Tweede Blad.
9d' Jaargang.
Zaterdag 8 April 1911.
BUITENLAND.
KOLONIËN.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
816.
B0IB
Ja D.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per poat- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentifcnmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. TelepHoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.50.
Elke regel moer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cenrt» bij vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaateruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot
het horhanld advertooren in dit Blad, btf abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toogezonden.
itak
sor.
- Niet naar Berlijn
Pakijs, 4 April '11.
In Le Journal vaai don eersten April komt
ken bescheiden n-oot voor, betreffende de
route, die de vliegmachines zullen volgen,
■welke aan den wedstrijd, van Juni zul'len
deelnemen.
Volgens het oorspronkelijke plan lag ook
Berlijn op diein weg en was door den ge
meenteraad dier stad ook een som uitge
loofd als premie voor de overwinnaars.
Thans is echter de routeParijis, Luik),
Utrecht» Brussel, Londen, Parijs
Berlijn is van het lijstje geschrapt, hoofd
zakelijk, omdtft de Journal beschuldigd
werd, de geheimen dei' 1 unlutsdliecp vaart
aan Duiitschioind te verradien en te verkoo-
pen».
Welke geheimen?
In 1903 is eene aulomobiehtochl georgani
seerd Parijs—Berlijn. Nli«emand heeft «toen
van verraad gesproken- Waarom zou dius
hiervain wol sprake zijn, nu die lochit dooi
de ludlul gaal? Omdat, zegt men» de vlieg
machine ecu oorlogswapen is. Doch waar
het geheim"? De si uur li eden vaai alle
flaiudiem. komen hier onderricht nemen, tot
ztCJs in heil miWladre kamp, en bestudeeren
daar al de détails der Franse he lucht
scheepvaart. Het buitenland is vrij die zelf
de „wapens", waarvan het geheim ritoel be-
waaru worden, hier te koopen. En dus
Verschillende Framsche aviateurs hebben
needjs i(n het huiiteakumd' gevlogen» o-ot i-u
Berlijn. Waarom verandert ditzelfde feit in
verraad, wanneer men in groep le Berlijn
vliegt?
Waarom ook betitelt men .niet -met dezelf
de benaming het feil, dal de aviatewrs vaat
Juni in, Holland, België en Engeland zullen
gaan.' Wal Engeland betreft, zou men nog-
als argument kunnen opgeven, dal dit een
bondgenoot is van Frankrijk en er dus van
ver koopen der geheimen en van verraad
geen sprake is. Maar België? Maar Hol
land?
De oplossing van dde raadsels is niet
moeilijk te Minden» wanneer men rekening
houdt, met de concurrentie weiixe hier be
slaat tusschen de Matin en Le Journal.
Hel eerste blad heeft, zooals mem zich ze
ker herinnert, verleden jaar zomer de „Cir
cuit de l'Esl" georganiseerdeen wed
strijd, zooals nu de Journal op touw zet,
maar alleen door Frankrijk gaande. Na
tuurlijk wil Le Journal zijn tegenstander
overtreffen, en daar de vliegkunst sindsdien
enorme vorderingen heeft gemaakt, kan het
i blad thans een veel langere route voor-
I sohr ijiven.
I Hierdoor ontstaat nabuur lijk nijdige jalou-
Mie bij de Matin en om zijn woede te koe-
I len» vindt het blad niels beters da<n ge-
I bruik te maken van de i at wat prikkelbare
I stemming van hel publiek, dat in gewone
omsta negheden waarschijnlijk minder noti-
I tie .nemen zou van die alarmkreten. Doch
I thans, nu we nog mididen in de polemiek
zijn, tusschen Frankrijk en Duitschlatndi ber
I treffende het „Légion Etrangère!" thans
I vindt de kreet „verraad!" gehoor bij een
I deel van dat publiek.
