Zaterdag 20 Mei 1911.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
Miiau»
AMERSFOOR
DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS!
P.r 8 mnanden voor Amersfoort
Idem franoo per post
Afzonderlijk" namraerz
Der» Contant verschijnt dageljjfc»,
dagen.
AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
f l.OO.
1.50.
0.05.
behalve op Zon* en Feest-
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIËNi
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke rogel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eemts by vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedryf bestaan zoor voordoollge bepalingen tol
liet herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Een»
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Het woningvraagstuk in
do hoof dstad. In de Donderdag gehou
den gemeenteraadsvergadering van Amster
dam werd allereerst aan de orde gesteld een
Interpellatie van het raadslid Wibaut, lui
dende:
1. Welke maatregelen denken B. en W. te
nomen om te voorzien in de behoefte aan
goedkoop gemeentelijk bouwterrein?
2. Zijn B. en W. bereid een commissie
van bijstand te benoemen inzake de uitvoe
ring der Woningwet?
Ter toelichting van het eerste punt zijner
Interpellatie, toonde de heer Wibaut aan,
dat er te Amsterdam een tekort is aan
bouwterrein, waarop goedkoope woningen
gebouwd kunnen worden. Te zamen is er
slechts 18 J H. A. beschikbaar voor bouw
terrein, daarvan 8$ voor volkshuisvesting,
en daarvan weer gelegen aan de over
zijde van het IJ. Zief men de vraag naar
gemeente-bouwgronden, dan is het te wei
nig. Naar de overzijde van hel IJ gaat de
trek van het volk niet.
Een gevolg van het weinig beschikbare
bouwterrein is geringere werkzaamheid in
ie bouwbedrijven en stijging der huren. Er
is den laatsten tijd veel vraag naar wonin
gen van f 4 per week.
In verschillende stadswijken, toonde spr.
met voorbeelden aan, worden de huren aan
zienlijk verhoogd, zelfs hier en daar met
50 ets. per week.
Spr. noemde het een ontzettend gevolg
der grondpoliliek, dat arbeiders met 1' 12
inkomen in de week, daarvan f 2.50, dat is
1/5, moeten verwonen. En door den woning
nood moet steeds meer en meer betaald
worden aan buur.
Het grondbedrijf is te Amsterdam steeds
verkeerd uitgeoefend, er is geen rekening
gehouden met het doel der gronden. Alleen
is getracht zooveel mogelijk geld uit de
grondexploitatie te slaan. Spr. vroeg B. en
W. gegevens over de verschillende huren
en in verband daarmede inlichtingen over
het steeds minder wordende aantal ver
huizingen.
Het heeft in deze gemeente aliijd ontbro
ken aan een stelselmalige woning- en grond-
poli tiek.
Wat het tweede punt zijner interpellatie
betreft, zei de spr., dat deze zaak voor het
college van B. en W. niet geheel nieuw is;
reeds vroeger is op de benoeming eener
commissie van bijstand ter uitvoering van
Woningwet aangedrongen (1901: Van
.rop). De zaak zou toen in overweging
.nomen worden! (Hilariteit). Zijn B.
en W. thans reeds tot een beslissing geko
men? De behoefte aan specialen bijstand
waarin de commissie voor Publieke Werken
blijkt niet le kunnen voorzien, is urgent.
Spr. meende dat de tijd reeds eenige jaren
daar is om een dergelijke commissie le be
noemen: om eenig stelsel te brengen in on
ze grond- en woningpoliLiek, omdat anders
de gevolgen nog ernstiger zouden zijn: er
zou dan in enkele stadswijken in 't geheel
niet meer gebouwd worden!
De Voorzitter beamvoordde deze in-
srpellatie.
Spr. gaf toe dat het vraagstuk hoogst be
langrijk is en dat in enkele buurten inder
daad behoefte aan bouwterrein beslaat.
Maar de heer Wibaut heeft vergeten te ver
tellen dat 't op het oogenblik op een twee
tal plaatsen onmogelijk is meer bouwgrond
te verkrijgen, omdat daartoe eerst onteige
ningen moeten plaats hebben.
