Zaterdag 22 Februari 1913.
DE EEMLANDER".
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Jonge Liefde.
11° 236 Tweede Blan.
II4* Jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f I-OO.
Idem franco per post1-5G»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IO*
Afzonderlijk© nummers O.05«
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Ad vet tent iGn gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en boriohten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regels f O.ISffc*
Elke regel moor O.IU»
Dionstaunbiodingon 25 centa b(j vooruitbotaling.
Grooto lettors naar pl «atsruimto.
Voor handol en bedryt bestaan zeer voordoolige bopnlinges
tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abomioinoot*
Done circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Johaiincs-Fassion.
i
Het is zeker een alleszins verklaarbaar
verschijnsel, dat de geweldige tragiek van
het lijden van Jezuslen allen tijd tot d.a-
matische inklceding van J^ze stof heeft aan
leiding -gegeven. Het aangrijpende drama,
dat zijne ontknooping vond op Golgo
tha, moest wel spreken tot de verbeeld.ng
en kunsteraars opwekken om het i t min of
meer plastischen vorm voor de menschheid
uit te beelden.
Reeds in de middeleeuwen was het in de
Katholieke kerk gebruikelijk om gedurende
vier dagen in de stille week het lijden van
Christus door verschillende rolverdeeli ïg in
dramatischen vorm uit te voeren. Nadat aan
vankelijk slechte één priester de lijdensge
schiedenis aan dc menigte verhaalde, kwa
men daarvoor sinds de 12de eeuw drie per
sonen in de plaats: een voor den Evange ist,
een voor Christus en een voor de overige
personen. De geheelc tekst werd toen in den
koraaltoon van den gregoriaanschen zang
gezongen dit is de eerste ph i c in de ge
schiedenis der Passions-.ï.uziek, welke ge
woonlijk met den naam Choralpas-
sion wordt aangeduid.
Toen sinds de 15e eeuw de poly-
phone schrijfwijze haren invloed op de
kerkmuziek deed gelden (nog in 1322
was zc door Paus Johannes XXII in zijn
bul „Docta sanctorum" uitdrukkelijk verbo
den .geworden), trad de Passions-muzi k eene
nieuwe phase binnen, n.l. die van de M o-
t e 11 e n-p a s s i o n waarbij de geheele
lijdenstekst in motet vorm meerstemmig be
werkt werd. Een van de belangrijkste hier
van overgebleven Passionei is di? van onzen
landgenoot Hobrécht, 1505 gecomponeerd
Hierin is de koraaltoon nog behouden a!s
cantus fir mus (meest in d n tenor),
maar de afzonderlijke personen zi"gen meest
tweestemmig, terwijl de menigte (met het
Latijnsche woord turbae aangeduid) zich
in vierstemmige koren uit.
Eene derde phase wordt gevormd door de
zoogenaamde dramatische Passion.
syelke zich daardoor ke merkt, dat de af
zonderlijke per onen zich eenstemmig doen
hooren, terwijl daarentegen de turbae meer
stemmig gecomponeerd zijn; tot deze be'
hoort o.a. eene Passion van Orlando d Lasso
uit het jaar 1575. Bij deze nieuwe richting
sloot zich de 17de ecuw-che Drcsdener mees
ter Heinrich Schütz aan, in wiens werken
voor het eerst de Christus-pari'.j door een
enkelen zanger vorlolkt wordt en evenals
later in de Passionen van Bach alleen me'
begeleiding van strijkkwartet t rwijl hij de
andere personen -door h t orgel laat accom
pagneeren. In de 4 Passionen door Schutz
nagelaten, laat hij voorts den Evangelist met
zeer veel uitdrukking in den rer-itatieftoon
zijn verhaal doen, terwijl hij eene groote
mate van levendigheid heeft wet?n te geven
aan de turbae. Zoo legde hij dei grond voor
den vierden vorm van dp Pas io smuziek,
n 1. de oratorisc h-cLr a m a t i s c h e,
dien waarin Joh. Seb. Bach zijne groote mees
terwerken heeft geschreven Wal dezen vorm
van den voorafgaand n onderscheidt is voor
namelijk, dat naast de in dc oude Passionen
uitsluitend optredende bi.'b lwoorden meer en
meer vrije lyrische teksten worden inge
vlochten. De in 1683 gestorven Koningsber
ger componist Johann Sebastiani, die zeker
als een der belangrijkste voorloopers van
Bach kan worden aangemerkt, schreef eene
Mattheus-Passion, die in opzet al veel ge
lijkt op de latere werken van den grooten
cantor: de turbae zijn in koorvorm geschre
ven, de Evangelist en dc solisten zingen in
recitatiefvorm en de woorden van Christus
worden door twee violen begeleid.
