BUITENLAND.
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven.
li° 244
irs Jaargang.
Maandag 3 Maart 1913.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. jjD E EE h\ L A N D E R
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 ma&ndon voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post1-50.
Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukken) - O,I O.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen*
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT L
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIEN:
Van 15 rogels.t 0.50»
Elke regel moor O.ltt,
Dienstaanbiedingen 25 cent» b(j vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrit bestaan zoor voordeoligo bepalingen
tot hot herhaald advertooron in dit Blad, by abonnement.
Eene oiroulairo, bovattonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondon.
Johannes-Pas*>iou.
Is aar aanleiding van het in ons blad
foam Zaterdag j.l. ogenomen ingezonden
stuk. schrijft onze medewerker voer muziek
ens hel volgende:
liet zal gewd-s niet in de bedoeling van den
Inzender gelegen, hebben in het Dagblad een
polemiek te o-penen over de meerdere of
mindere waarde der Passionsmiuziek van
Bach, aangezien ecne dergelijke gedaohben-
wisseLilng natuurlijk meer op zijne plaats is
in eene der periodiekfen, uitsluitend aan mu
ziek gewijd, ik hoop, dal u mij echter plaats
zult willen verleenen voor enkele opmerkin
gen naar aanleiding van de bewering van
den heer J. W. R., tide i(k, nu ze eenmaal in
uw. blad geplaatst zi,n,, niel gaarne geheel
onweerlegjd zooi' laten.
Genoemde inzender begint met te verkla
ren, dat er veel is genoten. Deze beken
tenis heeft me genoegen gedaan, daar ze
althans getuigt van waardeeiiing voor het
geen door de loonkunsi-aldeeiing is lot stand
gebracht, cn waaic.ceiing is iels wat, naar
het mij will vooikon tn, in onze stad o zoo
weiai-iig wordt aangtli olk-n; men is hier ge
woonlijk zeer sterk in aanrekende kritiek en
weet weinig ie apprecieeren het goede, wat
er op te merken valt.
Het hoofdbezwaar, dat de heer R. heeft
tegen de Johannes-Passion, betreft den bij-
belschen tekst, dien hij alleen geschikt acht
om binnenskamers of in ecne bijeenkomst
van geloovtigen gelezen te worden; hij knoopt
er verder de beschouwing aan vast, dal de
vrome schrijver vam het vierde evangelie
zeker vreemd zou hebben opgekeken, als
hij eens had kunnen hooren wat Bach er van
gemaakt heeft. Zeker, dit laatste zijn we
volkomen met hem eens. Ook Christus zal
zeker nooit hebben vermoed, dat zijne zoo
scboone zaligsprekingen eens door Cesar*
Frainck in zijne Béatitudes op zuil; eene heer
lijke wijze in de taal der muziek zouden
worden verklainkt. Et tutti quanti!
Maar dol Bach zich zou hebben vergrepen
aan den gewijden tekst en gebrek aan fijn
gevoel en goeden, smaak aan den dag zou
hebben gelegd door de evangeliewoorden
muzikaal le illustreeren, zie, dal kunnen we
«allerminst toegeven. Het sobere verhaal is,
op zeer enkele plaatsen na, door Bach on
opgesmukt en tooh gevoelvol weergegeven;
hel bij.belscli verhaal wordt ons in tonen ver
teld. En of d«a<t verhaal er bij winnen zou,
indien het, zooals de inzender voorstelt, niet
gezongen, ni-aar door den een of anderen
voordrachls'kunslenaar, b.v. Royaards, werd
gedeclameerd, we meencn het zeer le moe
ten betwijfelen. We gelooven, dat we dan een
zeer hybridisch geheel zonden krijgen, of
liever absoluut geen geheel.
Doch. wal voor ons veel zwaarder weegt,
is dat Baoh het niet zoo heeft gedocht en
dat hel eene heiligschennis zou wezen zijn
werk aldus te verminken. Groote kunstwer
ken zijn eene erfenis, die we met piëteit en
zonder benefice van inventaris hebben le
aanvaarden; er veranderingen in aan te
brengen is le kort doen aan den eerbied, die
we aam hunne scheppers verschuldigd zijn.
