If*. 161. Tweede Blad.
Zaterdag 9 December 1911.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
Van dsn Hak op den Tak.
FEUILLETON.
„Het Levenslied."
IO"" Jaargans:.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelyks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentlBnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C».
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer OA.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Vu. 1—8 regel. f O..10.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimto.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
OOST-I NDI E.
Pestgevallen op Java.
Rcgeeringstelcgram van 8 December,
betreffende pestgevallen op Java van 29 Nov
tot en mot 5 Dcc.:
Atdeeling Malaug; acht en twintig pestge
vallen, drie en twintig dooden.
Toeloengagoeng, Madiocn cn Kediri:
respectievelijk vijf, twee en één doodclijkc ge
vallen.
Soorabaja op 28 November: één doodelijk
geval.
R ij ks verzekeringsbank. Te-l-
kenjare in de tweede hééft van December
worden vanwege de Rijksverzekeringsbank
aan alle werkgevers, dus ook aan die, wel
ke bij particuliere maatschappijen zijn aan
gesloten, de voor ihet volgende dienstjaar be-
noodigde loonlijst-formulieren gezonden.
Dit jaar zal daaraan iets bijzomde.rs wor
den toegevoegd, mefldt he* Hbld. .\an iedere
werkgever (in het gehoed zijn er bijna
10U.000) wordt tevens een boekje gezonden
van pl.m. 90 pagina's druk.
Dit boekje heeft ten doel de werkgevers
er op te wijizen wat kan wonden gedaan om
ongelukken te voorkomen, aoodat men in de
gelegenheid wordt gesiteld zelf mede te wer
ken tot vermindering vain he* getal onge
vallen, waarvan noodzakelijk de gunstige in
werking op hel te betalen premie-bedrag het
gevolg is.
Vooraf gaat een beschouwing van de oor
zaak en de financieefle gevolgen van de ern
stige ongevallen over de drie eerste boek
jaren der Bank, met aanwijzingen der mid
delen en met waarschuwingen omtrent voor
koming van ongevallen. Dan volgen in 33
ondeTdeeien voor iedere groep de oorzaken
van plaats gehad hebbenden ongevallen met
tal van voorbeelden.
De yerdeeHtng is zóó aangebracht, dat
ieder werkgever zióli terstond kan bepalen
tot de lezing van hetgeen voor zijn eigen be
drijf belangrijk is.
Katholieke vakorganisa
tie. De aartsbisschop van Utrecht en d*
bisschoppen van Breda, 's-IIertogenbosch,
Roermond en Haarlem plaatsen in de R. 1\.
bladen de volgende mededeeling:
In den lateren tijd openbaart zich een
streyen om, tegen Onze verklaring in, stem
ming te maken voo" christelijke vakorgani
satie.
Om die reden achten Wij het plicht, nog
maals en zoo beslist mogelijk tc verklaren,
dat hel Ons ernstig en uitdrukkelijk verlan
gen is de aan Ons onderhoorige katholieken
te vere enig en en vereenigd te
houden in katholieke organisa
tion, omdat alleen in deze de katholieke
beginselen ten volle tot hun recht komen, en
samenwerking met andere verecnigingen
voor bepaalde wcnschelijk geachte doelein
den, in zooverre de katholieke beginselen d»1
|oelalen, daardoop noch onmogelijk gemaakt,
iipph bemoeilijk* wordt.
Pe uitsondering, voor de Limburgsche
mijnwerkers gemaakt, bewijst, dat met alle
bejangen rekening wordt gehouden.
-Gc6toord6cha(luurljc. 'tWas
gisterenmiddag 1 uur. Schafttijd. Aan het
Eemskanaal te Groningen werd op de ver
schillende schepen het werk gestaakt* de
arbeidtere strekten hunne vermoeide licha
men uil, aten hun brood en dronken hun
koffie en gaven zich over aan een dolce far
niente.
Niet aldus op de „Europa", kapitein T.
Tammcns, welk schip tegenover het hout-
stek van den heer Van Mouten vast gemeerd
lag. Daar had men ook wel rust, maar de
tien arbeiders, die daar bezig waren, be
steedden hun schaftuur met het bespreken
van een voor hen belangrijke kwestie. En
onder het eten van een boterham en het
drinken van een kop koffie werden daar op
de stellage, die het schip mot den wal ver
bond, verschillende meeningen tegenover
elkander gesteld, nu eens met vuur bestre
den, dan weer met evenveel warmte ver
dedigd. Men was het dus niet geheel eens,
men wond zich op totdat plotseling van
heel onverwachte, heel ongewenschte zijde
de afkoeling kwam.
