-T
181.
lO4* Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
„Het Levenslied."
Hooff.». r®
SS5
RHERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort
Iden fnanco por oost
Af»onderl$ke numi.i ri
Dez» Courftc' ver. .*1 yn( dagelijks
^dvertentittnmo''edeelingon enz., gelieve men véér 11 uur
'b morgens Dg de Uitgevers in te zend on.
f l.OO.
- 1.80.
- 0.08.
behalve op Zon- on Feest
Uitgtvers: VALKHOFF C°.
Utrüwhtstiiestr.-.at 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVBRTHNTI#]*:
Van 15 regels f O.#®.
Elke regel meer - 8.10.
Dienstaanbiedingen en. aanvaagon 88 cento WJ v»OtoïHbetaBng.
Groote lettors naar phtatoruamto.
Voor handel en bedolf bestaan wor voovdoelhae bepalingen tot
het herluudd advcrfceoren in dit Blad, tfJJ abonnement. Bene
etreulaurobovattondv de voorwaarden, wordt op
toegezonden.
Politiek Overzicht.
De „open deur" in Marokko.
Over de beide verdragen, die de Fran se he
[en Duitsche regceringen na langdurige 011-
I derhandelingen hebben gesloten, zal in de
I weken, die nu zullen volgen, veel worden ge-
jzegd. De Duitsche rijksdag en dc Fransche
[vertegenwoordiging zullen, ieder van hun
I standpunt, het product van deze ondvrhan-
delingen beziende Duitsche rijksdag is
I gisteren er mee begonnen. Zij zullen er
I hunne kriliek niet aan sparen, al mag
I men hopen, dat de meerderheid zoo-
I wel aan deze als aan gene zijde van
den Rijn ten slotte geneigd zal zijn be
zwaren niet te zeer te laten wegen, omdat de
grondgedachte van de politiek, die in deze
beide verdragen is neergelegd, en die geïn
spireerd werd door den wensch om eene ge-
I vaarlijke spanning tusschen Frankrijk en
Duilschland uit den weg te ruimen, juist en
een offer waard is. Intusschen hier zijn offers
gebracht op het altaar van het gemeen over-
leg, offers zoowel wat het politieke als wat
het economische gedeelte betreft. Wat het
laatste aangaat, geeft de Frankf. Ztg. een ar-
tiekl, dat ten doel heeft om aan te toonen,
dat de verwachting, dal Duitschlands aan
deel in de economische ontginning van Ma
rokko is zekergesleld, slechts ten deele is
i vervuld. Gewichtige dingen zijn verzekerd;
maar bij andere eveneens zeer gewichtige
punten ontbreekt de zekerstelling ook thans;
men zal daarbij ook in de toekomst met het
beginsel van de „open deur" moeten operee-
ren en moei zich tevreden stellen met de
hoop, d«t men de deur dan werkelijk open
zal vinden.
Van cene bevoorrechting van Duilschland,
van Duitsche privilegiën voor den econo-
mischen arbeid in Marokko is in het verdrag
geen sprake. Wat het verdrag in dat op
zicht wil vaststellen, is gelijk recht voor alle
natiën. In dezen vorm wordt de „open deur"
uitdrukkelijk verkondigd in het verdrag.
Zekergesleld is in het verdrag de gelijk
gerechtigdheid van den buitcnlandschen han
del. Duidelijker dan in hel Congoverdrag van
1885 en in de Engelsch-Fransche overeen
komsten van 1898 en 1899 voor Dahomey en
de ivoorkust is thans voor Marokko vastge
steld, dat Frankrijk het beginsel om den
handel met de koloniën door prohibitieve
differentieele rechten op buitenlandsche goe
deren zoo volledig mogelijk voor het moeder
land in beslag te nemen, niet zal kun
nen loepassen. Er raag geen ongelijkma
tige behandeling bij de invoering van
tolrechten, belastingen en andere heffingen
plaats hebben; eveneens niet bij de vaststel
ling van de tarieven voor transporten op
spoorwegen, rivieren en andere verkeerswe
gen. Uitgesloten is eene beperking van de
concurrentie door administratieve bepalin
gen over maat en gewicht, ijkvoorschriften,
enz. Bij deze beveiliging van den buitcn
landschen handel komen bepalingen tot
handhaving van het visscherijrecht en ver
der bepalingen over de gelijkmatige behan
deling van de beoefenaars <ler mijnindustrie.
