1' J»7. Ode Jaargang. Vrijdag 30 luni 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. Dn Onvindbare Pimpernel. AMERSFOORT DAGBLAD. i' ABONNEMENTSPRIJS: jfér 8 maanden voor Amersfoort f 1.00. Idem franeo per post - 1.150. Afzonderlijk? nimmers- 0.05. fier» Co'uanl versohynt dageiyks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededoolingen enr.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers! VALKHOFF C<>. UtrecHtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENT1ËN: Van 1—regels f 0.50« Elko regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragon 95 cents by vooruitbetaling. Grooto lottors naar plaatsruimte. Voor handol en bodryf bostaan zoor voordeoligo bopalingon tot hot herhaald adverteoron in dit Blad, by abonnement. Een< circulairebevattondo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. STEMMING GEMEENTERAAD. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt ter openbare kennis, dat de stemming ter vervul ling van zeven plaatsen in den Gemeenteraad van Amersfoort, in de kiesdistricten I, II en III, zal plaats hebben op Donderdag, 6 Juli 1911, van des voormiddags acht tot des namiddags vijl uur, in ibet Ie District twee plaatsen, in het lie District twee plaatsen en ln het Ille District drie plaatsen. Candida ten izyn Ie DistrictA. Eijsink, H. P. Goossens, J. Over- eem, F. M. van Veen, G. van Wijland Jr. lie DistrictF. M. Houbaer, H. Koning, F. G. Lagers, J. Overeem, A. M. Tromp van Ilolst, G. van Wytond Jr.; IUe DistrictR. van den Burg, A. C. Couvée, H. W. van Esvehl, J. C. Hogcdoorn, J. Overeem, A. G. J. de Rooij, A. M. Tromp van Holst, K. Vis ser, G. van Wijland Jr. Verder wordt herinnerd aan art. 128 van het Wet- hoek van Strafrecht, luidende „Hij, d'ie opzettelijk zich voor een ander uitgeven de, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitge schreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar." Amersfoort. 29 Juni 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. KIESRECHT. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt, met het oog op de aanstaande stemming ter ver kiezing van leden van den Gemeenteraad, aan be langhebbenden in herinnering het bepaalde bij de ntikelen 57, 58 en 154 der Kieswet, luidende: Art. 57. Personen, bij wie en bestuurders van bij zondere ondernemingen en instellingen, waarbij mannen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren hebben bereikt, in dienstbetrekking zijn, zijn, voor zoover niet bij algemeeneu maatregel van bestuur vrijstelling is verleend, verplicht te zorgen, dat ieder \an dezen, die bevoegd is tot de keuze mede te werken, gedurende ten minste twee achtereenvol gende uren tussohen acht uren des voormiddags en vijf uren des namiddags daartoe gelegenheid vinde. Art. 58. Personen en 'bestuurders, in het voor gaand artikel bedoeM, zijn, voor zoover arbeid wondt verricht in fabrieken of werkplaatsen ver plicht te zorgen, dat in het arbeidslokaal, en zoo er meerdere arbeidslokalcn zijn, in het grootste of wel in meer dan één arbeidslokaal, gedurende twee werkdagen vóór en op den tot stemming bepaalden lijd op eene zichtbare wijze is opgehangen eene door hen of van hunnentwege onderteekende lijst, de uren in het voorgaand artikel bedoeld, vermel dende, voor elk afzonderlijk of groepsgewijze of voor allen gezamenlijk. Art. 154. Overtreding van de art.. 57 cn 58 dezer wet wordt gestraft mot hechtenis van ten hoogste veertien dagen of gektboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Bovenbedoelde a'gemeene maatregel van bestuur, welke is vastgesteld bij Koninklijk besluit van 24 Mei 1991 (Staatsblad no. 109) luidt als volgt Art. 1. Vrijstelling wordt verleend aan de in art. .">7 der Kieswet bedoelde personen en bestuurders van bijzondere instellingen cn ondernemingen ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijivdc per sonen, welke uithoofde van die dienstbetrekking op den dag der stemming tusschen de in vermeld arti kel genoemde tijdstippen niet gedurende (wee ach tereenvolgende uren vertoeven in de gemeente, op welker kiezerslijst zij voorkomen. Art. 2. Vrijstelling, als omschreven in het voor gaand artikel wordt voorts verleend aan genees kundigen en apothekers ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijnde personen, alsmede aan per sonen en bestuurders van bijzondere instellingen en ondernemingen ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijnde ziekenverplegers. Amersfoort, 29 Juni 1911. De Burgemeester voornoemd. