w°. m.
Vrijdag 21 April 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
f 1.00.
- 1.00.
0.05.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 nmnden voor Amersfoort
Idem franco per post
Afzonderlijko nummers
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vddr 11 uur
's morgens b® de Uitgevers in te zenden.
Uitgever»: VALKHOrF ft C».
Utrechtschestraat 1. Intercom*!. Telephoonnumnter 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
f o.ao.
- O.IO.
Van 1—8 regels
Elke regel moer
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 «ents bfl vooruitbetaling
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedryf bestaan" zeer voordoeligo bepalingen tot
hot herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement Xene
oirculairobevattende de voorwaarden, wordt op aaavraa«
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Geiien artikel 41 der gemeentewet,
Brengt ter kennis van dc ingezetenen, dat de Raad
dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 25.
April aanstaande, des namiddags te li ure.
Amersfoort, den 20. April 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUUT1ERS.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet.
Brengen ter kennis van het publiek, dat een door
F. W. Servaas ingediend verzoek, met bijlagen, om
vergunning tot het oprichten van eene smederij
met gasmotor van 2 P.K., in het perceel alhier ge
legen aan de Breedestraat No. 39 bij het Kadaster
bekend onder Sectie E, No. 35/4 op de Secretarie
der gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag
den 4. Mei aanstaande, des voormiddags le half elf
ure gelegenheid ten Raudhurze wordt gegeven om,
ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een
of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten
van de inrichting in te brengen.
Tot bet beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurisprudentie,
alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7
der Hinderwet voor liet Gemeentebestuur of één
of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne
bezwaren mondeling toe te lichten.
Amersfoort, den 20. April 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester.
S. G- STENFERT KROESE. WDIJTIERS.
Politiek Overzicht
Moeielijkheden in Portugal.
De voorloopige kieswet, die in Portugal
is uitgevaardigd, moet volgens <le verkla
ring van de voorloop ige rogeering dienen
om eene Kamer te krijgen, die ,,<len gecon
centreerde!! "wil van hei volk" zal voorstel
len. Maar het wordt meer en me.r onzeker
hoe die wil zich zal doen gelden. In aanslui
ting aan wat wij onlangs daarover hebben
medegedeeld, verdient een artikel de aan
dacht, dat de Frankf. Ztg. ontving van haren
correspondent. Deze Schiv maakt eene ver
gelijking tusschen de stemming in Portugal
kort na de uitroeping van de republiek en
thans. Toen vond hij op eene rondreis van
het zuiden tot het uiterste noorden overal
dezelfde houding, zeer welwillende verwach
ting. Zelfs de kringen, die moesten zeggen,
dat zij onder het republikeinsahe régime
slechts konden verliezen, gaven onverholen
uiting aan hunne voldoening over den val
van de monarchie, uitgaande van de overal
verspreide meening, dat net niet slechter zou
kunnen worden dan het in de laatste jaren
was. bij deze algemeen gunstige opvatting
kwam een buitengewoon voordeel ige econo
mische toestandde oogsten van de beide
laatste jaren waren zóó voortreffelijk, dat er
geen invoer van graan noodig washet han
delsverdrag met Duitschland oefende zijni
invloed uit op de vermeerdering van den
wijnuitvoer en de koloniale producten, inzon
derheid de caoutchouc, stegen iop de wereld
markt belangrijk in prijs. Bij deze natuur
lijke omstandigheden kwam de houding van
de mogendheden, die niet al te veel leed
voelden over den val van de rotte monarchie.
Zoo vcreenigde zich alles om aan de jonge
republiek een ongestoord, genoegeHjk leven
te kunnen voorspelen.
