DE EEMLAN DER".
Zaterdag 15 Maart 1913.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Het Eeuwige Leven.
H° 255 Tweede Blad*
IF* Jaargang.
KOLONIËN.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOPF ft Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 manndon voor Amersfoort f J»®®*
Idem franco per postJJ*
Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukken) - ü.l».
Afzonderlijko nummers 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- eu
Feestdagen.
Advertentïön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in to zendon.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
lntercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERT EN TIEN:
f 0.30
0.10.
Van 15 rcgols.*
Elko rogol moer 1
Dionstaanbiodingon 25 ccnls b\j vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaataruimto.
Voor handol on bedrijf bestaan zoor voordoolige bopalingon
tot hot horhaald advertooron in dit Blad, by abonnomont
Eono circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozondon.
Staathuishoudkundige
Kubrick.
IV.
iHcl beroemde Engefcche tijdschrift „Tlie
Eccmicanas'l" rem 4 Januari 11. publiceert een
•opstel over baar „iivdexixumbers" on gcoft
Idoanbij ©e<n overzicht van den loop der prij
zen in 1912, welles publicatie uwen overzicht
schrijver aanleiding .gal ook in deze rubriek
1de atom (Lacht voor dit slma tkuiusbou dkun'dig
tonder werp Ho vragen, daar -de loop der prij-
izcn oJia allen belang moet inboezemen, om
dat hun stand, in verband gebracht met
hel inkomen, waarover wij, te beschikken
hebben, onzen roaatechiappekijken welstand
bepaalt. M. n. w-, zijn in een bepaald jaar
'de pa-ijzen van de meest noodzakelijke zaken
•luoog en hebben wij de beschikking over een
ivast, onveranlderlijk inkomen, dlan is het
«harde gevolg, dat hol gedeelte van ons in
komen, dtat wij besteden, voor de «allernood
zakelijkste zalken, stijgt en wel ten koste van
•dkU deel, dal overblijft en dial wij voor nnin-
der noodzakelijke uitgaven gdbni'ilkten om
•otn-s leven meer of minder genotvol te m<a-
tk-ent Wij mogen dul9 aannemen, dal stijgende
•prijzen steeds een n-adieeligcn in vlood heb
ben, doordat zij ons noodzaken oius te be-
kinimpen, of zelfs ons dwinjgen oan hetgeen
wij voor ons allernloodzoikelijkste onderhoud
•noodig hebben, te beperken.
Uil het liiteihoven aangehaald nummer van
„the Ecom'omisl" lezen wij, dwt hel hel in-
dcxjiwmber voor 1912 „zich 25 boven dat
'der basés-jaren 19011905 verheft en zelfs
rtog 15 gc Legen is boven, het cijfer van
heL jaar 1911"; een stijging voorwaar die
niet onbelangrijk is cat wel degelijk haren
i&wloed heeft uitgeoefend op het maatschap
•pclijtk leven.
ALvorer.|s c oh for hierop nader in te gaan,
me en en wij goed te doem liet „indexnium-
tber" eau haar gebruik e enigszins nader te
bekijkion.
liet „index numb or" rem. „the Economist"
geeft jl© verboudlivg weer tiusscbcn dc prij
zen rem ecu 22-lad arliikolen der jaren 1845—
1850 en thans. Een voorbeeld moge dia ver
duiidiclijloeail „The Economist" neemt :uam dat
'de pa-ijs van elk dier aa-tikelien in 1815—1850
gelijk is aam 100, zoodiat de prijs dier 22 ar
tikelen dam aaanen 2200 bedragen zou; men
fganl na op liet oogioj.bllrk dat men de prij-
•zen wal vergclijkemi liccveel peroenten de
ptrijs vaai» elk ddler artikelen gestegen of ge-
•dfcvald ib ten opzichtte van den prijs van liet
•jaar waarvan uitgegaan is en 'zet voor de
oorspronkelijke prijs, die 100 bedroog, het
gevonden aantal percenten in de plaats. Doet
men dat nu bij alle goederen welker prijzen
„the Economist" sifuds 18-15 geregeld gade
sloeg cn teil deze bij elkaar op, dam krijgt
'm-cui voor elk jaar een cijfer, waarin de
«verscliill-e nKlo verend er inigem dier goederen
afzonderlijk lot liu-n recht zijn gdkomeu cn
hébben wij op dti)e marnier eernïlg overzicht
•over den loop der prijzen. Hierbij zij op
gemerkt, dat cenige restrictie geboden is
'bij hel gebruik van imdexnuunibere, welk voor
behoud echter niet zoover bctooteft te gaan,
dat mciu tot «absolute onbetrauiwbaarheid
moei besluiten, gelijk mr. N G. Niters on deed.
