog
le houden?
Deze interpellatie is door 23 leden onder-
leekend, waaronder 9 hoogleeraren, die in
toet hoerenhuis zitting hebben als vertegen
woordigers van de universiteiten Kiel, Mar
burg, Griegswald, Aken, Münchcn, Hanno
ver, Halle en Herlijn. De vertegenwoordi
gers van de universiteiten Koningsberg,
Bresluu, Göttingeu en Bonn bevinden zich
niet onder de onderteekenaars.
België.
Do beide afdtciingen vaal de linkerzijde ia
de Kamer eu in den Senaat, de liberale eu
de socialistische fractie, hebben besloten, het
ontwerp van dc nieuwe schooft wot to bestrij
den met allo middelen, die in hunne macht
slaan. Hun streven zal in de eerste plaats er
•op gericht zijn dé verdaging van do behan
deling ie verkrijgen tot na do verkiezingen
van 1912.
Een aanvankelijk succes in die richting
hebben zij verkregen, doordal een besluit Van
de Kamer Is doorgedreven, waarbij ui'slel
wordt verlangd van de bijeenroeping der af-
deelingcn om het wetsontwerp f© onderzoe
ken. Ten gevolge van de afwezigheid van een
aantal leien der rechterzijde, was do meer
derheid tijdelijk verplaatst naar links. De
zelfde omstandigheid was aanleiding, dat het
besluit genomen werd oin eon gel uk wenst-h
ile riohlen int de Itnliaansche Kamer met hot
gouden jubileum der stichting van hel ko
ninkrijk Italië.
Frankrijk.
P a r ij s, 2 2 M aart. Do ministerraad
nam kennis van hvt rapport vam majoor Man-
gin, hoofd van de Frsu, ,che missie in Marok
ko, waarin een overzicht gegeven wordt van
do krijgsverrichtingen der troepen van den
sultan. Het rapport geelt eene zoor gunstige
voorstelling va«a den toeOland.
Par ij s, 2 2 M aart Lulaud, prefect van
het Rhónc-dopartemonl, is benoemd tot gou
verneur-generaal van Algerië.
Engeland*
Louden, 2 2 M aart. Lord Morley
verklaarde gisteren in het hoogerhuis, dat
liet effect van de overeenkomst, le Kou-
sluntinopel gesloten tusschen Turkije en
de Ragdad-spoorwegmaalschappij, zal zijn,
dal de Turksche regeering binnen ze
kere grenzen hare vrijheid van hande
len terugkrijgt. Wat het gedeelte spoorweg
tusschen Bagdad en dc Golf van Perzië be
treft, verklaarde lord Morley:
„Wanneer wij eene voor Groot-Brittan-
nië aannemelijke regeling vati dc spoorweg-
quaeslie iu Mesopolomié kunnen tegemoet
zien, dan zouden wij niet alleen onzen in
vloed op den sjeik van Kowcit aanwenden,
om dezen te bewegen onder zekere voor
waarden toe te staan, dal de uitstekende
haven, die hij bezit, hot eindpunt van den
spoorweg wordt, maar tevens zou het voor
naamste bezwaar, dat Engeland thans heeft
tegen dc verhooging van de Turksche invoer
rechten, vervallen.
„De regeering werscht oprecht, dat een
regeling tot stand komt, die eoc einde maakt
aan de bezorgdheid omtrent den Britschcn
handel en dje den nevel van verdenking en
wantrouwen, die dc quacstic dikwijls heeft
verduisterd, zal wegvagen en alle vrees zal
wegnemen, clal de Bagdadspoorwcg ca zijn
eindpunt wrijving zullen verwekken tusschen
de belanghebbende partijen. Te dien einde
moet iedere schikking eene zijn, waaraan
Duitschland .als 'houder van dc oorspronke
lijke concessie, zijne goedkeuring hecht.
Wij meenen de te Konstaaitinopcl getroffen
schikkingen te mogen beschouwen als een
Hinken stap in dc goede richting. Groot-Brit-
la nnië zal bij de verdere onderhandelingen
zich laten leiden door het stre.ven om allo
mogelijke oorzaken van internationale wrij
ving uit den weg te ruimen, maar levens
alle Britschc belangen behartigen, zoowol
voor het heden als voor de toekomst".
