vr 2®3 Dinsdag 21 Januari 1913. BUITENLAND. _FEUILLETON. Jonge Liefde. IB"® J.^areiang. ABONNEMENTSPRIJS: k*er 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. y Idem franco per poet 1.50. Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO. lAfzondorlijko nummers 0.05. ï)eze Courant voracliijnt dagelijks, behalve op Zon- en V Feestdagen. 'Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 6a. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rcgols.» f 0.541* Elko rogol moorO.IO. Dionstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling. Orooto lettors naar pliuitsruimto. Voor handol on bodr\jt bestaan zoor voordooligo bopalingo* tot hot herhaald advortooron in dit Blad, b(j abonnomoufi Eono circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. „D E EEMLAN D E R". s Gemeente contra Kerkvoogden. Onder „Raadsstukken" maakten wij Zater dag reeds melding van een geschil tusscken burgerlijke gemeente en het college van kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente alhier. iDe kwestie is niet gewichtig, maar wel interessant en daarom willen wij hier de stukken volledig weergeven. Door de kerkvoogden van de Ned. Herv. gemeente was, dato 22 October 1912, aan het .Dagelijksch Bestuiur der gemeente een adres van den volgenden inhoud aangebo den: Geeft met verschuldigd en eerbied te ken nen het college van kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente alhier, dat Burgemeester en "Wethouders van Amersfoort bij schrijven van 17 Maart 1911 hebben te kennen gegeven te overwegen de brandwaaht op den St. Joristoren af te schaf fen en gaarne te vernemen of kerkvoogden tegen eene jaarlijksche vergoeding van f 125 bereid waren te zorgen voor het gangbaar houden Yan het uurwerk van den SL Joris toren, waarop kerkvoogden den 12en April 1911 in een met redenen omkleed schrijven hen- ben geantwoord, dat zij bezwaar hadden, in die scnikking te treden; dat kerkvoogden op de mededecling van hun. bezwaar niets naders van Burgemees ters en "Wethouders hebben vernomen tot zij van derden hoorden, dat op de gemeente-be- grooling voor 1913 de betreffende post van ■f 250 was weggelaten; dat hierop kerkvoogden eene commissie van twee leden uit hun midden hebben af- gevaardigd om in een mondeling onderhoud met B. t-n W. te trachten iets naders aan gaande deze zaak to welen te komen en even tueel deze aangelegenheid met het dagelijksch bestuur dei- gemeente nader te bespreken; dat de bespreking ten stadhulze, gehou den op 28 October 1912, inderdaad tot uit komst had de zekerheid, dat gezegde post van f 250 van de gemeente-begrooting is af gevoerd; weshalve kerkvoogden zich thans wenden tot uwe vergadering met het verzoek om de jaarlijksche uitkcering van ƒ250 ook voor den vervolge te bestendigen. Zulks hoofdza kelijk omdat het hier, aan kerkvoogden se dert de op 12 October 1.1. gehouden confe rentie met Burgemeester en Wethouders is gebleken, dat het in easu geldt eene van ouds bestaande verplichting van de gemeente aan de St. Joriskerk, alzoo een voor de Herv. kerk bestaand recht en wel een defrayement voor het gemis van de begrafenisrechten in de St. Joriskerk. Hetwelk doende, enz. Door B. cn W. is toen een onderzoek In gesteld, waarvan de resultaten vervat zijn Iri het hier volgende rapport vaü den ge meente-archivaris, dr. H. J. Reynders: Uit het volgende zal blijken, dat er eenig verband bestaat tusschen het verlies der begrafenisrechten der Kerkvoogden der Ned. Herv. kerk en de som, uitgetrokken voor den brandwacht op den toren. Over de kwestie echter of het laatste wer kelijk een schadeloosstelling voor. het eerste genoemd mag worden, waag ik een gissing. Van 1829 tot 1843 werd aan kerkvoogden door het gemeentebestuur een vaste som uit betaald als vergoeding