'Nia deze uiteenzetting hopen wij duidelijk
gemaakt te hebben, welke betecjkciiLs ge
hecht moet worden aanl den uitspraak van
„the Econfomist", dien wij in den aanvang
ren ons artikel mededeelden.
Dc uitspraak ,4i©4 index mrmlxr van 1912
'is. 2717 Legert 2200 voor dal van 1901—1905"
beletekent natel meer -of mlimdjer, dan dat
de groothamidelprijzcn' diier 22 ■artikeLoni 25
gestegen zijn en wal dit zoggen: wil mo-
(gen wij lcer.cn uit hel feit, dojt deze. 22 ar-
'lihekini, wier prijzen na eega an werden, te-
slaan uit een vijftal groepen: le granen en
vtecsch, 2c andere voedingsmiddelen (thee,
«sruiiker enz.), 3e tcxtiehvairen, kc mhi-c ral-en
'(melaleaii, pelroJeum, koLei\ enz.) en 5e diver
sen: (rubber, timmcrhoait, oliën en«z.); allen
«zeca* noodzakelijke zaken in den togemwoor-
ddjgen lijd, zonder de beschikking waarover
'htet ons n'iet mogelijk is het leven voor te
tvlellten. Het zijn al die goederen*, die Ons
direct mo/ctten voeden, ldceden of huisves-
le-n of wel ononlteerlijk zijn voor den aan
maak daan van.
Zooails medegedeeld hebben deze index-
mvmbers slechts op „groothandel''-prijzen be
trekking, doch het is niet moeielijk te beslui
ten dat als op dc open wereldmarkt, waar
poi- slot van rekening toch gekocht moet
worden, en- waar acn belangrijk deel vam de
wcireDda-raag tegenover het wereldiaoirabod
•looant te staan, als daar de pa-ijzen zich in
een slierk slijgmde richting bevinden-, dat
diam ook dc kleinha.ndejprij-zen., (Me immers
»op do grooi'lianjdclprij'zen bemsfleW, hoiewcl
•eventueel cenligszins gewijzigd, ecnzdfdc
neiging zullen vertoornen, zoodal dc prijzen
d'k n cn ik, m. a. w. het publiek, te betalen
zo-1 liebten in clen winkel, bij hakker, slager,
\t?mmerman enz., ev-eneens belangrijk geste
gen zullen zijn. Een eigenaardige illustra-
Me hiervan wordt ons gegeven in een pas
verschenen Engelscli lioekje; „Gold and pri
ces", door prol. AV. J. Ashley lie Birmingham
Deze n.c-c-ml als jaar van uitg-amg 19(K) en
maakt vio-or Amerika een lijndi-agram over
•don loop der loo-nten, gCool- en kleinhian-
delprijzcn uil dc volgende gc geve nis:
karen Gröoth. Klci-nh. -Loon/en.
.1900 100 100 100
.1902 96i 102 98
1904 98 i 101 96
.1906 100 102 98
.1908 103 10S 101
1910 109 110 100
1911 110 110 100
Ilveruit valt nia te gaan hetgeen neg dui
delijker te zien is cp het diagram zelf, (do«ch
dat wij om technische redenen niet kunnen
idfoen afdrukken), dat er verband bestaat tus-
«sicheüï den loop der groot- en klein-handel-
tpi-ijzcns maar dat dit lusschciï de beweging
der prijzen en diite der loonen ten eenen male
ontbreekt.
Welnu, in d'atzelfdc geschriftje toiont prof.