Docth de Matin, die misschien nog nooit
zoo patriottisch is geweest ais de laatste
maanden, speelt in werkelijkheid een ze«r
gevaarlijk spel. En aan den anderen kamt
der grenzen moclut men ook wel wat voor
zichtiger wezeul
Wtelke dwaasheden zijj* den kaatsten 'ijd
al niet uitgekraamdMen sprak van niets
minder dan van nn-t geweld te beletten» dat
de avikuteurs vertrokken. Men zou de vleu
gels der machines .verbrijzelen. Of wel, als
zet toch vertrokken, en toch boven Berlijn
vlogen, zou men er zooiang op schieten, tot
dat ze «eerpfoftenl...
Zeker! dat is niet de gedachte van liet
Duitsche volk over het adgemoenevenmin
ils hier eenlge heethoofden de nalie zijn.
Maar de pers heeft in onzen tijd te veel in
vloed». dan dal het niet haar plicht zou
wazen wat voorzichtiger en gematigder te
zijh
ls de redevoering van dien heer Bethmaain
I lob weg, in den Rijksdag gehouden (30
Maart), geen waarschuwing?
Hij wijst er op, dat de oorzaken der oor
logen tegenwoordig ve<el vontkomen uil het
verschil lussohen. de volkoren, die zich zoo
gemakkelijk laten influence eren.
,.Deze oorzaken moeten dukwijfc gezocht
worden in liet hatelijke opzweepen dioor een
onverantwoordelijke pers".
Een waarschuwing aaui enk «He Dturtsdfoe
bladen,. Maar ook aan de ..Martin"
Wal wil de Matin? Een Oorlog? Maar zou
men dan niet geneigd zijn, juist da,t blad
le beschuldigen vaai gebrek aan vaderlands
liefde - En ak eenmaal dat oogenblik
aanbreekt, zal men roepen.: „Naar Berlijn!
naar Berlijn!" Of clirt verwezenlijkt zal wor
d-en blijft een vraag, waarop men geen ant
woord durll geveiiDoch ai ware diit zoo,
was hier geen pracht va-u gelegenheid, om
dat „Naar Berlijn" iop eene andetrc wijze
lot werkelijkheid te brengen? Srtaart Frank
rijk niet voorop, wat de vliegkunst betreft?
Naai- .Berlijn! naar Berlijn! Ditmaal n/iet
met kanonnen. maar op mooie, bJanlae vleu
gels 1 Wal zou hij fier gewapperd hebben,
ome Frantselie vlag, in der Berlijnschen
hemel, trortsoh op het genie en op den moed
van (ie natie. Wat dat geen werkelijk zege
vierende intocht in Berlijn geweest?
Helaas! niet naar Berlijn!
En dit alles om een kleingeestig geschil
tusschen twee dagbladen, die aan 'hunne
concurrentie een patriotische kwestie ma
ken!
Want ook de hcele zaatk van het Vreem
delingenlegioen zou veel minder in opspraak
gekomen zijn, had niet een „onverantwoor-
detij.AC pers" er een'coneurrentiezaak van
g ©maakt. In November publiceerde Le Jour
nal hel geval Weissrockdieize, tot het Le
gioen bchoorende, zou een prooi geworden
zijn der wilde dieren.
Natuurlijk spraken de Duitsche bladen er
ov©r. Doch daar dit gevaii uitaoaiderirog is en
geen regel, zo-u al liee-l spoedig de kalmte
weergekeerd -zijn, als de Matin niet vinnig
geantwoord had en -toen ai de Journal van
verraad had beschuldigd. Op dat hatelijke
geschrijf, bewaarden, op hun beunt, de Duit
sche bladen het stilzwijgen niet. En steeds
gaat dut door.
Wat Le Journal betreft, deze houdt zich
thans kalm en bedaard. Dal liet blad publi
citeit gaf aan. lid geval Weissrock getuigt
meer van wijsheid dan van verraderlijke
bedloelingen. Hel blad herinnert zich hoe
fataal voor ons die optimistische tactiek is
geweest, ziooals Maréohal Lcboouf die beoe
fende Zijn woorden„Er cmrtbroekt zell9
geen knoop aau een slohkous" zijn bekend.