Onder den invloed van de Italiaansche
operamuziek werd nu in de 18de eeuw de
Passion hoe langer hoe meer den thmtralen
weg opgedrongenlyrische toevoegingen
werden in gamoten getale ingelascht, ja zelfs
aan allegorische personen, die geheel buiten
het ibijbelsclic verhaal staan, in den mond ge
legd. Tegen deze verwereldlijking nu van den
Passionsvorm trad Bach met groote beslist
heid op, eensdeels door zich streng vast te
houden aan den bijbelschen tekst, anders-
deels door de lyriek te plaatsen onder de
heerschappij van het evangelische koraal,
waardoo-r aldus een liturgisch, kerkelijk ele
ment kwam in de plaats van het wereldsche.
Na aldus in korte trekken den oorsprong
der Passionsmuziek geschetst te hebben,
willen we nu verder nagaan wat hiervan is
geworden, toen het reuzengenie van den
grooten Leipziger Cantor ze een nieuwen
adem inblies.
II.
Bachl Welke ware muziekvriend kan de
zen naam uitspreken zonder innerlijke ont
roering, zonder diepen, vromen eerbied voor
dit opperste genie? Bach is de Openbaring;
zijn kunst zal wezen, zoolang ds muziek op
de aarde bestaat. Hij is de onuitputtelijke
bron, waaraan door alle tijden heen de kun
stenaars zich zullen blijven verfrisschen, om
na zich aldus gelaafd te hebben, te schep
pen en ln beeld te brengen, in verschillen
den vorm, afhankelijk van tijd en eigen in
dividualiteit, wat in hun binnenste leeft De
plaats, die Bach in de muzikale kunst in
neemt, is misschien door niemand treffen
der aangeduid dan door R. Schumann: ,,Die
Quellen werden im greszen Umlauf der Zeit
immer naher aneinand^r gerüokt. Beetho-
van brauchte beispielsweise nicht alles zu
studieren was Mozart Mozart nicht, was
Handel Handel nicht was Palestrina
weil sie sehon die Vorganger in sich aufge-
nommen hatten. Nur aus Einem ware von
allen immer von neuen zu schöpfen, aus
I. Seb. Bachl"
Twee geweldige kathedralen heeft deze
groote bouwmeester opgetrokken, twee gi
gantische scheppingen, die dc eeuwen zullen
trotseeren en waartegen na ons nog tallooze
geslachten bewonderend zulkn opzienhet
zijn de Mattheus-Passion en de H-Mol-Me-se,
werken door de tijdgenooten van Bach niet
begrepen en waarvan de volle schoonheid
eerst aan het nageslacht is geopenbaard ge
worden. Van de Pas ionen van Bach is ze
ker de Mattheus-Passion wel de me st be
kende en de beroemdste, maar onder de ove
rige (er wordt beweerd, dat Bach er 5 ge
componeerd heeft, waarvan er twee te loor
zijn gegaan, terwijl aan de echtheid van de
derde, die naar het Evangelie van Lucas,
wordt getwijfeld) neemt de Johannes-Passiou,
zij .het dan ooki eene bescheidener, dan toch
eene zeer eervolle plaats in. Er zijn er zells
en niemand minder dan R. Schumann be
hoorde daartoe die om verschillende
redenen haar de voorkeur geven boven
de Mattheus-Passion, aar dit zouden
wij niet .gaarne onderschrijven. Volgens
onze meening, we komen hier zoo aan
stonds op terug staat de Mattheus-Passion
veel hooger dan de Johannes-Passion, die
ook van ouderen datum is (ze werd reeds in
1723 voor de eerste maal uitgevoerd terwijl
de M P. voor het eerst in 1729 tot uitvoering
kwam) en staan deze werken ongeveer tot
elkaar als de Chorfantaisie van Beethoven tot
zijne 9de Symphonie.
