FEUILLETON. Jonge Liefde. li"* Jaargang» „DE EEMLANDER". Vrijdag 10 Januari 1913. BUITENLAND. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Pe? 8 maanden voor Amersfoort f Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I O. Afzonderl\jko nummers <>.05. Deze Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zonden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKH OFF Co. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels.. f O.ÖO. 1,1 ko regel moor- O.iO. Dionstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijt bestaan zoor voordooligo bopalingon tot het herhaald adverlooren in dit Blad, bij abonnomont. Eeno oirculairo, bovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozondon. Kennisgevingen. Do Burgemeester van Amersfoort, brengt Ier algemeenc kennis, dat zich in de ge nie.-ito Wileis een geval van miltvuur heeft voorgedaan Amersloorti 9 Januari 1913. De Burgemeester voornoemd, VAN RAND WIJ CK. Politiek Overzicht. De beweging tegen it.iamil. De berichten uit Konslunhnopel gewagen van eene steeds in kracht toenemende bewe ging, die zich doet gelden Legen het kabinet- Kiamil. De dagen van dit kabinet schijnen geteld te zijn. Zelfs een orgaan als de lkdam, die door de regeering voor oïficieuse mede- deelingen wordt gebruikt, keurt het beleid van den grootvizier al en voegt er srêchLs aan toe, dat het moeielijk zal zijn onder de te genwoordige omstandigheden een opvolger te vinden. In verband hiermee is eene herinnering niet onaardig, die de correspondent van de b'rankï. 'Zl-g. te Konstantmopei brengt uit de dagen van het optreden van het kabinel- Iviamil, en die illustreert hoe kleine oorzaken groote gevolgen kunnen henben. blij schrijft: Zonder het te willen, heelt het Engelsche Koningspaar een grootcn invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van den binnenlandschen toestand in het Turksche rijk. Zoo beweren althans de Jong-ïurken. Toen Lining George een jaar geleden op zijne reis naar lndië door Egypte reisde, noodigue hij Kiamil, die daar in halve ballingschap leeide, bij zich aan laiel. Van het aan dien disch vereenigde ge zelschap werd een kiekje gemaakt, waarop men Kiamil ziet, gezeten naast de Koningin van Engeland, terwijl Koning George en de khedive van Egypte zich staande acuter hen bevinden. Dit prentje is door de aanhangers van Kiamil in veie duizenden exemplaren verspreid. De oostcrvcae verbeeldingskracht heeft uit deze beleefdheid jegens een 85-jari- gen grijsaard zonderlinge conciusiën gelrok ken. Men sprak van den betooverenden in vloed, door Kiamil Paoha op Engeland en wederkeerig door Engeland op Kiamil uitge oefend. Velen zagen daarin de eenige moge lijkheid om aan Turkije een eervollen aftocht uit den Ilaliaanschcn veldtocht te verschaf fen. Ook aan sultan Mehmed werd meerma len hét tooneel na het diner od het ko ninklijke jacht voor oogen gehouden, én dat heeft zijne uitwerking op hem niet gemist. Zoo is het gekomen, dat toen in Juli scheu ringen ontstonden in de Jong-Turksche partij, aan de heerschappij van die partij een einde werd gemaakt door een slecht verbloemden staatsgreep. Na de korte tus- schenregeering van Ghazi Moekhtar werd aan Kiamil voor de zooveelste maal het ambt van grootvizier opgedragen. Men wachtte onder zijn bestuur verlangend maar vruchteloos op het machtwoord van Groot-Brittannie, dat den Italiaanschen oor log ten einde zou brengen zonder schade voor de Turksche kroon. Kiamil werd in zijne ver wachtingen teleurgesteld. De Engelsche di plomatie bleef koeler dan ooit en gaf ook tegenover hem hare strenge neutraliteit niet prijs. Inmiddels maakte het verwordings- proces in het leger vorderingen. Het in het leger voorkomende wantrouwen nam hand over hand toe. Aan de politiseerende aan voerders en de lagere rangen in het korps officieren