4
heb daarom met genoegen gezien, dat ook do
commissaris van politio van mooning isdat
het aanschaffen van meer fietsen niot ge-
wenscht is.
Dan heb ik in de dorde plaats mot groote
verbazing hot antwoord van B. on W. verno
men op de quaestie van presentiegeld voor do
leden van den raad. B. en W. beroepon zich
op don financiëolen toestand van do gemeente,
liet is waar dat B. en W. in hun antwoord
op de afdeelingsverslagen voor 1911 hebben
medegedeeld, dat daartoe niot diroct kon wor
den overgegaan. Maar bij do bogrooting voor
1911 is door den heer Gerritsen voorgesteld,
dat tie zaak in overweging zou worden geno
men in het volgende jaar. B. en \V. hebben
er toen op gewezen, dat zij het bedrag niet
konden vinden. Maar zij hebben niet betwist,'
dat het wenschelijk is, dat presentiegeld wordt
ingevoerd e»cn goed als op andere plaatsen.
Als bedrag van de kosten wordt door B. en W.
genoemd f 750. Dat bodrag is niot groot
maar toch ovordroven. Als men aanneemt
dat doorcengenomen 16 leden tegenwoordig
zijn en dat er 15 vergaderingen zijn in het
jaar, dan zullen de ko.-ten zijn 15 X f 40
600. Maar daar gaat hot niet om; liet gaat
om de quaestie Tan beginsel. Nu is hetwen-
scheljjk, dat in den raad zijn opgenomen men-
schen van verschillenden stand en rang. Het
moet geen beletsel zijn in den raad zitting
te nemen, omdat men zijn lijd niet gratis dis-
Eonibel kan stollen. Ik kan mij van u, mijn
eer de voorzitter indenken dat gij om de
kosten b' zwaar hebt tegen de invoering van
presentiegeld. Maar de drie wethoaders zijn
hoog staande, vooruitstrevende mannon, die er
geen bezwaar in hebben gezien, enkele weken
fclcdeu om een groot buitenverblijf aan te
oopen met do bedoeling or een villapark van
te maken. Jo hoer van Esvold de minst
vooruitstrevende van de drio hij in wol eens
conservatief genoemd heeft toen gezegd
„Als hot 7000 kost, da:rbohoe*on do belas
tingen niet te worden verhoogd." Dan sta ik
er stil voor, dat zoo kort daarna van die zjjdo
bezwaar wordt gemaakt tegen dozo uitgave
omdat men meontdat die onkolo honderden
guldons niot zijn to vinden. Hot is alsof
iemand het idee krijgt„Ik zal oon mooie villa
bouwen", terwijl hij niet hot geld heeftom zijn
personeel uit te betalen.
De heer Gerritson. Mïjnhoor de voor
zitter. Ik had eigonljjk bij de bogrooting van
het burgerlijk armbestuur het woord moeten
vragen om inlichting to bekomen omtrent het
antwoord van B. en W. óp de afdeelingsver
slagen. Het doet mij genoegen, dat ik door
den vorigon sproker reeds eenigszins op de
hoogte ben gebracht Er zijn zaken, dio daar
door voor mij duidelijk geworden zijn. Maar
do gehoele oorzaak van de stijging van uit
gaven voor het burgerlijk armbestuur hoop ik
to vernemen van don wethouder, die met de
zorg voor het armbestuur belast is. Ik hoop
van hem eon nieuw beeld te krijgen van
'tgeen ik heb gevraagd: namelijk de oorzaak
van de stijging der nitgaven van het burger
lijk armbestuur. Het antwoord, dat ik van
B. en W. had gekregen, bevat niot datgene
wat ik had gevraagd.
.^Mijnheer de voorzitter, by de algomeeno be
schouwingen over do begrooting wonsch ik in
de eorste plaats te constateeren, dat B. en W.,
die korten tijd geleden een ambtonaar hobbon
ontslagen, daarmee eon maatregel hebben ge
nomen. die volkomen verdiend was. Dat wil
ik releveeren naar oanloiding van de opmer-
merking, dio ik in mijne afdeeliug heb ge
hoord. dat men in den gemoontedionaar dikwijls
luiheid aantreft on een streven om zich aan
het werk te onttrekken. Ik hoop, dat dit een
voorbeeld moge zijn, waaruit men kan zien,
dat B on W. niet ingrjjpen dan als zij de
volle overtuiging hebbon, dat dit noodzakelijk
is lk hoop ook, dat dit een voorbeeld moge
zjjn, waaruit de arbeiders zien, dat B. on W.
en de raad, wanneer zij voor de belangen van
do arbeiders zorgen en bunne rechten in het
oog houden, aan den anderen kant vorwachten,
dat ook de plichten tegenover de gemeente
worden nagekomen, en dat B. on W. er op
zullen toezien, dat er geen kwestie van mag
zjjn, dat men wel van de gemeente zou willon
profiteeren, maar geen work zou willon ver
richten. Dit heb ik in de eerste plaats willon
opmerken.
