Cacao
-^VamHoutems
Zuiver
GoedcnGoedkoop
Vraag bij Uw
winkelier een beis
en vergelijk deze
met andere soorten
van denzelfden prijs
Het is zeker dat Ge ze
dan bljjftdrinken.-
XK?busfl.50||XK;iWÖA25'
X.. -0.80|Xo.. ..-0.18
Overal verkrijgbaar. J
geilde vraag lol de Regeering gericht:
Mag er op gerekend worden, nu de Eerste
Kamer de tegemoetkoming wegen© duurte
van levensmiddelen heeft geweigerd, dat de
Regcering1 ten spoedigste de indiening van
wetsvoorstellen zal bevorderen, waarbij aan
die categorieën van Rijkeambtenaren t-n
Rijkswerklieden, wier traktement blijkens dc
indiening zelve dei* toeslag-voorstellen door
de Regeering te gering wordt geacht, om,
bij welken tegenslag ook, 111 het levensonder,
houd te kunnen voorzien, verhooging van
bezoldiging wordt toegekend?
Dc Minister van Binnenl. Zaken antwoordt
hierop:
Dc Regeering heeft tegen de wijze waarop
deze vraag is gesteld bezwaar. Het is een
strikvraag. Immers zij is gebouwd op de
daarin uilgesproken onderstelling, dat het
traktement van eenige categorieën van rijks- j
ambtenaren en rijks werklieden door de Re
geering te gering wordt geacht, om, bij wel-
ken tegenslag ook, in het levensonderhoud j
te voorzien. 1
De Regeering heeft echter, zoowel bij het
schriftelijke als bij hel mondeling debat, ver
klaard, dat zij tot hare voorstellen slechts
in zeer bijzondere omstandigheden aanlei
ding heeft gevonden, en dat ook na loons-
verhooging gelijke bijzondere omstandighe
den gelijke ongelegenheid zouden kunnen te
voorschijn roepen. Hieruit volgt dal de vraag,
zooals zij is gesteld, niet voor beantwoor- j
ding vatbaar is en dat loonsverliooging niet j
ter zake van de verwerping der toeslagvoor-
6 teil en verwacht kunnen worden, maar <|e
Regeering, gelijk reeds meermalen is mede
gedeeld, voortgaat, geleidelijk, waar noo-
dig, verhoogingen aan te brengen.
D e burgemeester van T w i s k.
De mol ie, in den Raa d van Twisk met op 1
na algemeene stemmen aangenomen, welke
het leedwezen van wethouders en gemeente
uitdrukte over de herbenoeming van deni
oüden burgemeester, ging vergezeld van een
rede van een der raadsleden, waarin wel
zeer onomwonden het gevoelen der vergade
ring werd vertolkt. Men luistere naar eenige
woorden door het raadslid gesproken:
Na uw meded.eeling van uw herbenoeming
tot burgemeester onzer gemeente, nioet ik
•beginnen met te verzekeren, dat het mij
spijt, dat ik u daarmede niet feliciteeren
kan. Juist het tegendeel is de waarheid meer
nabij, condoleeren zou hier beter op zijn
plaats zijn.
Ik weet dat de toestand waarin u verkeert,
op 76-jarigen leeftijd, al het werk u tot een
last moet maken, hetgeen ons de laatste jaren
herhaaldelijk ook is gebleken.
De betrekking van burgemeester oneer ge
meente, om maar van het secretariaat te
zwijgen, kan immers door u niet naar be
lmoren worden waargenomen; daartoe "misit
u te eenenmale de kracht en ook den lust.
Op deze wijze was het raadslid de tolk
der vergadering, waarna de voorzitter de
verklaring aflegde, in ons vorig nummer
vermeld.
300-jarig* Westlaan van de
Beemster, De commissie ter voorberei
ding van de herdenking in dit jaar van het
300-jarig beslaan van de Beemster, lieeft be
sloten die feesten te vieren o.p 28, 29 en 30
Augustus a.s.