De stellage, niet op hel gewicht van zoo
veel menechen berekend, dreigde in te stor
ten. Had reeds nu en dan een waarschuwend
gekraak doen hooren, dat echter in hun
opwinding voor de meiischen verloren ging.
En toen plotseling gebeurde het, stortte zij
in, de werklieden in haar val meesdepend,
die in hel vuur van hun geeprek verrast,
niet wisten wat hen overkwam.
En zoo lagen zij daar, voordat zij tot be
zinning kwamen, te spartelen in het Eems
kanaal en namen een heel ongewenscht bad.
Zij dachten niet meer aan de kwestie, die
hen z09even nog bezig hield, maar aan de
beste wijze hoe zij nu uit het koude water
konden komen. En de een na den ander, wist
hier helpend, daar steun zoekend den vas
ten wal te bereiken. Zoodat geen ernstiger
ongelukken dan tien natte pakken, een en
kele gescheurde jas en een hier en daa#ver-
loren boterham te betreuren vielen.
Meningitis cerebrospinal! s.
Te Dinxperlo is een elfjarig zoontje der wed-
Geuririk aan meningitis cerebrospinal epi-
demica bezweken.
School- en Kerknieuws.
He Fransch op de Lagere
School. In verband met vroegere verhandelin
gen omtrent de kwestie van het Frai.ach op de
lagere school, in het Orgaan van de „Vcreenigittg
van Leeraren in de Handelswetenschappen", had
dezer dagen te Amsterdam eene gecombineerde
vergadering plaats van de besturen der Vereeniging
van leeruren iu de Handelswetenschappen, der af-
deelmg Arasterdam van het Nod. Onderwijzers Ge
nootschap en der Ned. Vereeniging van Chnst
Hand. en Kant. bedienden.
De volgende vragen werden behandeld
1. Moet het Fransch als eenig taalvak op de la
gere school vervangen worden door een andere
taal?
2. Wanneer vraag 1 bevestigend beantwoord
wordt, welke taal moet dan wel onderwezen wor
den Duitsch of Engelsch?
3. Welke maatregelen moeten genomen worden
om het gewenschte doel te bereiken?
Hierover had een breedvoerige gedachtenwisse-
ling plaats.
Men kwam tot de conclusie, dat het Engelsch
verreweg de voorkeur verdient. Als gronden wer
den in de eerste plaats genoemd, dat de meeste
kinderen als ze in de 2e helft van het derde leer
jaar der lagere school Fransch beginnen te lee-
ren, toch bij he* verlaten der school nog zoo wei-
n.g van de taal weten, dat ze voor de praktijk zoo
goed als niets er aan hebben. De mannen van
de practijk, de leeraren in de handelswetenschap
pen en de kantoorbedienden meenden op grond van
hunne ondervinding tc kunnen beweren, evenals
de vertegenwoordigers van het Onderwijzers-Ge
nootschap, dat Engelsch in vele opzichten als han
delstaal oneindig veel meer voorkomt dan Fransch,
iets, wat ook voor het Duitsch geldt. Men was van
oordcel, dat niet alleen vraag 1 eenparig beves
tigend beantwoord moest worden, doch dat ook
vraag 2 111 dien zin is te beantwoorden, dat aan
het Engelsch de voorkeur moet worden gegeven
en wel, omdat na 34 jaar onderwijs, een kind van
Fransch zóó weinig weet. dat het er slechts een
zeer gering nut van kan trekken, terwijl in dien
zelfden tijd met Engelsch een veel beter resultaat
verkregen wordt.
Een der aanwezige oixlerwijsspecialiteiten deel
de nog mede, dat voor de z.g. herhalingscursussen,
waar de ouders vrij zijn in de keuze van een taal,
in de meeste gevallen Eug^ch wordt verlangd.
Voor gebrek aan onderwijskrachten behoeft men
bij verandering van het huidige systeem voorloo-
pig niet te vieezcn. daar het aantal onderwijzen
met bevoegdheid tot het geven van onderricht in
het Engelsch sterk toeneemt.
Omtrent punt 3 kon nog geen beslissing worden
genomen, omdat geen der aanwezige besturen dien
aangaande een mandaat had. De actie zal echter
begin 1912 krachtig ter hand worden genomen.
