Cacao -^VamHoutems Zuiver GoedcnGoedkoop Vraag bij Uw winkelier een beis en vergelijk deze met andere soorten van denzelfden prijs Het is zeker dat Ge ze dan bljjftdrinken.- XK?busfl.50||XK;iWÖA25' X.. -0.80|Xo.. ..-0.18 Overal verkrijgbaar. J geilde vraag lol de Regeering gericht: Mag er op gerekend worden, nu de Eerste Kamer de tegemoetkoming wegen© duurte van levensmiddelen heeft geweigerd, dat de Regcering1 ten spoedigste de indiening van wetsvoorstellen zal bevorderen, waarbij aan die categorieën van Rijkeambtenaren t-n Rijkswerklieden, wier traktement blijkens dc indiening zelve dei* toeslag-voorstellen door de Regeering te gering wordt geacht, om, bij welken tegenslag ook, 111 het levensonder, houd te kunnen voorzien, verhooging van bezoldiging wordt toegekend? Dc Minister van Binnenl. Zaken antwoordt hierop: Dc Regeering heeft tegen de wijze waarop deze vraag is gesteld bezwaar. Het is een strikvraag. Immers zij is gebouwd op de daarin uilgesproken onderstelling, dat het traktement van eenige categorieën van rijks- j ambtenaren en rijks werklieden door de Re geering te gering wordt geacht, om, bij wel- ken tegenslag ook, in het levensonderhoud j te voorzien. 1 De Regeering heeft echter, zoowel bij het schriftelijke als bij hel mondeling debat, ver klaard, dat zij tot hare voorstellen slechts in zeer bijzondere omstandigheden aanlei ding heeft gevonden, en dat ook na loons- verhooging gelijke bijzondere omstandighe den gelijke ongelegenheid zouden kunnen te voorschijn roepen. Hieruit volgt dal de vraag, zooals zij is gesteld, niet voor beantwoor- j ding vatbaar is en dat loonsverliooging niet j ter zake van de verwerping der toeslagvoor- 6 teil en verwacht kunnen worden, maar <|e Regeering, gelijk reeds meermalen is mede gedeeld, voortgaat, geleidelijk, waar noo- dig, verhoogingen aan te brengen. D e burgemeester van T w i s k. De mol ie, in den Raa d van Twisk met op 1 na algemeene stemmen aangenomen, welke het leedwezen van wethouders en gemeente uitdrukte over de herbenoeming van deni oüden burgemeester, ging vergezeld van een rede van een der raadsleden, waarin wel zeer onomwonden het gevoelen der vergade ring werd vertolkt. Men luistere naar eenige woorden door het raadslid gesproken: Na uw meded.eeling van uw herbenoeming tot burgemeester onzer gemeente, nioet ik •beginnen met te verzekeren, dat het mij spijt, dat ik u daarmede niet feliciteeren kan. Juist het tegendeel is de waarheid meer nabij, condoleeren zou hier beter op zijn plaats zijn. Ik weet dat de toestand waarin u verkeert, op 76-jarigen leeftijd, al het werk u tot een last moet maken, hetgeen ons de laatste jaren herhaaldelijk ook is gebleken. De betrekking van burgemeester oneer ge meente, om maar van het secretariaat te zwijgen, kan immers door u niet naar be lmoren worden waargenomen; daartoe "misit u te eenenmale de kracht en ook den lust. Op deze wijze was het raadslid de tolk der vergadering, waarna de voorzitter de verklaring aflegde, in ons vorig nummer vermeld. 300-jarig* Westlaan van de Beemster, De commissie ter voorberei ding van de herdenking in dit jaar van het 300-jarig beslaan van de Beemster, lieeft be sloten die feesten te vieren o.p 28, 29 en 30 Augustus a.s. Op het feestprogramma zijn gebracht: Volks- en kinderfeesten, historische optoaht en eene tentoonstelling van alles wat de pol- dier op belt gehield van land- en tuinbouw oplevert. Ook zal getracht worden een blijvende hulde te brengen aan de nagedachtenis der droogmakers, door het stichten van een gebouw, doelmatig en naar de eisohen des tijds ingericht voor het geven van onder wijs in land- en tuinbouwkunde, met inbe grip van landbooiwhuishoudkunde. De borst beelden van enkelen der mannen van 1612 zullen dan in den gevel