.Ashley aan, dat cr, al raogjo er verschil bc-
titaan tusschcn het niveau waarep de prij
zen zich in d« veiwchiMefliidte laaiden ]>cvin
den, een langd.u.rige hausse of baisse
in een bepaald kind nüet loan besttean zonidter
tliaj'c uitwerking naar and-ere Landen cn wo-
reldd-celcn. over lo plarrtcn, zoodkut dc stij-
\gLmg die in Engeland, Amerika c-n tal ren
a nklere kim den is gecotiisl-a tecrd, ook hiter
haar imdocd za<l dolen gelden en dat wij
•eveneens dus oogenblikkclijk lea-cn. in een
periode, di'e zich keiimerkL door ongekend
Iji'ooge prijzen, prij<zenr wier weerga wij om
streeks 1870 le zoteken hebben.
Ter iUlustro-erinlg hierbij een ovc-rziclil der
liidexnummebs van de jaren
1870 2689
1880 2538
1890 2236
1900 2145
1911 - 2551
einde 1912 2747
II.
Oost-Inriië.
De jongen en de krokodil.
Id (het maandbericht van het Ned. Zendingsgenoot
schap vertelt de zendeling A. Kruyt uit den werk
kring Swaroe, het volgen-de
Het was ou een Zatcrdaganond, dat <lc voorgan
ger mij mededeelde, dat een Moh. jongel.ug in de
nahijg el ogen desa Ivedoeng Hanteng gehelen was door
een krokKxhl. Dc jongen 'ha-d al 24 uren gelogen
zonder eeniyc hulp.
Hot was wel loevalbg, dat wy juist don avond
to voren bij den Christen hurgemet-ster ran S liardjo
bet over krokodillen gelhad hadden. Ik had toen zoo
by mijn neus weg gevraa-gd„Maar waarom roeien
jelui dio monsters niet uit?" Direct antwoord kreeg
ik nic*l, slechts uitvluchten, gelijk ik wel veiwadat-
tc. AHe-en dc voorganger Ihad oen paar maal een
krokodil neergelegd. Dc ware reden is, dal men do
krokodillen beschouwt als incarnatie'j, van dc voor
ouders. Doodt men ze, dau wreken dozc zich aoor
liet zenden van zidktc of misgewas. Mogen er al
Christenen zijn, die zioh vrij weten van dat t ge
loof, -ze /uilen toch niet gaarne er op uitgaan „u.t
vrees dat ziekte of misgewas aan hun euvelmoed
zou worden gewoten..
Ik npoeddc mij naar den verwonde. Ilot was bij
hall vijf. Gelukkeg had ik voldoende vert)aradniiddc-
len bij nuj cu de voorganger cn een .paar cn-d- r-
ijzers konden mij helpen. Gevolgd door nog ccnigc
andere lieden, begaven wij ons eerst naar de plaats
waar "het ongeluk had plaats gevonden. Alles was in
rep cn rdcr: „Groofvader" had zich aan zijn kroost
bczondfgd, nu moest „grootvader" er ann. ALen
blaakten van wraak. Onderweg ontmoette ik omzsn
burgeoneester, gewapend met een Hcaumont govveer.
Aan de andere zyde nog incer volk. In een wacht
huisje waarlijk nog twee lui met geweren gewapend
een daarvan, ecu oud model jachtgeweer, met ver
vaarlijk kmgc loopen. Het was koddig dat gedoe te
zien. Een van do gcvccrdragcnden giug ine voor, als
beschermer van mijn pcr-voon, naar ik vermoed. Daar
ik cohter alle kans liep aelf een kogel of een pariij
hagel m liet lyf te krijgen, verzocht ik hem, liever
dat. ificwcer te ontladen. „Het is niet geladen mijn
heer!" (kroeg ik ten antwoord. Tableau l Enfin, des
tc beter voor my en voor den.... krokodil.
Do gewone badplaats aan de rivier was het too-
ncel van den aanval govvccst. liet dier had den jon
gen bij een kn.-e gepakt cn «zijn klauwen op zijn
gehouden geslagen. Maar hij (had gelukkig zijn te
genwoordigheid van gocst niet vcrk>rcu. Met alle
kracht bad hij <zijn vuist geplant- tegen de stnot van
het monster. Dil en liet vervaarlijk ge chrecuw van
dc makkers op den oever hadden hel d.er (gedwongen
zijn prooi los te laten.