De hoofdstukken 18 en 19 uit het Evangelie
van Johannes, beginnende met de gevangen
neming van Jezus, vormen den grondslag
van het werk; het verhalend gedeelte is in
eenvoudigen recitatiefvorm aan den tenor
(Evangelist) toebedeeld, terwijl de Christus-
partij door de bas wordt vertolkt.
De door dc solisten gezongen aria's zijn
grootendeels ontleend aan een Passionsge-
dicht van den Hamburger senator Brockes.
En wat de koralen betreft, die moeten die
nen om de geloovige schare levendig in de
handeling te doen deelen (in vroegere tijden
werden ze waarschijnlijk ook door de ge
meente meegezongen), deze zijn door Bach
gecomponeerd op gewijde teksten cn op on
vergelijkelijk schoone wijze gebouwd op mo
tieven van oudere geestelijke eu wereldlijke
liederen.
We zullen onze lezers niet vermoeien door
eene bespreking van alle opeenvolgende re
citatieven, aria's, koren en koralen, maar
willen slechts even relcveeren welke schoon
heden ons in het werk het meest hebben ge
troffen.
Eene hoogst belangrijke plaats neemt zeker
in de Passionen van Bach de Evangelist in
en zijne partij is verreweg de omvangrijkste
en de zwaarste. Zij vereischt dan ook van
den zanger eene zeldzame bekwaamheid, in
dien hij er in wil slagen den geheelen avond
de toehoorders met aandacht te doen
luisteren naar zijn verhaal. Daar van hem
eene kalme waardigheid wordt verwacht,
mag hij niet vervallen in gezwollen declama
tie noch theatraal pathos, terwijl hij toch
door veelvuldige scliakeeringcn eentonigheid
in zijne voordracht moet welen te vermijden.
Nu heeft Bach door zijne buitengewone
kunst dit den zanger wel mogelijk gemaakt
door de voortreffeliike wijze, waarop zijne
recitatieven zijn gedeclameerd: door toon-
hopgte, kcuzè der intervallen, rhytmiek en
harmonie weet hij steeds het volle licht te
doen vallen op de passages, die de bijzonder
aandacht verdienen. Als een schitterend
voorbeeld daarvan wijzen we slechts op het
eerste recitatief, waarin op zulk eene leven
dige en dramatische wijze het verhaal g ge
ven wondt van de gevangenneming van den
Heiland, tweemaal onderbroken door h t
koor der belagers met een hartstochtelijk:
„Jesum von Nazareth"; verder op het reci
tatief waarin de verlooche ïing van Petrus
behandeld wordt, met het zoo aangrijpende
„und weinete bittcrlich".
De Chrisluspartij, v.an zulk eene ontroe
rende schoonheid in de Mattheus-Pas ion,
neemt in de Johannes-Passion eene veel be
scheidener plaats in; om deze reden alleen
zouden we onmogelijk het oordeel kunnen
onderschrijven van hen, die aan laatstge
noemd werk de voorkeur geven boven het
eerste. Den bovenaardschen glans, waarmee
de Christusfiguur omstraald is in de Mat
theus-Passion, missen we hier, hetgeen ech
ter niet wegneemt dat er gedeelten in voor
komen, waarin Bach den grooten lijder op
verheven en aangrijpende wijze tot ons laat
spreken.
Het ls echter vooral «daar, waar Bach de
koren laat optreden, dat we de grootste
schoonheden van het werk moeten zoeken.
