S'. 33». Dinsdag 2 Mei 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS. 9"* Jaartrnnf. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franc» per post - 1.50. Afzon.lorlijk nummert.- 0.05. Deze Courant verschyut dagelyks», behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zendon. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60. PRUS DER ADVERT EN TIËN: Van 1—5 rogols f 0.50. Elke regel moer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bodryf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald adverteoron in dit Blad, by abonnement. Eone circulairebevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 33 der Kieswet Brengt ter openbare kennis, dat de door het Ge meentebestuur genomen beslissingen op de ingeko men verzoekschriften om verbetering der kiezerslijst 1911.1912 voor deze gemeente, voor een ieder ter Secretarie zijn nedergelegd en in afschrift tcgcu be taling der kosten verkrijgbaar gesteld. Amersfoort, 1 Mei 1911. De Burgemeester voornoemd, WULfTlERS. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken nis van belanghei>bendcn, dat in de gemeenten Maars- seveen en Laag Nieuwkoop gevallen van mond- en klauwzeer en in de gemeente Driebergen een geval van vlekziekte bij varkens zijn voorgekomen. Amersfoort, den 1. Mei 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De Burgemeester van Amersfoort brengt ingevolge medodeeliivg van den Burgemeester van llougland, d.d. 29 April 1911, ter kennis van belanghebbenden, dat zich in die gemeente een geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan. Amersfoort, den 1. Mei 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht De Frangche actie in aiarokko. i>c regeering van de 1-rauscne republiek b U bij de mededeel ing, die zij aan de on- Qerlcekenaars van de akte van Algeciras ueeft lalen doen van de door liaar genomen maatregelen om hulp te brengen aan de Fransche militaire missie te l*'ez en aan de daar gevestigde Europeanen, de verzekering gevoegd, dat zij daarbij door niets anders wordt geleid dan door den wensch om die hulp te verkenen en de orde te herstellen inet eerbiediging van de souvereinileit van den sultan. Wanneer men nagaat hoe die ver zekering is ontvangen, dan straalt daarin vrij algemeen de opvatting door, dal er roden bestaat het eindoordeel nog le reserve eren. Dat Frankrijk zich genoopt heelt gevoeld, in Marokko militair in te grijpen, kan na tuurlijk aan andere staten niet aangenaam zijn of gewenscht voorkomen. Elk militair optreden heeft de eigenaardigheid, dal men wel weet waar het begint, maar niet waar het eindigt. Daar komt bij, dat de overtui ging van de noodzakelijkheid van een mili tair optreden alles behalve algemeen is. De berichten, die van Fransche zijde gegeven werden over den toestand van den suhan, zijne mehalla en de Fransche instructeurs, zijn 'van andere zijde als veel minder drei gend voorgesteld. Dit gaf aanleiding, dat uil de commentaren, die aan deze berichten wer den vastgeknoopt, wel eens een zeker wan trouwen in Frankrijk's bedoelingen door straalde. In Rome heeft men niels dan lof voor de gematigdheid en de omzichtigheid, waarmee Frankrijk tot dusver is opgetreden om in Marokko een normalen toestand in 't leven \e roepen. In Weenen constateerde de N«ue Freie Presse, dat Frankrijk voor zijne reke ning en risico de expeditie naar Fez onder neemt en dat daartegen geen bedenking zal worden geopperd, wanneer de Fransche troepen, nadat zij zich van iiuune taak heb ben gekweten, de hoofdstad van Marokko weder verlaten. Duidelijker klinkt een waar schuwende toon in de opmerkingen van de Fester Lloyd, die schrijft: „De Fransche staatslieden mogen 't niet als vijandigheid beschouwen, als hun aanhoudend beroep op de force majeure niet overal de gcwenschte ontvangst vindt. Wanneer Cruppi