Ter plaatse had nven -dadelijk een -bamboe hein ng
dwars door dc rivier gelegd, om ontsn apping van
het monster to voorkomen. Maar thoe slcrv |g die ook
in elkaar zal, hij was er tooli doorheen gebroken.
Mijne komst in de zeer armelijke woning van dcu
gewonde bracht 'heol wat opschudd ng tc weog. Dc
moeder (begon al dadelijk -vrcosclijk tc jammeren,
ruet anders denkende, dan dat ik onmiddellyk het
mes cr m zou zetten. De jongen zelf laig zeer gela
ten en onverbonden op oen groot pisangblad, te
wachtea totdat.... hel onderdislrictslioofd gekomen
zou zijn, om de zaak politioneel op tc nemen, zoo
veel wonden, zoo lang, zoo breed, cn dan „perbal"
(d. i. proces-verbaal) daarvan op te maken, eene ge
woonte, die al menrgen Javaan het loven heeft ge
kost.
Wanneer ik nu onder zulke omstandigheden in
een Mohammcdaansche omgeving kom, (dan haast ik
me nooit. Om het vertrouwen to winnen, ga ik eerst
met dc grootste (kalmte zitten en laat me nog eens
het gehcele geval vertellen. I-ntUasdhcn maak ik eon
oplossing van sublimaat en Iqg alle* voor het ver
band gereed. Daarna ,ga ik heel bedaard dc omge
ving der wonden wasschen met zecpsp ritus en spoel
*e na met sublimaat, vervolgens bestrooi ik de won
den met dermatöl (gelukkig een gele stof, dc ge
liefde kleur onder de Javanen) en dan worden dc
wonden met gaaS opgevuld en verbonden.
Elke -handeling wordt door mijn omgeving angal-
vallg nagega-an. 'De m-ocder eu andere fam 1 clcden
noodigde ik zelfs wnt dichter bij te komen. En toen
ik klaar was, bemerkte ik dat wat k gedaan had,
de aOigemeene goedkeuring vvogdroeg. En toen ik bo-
vend en den naam noemde van do heilzame tdi-
ciju had ik dc harten gewonnen. Dermatol", „der
matöl", zoo hoorde ik zc repetceren, om (het t-odh
maar niet te vergeten.
Het was voor 't eerst, dat ik zulk een patiënt be
handelde. In hel algemeen waren dc wonden n ot
groot van omvang, maar wel bijzonder diep cn na
tuurlyk sterk geïnfecteerd.
No afloop van dc behandeling kwam nog het moei
lijkste van mijn taak, t.w. dc Lieden tc (bewegen het
jonge menscli naar Swaroe tc transportecren, om
hem verder door mijne vrouw in het ziekenbus to
doen behandelen. Dat kostte heel wat overredings
kracht. Maar cindelyk kreog ik -tooh miju zin. Zes
man zouden hem dragen, telkens door zes anderen
als ze moe waren, -tc vervangen, om cn om En per
man zouden zc ontvangen (otaal vijf-cn-tvvintig ets.
voor een gebeclcn nacht
De jongen is te Swaroe geheel genezen.
Na enkele dagen in het ziekenhuis gclegcJi te heb
ben, kwam zijn moeder hom bezoeken. Hij zat juist
te eten; nam dus absoluut ,geen notitie van zyn
moeder, die <lan ook maar stilletjes bleef toekij
ken. Dit is zoo Javoanschc adatmen mag iemand
niet bij het et-en storen. En toen liij gedaan nad,
was (haar eerst -woord, vol bewondering„Jongen,
jongen, wat kan jij een massa rijst eten l"
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Vergadering vam Vrijdag, 14 Maart, 11
uur.
Voorzittc rdc «heer Scliimmelpcnniiick.