Uitvoerrechten op ijzerertsen mogen niet
geheven worden; nieuwe bijzondere hellin
gen van anderen aard zijn ook verboden; het
uitdrukkelijk bepaalde vaste jaarlijksche recht
per hektare en de belasting naar de bruto-
opbrengst moeten op gelijke wijze door alle
ondernemers van mijnwerken worden ge
dragen; zij mogen ook onder gecne voor
waarden aan sommigen kwijtgescholden wor
den. Verder wordt nog bepaald, dat alle on
dernemers hun bedrijf mogen verbinden met
de spoorwegen en dat de spoorwegdirectiën
de burgers van verschillende landen niet ver
schillend mogen behandelen.
Men kan dus den inhoud van deze econo
mische waarborgen in dezer voege samen
vallen: de invoerhandle van alle natiën blijft
gelijkgesteld en de bestaande mijnwerken
worden eveneens tegen verschillende behan
deling beschermd. „Hoe staat liet echter
zoo gaat dc Frankf. Ztg. voort met de
vrijheid om grond te koopen, die toch van
het grootste gewicht is? Wij hopen, dat zij
slechts daarom niet bepaald werd, omdat zij
als van zelf sprekend is te beschouwen. Hoe
slaat het met het verleenen van concessie
aan nieuwe ondernemingen, inzonderheid
aan mijnwerken? En hoe staal hel mei de
deelneming aan openbare werken? Want dat
is natuurlijk de tweede, niet minder gewich
tige zijde der regeling van den nieuwen staat
van zaken in Marokko; het was niet voldoen
de den handel te waarborgen tegen eene dif
ferentieele beihandeling in tol- en tariefza-
ken, maar het kwam er ook voornamelijk
op aan, den Duilschcn oaïdernemingisgeest
een evenredig deel van de voor rekening van
den staal uitgevoerde werken ook onder het
nieuwe, Fransche bestuur, te waarborgeai. In
werkelijkheid echter lijkt datgene wat aan
zulke waarborgen wordt gevonden verba
zend gering. Er wordt wel bepaald, dat de
werken en Jeveratiën voor eventueelen aan
leg van wegen, spoorwegen, havens,, telegraaf
lijnen enz. langs den weg van aanbesteding
zullen worden vergeven, en er wordt bijge
voegd, dat de voorwaarden yan deze aanbe
stedingen, de burgers van geen enkelen staat
mogen benadeelen; maar voor het gewich
tigste, namelijk voor de rechtvaardige toewij
zing, ontbreekt de waarborg, wanneer men
riet liet recht van de staatsbank om gemach
tigden te zenden naar de hiervoor in aan
merking komende comité's als eene garantie
wil opvatten, hetgeen in dc praktijk wel niet
het geval zal zijn." De Frankf. Ztg. is van
meening, dat zelfs de ingevolge de overeen
komst van 1909 getroffen regelingen in dit
opzicht meer waarborgen gaven. Zij komt
op grond daarvan lol de slotsom, dat dc
tekst van hel nu gepubliceerde verdrag ern-
sligen twijfel laat beslaan over de vraag hoe
in de toekomst de Duilsche economische be
langen in Marokko gewaarborgd zullen zijn.
Italië en Turkije.
Tripoli, 8 Nov. In kleine gevechten,
die gisterenavond pL-As hadden, kregen de
Italianen 2 dooden on 26 gewonden.
K oastbanitin o p el, 9 Nov. De con
sul-generaal van Engeland in Tripoli heeft
besloten niet de plechtigheid der afkondiging
van de inlijving van Trkpolitanië bij te wo-
De correspondent van de Vossische Ztg. te
Rome bericht, dat de aanval, dien de Ita-
liaanschc linkervleugel den 6en November
ondernam tegen dc Haniidje-batterij ©n Sja-
rasjal, plotseling en bij verrassing is ge
schied. Hel plan was door het commando
ook voor de eigen troepen tot liet laatste
oogenblik verborgen gehouden. Om 2 uur
's namiddags werd hel bevel tot den aanval
gegeven De troepen traden met kracht op,
ofschoon het met hindernissen bezaaide en
dicht bebouwde terrein noodzaakt© tot vol
ledige ontbinding van de troepen-formatiën.