Salaris actie der ondeiwüzers.
Van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holuad heeft
het Hoofdbestuur van het Xederlandech Onderwij
zers-genootschap antwoord gekregen op diens aurea,
waarin het College van Gcd. Stateu.verzocht wordt,
te willen bevorderen, dat m de gemeenten der
provincie Zuid-Holland, waar de onderwijzers der
openbare lagere scholen niet meer salaris genieten
dan het bij ai t. 26 der wet tot regeling van het
lager ouderwijs bepaald minimum, tot verhooging
van <Lt .alaris worde overgegaan. Ged. Staten
geven aai» adressant te kennen, dat in de omstan
digheid alleen, dat er in de provincie gemeenten
zijn, waar de onderwijzers der openbare lagere
scholen, allen of voor een deel, met meer dan het
minimum der wet als wedde genieten, geen reden
is tc v.nden, om bij dit! gemeenten op verhooging
der onderwijzerswedden aan te dringendat er toch
alleen aanleiding zou bestaan, om bij een gemeente
bestuur op wijziging der g(>cdgekeurde onderwij-
zersregeling aan te dringen, wanneer op eene of
andere wijze zou zijn gebleken, dat de geldende
regeling voor de betrokken gemeente onvoldoende
moet worden geacht. Er zijn alzoo geen termen
om aan adressants verzoek te voldoen.
'i-Gr« ventage, 7 Dec. Stuurlieden
examens. Geslaagd, groote stoomvaart, tweede
stuurmanJ. M. van Driest, C. Du Inker.
'*-G ra v en h age, 7 Dec. Examens Mid
delbaar Onderwijs.
Staalsiniichtiiig (K XI). Vier candidaten. Ge-
examineerd drie. Toegelaten de heer L. G. van
Hooi n, Bloemendaal.
Schoonschrijven (N.). Zes candidaten. Toe-
gelateu de heeren W. Schcffener, AmsterdamA.
Schippers, Rotterdam, en H. A, Schmidt, Roer-
mond.
Examens Lager Onderwijs.
Wiskunde (art. 86). Drie candidaten. Afge
wezen 1. Geslaagd <ie heerenJ. Schouten, Zoe-
terwoude, en A. L. J. Yetmeeren, Dongen.
(Weekpraatje).
Te Toledo in Ohio moet een man zijn, gluzeh-
wasscher van beroep, die het hart op een ver
keerde plaats heeft zitten. Zoo zijn cr meer, hoor
ik mij toeroepen. Jawel, maar ik bedoel nu niet
in figuurlijken zin. Karei Schnppel zoo heet
dt man is een wonderlijk menschelijk samen
stel. Zijn hart zit rechts in plaats van linksz'n
maag met zoo hoog, dat die z'n hart raakt; zijn
lever zit linkf in plaats van rechtsook z'n nie
ren hebben een eigenaardige plaats uitgekozen
en cigenlijic zitdaar bij hem van binnen
alles averechts en in lijnrechten strijd met de
natuurwetten. Toch geniet Struppel, die veert g
jaar telt, een voortreffelijke gezondheid; hij is
spierkrachtig en taai, en werkt ati een normaal
mensch. Eerst op zijn 18de jaar werden door een
geneesheer zijn afwijkingen geconstateerdhij zelf
had er nooit iets van gemerkt. Vaak wordt Strup
pel van zijn beroepsbezigheden afgeroepen om teu
bate van de wetenschap zich in verschillende kli
nieken tc vortoonen, opdat hij dan door de profes
soren aan de ^udenten gedemonstreerd kan wor
den. Daarenijftvcn zijn cr tal van wetenschappe
lijke fotografen, die hem onophoudelijk lastig val
len, om foto's met X-stralen ian hem te nemen.
Van een wonderlijk mensch komen we op cpn
wonderlijk varken. Verbeeld u een boer van St.-
Martin zoo vertellen de Vlaarasche bladen
had een varken gekocht, dat goudstukken uitwierp.
Goudstukken van 20 fr., gouden tientjes, zouden
wij zeggen met den bceltcnaar van Napoleon III
en het jaartal I860. Boertjes verrassing was groot,
dat kunt ge denken, toen hij het eerste goudstuk
ui den mest vond. E11 hij hield trouw de wacht
bij zijn krulstaart, die voortging met goudstukken
te „leggen." Het wonder lekte uit en toen bleek
al dadelijk, dat het wonder geen wonder was. Dc
vroegere eigenaar van 't varkentje kwam eu zei,
dat het geld hem toebehoorde, want dat het beestje
op den dag van den verkoop zijn portemonnaie
mei 20 fr. en twee bankbriefjes had opgegeten.