Overigens meen ik, dat zoor zeker de wet
houders, die straks genoemd zijn vooruitstre
vende mannen, mij zullen golooven uls ik zog,
dat ik niot zeer gesticht ben over deze be
grooting. Ik weet, dat B. en W. hebbon ge
zegd, in hunne nota bij do aanbioding van de
begrooting, dat het ditmaal een moeielijk werk
goweost is de begrooting in elkaar to zetten
en de belastingen niet hoogor te brengen, zoo
dat de inkomstenbelasting kan blijven op 3
Eet. Maar ik tweet ook, dat wij staan voor
et feit, dat in 1912 verschillende zaken mieten
geschieden. De heer van Kalken hooft het
woningsvraagstuk genoemd. Er is nog ineer
te noemenb. v. scholenbouw, marktwezen,
regeling van de pensioneering van do weduwen
en weezon van gemeenteambtenaren. Met deze
begrooting echter, die kloppend gemaakt is
zonder bclastingverhooging kan ann dit alles
niet worden gedaan. Van openbare werken
is goen sprake op deze begrooting. Ia wil
dit releveeren omdat, toeu hier de aankoop
van Nimmerdor behandeld werd en gezegd:
„Wij zullen daardoor verhooging van belas
tingen krijgen." Toen heb ik beweerd, dat
wij tongovolge daarvan geen belastingvorhoo-
ging zullen krijgen Wel kan dit geschieden
door een complex van verschillende werken,
die onderhanden .worden genomen. Daardoor
kan verhooging van belastingen ontstaan. Ik
wil dit constateeren.
Met genoegen heb ik gezien, oen ge
noegen te grooter, omdat het de gemeente
goen gold zal kosten, dat B. en W. voor
nemens zjjn aan den lang door mjj gokoester-
deu wonsch, om progressie in te voeren ia do
schoolgoldheffiog, waardoor van hen, dio't be
talen kunueneen passende prijs zal wor
den gevorderd voor het onderwijs, terwijl
de minder bedeelden in do kosten van het
onderwijs zullen worden tegemoot gekomen,
te voldoen, en dat, wij, in den loop van 1912
een voorstel daarover zullen krijgen. Mijnheer
do voorzitterik heb nog dit hieraan toe te
voegen Ik wonsch, dat B. en W. toch zoer
zeker zullen zorgen, dat als blijkt, dat het be
lang van de gemeente vordert voorstellen to
doen, die noodig zijn voor don vooruitgang van
Amersfoort, zij zich niet zullen laten weer
houden om daartoe voorstellen te doen door
den wenscli om dc inkomstenbelasting laag te
houden en dat zij desnoods niet zullen opzien
tegen eene kleine verhooging van do belas
tingen.
De heer Jo rissen. Mijnheer de voor
zitter, bij de algemeene beschouwingen is de
begrooting van het burgerlijk armbestuur sterk
ter sprake gekomen. Ik wil daaraan nog oen
enkel woord toevoegen. Ik wil alleen verzoe
ken, dat als het bestuur van het, St.-Jozefgo-
sticht, waar zoo vele oude lieden uit de ge
meente worden verpleegd, op nieuw komt met
een verzoekschrift om hooger subsidie, B. en
W. er aan zullen denken, dat door de ge
meente aan het gesticht wordt betaald f 2 per
week voor kosten van verpleging, waaronder
voeding, kleeding en huisvosting begrepen is.
Ik wensch niet, dat door het burgerlijk arm
bestuur alles wordt betaald-, ook hel roomsche
armbestuur moet mee betalen. Maar de bijdrage
van de gemeente is niet groot. Dat is do redon,
waarom ik den wensch uitdruk, dat als een
nieuw verzoekschrift van St.-Jozef inkomt, zal
worden overwogen met het oog op de betrek
kelijk geringe bijdrage, dio wordt gegeven,
om Toortaan iets meer te geven.
De heer van Esveld. Mijnheer de voor
zitter, er zijn. wat het burgerlijk armbestuur
betreft, verschillende wenschen kenbaar ge
maakt. Aan den eenen kant wordt gezegd
„Het armbestuur geeft niet gonoog", terwijl
wij aan den anderen kant uit de nota van
antwoord gezien hebben, dat B. en W. van
meening zjjn, dat het armbestuur to veel geeft.