De vijand lag gedekt in insnijdingen en
struikgewas, achter boomen, tuinmuren en
huizen, maar werd in het gevecht aanhou
dend teruggedrongen. De strijdplaats werd
bij den invallenden nacht verlicht door hel
schijnsel van de in brand gestoken huizen;
bij dit schijnsel rukte het gros van dc vijfde
brigade voorwaarts, tusschen de Karamanli-
graven en Sjarasjat, terwijl eene kleinere
afdceling, door scheepsgeschut ondersteund,
langs het strand in oostelijke richting ging
en hel hardnekkig verdedigde fort Hamidje
in storm nam, dat, sedert het den 26en Oc
tober door de Italianen prijsgegeven
was, als een paal in het Italiaansche vleesch
slak. Bij maneschijn vermeesterde hel door
generaal de Chaurand persoonlijk aange
voerde gros na hevig verzet Sjarasjat.
Bij kritische beschouwing van de belich
ten over den strijd om hel fort Hamidje
bespeflrl men verschillende tegenstrijdighe
den. In de Corriere wordt gesproken van
1000, in de Secoio van 300 vijanden, die met
verbittering den strijd voerden legen de ge
heole Italiaansche brigade. Er wordt ge
sproken van een verschrikkelijk geweervuur
der verdedigers en ten slotte wordt gezeg'J,
da', niettemin de Italianen slechts zeven ge
wonden hebben gehad. Dit gëeft den indruk,
dat men le doen heeft gehad met eene ge
heel onbeduidende zaak, die door de offi-
ciecle mededeelingen zeer is opgeblazen.
Dc correspondent van de Frankf. Ztg. te
Tripoli bericht, dat de behandeling van de
inboorlingen door de troepen in dc laatslc
dagen zachter is geweest. De ergste wreed
aards onder de civiele autoriteiten en de
politie zijn teruggeroepen.
Dc Temps bericht uit Rome, dat men daar
het verschijnen van Italiaansche pantser-
schepen in dc Egeïsche zee evenmin ontkent
als bevestigt. Men neemt de grootst moge
lijk© reserve in acht over de bewegingen van'
de schepen. Het is intusschen zeker, dal
alvorens aan de vloot hevel wordt gegeven
om te handelen, de regeering het einde van
d© tegenwoordige diplomatieke phase zal af
wachten en de uitkomst van de stappen, die
de mogendheden eventueel in Konstantino
pel zullen doen.
De geheele pers borduurt variatiën op het
volgende thema: Wanneer Europa verwik
kelingen wil vermijden, dan moet het pres
sie uitoefenen op Turkije, om dat land te
brengen tot het sluiten van den vrede. Zoo
niet, dan zal Italië het veld van de oorlogs
operatiën uitbreiden. Italic bepaatt zicb
dus thans er toe te wachten, maar bereidt
zich voor om te handelen als de tijd zal zijn
gekomen.
liet protest van Turkije aan dc mogendhe
den tegen de inlijving van Tripoli en Cyre-
naica door Italië luidt als volgt:
,,De Keizerlijke Ottomaansche regeering
verneemt, dat de Italiaansche regeering sen
besluit lieeft uitgevaardigd, waarbij de pro
vinciën ''Tipoli en Benghasi ingelijfd worden
en dat zij daarvan kennis heelt gegeven aan
dc mogendheden.
,,L)e Verheven Porie protesteert met alle
kracht legen de proclamatie, die zij rechtens
en feilelijk waardeloos acht. Zulk een daad
kan geen effect hebben, omdat zij indruischt
tegen de meest elementaire beginselen van in
ternationaal recht en tevens omdat Turkije
en Italië nog met elkander in oorlog zijn en
de Turksche regeering vast besloten is door
kracht van wapenen barer onvervreemdbare
rechten over de twee provincies te handha
ven en le verdedigen.