Op het feestprogramma zijn gebracht:
Volks- en kinderfeesten, historische optoaht
en eene tentoonstelling van alles wat de pol-
dier op belt gehield van land- en tuinbouw
oplevert.
Ook zal getracht worden een blijvende
hulde te brengen aan de nagedachtenis der
droogmakers, door het stichten van een
gebouw, doelmatig en naar de eisohen des
tijds ingericht voor het geven van onder
wijs in land- en tuinbouwkunde, met inbe
grip van landbooiwhuishoudkunde. De borst
beelden van enkelen der mannen van 1612
zullen dan in den gevel van dat gebouw ge
plaatst worden.
Voor de stichting van dit gebouw zullen
bijdragen gevraagd worden aan alle in- >en
uitwonende landeigenaars.
Dc commissie voor dit gedeelte der her
denking van het Eeuwfeest bestaat uit het
bestuur der feestcommissie, met vier uit
wonende landeigenaars, zijnde de hoeren:
jhr. mar. J. W. G. Boreel van Ilogelanden, te
Haarlem; Th. S. J. Jamzen Hz., te Haarlem;
jhr. B. C. van Merlen, te Die Bilt; en J. -M.
Vas Visser, te Scheveningen.
Katholieke sociale week.
Naar ,,De Tijd" meldt, zal, met goedkeuring
van den 'bisschop vaai Breda, dit jaar de
Sociale Week gehouden worden .te Breda.
In overleg met heb bestuur van het dioce
saan comité as als tijd vastgesteld; 1 tot 8
September, en als algemeen onderwerp
Rechtvaardigheid, en Naastenliefde".
De afmetingen van brief-
k a arte n. Wij maken er hen, die brief-
kaarlformulieren uit den handel betrekken,
op altent, dat bij de posterijen tegenwoordig
mot den millimeter wordt nagegaan of de
kaarten de afmetingen van 14 bij 9 centimeter
overschrijden, in welk geval strafport wordt
verlangd van den geadresseerde. Eenige
lezers deelden ons mede reeds verscheidene
malen met strafport bezwaarde briefkaarten
tc hebben ontvangen. En ook wij mochten
op een briefkaart uit West-Indië 15 ets.
strafport betalen. Nieuwe 01.
Herten. I11 de boss oh en te Ureterp en
Duunswoude (Fir.) vindt men thans vele her
ten; men ziet ze in kudden vain 8 en 10 stuks.
Men verwacht, dat in den ajs. herfst in Fries
land ook de jacht- op dit willd zal worden
toegestaan. De boeren zijn niet bijzonder op
dit wild gesteld.
De b r a 11 d a a n d e IJ k a d e. De door
brand en bluschwater beschadigde goederen
van den brand in loods E, aan de IJkade te
Amsterdam, waarvan gisteren de laatste vei
ling plaats had, hebben een totaal bedrag
van 174.500 opgebracht.
Diverse overblijfselen, welke zich nog be
vinden op het terrein van de afgebrande
loods, weg te halen tot uiterlijk 16 dezer,
brachten de niet geringe som op van f 1520
Vervalschte melk. Het gerechts
hof te Leeuwarden heeft twee vrouwen, de
eene uit Veenwoudstervval en de andiere uit
Akkerwoude, wegens aflevering van met 14
pet. en S pel. water vervalschte melk, over
eenkomstig het vonnis der rechtbank, resp.
veroordeeld tot 4 weken en 2 weken gevan
genisstraf.
Een ontaarde vader. Een 49-
jarige gepensioneerde O -I. militair te Mid
delburg, die zijn kinderen onverzorgd ach
terliet, terwijl zijn vrouw in een gesticht
verpleegd werd en die bovendien een agent
mishandelde, werd gisteren door de recht
bank te Middelburg tol 3 maanden gevan
genisstraf vei oordeeld.
Mishandeling door een v c 1 d-
w a c h t e r. De rechtbank te Middelburg
beeft den gemeente-veldwachter te Hulst
wegens mishandeling van een gearresteerde
veroordeeld tol zeven dagen gevangenis
straf.