ondubbel zinnig elke verovcringsgezindheid van zich afwijst, dan verdient dat zeker de aandacht; maar voor 't oogenblik wordt de uitwerking daarvan verminderd door verschillende ge beurtenissen, die in schijnbaar verband staan. Men onderschat in Parijs allerminst de moeielijkheden, die eventueel voor Frankrijk zouden voortvloeien uit de internationale ge- dachtenwisseling over eene langdurige bezet ting en men zal daarom er naar streven die le voorkomen". In hel algemeen beweegt zich de opvatting ook van de Engelsehe pus in deze richdng. liet duidelijkst straalt in de commentaren van de Duitsche pers door, dat men niet ge heel zonder bezorgdheid gadeslaat hoe de zaken zich verder zullen ontwikkelen. Zoo schrijft de Köln. Zlg.: „De Fransche regeering heeft ten stellig ste verklaard, dat zij den tocht naar Fez slechts onderneemt tot beveiliging vah hare h. i. zwaar bedreigde officieren, dat zij zich streng wil houden aan de be palingen van de Algeciras-akte en de troe pen wil terugtrekken zoodra de orde her steld is. Aan deze verzekering van de re geering zal men tot aan het bewijs van het tegendeel geloof moeten schenken, maar men zal niet mogen voorbij zien, dat de re- gecring niet alle stroomingen in Frankrijk in de hand heeft en dat daar eene koloniale richting bestaat, die zeer ophakkerig ge stemd is en die reeds meer dan eens staal tjes van hare macht en haren invloed op de openbare mecning heeft gegeven. Als de om standigheden helpen, dan kan zij misschien oeus nog sterker worden dan zij heden reeds is. Hoe dit echter ook zij, voorloopig hebben w«j slechts te doen met eene regee ring, die volkomen loyale verklaringen af legt. Over de vraag of zij good is ingelicht, als zij de gevaren in Fez zoo hoog taxeert, kan men van meening verschillen; als echter deze regeering verklaart, dal zij moet han delen, omdat hare mannen anders kunnen worden vermoord, dan zal men een hiervan overtuigden staat niet het recht kunnen ontzeggen om eene expeditie tot het bren gen van hulp te ondernemen. Op zich zelf beteekent dat geene schending van inter nationale verplichtingen, die zijn aange gaan; daarom zal ook noch door Duilsch- land, noch door een anderen hij Marokko geïnteresseerden staat een protest worden uitgebracht tegen den tocht naar Fez. Dat echter deze tocht aan den toestand een kri tieken vorm geeft en dat daarmee voor alle mogelijke verwikkelingen en incidenten de deur wordt geopend, kan eigenlijk ook door de Franschen niet geloochend worden. Er zal een zeer vaste wil en groote loyauteit bij de Fransche regeering noodig zijn, om bij de Marokkaansche onderneming niet op zijwegen te geraken, die haar in tegen spraak zouden brengen met hare eigen ver klaringen. Zoolangt dat echter niet klaar blijkelijk geschiedt, zal men in bet buiten land den reddingstocht naar Fez moeten beschouwen in het licht, dat de Fransche regecring er aan geven wil. Wanneer er blijkt van fouten in deze berekening, dan zal men positie moeten nemen tegenover den nieuwen toestand." De opvatting van de Duitsche regeering komt uit in de verklartng van de Nordd. Allg. Zeitung, dat het aan Frankrijk niet kwalijk is te nemen, dat het zint op alle middelen, die het geschikt voorkomen om het leven van zijne officieren te beveiligen, maar dat het te hopen is, dat de gebeurte nissen. de Fransche regecring zullen toela ten haar programma in acht te blijven ne men. „Daar buiten te gaan, zou niet in over eenstemming zijn met de Algeciras-akte, omdat een hoofdbestanddeel van de akte een onafhankelijke Marokkaansche li eer- scher is. Eene schending van hoofdbepalin- geu van de Algeciras-akte, zelfs als zij door uitwendige omstandigheden van dwingenden aard en tegen den wil van den handelenden staat werd teweeg gebracht, zou aan alle staten hunne vrijheid van handelen terug