Anderzijds strijdt deze proclamatie en
hare mcdedecling aan de mogendheden tegen
plechtig aangegane verdragen, speciaal die
van Parijs en Berlijn, zoowel door Italië te
genover de groote mogendheden als door
laatstgenoemden tegenover Italië omtrent dc
territoriale integriteit van liet Rijk.
Onder deze omstandigheden blijft dc inlij
ving, door Italië geproclameerd, van nul eo
geener waarde, alsof zij niet waren uitge
vaardigd".
Dultaahland.
Potsdam, 9 Nov. Door het Hofmar-
schallamt van den kroonprins wordt bericht:
De mededeeling van de National Zcitung, dat
de kroonprins hel voornemen heeft tot eene
gemeenschappelijke actie met zijne broeders
tegen den rijkskanselier, komt niet overeen
met de feiten.
B e r 1 ij n, 9 N o v. De Rijksdag beraad
slaagde in zijn zitting van heden over dc
Duitsch iFransche overeenkomst 'betreffende
Marokko en aequatoriaal Aü'ika.
Het huis en de tribunes waren zeer goed
bezet. In de hofloge bevond zich o.a. prins
August Wilhelm, ilet eerst nam het woord
de rijkskanselier-, die breedvoerig inging op
de voorgeschiedenis van hel verdrag. Hij
constateerde dat het doel van de zending
van een oorlogschip naar Agadir geweest
was: Duilsch bezit en Duitsche levensbelan
gen te beschermen en tevens van Duilsch
land's recht en Duitschlands wensch eener
zelfstandige bescherming der Duitschers in
Marokko, getuigenis al te leggen.
Dc rijkskanselier schetste vervolgens de
bijzonderheden der onderhandelingen en
zette dc afzonderlijke bepalingen der Ma-
rokko-overeenkomst uileen, ©n besloot dit
deel zijner rede met te zeggen: „Ik geloof
dat onze landgenooten, die 'in Marokko be
langen hebben, met liet verdrag tevreden
kunnen zijn." De kanselier ging vervolgens
over tol de bespreking der compensaties,
welke hij inleidde met eene opmerking over
hel aftreden van den staatssecretaris van
koloniën von Lindequist. Deze heeft van
den beginne af slechts afrondingen en grens
regelingen gewenscht. Voor enkele dagen
heeft hij, terwijl hij een schriftelijke memo
rie indiende, verklaard dat hij het in zijne
functie in den Rijksdag niet voor de com
pensaties wilde opnemen. Dal is, zeide de
rijkskanselier, een miskenning van den
staat van zaken geweest. Niemand heeft van
von Lindequist verlangd, dat deze de ver
antwoordelijkheid voor de overeenkomst op
zich zou nemen. Dez© verantwoordelijkheid
draagt de rijkskanselier alleen. Door de snel
le inwilliging van het ontslagverzoek moest
er voor gezorgd worden, dat de aangelegen
heden van het departement verder werden
afgedaan.
De rijkskanselier zette daarna de beteeke-
nis uiteen van de nieuw verworven gebie-
den. Hij protesteerde nadrukkelijk tegen de
veelvuldig© critïek op Duitschlands optre
den in Marokko en betoogde dat de regec-
ring door geenerlei invloed van binnen of
van buiten zich had laten afbrengen van
haar program, zooals dit van den aanvang
af was vastgesteld. Al het gepraat in den
laatsten tijd over zwakte ©n toegefelijkheid
der regeering is, gezien de fëiten, ongegrond.
De Keizer heeft een strikte tenuitvoerbren
ging van hel reeds in Mei opgemaakte pro
gram tijdens alle phasen der onderhandelin
gen geëischt, in het levendig besef, dat elke
actie eener groote mogendheid dc critieke
vraag „Oorlog of Vrede" met zich brengen
kan en dat men vast bereid was het voor
de eer der natie ten allen tijd met het zwaard
op te nemen. Daarin wist de Keizer ziah één
met zijn volk, hetwelk in al zijn lagen
bezield en vervuld wa door een geest van
vastberadenheid om zijn levensbelangen en
zijn eer tegenover iedereen te verdedigen.