De veroordeelde heeft booger beroep aan-
gei eekend
De verdwenen k a 11>t 0 0 r 1) e-
(I i e n d e. De Donderdag te Amsterdam met
circa:7200 verdwenen kantoorbediende der
effectenfirma Jusmau en Zonen, geen
kantoorl O'0 p e r zooals aanvankelijk is
meegedeeld. is nog niet opgespoord.
De benadeelde firma heeft nog niets om
trent hem vernomen.
Verduistering. Uit Hoorn ïs giste
ren een man naar Amsterdam overgebracht,
die verdacht wordt zich tc hebben schuldig
gemaakt aan verduistering van loterijbriefjes.
Laffe daad. Donderdag avond om
streeks 9 uur viel te Barneveld voor den hoe
denwinkel van mej. C. Mijn beek plotseling
een hard schol, gevolgd door gerinkel van
glasscherven. De toesnelÜendende buren be
vonden dat die grootc winkelruit der étalage-
kast van mej, M. geheel verbrijzeld was.
Gelukgig hadden die glasscherven weinig
schade gedaan aan dc étalage van hoeden-
veeren achter de ruit. Het vermoeden be
staat, dal de laffe daad is gepleegd xiit con
current ie-nijd. De politie stelt een onderzoek
in.
Rona
Van den Hak op den Tak.
(W e e 1: p r a a t j e).
Wij hadden het in ons vorig Ilakje" over for-*
'uiu maken. Dab wordt op verschillende wyzen.
gedaan, of tracht men te do.en. De gevolgde
methodes zijn riiet altoos bestaanbaar met eerlijk
heid en goede trouw. Ook zoekt de een het ver, en
de ander dichtbijmeestal meent, mem het fortuin
in den vreemde te moeten zoeken. En toch, het is
bekend zoo merkte dezer dagen een blad op
hoezeer het fortuin eigenlijk naast ons ligt we
hebben maar toe te tasten, maar we durven niet-.
Een. bescheiden voorbeeld is de kippenhouderij
een kip geeft een gulden voordeel 's jaarswelnu
boudt twee duizend kippen en ge 'kunt, zy 't niet
als een vorst, toch op bescheiden voet onbezorgd
leven.
In dien trant nu belooft een Amerikaanseh blad
uog gruoter rijkdommenals men maar druft mee
doen.
«Wij willen oprichten een reusachtige fokikery van
zeg 1000 katten. Elke kht brengt per jaar een twaalf
poesjes ter wereld; een kattenvelletje schatten we
op 60 cents per stuk gemiddeld, geeft een f 7200.
Een man moet voor het villen van 50 katten f 5
hebben er blijft dus over een bate van f 6000
jaars.
Maarwe moeten de katten voeren.
Niets eenvoudiger. Naastde kattenfokkerij be
ginnen we een groote rattenkweekerij. De ratten
vermenigvuldigen zich viermaal zoo sterk als de
katten. We kunnen dus beschikken over vier ratten
per dag voor een kat dit is meer dan genoeg.
Maarwe moeten de ratten eten. geven.
Dat is ook eenvoudig. We voeden de ratten met.,
de kattc.nlichamen een vierde kat'per rat is zeker
voldoende. De zaak bedruipt zich dus zelf en werkt
als 't ware automatisch voort. De katten eten de
ratten en de ratten eten de katten.
Wij krijgen de velletjes en het voordeel.
Wie neemt aandeelen?
Eenvoudig, niet waar, doodeenvoudig! Maar ge
hebfc er misschien nog een zwaar hoofd in. Men
moet anders het geluk bij de haren grijpen, zooals
oen internationaal spreekwoord zegt.
Een zekere Mac Cormack van Leadville (Colo
rado) maakte het nog beter. Hij greep zijn eigen
haar en bad „het ge.uk" er by te pakken.
Deze nieuwigheid (overigens wat Amerikaanseh)
is niet onwaarschijnlijk. De „Gaulois" vertelt
„De heer Cormack liet zich het haar knippen.