van dat gebouw ge plaatst worden. Voor de stichting van dit gebouw zullen bijdragen gevraagd worden aan alle in- >en uitwonende landeigenaars. Dc commissie voor dit gedeelte der her denking van het Eeuwfeest bestaat uit het bestuur der feestcommissie, met vier uit wonende landeigenaars, zijnde de hoeren: jhr. mar. J. W. G. Boreel van Ilogelanden, te Haarlem; Th. S. J. Jamzen Hz., te Haarlem; jhr. B. C. van Merlen, te Die Bilt; en J. -M. Vas Visser, te Scheveningen. Katholieke sociale week. Naar ,,De Tijd" meldt, zal, met goedkeuring van den 'bisschop vaai Breda, dit jaar de Sociale Week gehouden worden .te Breda. In overleg met heb bestuur van het dioce saan comité as als tijd vastgesteld; 1 tot 8 September, en als algemeen onderwerp Rechtvaardigheid, en Naastenliefde". De afmetingen van brief- k a arte n. Wij maken er hen, die brief- kaarlformulieren uit den handel betrekken, op altent, dat bij de posterijen tegenwoordig mot den millimeter wordt nagegaan of de kaarten de afmetingen van 14 bij 9 centimeter overschrijden, in welk geval strafport wordt verlangd van den geadresseerde. Eenige lezers deelden ons mede reeds verscheidene malen met strafport bezwaarde briefkaarten tc hebben ontvangen. En ook wij mochten op een briefkaart uit West-Indië 15 ets. strafport betalen. Nieuwe 01. Herten. I11 de boss oh en te Ureterp en Duunswoude (Fir.) vindt men thans vele her ten; men ziet ze in kudden vain 8 en 10 stuks. Men verwacht, dat in den ajs. herfst in Fries land ook de jacht- op dit willd zal worden toegestaan. De boeren zijn niet bijzonder op dit wild gesteld. De b r a 11 d a a n d e IJ k a d e. De door brand en bluschwater beschadigde goederen van den brand in loods E, aan de IJkade te Amsterdam, waarvan gisteren de laatste vei ling plaats had, hebben een totaal bedrag van 174.500 opgebracht. Diverse overblijfselen, welke zich nog be vinden op het terrein van de afgebrande loods, weg te halen tot uiterlijk 16 dezer, brachten de niet geringe som op van f 1520 Vervalschte melk. Het gerechts hof te Leeuwarden heeft twee vrouwen, de eene uit Veenwoudstervval en de andiere uit Akkerwoude, wegens aflevering van met 14 pet. en S pel. water vervalschte melk, over eenkomstig het vonnis der rechtbank, resp. veroordeeld tot 4 weken en 2 weken gevan genisstraf. Een ontaarde vader. Een 49- jarige gepensioneerde O -I. militair te Mid delburg, die zijn kinderen onverzorgd ach terliet, terwijl zijn vrouw in een gesticht verpleegd werd en die bovendien een agent mishandelde, werd gisteren door de recht bank te Middelburg tol 3 maanden gevan genisstraf vei oordeeld. Mishandeling door een v c 1 d- w a c h t e r. De rechtbank te Middelburg beeft den gemeente-veldwachter te Hulst wegens mishandeling van een gearresteerde veroordeeld tol zeven dagen gevangenis straf. De veroordeelde heeft booger beroep aan- gei eekend De verdwenen k a 11>t 0 0 r 1) e- (I i e n d e. De Donderdag te Amsterdam met circa:7200 verdwenen kantoorbediende der effectenfirma Jusmau en Zonen, geen kantoorl O'0 p e r zooals aanvankelijk is meegedeeld. is nog niet opgespoord. De benadeelde firma heeft nog niets om trent hem vernomen. Verduistering. Uit Hoorn ïs giste ren een man naar Amsterdam overgebracht, die verdacht wordt zich tc hebben schuldig gemaakt aan verduistering van loterijbriefjes. Laffe daad. Donderdag avond om streeks 9 uur viel te Barneveld voor den hoe denwinkel van mej. C. Mijn beek plotseling een hard schol, gevolgd door gerinkel van glasscherven. De toesnelÜendende buren be vonden dat die grootc winkelruit der étalage- kast van mej, M. geheel verbrijzeld was. Gelukgig hadden die glasscherven weinig schade gedaan aan dc étalage van hoeden- veeren achter de ruit. Het vermoeden be staat, dal de laffe daad is