geven en zou dus tot gevolgen kunnen lei den, die thans niet zijn te overzien. Wij kunnen echter slechts herhalen, dat er voor loopig geen aanleiding bestaat, bij de tot dusver voorzichtige houding van de Fran sche regeering eene zoover gaande ontwik keling van de omstandigheden te voorzien." Frankrijk. De vergadering van aandeelhouders van de Noorder spoorwegmaatschappij heeft een stemmig goedgekeurd een door het be stuur nan den minister van openbare werken gericht schrijven, waarin wordt gezegd, dat de maatschappijom met liet in de Kamer kenbaar gemaakte ver langen rekening te houden, aan 81 we gens de staking ontslagen beambten dezelfde pensioenen heeft verleend alsof zij wegens ziekte ongeschikt waren geworden voor den dienst Maar al kan de maatschappij d;t gel delijke offer brengen, liet is haar onmogei.jk bij algcmeenen maatregel de ontslagenen we der aan te stellen, omdat daardoor dezelfde aanstokers tot hel ondernemen van nieuwe stakingen zonden worden aangemoedigd. Bijna alle ontslagen beambten hebben overi gens werk gevonden. De maatschappij zal in- lusschcn alle klachten, die tot hare kennis worden gebracht, onderzoeken om eventueele vergissingen te herstellen. De algemeene secretaris van den bond van spoorwegmachinisten Toffin verklaarde, dat de beambten, als de maatscliappijen de weder aanstelling van de ontslagenen mochten blij ven weigeren, op alle spoorlijnen met uitzon dering van het staatsspoorwegnct een staking van 24 uren of langer zullen organiseeren. Dat in Champagne het vuur onder de asch nog altijd smeult, bewijst een voorval in het plaatsje Yertus bij Reims. Daar w<rd be kend, dat het handelshuis Courleux plan had in den loop van den dag talrijke vaten wijn naar Duitschland te zenden. De wijnbouwers schoolden terstond samen; zij vonden voor de deur van het pakhuis twee geladen vrachtwagens gereed slaan. Zij dwongen de koetsiers hun last in het pakhuis terug ie brengen en af te laden, onder bedreiging, dat zij anders de vaten zouden stukslaan. De voerlieden gehoorzaamden, de wijnbouwers controleerden de uilvoering van hun bevel en trokken daarna onder bet zingen van de internationale af. Daarmee nog niet voldaan, ontboden zij in den namiddag den chef van het handelshuis bij zich en dwongen hem, I dat hij zich schriftelijk zou verbinden geen wijn te zullen afzenden zoolang de raad van I state geen beslissing heeft genomen in de kwestie van de grensbepaling. Servië. De correspondent van de Frankl. Ztg. te Weenen deelt de volgende verklaring mede, die hij ontving van een met den toestand van Servië vertrouwd staatsman: „Het achterwege blijven van het bezoek van Koning Peter bij Keizer Frans Jozef heelt eene grootere beteokenis dan men op liet oorslc gezicht zou mecncu. Ofschoon als reden de ongesteldheid van den Keizer wordt op gegeven, is het niet twijfelachtig, dat de reden tot de afzegging niet in Weenen maar in Belgrado is tc zoeken en gelegen is in de vrees van den Koning om tegen den wil van de Servische per» en van de chauvinistische kringen de reis naar Budapest te onderne men. Dit besluit kan voor den toch reeds moeilijken toestand, waarin dc Koning en het land zoowel naar buiten als naar binnen zich bevinden, noodlottig worden, want dit terugwijken voor de gevoelspolitiek van dc staat zal tengevolge hebben, dat van nu af de souverein van Servië ook in deze vragen van het grootste politieke gewicht gahcel af hankelijk wordt van de gewaarwordingen van de zoogenaamde openbare mecning. Een te bedenkelijker verschijnsel omdat den Ko ning van Servië toch reeds door eene voor Servië zeer weinig passende grondwet de handen zeer gebonden zijn, zoodat het ko ninklijke gezag haast nog slechts een nomi naal gezag is. Van meer gewicht nog is de beschouwing van den internationalen toe stand, waarin Servië door