Zoo iis ook de opvatting geweest van den di
recteur der Amersfoortscbe afdeeling, die
hlet werk heeft willen uitvoeren in zijn ge
heel zonder de zoo dikwijls aangebrachte
coupures, ondanks de groote moeilijkheden,
die mem door besnoeiingen op handige wijze
dikwijls weet te ontkomen. En nu is het
waar, dat Bach eene andere taal spreekt daji
de componisten van den tegenwoordigen tijd
en dat wij een weinig ontwend zijn aan
zijne gefigureerde uitdrukkingswijze, maar
deze mil zich toch ook bijna uitsluitend in
de soli en de koren, waartegen door den
heer R. geen bezwaren zijn ingebracht.
Slechts op eene enkele plaats komt deze voor
in de reoirtalieven en wel in de diepaangrij
pende schildering van het berouw van Pe
trus, waar ze ontegenzeggelijk van wonder-
schoome uitwerking is. En verder in de ge
ïncrimineerde passage van de geeseling,
•waar Bach in ecne kleine ..tonmalerei" üe
Vreeselijke strafoefening aanschouwelijk in
tanen heeft willen voorstellen, zooals dat In
Zijn tijd gebruikelijk was (men denke slechts
aan de Jahtreszeften) en zooals de modernste
'onder de moderne componisten herhaaldelijk
In hunne werken cboen. Nu kan ik me voor
stellen, dat men tegen dergelijke plastiek be
zwaren heeft, waar het een gewijden tekst
betreft, maar waar ze zoo sporadisch voor
komt als hier het geval is zal het toch zeker
geen groote moeite kosten, die enkele pas
lage zonder al te groolen aansloot aan te
•hooren.
Wat ten slotte de opmerking betreft over
de vertaling van den tekst in het Neder-
landsch, indien de bedoeling van den inzen
der is, deze vertaling ten behoeve van de
'bezoekers der volksavonden te laten afdruk
ken naar den Duitschen tekst, zoo beamen
we volkomen de wenschelijkheid er van. We
kunnen hem echter meedeelen, dat dit dezen
keer is afgestuit op de aanzienlijke verhoo
ging der kosten, welke toch zeer zeer be
la n gr ijk waren. Zooveel mogelijk zal zeker
aan zijnen wensch gehoor worden gegeven,
aangezien voor bovengenoemde hoorders on
getwijfeld het gebruik van eene vreemde taal
een groote hinderpaal is om van het ten ge-
hoore gebrachte te kunnen genieten.
H.
Politiek Overzicht.
Vreet es woos-uitzich ten.
Het uit Weenen afkomstige bericht over
een transport van Servische troepen naar
Skutari blijkt zeer overdreven le zijn voor
gesteld. Er is een greintje waarheid hierin
geweest; 'blijkens een bericht van de Poli-
tische Korrespondenz uit Saloniki zijn daar
den 24en Februari drie Servische batterijen
mot belegeringsgeschut, benevens munitie,
paarden en manschappen in 120 spoorwagens
aangekomen, om in Grieksche schepen naar
Durazzo of San Giovanni di Medua te wor
den ingeladen en aan het beleg van Skutari
deel te nemen. Dat is opgeblazen tot het
alarmbericht, dat Servië op aanstoken van
de Russische panslavistische oorlogspartij een
leger van 30,000 man naar Skutari zendt om
den val van deze vesting te verhaasten. Aan
de Fran'kf. Ztg. wordt uit Weenen bericht,
dat de tijding over het Servische troepen
transport slechts als van politiek gewicht
wordt aangemerkt voor hel geval, dat het
niet zou gelukken vóór de aankomst en het
met succes ingrijpen van dezen troep in de
belegering den vrede tusschen Turkije cn den
Balkanbond tot stand te brengen. Daarop
zijn natuurlijk dc bemoeiingen van de mo
gendheden gericht. Of ook Servië en Monte
negro zich zullen haasten den vrede te slui
ten, is eene vraag, welker beantwoording
hiervan afhangt of de Servisch-Grieksche
actie inderdaad geïnspireerd is door dc Rus
sische oorlogspartij, die eene ontspanning
tusschen Oostenrijk en Rusland wil verhin
deren. Als dit het geval was, dan zou men
er mee moeten rekenen, dat Servië en Mon
tenegro gehoor zullen schenken aan de in
blazingen van deze partij, die aan het Rus-
kische hof door machtige personen verte
genwoordigd is, ook bij de vredesonderhan
delingen en zullen trachten deze op de lange
baan te schuiven of onaannemelijke voor
waarden zullen stellen. Dan konden de mo
gendheden, die zich moeite geven om den
vrede te bevorderen, nog voor moeielij'ke din
gen komen te staan.