Ongelukkig ontbrak er meer dam knoopen
aan bet leger van „70". Een meer wijze
tactiek is de fouten en-gebreken onder de
oogen te zien en ze te verbeteren vóór het
te laat is!
Neefego.
OOST-INDI E.
De Pest op Java
Bij hel departement vag Koloniën is
licdct.middag het volgende regeeringslelc-
gram ontvangen, gedateerd 7 April, omtrent
«Ie pestgcvallcn op Java.
Gisteren 7 gevallen, 1 doode. Een op vijf
dezer gerapporteerd koorlsgeval bleek pest
ti- zijn. Vele koortsgevallcn bleken malaria
te zijn. Nieuwe kourlsgevallen zijn gerappor
teerd en worden medisch onderzocht. Jn
principe is besloten lot de afsluiting van hel
personenvervoer en dat van goederen, be
doeld in de pestordonnantie tol afsluiting van
noordelijk Lawang, westelijk Djoerang,
Kerah, Nogantatig, Soember I'oetjong en oos
telijk Socmberscnae. De bedoeling is bet per
sonenvervoer te heropenen, zoodra aan alle
grensstations een desiofecticdicnsl georgani
seerd is.
WEST-INDIE.
Killinger'© samenzwering in
Suriname.
Voor het Hol van Justitie le Paramaribo
ving Maandag 13 Maart, des morgens kwart
voor negenen de behandeling aan van de be
kende zaak-Killinger, waarvan wij in een
vorig nummer een inleiding gaven.
Beschuldigd het misdrijf le hebben gepleegd
van samenspanning, lie de verandering der
regeering ten doel beeft (op welk misdrijf
artikel 56 van hel Wetboek van Strafrecht de
doodstraf stelt) staan terecht:
1. Frans Pavel Yaclac Killinger, of weJ
Franciscus Killinger, zich teekenende F. Kil
linger, oud 35 jaren, inspecteur van politie,
geboren te Ilodenyi (Hongarije);
2. Louis Ferdinand Arduin, oud 31 jaar,
agent van politie der 2e klasse, geboren in
Suriname;
3. Jatan, oud 49 jaar, agent van politie der
2e klasse, geboren in Britsch-Indië;
4. James Adolphus Hughes, oud 31 jaar,
agent van politie der 3e klasse, geboren in
Deinerara (Britsch Guyana);
5. Emile Frcderik Sporkslede, oud 31 jaar,
agent van politic der 2e klasse, geboren in
Suriname;
Johannis Adolf Arduin, oud 12 jaar, op
zichter op den houtzaagmolen „De Een
dracht". geboren in Suriname.
7. Willem Charles Arduin, oud 40 jaar.
schrijnwerker, geboren in Suriname.
Jn de instructie zijn door beklaagde Kil
linger afgelegd de verklaringen, waarvan ons
stuk van gisteren in het kort een overzicht
geeft. Deze verklaringen worden thans door
hem bevestigd Verder verklaart hij, dat hij
Suriname heeft lief gekregen als zijn tweede
vaderland en dat hij overtuigd was, dat met
ijzeren hand moest worden ingegrepen oni
de toestanden te verbeteren. Niet door
evolutie, alleen door revolutie achtte hij dc
stervende kolonie te redden. Hij was boven
dien overtuigd, dat hel moederland blij zou
zijn op een fatsoenlijke manier van de ku-
lonie, die eelt lastpost is. af Je zijn.
Wal den president deed vragen of Neder
land hckl. had verzocht het van dien last
post te bevrijden. In den loop van het ver
hoor, dat aanvankelijk niet veel meer dan
theoretische bespiegelingen oplevert, ver
klaart Killinger verder, dal liij gaarne alle
schuld, ook van zijn medebeschuldigden, up
zich neemt.