Dat er werkelijk woningnood is wilde
spr. niet ontkennen, doch dien moet men
niet te hoog aanrekenen. Binnenkort wor
den door eenige vereenigingen tal van wo
ningen gebouwd in verschillende stadsdee-
len. Voordrachten desbetreffende zijn reeds
ingediend of zullen spoedig inkomen. Spr.
deelde als totaal 2900 nog te houwen wonin
gen (binnen afzienbare» tijd) mede, waar
voor vijf zes millioen gulden bouwkosten
noodig zijn. Op de vragen betreffende de
buren enz. kan spr. thans niet ingaan.
Daaromtrent moeten inlichtingen ingewon
nen worden.
Wat de instelling van een commissie van
bijstand betreft, vreesde spr., dat er moei
lijkheden zouden ontstaan tusschen de com
missie voor Publieke Werken en die voor
de uitvoering der Woningwet. Deze laatste
commissie zou op het terrein van vele an
dere commiiessies treden.
Indien de heer Wibaut meende een com
missie van bijstand voor B. en W. inzake
de grond-, woning- en prijspolitiek, dan
kon spreker wel toezeggen dat B. en W.
een prae-advies op een adres van den Wo
ningraad" (dat over deze kwestie loopt) in
overweging willen memen, dat aan dit ver
langen tegemoet komt
Hierop volgt eenig debat.
De heer Wibaut had geen bezwaar te
gen de toezegging van B. en W. inzake bet
prae-atlvies en hoopte op de spoedige in-
steülang eener commissie voor de woning
en prijspolitiek.
Ontvangers der directe
belastingen. In een buitengewone al-
.gomeene vergadering van de Broederschap
van ontvangers der directe belastingen enz.
in Nederland, welke door ongeveer 100 ont
vangers werd bijgewoond terwijl een 50-tal
zioh door een machtiging liet vertegen
woordigen, is het bestuur gemachtigd ver
schillende maatregelen aan den minister
van financiën in overweging te geven en
mondeling toe te lichten, die in den gang
der promotie verbetering kunnen brengen.
De voorgestelde maatregelen beoogen o.a.
1. Uitbreiding van het aantal kantoren
der 1ste, 2de en 3de klasse.
2. Regeling van de bezoldiging der ont
vangers.
3. Verplicht ontslag op 65-jarigen leeftijd
met volledige compensatie van het door de
invoering van dien maatregel te lijden
verlies door middel van een toeslag op het
pensioen.
4. Het afschaffen niet alleen van de voor
keursbepalingen, geformuleerd in art. 140
van het Organisatiebesluit 1904, maar slui
ting van mededinging naar ontvangkanto
ren voor alle ambtenaren, die geen surnu
merair zijn geweest, of geen met het sur
numerairs-examen gelijk te stellen examen
hebben afgelegd, met intrekking van art. 16
van het Organisatiebesluit 1904.
5. Het in bet leven roepen van nieuwe
betrekkingen voor de ontvangers van de
kantoren der 2de en 3de klasse, hetzij aan
gepast aan den tegenwoordigen toestand,
hetzij in verhand met komende belasting
wetten.
Nederlandsche Zuid-Afri
kaanse he vereeniging. De Neder-
landsch Zuid-Afrikaansche vereeniging zal Za
terdag 27 dezer 4e Amsterdam haar jaarlijk-
sche algemeene vergadering houden.
In bespreking zal komen een voorstel van
de afd. Utrecht, ora in den winter 1911/12,
voor jongelieden tusschen 12 en 18 jaren, een
viertal populaire voordrachten te organisce-
ren, betreffende de geschiedenis, taal-, land
en volkenkunde in Zuid-Afrika.
De heer B. B. Keet, M. A., oud-Yoorzitter
van de Afrikaanse Taalvereendging, te Stellen-
bosch (Kaap de Goede Hoop) zal verder een
voordracht houden.
Tuberculosebestrijding
spoorwegpersoneel. De Vereeni
ging voor personeel in dienst der Nederland-
sohe spoorwegen tot bestrijding der tuber
culose houdt haar algemeene vergadering te
Amsterdam op Zondag 28 dezer.
