Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
derheid in de laaggelegen landen, de
aardappelziekte. Loof en knol zijn beide
aangetast. Men schrijft die ziekte toe aan
het groote verschil van weersgesteldheid
en aan den snellen overgang van zware
regens en felle hitte.
Op enkele plaatsen wordt, naar men
ons mededeelt, de besproeiing met «boui
fli bordelaise," met goeden uitslag toe
gepast.
De nieuwe eigenaar van Schier
monnikoog, Graaf van Bernstoff, is met
zijne familie op dal eiland aangekomen
en door de inwoners feestelijk ontvan
gen, waartoe het fanfarecorps, het da-
meskoor en de schooljeugd medewerkten
Het feest werd met vuurwerk en bal
besloten. De familie Bernstof blijft den
geheelen zomer op Schiermonnikoog.
Naar men zegt is het Ministerie
't niet eens over het invoeren van een
nieuw systeem geweer bij het leger, 't
Heet dat de Minister van oorlog er eene
portefeuille-quaestie van maakt.
Eischen voor den Indischeii
militairen dienst.
Bij Kon. besluit van 29 Juni jl. is met
ingang van de dagteekening van dat
besluit eene niet onbelangrijke wijziging
gebracht in de physieke eischen voor den
Iodischen militairen dienst'
Mochten nl. sinds189l alleen personen
behebt met „zoogenaamde huidadernetten
of aderspatten, en met lichte graden van
aderbreuk van de zaadstreng," voor dien
dienst worden aangenomen mits zij in
O.-Indië geboren waren of aldaar 2 jaar
hadden vertoefd, of wel zich ter dienst
neming bij de Koloniale Reserve aan
meldden, thans zijn deze laatste voor
waarden opgeheven en kunnen voortaan
alle personen met bovengenoemde ge
breken behebt, geschikt worden geacht
voor den Kolonialen militairen dienst.
Doir bovengenoemd Kon. besluit zijn
dus de voorwaarden van physieke
geschiktheid tot dienstneming bij het
Koloniaal Werfdepót en l ij de Koloniale
Reserve gelijkgesteld.
Heden vertrekken naar Soestdijk,
ten einde aldaar den dienst bij H.H. M.M.
te verrichten, adjudant-majoor Baron
Sirtema Van Grovestins, ordonnance
officier; luitenant Loudon, kamerheer;
jhr. Van Pabst van Bingerden, de hoofd
commies bij het kabinet der Koningin
baron Van Zuylen van Nyevelt en de
particuliere secretaris van H.M. de Ko
ningin-Regentes jhr. De Ranitz. De hof
maarschalk en de eerste stalmeester van
de Koningin zullen zich mede voor eenigen
tijd naar Soestdijk begeven.
Sfeerboscü.
Naar De Zeeuw verneemt, zal binnen
enkele dagen door de commissie van
toezicht op Neerbosch een vergadering
worden gehouden, waarin, naar aanlei
ding van het rapport der commissie van
onderzoek, vele verbeteringen in de
weesinrichting zullen voorgesteld worden.
Men schrijft van de Veluwe, dat de
bijen vooral in de laatste dagen veel
honig halen en de boekweit daarvoor bij
zonder gunstig staat, 't Is dan ook te
verwachten, dat dit jaar eindelijk eens
een goed honingjaar zal zijn. Ware dit
het ook dit jaar niet, dan zouden de
bijenhouders, wegens de vorige zeer on
gunstige jaren, het zeker niet langer
kunnen volhouden.
De leden van het algemeen bestuur
der Zuiderzee-Vereeniging zijn thans op
geroepen tegen Donderdag 19 dezer, des
namiddags ten 2 ure, in het hotel «Kras-
napolsky" te Amsterdam. Alsdan zal de
toestand der Vereeniging worden bespro
ken, en overwogen, wat in den tegen
woordigen stand der zaak zal behooren
te geschieden.
De instructie tegen Santo Caserio, den
moordenaar van piesident Carnot, is de
vorige week gesloten. De rechter, die
met het onderzoek belast is, moet van
meening zijn, dat geen complot heeft
bestaan, en dat Caserio op eigen gezag
gehandeld heeft.