B e r 1 ij n, 9 N o v. In het vervolg van zijne
rede weerlegt dc rijkskanselier breedvoerig
de opvatting, dat de Duitsche regeering voor
een Engelsch dreigement is teruggeweken.
Tegen de rede, die Lloyd George aan een
feestmaal heeft gehouden, zijn in Londen ter
stond bezwaren gemaakt. Die rede is voor
een vriendschappelijke verhouding met En
geland niet bevorderlijk geweest, maar zij
kan niet dienstig zijn voor de bewering, dat
de Duitsche regeering teruggeweken is. In
derdaad is de ged achten Wisseling met Frank
rijk zonder inmenging van derden doorgezet.
De rijkskanselier legt dan uit, waarom niet
in overweging is genomen land te verkrij
gen in Marokko. Daarover wae men het in
Duilschland tot aan den afgeloopen zomer
overal eens geweest.
Vervolgens wijst de rijkskanselier het denk
beeld van een preventieven oorlog tegen
Frankrijk of Engeland of beiden af; liij her
innert er aan hoe Bismarck over een pre
ventieven oorlog dacht.
Ten slotte zegt dc rijkskanselier: Het feit,
dat wij met Frankrijk over een zoo gewich
tige zaak tot een vreedzame overeenstem
ming zijn gekomen, moet zeer hoog worden
aangeslagen. Op den grondslag van deze
overeenkomst kan de toekomst eene betere
verhouding tot Frankrijk opbouwen. Zij
maakt echter ook de lei schoon voor onze
verhouding tol Engeland. Ons aanzien als
groote mogendheid, dat niet mocht dulden
dat een verdrag, waar onze naam onder staat,
zonder onze goedkeuring veranderd wordt,
is volkomen gehandhaafd, liet is nu aan den
Hijksdag het voor en tegen van de politiek,
die tot dit verdrag heeft geleid, te overwe
gen. Wij verwachten geen lof, maar vreezen
ook geen blaam.
Von Hertling (centrum), betoogde in aan
sluiting aan de rede van den rijkskanselier,
dat een terugblik op Duitschlands Marokko-
politiek niet opwekkend is. Sedert 1901 is het
geen roemvol blad in Duitschlands geschiede
nis. De onderhandelingen, die nu met Frank
rijk ziju gevoerd, zijn met klimmend mis
noegen door het volk gevolgd. Dit misnoe
gen veranderde in feilen toorn, toen de mi-
nisterieele rede van de overzijde van het
Kanaal klonk. Marokko is thans een van
Frankrijk afhankelijke slaat. Het behoud van
den vrede is te duur gekocht, als hij slechts
ten koste van ouze machtspositie in de we
reld behouden kan worden.
Heydebrand (conservatief) zeide: Door de
overeenkomst zijn mijne politieke vrienden
niet bevredigd. Wij hadden gehoopt, dat er
iets meer en iets beters bereikt zou zijn. Wij
kunnen niet in dc opvatting deelen, dat het
sluiten van dit verdrag voor Duilschland en
Frankrijk een stap vooruit is op den weg tot
een blijvende toenadering van de twee volken.
Wal den vrede verzekert zijn niet overeen
komsten, maar het goede Duitsche zwaard.
Wij zijn bereid om van dit zwaard op het
gegeven oogenblik gebruik te maken. (Groote
beweging). Wat de rede van Lloyd George
betreft, wij hoorden daarbij een taal, die uien
een vernedering en uittarting voor het Duit-
Roman van RUD. HERZOG.
29 Kaar hit DuUteh door
J. L. VAN DER MOER.
Hij reikte haar de hand. En nu begon hij
over muziek te spreken, over den verrukke
lijk naleven Bach en over den geweldigen
Handel.
Ik begrijp de tegenwoordige muziek niet
meer, ofschoon ik, vanwege mijn zoon, wel
verplicht ben geweest me er mee te bemoei
en. 't Komt mij soms voor alsof de moderne
componiste» te veel aan zich zelve denken,
dat se hun eigen i k te veel op den voor
grond schuiven en hun wérk niet scheppen
om anderen le doen genieten. Als de kunst
er alleen voor de mannen van 't vak moet
wezen, 1' a r t p o u r F a r t, zooals dc strijd
leus klinkt, dam ontneemt men haar de ware
Celcekenis, 'l veel omvattende,- dat haar juist
zulk een onbegrensde macht verleent, en de
gradeert men haar lol 'n vak van specialitei
ten. Dan dooden de intellectueelen, op gezag
van verstand cm vernuft, 't laatste oorspon-
kclijkt wal er nog in is. En 't hart bevriest.