Het boertje was echter doof aan dat oor en zei
Ik heb het vorken gekocht en betaald, en het
behoort mij dus toe met al wat er 111 is. Men heeft
mannen van zaken geraadpleegd. Er zal gezegeld
pap cr volgen en vroolijkc pleidooien zijn op tiL
Van een ander zwijntje, minder benijdenswaar
dig, vertelt de „Geld."
Langzaam, op 'n sukkeldrafje, sjokte een ponny
voor den wagen, den Warbeijerweg over, langs
den Rijn nabij Kleef.
Het beestje werd niet iu stuur gehouden, de
teugels hingen slap een kalf keek heel nuchter
over de wagenschotten heen, een zeug knorde in
een hok op de kar eu een slapende slager snorkte
op de bank en 'iel de leidsels bijua aan zijn bibbe-
ienöe hand ontglippen.
De ponny can zijn eigen lot overgelaten, week
een eindje van het goede pad af, strompelde half
cn half over den berm van 't dijkjeeu opeens
krak het paardje kon zich met meer inhouden
en rolderbolderde met wagen, man<, kalf en zwijn
den Rijn in.
Ponny rilde, slager werd wakker gespoeld en
de muk blerde en spartelde naar den wallekant,
het knorretje krijschte in zijn hok hulp eu moord.
Bruiutje maakt gauw rechtsomkeer cn zwom
met alle kracht, die in het pittige beestje zat,
naar den oever, waar „Kalf" hem al wachtte, lod
der oogend naar het koude waller, waarvan je
droop.
De wakker geschrokken, thans geheel ontnuch
terde slachter die echte Hollandschc op had
sloeg met handen en becncn en wist zich nog met
bewonderenswaardige behendigheid op het droge
te helpen.
Maar och, die arme knor! Hij schreeuwde haast
zijn keel uit m zijn met water gevuld hok. Hij
was '111 haast gepiept toen eenige toegeloopen toe
schouwers het vttrkenkot met wagen, paardje en al
de steile dijkhelling optrokken.
De nu doodnuchtere slager hield dc teugels sterk
vast en reed weg. Ponny liep zich warm, knor
en kalf rillende van 't frissche bad.
Voor „knor" die daar in een hokje opgesloten
te water iag, was het vooral een onaangename
situatie. Die benauwde positie doet mij denken
aan een soortgelijke, waarin een boerenzoon van
de Sonsche boeven (N.-Br.) onlangs verkeerde, hoe
wél menig ander misschien nog gaarne in zijn
plaats had willen zijn. Hoor, boe de stakkerd zich
bij den veldwachter Peels te Acht kwam beklagen.
In z'n Zondagsch pak kwam bij binnen en hij viel
met de deur m huis:
l'cels, ik ben tegen mijn wil getrouwd
Best mogelijk, zei Peels, 't gebeurt meer,
maar daar kan ik toch niks aan doen, dat 's toch
mijn schuld niet.
Jawel, daar kunt ge wel wat aan doen, els
ge maar eens luisteren wilt. 't Is verschrikkelijk,
'k Was Maandagavond bij Dorus Brands wezen
buurten. Zc vroegen me of ik geen zin in de dienst
bode had.
Och jawel, antwoordde ik, maar ik bin nog
wat jong.
Dat gift uikü, riepen zc, wij zullen je wel
trouwe.
Het meisje en ik moesten plat in 't midden van
den herd gaan zitten, neven mekaar. We
deden 't.
Toen stoipteu ze 'n groote mand over ons hoofd
en daar nog n zak over.
Aeh'cr ons begon er iemand uit een ottd boek
hard voor te lezen.
Opeens weiden we met een emmer koud water
verder ingezegend, waarop zc begonnen te zingen
„Och. ons Drieske is getrouwd, hij zit in <1«
nii^ere."
Maar verdimmc, ik wil niet in de misère
zitten, Peels! Overal mo'k hcuren da'k getrouwd
bin.
Wat is dat, vroeg iemand in Son, kunt ge al
zoo vroeg van de vrouw of, cn pas getrouwd!