Bij zijn laatste verhoor verklaarde de
moordenaar van den president der Fran-
sche republiek, dat hij de maatschappij
wilde hervormen. Toen men opmerkte
dat hij dit doel niet kon bereiken door
den president te vermoorden, antwoordde
hij, slechts een voorbeeld te hebben wil
len geven. «Als de twee millioen pro
letariërs, die over de maatschappelijke
onrechtvaardigheid klagen, twee millioen
kapitalisten doodden, zou de sociale quaes-
tie spoedig opgelost zijn," zeide hij.
Caserio had zich alvorens den moord
te plegen, op een pop geoefend. Hij schijnt
niet te begrijpen dat hij ter dood ver
oordeeld zal wordentoen men hem
nieuwe kleederen liet aantrekken, uit
een koffer die uit Cette was opgezonden,
zeide hij: «Waarom moet ik nu reeds
mijn nieuwe kleederen aantrekken? Ik
had ze willen bewaren tot ik uit de ge
vangenis kom."
Een der redacteuren van den Figaro
heeft een onderhoud gehad met een
anarchist, die op weg was naar Enge
land; het gespiek liep hoofdzakelijk over
anarchisten-vergaderingen in Zwitserland,
die door Caserio waren bijgewoond. Daar
verdedigde Caserio het gebruik van dy
namiet, tegenover de compagnons die de
propaganda door moord afkeurden. Hij
had zich Ravachol tot voorbeeld gesteld
en herhaalde telkens, «dat Ravachol te
verstandig was en te goed was geslaagd
om een medeplichtige te hebben."
Toen bij dezelfde gelegenheid een der
compagnons opmerkte, dat het een uit
stekende propaganda zou zijn om den
Beul Deibier een kogel door het hoofd
te schieten bij de terechtstelling van
Ravachol, had Caserio uitgeroepen»Dat
zou even nutteloos zijn als het verbran
den der guillotine. Zij zijn machines en
gehoorzamen slechts aar. hem, die hen
leidt. Dat is de man die getroffen moet
worden I"
Prins Bismarck is van Schönhau-
sen, waar hij eenige dagen heeft ver
toefd, naar Varzin vei trokken. Op deze
reis moest de Oud-kanselier over Berlijn
reizen. Bij zijne aankomst aan het station
var, Stettin werd Bismarck door een
talrijke menigte met geestdrift begroet.
Eenige studenten traden daarbij bijzonder
op den voorgrond, hetgeen Bismarck
noopte een korte toespraak te houden,
waarin hij zijn dank betuigde voor de
ontvangst. De oud-kanselier bracht in
herinnering dat hij reeds als jongen van
7 jaar naar Berlijn was gekomen, zoodat
hij eigenlijk wel tot de Berlijners ge
rekend kon worden. Met den wensch,
dat het Berlijn steeds goed zal gaan, be
sloot Bismarck zijne rede. Na een
kort oponthoud zette Bismarck de reis
naar Varzin voort.
Aanstaande Zondag 22 Juli zal de
godsdienstoefening in de Remonstrant-
sche kerk alhier geleid worden door
Ds. H. W. Kalff, predikant bij de Rem.
gemeente te Alkmaar.
De vereeniging «de Locomotief" gaf
Zaterdagavond jl. haar derr'e uitvoering.
Dat zij slaagde behoeft wel geen betoog
De verschillende komische voordrachten
lokten een storm van toejuichingen even
als de soli der heeren Jochems, van Eys-
den en Fischer van onze stafmuziek.
Jammer dat de opkomst der leden dit
maal zoo luttel was. Afgeschrikt door
het regenachtige weer hebben zij zich
een genotvollen avond moeten ontzeggen.
Op verzoek van Goneraal-Majoor
A. LBnzing, Beschermheer der Vereeniging
van «Oud-strijders dei zee-en landmacht
uit Ned.-Iodië" hebben B en W. ver
gunning verleend tot het houden op a.s.
Maandag eener collecte in deze gemeente
met gesloten bussen.
De collecte zal gehouden worden onder
leiding van hel lid, gevolmachtigde der
vereeniging, N. Logcher, en onder con
trole van het dagelijksch bestuur der
vereeniging.
Wij vestigen gaarne de welwillende
aandacht onzer stadgenooten op deze
collecte.
De Gemeenteraad benoemde in zijne
vergadering van gisteren tot wethouder
den heer dr. P. Groeneboom. Tot lid
van de openbare gezondheidscommissie
werd benoemd de heer dr. A. J. Prange.