ontbrak het noodige gezag, waar aan zij zich in het beslissende moment zou den hebben onderworpen. Wanneer eenmaal de geschiedenis van den Balkanoorlog door eene werkelijk bevoegde pen wordt geboek staafd, dan zal men daarin zeker vinden, dat het psychologisch moment van de groole ver warring in het Turksche officierenkorps bij de oorlogsverklaring van den Balkanbond eene rol heeft gespeeld. De Jong-Turken ver zekeren, dat onder hen de oorlog zou zijn vermeden. Voor deze bewering het bewijs te leveren, zou moeienjk zijnmaar een feit is het, dat zij met Bulgarije en Servic goede be trekkingen wisten te onderhouden. Kiamil Pacna heelt de verwachtingen, die aan zijn komen waren vastgeknoopt, geheel onvervuld gelaten. Naar huiten is Turkije zonder eenigen steun gebleven en naar bin nen heeft eene verlamming het rijk aange grepen, waarvan de gevolgen steeds duide lijker aan den dag komen. Daarbij is deze staatsman in zijn isolement slijhioofdigcr dan ooit. Zelfs de eigen amblgenoolen klagen lievig over de haast tirannieke wijze waarop hij de zaken voert. Bewonderenswaardig is de veerkracht van dezen grijsaard. Maar zij is niet voldoende om den slaat in ordelijke banen terug te brengen. Zijne beste'vrienden hebben zich allengs van hem verwijderd. De opperbevelhebber Naziin Pacha behoorde tot de eersten, die voeling zochten niet dc Jong-Turksche elementen. Kiamil's politieke doodsklok kan niet lang meer zwijgen; het land moet uil de verstijving, waarin hij hel heeft gebracht, opgewekt worden, indien het niet de laatste rest van zelfstandigheid zal verliezen. Wie zijn opvolger zal worden, is nog onzeker. Het aantal mannen van betee- kenis is in Turkije misschien nog geringer dan elders, en zij, die daarvoor doorgaan, schrikken terug voor den omvang van de taak, die hen wacht. Men spreekt ook van een militair bestuur. Dat heeft in werkelijkheid, zij 't ook achter de coulissen, reeds sedert de invoering van de grondwet bestaan. Niet met eene gelukkige uilkomst. V'ant door het brengen van de polilick in hel vroeger onpo litieke leger werd het fondement, dat ten slotte de eenige reden van beslaan van Tur kije uitmaakt, aangetast. Misschien is de uit werking nog minder erg, wanneer dit stelsel openlijk optreedt, dan als het in het duister werkt. l>e Balkan-oorlog;. Kpnstant in o p e 1, 9 Jan. liet geruchl loopt, dat aan de voorposten van Tsjalaldja aan de zijde van Derkos eene schermutseling heeft plaats gehad. Er moeten gewonden zijn aan beide zijden. Dil bericht is niet officieel bevestigd. Tweede telegram. Het wordt be vestigd, dat een kllein gevecht heeft plaats gehad bij het meer Derkos. De Turken -dre ven de Bulgaren terug, d.ie trachtten de tele graaf af te snijden. Hier werden omstreeks dertig gewonden aangevoerd. Konstan tinopel, 9 Jan, Men zegl dat de gisteren bij Tsjataldja plaats gehad hebbende ontmoeting, welke een levendige sensatie heeft teweeggebracht, ten doel had de grensbepaling van het vilajel Adrianopel. De minister van buitenlandsche zaken con fereerde heden morgen over deze aangele genheid met den grootvizier en zond vervol gens lang© telegrammen naar Londen. Sofia, 9 Jan. In den loop van hel on derhoud van Nazini Pacha en Noradunghian met generaal Savow vroegen de Turksche ge machtigden, dat Adrianopel van levensmid delen zou worden voorzien. Savow antwoord de, dat de/.e kwestie geregeld was door hel protolcol van den wapenstilstand. Hij voeg de daaraan toe, dat de vraag van het bezit van Adrianopel lot de bevoegdheid van de gc-delegeerden te Londen behoorde. S aio n ik i, 9 Jan. In Uskub moet eene groote schaarschte heerschcn tengevolge van de douanerechten, waardoor (le uit Saloniki afkomstige goederen worden gejroffen. De Bulgareu dulden geeue vreemde postkan toren in Kay al la en Dedeagatsch. Ko nsta