Peels, hoe zit 't nou, ik ben toch zeker nog I
vrij man dat trouwen onder die mand was toch
zeker maar een grapv Ik neem niemand tegen
unjn zin, heur, want rechtuit gezeit Peels, ik heb
geen idéc voor dat meisje, ik wil beslist niks v#n
der weten. Ondcrzuuk «te zaok 'na. Ge mot mar
zeggen wat 't kost, ik zal er goed voor beta te.t, j
want ik heb er 't land aan. Vader had me eerst
naar den vcldwjichtcr van Son gestuurd, maar die
zei. da'k bij u moest zien, omdat op Acht de trouw
partij had plaot* gehad.
Peels zal met zijn politiehond de zaak onder
zoeken.
Meer „geest" dan in deze Brahantschen boeren
zoon zat cr in het boertje zaliger uit Hem (N.-H.). 1
waarvan de „Enkhuizcr" vertelt
IIET BOERTJE VAN HEM.
Toen in 1794 bij dc verwarde toestanden in ons
vaderland* de Engclscheu hier den baas speelden,
was het vooral voor dc Noordhollandschc boeren 1
een kwade tijd. Bij het bebouwen van den grond
en het binnenhalen van het hooi waren de over-
zrcschc buren allesbehalve aangename gaaien.
Vooral een boertje tc Hem had het land aan die I
bazige „rooirokkcn.' En om dit te toonen, had
bij op bet achterbord of achterkrat van zijn wagen
een hooischelf laten schilderen, waaromheen een
aantal mannen met roode rokken stonden en daar
onder het volgende rijmpje laten zetten
De wereld is een hooihoop zoo men ziet,
Elk plokt (plukt) cr van, maar ik toch niet.
Ik wou cr uk wel wat van plokken,
Maar tk kan er niet bij van al de roode rokken.
Ouder groot gelach wezen de incnschen elkander j
op den beschilderden wagen, waarmee het boertje
dagelijks rondreed. Maar toen hij er op zekeren
dag mee te Hoorn wilde binnenrijden, maakte dc I
schout bezwaar legen het opschrift cn nam het
acnterkrat in beslag. Dat vond ons boertje nU
wel wat erg en een volgenden keer lazen de wan
delaars te Hoorn op een nieuw bordjo. dat opzij
van den wagen bengelde
Ik, Piet van Hem,
Raakte ui de klem.
Door den schout van Hoorn
Heb ik mijn achterkrat verloren.
Maar ook dit bordje wcTd door den schout, die j'
er zich waarschijnlijk belachelijk gemaakt door
achtte, verbeurd verklaard. Nieuwsgierig keken i
de Hoornera natuurlijk den volgenden keer nasr
den wugen van Piet van Hem uit, verlangend te l|
weten wat hij nu weer verzonnen zou hebben. I
Maar nu was de achterkant enkel blauw geschil
derd cn daarop stonden de woorden 1
Omdat ik toch dc waarheid niet mag schrijven.
Heb ik alles maar blauw blauw laten blijven. I
Maar „dt waarheid" wist iedereen tóch al, I
en om die bekend tc maken, was het den slimmcn j
Piet met zijn hekel aan de rooirokkcn juist te doe" P
geweest.
KEUVELAAR.
Roman van RUD. HERZOG.
51 Naar hot DuiUch door
J. L. VAN DER MOER.
De bekoring; die er van haar persoon uit
ging, bezorgde haar in de voorname krin
gen even voel sneoes, als hfeto-r Kuinfirt da 't pu
bliek. liaoreuth \odgde, en Amerika tarwen-
de haar op 'n wijztej zooate «ooit '111 andere
kunstenares verwend is. En zoo werd zij de
groote Sier,, (de aftorn jgwtierdtó Mevrouw
Nuntius. Mfaar in haar eigen huis gdvoeikle
ze zidh .vreemd, en bij vreemden gevoelde
ze zich thuis. En v«kwiteer mijn Vadler, bij
haar kxwtWtooduge bez»ck»n, eens heel be
scheiden te kermen gaf dal hij ook nog be
stond <A er ef-nsltig aan herinnerde, dfalt ik
de zorg vafli móeder todh nüet gdhetetf. en
ai omtberejl kon, dan luaid zij 'slcohftv één amt-
wolord: ,,Ja, wat wil je dam? Ik ben nu
eenmaal <le gevierde Mevrouw Nuntius!"
