FEUILLETON.
Jonge Liefde.
li"* Jaargang»
„DE EEMLANDER".
Vrijdag 10 Januari 1913.
BUITENLAND.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pe? 8 maanden voor Amersfoort f
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I O.
Afzonderl\jko nummers <>.05.
Deze Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zonden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgevers: VALKH OFF Co.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels.. f O.ÖO.
1,1 ko regel moor- O.iO.
Dionstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijt bestaan zoor voordooligo bopalingon
tot het herhaald adverlooren in dit Blad, bij abonnomont.
Eeno oirculairo, bovattondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozondon.
Kennisgevingen.
Do Burgemeester van Amersfoort,
brengt Ier algemeenc kennis, dat zich in de ge
nie.-ito Wileis een geval van miltvuur heeft
voorgedaan
Amersloorti 9 Januari 1913.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RAND WIJ CK.
Politiek Overzicht.
De beweging tegen it.iamil.
De berichten uit Konslunhnopel gewagen
van eene steeds in kracht toenemende bewe
ging, die zich doet gelden Legen het kabinet-
Kiamil. De dagen van dit kabinet schijnen
geteld te zijn. Zelfs een orgaan als de lkdam,
die door de regeering voor oïficieuse mede-
deelingen wordt gebruikt, keurt het beleid
van den grootvizier al en voegt er srêchLs aan
toe, dat het moeielijk zal zijn onder de te
genwoordige omstandigheden een opvolger
te vinden.
In verband hiermee is eene herinnering
niet onaardig, die de correspondent van de
b'rankï. 'Zl-g. te Konstantmopei brengt uit de
dagen van het optreden van het kabinel-
Iviamil, en die illustreert hoe kleine oorzaken
groote gevolgen kunnen henben. blij schrijft:
Zonder het te willen, heelt het Engelsche
Koningspaar een grootcn invloed uitgeoefend
op de ontwikkeling van den binnenlandschen
toestand in het Turksche rijk. Zoo beweren
althans de Jong-ïurken. Toen Lining George
een jaar geleden op zijne reis naar lndië door
Egypte reisde, noodigue hij Kiamil, die daar
in halve ballingschap leeide, bij zich aan
laiel. Van het aan dien disch vereenigde ge
zelschap werd een kiekje gemaakt, waarop
men Kiamil ziet, gezeten naast de Koningin
van Engeland, terwijl Koning George en de
khedive van Egypte zich staande acuter hen
bevinden. Dit prentje is door de aanhangers
van Kiamil in veie duizenden exemplaren
verspreid. De oostcrvcae verbeeldingskracht
heeft uit deze beleefdheid jegens een 85-jari-
gen grijsaard zonderlinge conciusiën gelrok
ken. Men sprak van den betooverenden in
vloed, door Kiamil Paoha op Engeland en
wederkeerig door Engeland op Kiamil uitge
oefend. Velen zagen daarin de eenige moge
lijkheid om aan Turkije een eervollen aftocht
uit den Ilaliaanschcn veldtocht te verschaf
fen. Ook aan sultan Mehmed werd meerma
len hét tooneel na het diner od het ko
ninklijke jacht voor oogen gehouden, én dat
heeft zijne uitwerking op hem niet gemist.
Zoo is het gekomen, dat toen in Juli scheu
ringen ontstonden in de Jong-Turksche
partij, aan de heerschappij van die partij
een einde werd gemaakt door een slecht
verbloemden staatsgreep. Na de korte tus-
schenregeering van Ghazi Moekhtar werd
aan Kiamil voor de zooveelste maal het ambt
van grootvizier opgedragen.