deze afzegging ge raakt. Men zal namelijk met recht er op kun. nen wijzen, dat Servië ondanks alle ervarin gen van den laatstcn tijd politiek niet in rijpheid heeft gewonnen en dat ook in dit geval weder de gansohe onbestendigheid en voosheid van de Servische politiek voldoen de gebleken is, eene politiek uxe zous in de twintigste eeuw nog slechts door indrukken zich laat leiden en voor rcëcle politieke be langen geen begrip heeft. Daarom zullen ook voortaan de Europeesohe kabinetskansela rijen, hetzij zij tot den driebond of tot de triple-entente behooren, er mee moeten reke nen, dat er in de politiek op Servië geen staat valt tc maken en dat men ooik van dit land steeds ongowenschte verrassingen te wachten heeft. Door dit bezoek niet le doen plaats hebben, heeft de Koning aan het land en aan zijne dynastie een slechten dienst be wezen en de gevolgen zullen over korter of langer tijd niet uitblijven." Belgrado, 1 Mei. In de Skoepschtina werd een voorstel behandeld, om een rechts geding te voeren tegen den oud minister Pe- trowilsch, op grond van het feit, dat hij in 19U7 de gebroeders Novakowitsch heeft doen vennoorden. De oud-minister verklaarde, dat hetgeen hij gedaan had volkomen wettig was ge-, wcest; vreemzame middelen zouden niet gebaat hebben. Morgen valt de beslissing. Turkije. Negen aanzienlijke hoofden van den Mah's- soin, die thans verblijf houden in Mont.no- gro, hebben den sultan een telegram gezon den, waarin zij op de nederigste wijze om vergiffenis verzoeken en vragen, dat hun weder het verblijf in zijne stalen zal worden toegestaan; zij beloven voortaan steeds trou we cn gehoorzame onderdanen te zullen zijn. Een dergelijk verzoek werd door de ortho doxe hoofden van dc vluchtelingen aan den sultan gezonden. Konstantinopcl.l M e i. In een ge vecht bij Molkowatz tusscben Turken en Moulencgrijneu verloren beide partijen ieder twee dooden en één gewonde. Konstantinopel, 1 Mei. De rebellen deden op 26 April een aanval op de voorpos ten van Edhetn Pasja bij Groepa, maar wer den teruggedreven. Dc Turken verloren aan dooden en gewon den 41 man; de verliezen van de rebellen zijn aanzienlijk. Over den opstand, im Albanië wordt uit Uskub bericht, dait er steeds meer berichten komen, dat dc opgestane Malissorou van dy namiet zijn voorzien. Bij Goesünje werd een Turk'ril b.ukhuis mol de aarde gelijk go- maakt. Volgens de ©Ificieelc verliet!ijst wer den een olfioier en een gendarme zwaar go- wond. Van Uskub en van Salomki uit zijn drie hataiüons mot kanonnen voor hot trans port naar Mitrowitza opgegeven. De geruch ten omtrent de deelneming van vreeindeddn- gen aan den strijd van de opsUuidelingeir nemen meer bepaalde vormen aan. Marokko. Zooals aan de Agcnoe llavas uit Fez van 23 April wordt bericht, is do toestand daar onveranderd. Een nieuwe aanval op do hoofdstad heeft niet plaats gehad. Onder da opstandelingen heerschi oneenigheid. Een deel van de roboben is in zijn gebied terug gekeerd om een vijandelijken stam tc ver drijven, die van hunne afwezigheid partij trok oin plunderingen te bedrijven. Sedert den ben April is geen koerier uit 'langer ia Fez aangekomen. Volgens eeii ander bericht van denzelfden datum zijn de laatste dagen in Fee zeer rus tig verloopen. De daar gevestigde Europea nen vreezeu steeds niets voor hunne veilig heid. China. Hongkong, 1 Mei. Een telegram uR Canton aan dc Daily Press bericht, dat da revoluilionnairc beweging zich uitbreidt en dat men verwacht, dat ook te Canton gevoch ten zal worden. Heden liggen zeveu kanonneerbooten bij da wijk Sjainen voor anker. Berichten uit Chinceschc bron, die echter nog bevestiging behoeven, molden, dat de re- voiutionnaireu, gesteund door roovers, Woe- cliow, Weichow, Sumsjoei hebben ingenomen. Bij Talsjan heult oen hevig gevecht pLuata gehad tussolien rebellen