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. Het Oestenrijksche ministerie. De verkiezingen voor het huis van afge vaardigden van den Oostenrijksclien rijks- raat^hebben hun naspel gehad in eene recon structie van het Oostenrijksche minlisterie. Twee leden van het kabinet, die daarin zit ting hadden als vertegenwoordigers van be paalde partijgroepen, zijn heengegaan. De minister van handel Weiskirchner en de mi nister voor Galicfië Glombinski, hebben be grepen, -dat zij de nederlaag, die hunne geestverwanten aan de stembus hadden ge leden, niet konden overleven; zij bobben hun ontslag gevraagd en dat is hun toegestaan. Hunne plaatsen zijn voorloopig niet vervuld; aan hel hoofd van de vacante departementen zijn twee hoofdambtenaren als /bestuurders" opgetreden. Van meer gewicht nog is eene andere wij ziging. Het hoofd van het kabinet, baron Bienerth, is afgetreden als mlinister-president en in zijne plaats is tot dit ambt benoemd baron von Gautsch, die reeds tweemaal aan het hoofd van de regeering heeft gestaan en nu voor de derde maal door Keizer I-Tans Jozef daartoe is geroepen. Overigens is het kabinet onveranderd gebleven; baron Gautsch zal met dezelfde ambtgenooten het bewind voeren, dlie de medewerkers van zijn voor ganger zijn geweest. Maar de verwisseling, die is geschied op de eerste plaats van het kabinet, is meer dan eene bloote verwis seling van personen. De algemeene verkiezingen, die nu zijn ge ëindigd, zijn een échec geweest voor baron Bienerth. Ilij had de ontbinding van den vorigen rijksraad uitgelokt om de oppositie van de Slavische unie te breken. Maar de kiezers hebben in dat opzicht niet gedaan wat hij van hen verwachtte. Hij had aan den anderen kant getracht een burgerlijk „bloc" le vormen tegen de socialisten. Deze hebben zich echter in hunne stelling gehandhaafd, en door hun bondgenootschap met de bur gerlijke liberalen tegen de chrislelijk-socia- lcn te Weentsi, hebben zij iedere anti-socia listische combinatie in den rijksraad bij voor baat onmogelijk gemaakt. Van een samen gaan der Duitsch-liberalen met de christelyiK- socialen, waarop baron Bienerth zijne hoop had gebouwd om de kern te vormen van eene tot werken gezinde meerderheid in den nieu wen rijksdag, kan voortaan geen sprake zijn. De christelijk-socialen hebben de conclusie getrokken uit de door hen in Weenen en in de kleinere steden van Ncder-Oostenrijk ge leden nederlaag; zij hebben verklaard, dat zij hunne vrijheid van handelen hernamen en dat er voortaan geen sprake van zou kun nen zijn, dat Duitsch-liberalen en christelijk- socialen in dezelfde meerderheid werden op genomen. Keizer Frans Jozef, die in de Oostenrijk sche politiek eene ervaring heeft, grooter dan diie van één zijner raadslieden, heeft ter stond begrepen, dat om aan den nieuwen toestand het hoofd te bieden, de leiding van de regeering aan een nieuw man moest wor den toevertrouwd. Hij heeft daarom het door Bienerth aangeboden ontslag aangenomen en baron Gautsch tot zijn opvolger 'benoemd. De taak, waarvoor de nieuwe minister-pre sident zich zieL geplaatst, is zeer omvangrijk cn moeielijk. Belangrijke zaken zullen met medewerking van den nieuwen rijksraad tot stand moeten worden gebracht: de vernieu wing van de concessie van de Oosten rij ksch- Hongaarsche bank, de belastinghervorming, de nieuwe legerwelten. Onder deze wets ontwerpen zijn er, waarvoor eene meerder heid van twee derden gevorderd wordt,, omdait zij wijzigingen in de grondwet meê- brengen. Het is dus onvermijdelijk noodig, dat