Men wachtte onder zijn bestuur verlangend
maar vruchteloos op het machtwoord van
Groot-Brittannie, dat den Italiaanschen oor
log ten einde zou brengen zonder schade voor
de Turksche kroon. Kiamil werd in zijne ver
wachtingen teleurgesteld. De Engelsche di
plomatie bleef koeler dan ooit en gaf ook
tegenover hem hare strenge neutraliteit niet
prijs. Inmiddels maakte het verwordings-
proces in het leger vorderingen. Het in het
leger voorkomende wantrouwen nam hand
over hand toe. Aan de politiseerende aan
voerders en de lagere rangen in het korps
officieren ontbrak het noodige gezag, waar
aan zij zich in het beslissende moment zou
den hebben onderworpen. Wanneer eenmaal
de geschiedenis van den Balkanoorlog door
eene werkelijk bevoegde pen wordt geboek
staafd, dan zal men daarin zeker vinden, dat
het psychologisch moment van de groole ver
warring in het Turksche officierenkorps bij
de oorlogsverklaring van den Balkanbond
eene rol heeft gespeeld. De Jong-Turken ver
zekeren, dat onder hen de oorlog zou zijn
vermeden. Voor deze bewering het bewijs te
leveren, zou moeienjk zijnmaar een feit is
het, dat zij met Bulgarije en Servic goede be
trekkingen wisten te onderhouden.
Kiamil Pacna heelt de verwachtingen, die
aan zijn komen waren vastgeknoopt, geheel
onvervuld gelaten. Naar huiten is Turkije
zonder eenigen steun gebleven en naar bin
nen heeft eene verlamming het rijk aange
grepen, waarvan de gevolgen steeds duide
lijker aan den dag komen. Daarbij is deze
staatsman in zijn isolement slijhioofdigcr
dan ooit. Zelfs de eigen amblgenoolen klagen
lievig over de haast tirannieke wijze waarop
hij de zaken voert. Bewonderenswaardig is
de veerkracht van dezen grijsaard. Maar zij
is niet voldoende om den slaat in ordelijke
banen terug te brengen. Zijne beste'vrienden
hebben zich allengs van hem verwijderd.
De opperbevelhebber Naziin Pacha behoorde
tot de eersten, die voeling zochten niet dc
Jong-Turksche elementen. Kiamil's politieke
doodsklok kan niet lang meer zwijgen; het
land moet uil de verstijving, waarin hij hel
heeft gebracht, opgewekt worden, indien het
niet de laatste rest van zelfstandigheid zal
verliezen. Wie zijn opvolger zal worden, is
nog onzeker. Het aantal mannen van betee-
kenis is in Turkije misschien nog geringer
dan elders, en zij, die daarvoor doorgaan,
schrikken terug voor den omvang van de
taak, die hen wacht. Men spreekt ook van een
militair bestuur. Dat heeft in werkelijkheid,
zij 't ook achter de coulissen, reeds sedert
de invoering van de grondwet bestaan. Niet
met eene gelukkige uilkomst. V'ant door het
brengen van de polilick in hel vroeger onpo
litieke leger werd het fondement, dat ten
slotte de eenige reden van beslaan van Tur
kije uitmaakt, aangetast. Misschien is de uit
werking nog minder erg, wanneer dit stelsel
openlijk optreedt, dan als het in het duister
werkt.
l>e Balkan-oorlog;.
Kpnstant in o p e 1, 9 Jan. liet geruchl
loopt, dat aan de voorposten van Tsjalaldja
aan de zijde van Derkos eene schermutseling
heeft plaats gehad. Er moeten gewonden zijn
aan beide zijden. Dil bericht is niet officieel
bevestigd.
Tweede telegram. Het wordt be
vestigd, dat een kllein gevecht heeft plaats
gehad bij het meer Derkos. De Turken -dre
ven de Bulgaren terug, d.ie trachtten de tele
graaf af te snijden. Hier werden omstreeks
dertig gewonden aangevoerd.
Konstan tinopel, 9 Jan, Men zegl
dat de gisteren bij Tsjataldja plaats gehad
hebbende ontmoeting, welke een levendige
sensatie heeft teweeggebracht, ten doel had
de grensbepaling van het vilajel Adrianopel.