Dit zijn voor het oogenblik nog slechts
onderstellingen. Of er een reëele grondslag
voor bestaat, zal intusschen nu weldra aan
het licht moeten komen, want het einde van
de vorige weetk heeft ons de tijding ge
bracht, dat de Porte tot het besluit gekomen
is zich zonder voorbehoud te plaatsen op den
grondslag, die door de mogendheden in
hunne collectieve nota van 17 Januari jL is
aangegeven voor hunne bemiddeling om te
komen tot het herstel van den vrede. Turkije
heeft nu zijn lot in handen van de zes groote
mogendheden gesteld, die voor zijne belan
gen zullen opkomen op de wijze, zooals zij
in hunne nota hebben aangegeven, waarin zij
Turkije den raad gaven Adrianopel prijs te
geven. Het zal nu van de Balkanstaten af
hangen of de vrede wcld.ra gesloten zal kun
nen worden. Turkije is blijkbaar tol het in
zicht gekomen, dat het voortduren van den
oorlogstoestand, waarvan de tweede phase
nu reeds vier weken zich voortsEept, zijn
toestand niet verbetert maar integendeel er
ger moet maken, als zijne vijanden er in sla
gen zich van dc tot dusver nutteloos bele
gerde vestingen Adrianopel en vooral Sku-
taric meester te maken. Het staat ongetwij
feld met deze mogelijkheid in verband, dat de
onderhandelingen over de bepaling van de
grens van Albanië nog niet ten einde zijn ge
bracht. Turkije heeft er dus belang bij, tot
den vrede te komen voordat deze mogelijk
heid tot werkelijkheid wordt. Het is bereid de
voorwaarde vervullen, waaronder de mo
gendheden hunne vredesbemiddeling hadden
aangeboden. Wat echter gebeuren zal als de
Balkanstaten, hetzij gezamenlijk of voor een
deel, deze vredesbemiddeling weigeren, dat
is voorshands mocielijk te zeggen Men zal
zich te dien aanzien op dit oogenblik moe
ten troosten met de oude les van levenswijs
heid: Komt tijd, komt raad.
De Balkan-oorlog.
Athene, 1 Maart. Men bericht uit Phi-
lippiades, dat eergisteren bij Hoiista een ge
vecht is gevoerd tusschen de Grieken cn een
sterk detachement Turken. Na een strijd van
zes uren vluchtten de Turken, 180 kanon
nen achterlatende. Op denzelfden dag deden
de Turken een tegenaanval; zij werden op
nieuw op de vlucht gedreven. Na het geveent
begroeven de Grieken 111 Turksche lijken,
waaronder acht officieren.
Waarschijnlijk is dit gevecht geleverd door
het Grieksche leger, dat zich van Cupta naar
Janina begaf.
Konstaatiüopel, 1 Maart. De
gezagvoerders van eenige handelsvaartuigen,
die van dc Dardanellen zijn aangekomen, be
richten, dat in de buurt van Tsjarkeui eenigc
kanonschoten gelost zijn op de schepen, zon
der dat zij werden getroffen. Het was on
mogelijk na te gaan, waar deze schoten van
daan kwamen; men gelooft, dat dit deel van
de kust door de Bulgaren bezet is.