Ware kunst is onbestaanbaar, wanneer
men alleen 'l verstand en niet 't hart laat
spreken, zei Ilelga. Geloof is geen weten
schap.
Zoo gaal 't met den godsdienst ook, ant
woordde de predikant, mot een boozen blik
op de brochures, die op de schrijftafel lagen.
Men mag met Onze Lieve Heer geen vang-
balletje spelen, om zijn eigen sluwe denkbeel
den de wereld in te zenden en die dan mor
gen door nog veel sluwere overtroefd wor
den.
En thans wendde hij zich met kinderlijke
blijdschap tot zijn zoon:
Ik heb 'l er toch door gekregen, Richard,
dat er 'n nieuw orgel kwam. 't Is nu heelc-
maal in orde.
Dan moeten we bepaald naar de kerk,
Vader!
Hierop had de krasse grijsaard al ge
wacht. .Hij stond dadelijk op, mam de sleu
tels van het rekje en ging zijn gasten vow.
Ilelga stond geheel alleen midden in de
kerk. Haar blikken dwaalden, over de rijen
stoelen, maar den kleinen hoogem preekstoel,
en va» hier naar de breede altaartafel, waar
boven in ruwen zandsteen verschillende adel
lijke wapens waren gebeiteld. En voor haar
voeten ontwaarde zij, op de groote zerken,
kruisen, namen en opschriften, en begreep
zij dat dit grafsteenen waren, die men, bij
vernieuwing van het kerkhof, naar deze hei
lige plaats had gebracht, toen de lichamen
dei' dooden reeds lang tot stof waren ver
gaan. Door een openstaand ruitje van het
groote, beschilderde kerkraam drong juist
het gouden zonlicht naar binnen in de koele
ruimt© en viel -op het meisje, dat daar nu
stond als een vreemde verschijning. En de
mooie lijnen van haar slank lichaam deden
denken aan een schilderij van een beroemd
Meester uil de school van Botticelli.
Richard Marschall, die met zijn Vader op
het orgel stond, maakte dezen er op attent.
Jammer ,zei de oude heer in zich zelve,
en hij begon de registers te trekken.
Thans was hij bij Handel le gast. En ter
wijl de zoon het werk van den orgeltrapper
verrichtte, speelde hij de „Hymne aan den
Verlosser". Heerlijk klonken de orgeltonen
door het kleine kerkje, toen Ilelga Nuntius
eensklaps zingend inviel:
„Wenn Verwesmmg mir glciiöh drohet, wird
dies m«im Auge Golt dwoh sehn...."
En de stem zwol aan, sprekend vain hoop
en vreugde
„Dernn Christ ist erstamden!"
Dc dominee speelde verder in aillerlei
•oude, bekende variatiesmaar zijn oogen
daaldlen naar omlaag em vesllilgd'en zich op
het verrukte meisje, dat ail het zomïidht tol
z wh scheen te trekken. En zijn gedachten
diwiaalden naar Marburg, de vroolijke stu
dentenstad, en hij zag zich zelve als jong,
levensiiustig korpsöid, met de muls scheef ojp
het hoofd, door dc straten fkuneeren, om te
zien waar zijn „allerschoonste" wel zijn
zou....
Ilet was heiiliigc Muziek, di<c hij speéide,
maar de Muziek was sterker dam die Heilig
heid, wamt de Muziek was de eeuwige jeugd.
Terwijl hij, tusschen de twee- jongeluiii iiv,
door den tuin liep, om in het met jasmijn be
groeide prieel de in der haast gezette koffie
te drinken, was hij een ander mensdh ge
worden. Met zijn zoon» dOe zijn studcnitem-
aCamamk uit Mime hen mee naar huiis had ge
bracht, haalde Ilij allerlei vrooïijke herinne
ringen op, en met zijn diepe basstem neurie
de hij hun verschillende wijsjes voor, die in
zijn tijd veel gezongen werdlem, en hij stond
er oj), dat vóór hun vertrek nog samen
mei hem een flescli zouden ledigen
Maar Richard, diie liaaigzanncrliamd wat
stü'ler was geworden, drong er plotseling op
aan te vertrekken.
