3
De Voorzitter. Ik zal thans het voor
stel van den heer Gerritsen in stemming
brengen. Ik breng in herinnering, dat het
voorstel strekt om het schrijven van de com
missie voor kennisgeving aan te nemen en
mech» te deelen, dat, mochten regenten tot
andere gedachten zijn gekomen, de raad
gaarne zal medewerken tot. de herziening
van het reglement.
De heer K a m. Mijnheer de Voorzitter, als
dat voorstel wordt aangenomen, is dan daar
door deze reglementsherziening vervallen?
J>e heer Gerritsen. Dat moeten regenten
weten. Zoodra regenten inzien, dat het wenr
schel ijk is hel verlangen van den raad te over
wegen in eene vergadering van regenten en
regentessen te zaïnen, is het te verwachten,
da' zij bij elkaar zullen komen en zeggenc
Dat kunnen wij gemakkelijk toestaan.
De Voorzitter. Ik moet er op wijzen,
dat de heer Gerritsen zioh een verkeerde
voorstelling maakt van de wijze, waarop de
reg-lomcntsiherziening lot stand 'komt. liet
artikel van hel geldende reglement bepaalt,
dal eene commissie, samengesteld uit leden
van het college van regenten en van den raad,
'het ontwerp maakt van het .nieuwe regle
ment. In hel ontwerp, dal op die wijze is
samengesteld, kan gcenc verandering wor
den gebracht. Mem kan het ontwerp verwer
pen en daarmee is de zaak uit. Maar het
ontwerp terugzenden aan regenten, dal kan
n&et
De 'heer Gerritsen. Br zijn twee par
tijen, die bij elkaar gebracht moeien wórd-en.
De raad heeft -dien wonsch te kennen- gegeven
om een artikel te wijzigen. Dan moet het
a-ndere deed ook bij elkaar komen om daar
over l-e beraadslagen. Men kan niet doen zoo-
als de eoimmis's'ic en eenvoudig zeggen: Wij
doen er niet aan.
De heer Veis II e y -n. Mijnheer de voor
zitter, ik ben bereid hel voorstel van den.
lieer Gerritsen te steunen. Als de raad vindt,
dat het noodig en wcnschelijk .is d-f herzie
ning van het regiem-ent zoo breed op te vat
ten als de heer Gerritsen het wit, da-n ben
ik bereid mede te weriken om regenten in
de gedegen-heid te stelüén dat inader te over
wegen. Dal is immers de bedoclftig van het
voorstel?
De -heer J o r 1 s s e n. Mijnheer de voorzit
ter, ik zal ook voor -het voorstel van den
heer Gerritsen stemmen. .Dat komt imij voor
de beste oplossing te zijn. Als wij nu door
gaan met de zaak en een besluit -nemen over
hel reglement, dan za-1 de commissie ons
amendement verwerpen en daarmee is de
zaak van de baan. Om de zaak niet van de
baan te krijgen al kan het een lamge baan
worden is de eenige oplossing de aanne
ming van het voorstel van den heer Gerritsen.
De heer Veis He y n. Ik wil -meegaan met
het voorstel, omdat -ik niet den indruk wöl
geven als li-d van 'die commissie, dat het mij
te doen is oan Rechthaberci. Ik heb in de com
missie meegewerkt tot het 'besluit, dat daar
genomen is op grond dat de commissie de
herziening van het reglement heeft te ont
werpen. Maar nu blijkt, dat men verlangt,
dat ook de andere regenten -in de gelegen
heid zullen worden gesteld om den wensch,
die door den raad is uitgedrukt te overwe
gen, kan Ik voor het voorstel stemmen, dat
daartoe gelegenheid wil verschaffen.
De lieer Gerritsen. Mijn-heer de voor
zitter, op het laatst door den heer Veis Hcyn
gezegde wil rk nog antwoorden, dat ik in
derdaad meen. dat -de kwestie hier thuis be
hoort. Ik vind, dat het niet op onzen weg
ligt de beslissing te krijgen op de wijze zoo
als door de commissie is voorgesteld. Het
ligt op den weg van regenten en regentessen
om weer bij elkaar te komen tot bespreking
van de zaak. Dan zal h^t afhangen van dat
college om aan de led-en, die .het in de com
missie vertegenwoordigen, hetzij dezelfde in
structie te geven of eene gewijzigde opdracht
te verleenea. Maar ik houd mij overtuigd, dat
zij zullen zeggen: Als de raad het wil, dan
zullen wij het doen.