2 Maart. Het vierde legerkorps, dat
naar Gallipoli werd gezonden schijnt te wor
den teruggebracht. Tien stoomschepen zetten
troepen aan land in San Stefano; andere
troepen worden hier ontscheept.
P a r ij s, 2 Maar t. Volgens kennisge-
viing van het Grieksche ministerie van ma
rine is de aan de kust van de Adrialische zee
bestaande 'blokkade uitgestrekt 'tot 41° 12'
Noorderbreedte.
De Grieksche regeering heeft last gegeven
tot het uitdoven van alle vuurtorens aan de
Grieksche kust en op de eilanden en ook van
de vuren in de golf van Saloniki.
Konslantinopel, 2 Maart De Ras-
vir Etkiar bericht, dat de Hamidieh in Rho-
dos is aangekomen.
De Berlijnsche Morgenpost heeft van een
in Adrianopel verblijf houdenden heer een
brief ontvangen, gedateerd van 13 Februari,
waarin de toestand in de belegerde vesting
aldus geschilderd wordt:
Dat wij hier den 'hongerdood sterven, Is
voorloopig niel te vreezen. Tot dusver heb
ben wij voldoende eten gehad en de voor
raad is ook voor een gehcele poos voldoen
de. In «den kelder van ons sociëteitsgebouw
hebben wij zelfs mo.g een mooien voorraad
chanipagneflessohen; die zijn ons in de zeer
onaangename dagen, die wij van den 3en de
zer af hebben beleefd, heerlijk le pas geko
men. Dat waren vijf verschrikkelijke dagen.
In de maand December sprong slechts hier
en daar een projectiel in 'de stad; daar thans
scheen de vijand (haar van verscheidene bat
terijen uit tot mikpunt te hebben gekozen.
Aan slapen was niel le denken en ons le ver
schuilen in de kelders vonden wij beneden
ontze waardigheid. Zoo zaten wij, Vrij gezel
lig, in de sociëteit en haalde de eene flesch
na de andere uil den kelder. Dat was de
eenigc mogelijkheid om den moed er in te
houden. Alle oogeinblikken geraakte een van
de ellendige barakken in brand. Tot groote
rampen is het daarbij niet gekomen. Jood,
christen can mohammedaan moeten bij zulke
gelegenheden de hand leenen tot het blus-
sehingswerk. Zoo heeft Sjukri het geregeld,
en dal zij ijverig met de wateremmers loo-
pen, daarvoor zorgen de 'bajonetten van dc
patrouilles even goed als de bezorgdheid
voor have en goed- Eéne zaak doet zich in
de laatste dagen onaangenaam voelen: het
gebrek aan kolen. Ook Sjukri schijnt daar
van geen grooten voorraad meer te hebben,
want de zoeklichten, diie vroeger den hemel
in den nacht helder verlichtten, werken nog
slechts zeer spaarzaam; de kolen voor het
opwekken van den eleclrischen stroom
schijnt te ontbreken.
De Südslavische Korrespondenz bericht uit
Konstantinoipcl, dat de grootvizier aan de
ambassadeur vau Oostenrijk-llongarijc heeft
medegedeeld, dat) de laatste radio-telegram-
men berichten, dat alle vreemdelingen in
Adrianopel gezand en wol zijn. Onder dc
in de vesting ingeslotenen zijn 20 Oostenrij
kers en 30 Rijksdudlschers, meest handwerks
lieden. Het is aan de vreemde consuls en
ook aan particulieren toegestaan het statica
voor draadloozc telegrafie te gebruiken ais
er geene regcci ingsteJogrammen loopen; er
mogen echter ni.ot meer dan 60 woorder
overgeseind worden.
Londen, 1 Maart. Vcdgeais die d»oor
Reuter verkregen inlichtingen hebben in d«
laatste dagen <ie 'iurkschc gezanten nieuwe
voorstellen godaan, die evenals de vorige be
schouwd worden <uls niet ter zake dktnendo.