gepleegd xiit con current ie-nijd. De politie stelt een onderzoek in. Rona Van den Hak op den Tak. (W e e 1: p r a a t j e). Wij hadden het in ons vorig Ilakje" over for-* 'uiu maken. Dab wordt op verschillende wyzen. gedaan, of tracht men te do.en. De gevolgde methodes zijn riiet altoos bestaanbaar met eerlijk heid en goede trouw. Ook zoekt de een het ver, en de ander dichtbijmeestal meent, mem het fortuin in den vreemde te moeten zoeken. En toch, het is bekend zoo merkte dezer dagen een blad op hoezeer het fortuin eigenlijk naast ons ligt we hebben maar toe te tasten, maar we durven niet-. Een. bescheiden voorbeeld is de kippenhouderij een kip geeft een gulden voordeel 's jaarswelnu boudt twee duizend kippen en ge 'kunt, zy 't niet als een vorst, toch op bescheiden voet onbezorgd leven. In dien trant nu belooft een Amerikaanseh blad uog gruoter rijkdommenals men maar druft mee doen. «Wij willen oprichten een reusachtige fokikery van zeg 1000 katten. Elke kht brengt per jaar een twaalf poesjes ter wereld; een kattenvelletje schatten we op 60 cents per stuk gemiddeld, geeft een f 7200. Een man moet voor het villen van 50 katten f 5 hebben er blijft dus over een bate van f 6000 jaars. Maarwe moeten de katten voeren. Niets eenvoudiger. Naastde kattenfokkerij be ginnen we een groote rattenkweekerij. De ratten vermenigvuldigen zich viermaal zoo sterk als de katten. We kunnen dus beschikken over vier ratten per dag voor een kat dit is meer dan genoeg. Maarwe moeten de ratten eten. geven. Dat is ook eenvoudig. We voeden de ratten met., de kattc.nlichamen een vierde kat'per rat is zeker voldoende. De zaak bedruipt zich dus zelf en werkt als 't ware automatisch voort. De katten eten de ratten en de ratten eten de katten. Wij krijgen de velletjes en het voordeel. Wie neemt aandeelen? Eenvoudig, niet waar, doodeenvoudig! Maar ge hebfc er misschien nog een zwaar hoofd in. Men moet anders het geluk bij de haren grijpen, zooals oen internationaal spreekwoord zegt. Een zekere Mac Cormack van Leadville (Colo rado) maakte het nog beter. Hij greep zijn eigen haar en bad „het ge.uk" er by te pakken. Deze nieuwigheid (overigens wat Amerikaanseh) is niet onwaarschijnlijk. De „Gaulois" vertelt „De heer Cormack liet zich het haar knippen. De kapper verwonderde zich over den gouden gloed van de blonde haren van zijn klant. Hij kon zich ten slotte niet n.eer Inhouden en zeide „Maar mijn heer, u hebt goudpoeder in uw haar. Als haar groeimiddel zal dat toch wel zeer duur zyn". Mijnheel- Cormack antwoordde er niet te veel op begon er over te denken, wanrby hij tot de volgende slotsom kwamHij gebruikte dagelijks een bad in een heldere beek achter zyn stuk land en aangezien hij nog al veel pomade in zijn haar ge bruikte, moesten er goudstofjes in vast zijn blijven kleven. Bij zyn thuiskomst liet hy een. ingenieur komen, die een onderzoek instelde, waarvan het resultaat was, dat het stroompje een groote hoeveelheid goud bevatte. Cormack kocht voor een prik de omlig gende terreinen, stichtte een maatschappij tot ver dere ontginning der velden. Zyn beekje verkocht hij voor twee miliioen". De baden, door Mac Cormack gebruikt, hadden dus bij hem wel een zeen- gunstige uitwerking. Of zekere Eugelsche uitvinder, van wien de bladen 't volgende melden, van zyn uitvinding evenzeer zal profiteeren, valt te betwyfelen. D-e tropische hitte van den vorigen zomer heeft ecu Uitvinder in Engeland, waar men zelfs bij de grootste hitte hooge hoeden draagt, op een zonder linge gedachte gebracht. Boven in den hoed heeft hij naast een kleinea electrische droge batterij een door deze gedreven miniatuur-ventilator aange bracht, die door den poreusen hoed lucht opzuigt, welke onder aan den hoek door kleine openinge tjes werlcr