De minister van buitenlandsche zaken con
fereerde heden morgen over deze aangele
genheid met den grootvizier en zond vervol
gens lang© telegrammen naar Londen.
Sofia, 9 Jan. In den loop van hel on
derhoud van Nazini Pacha en Noradunghian
met generaal Savow vroegen de Turksche ge
machtigden, dat Adrianopel van levensmid
delen zou worden voorzien. Savow antwoord
de, dat de/.e kwestie geregeld was door hel
protolcol van den wapenstilstand. Hij voeg
de daaraan toe, dat de vraag van het bezit
van Adrianopel lot de bevoegdheid van de
gc-delegeerden te Londen behoorde.
S aio n ik i, 9 Jan. In Uskub moet eene
groote schaarschte heerschcn tengevolge van
de douanerechten, waardoor (le uit Saloniki
afkomstige goederen worden gejroffen.
De Bulgareu dulden geeue vreemde postkan
toren in Kay al la en Dedeagatsch.
Ko nsta n t ino p e 1 f 9 J a n. De lkdam
verneemt, dat de mogendheden een stap zul
len doen om Turkije en de Balkan-bondgenoo-
ten le bewegen het over Adrianopel genomen
besluit aan le nemen. Italië had tol hel laat
ste oogenblik willen vermijden aan den slap
deel te nemen, omdat het krachtens liet ver
drag van Lausanne zekere verplichtingen te
genover Turkije op zich heeft genomen. Het
heeft echter nu besloten aan den stap deel
te nemen.
Tweede telegram. De stap van de
gezanten zal waarschijnlijk morgen plaats
hebben. De gezanten zijn oveereengekomen
den slap gezamenlijk te doen.
Kë>n stan tin op el, 9 Jan. De gezan
ten van dc mogendheden hebben nog geene
instructiën ontvangen betreffende clen geza-
menlijken stap ten gunste van den vrede.
Konstantinopel, 9 Jan. De Porte
moet besloten zijn den stap van de mogend
heden af le wijzen. Officieel wordt tegenge
sproken, dat de Porte eene interventie zal
vragen.
De Porte heeft eene circulaire tot de gezan
ten in het buitenland gericht, waarin zij wor
den in kennis gesteld, dat als de Balkan-ge
delegeerden niet voor het einde van de week
de Turksche vredesvoorstellen aannemen, de
Turksche gevolmachtigden onmiddellijk, zul
len worden uilgenoodigd naar Konslantino-
pel terug le keeren. De Porte is besloten haar
standpunt betreffende Adrianopel en de eilan
den in de Egeïsche zee te handhaven, omdat
dê offers, waarin is toegestemd, gingen tot
de uiterste grens.
Konstanlinopel, 10 Jan. De gezan
ten van de mogendheden confereerden gister
avond over den slap, dien zij bij de Porte zul
len doen. Zij kwamen overeen, dal dc slap zal
worden gedaan door den gezant van Oosten-
rijk-Hongarije, markies Paliavicini.
De algemeene meening is, dat iedere stap
van de mogendheden, die strekt om de Porie
te nopen vrede te sluiten met -afstand van
Adrianopel, zal mislukken, zelfs al wordt hij
gesteund door eene vlooldemonstralie. Men
zou toestemmen in den vrede als men Adria
nopel behield, ook al moést de vesting ont
manteld worden.
Weencn, 9 Jan. Volgens de Neue Freie
Presse hebben Oostenrijk, Engeland en
Duilschland den 19en December Turkije
aangeraden Adrianopel af te staan.