van het bovengenoem de verlies. In 1843, op den 28. Scplenibci, werd besloten „om in het vervolg het batig saldo van de begraafplaats, hetwelk jaar lijks uit de door den Raad gesloten rekenin gen zal bevonden worden aanwezig te zijn, te doen strekken tot schadevergoeding voor de kerken wegens het verlies van begrafenis- r egt en cn om hetzelve ten dien einde jaar lijks tusschen de daarop aanspraak hebben- de gemeenten te verdcelen in verhouding van de sommen, welke thans aan dezelve zijn toegekend", enz. Deze schadeloosstelling komt daarna nog in de rekeningen voor tot in 1852. In dit jaar echter op den 27. October (notulen no. 277) wordt besloten in te trek ken het besluit van 28 September 1813 tot uit- k-eeiring aan de Hervormde en de Luther- sche gemeenten. Naar aanleiding hiervan schrijven kerkvoogden op den 20. Decem ber 1852 (notulen no. 330, bijl. no. 178), dat zij zich ten gevolge van dit besluit moeten bezuinigen en daardoor verplicht zijn hel uurwerk van den toren le doen stilstaan en geen kosteloos gebruik van den toren aan de burgerlijke gemeente af te staan. Zij zijn echter bereid, den toren en het uurwerk aan de stad ten gebruike af te staan voor f 30o per jaar. In een volgend schrijven, van 13 Januari 1853 (notulen no. 4, bijl. no. 5) schrijven kerkvoogden, dat „daar het onderhoud der klokken in den toren aan hen verblijft, zij het wenscii el ijker hebben geacht, ook hel opwinden dcrzelve voor liunne rekening te houden, zelfs niettegenstaande onderhoud en opwinden van klok en uurwerk jaarlijks be trekkelijk aanzienlijke kosten veroorzaken, en stellen zij thans als hun ultimatum voor, het gebruik van den toren en de brandklok, zooals heden geschiedt, voor den prijs van twee honderd vijftig gulden in het jaar aan de burgerlijke gemeente af te staan." Op den 15. Februari 1853 (notulen no. 16) wordt besloten, voor één jaar den toren te huren en. B. en. W^le machtigen met kerk voogden verder te onderhandelen over ver mindering van den huurprijs en indien dit niet gelukt de brandwacht over le brengen naar den Lieve Vrouwe-toren, en verder wordt op den 25. October 1853 bij de be handeling van de begrooling voor 1854 be sloten een 'brandwacht op den toren te plaat sen yoor f 250. De post, die aldus wordt goedgekeurd, luidt: „Tegemoetkoming voor hel kerkbestuur der St. Joriskerk wegens het gebruik van den toren tot plaatsing der nachtwacht f 250. Men besluit tevens, dezen post over te brengen naar het artikel: Kosten van brand weer. Tot zoovei* wordt dus de hiervoor uitge trokken soms steeds genoemd een vergoeding voor het plaatsen van den brandwacht op den toren en zoo luidt ook steeds deze post op de hierna volgende rekeningen der ge meente. Al was dus de onttrekking aan kerkvoog den van de vergoeding voor het verlies van begrafenisrechten de aanleidende oorzaak van het creëeren van dezen post, officieel (en te recht) is zij nooit aldus genoemd. Slechts eens, en wel in de toelichting der begrooting voor 1854, staat bij den post „Te gemoetkoming aan het kerkbestuur van de St Joriskerk wegens het gebruik van den. tor-en tot plaatsing dor brandwacht", hel* volgende: Die toren werd vroeger tot gezegd einde aan de stad kosteloos afgestaan, doch het kerkbestuur had vermeend, voorlaan, we gens het gemis der begrafenis-rechten, voor melde tegemoetkoming te moeten vorderen/' -Het besluit echter om dezen- post van hoofd stuk IX der uilgaven over 'le brengen naar hoofdstuk II, afd. 2, art. 5, is, dunkt mij, een aanwijzing, dat de Gemeenteraad er deze definitie niet aan geven wilde. Bij dc behandeling van dit artikel in de eerste afdeeling had een der leden beden king tegen dezen post „als zijnde de stad ge- regligd op dien toren een brandwacht le hebben, daargelaten dc vraag of de gcheelc