cn keizerlijke troe pen. Een Chineesche kanonneerboot beschoot de opstandelingen en doodde er 200. Hel is moeilijk juiste inlichtingen omtrent den toestand te bekomen, omdat de telegrafi sche verbinding is gestoord. In Canton is een opstand uitgebroken. D« beweging gaat uil van het genootschap van liet groote mes. De revolutionaire partij bo- proefde tiet paleis van den gouverneur-gene raal in de lucht te laten springen. Over df verliezen is nog niels bekend; hooge ambte naren zijn echter niet omgekomen. De bewo ging is nog niet tot klaarheid gebracht, maai de opstanii vertoont geenc den vreemdelin gen vijandelijke strekking. De nederzetting 48 VAN RUDOLF HER ZOG. o— „Een stilstaand water...," herhaalde ze. „Ik herinner me, hoe ik eens op een zomer langs een der zijtakken van de Werra wan delde, waar zich een stilstaand water ge vormd had, en een grauwe, mosachtige laag bedekte de oppervlakte. Wat een treurige, troostelooze aanblik wat dat. Toen ik en kele dagen later weer op die plaats kwam, vertrouwde ik mijn eigen oogen niet. Hel grijze kleed was verdwenen, dc zon scheen op het water, en de plas... ja, de plas bloei de! Duizenden cn nog eens duizenden witte bloemen bedekten haar als niet een mantel van sterren. In zulke stilstaande wateren hoopen zich reusachtige hoeveelheden stof fen op, cn wanneer de Godheid er in vaart, ontslaat er een overweldigend bloeien..." „U bespeelt zelf de cither, mevrouw." „O neen, ik ben slechts een verrukte toe hoorster. Alles aangegrepen, wat het leven schooner maakt!" „De zon," zei Steinherr zacht, en wees naar de verte, waar zich een vaalroode streep vertoonde, die suelaangroeide en de lijn van den horizont scherp deed uitkomen. „Zonso, gang!' herhaalde hij. „O, ziet u. hoe ui het Oosten de vonken ousnallcn cn zich vereenigen? Vurige slangen kronkelen zich om den horizont. Stralenbundels schie ten omhoog, vereenigen zich tot een met gou-1 omzoomd purperen baldakijn, waaron der de majesteit der Zon als het gezegende oog Gods omhoog stijgt." „Hoe heerlijk mooi!" zei ze, maar ze keek niet over den zee. Ze zag de vervoering van den anders zoo ongenaakbaren man, cn ze vroeg zich al in hoeverre zij deel daaraan had. „Ja," ging Steinherr yoort, „heiliger mor gen kan hier beneden niet bestaan. Als het schip zoo zacht voortglijdt, als wilde het de wijding door niets storen en de gedachte aan zijn bestaan doen verdwijnen voor den adem der wereldziel!... Ginds, als een droom, het land der goden. Voor zoover het oog reikt, niets dan water en rotsen. Slechts in de verte een koppel wilde eenden. Verder niets levends..." „Niets levende...?" Ilij wendde zich naar haar om. De klank van haar stem deed hem opschrikken. En plotseling zag hij de grillige reisgezellin, die een nacht me t hem op dek doorgebracht had, in de schemering van den morgen voor zich, als een wezen van vleeech en bloed, als een schoonc, verleidelijke vrouw. Hij zag haar blanke huid. het zwarte haar, dat haar over het voorhoofd gewaaid was, d© groote, zwart© oogen, die zijn blik ontmoetten, en hem in bedwang scihenen te houden. En dc kleekroode mond, die hem het raadselachtigst soh een. „Wat beteekent dat?" hoorde hij zijn stem vragen, „wat wilt u met di© vraag?" „Weten, of u meent, dat ik naast u gestor ven ben." Ze zagen elkaar nog steeds aan, met den zelfden vasten, bijna somberen blik. Hij, voor over gebogen, de handen om de armleunin gen van haar stool geklemd, zij bewegingloos achterover leunend. x Hij haalde diep adem. En met een p,ot.se- linge boweging had hij haar donkerge.okt •hoofd met zijn handen omklemd. Nog enkele seconden staarden ze elkander aan, toen pdotscling, drukte hij zijn mond op haar lippen, die zijn kus gretig dronken Eensklaps sprong ze op, drukte de hand op de oogen, liet haar arm omlaag zinken, en streek