Al te snel echter zijn de zwakke zijden ge
bleken van de aan het beWind geroepen
mannen. De minister van buitenlandsohe za
ken verklaarde twee dagen na de uitroeping
van dc republiek, dat een van de eerste maat
regelen van dc voorloopige regeering zou
zijn, dat het volk zou worden opgeroepen
om nieuwe vertegenwoordigers te kiezen. Het
heeft zes maanden gediuurd voordat de dag
van de verkiezingen werd bepaald. In den
tusschentijd heeft de regeering eene reeks
deels onnoodige, deels voorbarige wetted
ingevoerd, en thans doet zich in het volk
eene steeds verder gaande ontevredenheid
gelden, waarover alle verklaringen, die de
minister Ma chad o aflegt bij de weketijksohc
ontvangst van de vreemde dagbladschrijvers,
ons niet kunnen misleiden. De telkens te-
rugkeerende verklaring, dat er geen censuur
wordt uitgeoefend, verdraagt zich slecht met
het feit, dat de telegrammen van ide buiten-
landschc correspondenten gemiddeld eene
vertraging van 4 a 5 uren ondergaan, omdat
de toeslemming van den minister wordt ge
vraagd voordat zij warden verzonden. Zelfs
wordt soms van lieu gevergd, dait zij zich,
met den minister over den vorm waarin een
telegram zal worden verzonden, vooraf zul
len verstaan.
„Bij zulk eene handelwijze gaat de Schr.
voort kan de regeering ziich er niet over
verwonderen, als wij hare maatregelen met
een zekeren argwaan beschouwen. Men kan
ons zeker niet verwijten, dat wij de republiek
niet met groole welwillendheid hebben be
groet, want hare opkomst beloofde oen
nieuw tijdperk voor Portugal. Nu komen
echter dag aan dag hier dingen voor, die de
zwakheid van de regeering bewijzen, zooals
b.v. het gevitl-Paiva Conceiro en de muiterij
van de werklieden in het arsenaal, waarbij
men niet te doen had met een man of drie,
vier, zooals dc minister ons wilde doen
gcloovcn, maar waarbij drie a vier afdee-
lingen elk van 100 a 200 man meewerkten,
van wie meer dan de helft met automatische
pistolen gewapend was. Ook de opstootjes in
de provincie getuigen er van hoe „tevreden"
het volk is. De verklaring van den Spaanschen
minister Canalejas over „de Portugeesche
monarchalen, die in Vigo den val van Dom
Manuel bewecnen", geeft in haar tweede ge
deelte, dat van aanmoediging van de Spaan-
sche revolutionairen uit Portugal spreekt en
tc verstaan geeft, dat Spanje hierover reeds
in Lissabon bezwaren heeft ingebracht, een
wenk, die niet kan worden misverstaan over
dc gevoelens van den naburigen staat van het
Iberische schiereiland. Verder verdient het
niet tc loochenen feit de aandacht, dat in het
gehcele land samenzweerders zitten. De ver
klaringen van minister Machado, dat men te
doen heeft met geheel ongevaarlijke, belache
lijke pogingen, verdraagt zich niet met de
dagelijks voorkomende arrestatiën van sa
menzweerders en met de onlangs uitgegane
aanschrijving, dat de provinciale autoritei
ten met kracht moeten optreden tegen ieder,
die zich legen den nieuwen staatsvorm uit
spreekt. Eene regeering, die zich werkelijk
voelt in het bezit van de macht, heeft het
niet noodig de inlandsche pers te muilban
den, de buitcnlandsche te chicaneeren, steeds
scherpere maatregelen tegen oproerlingen te
nemen en iedere week haar best te doen.het
buitenland er van te overtuigen, dat alles vol
maakt in orde is.