Bij dc Yoortecflliivg vaai <lc be ra ad ving in^
over de
OORLOGS- EN VEST1NGBEGROOT1NG
voort -dc Oiicicfl- Staal (U. L.) liet woord. Hef
licoft hom niet verwonderd, dat dc tegi-oo-
Hing weer lioogcr i6. Hij weel, dat een goede
regeling van dc defensie nog veel geld moot
•kost-on. Hij betreurt echt-en-, da-I de logerorga*
niaaitic ni«et bij aizonderlijk wotson-tweip is
ingediend. Aan dc cigcunlijkc medv^cggdn-
sclia/p van dc Eerste Kanier is daardoor wel
iets Le kort gedaan.
Omtrent dc graanvoorraden, in de vesling-
gobieden op te slaan, merkt hij op, dat luun
stoed-s is ge.hlekon on door deskundigen go-
zegd, dat in ons laiul nitel al le grooto hoe
veelheden graan zijn op te slaan omdat het
klimaat tc vochtig is.
Imgcmoanen is hij mot do scheiding lus-
schc-n administratief on ander kader.
Dc algcvaardigdo waajsdhuwt den lioer
Vermeulen, dat hij niot stemmen uil hot om
d-orofficicrscorps moet houdon voor stem
men vaai dvct ooKlereffiaierscorps. Hij ]ic*apt
evenwel, dail dc ondicroiffioioren niet zullau
iuistcren naar cnleelen, dio lion maar iets
hooger willen dooii grijpen don voor hon ho-
rcikbaad- is.
Hij dringt aan op eon hellere verzorging
van het «licnslvftk der intenduince. liet
schijnt, dat or zoor weinig ainimo bestaat om
intcndiant tc wordon on toch zijn dezen
juist in het stelsel van dton minister zolvon.
Dringend vorbetoring oischt dc gunocskmi
di go dienst, de oXficiieron rem gezpnudheid zol-
ven zoggen, dat zij niot vodclocndo hulp kun
nen vericemcn.
Hij bevoelt <Lcn Min. ann, zich in verbin
ding t-c sLc-lIieu in-el zijn ambtgenoot van Bui-
lionlaii'dsclie zaken, om to bevounLoren, dal op
dc saliolen meor wordt gedaan aan rije on
ordte-oei-eaiiingcuL. Bij hol cxameni reor do 6-
maanders zou Jiot dam kunnen vcrv;dlcn.
Hij bespreekt nu in hizond'erhcden dc rcor-
ganisatie on maakt ook hierover tal ren
détail-opmerkingen.
Wat de waag omilrenl hol „volkslogor" aan
gaat, moet niet worden vergeten, dat liet Le
ger, dat wc tha-ns lichten, roods zoor veel ver
schilt van hot beroepsleger, dal man vroegar
had cm dat hot moreel thans vool hooger
slaat, omdat iiol nu moer is afgescheiden Yam
liet volk.
Grootc bewondering hoeft hij voor hol Zwit-
serschc volksleger, maar daar is het volk zelf
doordrongen van de noodzakelijkheid ren d«
defensie. Ons volk is vooralsnog to weinig
in die richting opgevoed. De invoering in ons
land is zoodra mogelijk won schel ijk,
maar thans niet mogelijk. Ook is oen volks
leger alleen le baseer on op algeanoone weer-
plicht. Bij ons volk is dc toewijding voor Jiiet
eigen land, lioozeor veel verbeterd, nog kimg
niet op de lioogUe van de ZwLtsensche.
Iloogerc orficieron. zijn in ons land niot am-
ders le krijgen dam uit liet corps, maar ove»
Booze woorden zijn als distelzaad: waar
het valt, staan straks doornige planten die u
verwonden en u den weg onmogelijk maken.
Een Kom an un Liefde,
12 DOOIt
MARIE CORELLL
Ik stak het bosje in mijn japon. Terwijl ik
dit deed nam hij zijn pel af.
„Goeiendag samen! ik zal je in deze buur!
niet meer zien!"
„Waarom niet? Hoe weet je dat?"
„De eene kant in en de andere kant uit!"
zeide hij, terwijl hij zijn stem tot een soort
peinzend gefluister liet dalen.
„Eén weg naar hel Westen, en de andere
naar hel Oosten! en dan terug naar ctc
plaats van samenkomst! O ja! Je zult er een
pretlïgen zeiltocht ren maken 1"
„Zonder wind, hè?" viel kapitein Derrick
hem in -dc rede. „Zoo als je vriend de „mijn
heer' Iloe krijgt hij dat toch gedaan?"