Aan den heer dr. H. W. Heinsius is op
zijn verzoek eervol ontslag verleend uit de
betrekking van leeraar aan het gymna
sium en de hoogere burgerschool, terwijl
de heer mr. J. Heyligers, op zijne aan
vrage, eervol ontslag bekwam als lid der
commissie van toezicht op het middel
baar onderwijs. Den heer J. Blomdie
daartoe aanzoek deed, werd vergunning
verleend tot het leggen van een brugje
over de Zuidsingelgracht achter het aan
de Muurhuizen staande perceel, wijk B.
no. 197, tegen betaling van f 2.50 's jaars.
De gemeente rekening over 1893 in ont
vangst f23.6532.09, in uitgaaf f 225.949.85
bedragende, er. alzoo sluitende met een
voordeelig saldo van f 1.0582.24 werd
evenals de rekening van het burgerwees
huis over dat jaar in handen gesteld
van de commissie van onderzoek.
Binnen weinige dagen zal bij de
uitgevers Van Holkema en Warendorf te
Amsterdam een nagelaten werk van Ds.
van Koetsveld - verschijnen, getiteld
«Losse bladen uit mijn pastoraalboek."
Dit werk dat beschouwd kan worden als
een vervolg op de beroemde «Pa
storie van Mastland" werd door den
zoon van den gevierden schrijver voor
de pers gereed gemaakt, 's Schrijvers
wenscb, in de inleiding uitgedrukt; dat
ook dit werk zijnen weg moge vinden
tot hoofd en hart," zal gewis worden
vervuld, want ofschoon oud van jaren
toen hij het nederschreef, zijn geest was
jong en frisch gebleven en menigeen zal
al lezende uit deze «losse bladen" nut eri
leering trekken voor verstand en hart.
De wijnen van «Aui Caves de
France", welke maatschappij voor Amers
foort door den heer Ant. J. Janssen
wordt vertegenwoordigd, zjjn te goed
bekend dan dat zij nog onze aanbeveling
behoeven. Worden deze echter meest
door kerngezonde luidjes gebruikt, ook
voor zieken en herstellenden heeft de
heer Janssen thans een wijnsoort voor
handen, waarvan het gebruik hen de
verloren krachten hergeeft en opricht
tot nieuw leven. De Medicinale Tokayer
van de Compagnie Hongioise te Wee-
nen, staat bovendien onder voortdurende
controle van het Chemisch Laboratorium
te Utrecht, zoodat men voor knoeiery
als maar al te veel met het druivennat
plaats heeft voldoende gewaarborgd
is. Voor prijzen enz. zie men achteist.
advertentie.
Op den straatweg Amersfoort
Ede bad gistermiddag onder begunstiging
van vrij goed weder een go as you please
•race over 10 Kilometer plaats.
Er waren 5 deelnemers. Als eeiste
kwam aan R. Rolandus Hagedoom, in
58 minuten 20 secondentweede was
H. Moll, in 60 m. 35 s; derde H. Ger
ritsen, in 62 m. 55 s; vierde S. Pi-ter
in 65 m. 55 s. vijfde M. Pos in 75 m.
4 s.
Deze wandel wedstrijd zal spoedig her
haald worden.
Onze stadgenoot de heer H. J.
Cruyff is geslaagd hij het admissie-exa-
men voor de Rijksveeartsenijschool te
Utrecht.
Lijst van I rieven geadresseerd aan
onbekenden verzonden van het postkan
toor te Amersfoort over de 2e helft der
maand Juni '94.
A. v. Doeverde Amsterdam.
Riese
W. v. Zalm Heemstede.
J. v. Leeuwen Osch.
J. Kapteyn
Van Bunschoten.
Van de Roeden Nijkerk.
Van Leusden.
L. v. Zanten Den Haag.
Briefkaart.
A. Culingh Haarlem.
346ste S'ÏAATS-EOTEKIJ.
Eerste klasse.
Trekking van .6 en 17 Juli.
(500 LOTEN.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen:
Prijzen van f20,
37.0 3714 0643 6658 6668 8386 8769
8772 8779 8787 8790 11775 11776
19495 19504 19510 19524 19532 19534
19538 19567 19570 19676 19686 19689
19810 19812 19823 en 19867.
Te zaïnen 29 prijzen.
Tier geslachten.
De jonge Engelsche prins is gisteren
door den aartsbisschop van Canterbury
gedoopt en ontving de namen Edward
Albert Christian George Andrew Patriek
David.