Het resultaat van de tot dusver gevoerde
vredesonderhandelingen komt, in cijfers uit
gedrukt, hierop neer: De oppervlakte van
Europeescji Turkije bedroeg tot dusver
169,300 K.M3., d. i. ongeveer half zoo veel
als het koninkrijk Pruisen; het getal inwoners
bedroeg 6,131),DUO. Van zijn gebied wil Tur
kije prijs geven: het vilajet Saloniki met 35,000
K.M.2 en 1.130.800 inwoners, Monaslir met
28,500 K.M.2 en 784,900 inwoners, Kossowo
met 32,900 K.M.2 en 1,038,000 inwoners, Sku-
lari met 10,800 K.M.2 en 294,100 inwoners en
Janina met 17,900 K.M.2 en 527,100 inwoners;
dat zijn te zaïnen 125,100 K.M.2 met 3,839,100
inwoners. Het vilajet Adrianopel is 38,400
K.M.2 groot en heeft 1,028,200 inwoners. Wan
neer 'lurkije ook di* vilajet verliest, dan blij
ven nog slechts 5800 K.M.2 met 1,262,900 in
woners over.
Van de stad Adrianopel beweren dc Turken
thans, dat het eene Turksch-Joodsche stad is,
waarin geene Bulgaren wonen. Volgens hunne
eigen statistiek lelt Adrianopel in rond cijfer
70,000 inwoners; daarvan zijn de helft Turicen
(met inbegrip van de ambtenaren en solda
ten); de andere helft is in ongeveer gelijke
deelen samengesteld uit Bulgaren, Armeniërs
en Israëlieten. Volgens deze opgaven wonen
in Adrianopel minstens 10,000 Bulgaren, in
hel vilajet Adrianopel zijn de Turken beslist
in de minderheid, liet vilajet heeft zes sand-
jaks: Adrianopel, Kirkkilisse, DedcagaLscli,
Gimuldjina, Rodosto en Gallipoli. Alleen
Dedeagatsch en Gimuldjina hebben le zamen
eene Turksche meerderheid (231,000 Turken
legen 92,000 orthodoxen). In Adrianopel staan
145,000 orthodoxen legen 127,000 Turken, in
Kirkkilisse 105,000 orthodoxen tegen 53,000
Turken, in Rodosto en Gallipoli te zamen
131,000 orthodoxen tegen 90,000 Turken. On
der Turken zijn hier mohammedanen ver
slaan, maar niet alle mohammedanen zijn
Turken; het Turksche percentage der bevol
king is dus nog geringer dan deze cijfers aan
geven. Aan den anderen kant zijn ook niet
alle orthodoxen Bulgaren, maar er zijn ook
vele Grieken onder, vooral in de sandjaks,
die aan de kust liggen. De verhouding tus-
schen Grieken en Bulgaren is echter nergens
statistisch bepaald.
De Vossische Ztg. ontleent eenige artikelen
aan den aulhentiëken tekst van het prolokol,
waarmee de Turken de stad Saloniki aan de
Grieken hebben overgegeven. De capitulatie
van Saloniki is geschied na een hevigen strijd
\an het Turksche leger legen de Bulgaren,
terwijl het Grieksche leger nog volstrekt niet
in het vuur was gekomen. Uit de buitenge
woon gemakkelijke voorwaarden van de over
gave blijkt, waarom de Turken zich aan de
Grieken en niet aan de Bulgaren hebben over
gegeven.
Zoo luidt art. 1 van het protokol: ,,De wa
penen Yan de Turksche soldalen zullen ver
zameld en door hel Grieksche leger in dépots
bewaard worden. Hierover zal een bijzonder
protokol opgenomen worden, derhalve moch
ten de Turksche wapenen Diet door de
binnenrukkende overwinnaars gebruikt wor
den. Alleen de kanonnen cn de oorlogs
materialen van Kara-Bocrenoe, dat aan de
ontwapende Turksche soldaten als verblijf
plaats werd aangewezen, moesten, ingevolgd
art. 7 aan de Turken afgenomen en aan het
Grieksche leger overgegeven worden. Bijzon
der tegemoetkomend zijn verder de volgende
bepalingen.
Art. 4. Alle hoogere militaire ambtenaren
eo alle officieren worden gemachtigd hunne
sabels bij zich le houden en zich vrij in de
stad le bewegen. Deze lanlstcn moeten hun
eerewoord geven, dal zij de sabels niet tegen
hel Grieksche leger of de legers van de bond-
genoolen zullen gebruiken.