n t ino p e 1 f 9 J a n. De lkdam verneemt, dat de mogendheden een stap zul len doen om Turkije en de Balkan-bondgenoo- ten le bewegen het over Adrianopel genomen besluit aan le nemen. Italië had tol hel laat ste oogenblik willen vermijden aan den slap deel te nemen, omdat het krachtens liet ver drag van Lausanne zekere verplichtingen te genover Turkije op zich heeft genomen. Het heeft echter nu besloten aan den stap deel te nemen. Tweede telegram. De stap van de gezanten zal waarschijnlijk morgen plaats hebben. De gezanten zijn oveereengekomen den slap gezamenlijk te doen. Kë>n stan tin op el, 9 Jan. De gezan ten van dc mogendheden hebben nog geene instructiën ontvangen betreffende clen geza- menlijken stap ten gunste van den vrede. Konstantinopel, 9 Jan. De Porte moet besloten zijn den stap van de mogend heden af le wijzen. Officieel wordt tegenge sproken, dat de Porte eene interventie zal vragen. De Porte heeft eene circulaire tot de gezan ten in het buitenland gericht, waarin zij wor den in kennis gesteld, dat als de Balkan-ge delegeerden niet voor het einde van de week de Turksche vredesvoorstellen aannemen, de Turksche gevolmachtigden onmiddellijk, zul len worden uilgenoodigd naar Konslantino- pel terug le keeren. De Porte is besloten haar standpunt betreffende Adrianopel en de eilan den in de Egeïsche zee te handhaven, omdat dê offers, waarin is toegestemd, gingen tot de uiterste grens. Konstanlinopel, 10 Jan. De gezan ten van de mogendheden confereerden gister avond over den slap, dien zij bij de Porte zul len doen. Zij kwamen overeen, dal dc slap zal worden gedaan door den gezant van Oosten- rijk-Hongarije, markies Paliavicini. De algemeene meening is, dat iedere stap van de mogendheden, die strekt om de Porie te nopen vrede te sluiten met -afstand van Adrianopel, zal mislukken, zelfs al wordt hij gesteund door eene vlooldemonstralie. Men zou toestemmen in den vrede als men Adria nopel behield, ook al moést de vesting ont manteld worden. Weencn, 9 Jan. Volgens de Neue Freie Presse hebben Oostenrijk, Engeland en Duilschland den 19en December Turkije aangeraden Adrianopel af te staan. Het resultaat van de tot dusver gevoerde vredesonderhandelingen komt, in cijfers uit gedrukt, hierop neer: De oppervlakte van Europeescji Turkije bedroeg tot dusver 169,300 K.M3., d. i. ongeveer half zoo veel als het koninkrijk Pruisen; het getal inwoners bedroeg 6,131),DUO. Van zijn gebied wil Tur kije prijs geven: het vilajet Saloniki met 35,000 K.M.2 en 1.130.800 inwoners, Monaslir met 28,500 K.M.2 en 784,900 inwoners, Kossowo met 32,900 K.M.2 en 1,038,000 inwoners, Sku- lari met 10,800 K.M.2 en 294,100 inwoners en Janina met 17,900 K.M.2 en 527,100 inwoners; dat zijn te zaïnen 125,100 K.M.2 met 3,839,100 inwoners. Het vilajet Adrianopel is 38,400 K.M.2 groot en heeft 1,028,200 inwoners. Wan neer 'lurkije ook di* vilajet verliest, dan blij ven nog slechts 5800 K.M.2 met 1,262,900 in woners over. Van de stad Adrianopel beweren dc Turken thans, dat het eene Turksch-Joodsche stad is, waarin geene Bulgaren wonen. Volgens hunne eigen statistiek lelt Adrianopel in rond cijfer 70,000 inwoners; daarvan zijn de helft Turicen (met inbegrip van de ambtenaren en solda ten); de andere helft is in ongeveer gelijke deelen samengesteld uit Bulgaren, Armeniërs en Israëlieten. Volgens deze opgaven wonen in Adrianopel minstens 10,000 Bulgaren, in hel vilajet Adrianopel zijn de Turken beslist in de minderheid, liet vilajet heeft zes sand- jaks: Adrianopel, Kirkkilisse, DedcagaLscli, Gimuldjina, Rodosto en Gallipoli. Alleen Dedeagatsch en Gimuldjina hebben le zamen eene Turksche meerderheid (231,000 Turken legen 92,000 orthodoxen). In Adrianopel staan 145,000 orthodoxen legen 127,000 Turken, in Kirkkilisse 105,000 orthodoxen tegen 53,000 Turken, in