Reeds het indrukwekkende aanvangskoor,
dat zich onmiddellijk bij de korte, klagende
inleiding aansluit en waarin de lof van het
opperwezen wordt gezongen, is een meester
stuk van muzikale bouw. En op welk eene
realistische wijze heeft dc componist ons de
turbae, de volksmenigten, voor oogen welen
te stellen: 't is of we de door fanatisme ver
blinde scharen voor ons zien, wanneer zij
Pilalus vragen om den Nazarener terecht te
doen stellen. Hoor, hoe al hun haat zich ont
ketent, wanneer zij eischen, dat niet Jezus
niaar Barabas zal worden losgelatenhoor,
hoe hun hoongelach weerklinkt, wanneer de
krijgsknechten Jezus de doornenkroon heb
ben opgezet, cn hoe zij eindelijk in zinnelooze
woede hun „kreuzi.gel kreuzige!" uitschreeu
wen. We kunnen onmogelijk al het schoone
opnoemen, maar willen toch nog even op
twee koren wijzen, die ongetwijfeld op iede-
ren hoorder een overweldigenden indruk
moeten maken. Het eerste is dat, waarin de
bas-aria,,Eilt ihr angefochtncn Scelcn" tel
kens onderbroken wordt door het angstig
vragende steeds op verschillende toon
hoogte herhaalde geroep der menigte: „Wo-
hin? Wohin?", waarop -dan de bas antwoordt
„Nach Golgotha". En eindelijk het roerend
schoone slotkoor, dat, aansluitend bij de kla
gende melodie van dc inleiding van hel werk,
een grafzang vormt vol diepen weemoed en
zachte berusting.
Nog hebben we niet gesproken over de ly
rische toevoegingen, over dc door de soli ten
gezongen aria's. Ook hier moeten we erken-
hen, dat de Johannes-Passion onderdoet voor
hare tweeling-zuster, want aria's van de bo-
vcnaardsche schoonheid die. ons tegenstraalt
uit ,,Buss und Reu", JBlute nur" en andere,
zal men tevergeefs in deze Passion zoeken.
Toch komen er hier ook voor, zooals de so
praan-aria met het bekoorlijk fiuit-accom-
pagnement: ,Jch folge dir gleichfalls mein
Heiland mit Frcudcn," die waarin dc tenor
op zulk eene diep aangrijpende wijze uiting
geeft aan de wroeging, die Petrus verteert,
wanneer hij zijn Heiland heeft verloochend
(„Ach, mein Sinn, wo willst du endlich hm")
en de zoo innig weemoedige sopraan-aria
„Zerflicssc mein Herz", die tot het schoon
ste bchooren van wat op het gebied van ge
wijde muziek geschreven is.
We willen dit korte overzicht besluiten met
eene opwekking lot velen om Dinsdag a s. te
gaan luisteren naar dc uitvoeri ,g, die de
zangvereeniging van Toonkunst van het door
ons besproken werk zal geven. Het is eene
moeilijke laak, die men op zich heeft geno
men; zwaar zijn de eischen, door Bach in
zijne gefigureerde en gefugeerde taal aan ko
ren en aan solisten gest ld, in dc veeleischeui*
den zullen zeker onmogelijk in alles bcvre-
digd kunnen worden. Er zullen ongetwijfeld
tekortkomingen zijn, maar ut desinfr
vires, tarnen est laud and a vo
luntas, en we hopen dan ook dat men,
gedachtig aan deze wijze spreuk uit de oud
heid, waardecremie het lull ijk streven om
ook hier een der grootsche loonschcppiugpn
van den onsterfelijke meester uit te voeren,
rekening zal houden met de moeilijkheden,
die er te overwinnen waren.
H.
De Staatscourant van Zaterdag 22 Ft>-
bruari bevat o.o. dc volgende Kon. bes!uilen:
eervol uit den militairen dienst onl lagen
me pensioen ter zake van langdurigen diens!
dc majoor-magazijnmeester der arlillcsic A.