Art. 5. Alle hoogere ambtenaren in het vila
jel worden vrijgelaten.
Art. 6. Alle gendarmerie- en politie-agcnlen
kunnen hunne wapenen behouden.
Art. 10. Dc Turksche gendarmes- en poll-
tie-agenten zullen tot nader order den dienst
verder verrichten.
Andere bepalingen, die in een additioneel
prolokol zijn opgenomen, betreffen dc be
scherming van de ontwapende soldaten in
alle dorpen, waar zij hun eigendom hebben»,
voor overvallen van benden en voor de troe
pen van dc bondgenooten. Verder nam de op
perbevelhebber van het Grieksche leger
de kroonprins op zich een slipt bevel uit te
vaardigen, dat de tradiliën, de gebruiken cn
de godsdienst van de bevolking moeten wor
den ontzien. Uit dit alles blijkt hoezeer dc
Grieken er op uit waren, de Turken tc be
wegen zich zoo spoedig mogelijk over le gc-
vcn, ora dc Bulgaren le voorkomen.
De Grieksche minister-president Venizelos
heeft een memorandum aan de mogendheden
gezonden over de rechten van Griekenland
op de eilanden in dc Egeïsche zee. Daarin
wordt gezegd:
„Wij eischen de eilanden op niet als ver
overing maar als nationaal erfdeel. Onze titcii
U ouder dan de oorlog cn slaat daarboven.
Hij wordt ons verschaft door het nationali
teitsbeginsel. Nergens kan men eene meer
homogene bevolking, van zuiverder ras en
van krachtiger nationale aspiratiën vinden
dan in den archipel.
Op een totaal van 423,000 bewoners is ccnc
vast aaneengesloten meerderheid van 394,000
Grieken, legen eene minderheid van 29,00®
mohammedanen, joden en vreemdelingen.
Grieksch wat hunne nationaliteit betreft, zijn
de eilanden het door door de zedelijke en ver
standelijke cultuur, door den handel cn do
zeevaart van hunne bewoners. Evenals in allo
Grieksche landen, is dc schoolbeweging keu-
sclietslend voor liet streven naar beschaving
van het ras. Er zijn in den archipel nagenoeg
50 scholen, waaronder 5 groote lycea, mei
name in Mylilenc, Samos, Chios en lUiodos,
niet omstreeks 1000 onderwijzers cn onder
wijzeressen en 4700 leerlingen, d. i, 9.93 pet.
der bevolking."
Na te hebben aangeduid, dat de ecnigo
mogelijke oplossing is de eilanden aan do
Grieken af te staan, besluit hel memorandum
met te zeggen: „Deze oplossing wordt voor
geschreven door de oorlogsfcitcn, door do
rechtvaardigheid en door het belang van al
len. Zij biedt slechts voordeden aan en levert
voor niemand gevaar op. De oplossing, dio
de Turksche gevolmachtigden op hel oog heb
ben, is denkbeeldig. Maar hcL nadenken zal
ongetwijfeld komen, dat hunne zienswijze
zal veranderen."
ROMAN VAN RUDOLF HERZOG
12 naar het Hoogduitsch
door J. L. VAN DER MOER.
Na afloop van dil eerste onderricht, ging
men gezamenlijk het avondmaal gebruiken.
De dames verschenen evenwel niet. De pa
troon dee'de mede dat ze naar de opera
waren.
„Bij al 't lawaai dat die muzikanten tegen
woordig maken kan niemand me waarachtig
'n woord verslaan! Maar de vrouwen moe
ien er tóch heen. Dil behoort lot den goeden
toonJa, als 't nog maar goede lonen
waren, die men te hooren krijgt P
Toen het maal geëindigd was, hadden ze
vrij-af.
„Gaal u mee bij mij 'n kop thee drinken,"
vroeg de procuratiehouder aan zijn leerling,
terwijl ze de plaats overstaken. „U zuil zich
die eerste dagen nog wel wat vreemd ge
voelen."