Aan de orde komen o.a. voorstellen van het
bestuur om een commissie te benoemen, wier
taak zal zijn een onderzoek in te stollen hoe
tot heden de verpleging van tuberculoselij
ders onder het spoorwegpersoneel en hun ge
zinnen bij de verschillende spoorwegmaat
schappijen is geregeld, om aan de hand van
dat onderzoek een regeling te ontwerpen voor
hel verleenen van steun door de vorecniging;
voorts ora een verloting te organiseeren en
om een consultatie-bureau op te richten te
Utrecht en te Gennep en in overleg met de
plaatselijke vereeniging 4e Utrecht en voor
gezamenlijke rekening voor den tijd van een
jaar een enquêtrioe aan te stollen.
Herstel van drankzuchtigen.
De vereeniging tot bevordering van het herstel van
drankzuchtigen hield gisteren te 's-Gravcnhage een
vergadering ter bespreking van het rapport der com
missie van onderzoek inzake drankzuchtigenverple-
ging.
In een voorafgegane huishoudelijke bijeenkomst
werd het 26ste jaarverslag uitgebracht. Aan dit ver
slag is het volgende ontleend
De afdeeling Rotterdam ontving een legaat groot
1000 van wijlen den heer Jan Metz, oud-notaris
te Veur.
Het aantal leden en begunstigers bedroeg in 1910
resp. 550 en 222 tegen totaal 801 in 1909. Aan con
tribution werd beide jaren ontvangen resp ƒ2221.50
en 2279.
De resultaten van de exploitatie van het Herstel
lingsoord „Hoog-llullen" zijn, in tcgenstcJing met
1909, schitterend te noemen. Was in 1909 er een
tekort van ruim 3600, dit jaar was cr een winst
van 250. Aan verpleeggelden werd in 1910 ont
vangen f 8223.38, tegen f 6159.60 in 1909; de wins,
op de exploitatie van de boerderij bedroeg in die
jaren resp. 1302.67i en 192.86i.
Van de 369 afgevoerde verpleegden kwam vau
140 geenerlei bericht in. De jaarlijksche informa
tie is daarvan wellicht oorzaak en daarom geeft
de geneesheer-directeur in overweging een vijfjaar-
lijksohc informatie daarvoor in de plaats te stel
len. 104 bleven geheelonthouder en 81 zijn weer
teruggevallen.
Van de in het afgcloopen jaar verpleegden zijn
velen weer veel tc vroeg vertrokken en het ver
slag doet daarom een beroep op de familiebeden
en vrienden van verpleegden, om ten dezen op
zichte met den geneesheer-directeur samen te wer
ken
De algemeene vergadering, geleid door den heer
dr. W. I». Ruysck, waartoe een veertigtal vereeni
gingen waren uitgenoodigd, sociaal-hyg.onische, me
dische en andere, werd door den voorzitter geopend
met een rede, waarin hij verklaarde, dat men
vooral over de xwestie verplichte opneming in sa
natoria, een zekere aantasting dus van de persoon
lijke vrijheid, het gevoelen van de uitgenoodigden
wenschl te vernemen.
Het lijvig rapport vau de commissie van onder
zoek inzake verpleging van drankzuchtigen, diende
de besprekingen tot leiddraad. Een der voor
naamste conclusies van het rapport in deze, dat die
drankzuchtigen, welke thans gemeenschappelijk met
landloopers en bedelaars worden behandeld, in een
afzonderlijke inrichting thuis behooren, dat de be
slissing daarover door den rechter moet worden
genomen na medisch advies.
In zulk een speciale inrichting zou niet sraf,
maar verbetering op den voorgrond moeten staan.
Na afloop van den tijd in de inrichting doorge
bracht, moet de rec'.asseering worden beproefd met
behulp van een andere inrichting en vhh consulta-
tiebureaux.
Het rapport spreekt zich o.m. nog uit over die
drankzuchtigen, welke uoch krankzinnig, noch mis
dadig zijn en verder de stille dronkaards", groe
pen van personen dus, die tot dusverre op geen
enkele wijze met de overheid iu aanraking kwa
men.