naar buiten gaat. Het is volstrekt geen grapje, doch een ernstige uitvinding, die in de En- gelsche pers druk besproken wordt. Of het echter aangenaam zal zyn met een gonzende schroef op bet hoofd rond te loopen., afgezien nog van de mogelijkheid, dat de hoek op een gegeven oogenblik in een aëropiaan verandert en wegvliegt is de vraag. Wij zyn 200 ongemerkt op de vliegtuigen geko men, in onze verbeelding namelijk, want in letter lijken zin gaan we vooreerst de lucht nog niet in. Ook van de vliegmachines heeft de reclame zich reeds meester gemaakt- De kant fabriek te Puy heeft, op het voorbeeld van; de champagnefirma Henckel, een vliegtuig aan de Regeering aangeboden. De „Figaro" dryft den spot met de luchtreclaine, die bier gemaakt wordt, omdat aan het vliegtuig den naam van „Kant van Puy" zal gegeven worden. „Ik ben bang", schryft een medewerker, „voor de aanstekelijkheid van bet voorbeeld, want ik denk aan andere steden met een bloeiende industrie, uit wier naam misschien mor gen vliegtuigen aan het vaderland gegeven wor den. Ik denk aa.n een tweedekker, die zou kunnen hceten„Gebakt van Tours" of: „Saucijsjes van Vire" aan een tweedekiergedoopt: „Pruimpje van Ageu", of „Snijboon vip Soissons"aan een 1 bestuurbaar luchtschip aangeboden door de varkens- slagers uit het Rhöne-departement, die. op doel treffende reclame uit, het heel natuurlijk zoudeu vinden dit luchtschip ..Worst van Lyon" tc noe men. En hoe zou men „Worst van Lyon" kunnen beletten door de lucht te dolen wanneer men er de „Kant van Puy" laat ronddartelen. Dc schrijver van de „Figaro" bezweert de milde schenkers van vliegtuigen aan het vaderland oio in 's hemels naam de kostelijke reclame maar op te offeren. Men ziet: 't wordt meer en meer het stieveu om „het" (lees vooral dit „het" het geluk, het fortuin, het genoegen, of wat ge ook wilt) in de lucht tc zoeken. Dat kan men ook merken aan do vroede vaderen van Trédaniel (een plaatsje in de huurt van Rendes). Zy hebben al een heel zond ei - linge vergaderplaats gekozen. Er zijn steden, waar men een paleis voor raadhuis wenscht (de lezer moet nu maar raden, waar), maar genoemde vroede raad stelt zich met minder tevreden: hij verga dert in den toren van het kerkgebouw, vlak onder de klok. Verheven boven de kleinzieligheid van bet dagelyksche leven, wikken en wegen zy daar de groote belangen, aan hun zorgen toevertrouwd. Al leen het klokgelui werkt wel eens hinderly'k op den goeden gang van zaken. De genoemde „lucht-reclame." bewijst opnieuw, dat men toch ma au- in Frankrijk moet zijn., om nieuwe ideeën te vinden. Dat blykt ook uit het volgende. Wij hebben al gelezen, hoe den laat- sten tijd te Parys een ware duelziekte heerscht duels zijn aan de orde van den dag, zoodat de „Figaro" al schertsend vermeldde, dat twee ver slaggevers en een bioscoopopnemer aan de vecht- plaats in Neuilly kwamen, waar ze door een mijn heer, met een lyst in de hand werden aangehou den „Wat. wenscht ge, heeren?" „Het twee gevecht Dubois". Dat komt eerst over een uur. Die heeren hebben nummer 8, en nummer 3 is zoo juist begonnen." Het Parijsche dagblad dc Matin is nu door het groote aantal tweegevechten op het idee gebracht van een onderneming, waarvoor hij nu geld zoekt. Hij wil het duellustigen gemakkelijk maken door een groote inrichting te bouwen, die hij Duel-City wil noemen en welke zou bevatten: lo. Een „duellodrome", met een slagveld voor de stryders en zitplaatsen, vanwaar de toeschouwers alles zien en hooren kunnen. 2o. Een kogelzaal voor duels op het pistoolhet publiek zal recht achter de tegenstanders geplaatst worden, opdat zelfs de geringste kans op gevaar uitgefloten is. 3o. Een bureau om de duels met het noodige la waai bekend te maken. 