Men heeft alle roden om te gelooven, dat in
den loop van de laatste 24 ui en uil officieuss
bron vernomen is, dat als uilko-msl vaji nieu
we in Konstan lino pel genomen besluiten hef
antwoord, dat van de Porie verwacht wordt;
zal bestaan milt dc aanneming van dc col
lectieve nota der mogendheden. Nk-Uomin i&
het onmogelijk, dal men te dien aan/.ien eene
officieele verklaring aan liet publick zal krij
gen voordat men een dag of twee verder is«
wamt het is onwaarschijnlijk, dat bet ant
woord van de Porte officieel zal wordon
medegedeeld vóór hel begin van de volgcndo
weck.
Wanneer, zooals men met vertrouwen ge-
loeft, liet antwoord van de Porie aanneme
lijk is, zullen dc mogendheden, in wier han
den Turkije zijne zaak zal stellen, allereerst
hebben na te gaan of de Balikanbondgvnooten
gezind zijn de bemiddeling van Europa aan
le nemen en of, tengevolge van de hervatting
der vijandelijkheden, dc voorwaarden waar
onder zij gezind zijn vrede te sluiten, wijzi
ging hebben ondergaan.
Konslantinopel, 1 Maart. De Rus*
sische gezant heeft heden namiddag op do
Porte een onderhoud gehad met den minis
ter vain buiilcnlandsche zaken, waarbij ook
dc grootvirzier tegenwoordig was. Men be
weert, dat dit onderhoud van gewicht zou
zijn.
Rome, 1 M-aart Eene offioieuse nota
zegt, dat de Turksche gezant zich heden naar
de Consmlta heeft begeven en aan markies
San Giuliano heeft medegedeeld, dal Turkije
zich aan de groote mogendheden overgeef®
voor het sluiten van den vrede.
Berlijn, 1 Maart De Nordd. AEg. Zet-
tiiwg uaui.vi iiare voldoening udl o-ver de be
reidwilligheid van Turkije om de bemidde
ling van de groote mogendheden ten behoevi
yam het sluiten van den vrede aan te nemen.
Zij raadt de Balkanrcgeeringen aan zich aam
de groote mogendheden toe le vertrouwen
en gaat daarna voort: Als hot ,v lukt de Euro*
pecsche vredesonderhandelingen voor goed
im ganig te brengen, don mag men van dezen
gcmcenschappelijkien arbeid van de diploma
tic ook eene gunstige terugwerking legemoe!
zien op dc oplossing van dc door de grooto
mogendheden tot dusver nog niet afgodanf
k\v es tién, die hunne eigen belangen raken.
Konslantinopel, 1 Maart. In
de regecringskringen wint de beweging ton
gunste van een eervollen vrede veld.
Een officieel communiqué spreekt tegen,
dat het comité prins Sabah Eddjn verhin
dert naar den sultan te gaan om le pro-
Als alle gevels doorzichtig waren en alle
(harten openstonden, zou er heel wat minder
afgunst zijn.
Een Roman van Liefde,
1 DOOR
MARIE CORELLI.