/«Men moet zeer naïef zijn om niet achter
de coulissen te kunnen zien en te constatec-
ren, dat de oude maagkwestie in nieuwen
vorm weer opkomt. Men kan aan de tegen
woordige machthebbenden het verwijt niet
besparen, dat zij met onvoldoende voorberei
ding aan het afbreken zijn gegaan. Zij wilden
alles uitroeien wat er van de monarchie aan
wezig was. Zij hebben de elementen afge-
stooten, '«lie zich bereidwillig tot hunne be
schikking stelden, en zoo hebben zij thans te
strijden met een gebrek aan beschikbare
krachten, dat hen reeds noopte voormalige
Fr.'.nquistcn op posten van vertrouwen te
plaatsen. Van den nood een deugd makende,
heeft Machado gezegd, dat de republiek niet
let op politieke geloofsbelijdenissen. Om te
weten hoe het met de partijtucht is gesteld,
is het voldoende dc verschillende bladen
door tc lezen. Men kan dan zich er oene voor
stelling van maken wat wij in de toekomstige
Kamer 'e hooren zullen krijgen. Ik heb mij
tut dusver nog nooit bezig gehouden met ge
ruchten, die niet zijn te controlecren; maar
thans reken ik mij verplicht de meening weer
te geven van vele goede kenners der omstan
digheden, le meer omdat ik mij ook niet van
eene zekere vrees kan onthouden. Deze mee
ning houdt in, dat de volgende weken eene
tegen-omwenteling zullen brengen en dat het
zeer onzeker is waarop die zal uitloopen, om
dat dc samenzweerders in ruime mate be
schikken over het voor het voeren van een
oorlog noodzakelijkste materiaal, namel/ijk
over geld."
Duitschland.
B r u n s w ij k, 2 0 A p r i 1. Het internatio
nale Koloniale instituut begon heden zijne
vergadering In dit jaar. Van de buiteniatxL
scthe leden zijn dc Hollanders zeer talrijk op
gekomen, o. a. is de oudnminister J. T. Crc-
-mer aanwezig. Prins Hendrik komt heden
om aan de werkzaamheden deel te nemen.
Frankrijk.
In verband met de onlusten in hel Cham
pagne-gebied zijn in het Marne-departement
nog verschillende personen in hechtenis ge
nomen, o.a. een zekere Lecachcur, een der
aanstokers van het oproer te Ay. Te Parijs is
gearresteerd Ernest Dupuits, alias Renaudel,
een anarchist van de daad, die eveneens in
den opstand betrokken was. In verband met
de. in Champagne gepleegde plunderingen
zijn te Parijs huiszoekingen verricht in de wo
ningen van talrijke anarchisten.
Wanneer de Gaulois juist ingelicht is, dun
zijn in de puinhoopen van de Ayalakèlders
de lijken van verschillende opstandelingen ge
vonden. Vermoedelijk is aan deze lieden de
terugweg afgesneden, toen het gebouw in
brand werd gestoken. Volgens loopende ge
ruchten moeten nog meer personen op de
zelfde wijze in andere kelders om het leven
zijn gekomen.
In de Champagne duren de arrestatiën on.
afgebroken voort. Bij velen van de naar de
gevangenis gebrachte brandstichters en plun
deraars wordt eon gedrukt stuk gevonden,
dat onder den titel: „Het zwarte boek van
de moordenaars van Champagne" eene lijst
bevat van de als bedriegers en ve-rvalschers
aangewezen personen, wier wijnkelders en
fabrieken het voorwerp van verwoestingen
en plunderingen moesten zijn. Dit „zwarte
boek" is in Parijs gedrukt en schijnt in zeer
talrijke afdrukken naar de Champagne te
zijn gezonden. De huizen, die le lijden hebben
gehad van den inival der vernielers, zijn alle
in heb zwarte bock opgeteekend.
Uit den omtrok van Reims en Epernay tolt
men 150 arrestatiën.