Ook voor hen wil de commissie dwangverpleging
cn eindelijk wil zij geldelijk particulieren in staat
gesteld zien, vrijwillig om verpleging vragende,
drankzuchtigen te zien opgenomen. De andere be
hooren aan de staatszorg te worden toevertrouwd,
tegen ongeoorloofde aantasting van de persoonlijke
vrijheid zou een „staatstoezicht op drankzuchtigen"
op dezelfde wijze als het staatstoezicht op krank
zinnigen hebben tc waken.
Uit mededeelingen van het bestuur blijkt, dat
een 25-tal vereenigingen vertegenwoordigd is cn
verder o. a. liet departement van Binnenlandsche
Zaken door den hc;r mr. Lictaert Peerbolte, refe
rendaris aan dat departement.
Bij de bespreking van het rapport verklaarde de
heer mr. D. A. van Eek (Ned. ver. tot afschaffing
van alcoholhoudende dranken), dat het rapport hem
niet ver genoeg gaat. Zeer stellig moet er gekg;n-
heid bestaan, drankzuchtigen ook tegen hun wil
in asyls te verplegen, maar van den stand moet wor
den gevraagd alle kosten te dragen niet alleen,
maar ook tc zorgen voor het gezin van den mei
of zonder geweld opgenomen.
Door een der afgevaardigden van het Rljkskiank-
zinnigengesficht tc Mcdcmblik, den heer dr. Reits-
ma, wordt gewaarschuwd tegen de behandeling
van krankzinnige drankzuchtigen als drankzuchtigen.
Doet men dit, dan zal men steeds teleurstelling on
dervinden. Psychisch minderwaardigen moeten als
zoodanig worden behandeld, of zij drankzuchtig
zijn of niet, maakt voor die mensohen niet zooveel
verschil.
Bij behandeling van de vraag, wat gesohiedt?
moet met drankzuchtigen, die als plegers van straf
bare feiten gedetineerd zijn in gevangenissen en in
rijkswerkinrichtingen, herinnert het bestuurslid, dc
heer inr. H. Goeman Borgcsius, aan hetgeen reeds
door de regeering volgens het desbetreffende wets
ontwerp wordt gcwcnscht.
Wordt dit wetsontwerp wet, dan wordt een be
paalde categorie van personen, drankzuchtigen,
wanneer zij strafbare feiten plegen, door den straf
rechter aan den burgerlijken rechter overgegeven
(lie dan met hen zou kunnen handelen als de com
missie van onderzoek wenscht.
Men inoet voor de indiening van dit wetsontwerp
reeds nu dankbaar zijn, maar het is slechts een
eerste stap in de goede richting waarvan men zich
niet te veel moet voorstellen, immershet ontwerp
eischt van den aau den burgerlijken rechter over
gegeven persoon, dat deze zij van ziekelijke stoor
nis zijner geestvermogens tengevolge van drank
zucht. Dit zal van menig door cn door drankzuchti
ge, die ecu intelligent, hoog ontwikkeld persoon
was en gebleven is, niet gezegd kunnen worden en
voorts mag de civiele rechter hem nog alleen in
een inrichting doen opnemen tegen zijn wil, v
neer en zoolang de openbare orde dit eischt.
Overigens heeft de redenaar niet veel vertrou
wen in dwangverpleging in staatsinrichtingen. Dit
Yecnhuizen is nog nooit iemand terecht gekomen I
De ••fgevaurdigdc der werkinrichting te Hoorn
weerspreekt dit laatste ten aanzien van de door
hem vertegenwoordigde inrichting.
De voorzitter resumeert de beraadslaging zóó,
dat men hel er over eens is, dal in de thans ge
volgde methode van drankzuchtigenbehandeling eet
leemte is, dat die leemte moet worden aangevuld
door prophylactische maatregelen, door inrichting
van asyla en consultatiebureaus cn dat de behand©-
ling voor gedegenereerden cn die voor niet-gedcg«
nerccrden onderscheiden moet zijn.
Bij dc bespreking van de gewensohte behandelinj
van dc drankzuchtigen, die niet krankzinnig zijn
en zich aan geen strafbaar feit schuldig maken
betwijfelt de heer Mortier Hijmans of voor riew
categorie van primair drankzuchtigen dwangverpl*
ging wel geoorloofd is.