toren niet aan de gemeente behoorde vol gens art. VI van de Staatsregeling van 1798." Gelijk wij reeds meiddon, stellen B. cn W. den gemeenteraad voor, afwijzend te be schikken op het adres van de kerkvoogden. Politiek Overzicht. De nota van de mogendheden. In Konstantinopcl had men zich voorge nomen de nota, die de vertegenwoordigers van de groote mogendheden bij de Porie den 17en dezer collectief bobben aangeboden, te gelijk met het antwoord, dat de Porie daar op zal geven, bekend te maken. Maai' de Euro- peeschc kabinetten hebben gemeend, dat zij daarop niet behoefden te wachlen, cn heb ben hunnerzijds dit stuk publiek gemaakt. Nieuws heeft men daaruit niet vernomen. Het is juist wat werd gemeld, dat van de uitoefening van een feitelijkcn dwang in de nota niet wordt gerept. De Nordd. Allg. Zei- Lung legt er nog eens den nadruk op, dat geene maatregelen worden aangekondigd, die eene inleiding zouden zijn voor het Lredcn van de_ mogendheden 4iit hunne onzijdigheid, en dat met name niet gewezen wordt op eene demonstratie van de mogendheden in de Turksche wateren. Maar de moreele druk, die -door geheel Europa wordt uitgeoefend op het overwon nen Turkije, is zoo krachtig mogelijk. De mogendheden treden nu geheel anders op dan in den tijd, toen zij spraken van het behoud van den status quo in Tur kije en aan de Porte hervormingen aan bevalen, die niet zouden raken aan Tur- kije's souvereiniteitsrecbben. Thans wor den alle schroeven aangezet. Er wordt ge wezen op de gevaren, waaraan Turkije zich zal blootstellen, als liet zich niet neerlegt bij het standpunt van de Balkanstalen in de kwestie van Adrianopel. Tusschen de regels is duidelijk te lezen, dal de mogendheden er slechts geringe verwachtingen van hebben, wanneer Turkije 't weder mocht willen laten aankomen op eene beslissing door de wapenen. Men voorziet, dat Konstantinopcl dan in het gevaar zal geraken le worden ver overd en dat Aziatisch Turkije niet veilig zal zijn voor den inmarsch van vijandelijke troe pen. De nota wijst op de zware verantwoor delijkheid, die de Turksdie regeering op zich zal laden, door in haar verzet le volharden. Met zoovele woorden wordt het lot van Kon stantinopcl en van de Aziatische gewesten afhankelijk gesteld van bet toegeven van Tur kije in dc kwestie van Adrianopel. liet zijn harde woorden, waarin men hier aan een slaat, wiens weerstandsvermogen nog niet geheel gebroken is, de zwaarte van zijn ongeluk doet voelen. Men verlangt van Turkije, dat het zich zonder voorbehoud cverwónnen zal verklaren. Wanneer Turkije dat doet, wanneer het zijne nederlaag aan vaardt en den verderen strijd opgeeft, dan belooft Europa liet zijne ondersteuning bij de redding van datgene wal het overhoudt. De voorwaarde van deze hulp is, dal Turkije eene van zijne gewichtigste militaire en politieke stellingen prijsgeeft ten gunste van de Bal kanstalen. Met den afstand van Adrianopel moet Turkije zich den vrede koopen. Als pleister op de wonde willen de mogendheden de bescherming van dc mohammedaansche belangen op zich nemen en zorgen, dat aan de moskeeën en de overige voor den rao- hammedaansohen eère dienst bestemde gebou wen en gronden de verschuldigde eerbied wordt bewezen. Ook in de kwestie van de Egeïscbe eilanden zal worden gezorgd, dal do regeling, die de mogendheden ter liaud zullen nemen, zoo geschiedt, dat dc veilig heid Yan Turkije cr niet onder zal lijden. Dit alles klinkt heel mooimaar het is een magere troost tegenover het zware offer, dat van Turkije wordt gevergd. Adrianopel, het bolwerk van Kónstantinopel, zal moeten worden prijs gegeven. Dc 'i urken hebben tol dusver het standpunt volgehouden, dat Adrianopel in hun bezit moet blijven. Zij zouden zich hoogstens bereid willen verkla ren tot do slooping