Het Journal des Dé kils onderzoekt de vraag
wie aansprakelijk zijn om de vele nnllioenen
beloopcnde schade tc vergoodeu, die is ver
oorzaakt door d© plunderingen, vernielingen
cn brandstichtingen. Het antwoord is niet
zeer bemoedigend. De gemeentewet van 1334
verklaart, dat d« gemeenten aansprakelijk
zijn voor «le schade, op hun gebied aan per
sonen en goederen veroorzaakt door samen
scholingen van gown penden of ongowapon-
den. Maar een volgend artikel heft deze aan
sprakelijkheid op in drie gevallen: wanneer
do gemeente kan bewijzen, dat zij all© maat
regelen heeft genomen, die in har© niaoht
waren om de onlusten te voorkomen, of als
er een oorlogstoestand is, of als zij geen be
schikking heeft gehad over politic en gewa
pend© macht. Ook op de vcra-nt-woond eflijk-
lieid van den staat scuijnt een beroep te
kunnen worden gedaan, in gevallen zooails
dat van de stad Ay, die met voordacht aan
plundering werd overgeleverd, terwijl dio
troepen gebezigd worden om Epernay te be
waken. Maar d© wet, die in dit geval gunstig
is voor d© benadeelden, is het nog meer voor
de omwenteiingsgezinden en voor de gemeen
ten, die voor hen de vlag strijken. Eene wet>
die de aansprakelijkheid van de gemeenten
en van den staat duidelijk regelt, ontbreekt
voor 't oogenblik; een© commissie van den
senaat heeft dit. onderwerp sedert 1907 jn
studie.
Engeland.
Het lagerhuis heelt in zijn vergadering na
Pasehen, die duurde tot den volgenden mor
gen om half vijf, de beraadslaging over het
eerste artikel van de „parliament bill" ten
einde gebracht. Het artikel is aangenomen
met 143 tegen 78 stemmen.
Itaüib
R o ni e, 2 0 A p r i 1. De Paus lijd aan een
lichten aanval van jicht. Zijn toestand is he
den iets beter.
Servifi.
In de Servische pers wordt dc ontmoeting
van Keizer Frans Jozef met Koning Peter,
waaromtrent nu na langdurige onderhande
lingen overeenstemming is verkregen, als ge
heel impopulair bij het volk voorgesteld. Er
wordt beweerd, dat de openbare meening
hiervoor volstrekt niet warm kan wórden,
laat staan geestdrift voelen. Vele blad«n,
waaronder liet orgaan van de samenzweer
ders, dc Swono, gaan in hunne aanvallen te
gen dc regeering nog veel verder. De Swono
dreigt zelfs Koning Peter en spoort hem aan
te voren afstand te doen van dc kroon, als
hij werkelijk zich tot liet doen van eene knie
buiging naar Pest wil begeven.
Marokko.
In een officieus bericht, opgenomen in de
Parijsdhe pers, wordt verklaard, dat het
thans nog onmogelijk is tc zeggen of het
noodig zal zijn een expeditie-colonne naar
Fez te zenden of niet. Als de toestand
daar wanhopig modvt worden en die toestand
van de vreemde instructeurs en van do
Europeanen is het, dan zal Frankrijk geen
oogenWik dralen om hu«p te verleen en. Deze
expeditie, die zonder eenigc bijgedachte
wordt ondernomen, zal een internationaal
opzicht kunnen teweegbrengen, omdat alle
vreemde regeeringen weten, dat <1© politiek
van Frankrijk eerlijk en oprecht is e" zich
daarom niet zal verwijderen van de akte van
Algeciras en van de met verschiWende staten
gesloten verdragen.
Do laatste berichten uit Fez zijn van den
12en dezer. Volgens die berichten is majoor
Bremond nog niet naar Fez terug gekeerd.
Hij moet op den terugweg, in overeenstem
ming met het bov©l van kolonel Mangin nog
een beslissende» slag tegen dc belegerde
Beni Utirs beproeven. De leden van dc Fran-
sell© militair© missie hebben bevel gekregen I
hunne uniformen met Arabiereitkleeren to I
verwisselen, hetgeen misschien de conclusie I
rechtvaardigt» dat Mangm plan heeft tot eenl
uitval om de operatic» van Bremond tc on-I
idersteuncn.