Noorwegen.
C h r i s t i a u i a, 2 2 M a a r t. In de hede
gehouden zitting van den Storthing hield b
dc beraadslaging der legertoegrooting hc
vrouwelijke lid mcj. Kogstad haar eerst
rede als zoodanig. Zo zette uitëell dat ze ec
vriendin van den vrede was en het opneem
voor scheidsrechterlijke beslissing van g<
schillen» Ze hoopte dot, evenals het vulslreob
moest wijken voor het recht dat in de wl
is vastgelegd, ook dc oorlog en het miliiai
risme eens zullen worden afgeschaft. Deson
danks zou zij niet tegen dc lcgcrbegrootin
stemmen.
Oostenrijk.
Aartshertog Frans Ferdinand, de vermoe
delijkc troonsopvolger. die aanvankelijk \va
aangewezen als vertegenwoordiger van de
keizer bij de kroningsfeesten van konin
George V van Engeland, zal niet komen; li
is op zijn "verzoek van deze zending on the
ven, die nu zal worden vervuld door aart:
hertog Karei Frans Jozef. Er zijn moeilijk
heden ontstaan doordat aartshertog Fran
Jozef er op aandrong dat aan zijne gemalin
de hertogin van Ilohcnbcrg, een rang zoi
worden verleend .die haar met hem gelijk
stelde. Dat kan de keizer hem niet toestaan
Hongarije.
Budapest, 22 Maart. In den ioo
der discussie over de begroeting Ln dc Ka
mer van Afgevaardigden deed de mimiste
van financiën den gunstige» toestand va
de bogroofclii'g uitkomen.
Rusland.
Over dc voorgeschiedenis van het voluit
van den rijksraad, dat aanleiding geweest
lol de ontslagaanvrage van Stolypin als mi
nister-president, wordt verhaald, dat hc
wetsontwerp tot instelling van national
curiën voor de verkiezing van de leden de
zemstwo's in dc westelijke gouvernementei
reeds sints lang door de tegenstanders vat
Stolypin, die zoowel aan de linkerzijde al
aan dc uiterste rechterzijde te vinden ziji
beschouwd werd als eene geschikte gelegen
hcid, om licni te doen vallen. Een bezwaa
leverde 't intusschen voor dc rechterzijde op
dat de Czaar indertijd in een gesprek me
eene deputatie van Russische kiezers in d
westelijke gouvernementen de national
curiën had aangeduid als een noodzakclij
middel tot versterking van de nationaal-Rus
sischc elementen in het westen. Den 16e
Maart echter, bij gelegenheid van het dinej
dal dc Czaar naar aanleiding van het jubl
leum van den senaat in liet winterpaleis aa
dc senatoren gaf, had de senator Tropov
die levens lid van den rijksraad is, gelegen
heid om met den Czaar over het wetsont
werp tc sproken. Hij zeide, dat in den rijk!
raad zeer vele leden tegen de nationale ci
riën waren, maar dat de rechterzijde zie
zou gedragen naar den wil van den monarcl
die zich er voor had verklaard. Ilierop an
woord dc dc Czaar, dat het niet in zijne bc
doeling lag pressie uit le oefenen op de
rijksraad; ieder lid moest naar zijn gewete
stemmen. Dit woonl van den Czaar brac!
Trepow over aan eene vergadering van d
aan de rechterzijde gezeten leden van de
rijksraad, waarin hét besluit genomen wer
tegen de nationale curiën tc stemmen. On de
de andere leden iftaaktc graaf Witte slem
ming tegen de nationale curiën met het gv
volg. dat liet voorstel der regeering door de
rijksraad mei 92 tegen 68 stemmen verwoi
pen werd.
De pers van alle richtingen beoordeelt (I
14 TAK
RUDOLF ^HIRjZOG.
„lk begrijp u," zei Hans, en hij voelde
zich zeer feestelijk gestemd.
De ander bemerkte liet en sloeg nu een
anderen toon aan.
„Prachtig, prachtig!" riep hij en sloeg toean
op de knie. „Toen ik u voor dc sociëteit zag,
geroeid om naar binnen le gaan, jonge vriend,
ging het mij door hot hoofd: deze jonge
kunstenaarsziel moet je hun daar binnen;
voor don neus wegkaijoen. En later bleek
Jiiet, dan ik de eer had, te maken te hebben
met een leerling uit de hoogste klas gymna
sium."