Zie, vroeger heb ik dat zoo niet begrtepen.
Daarover ben ik phs in den Kaatsten tijd gaan
nadenken, en n u begrijp ik 't maar ól te
goed!
En wat heeft je Moedor daarin dan zóó
misdreven? We»tk verwijt kan omem haar ma
ken dat ze zoo Ved heeft over 't hooDd ge
zien?
Helgai keek hem mi iv-cht in de oogen.
Zij heeft Verzuimd zich te verzekeren
van de Liefde van haar man e» wan Waar
kind, omdat tic Billeen aan zidh zelve en aan
haar naam daöht, uitsluitend aan haar eigen
welzijn* aan de vervuilung van eigen Nvon-
sdhctti. Hierdoor (bekommerde zij zioh niet
oen htiar in donzöamiheid opgroeiend! kdnid.
En mijn Vader, die langzamerhand men.
scbensdhuw en zielsziek werd, besctoouwde
ten slotte de htefde voor zijn vrouw ails n
sinalad, en omdat zulk een leven Wem om
dragen j|k werd, maakte hij er 'n einde aan.
II ij vernietigde zijn liefde voor haar dbor
'n döad van gewe&d) ik heb haar ladfdte
noodt ondtetrvauden, omdat zij er te laat aan
is gaan denken. Aks jij du® 't leven van mijn
Moeder ate kunstcoarcs aan mij ten voor
beeld vilt stellen, dfan heb je wel 't aller
ongelukkigste voorbeeld gekozen, dat er te
vinden is. Zullike verrcgaanld zelfzuchtige
kunst js ontedel en maakt onedel.
Slaat dit sJcxms op mij?
Iiij sprak op zeer boogmoed&gen toon,
terwijl liij acflrter dte gleizen \ian zijn Borgde*
zenuwachtig met de oogou. knipte.
Robert ik smeek je notgmaïls, help mol
We hebben fortuin genoeg om on® 'it Lunge
va dan* ie te kunnen veroorloven. Ik verDamg
werkelijk geen overdreven iels. En wtanueor
jij meent dia* wij van ons opbrtedlen in Ameri
ka niet meer aif kirnnien of «lalt we 't niet kun
nen verschuiven, dan wil ik al mijn knarih-
ten inspannen, om die rondreis nog te doen.
Maar dan moet je me beloven, vaat en stel
lig bttdvtett, me dadelijk 110 adloiop nfaar
Duilschkund te brengen, om dan eens heelc-
niaal voor elkaar te kunnen leven.
Neo, jk laat me geen uttimuGuim stellen.
Bezin je goled, eer je mijn venztotek al-
wijs*. Wan* ik ben met van pkun 't te heir-
bnSen.
Hij tnaid naar bet naam en trommelde op
de rui ten. Dan wendde hij ziidli oon en her
nam:
Nee. Nu ophouden, nu onze hamen
overal met zooveel onderscheiding genoemd
worden, dat sou met zelfmoord gelijk staan.
Ons huiw-etijk heeft daarmee ook nóels te
maken. Je 1k-WI er toch zeker mie* over te
klagen dat ik je niet trouw beu?
Uit krauw alllééiv beslaat 'n edhtveribin-
tenfis ndet. Wij lev-en naasit elüaiair uit ge
woonte, om redenen van pnabtisch nut.
Och, hemel, wto* is da* kleimziefiig en alrm-
/niifc! 't Ia me 0* ik in keuter grijze spinme-
v ebben ben imgrspoauien. Ik sriak naar fris1-
scJ?te hKiht, ik houd 't niet hanger udtl
Stoel ik soms den verliefden jongeling
spelen, die voor je rteeWonKelt en je met
btoendtmnsjes Dooit?
Robert, ik verkies niet dat je op dien
toon legen me spreektI Dlat post je niet!
Spotternij is hier niet op hoor plaats, daar
voor is de zaak, die we bespreken, te ern
stig. Hoor-je? Ik verzoek 't je nu nogmaals.
Je zjdt toch, hoe ik innerlijk lijd1? Er js 'n
leegte in me, 'die jij miotet akuwuiTlten. Is 't
knOgelijjk, .dlat jc me zóó kunt zien lijden?