J. Dekker; o-p zijn aanvrage de kapitein N.
van Wingcn van het 7c rcg. infanterie; ter
zako lichaamsgebreken dc ritmeester op nott-
activitcit P. II. A. Loopuyt;
benoemd! bij het reserve-personeel der
landmacht tot reserve-kapitein bij liet 7b
reg. infanterie dc kapitein Van Wingcn
voornoemd;
'benoemd lot ridder in dc orde van den
Nederlandschen Leeuw mr. dr. W. F. Fro-
wc»ii>, lid cn voorzitter, J. C. F. Bungo en H.
dc Kat, leden <lcr directie van de staatsmij
nen in Limburg, allen wonende te Heerlen;
eervol ontslagen wogens ph.vsieko onge
schiktheid op verzonk mej. J. J. Grondijs, laat
stelijk hulponderwijzcres in Ned.-Indiê,
thans met verlof.
Kindertoeslag aan onderwijzers.
Bl\jken3 het Voorloopig Verslag over het wetsont
werp tot het verlcencn van tegemoetkom ngen aait
onderw\jzcrs bij het lager onderwijs verklaarden ver
scheidene leden zich met deze wijze van verbetering
der gddclijkc pisibic van do onderwijzers allcrm ntfc
to kunnen verccnigen.
De positie eischt dringend een algehecle herzio-
ning, maar met kleine middelen, nla do minister
thans voorstelt, kan men er niet komen.
Een traktcmcnUrcgcling, wanrn de kiiuicrloeslag
een rol speelt, is ccn miskenning van den regelt
loon naar verdienste.
Voorts steekt in de voorgestelde regeling iets ver
nederends voor den onderwijzersstand, daar dc hij
dag niet ben onrechte als ccn soort von ,,bede«*
ling" is gcqu.il.ficeerd.
Het nieuwe beginsel zal in dc praktijk ook toè
moeilijkheden leiden, dnar de gelijkheid in bezoldi
ging verbroken wondt ten gunste van dcngcen, di«
dit dikwijls 't minst aoodig heeft.
Ook word er op gewezen, dat zoowel dc kinder
toeslag als de verhooging van de tegemoetkom ng
voor gehuwden een verstoring van dc boxtannda
traktementsverhoudingen ten gevolge zullen hebben.
Die verhoud ngen kunnen zelf» in die mate worde*
verbroken, dat voortaan aan dezelfde school dc on
derwijzer van bijstand in totaal hooger belooning
geniet dan het hoofd.
Om tot een wezenlijke verbetering in dc salaries-
ring der ondcrwyzers te komen is, naar dc meening
van vele leden, in dc eerste plaats noodzakelijk, dat
de bestaande m ruma worden yerhoogd, terwijl
voorts het tempo der periodieke verhoogingen moet
word .ra versneld.
Van andere zjjde betuigde men op kracht ge wijze
zijn instemming met het wetsontwerp. Men merkte
op, dat van deze regeling allerminst het gevolg be
hoeft tc zijn, dat het vraagstuk der algemeene her
ziening op den achtergrond geraakt, terwijl enkele
leden er op wezen, dot het mecrcndecl der predl-
Wee u, wanneer gij in moeielijke uren niet
in staat zijt een vast besluit te nemen, de om
standigheden te belieerschen.
ROMAN VAN RUDOLF HbtUOü
47 naar het Iloogduilsch
door J. L. VAN DER MOER.
En ln op,gewekte stemmiaig voerde hij zijn
aanslaande met zich mee, om hel apoor van
ien in vlo edr ijlken directeur te volgen, terwijl
ieinrich lussehen de thaiiö omtruimde stoe
lenrijen heen liep en zich naar het podium
>egaf.
Meinard had juist afscheid genoanen van
*euige verslaggevers, die naar hem lo-e watren
jekomen om hem 'h*n bewondering te kennen
geven en te feliciteeren met zijn succes, en
was mi bezig zijn wond er-viool met groote
org Ln te pakken. ViLma had de muziek sluie
ren verzameld en drukte, bevend van geluk,
le rozen aan haar lippen.