O.a. waren tegenwoordig de overgroot
moeder koningin Victoria, de grootouders,
de prins en prinses van Wales en de
Hertog en Hertogin van Teek, en vele
andere vorstelijke personen.
Nabij Odessa heeft een aanvaring
plaats gehad tusschen het Italiaansche
stoomschip «Columbia" en het Russische
stoomschip «Wladimir." Het Italiaansche
stoomschip voer zonder de bij nacht
voorgeschreven regels in acht te nemen.
Plotseling liep het de «Wladimir" in de
flank en boorde haar letterlijk in den
grond. De passagiers der Russische
stoomboot beweren dat de Italiaan on
middellijk na de aanvaring op de vlucht
wilde gaan, zonder hulp te verleenen,
maar door de lichten van het naburige
stoomschip «Sineöes" in zijn vlucht werd
verhinderd. Daarop werd de «Columbia"
door de «Cineöes" gedwongen de ver
ongelukten te helpen en een deel hunner
naar Odessa te vervoeren. Zonder de
misdadige lafheid en halsstarrigheid der
Italianen zouden wellicht alle passagiers
zijn gered.
Het ontredderde wiak der «Wladimii'
bleef nog een uur boven water. Vreese-
lijk was het gekerm der ongelukkigen, die
vergeefs om hulp riepen.
Op de «Columbia" zijn 53 geredden
en 6 lijken te Odessa binnengebracht,
op de «Sineöes" 56 geredden en 3 lijken.
De «Wladimir" had ongeveer 200 men-
schen aan boord, grootendeels passagiers.
De «Columbia" is aan den voorsteven
een weinig beschadigd en blijft te Odessa.
De kapitein is in hechtenis genomen en
zal vervolgd worden.
Dezer dagen ontving de ruim 92
jarige wed. Maas, geb. Baertman, ten
huize van haar oudsten kleinzoon, J. P.
Van Keulen, te Leiden, de lijding, dat
haar oudste achterkleindochter, mej. Op
perman, geb. Barriël, alhier bevallen was
van een zoon, zoodat zij dus over-over-
grootmoeder was geworden.
De oude vrouw, die 3 kinderen, 16
kleinkinderen, 32 achterkleinkinderen en
nu dezen achterachter-kleinzoon heeft,
verheugt zich nog steeds in een goede
gezondheid.
doel, kon men werkelijk genieten van
ziin leven, begint Paul in vollen ernst,
maar tegenwoordig is het voor het eene
examen na het andere werken. Van den
vroegen morgen tot den laten avond moet
je zitten blokken, en dan is het bij slot
van rekening nog afhankelijk van het
toeval of je slaagt niet
Tut, tut, tutl valt Bertha hem in
de rede, men moet 't kaf toch van het
koren kunnen scheiden en als nu eens
een dokter niet al die examens had moe
ten doen, zou u dan veel vertrouwen in
zijn kennis hebben?
En er komt toch gauw genoeg een
einde aan, vervolgt juffrouw van Sluit.
Ja, beste juffrouw voor u dames,
maar
Voor de heeren even goed, ieder
een die een betrekking heeft, heeft er
immers niet meer mee te maken, en dat
hebben toch de meeste of liever alle
mannen, al duurt het bij den eeneu een
beetje langer als bij den ander. Als men
30 jsar is, heeft eenieder toch voor goed
afscheid genomen van examens, verde
digt Bertha.
Nu, dat wil ik dan toegeven, zegt
Paul.
Maar dat is toch ook geen reden
om de heele wereld kwaad te noemen;
als het anders niet is, zegt Bertha. Dan
weet ik nog wel eer. heeleboel meer
goede toestanden en tegen te stellen.
De ontrouw en bedrog en valsch-
heid, die overal onder de menschen
heerscht, oppert Paul.
Zou dat zoo erg wezen, begon
Bertha nu weer.
Dat kunnen wij bij de meeste schrij
vers wel merken. Hebt u wel eens één
van die boekjes van de «Geïllustreerde
novellen bibliotheek" gelezen? vraagt
Paul.