van de vestingwerken. Nu zullen zij hebben te verklaren of zij in hunne weigering om Adrianopel af te staan, z-ullen volharden. De mogendheden hebben gesproken; nu is het woord aan de Porie. De Turksche minister van buitcnlandsehe zaken heelt, toen hij de nota in ontvangst nam, toegezegd, dal hij daarop „zoo spoedig mogelijk" antwoord zou geven. Hij heeft zich dus niet aan een bepaalden datum gebonden. Inmiddels heeft het denkbeeld tot bijeenroo» ping van een groolen raad, om de regeering hierin advies te geven, vasten vorm aange nomen. Die vergadering is tegen morgen bij eengeroepen. Wij hebben reeds bericht, dat in 1877 zulk een raad vergaderd is geweest. Nog een precedent uit vröegeren tijd befetaat daarvoor. In den bevrijdingsoorlog, dien de Grieken in de twintiger jaren van de vorige eeuw tegen Turkije hebben gevoerd, heb ben Rusland, Frankrijk en Engeland de partij van de Hellenen gekozen. De drie staten sloten samen een verbond. De Turksche vloot werd bij Navarino ver nietigd, en de betrekkingen van de Porte tot de drie staten werden in verband niet de weigering van concessiën aan de Grieken zoo gespannen, dat de gezanten hunne passen verlangden. Toen riep de sul tan den 2en December 1827 een grootcn raad van ambtenaren cn oelema's bijeen. De ver gadering, die over het verlies van de Turk schc vloot bij Navarino zeer verbitterd was, eischic, dat lot verdediging van godsdienst en vaderland naar de wapenen zou worden ge grepen. Dat leidde later tot de uitbarsting van den oorlog met Rusland, en liet einde was na zwaren strijd de vrede van Adriano pel, die aan Turkije veel meer heeft gekost dan oorspronkelijk verlangd was en het be gin is geweest v.ui tie n> sciicuruig uur christelijke provinciën van Turkije. I>e JEalkuu-oorlog. Athene, 21) Jan. (Van den bijzondere* correspondent van 1 lavas). Dc bladen zog,gei* dal generaal Saj oeixljalcis heeft verzocht te mogen blijven dienen. Dc diadochus hccDl dat toegestaan, zoodal de generaal in Pkilippiade* blijft. S a 1 o n i k i, 2 0 Jan. De Griekschc kroon* prins is mol zijn slat aan boord van hel jachfc Amphylrien gegaan, dat hem naar Kpkus zai brengen, waarheen hij zich begeeft in zijne kwaliteit van opperbevelhebber. Athene, 20 Ja n. liet Griekschc leger begon heden een algcniecneii aanval legen Bixani, neerkomende op pene omtrekkende be weging aan den rechterkant De eerste be richten, die werden ontvangen, zijn goed. T weede t e 1 c g r a m. Generaal Sa- poendjakis seint, dal lieden een algcmoene aanval is uitgevoerd over hel ge heel e front De artillerie school van 8 uur voormiddag» lol G uur 's avonds. In den algemeenen aan val slaagde de rechtervleugel cr in do Turken te verdrijven van do 'Lcssiani-licuvcls cn be zette Lorzcssi. Dc Turken gingen terug naar Bizani. De Griekschc linkervleugel rukte voorwaarts naar dc Manofissa-hcuwK C a i ro20 J a n. Hel wordt bevestigd, dat de llauiidieh heden morgen Port Said heeft verlaten om zich naar de Roodc zee te be geven. Dc Griclcsche gezant liecft geprotes teerd bij de Egyptische regeering. 11 ij zegt, dal Jict schip zes uren langer in Port Said is gebleven dan de wettelijke termijn toeliet cn 200 ton kolen meer heeft geladen dan de door de reglementen voorziene hoeveelheid. Dc ge zant verzekert, dut dc bemanning in vollen opstand is en dut de commandant niet uiecw aan Konslantinopel gehoorzaamt en handelt als een kaper. Athene, 20 Jan. Tengevolge van de overwinning op zee van 18 dezer hebben de bondgcnoolön eene groole geestdrift aan den dug gelegd. De Griekschc gezant te Cettirijc seinde, dat het Montcncgrijnsche volk niet geestdrift de door Griekenland behaalde over winning toejuicht. Men verklaart, dat het verhaal onjuist is va» den commandant van dc Iiamidieh, dut hij i» de