Rodosto en Gallipoli te zamen 131,000 orthodoxen tegen 90,000 Turken. On der Turken zijn hier mohammedanen ver slaan, maar niet alle mohammedanen zijn Turken; het Turksche percentage der bevol king is dus nog geringer dan deze cijfers aan geven. Aan den anderen kant zijn ook niet alle orthodoxen Bulgaren, maar er zijn ook vele Grieken onder, vooral in de sandjaks, die aan de kust liggen. De verhouding tus- schen Grieken en Bulgaren is echter nergens statistisch bepaald. De Vossische Ztg. ontleent eenige artikelen aan den aulhentiëken tekst van het prolokol, waarmee de Turken de stad Saloniki aan de Grieken hebben overgegeven. De capitulatie van Saloniki is geschied na een hevigen strijd \an het Turksche leger legen de Bulgaren, terwijl het Grieksche leger nog volstrekt niet in het vuur was gekomen. Uit de buitenge woon gemakkelijke voorwaarden van de over gave blijkt, waarom de Turken zich aan de Grieken en niet aan de Bulgaren hebben over gegeven. Zoo luidt art. 1 van het protokol: ,,De wa penen Yan de Turksche soldalen zullen ver zameld en door hel Grieksche leger in dépots bewaard worden. Hierover zal een bijzonder protokol opgenomen worden, derhalve moch ten de Turksche wapenen Diet door de binnenrukkende overwinnaars gebruikt wor den. Alleen de kanonnen cn de oorlogs materialen van Kara-Bocrenoe, dat aan de ontwapende Turksche soldaten als verblijf plaats werd aangewezen, moesten, ingevolgd art. 7 aan de Turken afgenomen en aan het Grieksche leger overgegeven worden. Bijzon der tegemoetkomend zijn verder de volgende bepalingen. Art. 4. Alle hoogere militaire ambtenaren eo alle officieren worden gemachtigd hunne sabels bij zich le houden en zich vrij in de stad le bewegen. Deze lanlstcn moeten hun eerewoord geven, dal zij de sabels niet tegen hel Grieksche leger of de legers van de bond- genoolen zullen gebruiken. Art. 5. Alle hoogere ambtenaren in het vila jel worden vrijgelaten. Art. 6. Alle gendarmerie- en politie-agcnlen kunnen hunne wapenen behouden. Art. 10. Dc Turksche gendarmes- en poll- tie-agenten zullen tot nader order den dienst verder verrichten. Andere bepalingen, die in een additioneel prolokol zijn opgenomen, betreffen dc be scherming van de ontwapende soldaten in alle dorpen, waar zij hun eigendom hebben», voor overvallen van benden en voor de troe pen van dc bondgenooten. Verder nam de op perbevelhebber van het Grieksche leger de kroonprins op zich een slipt bevel uit te vaardigen, dat de tradiliën, de gebruiken cn de godsdienst van de bevolking moeten wor den ontzien. Uit dit alles blijkt hoezeer dc Grieken er op uit waren, de Turken tc be wegen zich zoo spoedig mogelijk over le gc- vcn, ora dc Bulgaren le voorkomen. De Grieksche minister-president Venizelos heeft een memorandum aan de mogendheden gezonden over de rechten van Griekenland op de eilanden in dc Egeïsche zee. Daarin wordt gezegd: „Wij eischen de eilanden op niet als ver overing maar als nationaal erfdeel. Onze titcii U ouder dan de oorlog cn slaat daarboven. Hij wordt ons verschaft door het nationali teitsbeginsel. Nergens kan men eene meer homogene bevolking, van zuiverder ras en van krachtiger nationale aspiratiën vinden dan in den archipel. Op een totaal van 423,000 bewoners is ccnc vast aaneengesloten meerderheid van 394,000 Grieken, legen eene minderheid van 29,00® mohammedanen, joden en vreemdelingen. Grieksch wat hunne nationaliteit betreft, zijn de eilanden het door door de zedelijke en ver standelijke cultuur, door den handel cn do zeevaart van hunne bewoners. Evenals in allo Grieksche landen, is dc schoolbeweging keu- sclietslend voor liet streven naar beschaving van het ras. Er zijn in den archipel nagenoeg 50 scholen, waaronder 5 groote lycea, mei name in Mylilenc, Samos, Chios en lUiodos, niet omstreeks 1000 onderwijzers cn