Dc tweede beschuldigde, de politieagent
L. Arduin» geeft in zijn verklaringen een
overzicht van de wijze waarop Killinger
hem in zijn plannen heeft ingewijd en er
toe overgehaald. Killinger oefende, volgens
bekl.. een onweerstaanbare macht uit over
alle ambtenaren. Maar bekl. ziet nu in, ver
keerd te hebben gedaan door Killinger te
volgen en dat diens plan niet uitvoerbaar
was.
Wat, de feiten betreft, komen de verkla
ringen van L. Arduin evenals die der meeste
andere beschuldigingen overeen met de op
gaven van Killinger.
De vefliooren der vijf andere beklaagden
komen in hoofdzaak op hetzelfde neer als
die van Killinger en van I... Arduin.
In 't algemeen doen de beschuldigden
geen moeite ter terechtzitting om zich door
slimmigheidjes te redden. Hun eenig
excuus is, dat zij sterk onder invloed van
Killinger stonden, in wien zij een onbeperkt
vertrouwen stelden en door wiens plannen
zij overtuigd waren de kolonie tot grooten
bloei te zien komen. Zooals Hughes het uit
drukt zij waren bereid, voor het land dat
zij lief hadden, zoo noodig hun leven te of
feren.
Wel zegt in den loop van de behandeling
de bekl. Jatan, dut hij nooit ernstig van
plan is geweest mede te doen, wat na ©enige
volgende vragen en antwoorden Killinger
brengt lol de uitspraak, dat hij tot zijn
droefheid ziet, dat hot verraad niet buiten
maar in het koniplot schuilde. Bekl. Johan
Arduin voert lot zijn verdediging aan, dat
hij had voorgesteld een commissie te be
noemen. Wal de president deed opmerken,
dat commissies je in den regel verder van
het doel brengen.
In verband hiermede is hel slot van de
zilliug van dien dag als volgt
Hel Openbaar Ministerie vraagt ten slotte
aan Killinger, waarom hij zijn beweerde
grieven omtrent dc kolonie alleen aan Duil-
schers heeft medegedeeld. Waarom niet ge
klaagd bij de bevoegde politieke personen!
in Nederland, die de macht hadden veran
dering te brengen, of de pers te baat ge
nomen?
„Killinger: Er zou dun misschien een com
missie zijn benoemd, die ecu lang onderzoek
zou doen, om eindelijk een groot rapport uil
te brengen, dat ad acta zou worden gelegd.
Ik ben bel eens met den President, dat com
missies niets geven. Zij geven uitstel en af
stel. (Onderdrukte toejuichingen bij het pu
bliek!)
Het Openbaar Ministerie: Ik ben het niet
met u eens. De vrijzinnige pers zou zeker
haar medewerking niet hebben onthouden,
doch ik zal niet verder op de zaak ingaan.
Gedurende dc beide eerste zittingen gaf het
publiek meermalen blijk van goed- of af
keuring, wat de president cenige malen met
ontruiming deed dreigen. In de derde zitting
wordt het duidelijk, dat de stemming onder
hel publiek voortdurend gunstiger wordt
voor Killinger. Als hij zich gedurende de
pauze even voor een der ramen vertoond,
wordt bij met hoera begroet.
De derde zitting was geheel gewijd aan
getuigen-verhooren, die weinig nieuws op
leverden. l)e adjtinct-ispeoteur K. D. Vlieze
kreeg een Ier echt wijzing omdat hij de mede
deelingen van een der getuigen over dc om-
wenlelingsplatihen als een grap had opge
vat. Itij had werk bthooren Ie maken van
het geval, te meer omdat Killinger ook hem
had gezegd hem noodig le zullen hebben voor
iets groots.
Aan 'l slot van de zitting wordt nog ge
hoord Adolpiiina Wons, oj? verzoek van ver
dediger Fernandes gedagvaard.
Deze getuige, voormalig huisbediende van
Killinger, verklaart «lat deze op zijn lesse
naar een gipsbeeldje van Napoleon had
staan, en baar eens gezegd heeft, dat zij
alles in huis mocht breken, behalve dit
becklje, dal hij als een „godheid" beschouw
de.