De heer Oosterveen. Mijnhec.r de voor
zitter, is de bedoeling, dat het gewijzigde re
glement nu niet in behandeling komt?
De heer G c rr i t s e n. Neen, zeer zeker
niet. Als mijn voorstel wordt aangenomen,
dan gaat hel reglement terug naar de com
missie en zal kunnen worden overwogen of
regenten cn regentessen bij elkaar moeten
komen om de zaak opnieuw te overwegen.
De heer van Kalk en. Mijnheer de voor
zitter, toen ik de vergadering van de com
missie heb meegemaakt, is mijne eerste vraag
aan den voorziltcr geweest of hij de regen
ten had gehoord naar aanleiding vau de te
rugzending vaa het reglement door den raad.
Daarop is mij geantwoord, dal de regenten
wel degelijk gehoord waren. Ik achtte bet in
-belang van de zaak, dat zij gehoord zouden
worden. Het is duidelijk, dat de commissie
heeft besloten niet de wijziging te brengen in
het -besluit, -die door den raad wordt gc-
wenscht. Maar ik l>en overtuigd, dat dc com
missie zal -handhaven de -richting, die is na
gedacht en besproken in Ihet -belang van hel
Burgerweeshuis. Dat stond op den voorgrond
en moet steeds op den voorgrond staan bij
iedere wijziging van het reglement. Terug
gezonden kan het ontwerp-reglement niet
worden. Maar als de heer Gerritsen wil dat
de regenten nader in de gelegenheid zullen
worden gesteld om de zaak -te overwegen,
dan zal ik daar niet tegen zijn.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter, ik wil nog eene kleine wijziging bren
gen in -mijn voorstel, w-aardoor dal nu ai-
dus -luidt: -aai* -R-egeniteni en- Regentessen te
antwoorden dat die raad!, mo-chtcn- Regenten
en -Regent-essen -tot andere gedachten- aam- de
commissie zijn gekomen, s-teedfc bereid zal
worden- bevonden tot -een rcglementsherzie-
nlin.g mede te werken.
De heer Veis Il-cyn. Mijnheer de voor
zitter, -ik zal aan hel gewijzigde voorstel
gaarne mijne stem geven. Ik ben daartoe vol
komen bereid.
De beer van E s v e 1 d. Het voorstel wil
dus -dat eene punt aan het oordeel van re
genten en regentessen onderwerpen, opdat
later weer de -zaak hier -zal' kunnen terugko
men.
De heer Oos ter veem. Mag ik nog even
het woord-, mijnheer d-e voorzitter?
De Voorzit ter. U hebt reeds dnie ma
len -het woord gevoerd.
De heer R ij k e n s. 1-k ben er tegen, dat
men voor de vierde of de vijfde maa-1 het
woord voert. Er -moet eenmaal een grens
zijn. Anders komen wij nooit tot een eind.
De Voorzitter. Als er geen bezwaar
tegen -bestaat, dan zal ik den heer Oosterveen
nog het woord verleenen.
De heer Oosterveen. Ik zou alleen
-eene informatie willen wagen. Als het voor
stel wordt aangenomen, dan is liet regle
ment voorloopig van de baan. Moet dat dan
wachten, totdat de regenten en regentessen
weer komen bij den raad?
De heer Gerritsen. Ja totdal zij ant
woord hebben gegeven of zij zich kunnen
vereenigen met het denkbeeld van den raad.
De heer Oostcrvccn. Dus als zij zich
er niet mee vereenigen, dan zal de raad niet
bereid zijn mee te werken tot de herziening
van het regiement?
De heer Gerritsen. Dat zullen wij dan
zien. Wij moeien dat afwachten.
Bij de stemming wordt hel voorstel van den
heer Gerritsen aangenomen met 15 stemmen
tegen 1 stem. Tegen stemde de lieer van Es-
veld.
5. Voorstel van B. en W. tot horbenoeming
van dc gemeente-heel- en vrocdmccstcrs dr.
H. W. Schreuder en arts H. II. E. Morren.
De rieiiwe benoeming zal gelden tot 1 Ja
nuari 1912.