onder wijzeressen en 4700 leerlingen, d. i, 9.93 pet. der bevolking." Na te hebben aangeduid, dat de ecnigo mogelijke oplossing is de eilanden aan do Grieken af te staan, besluit hel memorandum met te zeggen: „Deze oplossing wordt voor geschreven door de oorlogsfcitcn, door do rechtvaardigheid en door het belang van al len. Zij biedt slechts voordeden aan en levert voor niemand gevaar op. De oplossing, dio de Turksche gevolmachtigden op hel oog heb ben, is denkbeeldig. Maar hcL nadenken zal ongetwijfeld komen, dat hunne zienswijze zal veranderen." ROMAN VAN RUDOLF HERZOG 12 naar het Hoogduitsch door J. L. VAN DER MOER. Na afloop van dil eerste onderricht, ging men gezamenlijk het avondmaal gebruiken. De dames verschenen evenwel niet. De pa troon dee'de mede dat ze naar de opera waren. „Bij al 't lawaai dat die muzikanten tegen woordig maken kan niemand me waarachtig 'n woord verslaan! Maar de vrouwen moe ien er tóch heen. Dil behoort lot den goeden toonJa, als 't nog maar goede lonen waren, die men te hooren krijgt P Toen het maal geëindigd was, hadden ze vrij-af. „Gaal u mee bij mij 'n kop thee drinken," vroeg de procuratiehouder aan zijn leerling, terwijl ze de plaats overstaken. „U zuil zich die eerste dagen nog wel wat vreemd ge voelen." Heinrich loonde hem zijn groote dank baarheid. Hij was werkelijk getroffen door de vaderlijke zorg van dezen man, die zoo ten volle bleek te beseffen wat er in het jonge hart omgaat HOOFDSTUK V. Toen Heinrich den drempel van Baren- feld's lcamer betrad, bleef hij een oogenblik verbaasd s^aan. Hij wist niet wal hem over kwam. Bevond hij zich werkelijk nog binnen het territorium van de Witte Zwaan? Tol nu loe had hij nog nergens in huis eenig bewijs van schoonheidszin kunnen ontdekken, ner gens had zijn oog een gezellig hoekje of een beetje weelde ontmoet. Er stond geen meu bel. dat niet beslist noodig was, de piano dan uitgezonderd, en al het huisraad, dat voor een groot deel om spoedige herstelling riep, scheen reeds meerdere opvolgende ge slachten te hebben gediend. Maar hier aanschouwde de jongeling, die volstrekt niet verwend was„ een goed be woonbare, gezellige, elegant gemeubelde ka mer. Hij stond eenigszins verbaasd en aar zelde binnen te gaan. Een klein Amerikaan- sch haardje, waarin een lekker vuurtje brandde, wedijverde me-t het mollige, warme vloerkleed om een weldoende warmte in het vertrek le verspreiden. Bij het venster, waar voor helderwitte gordijnen hingen, stonden een met groen laken overtrokken schrijfta fel en een rieten bureaustoel Twee .gestof feerde stoelen met mooi gebeeldhouwde leu ningen spreiden hun poolen uil als groote leeuwenklauwcn. Op een ronde tafel in hel midden van de kamer stond een theeblad met een zilveren theepot, en er .omheen wa ren stoelen van palissanderhout geplaatst. Het vertrek bevatte drie kasten; een voor de berging van kleeding; een tweede, met glazen deuren, was gevuld met prnchtband- jes, terwijl de derde tot bewaarplaats diende van twee dubbelloops-geweren en een mooi bewerkte „Drilling". De wanden waren met tal var. jachtlrophceën versierd, die blijkbaar niet alleen uit Duilschc wouden afkomstig waren. Verder eenige mooie kopergravures. Het bed van den bewonej was op den ach tergrond achter een draperie verborgen. „Komt u maar binnen," sprak Barenfeld, zijn gast de hand reikend, ,,'t Verwondert u blijkbaar 'n beetje, dal 't er hier eenigszins anders uitziet dan bij meneer Rose, of bij me neer Friedrich?" En hij dwong hem zacht jes plaats te nemen, waarna hij zelf ook ging zitten. „Ik ben van meening dat 't heelemaal verkeerd is, de gezelligheid alleen builens- huis te zoeken, bij voorbeeld bij families waarmee men bevriend is, of in café's, zoo als heel veel ongetrouwde heeren gewoon zijn te doen. Ieder mensch moet 'n eigen te huis