4o. Een schermzaal (met volledige kondwaterbe- handeliug) om te leeren schermen, daar de meeste verdedigers van eigen eer niet weten aan welken kant men een degen moet aanvatten. 5o, Een donkere kamer voor de fotografeneen werkkamer voor de journalisten. 60. Een bioscoop-theater (eutrée 0 fr. 50), waar sensationeele duels vertoond worden. 7o. Een Reconciliation's Bar, voor de vechtende tweetallen, met salon voor scheidsrechterlijke uit spraak. 80. Een restaurant voor bet gebruikelijke dejeu ner na het gevecht. 9o. Een begrafenisonderneming (uitsluitend voor den vorm). De Matin heeft gelijk, dat het de zaak maar wat bespottelijk maakt't is misschien nog de rechte manier om het domme, belachelijke duelleeren uit de wereld te helpen. Een byzonder idee heeft ook miss Annie E. Peck, ijverig voorstandster van vrouwenkiesrecht gehad. Zy heeft een reis door Zuid-Amerika gemaakt en daar de hoogste toppen der Andes heklommen. Nu is zij in New-York teruggekeerd en als ijverig suf fragette werd zij bij baar terugkeer in het vader land door het bestuur van Joan of Arc Suffrage League ontvangen, aan wie zij de verblijde mede- deeling kon doeii, dat zij «en vlag met het opschrift: „Votes for women" (Stemmen voor vrouwen), op een hoogte van 21000 voet op den top van de Co- rapuna in Peru bad geplaatst. Al» dat niet helpt, dan helpt niets meer. KEUVELAAR Gedroomd Geluk. (Uit heil Fira>iiS'Clh.) Paul vroeg. „Zijn wij Langogne al voorbij, mama?' ,Jane heeft het spoorboekjeik weet niets raeer." Slaapdronken mompelde Jane: „Och, wat, daardoor kom je er immers toch niet vlugger. Of je daar nu al inkijkt, daardoor zijn we geen oogenblik vroeger in Parijs. Den gehee- len nacht nog, och, hemeltje, wat een tijd." Met een verveeld gezicht trachtte zij in een roman te gaan lezen; zij wil blijkbaar het voorbijvliegende, onzichtbare landschap on derscheiden; zij beweeg' onophoudelijk hel hoofdkussen, waarlegen zc leunt, zoekt tever geefs naar een gemakkelijke houding en schikt zich.ten slol'e in haar noodlot. „O, die wagens cn die gruwelijk vervelende weg." Paul neemt het spoorboek van Jane's knie- en en zoekt ei in, maar d tegenover hem zit tende heer licht hem in en zegt: „Station Langogne zijn we om half acht." „Dank u zeer, mijnheer." Die mijnheer ben ik. En ook ik reis naar Parijs en ook ik heb den gcheelcn nacht in de coupé voor mij. Ik luister naar de muziek van den trein. De locomotief noodigt alle wagens als 't ware uit, haar krachtigen rythmus te volgen en met haar in zoo'n waanzinnige vaart door het land te vliegen. Onophoudelijk zie ik de draden van de hooge telefoonpalen voorbij vliegen. Ik heb hoofdpijn. De drie an deren en ik zitten ieder in een hoek van de coupé. Zij hebben mij nooit gezien en ik weet niets van hen, zelfs niet wat hun meest opper vlakkige kennissen, hun verst verwijderde fa milie van hen weet. En toch dring ik nu in zekeren zin in hun intieme leven in. Zij doen alsof zij thuis zijn en letten nauwelijks op mij. Ik beu niet anders dan een gewoon, obscuur reisgenoot lk weet niet eens hun familiena men, en toch keu ik hun voornamen. Daar was in de eerste plaats Paul. Ilij maakte in zijn bijna correcte ldecding een beetje den in druk als een plaat uit een modejournaal. Of schoon zij ti zuster op hem lijkt, meende ik toch, dat Jane een levendiger blik, meer oor spronkelijke bewegingen en ecu meer gemo duleerde stem heeft. Beiden noemen de dame, die in den hoek zit: „mama". Dat waren ze al le drie. Buiten zijn nu de draden van de telefoon niet meer te zien. Van lijd tot tijd duiken een paar lichlcn op in de duisternis, dan weer een lichtschijn uit de verte, op een enkel oogen blik de lichten van een klein station. Paul zingt het refrein van een liedje. Het is wel niet heel grappig, maar Jane maakt een vroolijkc