Dc regeering heeft van den .Fransehen con-1
èul in Fez bericht gekregen, dat, daar de I
Ouled-Djama den sultan in den steek hebben I
gelaten, de stad geblokkeerd is. Een aanval I
van de Beni Mtir hééft den 12en plaats gehadl
op Fcz-el-Djcdid, maar de aanvallers zijnI
met verlies teruggeslagen. Verder berichtteI
dc consul nog, dat de sultan den wenschl
heeft uitgedrukt, dat dc harka van het Chau-f
jagebicd zich onder het bovel van den kalifl
van Casablanca El Mrani en gezamenlijk mctl
dc door de stammen Dukala eb Beni Meskirl
gevormde contingenten naar Rabat en in hctl
Gharbgebied zouden begeven. De Fransche rel
geer in g heeft aan generaal Moinier onver- V
wijld het bevel doen toekomen, zijne mede-f
werking te verleencn tot eene spoedige vcr-1
wezenlijking van de wenschcn van Moeleyl
Band.
Dit besluit van den sultan om Fransche]
hulp in te roepen, is een tceken, dat zijn
toestand wanhopig is en hem geen anderen]
uitweg meer laat.
In eene blijkbaar ofïicieuse nota wordt op-I
gemerkt, dat het voor 't oogenblik in dc be-J
do©!ing ligt den tocht tot het vcrlcenen vanl
hulp slechts door uit de inboorlingen aan-l
geworven troepen te laten uitvoeren; als 1
noodig is, zullen zij door de Fransche strijd J
krachten ondersteund worden. De opvatting!
dat een mnrsch van Fransche troepen nnaiT
Fez voor dc deur staat, is minst génomexf
voorbarig, want dc Fransche regeering isj
voornemens eerst den sultan alle pogingei
om zich met inboorlingen tc helpen te iatenl
uitputten. Als het noodig blijkt eene expe
ditie naar Fez tc ondernemen, dan zal did
gelijktijdig van de Algerijnschc grens en van
Casablanca uit ondernomen worden.
Oost-Azie.
In het grensincident, waarbij een Japanned
door Chineesche politicagenten was gedsOO<|
en verschillende van zijn landgenooten wan
gewond, heeft China de Japansche regeer in J
volkomen genoegdoening gegeven. Alle Chlï
neesche politiemannen, die het incident hch
ben veroorzaakt, zullen streng gestraft wo
den, dc chef van de schuldigen zal eene f
risping krijgen en de gewonde Japanner]
znhen schadeloosstelling ontvangen. Verder 4
beloofd, dat de Chineesche politic zich aim
mer meer zoo zal misdragen. Aan den Japan;
schen consul zal een officieclc brief van ver]
otitschuldiging gezonden worden.
Vftr«*nl£d« Staten.
W a s h in gt o n, 2 0 A p r i 1. Presid
Taft heeft heden met Knox, doi|
staatssecretaris, en met verschillende con]
greslcden, onder wie leden van de commissi
voor buitcnlandsche zaken uit het Huis vaJ
Afgevaardigden, een onderhoud gehad ove]
den toestand aan de Mexicaansche grett
Men deelt mode, dat de president heeft vcrl
klaard, dat er moeilijkheden waren te vcrl
wachten met het oog op dc gevechten, di|
dicht bij de Amerikaanschc grens werden gcr
leverd. Maar er zijn twee partijen noodig on
oorlog te voeren. Hij was overtuigd, dat
Mevicaansche regeering doet wat zij kan, or]
aan de grens omzichtigheid te betrachten
Hij was niet beducht, dat er zich een geval
zal voordoen, dat ingrijpen of inmenging il
36 TAK
RUDOLF HERZOG.
e—
„Vindt, ge mij nog altijd zoo vreesclijk?"
vroeg ze glimlachend.
Hannes schudde zwijgend het hoofd, dat
ze nog steeds aan de borst der vreemde dame
verborg.
Wat deed dat haar goedl Wal was het zoo
heerlijk rusten! Ze voelde de zachte deinende
beweging, ze kon eiken hartslag tellen. Ze
verroerde zich niet en drukte alleen dc
lippen op de japon van mevrouw Stelnherr.