De kapper verwonderde zich over den gouden gloed
van de blonde haren van zijn klant. Hij kon zich
ten slotte niet n.eer Inhouden en zeide „Maar mijn
heer, u hebt goudpoeder in uw haar. Als haar
groeimiddel zal dat toch wel zeer duur zyn".
Mijnheel- Cormack antwoordde er niet te veel
op begon er over te denken, wanrby hij tot de
volgende slotsom kwamHij gebruikte dagelijks een
bad in een heldere beek achter zyn stuk land en
aangezien hij nog al veel pomade in zijn haar ge
bruikte, moesten er goudstofjes in vast zijn blijven
kleven.
Bij zyn thuiskomst liet hy een. ingenieur komen,
die een onderzoek instelde, waarvan het resultaat
was, dat het stroompje een groote hoeveelheid goud
bevatte. Cormack kocht voor een prik de omlig
gende terreinen, stichtte een maatschappij tot ver
dere ontginning der velden. Zyn beekje verkocht
hij voor twee miliioen".
De baden, door Mac Cormack gebruikt, hadden
dus bij hem wel een zeen- gunstige uitwerking. Of
zekere Eugelsche uitvinder, van wien de bladen 't
volgende melden, van zyn uitvinding evenzeer zal
profiteeren, valt te betwyfelen.
D-e tropische hitte van den vorigen zomer heeft
ecu Uitvinder in Engeland, waar men zelfs bij de
grootste hitte hooge hoeden draagt, op een zonder
linge gedachte gebracht. Boven in den hoed heeft
hij naast een kleinea electrische droge batterij een
door deze gedreven miniatuur-ventilator aange
bracht, die door den poreusen hoed lucht opzuigt,
welke onder aan den hoek door kleine openinge
tjes werlcr naar buiten gaat. Het is volstrekt geen
grapje, doch een ernstige uitvinding, die in de En-
gelsche pers druk besproken wordt. Of het echter
aangenaam zal zyn met een gonzende schroef op
bet hoofd rond te loopen., afgezien nog van de
mogelijkheid, dat de hoek op een gegeven oogenblik
in een aëropiaan verandert en wegvliegt is de
vraag.
Wij zyn 200 ongemerkt op de vliegtuigen geko
men, in onze verbeelding namelijk, want in letter
lijken zin gaan we vooreerst de lucht nog niet in.
Ook van de vliegmachines heeft de reclame zich
reeds meester gemaakt-
De kant fabriek te Puy heeft, op het voorbeeld
van; de champagnefirma Henckel, een vliegtuig aan
de Regeering aangeboden. De „Figaro" dryft den
spot met de luchtreclaine, die bier gemaakt wordt,
omdat aan het vliegtuig den naam van „Kant van
Puy" zal gegeven worden. „Ik ben bang", schryft
een medewerker, „voor de aanstekelijkheid van bet
voorbeeld, want ik denk aan andere steden met een
bloeiende industrie, uit wier naam misschien mor
gen vliegtuigen aan het vaderland gegeven wor
den. Ik denk aa.n een tweedekker, die zou kunnen
hceten„Gebakt van Tours" of: „Saucijsjes van
Vire" aan een tweedekiergedoopt: „Pruimpje
van Ageu", of „Snijboon vip Soissons"aan een 1
bestuurbaar luchtschip aangeboden door de varkens-
slagers uit het Rhöne-departement, die. op doel
treffende reclame uit, het heel natuurlijk zoudeu
vinden dit luchtschip ..Worst van Lyon" tc noe
men. En hoe zou men „Worst van Lyon" kunnen
beletten door de lucht te dolen wanneer men er
de „Kant van Puy" laat ronddartelen.
Dc schrijver van de „Figaro" bezweert de milde
schenkers van vliegtuigen aan het vaderland oio
in 's hemels naam de kostelijke reclame maar op
te offeren.