opmerking en ook mama kan eenige vroolijkheid niet onderdrukken. De herinne ring daaraan is voor hen een zekere vreugde, wekt gedachten op aan een vroolijke voorstel ling, aan een partij buiten in den zomer, aan gemeenschappelijke wandelingen, aan wat al niet. Ik let thans nauwkeurig op wat ze zeggen, ik vind in hun woorden de sleutel voor kin derlijk openhartige karakters, maar ik houd me alsof ik hun woorden niet begrijp. Jane lacht voluit. Een spottende opmerking over mij heeft haar plotseling vroolijk ge maakt en zij krijgt een kleur tot in haar hals. Iïaar lippen worden purper, haar oogen schitteren. Kleine Jane, spot maar I Ik sla het je gaarne toe. Ik ben alleen heel alleen te midden van deze reizigers, zooals ik alleen ben in mijn ge- heele leven. Ik zwijg, ik ben gewrend te zwij gen. Ik zou misschien vervelend worden, wan neer ik sprak. Plotseling voel ik mij niet prettig. Ik hoor een regelmatig kloppen in mijn slapen, een koude rilling loopt mij over den rug; Jane en ik kijken elkaar aan. Ik heb diep in haar oogen gezien. Heeft zij mijn gedachten gera den? liet lijkt wel alsof ik in mijn zwijgen toch tot haar gesproken ,heb. Ik schaam mij, want ik vrees een nederlaag. Zoo kan zich in de kleine ruimte lusschen een paar coupé- wanden een klein drama afspelen. Paul is nog altijd verdiept in het spoor boekje. Mama staart recht voor zich uit en Ja ne kijkt naar buiten. Maar toch kan zij zich onmogelijk voor het in volslagen duisternis gedompelde landschap interesseeren Waarschijnlijk kijkt zij naar mij. En ik... ik wil nog eenmaal diep in haar oogen zien. Ik wacht, maar zij kijkt niet. Ik heb een gevoel alsof wij elkaar vroeger al gekend hebben, alsof we een kleine twist hebben gehad en zij nu boos op mij is. Haar blonde haren lijken me zoo vertrouwd. Zij zijn nu bijna losgc- I raalcl aan den achterkant, door het verplaat sen van haar hoofdkussen en ik kan een stuk van haar nek zien. Jane, ik herken je. r>en jij niet altijd mijn gezellin geweest? Ileb ik ai niet herhaalde lijk in eenzame uren met jou gesproken? Is het niet volkomen natuurlijk, dat je naast mij zit cn heb je me eigenlijk wel ooit verlaten? Zij is thans nerveus opgestaan. „Wil je mij mijn leisdeken geven?" vroeg zij aan 'Paul. Mama werd wakker cn zeide: „Het is nu werkelijk tijd om te gaan slapen. Ifoe laat is het Jane?" Zij kijkt op haar armband en ik zie voor een oogenblik een fijne pols. „Negen uur al... wc zijn dus Langogne al lang voorbij." Ja, Langogne en andere plaatsen ook. De locomotief sleept 011s met haar razende snel heid voort en ik tel de uren, die ons nog van ons doel scheiden. Misschien dat in deze klei ne spoorwegcoupé het geluk tot mij komt. Dan zal ik het vasthouden. Maar de sneltrein sleept ons maar voort in razende vaart. Met zorg legt Jane haar hoofdkussen in den hoek naast mij. Haar broer en mama zitten op de andere bank. .Tane richt het woord tot mij. „Leest 11 niet, mijnheer? - „Neen, juffrouw." 3 „Dan kan ik het licht wel uitdoen." „Zeker, ga uw gang." Zij draait hel licht uit. De donkerte verrast mij. Buiten schijnt dc maan van tijd tot tijd lusschen de wolken. Jane heeft mij zooveel mogelijk plaats gelaten. Zij slaapt onrustig, beweegt zich heen en weer en weldra zijn haar voeten vlak bij mij. Zij verovert steeds meer terreinHaar voeten raken mijn beenen. Paul merkt liet. „.Jane, let toch op, je hindert mijnheer." „In geen enkel opzicht, zeg ik. Nu slapen zij alle drie, ik lach. Het leven is comisch, het toeval amusant, het noodlot neemt wel allerlei vormen aan. Misschien zul len we over een paar maanden gezamenlijk in haar huis dineeren. Ik zal haar dan mijn in drukken van dezen nacht, toen ik haar in haar slaap beschouwde, schilderen, dezen nacht, waarin ik haar voor altoos