werktuigelijk haar japon glad, liep naar de verschansing en Staande over de zee. Toen ze zich weer omwendde, was ze voLko. men kaïlm. „Kom, wij begaan dwaasheden, beste vriend. Brengt u mij lot d© Kajuitstrap. Dank u. Goeden nach. Neen, goenen mor gen! A bientütl" Zij glimlachte even, terwijl hij haar naam zoo voluit uitsprak. Hel was immers alsof hij daarmede bewijzen wikic, dat ook zij hem in den kring der mercreizigers was op- ge vallen. Toen zij was heengegaan, bleef hij een oogenblik stilstaan op de plaats, waar ze hem verlaten had. Dc lichtende glans uit zijn oogen verdween, in zijn blik keerde dc ironische koelheid terug, en met langzame schrckicn ging ook hij naar zijn kajuit, om dc gebeurtenissen van den nacht weg te sla pen. Toen even na zevenen de trompetten hun morgengroet door bet schip lieten schal len, ontwaakte hij verkwikt en kraohtig. Terwijl hij zijn toilet maakte viel zijn blik in den spiegel. Hij bekeek zich met meer aandacht dan anders. „Jongen, Ilans," dacht hij, „dc jaren heb ben grootcr invloed op je gehad, dan jij op hen. In den regel ziet men nog geen grijz; haren aan de slapen met achtentwin tig jaar." De spiegel weerkaatste het beeld van een scherpgcteekend gelaat, waaruit de weekc ronde vormen dor jeugd reeds lang ver dwenen waren. Dc groote snor bescha duwde den een weinig sarcastischcn mond. Het voorhoofd was hoog cn de welving bo ven dc oogen fors ah a.lccn in dc donker grijze oogen vlamde, een enkele maal nog het oude, stralende licht op, als een wacht vuur der jeugd. Of inen hem in Düsseldorf nog harlcennen zou? vloog hem plotseling door het hoofd. En ik de menschen daar ginds? In vijf ja ren verandert er zoo veel. Dat kun jc je eigenlijk niet voorstellen. Dus laten we er dan ook maar niet meer aan denken... Hij ging naar het dek, liet den frisschen zee wind door zijn haren spelen, en trad toen dc ontbijtzaal binnen. Met een oogwenk aig hij, dat Bettina Wittclsbach nog niet verschenen was. Pas tegen den middag zag hij haar, te midden van een kring flir tende, Bcrlijnsche hecren. Ze droeg een nauwsluitend groen laken toilet, want het was plotseling veel koeler gewonden, cn in korte, koude rukken kwam de wind uit het Noord-Westen. Toen hij onverschillig voor bij ging en den hoed afnam, liet ze haar gezelschap in den steek cn kwam op hein toe. „Goeden morgen, doctor. Dat wensch ik u vandaag reeds voor de tweede maal." „Goeden morgen, mevrouw. Ik "hoop dat die natuur-nacht uw teerc gezondheid niet ceschaad heeft?" „Toch wel," zei ze kalm en doorstond zijn blik. „Maar dat zal u weinig interes- seeren." „Maak ik zulk een weinig betrouwbaren indruk, mevrouw?" ..Zooals u voorspeld hadt. heb ik het ont bijt verslapen. En ook daarna kon ik er maar niet toe komen, op tc staan. Nog zelden heb ik dien halfwakcndcn toestand zoo heer* lijk gevonden." „Gedroomd, mevrouw?" „Ja, gedroomd 1" „Mag men nadere bizondorlicdcn hoo* ren?" „Neen, men mag niet anders booren." „Zooeven deelde mij de steward mee, dat vandaag het tweede ontbijt om één uur moer het karakter van een diner dragen zaL De wind neemt verdacht toe in kracht. Nu zorgt de verstandige huisvader tijdig voor het noodigc weerstandsvermogen. Dat kag een vroolijke avond wonden. U bent toch niet bang, mevrouw?" „Ik benoem u eenvoudig tot mijn ridden Dan heb ik niets te vreezen." „Gebiedt u. dat ik dadelijk aan tafel in dienst treed?" „Is het mogelijk, dokter? U wilt uw een* zaam hoekje prijsgeven en een tafeldame kiezen? Dat is zeer vleiend voor mij. Al leen een voorwaarde. Vraagt u niet altijd, of ik gobied. Als ik te gebieden had, zon ik d-* vreugde missen, dat iemand vrijwil lig ic*s voor mij deed. Kent u de vrouwen- natuur zoo slecht, dat u niet weten zou, waarin Juist onze grootste zegepraal be slaat?" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1