Men ziet: 't wordt meer en meer het stieveu
om „het" (lees vooral dit „het" het geluk, het
fortuin, het genoegen, of wat ge ook wilt) in de
lucht tc zoeken. Dat kan men ook merken aan do
vroede vaderen van Trédaniel (een plaatsje in de
huurt van Rendes). Zy hebben al een heel zond ei -
linge vergaderplaats gekozen. Er zijn steden, waar
men een paleis voor raadhuis wenscht (de lezer
moet nu maar raden, waar), maar genoemde vroede
raad stelt zich met minder tevreden: hij verga
dert in den toren van het kerkgebouw, vlak onder
de klok. Verheven boven de kleinzieligheid van bet
dagelyksche leven, wikken en wegen zy daar de
groote belangen, aan hun zorgen toevertrouwd. Al
leen het klokgelui werkt wel eens hinderly'k op den
goeden gang van zaken.
De genoemde „lucht-reclame." bewijst opnieuw,
dat men toch ma au- in Frankrijk moet zijn., om
nieuwe ideeën te vinden. Dat blykt ook uit het
volgende. Wij hebben al gelezen, hoe den laat-
sten tijd te Parys een ware duelziekte heerscht
duels zijn aan de orde van den dag, zoodat de
„Figaro" al schertsend vermeldde, dat twee ver
slaggevers en een bioscoopopnemer aan de vecht-
plaats in Neuilly kwamen, waar ze door een mijn
heer, met een lyst in de hand werden aangehou
den „Wat. wenscht ge, heeren?" „Het twee
gevecht Dubois". Dat komt eerst over een uur.
Die heeren hebben nummer 8, en nummer 3 is zoo
juist begonnen." Het Parijsche dagblad dc Matin
is nu door het groote aantal tweegevechten op het
idee gebracht van een onderneming, waarvoor hij
nu geld zoekt. Hij wil het duellustigen gemakkelijk
maken door een groote inrichting te bouwen, die
hij Duel-City wil noemen en welke zou bevatten:
lo. Een „duellodrome", met een slagveld voor de
stryders en zitplaatsen, vanwaar de toeschouwers
alles zien en hooren kunnen.
2o. Een kogelzaal voor duels op het pistoolhet
publiek zal recht achter de tegenstanders geplaatst
worden, opdat zelfs de geringste kans op gevaar
uitgefloten is.
3o. Een bureau om de duels met het noodige la
waai bekend te maken.
4o. Een schermzaal (met volledige kondwaterbe-
handeliug) om te leeren schermen, daar de meeste
verdedigers van eigen eer niet weten aan welken
kant men een degen moet aanvatten.
5o, Een donkere kamer voor de fotografeneen
werkkamer voor de journalisten.
60. Een bioscoop-theater (eutrée 0 fr. 50), waar
sensationeele duels vertoond worden.
7o. Een Reconciliation's Bar, voor de vechtende
tweetallen, met salon voor scheidsrechterlijke uit
spraak.
80. Een restaurant voor bet gebruikelijke dejeu
ner na het gevecht.
9o. Een begrafenisonderneming (uitsluitend voor
den vorm).
De Matin heeft gelijk, dat het de zaak maar wat
bespottelijk maakt't is misschien nog de rechte
manier om het domme, belachelijke duelleeren uit
de wereld te helpen.
Een byzonder idee heeft ook miss Annie E. Peck,
ijverig voorstandster van vrouwenkiesrecht gehad.
Zy heeft een reis door Zuid-Amerika gemaakt en
daar de hoogste toppen der Andes heklommen. Nu
is zij in New-York teruggekeerd en als ijverig suf
fragette werd zij bij baar terugkeer in het vader
land door het bestuur van Joan of Arc Suffrage
League ontvangen, aan wie zij de verblijde mede-
deeling kon doeii, dat zij «en vlag met het opschrift:
„Votes for women" (Stemmen voor vrouwen), op
een hoogte van 21000 voet op den top van de Co-
rapuna in Peru bad geplaatst. Al» dat niet helpt,
dan helpt niets meer.
KEUVELAAR
Gedroomd Geluk.
(Uit heil Fira>iiS'Clh.)
Paul vroeg. „Zijn wij Langogne al voorbij,
mama?'
,Jane heeft het spoorboekjeik weet
niets raeer."
Slaapdronken mompelde Jane: „Och, wat,
daardoor kom je er immers toch niet vlugger.