Heinrich ging naast haar staan en drukte
saar de han»d. Niet in slaat op dit «ogenblik
een enkel woord te uiten, keken deze twee
dappere kinderen eikaar slechts aai de oogen
Toen reikte hij den ouden heer de hand.
Zoodra Meinard hem gewaar werd, verdween
de uitdrukking van fierheid, die na afloop
taq het concert zijn gelaat «vertogen had,
oogenbliikkelijk, om plaats te maken voor een
diepe erkentelijkheid.
„Kinderen", sprak hij, „«ik ben blij dat we
de verwachtingen van Heinrich niet hebben
teleurgesteld en dat hij 'n beetje eer met ons
heeft ingelegd."
„Och, kom, meneer Meinard
„Heinrich,* nu geen complimenten, geen
overdreven bescheidenheid, hoorl We kennen
elkaar immers veel te goed."
Hinrich bracht nu het voorstel van Graaf
Schoner ter sprake, om in een afzonderlijk
vertrek een glas wij>n te drinken op den goe-
derj afloop van de uitvoering. En de geluk
kige musicus begroette dit plannetje met
groote vreugde. Terwijl Meinard zijn viool
kist opnam, bood Ileinrioh de zangeres van
den avond den ann, en als een koning liep
h:j met haar door de gang naar de kamer,
die hun door een bediende werd aangewezen.
Hij voelde den zuchten druk van haar handje
op zijn arm en zou haar het liefste -hier maar
dadelijk omhelsd hebben. Maar het deftige
van het gebouw, waarin hij zich bevond,
hield hem wel eenigszïns in bedwang, dc
voornaamheid van de omgeving scheen hem
een beletsel te zijn, om de lippen op haar
lieven mond te drukken. Daarom bepaalde hij
zich er slechts toe, haar liefkozend de hand
te slreelen.
In de weelderig gemeubileerde kamer, die
de bediende voor hen opende, ontmoetten zij
Graaf Schoner, Freule Von Wald en een
vreemden heer, die bun werd voorgesteld als
de directeur van het stedelijk theater. Nadat
deze aan Vilma en aan den heer Meinard
zijn compliment had gemaakt, nam men plaats
en ontspon zich weldra een levendig gesprek..
Ongemerkt legde Freule Von Wald beslag op
Vilma, Schoner op Pfalzdorf, terwijl Meinard
en de directeur met elkander een belangrijk
onderwerp schenen te behandelen te hebben.
Na eenigen tijd stond Sohöner op, en zijn
glas opheffend, sprak hij: „Ik stel voor een
dronk te wijden aan 't gezegend kunstenaars
paar, vader en dochter! Wij hopen van harte,
dat hun dierbaarste wenschen mogen ver
vuld worden, Dat zul niet alleen voor hen,
maar ook voor ons allen 'n groote vreugde
zijn!"
,,'t Blijft dus afgesproken," zei de direc
teur tot Meinairdi. ,.U komt me een dezer da
gen bezoeken. Zooals ik u gezegd heb, is onze
tweede kapelmeester van plan 'n 'benoeming
te Ha/mlburg aan te nemen. Wanneer 't u
schikt, dan kunt u de volgende week te Hei-
lang op proef dirigeeren."
„Ik hoop reeds morgen de eer te hebben
u 'n bezoek te brengen, meneer de directeur."
„Bon. Ik ben overtuigd, dat u ons orkest tot
por zult strekken. En «ik wil er maar niet eens
over spraken, dat Graaf Schoner zeker zou
trachten mij Ln zijn dagblad den hals om te
draaien, wanneer ik toonde zóó weinig voor
de ware muziek de gevoelen, .dat ik u over 't
hoofd zag."
Schoner lachte vergenoegd achter zijn glas.
„Prosit, meneer de directeur," riep hij
ironisch. „Ik heb wel «is waar niets gehoord
maar toch allies begrepen."