Dardanellcn verschenen is bij lichte maan op den 14cn. Niet alleen was dc maan toen nog te nieuw om licht te geven, maai zij was sedert verscheidene uren ondergegaan. Konslantinopel, 20 Jan. Volgcna den Sabah zijn in liet laatste gevecht drie Griekschc schepen ernstig beschadigd. Konstantinopcl, 20 Jan. Het gö- ruclif loopt, dal volgens oen rapport van de» minister van marine twee Turksohc pantser- schepen builen .gevecht zijn gcstekl 'en óm brug van een derde schip is ingestort. Bo 1 g r a do, 2 0 Jan. Hot as onjuist, <dat Servië monopolie-lasten cn rechten op voor* werpen van verbruik heft in dc Turksche kuwfk streken, die het heeft bezet. Uit Konslantinopel wordt aan dc FraiïkC Zfcg. bericht, dat de Porie in den loop van weinige 'dagen tweemaal door den Russi sche» ambassadeur voq Giers de verklaring heeft ontvangen, dat in hel geval der her» ROMAN VAN RUDOLF HERZOG 21 naar liet Hoogduitsok door J. L. VAN DER MOER. Langzaam volgde 'hij den weg in-aar den Rijn, Liep langs den oever en verzonk in een rwaarmoediig gepeins. Maar toen hij er zich ram bewusL werd, dat zijn stemming hoe anger hoe somberder begon 'te worden, be- iloot hij plotseling hieraan niet langer toe je geven. Mat vasten wil zou hij liet even- fvicht herstellen. „Kom, laat ik maar Schoner gaan," sprak hij dn stilte. „D'ic* zal me met zijn vroolijk- Iteid wel weer opkikkeren." En hij siloeg de straat in, welke naar het "ed'actie-bureau voer.de. De avond begon .reeds te vallen, toen juist de dames Fri-eduich on Voai Wald dezelfde straat passeerden. Lisa had or op gestaan, haar vriendin een eind weegs te vergezellen. Het gesprek met dit lieve, zachtzinnige meisje schonk haar zae»l een woinig rust O.wille keurig hield Gertrude von Wold even den pas in, toen ze hot ree machtige gebouw van liet groote blad naderden, e.n zachtjes maakte zij haar vriendin er opmerkzaam op. Toen de meisjes mat nieuwsgierige billeken door de groole poort keken, waardoor ook Gertru des roman zijn weg gevonden had, trad een heer naar buiten, die beleefd zijn hoed af nam. „Wie was dat?" vroeg Gertrude 'haastig. „Ben je hier bekend? Dat zou heerlijk zijn!" Lisa had zi-ch een o ogenblik bedremmeld geweld, toon zij plotseling den heer Baren feld vóór zich zag, en zij had eem kleur ge kregen, toen zij zijn groet beantwoordde, als of zij er op betrapt was iets verkeerds te doen. Inwendig had zij er vroescl/ijk het land over. „Nee," antwoordde zij, harder dan noodig was, ,/d'ie is niet van de courant. Dat was onze procuratiehouder." Freule von Watd was zoo vervuild van haar roman en van alles wat daarmee in betrek- binkon staan, dat de eigenaardige loon van haar vriendin niet opviel. Met een egoïsme, dat in sommige gevallen zich zelfs bij den besten m-ensch vertoont, klemde zij zich taan den sünooliaJm van een nieuwe hoop vast. „Misschien kent die heer wel iemand van de redactie, Lisa?" „Voor zoo ver ik weet, ja. Ik zag tenminste onlangs dat 'n zekere graaf Schoner in de apotheek op hem zat te wachten. En naar ik gehoord heb, is die graaf aan de courant ver bonden." „Ach, Lisa „Nu „Je zou me 'n grootcn vrienden-diiomst 'kunnen bewijzen." „Als 't me mogelijk is, dan natuurlijk heel gaarne." „De procuratiehouder ban mijn roman mis schien wel eens bij zijn vriend ter sprake brengen en hem er 'n beetje gunstig voor stemmen. Je weel niet van hoeveel nut zelfs de geringste protectie kan zijn." „En zou-je dan .me-euon, dat ik er de aan gewezen persoon voor was, om er met onzen procuratiehouder eens 'n gezellig praatje over te maken? ITem zoo 'n bootje te bewer ken?" „Och ja, Lisa, toe, doe dat als je kunt?" „Nu, ik zal zien wat ik voor je doen kan. Maar 't is nu hoog tijd, .dat ilc naar huis ga, om daar de huishoudelijke zaken waf te re gelen. Want moeder is