Vertaald door
J. P. WESSELLNK—VAN ROSSÜM.
Op een tijd van het jaar, toen de matheid
vam een 'buitengewoon warmem zomer, de
meesite menschen afkeerig maakte van zwa-
rem arbeid, en toen zij, die diet konden beta
len, (hun gewone werk hadden verlaten voor
de genoegens van een lange vacanilie, kreeg
ik een dringende uitnoodigimg van lieden,
dde ik toevallig gedurende een Londensch
Season had onimoet, hen >be vergezellen op
een tocht met hun jacht- Mijn gastheer was
een builengewoen rijk man, een weduwnaar
met een dochter, een 'teer eu ziekelijk schep
sel. dlie als zij arm was geweest, ongetwij
feld een „vervelende oude juffrouw" zou
sijm genoemd, maar die, nu zij de eenige
erfgenaam van een mill'oennair was, door
allen vleiend werd betiteld als „Arme juf
frouw Calherine".Morton Harland, haar va-
derv was in zekeren zin berucht, omdat (hij
een bitteren en meedoogenloozen aanval op
den godsdienst had geschreven en uitgege
ven, kliie de lieverinigslr iliumr van veel ge-
leerden en letterkundigen was. En deze
merkwaardige daad, gevoegd bij den roep
van zijn faibelachligen rijkdom verzekerde
hem den aanhang van twee maatschappe
lijke groepen de eene gevormd door die
ienschelij'ke haaien die gewoon zijn rondom
den geldman te zwemmen, de andere be
staande uit het cynische, zorgelooze, gebla
seerde deel van de zoogenaamde beschaafde
klasse, dat daar het uitsluitend met zichzelf
vertuid was. (het verstandig achtte Go'd even
eens als een oorzaak der verveling te be
trachten. Ik was er verbaasd over, dat zulk
een man er toe gekomen was mij onder zijn
gasten te rekenen, wamt ,ik 'had ternauwer
nood een dozijn woorden met hem gewisseld
en mijn bekendheid met juffrouw Harland
was beperkt tot een paar terloops gesproken
woorden van «deelneming met den staat van
haar gezondheid. Toch dreef een dier vage
impulsies, aan weike wij geen naiam kunnen
geven, maar die menigmaal, een belangrijke
rol in ons levensdrama vervulen, vader en
dochter er toe, mijn gezelschap te wenschen.
Ja, het verlangen was zoo sterk, dat, ofschoon
ik lm het ontvangen der uitnoodiging eerst
had geweigerd, zij deze «dringend (herhaal
den
„Gij hebt rust noodig," zeide hij, terwijl hij
mij nauwlettend met zijn kleine, harde, brui
ne oogen aankeek. „Gij werkt altijd door.
En waarvoor?"
Ik grimlachte.
„Voor hetzelfde doel als ieder ander, denk
ik," antwoordde ik. „Maar om openhartig le
zijn, ik werk omdst ik van -werken houd."
De lijnen rondom zijn mond werden
scherper.
„Zoo hield ook ik van werk, toen ik uw
leeftijd had", zeide hij, „ik meende, dat rk
mijn bestemming kon scheppen. Dat kon ik.
Ik (heb het gedaan. Maar nu het gedaan is,
ben dk vermoeid. Ik ben ziek van mijn lot
het ding, «dat ik zoo knap heb uitgehouwen
beeft hel steenen gelaat van een Spinix
en de ooren zijn ledig en zonder ziel."
Ik z-weeg. Mijn stilzwijgen scheen hem te
prikkelen en sloeg een scherpen, vragen
de n blik op mij.
„Hoort gij mij?" vroeg hij. „Indien gij hel
doet, geloof ik, dat gij (het niet begrijpt!"
„Ik boor -het, en begrijp het volkomen."
antwoordde ik kalm. „Het lot, zooals gij het
u geschapen hebt, is da-t van een rijk man
En gij geeft er niet om. Dat) vind ik zeer na
tuurlijk."
Hij ilachte ruw-
„Daar hebt .gij 'het weer!" riep hij uit. „In
de lucht op een theorie rijdend zooals een heks
op een bezemsteel. Het is niet natuurlijk.
Daarin zijt gij juist mis. Het is heel onnatuur
lijk. Indien een mensch overvloed van gem
heeft, dan behoort hij volkomen gelukkig te
zijn, hij kan alles krijgen, wat hij verlangt,
hij kan den geheelen handel en geldwereld
in beroering brengen en den boom van het
Fortuin schudden, zoodat de appels altijd val
len aan zijn eigen voelen. Maar als de appe
len smakeloos zijn, dan is er iets verkeerd."
..Niet met de appelen," zeide ik.
„Oh, ik weet, wat -gij bedoelt! Gij wilt zeg
gen, dat de fout aan mij zou liggen, niet aan
rte vrucht der Fortuin. Gij kunt gelijk hebben.
Catherine zegt, dat gij gelijk hebt. Arme neer
slachtige Catherine! altijd ziekelijk, altijd kla
gend. Kom vroolijk haar wat op!"
„Maar," waagde ik. te zeggen, Jk ken haar
ternauwernood."