hebben, anders komt men zich zelve op 'n laatst vreemd, ja overbodig voor in de wereld. Geloof me, 'n werkelijk gezellig te huis vindt men bij anderen niet. Al zijn de mensahen nog zoo lief en voorkomend, men wordt toch feitelijk altijd maar geduld. Een tehuis moet men zich zelve scheppen. En men kan hiermee heusch niet vroeg genoeg beginnen, want de enkele jaren, die wij te leven hebben, gaan zoo verbazend snel voor hij 1 Alles wat u hier &$ei is mijn eigendom. Ilier, tusschen mijn meubeltjes, voel ik me vrij en ongedwongen, hier heb ik 't gevoel dat ik goed geborgen ben en weet, -dat ik 'n erkend medelid ben van de maatschappij en geen zwerveling zonder land. Ik kan u de verzeke ring geven dat dit gevoel, dat men zich zelve zoo gemakkelijk kan verschaffen, zeer welbe haaglijk is en iemand kracht en moed schenkt voor den dagelijkschen arbeid. Maar laat ik nu eerst eens voor ons lichamelijk welzijn zorgen; ons souper was niet veel bizonders." Hij stond op en begon thee te zetten. Ver volgens haalde hij eenige blikjes le voor schijn met een inhoud, dien Heinrich nau welijks bij name kende, en zeLte die, bene- •vens glaasjes en een geslepen karafje met arak, op de tafel Ileinrioh had meermalen gehoord dat men menschen met een mooi karakter en voorna me manieren als gentlemen betitelde. Kon rad Barenfeld scheen hem, zonder eenig voorbekaud, lot deze categorie van personen le moeten worden gerekend. Heel bescheiden keek hij nog eens in de kamer rond en vroeg toen: „Heeft u die vogels zelf geschoten?" „Die daar? O. zeker, die «schoot ik in Ja pan. Ik woonde 'n paar jaren in Yokohama, voordat ilc naar Bombay ging." ,.Is uin Japan geweest? En en in lndië?" „Wel zeker! Verwondert u dal? 'n Goed handelsman moet overal geweest zijn; maar zéker in die landen, waaruit hij zijn waren betrekt. Dan heeft men dadelijk z-oo 'n heel anderen kijk op de zaken, nog afgescheiden van de algemeene kennis, die men opdoet en die 'n koopman in ruime male behoort te bezitten. Anders is cn blijft men niet veel meer dan 'n marskramer." Ileirrich begon Barenfeld al meer en meer als een buitengewoon mensch te beschou wen. Zijn schitterende ooffen hingen aan de lippen van dezen man, die, nog maar even dertig jaren oud, de wereld reeds had rond gereisd. „Wilt u me niet eens wat van uw reizen vertellen," vroeg hij. Barenfeld schonk de thee in en schoof zijn gast hel karafje met arak loe, opdat deze aüch naar eigen smaak zooi kunnen bedienen. Dok dit scheen Heinrich weer zoo iels voor naams toe. Bij zijn voogd aan huis had men zoo iets nooit gepresenteerd, zelfs geen echte thee. Want wal daar onder dezen naam ge schonken werd, was niet veel anders dan een beetje kokend water, dat tevergeefs getracht had, uit een minimum hoeveelheid thee blaadjes *een soort geelachtige kleur te trek ken. „Vertellen?" herhaalde Barenfeld, onder aan/bieding van den inhoud van een der ge opende blikjes. „Och, ik kan wel een en an-- der van mijn reizen beschrijven, maar 't eigenlijke leven daarginds, dat moet men zelf hebben meegemaakt. U is me sympa thiek, meneer Pfalzdorf, u heeft ten minste wat geleerd op school en 't eind-diploma behaald. Was u niet primus omnium van 't gymnasium? zeker wel?" „Ja," stamelde Heinrich. „Hoe weet u dat?" „Dat kan ik u aanzien," antwoordde Ba renfeld lachend. „U zuLt wel de beste zijn geweost, 'n leerling met eerzucht cn plichts gevoel, dat zegt voor mij veel, zoo niet alles. Wanneer u die eigenschappen tijdens uw opleiding hier blijft ontwikkelen, dan zal ik er voor zorgen dat u die landen zelf kunt bcz-oeken, waarover u «thans wilt hooren vertellen." Het begon den armen jongen 'n beetje te duizelen. „O, meneer Barenfeld, ik zal mijn uiterst© best doen, om me uw goedheid waardig le maken." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1