„Dan zk ik er aan vast," zuchtte de joviale
directeur met komische gelatenheid. „Nu
moet ik u bepaald dringend verzoeken, me
neer Meinard, om toch vooral te komen diri
geeren, want anders schrijft deze bloeddor
stige man nog in zijn courant, dat ik uw op
treden opzettelijk verhinderd heb."
Hij ledigde zijn glas en drukte den heeren
de hand.
„U zuil me, hoop He, ten goede houden dat
ik u zoo spoedig moot verlaten. Maar voordat
ik .er zelfs aan dénken kon, 't genoegen te
kunnen smaken eenigen tijd in uw aangenaam
gezelschap te mogen doorbrengen, had ik
mijn woord reeds aan 'n ander gegeven. Bo
vendien is die Graaf met zijn vroolijken luim
wel 'n beetje gevaarlijk voor mijn goede repu
tatie. Ik heb me nu al door hem laten verlei
den, om die fijne merken van zes en tachtig
te drinken, maar missahien zou ie morgen
't verbaasde Duitschland nog in de courant
kunnen laten lezen, dat ik mijn betrekking
als intendant vrijwillig heb overgedragen,
voor wat 't tooneel 'betreft aan Graaf Sohöner,
en vftor hetgeen de opera aangaat, aan d'cn
heer Meinard, terwijl ik zelf voortaan plaats-
kaarten zou verkoopen. Gocien avond,
heerenI Uw onderdanige dienaar, dames 1"
Toen hij vertrokken was, merkte Schoner
lachend op:
„I'k geloof waarlijk, «dat we twee vliegen in
één klap slaan. Dat die kapelmeéster nu toe
vallig zich geroepen gevoelt om naaf Ham
burg te verhuizen is bepaald 'n edel ver
langen van dien geachten man. Zoodra ie
daar goed en wel zit, za! ik uit louter dank
baarheid 'n «mooie levensschets van hem
schrijven. Maar propos, meneer Pfalz
dorf," wendde hij zich op wat zachter toon
tot dezen, „weel u al dat jufflrouw Friedrich
morgen vroeg vertrekt?"
-Juffrouw Friedrich? Vertrekt die?"
„Ik verneem 't zoo even van mijn aan
staande, die 'n afscheidsbriefje van liaar ont
vangen i.-eft. Zoo ziet men alweer waarvoor
zulke vrouwtjes goed zijn."
Heinrich kon nog niet goed van zijn vea>
hazing bekomen.
„Ik zal 't dadelijk aan juffrouw Meinard
vragen," stamelde hij. „Zij. heeft juffrouw
Friedrich tot nu toe altijd' les gegeven en zal
er dus zeker ook wel iels van weten."
En terwijl Schoner met zijn aanstaande en
Meinard weer in gesprek geraakte, vond
IleLnirich gelegenheid om het groole nieuws
met Vilma te bespreken. Deze schrok or
van op.
„O, hemel, Heinrich, wees er niet .boos o-n®,
dat ik er je nog niets van, vertelde. Maar
toen we hierheen reden, dacflit ik natuurlijk
aan niets ander dan aan. 't concert. En daar*
na heb ik er ook niet loe kunnen kcimcn."
Hij stelde haar gerust, maar verzocht liaar
hem zoo veel mogelijk in te lichten.
En Vilma «begon te vertellen.
Lisa was -des middags zelf bij haar ge
weest, om zich er over le veronlschuldigei^
dat zij het concert niet kon -bijwonen. Zi|
moest den volgenden dag vertrekken, want
de di-rectie van de opera te II., in Baden;
had zich bereid verklaard haar de volgende
week een gastrol te laten vervullen als Ma
rie in „De Wapensmid1." Zij zou dan aan d«
opera zelf haar studiën voortzetten, in do
hoop bij den aanvang van het nieuwe sei
zoen een vast engagement te krijgen.
„Ze was lang zoo kalm niet als anders,"
besloot Vi-lma haair verhaal, „en dit maa'kto
mij ongerust."
Wordt vervolgde