Heinrich loonde hem zijn groote dank
baarheid. Hij was werkelijk getroffen door
de vaderlijke zorg van dezen man, die zoo
ten volle bleek te beseffen wat er in het jonge
hart omgaat
HOOFDSTUK V.
Toen Heinrich den drempel van Baren-
feld's lcamer betrad, bleef hij een oogenblik
verbaasd s^aan. Hij wist niet wal hem over
kwam. Bevond hij zich werkelijk nog binnen
het territorium van de Witte Zwaan? Tol nu
loe had hij nog nergens in huis eenig bewijs
van schoonheidszin kunnen ontdekken, ner
gens had zijn oog een gezellig hoekje of een
beetje weelde ontmoet. Er stond geen meu
bel. dat niet beslist noodig was, de piano
dan uitgezonderd, en al het huisraad, dat
voor een groot deel om spoedige herstelling
riep, scheen reeds meerdere opvolgende ge
slachten te hebben gediend.
Maar hier aanschouwde de jongeling, die
volstrekt niet verwend was„ een goed be
woonbare, gezellige, elegant gemeubelde ka
mer. Hij stond eenigszins verbaasd en aar
zelde binnen te gaan. Een klein Amerikaan-
sch haardje, waarin een lekker vuurtje
brandde, wedijverde me-t het mollige, warme
vloerkleed om een weldoende warmte in het
vertrek le verspreiden. Bij het venster, waar
voor helderwitte gordijnen hingen, stonden
een met groen laken overtrokken schrijfta
fel en een rieten bureaustoel Twee .gestof
feerde stoelen met mooi gebeeldhouwde leu
ningen spreiden hun poolen uil als groote
leeuwenklauwcn. Op een ronde tafel in hel
midden van de kamer stond een theeblad
met een zilveren theepot, en er .omheen wa
ren stoelen van palissanderhout geplaatst.
Het vertrek bevatte drie kasten; een voor
de berging van kleeding; een tweede, met
glazen deuren, was gevuld met prnchtband-
jes, terwijl de derde tot bewaarplaats diende
van twee dubbelloops-geweren en een mooi
bewerkte „Drilling". De wanden waren met
tal var. jachtlrophceën versierd, die blijkbaar
niet alleen uit Duilschc wouden afkomstig
waren. Verder eenige mooie kopergravures.
Het bed van den bewonej was op den ach
tergrond achter een draperie verborgen.
„Komt u maar binnen," sprak Barenfeld,
zijn gast de hand reikend, ,,'t Verwondert u
blijkbaar 'n beetje, dal 't er hier eenigszins
anders uitziet dan bij meneer Rose, of bij me
neer Friedrich?" En hij dwong hem zacht
jes plaats te nemen, waarna hij zelf ook ging
zitten. „Ik ben van meening dat 't heelemaal
verkeerd is, de gezelligheid alleen builens-
huis te zoeken, bij voorbeeld bij families
waarmee men bevriend is, of in café's, zoo
als heel veel ongetrouwde heeren gewoon
zijn te doen. Ieder mensch moet 'n eigen te
huis hebben, anders komt men zich zelve op
'n laatst vreemd, ja overbodig voor in de
wereld. Geloof me, 'n werkelijk gezellig te
huis vindt men bij anderen niet. Al zijn de
mensahen nog zoo lief en voorkomend, men
wordt toch feitelijk altijd maar geduld. Een
tehuis moet men zich zelve scheppen. En
men kan hiermee heusch niet vroeg genoeg
beginnen, want de enkele jaren, die wij te
leven hebben, gaan zoo verbazend snel voor
hij 1 Alles wat u hier &$ei is mijn eigendom.