Jamie keek mot angstigen blik om zich heen,
ais een dier, dat gevaar ruikt; toen, zijn ledi
ge mand op den schouder nemend, gaf hij
ons een haastigen hoofdknik tot afscheid en
'Je campagnclrap afklauterend zonder iets
meer te zeggen, was hij weldra in zijn boot,
en roeide gestadig voort, terwijl hij geen en
kele maal weer opkeek.
„Een zonderlinge ventf' zeide de kapitein
„Vele van deze kérels worden half gek door
steeds alleen tc wonen in verlaten plaatsen,
zooals Huil, cn voortdurend niets anders te
zien dan wolken en bergen cn zee. Hij schijn'
toch iets van het jacht af te wctenl"
„U droomt nog van dat jacht, kapitein!
zeide ik vroolijk. „Het spijt mij werkelijk voor
uEn toch durf ik wedden, dat wanneer we
het weer ontmoeten, het mysterie zeer een
voudig zal blijken tc zijn."
„Het zal óf heel eenvoudig, óf heel inge
wikkeld moeien zijn!" antwoordde hij la
chend. „Ik zal heel wat onderricht noodig
hebben om mij te overtuigen, dat een zeil
jacht zich met -de snelheid van sloom kan
voortbewegen zonider wind. Ah, goeden mor
gen, mijnheer!
En wij keerden ons «beiden om, -ten einde
den heer Harland tc groeten, die juist op dek
gekomen was. Hij zag er ziek en afgetobd
uit, alsof hij slecht geslapen had en hij toon
de slechts flauwe belangstelling voor het ver
haal van liet plotseling verdwijnen van het
(vreemde jacht.
„Het amuseert u, .nietwaar?" zeide hij,
zich tot mij richtend, terwijl een lichte cy
nische glimlach zijn voorhoofd en oogleden
rimpelde. „Al wat niet onmiddellijk ver
klaard kaïn werden, is altijd belangrijk en
heerlijk voor een vrouw! Daarom maken de
spiritistische „mediums" geld. Zij doen han
dige kunstjes, die niet verklaard' kunnen
worden, vandaar hun succes bij de lichtge-
loovigen."
„Zeer wa-ar," 'antwoordde ik, „maar sta
mij toe even le zeggen, d'a,t ik mei geloof
in mediums."
rial (is zoa, ik had 't vergeten l" Hij wreef
de hand vermoeid over het voorhoofd on
vroeg loan: „H-abt gij goed geslapen?"
^Uitstekend! En ik moet u inderdaad be
danken voor mijn allerliefste kamers, zij
zijn bijna al te weelderig! Meer geschikt
voor een prinses."
„Waarom voor een prinses?'1 vroeg hij
ironisch. ^Prinsessen zijn niet altijd aan-
•gejname persoonlijkheden. Ik ken er een
paar, dik, leelijk en dom. Enkelen van
haar zijn vuil op haar lichaam en in hun
gewoonten. Er zijn enkele prinsessen in
•Europa, die g-ewassoheai en gedesinfecteerd
moesten worden voor men ze ergens een
kamer gaf."
ik latlhle.
„O, gij zijt zeer bitter!" zeide fik.
„In 't geheel niot. lie houd van nauwkeu
righeid. Een prinses doet het ongekunsteld
gemoed. Ik weet, dat de prinsessen uit de
sprookjes nie-t beslaan, tenzij gij er een
zijl."
„Ik!" -riep ik in verbazing uit, „verre van
dien
„Wel, gij zijt een droomster!" zeide hij,
cn met de armen op de verschansing leu
nend, wendde Jiij de oogc-n van mij af cn
keek over de door de zon verlichte zee. ,,Gij
leeft niet hier <mel ons in deze wereld
ge denkt -dat ge het doet, en toch weel ge
voor ai z-elve, d-ait ge hel niet doet. Gij droomt
en uw leven is niets dan een visioen. Ik
weel niet ol ik het prettig zou vindeu u
le zien ontwaken. Want zoo lang gij kunit
droomen, zult gij in het sprookje gdooven;
de prinses van Hans Anjdersen en de ge
broeders Grimm is echt en da-arom moet
gij mooie dingen om u heen hebben mu
ziek, rozen en dergelijke beuzel in gen om dc
zoele begoocheling le bewaren."