Slaat de Kuras* bij jou dan zoo veel hioogcr
'dan de liefde voor je vrouw? Ate dit zoo ip
dotti ja, dtiu hebben wij al lang in 'n
imKnorede vorhouding tol elkJohr gestaan cn
i= '-1 l*o og tijd, dat hi eraan 'n eind wordte
gemaakt
Ik geloof dat, al® één van ons bedden
te drogen is uitgekomen, ik 't wel! ben. Ik
hau in jour iet® heel ander® gezien, 'nwe
zen, dat zich bewust was vian zijn dto-el. En
nu lust 'l mij niet, de gevolgen van de ver
gissing maar zonder meer te aanvaarden.
Wat we eenmaal hebben op om® genomen,
'dal zullen .we volbrengen, en op de wijze,
die ik zal aangeven.
Maar dhn kunnen we toch ook onmo
gelijk langer samen leven...
Je verovert je in raadselen, Helga.
Ik zieg d«*, als jij die m«endiig bent
ti.'ogx-daan, ons huwelijk geen redht: ven be
staan moer hoeft.
-- Spreek tioieh niet \xxxi'tdiuate8)id vtani hu
welijk en nioig eens hu'welijlkl Dialt ds goed
voor vrouwen van ambtenaartjes. Bij ons
gaat alles om de Kimsrt.
Nee! Bij 111 ij gaat 't nu om 't huwelijk.
En nu 1 gesprek eenmaal die wvrtd&mg heeft
genomen, gtevotel ik me vmttttnetk kalm. O,
vetes asjeblielt niet bang, do* ik 'n doénie ga
mlalkeiu Da* zoiu ik m et e&aa kunnen, ad zou
ik et lust tote geMoelteai.. Dalarbote heb jij me
alle knadhl oMtmomen. Maar hoe 't zij, dlait
zou ik tucAont willen doen. Noodt!
Zij trad diebter naar litem tte*e en kéék bem
vlak in die oogen.
Jc bont tofom^esteid, Robert. Ik beluig
je rn&jn leed wezen, <!ht ik dbaaivtin dc 001*-
zaalk hen. Maar jo ben* gedaikkig in tijd® tot
de omldekikrinig gekomen. Wait mij, bötineft, ik
bet 't cvaizcor Ix-grepen... tijdwus dlLt oradier-
In ukI, waarvan ik 'n gehete* ataidieren iritslalg
had verwadbt. Wc behoeven mi niet nicer
van opgeven van pfennen te spreken. Jij
kun* dc jouwe ongehinderd udtvndresi Van
af dit cogdnlbük ben jc vofiktoanen wijr En
cinar ik je vromw \oortaan ndet nwcir zijn
kan, zul je natuurlijk geen bezwaar molken,
mij oven-eens mijn vnijihcdd te laleoL
llij koek Otter met die grootste verbaaing
aan. Daarna trok hij de schouders op eu
z*\ kort-of
Onzin!
Er zaïl je t-odi nitets -aradeirts oveirblijveni,
Robert, 't Woord is etnunlaal gesproken.
En ik zog je dat 't o-nariin is!
Laat me mu geen barotep doen op je
udoLnoecïjJheid en cq» je vcsrheven gc\x>c-
lens.
Die liebben hier niets mee te maken.
Mem loopt maar ndet «ftrdelijk van elkaar
weg otn '11 kleine CMu-tenug)hei<l. In ztoc'n ge- j
val heeft de vnoiuw zioh te sdhiiikikten naar 't
hetero inzicht vwn dm raam.
-En wamracer de vrouw niet moer ge-
lcoft in du* ilietore ina&cbt \-orn den mum?
Wanneer ze heelemoa! niet meer goknoftt dat
rc dv vrouw von dien man is Wat daai?
Mijn geloof is weg, Robert. Er blijft ons
jiicbs anders te d-oon uvor.
Ik za-1 tooh zeker nog wel mogen dolen
<11 Latera wat in ij goeddunkt? aintwobrdldte
hij bruusk cn wiklte luitor voorbijgaan niaar
dte deur.
Maar zij brad liem stoutmotedic in den
weg.
- Natuurlijk kun je d«* dcwix aam dit
oogcrohUik af. J ij even goed als i k!
Hij stomid 0-11*hulst. Zulk eem toon luad hij
nog ivotehi dn haar stem gehoord.
Be kat je ndet vrij
Ik be-n 't al.
Je bent mijn vrouw, en ad® zoodanig!
heb-je te gtehOoawamcn. Nee, noec zoo ge
makkelijk laai ik niet me* me spelen. Pro j
beer 't maar eens.
Wordt vervolgd.