„O, steekt u maar den gek met mij. U
zult me daarom toch niet wegsturen."
„Kijk eens aan!" zei de schilder op gerek
te» toon. Toen stond hij langzaam op.
streek den jongen man vriendelijk door het
haar en ging 'dwars ÏÏoor de kamer naar
een glazen deur, die naar een veranda voer
de. Hij opende ze en keek naar buiten.
„Wat hoeft die bengel een teedere stem,"
zei hij binnensmonds. „Zooals eens de klei
ne Mar goh En die heeft me bedrogen."
Ilij kwam terug en bleef voor den lede
ren stoel staan. De jonge man voelde zich
niet op zijn gemak, toen hij den onderzoe
kenden blik op zich gericht voelde. Ilij wilde
opstaan en vroeg aarzelend„Heb ik mis
schien iets ongepasts gezegd, mijnbeer von
Springe?"
Springe duwde hem in zijn stoel terug.
„lots ongepasts? Blijf maar rustig zitten,
beste jongen. Iets origepasLs? Lieve hemel,
zeg zooveel ongepasts, als ge maar wilt. Dat
zal me meer genoegen doen dan die onberis
pelijke gczelscJiapsmanieren. Geef u, zooals
gij zijt, niet zooals anderen zijn. AJIonsl"
„Dan," zei Hans, eai nam een moedigen
aanloop, „ik zou graag uw schilderijen wil
len zien."
„Zoo!" zei do sohil'der, half ironisch
lachend. „Als dat iets ongepast befeeke-
nen moet... vleiend voor mij is hel zeker
niet. Maar ik zal mijn tov ens wijsheid niet
ontrouw worden. Kom mee, hooggeëerde
kunstcriticus!"
Ilij leidde den jongen man, die blozend
antwoord wilde geven, maar geen woorden
vinden kon, rond door het atelier. Bij elk
schilderij, dat hij op don ec&el zotte, en in
de juiste belichting schoof, gaf hij een korte
verklaring. „Geschilderd in de Campagna,
geschilderd in Rome, geschilderd aan de Si-
ciliaansc.he kust, geschilderd in toet park to
Versailles, tenminste in studie; het andere
moeten u de schilderijen zelf maar zeggen;
zoo niet, dan is hei zonde van het mooie
linnen."
Hans gaf geen antwoord. Hij ging voor de
schilderijen staan en verdiepte zich in hun
taal. Iüct was hem, of het niet de taal - der
landschappen was, die uit de bizonder tref
fende schilderstukken sprak, maar alsof hij
de laai vernam van een menschcnziel, die
hier. ver van hel woelige handelslevcn, ge
komen was om to hidden. Hoe kon een
mensch zóó innig gevoelen, en zijn gevoelens
zóó hartstochtelijk weergeven! Een mensch,
die zoo spottend het leven doorging als
mijnheer von Springe!
„Hoeveel innerlijke liefde moet ge In u dra
gen," zei hij zacht. „Zoo kan alleen iemand,
schilderen, die gelukkig is."
Springe legde den arm om zijn schouders.
„Innerlijke liefde? Jongen, ge zijt een dich
ternatuur. Maar eerst moet ge ouder zijn,
dan zullen we ook over het geluk praten.
O zalige onschuld, alsof liefde eu £bluk het
zelfde was."
„Is dat dan niet zoo?" vroeg Hans ver
baasd.
„Zeker, zeker. Stel u gerust. Ge behoeft
daarom uw eerste gedichten nog niet dade
lijk in het vuur te gooien. Maar als ge eens,
wat de hemel verhoeden moge, u vergist
hebt in een vrouw, die ge hebt lief gehaid,
wees dan niet verbaasd, dat, voor zoover
ge een kunstenaar zijt, uw kunst duizend
maal rijker wordt. Het is daarmee als mei
een wilde rozenstruik, die de schoonste ro
zen geeft, wanneer ze bloeit op de puinhoo-
pen van een burchtruïne. Het entgeld dat
de hemel betaalt. Voor eiken druppel bloeds
een dubbele kroon. Lijkt u dal niet?"