Ik was verrast cn ecnigszius geërgerd
over zijn manier vam spreken. Waarom zou
hij, zelfs met de vleierij, die er aan ten
grondslag lag, mij een droomster noemen.
Ik had evengoed in dc wereld voor mijn
brood gewerkt als hij, en indien niet met
even goede fina-ncicelo resultaten, dan alleen
omdat mijn doel niet louter geldv er dienen
geweest was. Ilij had ontzaglijke rijkdom-
mén verworven en ik een bescheiden
welvaart, hij was oud en ik was jong,
hij was ziek en ellendig, ik was gezoold
«ein gelukkig, wie van ons was de „droo-
mcr"? Miju geda.chlen hieldon zich met deze
vraag bezig en hij bemerkte het.
„Bekommer u er ma-ar niet om," zeide hij,
„en neem mij mijn oponhan-tigheid niet kwa
lijk. Mijn beschouwing van het leven is de
uwe mot on het is niet waarschijnlijk, dat
wij de dingen van hetzelfde standpunt zul
len bezien. Uw toestand is liet meest benij
denswaardig. Gij ziet cr goed uit gij ge
voelt iv gezond gij zijt gezond. Gezond
heid is het beste van alles." Hij wachtte,
wenidde de oogen «van het water al en keek
mij vast aan. „Dat is een mooi houquelje
dopheide, dait gij daar draagt. Het schittert
als een vurige, topaas."
Ik vertelde, boe ik er aan gekomen was.
„Wel, dan hebt gij reeds verkeer met het
vreemde jacht?" zeide hij lachend. Volgens
uw Hooglander heeft de eigenaar dezelfde
bloemen aan boord, misschien op het
zelfde moeras .geplukt! dit is inderdaad
zeer romantisch en interessant."
En aan het ontbijt, toen dr. Brayle en de
heer Swinton verschenen, spraken zij allen
over mijn bouquetje heidekruid, totdat hat
mij begon te vervelen en ik half geneigd
was. het af te doen en wee te gooien. Toch
kon ik daar niet goed toe komen.
Mijzeh'O in den spiegel beschouwend, zag
ik, welk een schilt oren-de cn toch fijne kleur
liet aan ide eenvoudigste wille serge van mijn
kostuum gaf, 'l was een «aardig contrast en
ik liet het maar zitten.
Juffrouw Cajtherine stond niet op om to
ontbijten, maar naderhand zond ze om mij
en vroeg of ik een poosje hij haar wildo ko
men zitten. Heel veel zin had ik er niet in*
want liet was een prachtige dag en dc
„Diana" miaaklo zich gereed 'haar weg te
verrelgen, en 't was vodl «aangenamer
op het dek tc zijn in dc fris-sche lucht, da-n
in de slatiekamer van juffrouw Catherine,
die, hoewel zij zeer ruim was Voor een
jacht, cr tamelijk somber uitzag, zonder
kleed op den vloer of gordijnen om hef bed
en nergens iels van versiering, niets dan
eén paar planken tegen den muur, waarop
eenige blauwe on zwarte medicijnfleschjea
geschaard stonden, met een kleine schaar
pillendoosjes. Maar ik haid medelijden met
de arme vrouw, die haar leren lot een mar
telaarschap verkoos tc maken door haar
zenuwen cn w-erkelijke of ingcbceflde pijnen;
daarom ging ik naar haar toe, 'besloten om
te doen wat ik kon, om haar op te vroolij-
ken en haar uit -den toesLand van chroni
sche gedruktheid op te wekken. Zoodra ik
haar hut binnentrad zeide zij:
„Waar hebt u dat bouquetje heidekruJId
vandaan?"
Ik vertelde baar het geheel© verhaag
waarnaar zij mot meer geduld luisterde, dan
zij gewoonlijk toonde bij eeniig gesprek,
waarbij zij niet den boventoon voerde.
Wordt vervolgd