ontmoet heb. Ik stel mij het huis voor, waarheen mijn verlangen op zoo talloos veel eenzame avon den vol van harteleed is heengegaanik voel zijn vriendelijke atmosfeer in dezen spoorwegcoupé, ik zie den kleinen salon, de behagelijke meubels, de bij elkaar zittende fa milieleden, alles «wat ik heb moeten ontberen, want mijn leven was tot dusverre niet onder een gelukkig gesternte. En ik geraakte in ver rukking. Och, dat ik hen ook Jane, Paul en mama mocht noemen. Jane beweegt'zich, relet haar armen uit, draait zich om en is verbaasd, dat haar bed zoo klein is. Haar houding vermoeit haar, zij poogt met onbestemde bewegingen het kussen anders te leggen. Zij wordt ongeduldig en Is toch besloten haar oogen niet heelemaal te openen. Nu legt zij in haar slaapdronkenheid hel kussen vlak naast mij neer en leunt dat tegen mijn knie. Dan legt zij er haar hoofd op en ik kijk naar haar een beetje verwarde haren en haar frisch, levendig gezicht. Eindelijk vindt zij rust, haar borst gaat re gelmatig op en neer. Ik zal mij niet verroe ren. Ik zal niet de geringste beweging maken, die haar in haar houding stoort; ik zal het heerlijke uur, waarin Jane voor de eerste maal kinderlijk vertrouwend haar hoofd bij na tegen mijn knie laat rusten, niet versto ren. Ik waak naast haar. En de trein sleept ons maar voort... naar welk geluk? Het ge dreun en gestamp van zijn raderen is als een symfonie, die zich aanpast aan mijn eigen verrukking. Bij onze volgende reis zal Jane wellicht haar hoofd vertrouwensvol tegen mijn schouder leggen. Ik zal haar dan omar men en zij zal mijn naam weten. Ik voel, dat deze minuten voor mij de beslissende zijn. Zonder mijn knie, waartegen het kussen rust, te bewegen, laat ik het gordijntje voor het raam neer. Een straal van de maan dringt naar binnen. De haren en het kinderlijke ge-: zicht van Jane lijken daardoor als in een bo- venaardsch licht cn het is alsof mijn ziel door een wonder gelouterd is. Wij rijden ldeine dorpjes voorbij. En in alle huizen denk ik mij wede en geluk. En zoo zal 't voortgaan, zoo lang mijn oogen zien, zoolang mijn hart slaatde geheele reishet geheele le ven. Plechtig klinkt het orgel door de gewel ven der kerk waarbinnen ik je voer, Jane. Ik zie den ring, dien ik aan je hand deed Rillend word ik den volgenden morgen wakker. Het kussen ligt nog tegen mijn knie, het blonde hoofd ligt nog daarop. Daar komt Paul al aan en zegt: „Lieve hemel, hoe ongegeneerd. Ik ben er verlegen onder, mijnheer." Hij wil haar wakker maken. Maar daarin verhinder ik hem: „Neen, neen, wekt u haar niet; zij slaapt nog zoo rustig." En ik had er aan willen toevoegen: „Mag zij dan niet tegen mij aanleunen? Zal ik haar, niet spoedig op al mijn reizen meenemen?. Waarom dan al die bezwaren? Is zij niet mijn aanslaande?" Maar thans wil ik met Paul spreken en zijn naam gewaar zien te worden, om af te spre ken waar we elkaar zullen terugzien, hem te zeggen wie en wat ik ben. Men moet nu een-: maal wel met prozaïsche dingen beginnen. En: zoo zeg ik dan halfluid om haar niet te weki ken: „Nu zijn we weldra in Parijs." „Gelukkig. Wat 'n reis." Jk wijs naar Jane en zeg: „De juffrouw merkt het nog niet." Hij lacht. Een beetje boos daarover, vraag ik: „Uw zuster, nietwaar?" Hij lacht maar steeds: „Pardon, mijnheer, mijn vrouw."- Spoedig worden de coupédeuren geopende Het is afgeloopenIk krijg bijna geen groet. Mijn blik volgt hen, terwijl zij naar den uit gang gaan. Een menschenkluwen is er voor mijn oogen. Leef wel. Zooeven waren wij nog te zamenWaar zijn de muren, die ons bijeen hielden? Ik had me mijn geluk gedacht tusschen de wanden van een coupé! Moet ik nu mijn aanstaande weer naar alle richtingen #iau zoeken?

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1912 | | pagina 2