Bij het vertrek weerklinkt uil honderden
kelen op staart een: leve KiljingfCr! In de
fort Zcelandi» heeft zich ook een menigte
opgehoopt, die Killinger luide toejuicht. On
der weg neemt Killinger e enige koeren den
hoed af voor de menigte en herhaalt het
zelfde als hij in 'l fort uil het rijtuig is ge
stapt. om daarna in de gevangenis te ver
dwijnen.
Ook Louis Arduin wordt bij het wegrijden
door dc menigte hartelijk toegejuicht.
De vierde zitting was gewijd aan het ver
hoor der deskundigen.
De kapitein-commandant der troepen, de
heer F. G. Ilirschmann gaf een uiteenzcRing
waarom z.i. het plan Killinger^ absurd was
en deelt in antwoord op hem gedane vragen
cenige bijzonderheden mede omtrent dc or
ganisatie van dc bezetting. Daarna worden
gehoord dc drie geneesheeren, die Killinger
meer of minder langen lijd geleden hebben
behandeld.
De heer M. I'. Heilbron heeft een jaar of
zes geleden Killinger behandeld wegens sla
peloosheid en als gevolg daarvan zenuw
achtigheid. De heer J. F. Nasay verklaart
hetzelfde. Hij beschouwt de zenuwachtigheid
van Killinger mede als een gevolg van een
neus-poliep, waarvan Killinger in Europa
is geopereerd. Bij zijn terugkomst vond deze
deskundige, dat Killinger nog opgewondener
was dan vroeger, en viel hem ook wel zijn
houding op, als hij, steeds gewapend mot
een ministerportefeuille, over straat, ging,
doch bepaalde psychologische afwijkingen
heelt hij niet opgemerkt. De beer Dragten
ten slotte beschouwde Killinger vóói zijn
vertrek naar Europa als lijdende aan Je*
kelijke Slapeloosheid en tropische bloedar
moede, doch ook deze deskundige heeft im
mer bepaalde storingen der geest vermogen*
opgemerkt.
Van liet eind der zitting verzoekt de Pre
sident de beschuligdcn. zich op weg naai
de gevangenis minder aan le steil Ml, door
mei hoeden te wuiven enz.
De beschuldigden voldoen aan dit verzoek.
Alleen wordt door Killinger die weer on
der een hoeraatje wegrijdt een paar maal
gegroet.
Tol zóóver de verslagen in de lot nog lOtf
ontvangen Wesl-lndische bladen, 'n dc vijf
de zitting was de procureur-generaal aan
het woord, wiens eiseh wij reeds in een vorig
nummer vermeldden.
JB
de gedachte, samen mei Hannes naar Sprin
ge's atelier te gaan. Hij moest een overval
zijn in optima forma. Hij wilde, dat1 Spring©
hel meisje plotseling, onvoorbereid zien zo",
een eigen oordeel over haar zou kunnen vel
len. Behalve noi en dan vluchtige toespelin
gen. had hij zijn vriend nooil over het meisje
gesproken, noch haar naam genoemd.
Arm in artn klommen ze de trap op naar
de woning van de Springes ©n Hans beid©.
Zooals gewoonlijk <le©d de oude hew
open.
Toen hij ,het jonge j»aar zag bleef hij vol
verbazing staan.
„Parbleu!" zei bij, en mankte een buiging
als uit een ouderwetsdhe. gracieus© menuet.
„Die geinici.. kalendermak.Ts! Maken die
kerels j© wijs. dat Itet Dccembei is en voor
dc deur staat de lente! Treed binnen schoone,
kleine jonkvrouw!"
liet jonge meisje in haar zwarl astrakan
manteltje en baar bonten mutsje, trad blozend
binnen. Doch haar gevoel van eigen
waarde was opge'wek t door deze rid
derlijke begroeiing en dadelijk voel
de ze zich aangetrokken lot den jovialen
ouden beer. 1>< antwoordde zijn groef met
zulk een djop buiging, als ze waarschijnlijk
nog nooit gemankt had, i n toen hij haar gc-
hand>ehoend handje vatte om er den ridder-
kus oj» te drukken, voorkwam ze hem, on
kuste /iju mooie witte irislocrntenhand.