Een gevaar voor de maatschappij zijn ze al daars
n niet tc noemen, omdat zij zich immers aan geen
strafbaar feit schuldig maakten. Voor hun gezU
zijn ze zeer zeker een grootc last, maar niet mee*
dan bijv. spelers, sexuecl gedegenereerden, enz.
Buitendien zou niet het gevaar ontstaan, dat iren
drinken ging om zich kosteloos to laten verplegen?
De heer Borgesius acht het vast te staan, dut nie
mand eigenlijk voor dwangverpleging is. Alleen,
wanneer cr onafwijsbare noodzakelijkheid is, wB
men zich er by neerleggen.
Ook de commissie geeft toe, dat men niet nt
reeds zal kunnen aangeven, welke personen vooi
die dwangverpleging in aanmerking komen. Dit
behoeft dan ook niet. Wanneer men liet maar daar
over eens is, dat de dwang noodzakelijk moet zijn,
wil hij worden toegepast. Blijkt die noodzakelijk
heid op voldoende wijze, xooals de regeeiing zal
meenen, dan kan worden overwogen, hoe de ver
pleging inoet geschieden, hcuy in een asvl, hetzij
bij particulieren (want dc redenaar ontkentop
grond van zijn practijk, dat in een gezin geen drank
zuchtige geneest).
Ten slotte deelde do voorzitcr mede, dat de re
geering zal worden in kennis gestold met dc liiei
geuite meeningen en dankt ook nog eens de regee-
ring, omdat zij zioh deed vertegenwoordigen doo*
den heer Peerbolte.
K o 1 o n 1 a n tl b o u w t e n t o o li-
telling. Met betrekking tot de koloniale
Landbouwtentoonstelling, die in Juli 1912
te Deventer zal gehouden worden, ver
neemt het „Vaderland", dat van de
zijde der Nederiandsoh-Indischc Regeering
krachtige steun wordt ondervonden en door
haar inzendingen op het gebied van deu
mlandschen en Europecsohcn Landbouw zijn
toegezegd.
Terwijl de heer Lovink, oud-diirectcur-
generaal van den landbouw hier te lauclc,
thans chef van hel Departement van Land
bouw in Nederkuidseh-JndiC, zich persoon
lijk moeite geeft voor het bijeenbrengen van
een uitgebreide verzameling op het gebied
van den Europceschen landbouw, werd de
heer L M. Wcyte, leer aar in de land- en
volkenkunde van Ned.-lndic aan het Gym
nasium tc Batavia door dc Nod.-Indische
regeerting belast met hel bijeenbrengen van
van een collecLie op het goblod van den
landbouw, gedreven door de versohillende
volken wan den Indisahen Archipel. Deze in
zendingen zijn bestemd voor het Museum
der Kotaniale landbouwschool.
Het doel van de tentoonstelling is tweele
dig, n.l. lo- hot verspreiden van kennis om
trent clen Europees-cbcn cn Inkmdschen land
bouw in de koloniën, en
2o. het bijeenbrengen van een verzameling
ten dienste van het onderwijs aan de Kolo
niale Landbouwschool.
De Ingenieur deelt liet volgende mede
over het drijvend droogdok voor Soerabaja:
Van wege het departement van Koloniën
is aanbesteed dc levering van een voor Soe
rabaja bestemd 14UÜU tons dok van het zelf-
dokkend verbonden sectie („bolled seclioi
nal") type en bestaande uit drie bijna eveti
lange secties, welke over het geheele dok-
profiel onderling zijn venbonden. De afme
tingen zijn de volgende: totale lengte circn
58 van
RUDOLF HERZOG.
o—
Springe trok zijn jas uit, ging naar de ta
fel en draaide het licht hooger.
,,Laal me je Uadeiijü ee.o uekijken," zei
hij kalm. ,,Of liet de oude llans is."
Steinherr weerde hem met de hand af.
maar Springe lette daar niet op. In gedach
ten verzonken stond hij daar voor zijn be
schermeling van weleer.
Deze 'Uwuug zien ioi een lachje
„Tevreden met de monstering? Niet hee-
lemaal, geloof ik. Ik ben een beetje ouo
geworden in de eenzaamheid. Maar an
dersandersMaar ga toch zillen, en
als het je genoegen kan doen wil ik je wej
zeggen „liet is goed, dat je hier bent."