Dc Voorzitter verzoekt den hccren van Kal
ken en Veis Heyn als stemopnomers (te fun-
geeren.
De heer v n E n s t. Mijnheer de voorzit
ter. ik wil mededeelcn, dat ik mijne sollicita
tie voor de betrekking van gemeente-genees
heer intrek.
Do hoeren Schreuder en. Morren worden
het benoemd met algemeene stemmen.
6. Voorstel van B. en W'. betreffende de be
noeming van oen gemeente-geneesheer (va
cature J. \Y. Jorisscn).
Dc heer Jorissen wenschl voor eene her
benoeming niet in aanmerking te komen. Dc
aanbeveling van B. en W. luidt: dr. F. A. F.
Gronoman en arts A. Kamerling.
Dr. Groneman wordt benoemd mol 9 stem
men. Op den heer Kamerling zijn 7 stemmetn
uitgebracht.
De Voorzitter. Ik maak van deze ge
legen beid -gebruik om den heer Jorissen dauk
te betuigen voor de diensten, die hij gedu
rende veie jaren aan de gemeente als ge
meentegeneesheer heeft bewezen.
(Teeltenen van instemming).
7. Voorstel van B. en W. tol tijdelijke ont
trekking aan den openbaren dienst van eeni
ge gemeenteterreinen, en machtiging tot ver
pachting dier terreinen, als staanplaats voor
de jaarmarkt 1911.
Dit voorstel is gelijkluidend aan het ver
leden jaar genomen besluit.
S. Voorsll-eil van B. en W. lot wijziging der
'beg-rooling. dienst 1911 (gasleiding Barch-
man Wuytierslaan).
In verband met hel besluit van 27 April
1909, no. 140, moet de -begroot iixg Voor 1911
aangevuld worden -met een artikel, waarop de
bijdragen van de particulieren, ingevolge dat
besluit -te 'betalen -voor de aansluiting vare
-hunne peroeelen aan d-e gas- en- waterleiding
in de Barehman Wuyü-erslaaii, kunnen wor
den verantwoord.
Wordt z. h. o. conform besloten.
9. Voorstel van- B. en W. tot aankoop vair
eenige peroeelen achter den Koppclpoorlwal.
Het voorstel strekt om deze pcrcee-len, tc
zanten groot 134 MJ., aan te koopen voor
f 1000.
Dc heer R u y s. Mijnheer de voorzitter, met
hel voorstel van B. en W., zooals liet daar
ligt. kan ik mij niet vereenigen. In hunne
toelichting zeggen R. en W„ dat hunne be
doeling met dit voorstel is het plamitsoen- -Ie
verfraaien. Als d-aft echter dc bedoeling is,
dan ka-n -daaraan beter worden- voldaan,
door voor de porreden eenige heesters te
plaatsen, waardoor zij aan het gezicht wor
den onttrokken. B. en W. zijn van plan de
woningen af te breken. Dan krijgen wij een
inham van 131 M2., die open komt en waar
door een ander gedeelte voor den dag komt,
dat -minder aangenaam is om ie aanschou
wen. De grond komt l.j Meter lager te liggen
dan de begane grond van liet plantsoen. Dat
zal eene plaats zijn. waar minder aangename
dingen kunnen gebeuren. Wat den prijs be
treft, als men rekentt, dat uit de opbrengst
van dc afbraak dc kosten van sloopen en die
van de afscheiding van het belendend perceel
zullen worden betaald, dan, zal deze grond
ons 8 per M2. kosten. Dat vind ik nog al
hoog. In ue derde plaats, als wij liet voorstel
van B. cn W. aannemen, dan zullen wij zeker
meer aanbiedingen krijgen vau eigenaars, die
hunne peroeelen aan (het plantsoen van de
hand willen doen. Om al deze redenen meen
ik dal dit voorstel geen aanbeveling ver
dient.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter. ;k had niet gedacht, dat ik over deze
zaak het woord zou voeren. Ik ben van oen
tegenovergesteld gevoelen als de vorige spre
ker. Ik ben B. en W. dankbaar, dat zij met
dit voorstel zijn gekomen. Als wij deze per-
cceicn niet afbreken, dan hebben wij de kans.
dat zij zullen worden gebruikt als pakhuizen
en bergplaatsen van allerlei ruilen rommel.