„Zojm-rvogcUje." zei hij met e*n guitig
la oh je. Toen ging hij in postuur staan, maak
te nogmaals een buiging en zei
„Mag ik zoo vrij zijn mijn kleine jonkvrouw:
Yon Spring©; de oude, maar alleen wat ge-
boorlo-jaartal betreft."
Wnrdt i©n©/jr</.
'I
VAN
RUDOLF IIERZOG.
Hans knie-Me voor hoer n©er en verborg
hel hoofd in haar schoot.
,,\Ya-t (toot idbait goed!" rei hij uit het dUapst
vain zijn Ivairt. „Wat ->en je tocJh hof!"
Hij kuste lunair kleedje en zij drukte haa-r
wang op zijn haar.
„Zweer me, dat je mijn vrouiw worden
zuil. Dwt je op me wachten zult, wart or ook
gebeuren mag!"
Ze zwoer het, niet een innógen klank in
lunair stem.
En hij gaf haar als antwoord duizenden
jongcois-ecdcn.
„Kom Hans," zei ze eind©]ijk, „groortmoe-
'tor wacht. Ze vertrouwt op mij."
Hij stond op. en hand in hand gingen
ze weer terug, a!i> x in deren. Door den stil
len tuin, voorbij de zandsteenigoden.
Juffrouw Sta hl was in den tuin van het
café ingedommeld. Hans liet »cn rijtuig
inspannen en reed met zijn gasten terug naar
de stad. De oude vroww dommelde weer in
onder het rijden, moe van den last van den
arbeid, d© zorg en de jaren. Tegenover baar
zat het sprookje, dat zich jeugd noemt, on
tuurde zalig glimlachend naar de eeuwig©
sterren
HOOFDSTUK VII.
De na herfst begon mei regen, en liet bleef
regenen tof ver in December. In -den. Hof-
garten lagen de kleurige bladeren verrot op
den grond, en bedekten de paden e» wego11
met een modderig©, zachte massa. De koude
wind floot over den Rijn, waarop d© scheep
vaart zeer verminderd was, daar de passa-
giers-pleizicrbooteiv niet meer voeren. Een
crisis dreigde in verschillend© takken van nij
verheid, en de voortdurende regen maakte de
algemeene stemming nog somberder.
Hans ©n Hannes merkten van dit alles niets,
i Ze wisten slechts dat het gouden tijdperk was
aangebroken, e" als z© op straat de menschon
hoorden schelden op het hondeweer, dan
lachten z© ©n zegenden den regen. Onder
I één paraplu, dicht naast elkander, doorkruis-
ten ze de buitenwijken der stad, ol brachten
den brugwachter in verbazing door uren lang
de leege schipbrug op en neer te loopen.
Hans en Hannes hooiden en zagen niets,
dan zichzelf. Beiden leefden ze in een nieuwe
wereld, ieder trachtte het leven van den
ander tot zijn eigen leven le maken. Het
meisje bleek daarbij ©en sneller aanpassings
vermogen te bezitten, dan de jonge man.
Met baar onbewust vrouweuinstinkt, voeiu^
ze, wat haar wolopgevoeden vriend vreemd
aandeed in haar ongeboden natuur; ze zag
nu, dat lieigeen ze eerst had gehouden vOör
aangeboren voornaamheid slechts aauge-
leerde vormen waren, en wonderlijk snel wis»
re zich hiernaar le plooien en te schikken.