Springe trok een stoel bij en gl.ig vlak
iegenover Hans zitten. Hun knieën raak
ten elkander.
„Hans, Hans," zei hij hartelijk.
Hans voelde zich echter niet op zijn ge
mak en keek langs zijn gast heen.
„Kom, laten wij oils wederzien niet beder
ven door dingen, die al lang voorbij zijnl"
Springe schudde slechts het hoofid. Toen
vroeg hij plotseling: „Heb je mij noodig,
Rans? Kun je mij gebruiken? Wat kunnen
ons oude geschiedenissen schelen, als de
«tAeuwere het meer noodig hebben, opgelost
te worden? Mensohen als wij geven elkaar
de hand en begrijpen elkander."
„Vergeef me. Maar maak ik werkelijk
zoo'n amzaligen indruk?"
„Ik zou graag de reden willen weten."
„Ja, beste Heinrioh ik inag je toch nog
wel zoo noemen de reden zou ik ook
willen weten. Laten we aannemen, dat ik
zonder reden zoo ben, volkomen zonder ^e-
den. Dat klinkt dom, inaar het helpt ons er
door heen.'
„Wat dat betreft, we hebben den tijd."
„Lui klinkt uit jouw mond wel wat al te
bescheiden. Je zult wel wat beters te doen
hebben, dan je hoofdpijn te bezorgen om
het uiterlijk van iemand, die zelf niet eens
weet oï hij wel hoofd genoog heeft om pijn
te voelen.
Springe leunde achterover in zijn stoel en
zweeg. Toen zei hij langzaam„In de iro
nie heb je het in elk geval ver gebracht."
„Ik had een go-eden leermeester, ant
woordde Steinherr glimlachend; „hij heette
lleinrich von Springe en was hierin een
meester. Neen, breek diien man n-iet af, ik
heb vecJ aan hem te danken."
„Die man moet wel een stumper geweest
zijn, Hans."
„Ik spreek mijn gasten niet graag tegen,
maar hier schijnt het mij mijn plicht toe.
Plicht of zucht tot zelfbehoud zooals je
hel noemen wilt. Laat ik je dan zeggen, dat
datgene, wat van zijn levensbeschouwing in
in.j is overgegaan, hel beste was, wat ik
verkrijgen kon. En dat was zijn ironische
kijk op de dingen."
,,En tooh blijf ik er bij, die man was een
stumper, of je bent nog niet volleerd."
„Ik bezit, wat "ik noodig heb. Meer kan
men toch miet verlangen."
„Wat heb je alleen aan Ironie? Die is als
een tweeling, die zonder de andere twee
ling niet leven en niet sterven kan. Nurk-
sche knorrigheid in plaats van krachtige le
venslust. O, zeker, de ironie heb je geieerd.
Aiieen het lachen, het Ned er-Rij nsche lacnen
heb je niet geleerd, nog niet; en dut be
hoort erbij als de klepel bij de klok. Hef
w\jr-t tijh, mijn jongen: leer het lachen 1
lians Steinherr was opgestaan. Dat was
het, wat hem ontbroken had. Te kunnen
lachen lachen 1 O, als hij dat gekund had,
eenige uren geleden sieohts ais hij zich
lachend op de hielen had kunnen omdraaien
bij Belliua s bekenteni.s, «n lachend was
neeng-egaan, voor goed
Alle uerinnermgen van hot doorleefde van
dien avond, stormden op hem aan. liij
stond voor hel raam en had krampachtig
het kozijn vastgegrepen. Waarom was die
man gisteren niet gekomen, die man, die
hem reeds eens den rechten weg gewezen
had, den weg naar de jeugd. Langzaam
trad hij terug in dc kamer. Hij had nog
iets goed te maken.
„Hciiirich," zei hij. „ik heb je daareven
niet eens behoorlijk begroet. Duf zou ik
nog graag doen. Er heeft voel tusschen ons
ges-laan, dat slechts bestond in mijn verbeel-
cojig en reeds lang vol schaamte verdwenen
is. Maar je hebt gelijK; iiienschen als wij
geven elkaar de hand en begrijpen e.kan-
der. Ik zaJ je niet verveien met senliincma-
iiteiten. Hoe ga-at hot mc< mijn moeder?"