de zitting van den rijksraad een normaal verloop neemt, hetgeen niet het gevail iis geweest met den vorigen rijksraad; die met lamheid geslagen is door dc onverzoenlijke oppositie, welke door de Slavische partijen werd gevoerd. In den nieuwen rijksraad nu is de onderlinge verhouding van de natio nale partijen onveranderd gebleven. Tegen over 106 Gzechische leden slaan 107 Dult- scfhe afgevaardigden. Men kan niet regee- ren tegen een van deze groepen. Om positie ven arbeid te kuimcn verrichten, zal men de beide groepen tot elkaar moeten bren gen, althans op sommige punten. Dat zal baron Gautsch moeten beproeven; de leus waaronder hij aan 't werk gaat, zal zijn de vorming van „eene grooto meerderheid ver- eenigd in den wensch om te werken." De groote vraag isZal hij daarin slagen? De correspondent van de Frankf. Zlg. te Weenen oordeelt daarover niet ongunstig; hij schrijft„Eene reeks van omstandigheden do-et eene Duitsoh-Boheemsohe verzoening als mogelijk voorkomen. Baron Gautsch wordt door de Czechen als een halve bond genoot beschouwd en is ook overigens een groote vertrouweling van dr. Kramaroz, den leider van de Jong-Gzcchen. In- lussdhen is hij Oostenrijksch ambtenaar ge noeg om zich de Duitschcrs, waartoe hij van afkomst behoort, niet tot vijanden te maken.' Zijne bemoeiingen kunnen dus met succes bekroond worden, wanneer blijkt, dat in Praag zoowel bij de Duitsehers als bij de Czechen h. besef heerscht van wat de toe stand eisoh'.. Wanneer eens de vrede is tot stand gokomen, dan zal hij niet meer zooi gemakkelijk te versloren zijn. iDo factoren, die streven naar 'liet sluiten van, den vrede zijn thans versterkt d-oor eene bijzonder invloedrijke (groep. Dat zijn dc Boheemsche groote heeren uit de omgeving van den troonopvolger. De legerwet en de belasting hervorming eischcn eene groote meerder heid, die slechts uit Duitsehers, Czechen en Polen gemeenschappelijk kan worden ge vormd. Voor de Duitsch-vrijzinnigen moet echter het motief, dat hen deze verbinding aanbeveelt, een ander zijnde eenvoudige overweging namelijk, dat van den nationalen twist tot dusver slechts de clericalcn en het absolutisme nut hebben getrokken. Van den geest, waarin nu de onderhandelingen worden gevoerd, han-gt veel af. Hel is een historisch gewichtig ©ogenblik. In tussohen is ook de meerdere of mindere bekwaamheid van de onderhandelaars van beteokenis." Dultschland. Dc zitting van den tandda-g van- Pruisen is gesloten onder omstandigheden, die dc regee ring aanleiding hebben gegeven de volgende verklaring door middel van Wolff's bureau bekend te .maken: „Tegenover het gebeurde in het huis van afgevaardigden zijn wij gemachtigd het vol gende vast te stellen. Tot de sluiting van den landdag bradoivd, zooals bekend is, liet voor nemen aan het einde van deze maand. De nadere bepaling van het tijdstip hing voor de regeering af van de vorderingen van de par lementaire werkzaamheden. De wet tol rcge-i ling van het voortgezet onderwijs had in de commissie een voor de regeering onaanneme lijker! vorm gekregen, en er was geen hoop, dat hierin in de openbare zitting nog eeno verandering zou kunnen komen. Ook het voor uitzicht om nog verscheidene andere wetten tot stand te brengen, werd door het verloop van de laatste zittingen van het huis van afge vaardigden vernietigd, Dieivtengcvoflge zag dc koninklijke staatsregeening xidh genoopt, ondanks den vluggen gang van de zaken in het hecrenhuis, van dc haar verleende ko ninklijke machtiging tot sluiting van den landdag gebruik te maken." Frankrijk. P a r ij s, 2 9 Juni. De regecringsverkla- ring, dj© morgen in de Kamer zal worden voorgelezen, zal zeer kort zijn. Zij duidt den wil van de regeering aan, om onverwijld de behandeling van dc be- grooling ten einde te brengen en «le zaak der gremsomschrijving van <ie wijngebieden ten spoedigste te regelen. Een wetsontwerp zal wonden ingediend, waarbij, met afschaf fing van de thans geldende bepalingen, een ander stelsel wordt ingevoerd, dat eene meer