„Mijn liefje..." zei deze peinzend. „Mijn
liefje..."
En weer vroeg ze zich verwonderd af, hoe
ze aan deze woorden kwam, die ze anders
nooit gebruikte.
„Dus u hebt mijn gr ooien jongen lief?"
ging ze na een oogenblik voort, „En dat
maar zoo achter den rug om van mama, die
men voor een vogelverschrikker houdt?"
„O, u bent zoo móoTP' riep Hannes en ke©k
met lachende kinderoogen naar haar op.
„Kindlief, wat zijn dat voor vleierijen! Wie
van ons heidén is mooi? Misschien was ik
het eens, toen ik zoo jong was u. Maar nu
ben jij het."
„Neen, neen!" riep Hannes stormachtig,
..u bent het nu nog. O, zoo mooi word
ik mijn leven lang niet,"
Margot stond vlug op om haar verlegen
heid te verbergen. Zij, die dag aan dag der
gelijke woorden hoorde van officieren van
het garnizoen en hooggeplaatste ambtena
ren. en ze dan altijd aanhoorde als iets van
zelfsprekends, zij werd verlegen als een jong
meisje van zestien, dat voor de eerste maal
hoort van haar bekoorlijkheid, bij de uit
spraak van dit kind, met haar helderen blik
en jeugdige geestdrift. Werkte deze jeugd
dan aanstekelijk?
Ze liep eenige malen peinzend de kamer
op en neer. Eindelijk bleef ze voor Hannes
staan en zei
„Juffrouw Johanna, geef me uw handje
eens. Zoo. En daarbij zullen wc het van
daag laten. We hebben elkaar nu gezien en
gesproken, en moeten nu eerst eens overden
ken. welken indruk de een op de ander ge
maakt heeft. Ik denk," voegde ze er met een
bemoedigend knikje aan toe, „dat dit niet
moeilijk zal zijn uit to maken. Beloven kan
ik u nog niets, tenminste -niets, dat niet al
leen mij persoonlijk aangaat. Mijn man Is
gewend er zijn eigen beschouwingen op na
te houden en daarnaar te handekn. Maar
it bent immers nog zoo jong en zult kunnen
wachten, vooral, -nu u weet, dat er met mij
te praten valt. Of weet u dat niet?"
„Ja, zeker," stamelde het meisje.
„Welnu, kom dan zoo nu en dan eens
bij mij. Morgen middag, op dit uur. Pas
maar op, we worden nog goede vriendinnen,
en zullen samen complotten smeden gaan. Ik
hoop uw grootmoeder ook te loeren kennen.
Dag kindjelief. En denk er om tot mor
gen!"
Zwijgend boog Hannes zich over de blanke
dameshand en kuste die. Toen hief mevrouw
Steinherr het gezichtje van het jonge meisje
met de hand onder de kin omhoog en kuste,
haar op het voorhoofd.
„Nu, tot morgen.
Buiten op straat wachtte Springe op haar.
Hij vroeg niets, en eenige oogenblikken gin
gen ze, zonder spreken, naast elkander
voort. Maar het zwijgen bracht hen nader
tot elkander.
„U bent het dus met mij eens?" vroeg ze
eindelijk plotseling en bleef staan.
„Omgekeerd, mevrouw, u bent het met mij
eens. en dat doet me onuitsprekelijk genoe
gen."
,yOm het- kleine lieve meisje?"
..Neen, om u mevrouw. Begrijpt u mij?"
Én ze begreep, wat hij bedoelde.
„Heeft het kleine ding ook bijzondere ga-
Vtn, die ontwikkeld zouden kunnen worden?
Ik zou zoo graag iets voor haar willen doen."
„Zc is bizonder muzikaal. Het zou wel
de moeite waard zijn, haar voor den zang
te laten opleiden."