„Ik zou toch liever..."
„Uw bloed behouden? O, zeker, daarvoor
is ook een recept te vinden. Onverschillig
zijn voor alles, wal minderwaardig blijkt te
wezen, en niet jammeren, als men bemerkt,
«lat een mooi ding maar een stuiversprul is.
Dat houdt een mensch merkwaardig lang
jong; en jong zijn, dat beleekent liefhebben.
Puuklum, Schwamm d'rüber!"
„Mag ik u nog iets vragen?" vroeg do
jong© gymnasiast aarzelend.
.Jteste jongen, ik ben niet alwclond. Ieder
moet van het leven zelf zijn dosis wijsheid
koopen."
„Nog één ding. Gelooft u dal dat vele
vrouwen stuiversprullen zijn?"
„Kom eens hier bij het raam," zei Springe
na een ©ogenblik zwijgen. ,.Ik zou u graag
•eemj in de oogen zien. Dus u bont reeds
verliefd..."
„Neen, neen," protesteerde bijna onver
staanbaar de jonge man blozend.
„Aha, zei de schilder ironisch, „de strijd
tusschen de goede opvoeding en d© stem
der natuur. De hoofdzaak is, niet bang
zijn."
„Ik ben niet bang, dat zweer ik u. Ik ben
slechts onwetend. De dames, die ik heb lee-
reu kennen in mama's salon..."
„Geen biedhten," zei Springe en streek hom
•vaderlijk over de gloeiende wangen: „En
wat die situi verspril Hen betreft, mijn !>eate,
domme jongen neem u steeds in acht voor
vrouwen die behaagzucht met liefde, zin
nelijkheid met hartstocht verwisselen. Dat is
afschuwelijk lorrengoed udl de rommelibazar.
En luister nu eens, mijn beate, als ge van
plan zijt-, hier op burcht Springe sentimen
teel te wonden, dan gooi ik er u met uw
contrabande uit. Dat is het recht van het
huis! Begrepen?"
Hij trad naar buiten op de veranda, die
dicht begroeid was met wijnranken. De han
den op de balustrade geleund, keek hij om
hoog naar den hemel, waaruit de eerste
schemering neerdaalde. Na ccnige oogen-
blikken keerde hij zich weer om. Uit zijn
oogen lachte weer die zegevierende vreugde.
„Kijk nu eens hier dit hoekje, beste jon
gen! Wijnranken boven, wijnranken bon eden,
wijnranken aan alle kanten. Doet je dat
niet verlangen naar een bowl? En straks
komt de maneschijn en touvert zilveren Jich
jes op den gouden wijn. En men drink
louter kostbare schotten. Waarlijk, drintee
is niet de laagste kunst. Menschen, die ni<
drinken, haat ik als de grootst© lafaard
want ze zijn bang, in vervoering te geraket
Wij' echter..." Ilij viel zich zelf in de redt
„Kom, laten wij liet toch liever door d
daad bewijzen."
Ilij ging naar dc deur en riep de gang ii
„Friedrich Leopold Burchtgeest, battclie
verschijn! We willen een bowltje drinken."
De oude heer kwam meesmuilend uit
kanier ernaast nangcloopen.
„Be boodschap hoor ik wel, maar... pr
pos, wil je ine niet «ven aan je gast voo
stellen?'
„Mijnheer Hans Steinherr Mijn vader."
„Stoiniherr?" herhaalde de oude hee
„lliu ja de naam is me niet heel
maal vreemd
„Hans Steiiulxerr?", woonachtig in de Gr
ventoorgerohaxissóc, leerling hoogste klas
gymnasium, in de toekomst een groot of 1de
man, zooals hel valt, in liet heden echt<
mijn vriend, mijn jongst© vriend. Dit sign
lement, mijn levenswijze vader, zal voor u
menschenkennis voldoend© zijn. Bekijk
het voorwerp maar eens wat meer v«
nabij."
„Daar mijn zoon en ik vrienden zijn,"
de oude stramme heer, en schudde den jo
gen man dc hand, zijn zijtoe vriertden m
vrienden. Laten we dat eens vieren. D
is toch maar de hoofdzaak."
W*rêt vtriilfj.