Dat is waar. Maar zij heeft een zonderlinge
genegenheid voor u opgevat. Zij heeft tegen
woordig weinig genegenheden, geen enkele
waaraan weelde bevrediging kan schenken.
Indien gij haar en mij een vriendelijkheid
wilt bewiijzen, kom dan!"
l'lc werd een weinig in de war gebracht door
dezen aandrang. Ik had nooit van Morton,
Harland gehouden. Zijn reputatie zoowel die
van geldman, als die van letterkundige was
voor mij niet benijdbaar. Hij deed geen goed,
met zijn geld, en het letterkundig talent, het
welk 'hij bezat, verspilde hij door edeler ide-
alcii dan bij ooit in staat geweest was te be
zitten, aan te vallem Hij was niet aangenaam
om te zien; zijn bleek, glad geschoren gelaat,
was scherp geleekend door lijnen van gierig
heid en sluwheid; zijn lange, magere gestalte
had iets aanmatigends in de houding, en zijn
onvriendelijke mond had altijd hetzij hdj, sprak
of lachtte, een verachtelijke uitdrukking.
Naar het scheen giste hij mijne gedachten,
want hij vervolgde:
„Wees niet bang voor mijd Ik ben geen
weerwolf en eet u niet op! Gij vindt mij een
onaangenaam man, nu, dat ben ik ook. Ik heb
genoeg in mijn leven gehad om mij onaan
genaam te maken. En," hier wachtte hij, ter
wijl 'hij met een vermoeide en ongeduldige
beweging over zijn gelaat streek, „en kort ge
lenen heb ik een onverwachten slag gehad. De
dokters hebben mij gezegd, dat ik een doode-
ijke ziekte heb, waarvoor geen genezing is.
Ik kan nog verscheiden jaren leven het is
ook mogelijk, dat ik plotseling sterf; het is
een kwestie van voorzichtigheid of toeval.
Ik wensch het treurig nieuws zoo mogelijk,
ecnigen tijd te vergelen. Ik heb het aan Ca-
tberifw» verteld en ik veronderstel, dat het
haar gewone neerslachtigheid en melancholie
heeft vermeerderd, wij zijn dus een pna»\
ellendige schepsels. Het is niet geheel onzelf
zuchtig, dat wij u vragen ons onder zulke on>
slandighedcn. te vergezellen."
Terwiijl hij sprak, was ik eensklaps tot ee*
besluit gekomen. Ik zou gaan. Waarom nietï
Het kruisen met een prachtig stoomjacht, dal
van aJle gemak en weelde was voorzien, wat
toch zeker een aangename manier om vacan-
tie te nemen, zelfs met twee zieken tot ge
zelschap. „Het spijt mij," zeide ik zoo vrierw
delijk als ik kon, ,jhet spijt mij zeer, dal
u ziek zijt. Het is mogelijk dat dc dokters zich
hebben vergist Zij zijn niet onfeilbaar. Velen
van h-un veroordeelde patiënten zijn, ondanks
hun vonnis, hersteld. En daar u en juf
frouw Harlaud het zoo wenschen, zal Jft
meegaan."
Zijn gefronst gelaat verhelderde en zag voo*
een oogenblik bijna vriendelijk.
„Dat is goed," zeide hij, „de frissche luchl
en de zee ziullen u goed doen. En wat on*
zelf betreft, ziekelijk als wij zijn, zullen wij
onze kwalen niet aan u opdringen. Tenmii*
ste. dat zal Ik niet, Catherine heeft de onge
lukkige gewoonte aangenomen, over haa*
pijnen en kwalen te spreken en als haar ken
nissen geen pijnen en kwalen hebben, <lan
weet zij niet, welk een onderwerp zij zoa
moeten aanroeren. Hoe het zij, wij zullen on$
best doen, dat de tijd aangenaam voor u voor-<
bij gaat. Er zal geen ander gezelschap aan
boord zijn, dan mijn particuliere secretarf*
en de mij behandelende geneesheer. - beiden
zijn fatsoenlijke mannen die hun positie keiy
nen."
Wordt vervolgd