Nu kan ik niet uit de statistiok putten,
die trouwens hier niet veel zou ophel
deren. Maar de kleine ervaring van eeni-
ge jaren, die ik in hot burgerljjk arm
bestuur hob opgedaan, kan misschien wel
oonig licht geven. Het is reeds verschoidon
jaren geledon, dat het burgerljjk armbestuur
hooft moeten afwijken van het voorschrift van
art 21 der armenwet. Niot alleen wat het
geven van onderstand betreft, maar ook in
ander opzicht. Men is toen ovorgogaan tot de
zoogenaamde dubbele bedoeling: ue diaconieën
en do particuliere armbesturen geven wat, de
gemeente komt te hulp en geeft ook wat. Het
spreekt van zelf, dat deze nieuwe wjjze van
bedoeling eene groote wijziging hoeft gebracht
in het geheelo systeem van bedeeling. Dat
hoeft niet tot verlaging van do uitgaven voor
de gemeente geleid; de bedeeling kost nu moer
dan vroeger. Een onmiddelljjk gevolg van de
nieuwe rogoling was, dat men zich ging be
moeien met de kinderen, die dikwijls in eone
slechte omgeving waren geplaatst; men nam
hen daaruit weg om hen te plaatsen in ge
stichten. Wjj hebben nu 13 kinderen in ge
stichten. Dat is eene dure geschiodenis; zij
worden er geplaatst op den leeftijd van 6 of
7 jaar on zij komen er uit op 18jarigen leef
tijd. Dat is een van de redenen, waarom de
uitgaven grooter zijn geworden, maar er zjjn
nog verscheidene factoren meer. Wjj hebben
een geheel anderen ziekenver^legingsdionst
gekregen voor den minderen man. Men gaat
er tegenwoordig gemakkelijker toe over de pa
tiënten naar een ziekenhuis to brengen, hetzij
hier of in Utrecht. Het gevolg daarvan is,
dat do gemeente het gezin moet onderhouden
en daardoor krijgt men eene vrjj groote be
deeling. Hetzelfde gevolg heeft ook de wo
ningwet, doordat vele woningen worden afge
keurd, waarvoor de gemeente geeno nieuwe
bouwt; do monschen, die de afgekeurde wonin
gen verlaten, moeten meer huishuur geven en
vragen dit aan het armbestuur.
Er komt nog bij, dat het schaamtegevoel
vermindert Men komt tegenwoordig gomak-
keljjker bij het armbestuur dan vroogor. Hot
kostte vroeger moeite de monschen er toe te
brengen, dat zij zich tot hot armbestuur wend
den om steun zij wilden niet aan hot arm
bestuur vervallen. Maar tegenwoordig komen
zjj zelf bjj het armbestuur en komen daar vra
gen wat ia vroegere jaren alleen do schamele
armen deden. Men heeft nu de nieuwe
voogdij wet. Die kan voor de gemeente van
nut zjjn, want men heeft daardoor een mid
del om te voorkomen, dat de gemeente ge
dwongen is zich het lot van kinderen, die door
hunne natuurljjke verzorgers worden verwaar
loosd, aan te trekken. Mogelijk, dat dit tot
gevolg heeft, dat de last van do geinoonto
eenigszins wordt verlicht Er is echter iets
anders, flat wel aanleiding geeft tot bodenking.
Het wordt bjj sommige personen gewoonte,
tegen den winter een of ander klein vergrijp
te plegen. Zoo iemand wordt dan voor vier
of vijf maanden opgeborgen on zjjn gezin komt
bjj het armbestuur terocht. Dat komt tamelijk
veel voor. Als iemand in de gevangenis te
recht komt, dan krjjgt do gemeente zjjn gezin
soms twee jaren in onderhoud.
Dat de gemeente niet alles kan doen, is
duidelijk. Er is samenwerking met de diaco
nieën en met de liefdadige instellingen. Het
is waar wat de heer Jorissen heeft gozogd
er komen velen in het St.-Jozafsgosticht. Dan
betaalt de gemeente een deel van de kosten.
Nu geef ik toe B. en W. konden, met hot oog
op het stijgend bedrag van het subsidie uit
de gemeentekas, niet auders doen dan het
burgerlijk armbestuur wijzen op art. 21 van
de armenwet. Die wet is nog onveranderd
en B. en W. hebben het recht het armbestuur
te herinnoren aan de bepaling, dat hot slechts
onderstand mag verleenen, als die niet op an
dere wjjze is te krijgen en dan slechts bjj vol
strekte onvermijdelijkheid. Maar toch moet
ik blijven zeggen, dat het a-mbestuur moeie-
ljjk dien kant geheel op zal kunuon gaan
want de meeningon over armenzorg zijn go-
heel veranderd sinds den tijd, toen do wet in
't leven werd geroepen.
Ik hoop, dat de hecren uit hetgeen ik heb
gezegd bobben kunnen zien wat door het
armbestuur wordt gedaan. Ik hoop, dat men
geen te groot verwjjt aan het armbestuur zal
doen, dat het te ruim is in zjjne opvatting,
want er is geen moeielijker en onaangenamer