Ze zagen elkander eiken avond tusschen zes
en zeven, wanneer Hans het voornaamst© deel
van zijn huiswerk afbad. De hoek van die
Pempelforterstraat was de plaats van samen
komst, en meestal gingen ze dan dadelijk den
Hofgarleu in. Als Hans in zijn gummijas
kwam, had Hannes ook een yummimantel
aan. Z© verzweeg dat ze li©m gekocht had,
voor hetgeen ze gekregen had voor het Fran-
cesdageg! waad. D© elastisch© stol deed de
slanke meisjesvormen nog meer uitkomen» en
gaf haar iets volwassens, iets rijps.
„Wal ben je toch mooi,' zei Hans. „AE
een «verkleed© P»g4'. Ik durf j© bijna niet
aanzien."
Ilun gesprekken -gingen niet diep; maar
telken©, wanneer ze .van elkander gingen,
hadden ze het gevoel, also! ze wereldwijsheid
hadden opgedaan.
In hel stormweer, dicht naast elkander on
der de paraplu» bloven z© soms midden op
de straat staan, en luisterden» half zalig, half
angstig, naar iets onA-erklaarbaars, ie*s on
rustbarends, iets wonderlijks. En liet wa«
slechts het kloppen van hun harten, dat ze
van elkander voelden cn hoorden.
Eindelijk was er vorst ingetreden. Het
hep tegen Kerstmis. Verscheidene regenach
tige Zondagen had Hans van juffrouw Sta hl
■gddaan gekregen, dat hij z© bij haar, in de
eenvoudige huiskamer, door mooht brengen.
Want op Zondag, den cenigen vrijen dag
der oude vrouw, verliet haar kleinkind naar
niet. Nu in het jonge meisje het g-hi-im der
vrouwennatuiu- tot openbaring kwam, ver
dubbelde baar liefde voor d© oud© vrouw,
die haar lici naaste was in haar jong leven.
En in liol hart der oud© vrouw werd alle
jeugdige lieTdc weer wakker.
Ze sprak veel met Hans. Rustig, ernstig,
op de haar eigen manier. Ze liet hem tel
kens een blik slaan in haar leven, haar ze
ventigjarig leven, waariu zeventig jaren der
menschheid werden weerspiegeld. All© rich
tingen van haar tijd en tijdgenooten, alle
Uwaasdieden, deugden en ondeugden van het
mens>chdom, hadden een spiegelbeeld achter
gelaten bij de oud© vrouw, ©n ze mengde dc
beelden dooreen in haar kaleidoscoop, cn
hield dien voor aan den stil luisterenden jon
gen man:
„In al deze dingen zocht dc luensahcid
he» geluk. Ziel gij liet in ecu van deze din
gen?"
Maar Hans zag het niet.
„lik zie liet in iets geheel anders," zei hij
nu t zijn warme jongensstem.
„Dat deden dc anderen van huis uit ook.
Maar z© waren te zwak om voor de menschen
hun meening staande tc houden. En daarbij
scheen het andere dikwijls gemakkelijker en
roemrijker, voornamer of sdhooner voor het
oog; en ze weken van hun eigen weg af en
namen zijpaden. Dan vonden ze gemak,
roem, voornaamheid en schoonheid. En liet
geluk, hel kinderlijke, eenvoudige en 'och
boven alles alles zegevierende menschen
gel uk? Ik ben nu zeventig. N raagt u eens aan
menschen, die zoo oud zijn als ik, wat zc
aan titels en ambten zouden willen geven,
voor datgene, wat zij... toen zc jong waren,
voor hen uit zagen liggen op den rechten
weg. Toen ee zich schaamden voor de op
vattingen hunner jeugd, hun impulses. Weet
u wat dat is: zich schamen? Schaamt© is laf
heid."
Hans daohi dikwijls en lang over deze
laatste woorden na. Want hij had gevoeld
en begrepen, dart d© oude vrouw zc met een
bedoeling tot hem gezegd luid. En telkens,
als hij een gevoel van schaamte in zich voe'.-
kle opkomen om Hannes, dan onderdrukte hij
dit met alle geweld ©n zei tot zichzelf:
„Schaamte is lafheid."
Op zekeren Decemberavond kwam Hans op