„Ze schijnt er haar zinnen op gezot te
hebben, niet ouder te worden.
„Jullie zijt ze'cr zoer gelukkig met el
kaar?
„Gelukkig. Dat woord kan ik niet meer
omschrijven. Ik denk, dat hot de aanduxlmg
is van onzen normalen toestand. We heb
ben elkaar lief als kinderen."
„En mijnheer Priedrich I>eopold?"
„Vlug uls oen jongeling van twintig, die
van plan is honderd 4e worden. Er blijven
hem dus nog tachtig over."
»,^n<-*n juffrouw Staid?"
„Geeft levende beelden."
erkiaar je nader! Levende beelden?"
„Zeker. Samen met Friedrich Leopold.
Philemon en Bauoiis l) en andere beroemde
oude echtew,oden uit de oude geschiedenis.
Een paar maal hob ik den pastoor al wil
len haien, om aan dal gezucht een einde te
maken.
„Je bent nog niets veranderd, Heinrioh.
En juffrouw Stahl doet de huishouding voor
hem, zooals moeder mij schreef!"
„llun woning ligt aan den anderen kant
van de gang, op dezelfde etage."
,,/x>o zijn wc dan eindelijk aangeland bij
de liefde, zei Hans mot oen poging lol
schertsen.
„O, vraag ma>ar!"
„Hcinrichl"
„Nu, wat Is er? Heb ik je missahien ver
keerd begrepen? Ik dacht, dat je wiide vra
gen naar je jeugdliefde."
Hans keek onbewegelijk voor zioh.
Wat was die jongen inagor geworden!
„Hooi -aat hei met Hannes?"
„Ach, jongen, die is ons al verreweg alle
maal dc baas."
„Ze moei nu wel zeer groot geworden
zijn
„Grool? In elk opzicht. Als opgroeiend
mensohenkind en als kunstenares. Als de
Een oud echtpaar uit de Mythologie, die zon
der licl te vielen, Zeus en Hennes gastvrij ooi vingen
en gul onthaalden cn als belooning daarvoor bun
grootsten wensch, tegelijk te sterven, verhoord kre
sen. Ze veranderden betden in Jindeboomso.
grootte zioh laat afmeten naar hot Inkomen,
dan is> ze in eik geval grooter dan i;k."
Hij lachte vergenoegd, alsof het hem ver
heugde, dat het meisje Item had ingehaald.
„Heb je haar vandaag hooren zingen.... ïn
de phikharmonie..... zooals Jlüsgen verlei
de....
„Ja, vandaag hob ik voor hol eerst begre
pen, wat zingen is. Zoo'n stem keert je ge
woon binnenst buiten. Je zoudt willen hui
len om je zelf, ui4 pure zaligheid, omdat je
toch in den grond eigenlijk zoo'n beste ke
rel bent. Zoo verstokt kim je niet zijn, <i:e
stem brengt aWee dn je in beroering, brengt
eer drang in je naar het goede, een drang
zeg ik je, waarvan je zelf geen idee meer
had, dal ze in je bestaan kon. Dat aJles doet
die Hannes. Elk woord geeft ze leven, heel
eenvoudig, ivabuuriijk, maar met een diepte
dat is niet le beschrijven. Je moet haar
hooren, cn al kijtk je onder de hand naar
liatar, dan verstoort dat tooh dc illusie jiieL
Dat was ©en echte Zonda^&daad van don lie
ven God, toen hij dat meisje schiep."
„Zo-o, zei Hans; en hij herhaalde nog
eens: „zoo z©o
Toen zwegen ze beiden, tot Hans, zijn ga-
dachtengang vervolgend, vroeg: „Maar
waarom ben Je niet bij haar? Het conoert
moet tooh allang zijn afgeloopen?"
,,Ze moest deel nemen aan een kunste
naarssouper. En daar ik haar gezegd
dat ik naar je toe wilde gaan-.."
Jleb je haar dat verleidt"
„En waarom niet? Ze heelt me zelfs de
groeten aan je opgedragen."
Wordt vtrvolgd.