Mijn broer is er op geabonneerd
en daardoor lees ik er ook wel eens in,
antwoordt Bertha. Maar u laat u toch
door zulke verhalen niet medesleepen. Ge
looft u werkelijk, dat die dikwijls boeiende
fantasiën van die schrijvers, schetsen uit
het leven zouden zijn? Ik voor mij, ben
er zeker van, dat ze meer schrijven met
het doel om te trekken, dan om het
leven weer te geven. Het boeit veel
meer, als de een of andere hertog een
goed buigermeisje het hoofd op hol heeft
gebracht en haar per slot van rekening
laat zitten, dan het beschrijven van het
ware heerlijke leven. Hier tusschen al
die weilanden, de stad daar in de verte,
die voortdrijvende wolkjes, waar het zon
netje achter verdwijnt en dan weer voor
den dag komt om de bloemetjes te koeste
ren, hier zou men eens heerlijk hunnen
philosopheeren over «wat leven is." O het
leven kan men zich zoo goddelijk maken.
Soms heb ik ook van die oogenblikken
van zwaarmoedigheid, dan is het me of
ik vleugels had, en dat die op eens lam
geslagen zijn maar het volgende oogen-
blik brengt mij de post een brief van
vanu zal toch wel aan niemand
vertellen, en ik moet wel eindigen, wat
ik begonnen ben, niet waar?.... van
een vriend van mijn broeder, en dan
komt een zoele, heerlijke stroom als de
geur van een perk met rozen, en kwik
me op en giet weer leven in me; en dan
ben ik weer groot en lach ik weer
blijde over alles wat leeft en ademt. Och,
het heeft zoo innig, innig veel zaligs het
leven. Fie, u moest ook die nare ideën
vaarwel zeggen en niet alleen hel kwade,
maar ook het goede in alles zoeken te
vinden. Hé daar komt onze gastheer
aan. Dag oompje 1
Dag meisjes, zoo aan den wandel,
en dat met een jongmensch! Bonjour
Paul. Hoe gaat 't je, sinds gisterenavond?
Vrij van middag?
Wij hebben Vrijdags middags altijd
om 3 uur vrij, Mijnheer en door hel
mooie weer verleid, ben ik maar eens
gaan wandelen en bracht mijn goede
gesternte my hier^in gezelschap van de
dames.
Ja oom, wij hebben mijnheer de
pessimist eens aangevallen, gaat u ver
der eens met ons mee; dan mag u ons
een beetje helpen; Wij wezentjes van het
zwakke geslacht mogen wel een klein
steuntje hebben, scheitst Bertha.
Hoor eens kinderen, antwooidt mijn
heer V. meegaan met jullie wil ik heel
graag, maar onder een conditie, dat je
niet van mij vergt, dat ik me met die,
zonder twijfel hoogst diepzinnige gesprek-
ten inlaat; ik heb het van daag erg druk
gehad en ben hier gekomen om eens wat
frissche lucht te happen; niet om te
philosopheeren. Maar kom, laten wij ver
der gaan.
Hé oom, zegt Bertha met een ge
zichtje, waarop stond te lezen dat het
haar tegen viel, wij philosopheeren in
het geheel niet, Fie en ik natuurlijk, neb
ben alleen gezegd, dal mijnheer een
pessimist is. Ja verbeeld U eens, dat wil
mijnheer, niet eens toegeven.
Ja kind dat gebeurd wel meer, dat
de menschen zoo redeneeren, maar komt
en avant, zegt de oude heer, terwijl hij
zelf het voorbeeld geeft.
Een kwartiertje later stonden ze voor
het huis met den hoogen stoep en werd
er afscheid genomen.
Het spijt mij mijnheer, maar ik kan
onmogelijk, ik moet om halfzes aan tafel,
Een modern reiziger.
Vi ijdag-morgen vertrok van Verrlo een
waggonlading zemelen met bestemming
voor Neuss. De zemelen waren in zakken
verpakt. Toen men te Neuss tol het los
sen wilde overgaan, kwam uit een der
zakken een jeugdig persoon te voorschijn,
die daarin gekropen was om den nacht
door te brengen. De jongen was eerst
aan de plaats van bestemming wakker
geworden. Hij is door de politie naar
Venlo teruggebracht.
De zwarte Dood.
Onder de verschrikkelijke en meest
te vreezen kwalen waardoor het meDSch-
dom kan bezocht worden, behooren zon
der twijfel de pest en de cholera. Terwijl
de cholera dooi haar veelvuldiger optreden
ons beter bekend is, kennen wij de Oos-
tersche pest slechts uit hetgeen in de
geschiedboeken der 14e eeuw staat op-
geteekend en wij huiveren van den na-
meloozen jammer en de onbeschrijfelijke
ellende, welke deze afschuwelijke ziekte
in die dagen over Azië, Afrika en Eu
ropa gebracht heeft en die wegens de
brandbuilen en zwarte plekken, waar
mede zij hare slachtoffers bedekte, «De
zwarte Dood" genoemd werd.