ziek, en vader enfin, daar weet je alles vain, 't Kan 'n ge zellige avond voor me worden." „Nu. adieu, Gerlrudc. Kom eens spoedig bij me terug." „O, lieél gauw, als je 't goed va.nd't. Eu bij voorbaat hartelijk dank, Lisa." „Waarvoor? Voor den procuratiehouder?" Konrad Barenfeld was langzaam doorge- loopen. Die onverwachte ontmoeting 'had hem weer eenigsziins ontroerd. Kon dat een wenk van het Noodlot zijn, om liet gunstige oogenblik le benutten? Tevergeefsch trachtte bijzijn gevoel te beheerschen. Ontbrak het hem aan moed? Waartoe? Ja., waartoe? Was het licm duidelijk, welke verlangens k-j koe sterde? Eigenlijk wél, maar ook pa.s sedert van middag, toen hij vernomen .had dtaf hij haar niet meer zien zou, dat zij verlangde een andere lucht in te ademen dan die in de handelszaak. En hij was zelf toch ook han delsman! Kon hij haar aanbieden wat zij zocht? Eensklaps hoorde hij een lichten tred ach ter zich. Een rilling ging hem door de leden, torn hij slaan bleef en omkeek. Daar was zij. „Gooien avond, juffrouw," sprak hij, met een zeer beleefden groet. „Dat is iln korten lijd de tweede maai dat ik 't genoegen heb u te ontmoeten." Lisa overwon haar neiging om zich over moedig te toonen. „Ik heb me tot nu toe niet durven ver hoedden, dat 'n ontmoeting met mij u .genoe gen zou kunnen doen. Gaat u soms ook ook naar huis?" „Als u 't me wilt toeslaan, -dan ga ik zoo ver met u mee." ,,'t Zal me aangenaam zijn. Ik geloof niet dat men hierin iets verkeerds kan zien. Of is u soms bang, dat 't aanleiding tot praatjes zou kunnen geven?" Biirenfeld trok de wenkbrauwen op. „Ik geloof dat u me beschamen wilt, juf frouw." „Beschamen? Volstrekt niet. Vroeger was i'k altijd degene die zich schamen moest." „U? Ik wist werkelijk niet „Ja, ja, doe maar niet uw best om Ite ontkennen. Ik heb uw goedkeuring maar hoogst zelden kunnen verwerven." „Ik kan u in ernst verzekeren, dat u zich vergist." „Nee, nee, .ik vergis me niet! Zoo iels kan ik dadelijk aan iemands gezicht zien. Ik weet wel dat ik mijn kuurtjes heb en dat ik dan niet aardig ben. Vindt u 't vreem.d dat ik somtijds .nukkig ben, en dat nog wel in mijn onderlijk huis?" Haar vraag was op den man af. Barenfeld keek haar bliksemsnel aan, en het bloed steeg hem naar het hoofd, toen haar schoone ge stalte zijn blikken gevangen hield, haar hel dere, licht trillende stem en de tred van haar elegant geschoeide voetjes hem in de ooren klonken. Met 'n gevoel van weerzin dacht hij er in dit oogenblik aan, hoe dit verrukkelijk^ kind wend opgesloten gehouden in eeai «apo* Ihcck, in hel gezelschap van een paar balf- gekken. „In dc Witte Zwaan I" Necai, hij vond het waarachtig niet vreemd, dat zij tin zulte eon .gezin wel eens nukkig .kon zijn! Van n« af aan zou hij dat zeker miel vreemd meer vinden. „Als 't uw ernstig verlangen is, op uw vraag 'n oprecht antwoord van mij le ont vangen, stel me dan in de gelegenheid, juf frouw, u onder andere omstandigheden mijw meening le zeggen." „U bedoelt zeker, -dat '4 geen onderwerp is, om hier op straat -le behandelen? ZooaJs a verkiest." Er kwam even een waas voor Biirenfeld'» oogen. „U begrijpt me niet verkeerd. Wanneer tl 't we nacht, dan „O, nee, volstrekt niet. Zóó belangrijk- is 't niet. Maar nu u 't woord w e n s c h t tocli gebruikt, mag ik misschien wel een wénscli aan u kenbaar maken?" „U heeft slechts le bevelen." Zij zag hem van terzijde opmerkzaam aai* „Zoo sprak u vroeger óók niet Maar tea: zake. U kent, .geloof ilc, graaf Schoner, mie® waar? Is u soms 'n vriend van hem?" Verrast bleef Barenfeld staan. „Schonersprak hij langzaam. Lisa merkte op hoe zijn kleur verschoot, en plotseling maakte een onverklaarbaar go- voel zich Yan haar meester. Wordt vervolgd*-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1