Of je daar nu al inkijkt, daardoor zijn we
geen oogenblik vroeger in Parijs. Den gehee-
len nacht nog, och, hemeltje, wat een tijd."
Met een verveeld gezicht trachtte zij in een
roman te gaan lezen; zij wil blijkbaar het
voorbijvliegende, onzichtbare landschap on
derscheiden; zij beweeg' onophoudelijk hel
hoofdkussen, waarlegen zc leunt, zoekt tever
geefs naar een gemakkelijke houding en
schikt zich.ten slol'e in haar noodlot.
„O, die wagens cn die gruwelijk vervelende
weg."
Paul neemt het spoorboek van Jane's knie-
en en zoekt ei in, maar d tegenover hem zit
tende heer licht hem in en zegt:
„Station Langogne zijn we om half acht."
„Dank u zeer, mijnheer."
Die mijnheer ben ik. En ook ik reis naar
Parijs en ook ik heb den gcheelcn nacht in de
coupé voor mij. Ik luister naar de muziek van
den trein. De locomotief noodigt alle wagens
als 't ware uit, haar krachtigen rythmus te
volgen en met haar in zoo'n waanzinnige
vaart door het land te vliegen. Onophoudelijk
zie ik de draden van de hooge telefoonpalen
voorbij vliegen. Ik heb hoofdpijn. De drie an
deren en ik zitten ieder in een hoek van de
coupé. Zij hebben mij nooit gezien en ik weet
niets van hen, zelfs niet wat hun meest opper
vlakkige kennissen, hun verst verwijderde fa
milie van hen weet. En toch dring ik nu in
zekeren zin in hun intieme leven in. Zij doen
alsof zij thuis zijn en letten nauwelijks op mij.
Ik beu niet anders dan een gewoon, obscuur
reisgenoot lk weet niet eens hun familiena
men, en toch keu ik hun voornamen. Daar
was in de eerste plaats Paul. Ilij maakte in
zijn bijna correcte ldecding een beetje den in
druk als een plaat uit een modejournaal. Of
schoon zij ti zuster op hem lijkt, meende ik
toch, dat Jane een levendiger blik, meer oor
spronkelijke bewegingen en ecu meer gemo
duleerde stem heeft. Beiden noemen de dame,
die in den hoek zit: „mama". Dat waren ze al
le drie.
Buiten zijn nu de draden van de telefoon
niet meer te zien. Van lijd tot tijd duiken een
paar lichlcn op in de duisternis, dan weer een
lichtschijn uit de verte, op een enkel oogen
blik de lichten van een klein station.
Paul zingt het refrein van een liedje. Het is
wel niet heel grappig, maar Jane maakt een
vroolijkc opmerking en ook mama kan eenige
vroolijkheid niet onderdrukken. De herinne
ring daaraan is voor hen een zekere vreugde,
wekt gedachten op aan een vroolijke voorstel
ling, aan een partij buiten in den zomer, aan
gemeenschappelijke wandelingen, aan wat al
niet.
Ik let thans nauwkeurig op wat ze zeggen,
ik vind in hun woorden de sleutel voor kin
derlijk openhartige karakters, maar ik houd
me alsof ik hun woorden niet begrijp.
Jane lacht voluit. Een spottende opmerking
over mij heeft haar plotseling vroolijk ge
maakt en zij krijgt een kleur tot in haar hals.
Iïaar lippen worden purper, haar oogen
schitteren.
Kleine Jane, spot maar I Ik sla het je gaarne
toe. Ik ben alleen heel alleen te midden van
deze reizigers, zooals ik alleen ben in mijn ge-
heele leven. Ik zwijg, ik ben gewrend te zwij
gen. Ik zou misschien vervelend worden, wan
neer ik sprak.