Gewoonlijk werden hij deze ziekte de
ademhalingswerktuigen door een bran
derige ontsteking aangetast, gepaard met
bloedopgeven, terwijl de adem een ver
pestenden reuk verspreidde.
Zij, die pestzieken verpleegden, wer
den meest allen het slachtoffer hunner
menschlievendheid, zoodat vele huisgezin
nen geheel uitstierven. De adem der zie
ken was het meest besmettelijk. Geen
enkel geneesmiddel baatte, daar bijna
alle zieken in de eerste drie dagen nadat
ze door de kwaal bezocht waren, stier
ven. Ook dieren stierven er aan en zeer
snel, zoodra ze met voorwerpen van zie
ken, of met gestorvenen in aanraking
waren geweest. Van China tot aan de
kusten van den AtlOceaan, kwamen
in 1333 vijftien jaren voor het ver
schijnen van «Den zwarten Dood"
menigvuldige aardbevingen voor; in
geheel Azië en Europa vertoonden zich
veranderingen in den damkring, namelijk
opvallend kwalijk riekende nevels, enz.
Men vermoedde, dat die ziekte daarmede
in verband stond.
Uit China werd «De zwarte Dood" door
karavanen naar Midden-Azië en Klein-Azië
en van daar doorschepen naar de havens
en eilanden van West-Europa overge
bracht. In 1347 verscheen de ziekte het
eerst in Sicilië, Marseille en eenige Ita
liaansche havenplaatsen: daarna aan de
geheee Zuidkust van Europain 1348
woedde zij het hevigstin Spanje, Frankrijk,
Duitschland, Nederland, Engeland; in
1349 in Zweden, Noorwegen, Polen en
1351 in Rusland.
Men zegt, dat in Kairo een tijd lang
dagelijks 1000 tot 1500, in China in het
geheel 13 millioen menschen gestorven
zijn, in Alleppo stierven dagelijks 500,
in Gaza binnen zes weken 22.000 men
schen en de meeste dierenCyprus ver
loor bijna al zijne inwoners en vaak
zag men op de Middell. Zee schepen
zonder manschappen ronddrijven, welke
de pest aanbrachten, waar ze aan het
strand liepen. In Florence stierven
6U.000, in Venetie 100.000 in Marseille
in eene maand 16.U00, in Parijs
50 000, in Avignon 60.000, in Straatsburg
16.000 in Lubeck 9000, in Bazel 14.000,
in Erfurt len minste 16.Out), in Weimar
5000, in Londen ongeveer 100.000 en in
geheel Europa 25 millioen menschen.
Ook Nederland werd ontzettend door die
vreeselijke pest geteisterd.
In i351 eindigde «De zwarte Dood";
latere ziekten kunnen daaronder niet ge
rekend worden en waren gewoonlijk
pestziekten.
Blijkens een telegram uit Pretoria,
vandaar den 14den Juli verzonden, blijft
Malapoch, het opperhoofd der weerspan
nige Kaffers in het district Zoutpansberg,
antwoordt Paul, op de vraag van mijn
heer V. om nog even binnen te komen,
terwijl hij de hartelyk toegestoken hand
drukt. Dames, vervolgt hij zijn hoed af
nemend, hoogst gevoelig voor het aan
gename van uw gezelschap.
Er, voor het lesje? voegt Bertha er
bij, terwijl zij lachend haar handje toe
steekt, of heeft mijn pleiten mij nog
niets geholpen? Dal is waar ook, wij
zouden u nog een straf opleggen; zeg
Fie, kom eens hierl
En hoogst gevoelig voor het lesje,
hervat Paul, ik zal uw raad, om alles
van den goeden kant te bezien, eens pro-
beeren op te volgen. Maar het zal wel
niet veel helpen, juffrouw.
Bertha, alsjeblieft, dat stijve juffrouw
kunnen wij nu wel laten varen maar
wat dat «niet helpen" betreftFie
hoor je dat, begint u nu alweer.
Weet u wat, ik weet een goede straf
voor u, u moet van al die dingen de goede
zijde gaan opsporen en dat niet met
het idéé, dat het toch niets geeft, want
dan kan u het even goed laten. Maar
werkelijk in vollen ernst, met hart en
ziel. Belooft u ine dat?
(Wordt vervolgd).