afdoende en strongere onderdrukking van knoeierijen zal verzekeren. De regeering zal de kiesrechthervorming tot stand brengen; als grondslag voor de discussiën neemt zij de conclusion van de commissie voor het algemeen stemrecht. Zij zal zich niet verzetten tegen het beginsel, nedcrgelegd in art. 1 van het ontwerp dier commissie, maar behoudt zich voor hel ini tiatief te nemen tot wijzigingen waardoor de geheele republikeinsche partij voor de her vorming gewonnen kan worden. De regeering zal er voor wakon, dat de wot op de arbeiderspensioenen op den daar voor bestemden datum in werking treedt; zij zal zich bij hare maatregelen laten lei den door dc in dc Kamer gemaakte opnier. kingon. Het ministerie zal de onderhandelingen met de spoorwegmaatschappijen oiulrent de ontslagen spoorweg-beambten en werklieden hervatten. Zij zal de maatschappijen verzoe ken de daarvoor in de termen komende ont slagenen te pensioneeren en de anderen weder in dienst te stellen. Zij zal verder de maatschappijen trachten te bewegen de rechtspositie van het personeel te regelen. Verder meent zij dat het noodig is na te gaau welke wijzigingen kunnen worden ge bracht in het beheer der spoorwegen, tot verscherping van het toezicht van den staat. De regooring is vastbesloten den norma len, geregeklen loop van de openbare dien sten te verzekeren. Zij zal eisehen, dat de tucht gehandhaafd wordt, en verhinderen, dal liet leven der natie wordt verontrust. De verklaring gewaagt verder van de ver dediging van dc leekenschool en van de be lastinghervorming. Zij verkondigt den wil van de regeering om het economische stroven van Frankrijk le ontwikkelen en zijne eoono- sche uitrusting te voltooien, inzouderheird wat «le -havens betreft. Frankrijk zal voortgaan te steunen op zijne kostbare bondgenootschappen en vriend schapsbetrekkingen. De verklaring .getuigt van dc zorg 'der regeering voor leger en vloot. Zij herinnert aan de noodzakelijkheid om het vlootpro- gratnma aan te neinen, dat lluns aan het parlement is onderworpen. Dc verklaring drukt het besluit van de regeering uil om actief samen te werken mcf het parlement. De regeering zal vragen, dat dc aange* kondigde interpellation zuilen worden sa mengevoegd; zij zal te dien aanzien de kwesr tic van vortrouwen stellen. Het verschil im richting tusschen het ka. binet-Gaillaux en het kabinel-Monis komt 'het best hierin uit, dat iu het nieuwe kabi net niet zijn opgenomen de ministers Du* mont en Paul Boncour, die in het vorige kabinet zaten als vertrouwensmannen van de socialisten. Dumont had zich verbonden de spoorwegmaatschappijen te dwingen tof de wederaanstelling van dc wegens de sla king ontslagen beambten en werklieden, Pattl-Boncour had de verantwoordelijkheid op zich genomen voor de wijziging van d< arbeiders-pensioenwet in den zin van (1( socialistische eisehen. Jaurès heeft in de wandelgangen van dc Kamer gezegd: „Het heengaan van Dumont is eeno capitulatie Yoor dc spoorwegmaatschappijen." Kenschetsend is verder nog, dat Etionne, die genoemd werd als candidaat voor de portefeuille van oorlog, niet in het kabinet is opgenomen. De naam Etienn© beteekenl een program iu de Marokko-kwestie; hij U voorzitter van de Marokkaansche financieel*, groep ©u heeft bij alle ondernemingen in Marokko dc hand in het spel gehad. Het programma, waarmee liet nieuw© ka. bind zich heden -aan de Kamer zal voor. stellen, is slechts kort cn doet inzonderheid uitkomen, dat het kabinet den stclligeii wil heeft krachtig te regeeren en alle rcgce- ringsvoorj-cchten uit te oefenen. Zooals ia de Fransche Kamer gebruikelijk is, zullen verschillende inte^iellatiên daarna de mi nisters gelegenheid verschaffen zich over bijzondere punten van •regee-riugsbelcid uil t© laten; er zijn reeds een vijftal aangekon digd. Tot deken in de orde van advocaten te Pa rijs is gekozen mr. Foroan Labori, wienC optraden in hot Dreyfus-prooes zijn naam in de gansclie werekt bekend heeft gemaakt. Hij verwierf eene o vengroot© meerderheid» 614 van de 761 