Ilier, tusschen mijn meubeltjes, voel ik me vrij
en ongedwongen, hier heb ik 't gevoel dat ik
goed geborgen ben en weet, -dat ik 'n erkend
medelid ben van de maatschappij en geen
zwerveling zonder land. Ik kan u de verzeke
ring geven dat dit gevoel, dat men zich zelve
zoo gemakkelijk kan verschaffen, zeer welbe
haaglijk is en iemand kracht en moed schenkt
voor den dagelijkschen arbeid. Maar laat
ik nu eerst eens voor ons lichamelijk welzijn
zorgen; ons souper was niet veel bizonders."
Hij stond op en begon thee te zetten. Ver
volgens haalde hij eenige blikjes le voor
schijn met een inhoud, dien Heinrich nau
welijks bij name kende, en zeLte die, bene-
•vens glaasjes en een geslepen karafje met
arak, op de tafel
Ileinrioh had meermalen gehoord dat men
menschen met een mooi karakter en voorna
me manieren als gentlemen betitelde. Kon
rad Barenfeld scheen hem, zonder eenig
voorbekaud, lot deze categorie van personen
le moeten worden gerekend.
Heel bescheiden keek hij nog eens in de
kamer rond en vroeg toen: „Heeft u die
vogels zelf geschoten?"
„Die daar? O. zeker, die «schoot ik in Ja
pan. Ik woonde 'n paar jaren in Yokohama,
voordat ilc naar Bombay ging."
,.Is uin Japan geweest? En en in
lndië?"
„Wel zeker! Verwondert u dal? 'n Goed
handelsman moet overal geweest zijn; maar
zéker in die landen, waaruit hij zijn waren
betrekt. Dan heeft men dadelijk z-oo 'n heel
anderen kijk op de zaken, nog afgescheiden
van de algemeene kennis, die men opdoet
en die 'n koopman in ruime male behoort
te bezitten. Anders is cn blijft men niet veel
meer dan 'n marskramer."
Ileirrich begon Barenfeld al meer en meer
als een buitengewoon mensch te beschou
wen. Zijn schitterende ooffen hingen aan de
lippen van dezen man, die, nog maar even
dertig jaren oud, de wereld reeds had rond
gereisd.
„Wilt u me niet eens wat van uw reizen
vertellen," vroeg hij.
Barenfeld schonk de thee in en schoof zijn
gast hel karafje met arak loe, opdat deze
aüch naar eigen smaak zooi kunnen bedienen.
Dok dit scheen Heinrich weer zoo iels voor
naams toe. Bij zijn voogd aan huis had men
zoo iets nooit gepresenteerd, zelfs geen echte
thee. Want wal daar onder dezen naam ge
schonken werd, was niet veel anders dan een
beetje kokend water, dat tevergeefs getracht
had, uit een minimum hoeveelheid thee
blaadjes *een soort geelachtige kleur te trek
ken.
„Vertellen?" herhaalde Barenfeld, onder
aan/bieding van den inhoud van een der ge
opende blikjes. „Och, ik kan wel een en an--
der van mijn reizen beschrijven, maar 't
eigenlijke leven daarginds, dat moet men
zelf hebben meegemaakt. U is me sympa
thiek, meneer Pfalzdorf, u heeft ten minste
wat geleerd op school en 't eind-diploma
behaald. Was u niet primus omnium van 't
gymnasium? zeker wel?"
„Ja," stamelde Heinrich. „Hoe weet u dat?"
„Dat kan ik u aanzien," antwoordde Ba
renfeld lachend. „U zuLt wel de beste zijn
geweost, 'n leerling met eerzucht cn plichts
gevoel, dat zegt voor mij veel, zoo niet alles.
Wanneer u die eigenschappen tijdens uw
opleiding hier blijft ontwikkelen, dan zal ik
er voor zorgen dat u die landen zelf kunt
bcz-oeken, waarover u «thans wilt hooren
vertellen."
Het begon den armen jongen 'n beetje te
duizelen.
„O, meneer Barenfeld, ik zal mijn uiterst©
best doen, om me uw goedheid waardig le
maken."
Wordt vervolgd