Plotseling voel ik mij niet prettig. Ik hoor
een regelmatig kloppen in mijn slapen, een
koude rilling loopt mij over den rug; Jane en
ik kijken elkaar aan. Ik heb diep in haar
oogen gezien. Heeft zij mijn gedachten gera
den? liet lijkt wel alsof ik in mijn zwijgen
toch tot haar gesproken ,heb. Ik schaam mij,
want ik vrees een nederlaag. Zoo kan zich in
de kleine ruimte lusschen een paar coupé-
wanden een klein drama afspelen.
Paul is nog altijd verdiept in het spoor
boekje. Mama staart recht voor zich uit en Ja
ne kijkt naar buiten. Maar toch kan zij zich
onmogelijk voor het in volslagen duisternis
gedompelde landschap interesseeren
Waarschijnlijk kijkt zij naar mij. En ik... ik
wil nog eenmaal diep in haar oogen zien. Ik
wacht, maar zij kijkt niet. Ik heb een gevoel
alsof wij elkaar vroeger al gekend hebben,
alsof we een kleine twist hebben gehad en zij
nu boos op mij is. Haar blonde haren lijken
me zoo vertrouwd. Zij zijn nu bijna losgc- I
raalcl aan den achterkant, door het verplaat
sen van haar hoofdkussen en ik kan een stuk
van haar nek zien.
Jane, ik herken je. r>en jij niet altijd mijn
gezellin geweest? Ileb ik ai niet herhaalde
lijk in eenzame uren met jou gesproken? Is
het niet volkomen natuurlijk, dat je naast mij
zit cn heb je me eigenlijk wel ooit verlaten?
Zij is thans nerveus opgestaan.
„Wil je mij mijn leisdeken geven?" vroeg
zij aan 'Paul.
Mama werd wakker cn zeide:
„Het is nu werkelijk tijd om te gaan slapen.
Ifoe laat is het Jane?"
Zij kijkt op haar armband en ik zie voor een
oogenblik een fijne pols.
„Negen uur al... wc zijn dus Langogne al
lang voorbij."
Ja, Langogne en andere plaatsen ook. De
locomotief sleept 011s met haar razende snel
heid voort en ik tel de uren, die ons nog van
ons doel scheiden. Misschien dat in deze klei
ne spoorwegcoupé het geluk tot mij komt.
Dan zal ik het vasthouden. Maar de sneltrein
sleept ons maar voort in razende vaart. Met
zorg legt Jane haar hoofdkussen in den hoek
naast mij. Haar broer en mama zitten op de
andere bank. .Tane richt het woord tot mij.
„Leest 11 niet, mijnheer? -
„Neen, juffrouw." 3
„Dan kan ik het licht wel uitdoen."
„Zeker, ga uw gang."
Zij draait hel licht uit. De donkerte verrast
mij. Buiten schijnt dc maan van tijd tot tijd
lusschen de wolken. Jane heeft mij zooveel
mogelijk plaats gelaten. Zij slaapt onrustig,
beweegt zich heen en weer en weldra zijn
haar voeten vlak bij mij.
Zij verovert steeds meer terreinHaar
voeten raken mijn beenen.
Paul merkt liet.
„.Jane, let toch op, je hindert mijnheer."
„In geen enkel opzicht, zeg ik.
Nu slapen zij alle drie, ik lach. Het leven is
comisch, het toeval amusant, het noodlot
neemt wel allerlei vormen aan. Misschien zul
len we over een paar maanden gezamenlijk in
haar huis dineeren. Ik zal haar dan mijn in
drukken van dezen nacht, toen ik haar in
haar slaap beschouwde, schilderen, dezen
nacht, waarin ik haar voor altoos ontmoet
heb.
Ik stel mij het huis voor, waarheen mijn
verlangen op zoo talloos veel eenzame avon
den vol van harteleed is heengegaanik
voel zijn vriendelijke atmosfeer in dezen
spoorwegcoupé, ik zie den kleinen salon, de
behagelijke meubels, de bij elkaar zittende fa
milieleden, alles «wat ik heb moeten ontberen,
want mijn leven was tot dusverre niet onder
een gelukkig gesternte. En ik geraakte in ver
rukking. Och, dat ik hen ook Jane, Paul en
mama mocht noemen.