stemmen. (ksdurencle enkele jaren heeft mr. Labori eene rol gespoeld in de politiekin 1906 werd hg in het departement Seino-et-Marae tot lid van de Kamer gekozen. In 1910 be- dankte hij voor een nieuw mandaat en keer de terug tot de rechtspraktijk, waar ziju ambtsgenooten hem nu, op 50-jarigen ieeftijd, he' hoogste ©ereambt hebben toevertrouwd, dat zij hebben le vergeven. Engeland. Londen, 29 Ju n i. Ilunne Majesteiten, vergozoid van den prins van Wales en prin ses Mary en geëscorteerd door koloniale troo pen uit Brtsch-Indlë, reden heden in plech* li gen optocht van Buckingham Palace naar de St. Pauls katliedrnal, waar ze den dank dienst bijwoonden. Daarna vertrokken zij naar Gulklhall, waar ze aan een luuoh deel namen, die door den gemeenteraad was aan geboden. Hunne Majesteiten keerden vervol gens naar Buckingham Palace terug, hun weg nemende door de armere wijken van Noord- Londen. liet aantal gasten, dat in Guildhall aanzat, bedroeg ruim 650, daaronder begre pen de leden der Koninklijke familie, de mi nisters, het diplomatieke corps cn de verte genwoordigers van handel en geldwezen. De straten waren versierd en overvol met een Naar het Engelsch VAN BARONESSE ORCZY. Doch juffrouw Polly bezat tevens een goed hart. Ze hield er van haren Thomas te pla gen, omdat hij onafscheidelijk aan haar rok ken hing en zij zich nu en dan op eenige ge ringschatting betrapte van zijn persoon, naar liien Thomas zulk een gemakkelijke verove ring voor Jiaar was geweest. Maar op het gezicht van de hevige ontsteltenis en ver warring, «i>io zich toekenden op hel gelaat ran den jonkman, kreeg haar .betere natuur woldra de overhand. Ze kwam tot de ont dekking dat haar gezegde onverantwoorde lijk kwetsend was geweest, en het weer goed willende maken, zei ze met oen zweem van koketterie, als een doekje voor liet bloe den van des jonkmans gekwetste ijdelheid „Kom, Thomas Jczzard, liet sdhijnt dai je iemand rare dingen wilt laten zeggen. Maar zie eens, bekennen moet je tooh dat die 'Rood© Pimpernel grappige stukjes uithaalt 1" voegde ze ©i^q, een beroep doende 05) het gezelschap in 't algemeen, aJsof Thomas het ïeit in twijfel had getrokken. „Waarom wil niet dat iemand hem ziet in zijn ware gedaante? En zij die hem kennen, laten er zich niet over uit. Maar ik heb het als et a feit van Mylady's eigen dienstbode Lucy, dat de jonge dame, die bij Lady Blakeney lo geert den mam heeft gesproken. Zij kwam, een veertien dagen geleden, uit Frankrijk, zij en 'een heer, dien ze Mosso Dóroulède noe men. Beiden hebben den Roode Pimpernel gezien en gesproken. Hij heeft hen van Frankrijk overgebracht. Waarom zeggen ze het tocb niet?" „Zeggen wat?" bracht Johnny Gullen, de kruideniersjongen, in het midden. „Wie die geheimzinnige Roode Pimper nel is." „Misschien .beslaat hij niet," zei de oude ClutUsrbiiik, de koster van de kerk St. Jo- liamnes den Evangelist. „Ja," liet hij er ge wichtig op -volgen, want hij hoorde zichzelf graag spreken, en verviel daarbij gedurig .in 'herhalingen, „ik weet zeker dat hij niet beslaat!" „Wat wil je daarmee zeggen, Mr. Clutler- buck?" vroeg Ursula Queckett, want ze wist dal de oude man zijn wijsheid graag luchtte, en daar zijn zoon haar verloofde wa.s, gaf ze hein in a lies toe. „Wat bedoel je met „niet bestaan?" „Hij bestaat niet dat is alles," zei Clut- terbuck eenigszins plechtig. En de a aai dacht der aanwezigen op zich gevestigd ziende, meende hij zijn gevoelen nader te moeten toelichten. „Ik wil ermee zeggen dat we niet moeten vragenWie is deze geheimzinnige Roode Pimpernel? maar wie was die arme en on gelukkige heer?" U zoudt dus denken insinueerde juf frouw Poily, zeer terneer geslagen door deze oratorische uitspraak. Ik weet hel zeker," herhaalde Mr. Clut- tcrbuck solemneel, „diat hij, dien ze Roode Pimpernel noemen, nu niet meer onder de levenden is, dat hij dooi* de Fransahjes is gesna.pt en men, om platweg te spre ken, nooit meer dets van hem heeft verno men." Mr. Cluitlerbuck hield veel van citaten uit sommige