„Zc moei me morgen eens wat voorzin
gen. Dan zal ik met een zangonderwijzeres
spreken."
„Zou ik ook mijn steentje mogen bijdra-
gen?"
„Springe," zei ze, „kun je me dan geen
enkele vreugde gunnen?"
„Gedeelde vreugd is dubbele vreugd. Ten
minste voor mij. Ik ben nu eenmaal een
egoïst."
„Ja," zei ze, „met mij zou het net zoo
gaan. Wij beiden, als gezamenlijke pleeg
ouders..."
„Nu hebben we al een gemeenschappelijk
kind."
„Springe!" bestrafte ze hem, maar ze
moest toch om hem lachen. „Je bent en
blijft ©en onverbeterlijke..."
„Optimist," beëindigd© hij haar zin. „Men
moet den Heer voor alles danken."
Hij bracht haar tot voor haar woning en
ze sc heidden met een kameraadschappelijke»
handdruk.
Den volgenden dag was Hannes gekomen,
en ze kwam in het vervolg bijna eiken dag.
Het duurde langen tijd, voor zc zich op
haar gemak gevoelde in de prachtige groot©
vertrekken. Het was niet do weelde, die
haar -drukte, maar het onzekere gevoel, dat
ze dit huis in- en uitsloop als een dievegge.
De g«ïcst van Philipp Steinherr zweefde,
voor haar duidelijk zichtbaar, door de ver
trekken. En al wist ze den fabrikant ook
overdag ginds op de fabrieken en al was ze
er zeker van, dat ze geen overval te duchten
had het krenkte, terwillc van haar geliefde,
haar meisjestrots, dat ze zijn vaderlijk huis
niet betreden kon afcf een gast, die door
allen gaarne gezien werd.
Met helderen blik bestudeerd© Margot haar
jeugdig vriendinnetje. Ze wilde het karakter
in al zijn ontwikkelingsvormen leer en ken
nen. En juist die stille ziek strijd, dien zij
zag, vergrootte haar sympathie. Toen ze
eenmaal volkomen zeker was, dat haar gene
genheid voor dit uiterlijk schoon© en inner
lijk zoo hoog gevoelende schepseltje een
blijvend en steeds groeiend gevoelen was, be
gon ze met vaste hand de ontwikkeling cn
opvoeding van haar beschermelinge te rege
len.
Zc bracht haar zelf naar ©en zangleerares,
en toen deze enthusiast verklaarde, dat er
in het kleine ding een altzangeres schuilde
van buitengewone gaven, regelde ze dadelijk
Hannes' zangstudie, zoodat het meisje drie
maal in de weck les kreeg. Maar daarb
liet Margot het niét. Zé zorgde, dat Haimc
weer les kroeg in vreemd© talen, én voord
na «eniger tijd nu eens in het EngeUcfc
dan weer in het Fransch met haar het g<
sprek. Ze liet haar goed© en mooie bocke
lezen en leerde haar spelend al die klein
eigenschappen, die een vrouw als gast
gastvrouw zoo iets aangenaam innemend
geven. Toon de herfst1 ten einde liep imv h<
winterseizoen begon, liet ze het meisje ee
enkel© maal naar concerten gaan of nas
den schouwburg, <lie toen juist op zeer hoe
peil stond. En wanneer zc dan weer bij
kander waren, liet «ze Hannes haar indru
ken beschrijven, verbeterde ongemerkt ha:
smaak en legde haar vriendelijk uit, w
voor baar begrip nog onduidelijk was g
bleven.
D© herfst was nu reeds lang voorbij,
universiteitsvacautie was ten einde, en Ha:
w.is otet gekotnen. Hij wat met ©enige zijn
medestudenten uit Bonn dadelijk een vaca
tiereis gaan maken, tot groot genoegen VJ
zijn vader. -Deze was hem op zijn tcrugre
tegemoet gereisd ©n had- hem in Bonn a
blauwe huzaar achtergelaten.
Wêrdt vervlfd.