Ik vertrouw dc lucht niet, Papa, ik go-
loof dlait we onweer krijgen, en allis we nog
in tijds le Eppslcin aan 't station wilden
zijn, dian wordt t nu hoog tijd. Dc wandeling
dloor 't bosnh duurt toch zeker 'n groot uur.
Dc oude heer bracht zijn gasten' tot aan
den ingang van het dkül en kedk hen nog lang
na, terwijl zij daar zoo frisch en vrooiijk
weer de wijde wereld ingingen.
Üiiien avond sloeg de dominee geen oog Ln
zijn theologische geschriften. Ilij snuffelde
in dc kist, die liij reeds in ziijn studententijd
bezat, en lmalde er allerlei voorwerpen uit
•te vóorschijn, waarnaar liij anders' niet meer
omzaglioekjcs met verscholen bandjes, vol
leuke teekeningen op die reeds geel gewor
den bladen, ©li een paar verdroogde bouquet-
jes. En allies stafllde liij uil op zijn sidhrijfüafel.
Toen zijn huishoudster des aivondk thuüs-
kwaan, vomd zij hem daar zitten, ails gewoon
lijk, maar er sloaid een ledige JBesah Riides-
heimier vóór hem, on in de haimd hield hij
het jjorlret van zijn vrouw, dart. hij in geen
jaren van den wamxl genomen bad... Zijn
vrouw, ja., die laad hij meegebracht uit die
wereld! Haar levenslust en vraohjMieid wa
ren voor hem het eenige geluk geweest in dClt
afgelegen dorpje. Heden werd hij zich hier
van plotseling bewust....
Toen Richard en Helga den rond van het
woud hadden bereikt, werden zij eensklaps
door een hevigen rukwind overvallen.
Daar is 't onweer, zei hij als tot zich zelf.
Ilij nam haar bij de hand en verhaastte ziju
schreden. Het was donker in het bosch. De
zwarte wolken hingen zóó laag boven dc
hoornen, als werden ze door de takken vast
gehouden. Een nieuwe, huilende windstoot
joeg dc wolken uiteen, zoodat ze als dc flar
den van con vernielden ballon om de boom
kronen vlogen. En terwijl de bliksem flitste
en de donder rommelde, openden zich dc
sluizen des hemels.
Snel wierp Richard den meegenomen
avonddoek om Helga's schouders; maar zij
stond er op, dat hij er zich ook mee zou be
schutten. De doek was voor beiden groot ge
noeg. En zoo gingen z© sainen, schouder aan
schouder, door het dicht© woud, dat thans
geheel in beroering was.
Zijl ge bang? vroeg hij zachtjes.
Zij schudde van neen.
Toen begon hij zonder eenige voorbord
ding van zijn jeugd te vertellen.
Ik wil me niet beter voordoen dan ik
ben. Ik heb schulden en liefdes-avontuurtjes.
Maar ik zal er 'n ©ind aan maken. Dat be
loof ik u.
Waarom belooft u m ij dat? 't Doet me
keil, dat u zoo'n leven leidt. Nu hebt u er
berouw over.
Berouw? Nee, eerlijk gezegd, niet.
Niet? Maar wal don?
Och, waarom zou ik berouw hebben
over 't geen me vreugde en levenservaring
verschafte? Dien leertijd moet iedereen door.
loopen, anders voelt ie later dal hem iets
ontbreekt on wordt ie leerling wanneer hein
dat niet meer past. Neon, spijt lichik er niet
van. Want als man zal me nog veel bij mijn
werk van nut zijn, wal dc wilde jeugd me
geleerd heeft, eu de ploerten om m© heen
zullen me er om benijden. Mijn kunst zal er
jong door blijven. Ik weet wat 'n frisschc
jeugd bctcekent, ze zal 'n bron zijn, waaruit
ik voor mijn werk putten kan.
Wcrdt vcrvolfcf