schrijvers wier nonnen hij nooit noemde, maar die hij met dichterlijke vrij heid algemeen, als van „dichters" afkomstig, liet doorgaan. Steeds, waarneer hij derge lijke aanhalingen deed van zoogenaamde on genoemde auteurs, lichtte hij statig en werk tuigelijk ziju hoed op, als een hulde aan deze geniale mannen. „U gelooft dat de Roode Pimpernel dood is, Mr. Cluiierbuok? Dat deze verschrikke lijke Fraoischjes hem hebben vermoord? U zult dat toch niet bedoelen?" zuchtte juffrouw Polly aangedaan. Mr. CluiUerbuck bracht de hand aan zijn hoe>d, buiten twijfel gereed weer een beroep te doen op de geheimzinnige dichters, doch word. toen liij op het punt stond groolschc gedachten te uiten, daarin onderbroken door een luid langdurig gelach, dat uit con ver afgelegen hoek van het terrein tot hem door drong. „Drommel»! dien lach zou ik uit «luizen- den herkennen," zei juffrouw Quedkelt, tor- wijl flillor ©ogen naar «le richting tuurden vanwaar oei vroolijk geluid had weerklon ken. Kon half hoofd grooter dan een zijner vrienden, die hem omringden, terwijl zijn drullige blauwe oogen met half gesloten le den de bonte mensclicnmassa monsterden, stond daar Sir Percy Blakeney, het midden punt vormend van een vroolijk groepje, dat naar het scheen zoo juist liet controle-hek was gepasseerd. „Een welgemaakt man, dat moet gezegd," merkte Johnny Guillen „de Ierukleniersjon geil, aan. „Ja! Zoowaar de zon aan «len hemel staat!" zuchtte andermaal juffrouw Polly, die het orop aanlegde sentimenteel te zijn. „Om met de dichters te spreken," const:v- tcerde Mr. Clutterbuok, „duimen maken geen man." „K11 mooie kleeren ook niet, voegde Tho mas Jczzard die dc sentimentaliteit af keurde van juffrouw Polly eraan toe. „Daar heb je Myladyl" hijgde juffrouw Barbara, plotseling krachtig den arm vast grijpend van Mr. Clutterbuck. „Hemel! wat is ze mooi vandaag!" Mooi inderdaad, cn schitterend van jeugd en geluk, was Marguerite juist door het hek gekomen en liep ze langs het grasveld op de muziektent ««an. Zij w«s gekleed ju een nauw sluitende robe van groen-scherae- rig weefsel, terwijl de nieuwmodische hooge taille haar bevallige figuur volmaakt deed uitkomen. Dc breede fluweelen Char- lottchoed, kleurende bij <lc robe, wierp een diepe schaduw over liet bovengedeelte van haar gelaat en verleende een bizomtere zacht heid aan de omtrekken van voorhoofd en wangen. Lange kanten mitaines bedekten haar ar men en handen; eei. sjerp van doorschijnen de stof, mot matgoud omzoomd, hing los weg over haar schouders. In waarheidl Zij was sahoon! Geen be<lil- zuchtige tijdgenoot heeft het ooi ontkend! nn niemand, die haar te voren kende en haaa* wederzag op dezen nazomcrachtermid- dag. kon in gebreke blijven de bekoorlijkheid barer aantrekkelijke persoonlijkheid op te iiK'rken. Er lag een lieftallige teederheid op haar gelaatals zij het hoofd heen en weer bewoog, een levensvreugd in haar oogen, die onweerstaanbaar betoovoreml was. Nu was zij in levendig gesprek met ha jonge meisje dat naast haar voortliep, eij lachte vroolijk en zei onderwijl: ,,.\een maar.,wij zullen uwen Paul wel vinden, maak u daaromtrent niet bezorgd! Maar lieve kind, heb je dan vergeten dat hij nu in E11 gehord is cn er geen gevaar bestaat dat men hem «liier op het terrein in vol dag licht zal verdonkeremanen?" Het jonge meisje sidderde, en haar kin derlijk gczteüitje werd iets blocker «tan to voren. Marguerite vutte bare hand cn druk te die vriendelijk. Juliette Marny, die kort te voren in Engeland was aangekomen, juisl bij tij <ls door een stoutmoedige bevrijding aan dc valbijl der guillotine ontsnapt, kon nau welijks nog gelooven dat zij en de man dien zij beminde, werkelijk bulten gevaar vrrkeeiM den. „Daar is Monsieur Déroulède," zei Mar- gueritc na een kleine pauze, hel jonge meisje den tijd kite mie op haar verhaal te komen etf wijzende op een groep nabijzijndc heeren^ „Hij bevindt zidh onder vrienden, zooiatt ge ziet." WOrdi vtrvifjé.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1