Jane beweegt'zich, relet haar armen uit,
draait zich om en is verbaasd, dat haar bed
zoo klein is. Haar houding vermoeit haar, zij
poogt met onbestemde bewegingen het kussen
anders te leggen. Zij wordt ongeduldig en Is
toch besloten haar oogen niet heelemaal te
openen. Nu legt zij in haar slaapdronkenheid
hel kussen vlak naast mij neer en leunt dat
tegen mijn knie.
Dan legt zij er haar hoofd op en ik kijk naar
haar een beetje verwarde haren en haar
frisch, levendig gezicht.
Eindelijk vindt zij rust, haar borst gaat re
gelmatig op en neer. Ik zal mij niet verroe
ren. Ik zal niet de geringste beweging maken,
die haar in haar houding stoort; ik zal het
heerlijke uur, waarin Jane voor de eerste
maal kinderlijk vertrouwend haar hoofd bij
na tegen mijn knie laat rusten, niet versto
ren. Ik waak naast haar. En de trein sleept
ons maar voort... naar welk geluk? Het ge
dreun en gestamp van zijn raderen is als een
symfonie, die zich aanpast aan mijn eigen
verrukking. Bij onze volgende reis zal Jane
wellicht haar hoofd vertrouwensvol tegen
mijn schouder leggen. Ik zal haar dan omar
men en zij zal mijn naam weten. Ik voel, dat
deze minuten voor mij de beslissende zijn.
Zonder mijn knie, waartegen het kussen rust,
te bewegen, laat ik het gordijntje voor het
raam neer. Een straal van de maan dringt
naar binnen. De haren en het kinderlijke ge-:
zicht van Jane lijken daardoor als in een bo-
venaardsch licht cn het is alsof mijn ziel door
een wonder gelouterd is. Wij rijden ldeine
dorpjes voorbij. En in alle huizen denk ik mij
wede en geluk. En zoo zal 't voortgaan, zoo
lang mijn oogen zien, zoolang mijn hart
slaatde geheele reishet geheele le
ven. Plechtig klinkt het orgel door de gewel
ven der kerk waarbinnen ik je voer, Jane. Ik
zie den ring, dien ik aan je hand deed
Rillend word ik den volgenden morgen
wakker. Het kussen ligt nog tegen mijn knie,
het blonde hoofd ligt nog daarop. Daar komt
Paul al aan en zegt:
„Lieve hemel, hoe ongegeneerd. Ik ben er
verlegen onder, mijnheer."
Hij wil haar wakker maken. Maar daarin
verhinder ik hem:
„Neen, neen, wekt u haar niet; zij slaapt
nog zoo rustig."
En ik had er aan willen toevoegen: „Mag zij
dan niet tegen mij aanleunen? Zal ik haar,
niet spoedig op al mijn reizen meenemen?.
Waarom dan al die bezwaren? Is zij niet mijn
aanslaande?"
Maar thans wil ik met Paul spreken en zijn
naam gewaar zien te worden, om af te spre
ken waar we elkaar zullen terugzien, hem te
zeggen wie en wat ik ben. Men moet nu een-:
maal wel met prozaïsche dingen beginnen. En:
zoo zeg ik dan halfluid om haar niet te weki
ken:
„Nu zijn we weldra in Parijs."
„Gelukkig. Wat 'n reis."
Jk wijs naar Jane en zeg:
„De juffrouw merkt het nog niet."
Hij lacht. Een beetje boos daarover, vraag
ik:
„Uw zuster, nietwaar?"
Hij lacht maar steeds:
„Pardon, mijnheer, mijn vrouw."-
Spoedig worden de coupédeuren geopende
Het is afgeloopenIk krijg bijna geen
groet.
Mijn blik volgt hen, terwijl zij naar den uit
gang gaan. Een menschenkluwen is er voor
mijn oogen. Leef wel. Zooeven waren wij nog
te zamenWaar zijn de muren, die ons
bijeen hielden? Ik had me mijn geluk gedacht
tusschen de wanden van een coupé! Moet ik
nu mijn aanstaande weer naar alle richtingen
#iau zoeken?